In het Land van Mussolini. THIJS IJS EN DE DIAMANT Graziani rukt op naar de laatste verdedigingslinie. HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 2 MET 1936 De oorlog in Abessynië. Abessynische regeering roept alle lichamelijk geschikte mannen voor den oorlog op. Indrukken van een toerist. Het Forum Mussolini te Rome. MOGADISCIO. 1 Mei (Reuter-A.N.P.> Of schoon de Italiaansche opmarsch aan het Zuidelijk front nog slechts -weinig weerstand ontmoet, wordt hij toch zwaar belemmerd door de neerstroomende regens, die het land in een groote modderpoel veranderen, De rivier Fa- fan is buiten haar oevers getreden en op som mige plaatsen zijn de Italiaansche soldaten gedwongen geweest tot hun middel door het water te waden. De correspondent van Reuter-A.N P. aan het zuidelijk front meldt dat Sasabaneh veroverd is door de colonne van generaal Frusci, ter wijl Boelale door de colonne van generaal Agostini werd bezet. De Italiaansche troepen achtervolgen thans de Abessyniërs langs de wegen die naar Daggaboer en Djidjiga leiden. Bij deze achtervolging is onder de vluchtelin gen een groote slachting aangericht door ma chinegeweren, die op vrachtauto's gemonteerd waren, terwijl bovendien dertig vliegtuigen tonnen springstoffen uit de lucht hebben doen neerdalen op de opgejaagde verslagenen. In Italiaansche kringen is men van mee ning, dat er aan het zuidelijk front niet veel tegenstand meer ontmoet zal worden voordat de Italiaansche strijdkrachten de laatste Abes- synische verdedigingslinie zullen hebben be reikt op ongeveer tien mijl ten zuiden van den weg HarrarDjidjigaBerbera en op 85 mijl ten noorden van Daggaboer. Er verluidt, dat deze linie zwaar versterkt is volgens mo derne principes en onder toezicht van den Turkschen generaal Wehib Pasja. De Italia nen zullen waarschijnlijk echter geen moeite sparen om ook door deze linie heen te breken, aangezien dan de laatste goede verbinding met Berbera en daarmede met de buiten wereld voor de Abessyniërs verloren zou zijn en hun strijdkrachten verpletterd zouden kunnen worden tu&schen Graziani's troepen in het zuiden en die van Badoglio in het noorden. De colonne van generaal Frusci rukt thans noordelijk van Sasabaneh op, de colonne van generaal Nasi marcheert rechts van Dagga boer en die van generaal Agostini, welke kort geleden versterkt is met twee bataljons stu denten van de Tevere brigade trekt recht streeks in de richting van Daggaboer. De volgens plannen van generaal Graziani ontworpen driehoek heeft zijn top ten noor den van Sasabaneh. Hoe de Italiaansche opmarsch naar Addis Abeba aan het noordelijk front geschiedt. De correspondent van Reuter-A.N.P. meldt van het Noordelijk front uit Dessie, dat de opmarsch naar Addis Abeba ononderbroken woi'dt voortgezet. Ofschoon nog geenerlei Abessynische weerstand is ontmoet, worden toch alle mogelijke voorzorgsmaatregelen ge nomen tegen een mogelijken aanval. De voor hoede marcheert verscheidene mijlen voor de hoofdtroep uit, terwijl de volkomen leege am bulances volgen. Zooals gebruikelijk verrichten de luchtstrijdkrachten verkenningsdiensten. De speciale correspondent van Reuter-A.N.P. bij de Italiaansche gemotoriseerde colonne te Makfoed meldt, dat terwijl een der afdeelin- gen verstikkende dagen doorgebracht heeft in de heete vallei tusschen de heuvelen van de Ethiopische hoogvlakte, waar slechts eenige verfrissching verkregen werd door de van tijd tot tijd losbarstende onweersbuien, de andere eenheden verder getrokken zijn. Intusschen, zoo voegt de correspondent hieraan toe, is het Abessynische leger, dat de verdediging van Addis Abeba zou organiseeren en waarvan al verwacht werd, dat het zijn onderwerping aan de Italianen zou komen aanbieden, verspreid en naar het schijnt geheel verdwenen. De Ita lianen zijn dan ook vol vertrouwen, dat in dezen sector geen ernstige tegenstand meer zal worden ondervonden. De chauffeurs der vrachtauto's hebben in structies rechts van den weg naar Addis Abeba te rijden, en regelmatige, onderlinge afstanden te bewaren, teneinde ongelukken te vermijden. Het linker gedeelte van den weg. wordt gebruikt door motor-patrouilles. De ver schillende eenheden houden draadloos onder ling contact. De correspondent van Reuter-A.N.P. te Ad dis Abeba seint, dat de negus vanmiddag een conferentie heeft gehouden met vertegen woordigers van het corps diplomatique ten einde de maatregelen te bespreken, die ge nomen moeten worden ter bescherming van de buitenlanders, ingeval de Italianen de hoofdstad binnenrukken. Tijdens deze besprekingen vloog een Ita- liaansch vliegtuig eenige oogenblikken boven de stad. Men wijst in Addis Abeba met nadruk op de vastbeslotenheid van den negus tot het uiterste weerstand te bieden aan de Italianen en in gezelschap van den kroonprins in het land te blijven, terwijl de keizerin met de andere leden der keizerlijke familie binnen kort uit de hoofdstad zou vertrekken en zich, naar men meent te weten, naar Jeruzalem zou begeven. In een specialen onroep door de Abessy nische regeerh": v/nrdt ©Ven lichamelijk geschikten mannen dringend ver zocht, vandaag met mondvoorraad voor vijf dagen naar het noorden op te marcheeren teneinde den Italiaanschen opmarsch naar de hoofdstad te stuiten. Deze mannen zullen worden aangevoerd door Ras Getatsjoe. De keizer heeft verklaard, dat de slag van Maicio onder den druk van de ontzaglijke hoeveelheid oorlogsmateriaal, welke door de Italianen in het veld werd gebracht, afge broken is moeten worden. Tot de groote terugtocht der Abessynische troepen is uit strategische overwegingen bevel gegeven. De keizer gelooft nog steeds aan het welslagen van zijn zaak. Hij wees erop dat hij ..Abessynië tot den laatsten druppel bloeds' zou verdedigen. Diiitscliland, Duitschland zal Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije niet aan vallen," zegt Hither. Duizenden waren gisteren in de Lustgarteu te Berlijn bijeen gekomen om de groote Mei rede van den Führer te hooren. Hitier zei o.m., dat Duitschland vrede wenscht, in het binnenland om zijn taak te volbrengen, doch ook naar buiten aangezien van een door oorlog verscheurd Europa niets te verwachten is. Er zijn politici in Europa, die niet gelooven aan dezen vredeswil van Duitschland. Duitschland wenscht evenwel niets dan vrede en verlangt verder, dat nie mand zich in zijn zaken mengt. Hitier ver klaarde, dat hij geen millioenen mannen be hoeft te doen dooden opdat andere millioenen in hem gelooven. Gedurende de laatste drie jaar heeft Duitschland niemand kwaad gedaan, aldus de Führer en nooit heeft het de gelegenheid laten voorbijgaan anderen de hand te reiken. Het wenscht dezelfde stabiliteit, welke het inwendig heeft tot stand gebracht, ook naar buiten tot stand te brengen en het heeft een edelmoedig aanbod gedaan, dat geen werk is van juristen of advocaten. Het is niets anders dan de wensch om vrede en veiligheid te bren gen, doch op hetzelfde oogenblik valt men ons aan en beschuldigt men ons Oostenrijk en Tsjecho-Slowakije te willen aanvallen. Een kleine internationale groep knoeiers maakt deze beschuldigingen, doch des- te meer is het noodig, dat het Duitsehe volk vast aaneen gesloten blijft, dan zullen andere volken de „hetzers" afschudden en zullen zij begrijpen dat de nationale gemeenschap van het Duit sehe volk ook een waarachtige Europeesche gemeenschap is. Oostenrijk, Vijftienduizend dienstplichti gen in Juli onder de wapenen. In een ter gelegenheid van den 1-Mei dag gehouden rede heeft bondskanselier Schuschnigg verklaard, dat de regeering krachtig blijft streven naar uitvoering van het politieke programma van wijlen kanselier Dollfuss. Hij kondigde voorts aan, dat de regeering tegen midden Juni zal overgaan tot inschrij ving voor den militairen dienstplicht van de lichting 1915, waarmede men midden Juli ge reed zal zijn. Op 1 October zullen dan de eerste 15.000 jeugdige Oostenrijkers moeten opko men om hun dienstplicht te vervullen. Schuschnigg meende op de geruchten om trent meeningsverschillen in den boezem der regeering geen beter antwoord te kunnen geven, dan te verwijzen naar den uitslag van de te Voralberg gehouden verkiezingen, waar bij na 80 procent der stemmen werd uitge bracht op de candidaten van de officieele lijst. (Reuter). Schuschnigg achte 1936 een voor Oostenrijk beslissend jaar. Frankrijk. Regeering treedt niet voor 1 Juni af. In bevoegde Parijsche kringen werd er gis termiddag nogmaals de nadruk op gelegd, dat er geen sprake van is, dat, zooals sommige ge ruchten willen, de regeering op 4 Mei zal af treden. Na de verkiezingen zal de regeering haar taak blijven volbrengen, en zich wijden aan de financieele en diplomatieke vraag stukken, waarop in het bijzonder haar belang stelling is gericht. De regeering zal haar werk zaamheden voortzetten tot de installatie van de nieuwe Kamer op 1 Juni. Genève. Fransch-Russische pact geregistreerd. Het secretariaat van den Volkenbond deelt mede: Onder de internationale verdragen, welke in April bij het secretariaat zijn gere gistreerd, bevindt zich het Fransch-Russische Pact van wederzijdsche hulpverleening, dat op 2 Mei 1935 te Parijs werd geteekend. De registratie geschiedde op verzoek van Sovjet-Rusland. Engeland. Conservatieve parlements leden zullen opheffing van de sanctiepolitiek voorstellen. De Italiaansche vorderingen in Abessynië geven aanleiding tot een herleving van den strijd tusschen voorstanders van verscher ping van de sancties en tegenstanders ervan. De Morning Post kondigt aan, dat eenige conservatieve afgevaardigden Woensdag in het Lagerhuis de afschaffing van de sanctie- politiek zullen eischen. Bovendien heeft een bijeenkomst van de commissie van buiten- landsche zaken uit de conservatieve parle mentsleden Donderdagavond zich krachtig voor de afschaffing uitgesproken. Onder de aanwezigen waren ook nationalistische libe ralen en leden van de nationalistische ar beiderspartij. Churchill zette uiteen, dat bij den huidigen stand van zaken het handhaven van de sancties geenerlei resultaat kon heb ben. Churchill, zoo lezen wij in de N.R.C., bleek te kunnen rekenen op den geestdrifti- gen steun van het grootste deel zijner toe hoorders. Volgens hetzelfde blad zullen de leden der commissie gesteund worden door leden van alle partijen, met name, de ver tegenwoordigers van Zuid-Wales, wegens de ernstige gevolgen, die het verlies van de leverantie aan Italië heeft voor de mijn streek China. Versterking der Japansche troepen in Noord-China. De commandant van de Japansche troepen in Noord-China. generaal-majoor Taada, zal naar Japan terugkeeren om het bevel over de eerste divisie op zich te nemen. Hij wordt ver vangen door luitenant-generaal Tasjiro, die tot dusverre de elfde divisie heeft gecom mandeerd. Het Japansche garnizoen in Noord-China, dat zijn hoofdkwartier te Tientsin heeft, zal van 1500 tot 7000 man versterkt worden. Vol gens geloofwaardige berichten zullen binnen kort twee Japansche divisies in Oost-Hopei in garnizoen worden gelegd. Drieduizend man daarvan zouden in Toengtsjau, de zetel dei- autonome regeering, worden gelegd. Onder sneeuwmassa's bedolven. Door de monniken van St. Bernardsklooster gered. Ofschoon de monnikken van St. Bernard in alle stilte en eenvoud hun menschlievend werk verrichten, dringen toch telkens in de bewoonde wereld geruchten door van de moed en de opoffering dier monnikken, die zij zich getroosten, om kostbare menschen- levens in het verlaten bergland te redden. Zoo hebben onlangs weer een zestal per sonen hun leven te danken gehad aan deze monnikken. die bij hun reddingswerk door de beroemde St. Bernard-honden geholpen worden. Ondanks alle waarschuwingen had een klein gezelschap zich vanuit St. Rhemy, aan de Italiaansche zijde der grens, naar Martïgny in Zwitserland begeven. Een der geredde ver haalt over deze tocht het volgende: „Wij bevonden ons nog op Italiaansch grondgebied en bijna 4500 meter van den top van den grooten St. Bernard, toen wij een geweldige sneeuwmassa naar beneden zagen komen, die ons den weg volkomen versperde. Eenige seconden later stortte met donderend geraas een lawine op ons neer. Ik voelde mij plots neergedrukt door een lood zware massa. Het was volslagen duister om mij heen. Maar het werd mij tegelijkertijd duidelijk, dat een zeer nauwe spleet het mij mogelijk maakte een weinig te ademen. Ik trachtte mij zelf te bevrijden en eindelijk gelukte het mij, één hand door de spleet te steken. Toen ik iets vrijer kon ademen was het werk gemakkelijker en vrij spoedig had ik mij uit de sneeuwmassa losgewerkt. Ver schrikt moest ik toen vaststellen, dat mijn gezellen allen verdwenen waren. Maar het was alsof ik gevoelde, dat zij in mijn on middellijke nabijheid bedolven moesten zijn. Daar de weg versperd was en ik het onmoge lijk achtte, hulp te -gaan zóéken, begon ik zelf mijn makkers uit te graven. Na moei zaam werken stiet ik eindelijk op het schijn baar levenlooze lichaa mvan één hunner. Dat gaf mij nieuwe kracht en even later had ik hem geheel uitgegraven. Hij was spoedig bij kennis gebracht en ik riep hem luid toe, dat er hulp gehaald moest worden. Het drong tot hem door, wat er was gebeurd en even later was hij al op weg naar de grenswacht en het St. Bernardklooster. Even later kwamen reeds de beroemde St. Bernardshonden naar mij toe en drongen zich tegen mij aan om mij te verwarmen, anderen begonnen onmiddellijk op de plaats van het onheil te graven en spoedig waren ook de Paters en enkele grenswachten aan wezig met een dokter. Na lang werken kon den mijn makkers bevrijd worden en tot onze groote vreugde bleek, dat zij allen nog in leven waren. Wij werden liefdevol in het St. Bernardklooster verpleegd en hebben vol dankbaarheid de eenvoudige monnikken ver laten aan wie wij ons leven te danken had den. HET VERMISTE RALLYE VLIEGTUIG GEVONDEN. Uit Rome: Italiaansche militaire vlieg tuigen hebben op 70 K.M. ten Noord-Westen van Ghat het vliegtuig teruggevonden, dat sedert 28 April werd vermist en deelnam aan de Sahara-raillye. Behalve de bestuurder, de Belgische vlieger Hanser, bevonden zich nog aan boord de Belgen Hamet en Heirman en de Fransche aviatrice Viviane Elders. In mijn vorig artikel schreef ik reeds, dat Mussolini er niet tegenop ziet heele huizen groepen tegen den grond te doen gooien en dat er onder zijn bewind vooral in de groote steden geheel nieuwe stadswijken met breedc straten en monumentale gebouwen verrijzen, Van een eerzuchtig dictator, die natuurlijk wil, dat ook in de toekomst over hem als een machtig en groot man zal worden gesproken, is niet anders te verwachten. Uit die nieuwe stadswijken en bouwwerken immers zal men later moeten kunnen zien, dat de Duce op zijn tijd zijn stempel heeft gedrukt. Een der meest markante voorbeelden daar van biedt wel het station te Milaan, dat bijna geheel in marmer is opgetrokken en in zijn monumentalen bouw een werkelijk overweldi genden indruk maakt. Voor en om dit stations gebouw werd, toen ik er verleden jaar op een reis door Noord-Italië was, een geheel nieuwe stadswijk opgebouwd. En in een kleinere plaats in de Po-vlakte, Brescia, zag ik, hoe men een Forum Mussolini midden in de stad had gebouwd, hetwelk, geheel modern, toch op zeer gelukkige wijze aansloot met een oud plein, dat de herinnering aan de middel eeuwen wakker hield. Het hoofdgebouw van dit forum is de beurs, waarin een groot relief van Mussolini als een Caesar te paard blijk baar tot de verbeelding van het nageslacht zal moeten spreken. Voor deze beurs is als op een oud Romeinsch forum een groote sprekerstribune van bruin marmer opgericht en in het midden van dit plein staat een forsch, groot wit marmeren beeld van den Ro- meinschen overwinnaar in den grooten oor log. Het geheel moge voor ons, nuchtere Noor delingen, wat protzig en opdringerig schijnen, imposant is het toch in hooge mate. Dat Mu'ssolini ook iri Romë'gfoote 'verande ringen heeft doen aanbrengen en zijn plannen voor de verbeteringen in deze oude histori sche stad nog bij lange niet alle volvoerd zijn zoo wil hij het wat rommelig stadsdeel van Rome, aan de overzijde van de Tiber, dat toe gang geeft tot de Piazza St. Pietra, geheel in stijl doen aansluiten met dit beroemde plein voor de St. Pieterskerk is bekend. Men wees ons geheel nieuwe stadswijken, die onder zijn bewind zijn verrezen en de Via dell'Impero, welke van het kolossale monument van Victor Emanuel dwars door het oude Forum naar het Colosseum loopt, is ongetwijfeld een grootsch stuk werk, vooral, omdat men het oude en historische Rome aan weerszijden van dezen weg geheel intact heeft gelaten. Hoe men ook over den dictator en zijn regime moge denken, het is niet te ontkennen, dat hij in dit opzicht zich voor zijn land verdienstelijk heeft gemaakt, wat ook door zijn felste tegen standers wordt erkend. Even buiten Rome, aan de overzijde van de Tiber, is men bezig een groot sportcentrum te bouwen met in het midden een Forum Musso lini. De groote roode gebouwen van deze sportstad kon ik onmogelijk bewonderen en het stadion, het eigenlijke „Forum" met de wit marmeren zitplaatsen en er om heen de vele de sport symboliseerende beelden maakt een vrij kouden indruk. En wanneer men pas in het nationaal museum te Rome en in het Vaticaan de onvergelijkelijke kunstwerken van de oude Grieken en Romeinen en van een Michel Angelo en een Bernini heeft gezien, moet men in dit moderne Forum wel tot de teleurstellende conclusie komen, dat de tijdge- nooten van Mussolini in de beeldhouwkunst verre bij hun groote voorgangers ten achter staan. Van de ij delheid van den Duce getuigt de hooge wit marmeren Mussolini-obelisk, die midden op het toegangsplein voor het Forum is opgericht. Ook in Napels verrijzen geheel nieuwe stads wijken". Zoo is een deel van het wel pittoreske maar om zijn slechte hygiënische toestanden beruchte Sancta Lucia bij de Via Roma tegen den grond gegooid en is men daar bezig groote nieuwe huizen waaronder er enkele geheel van marmer te bouwen. Wanneer men dit alles ziet, vraagt men zich vol verbazing af, hoe dit in het arme Italië betaald kan worden. Dit is een van de raad selen van het tegenwoordige Italië voor den toerist, zooals het ook voor de heele wereld een raadsel is, hoe dit land een leger van meer dan een millioen op de been kan houden en den oorlog in Abessynië kan bekostigen en de ge volgen van dien oorlog de sancties en de daarbij behoorende inkrimping van den han del kan dragen. Want de Italianen mogen dan wel luide verkondigen dat zij er niets van merken en er spotprenten op maken ik zag er heel drastische en ook geestige de be trekkelijke stilte in havens als Genua en Na pels is toch een veeg teeken. Het trof mij, hoe veel minder booten er thans in Genua lagen dan vroeger en opmerkelijk was het, dat wij zoo wel te Napels als te Genua bijna uitsluitend Italiaansche vlaggen zagen. Dit moet toch wel een direct gevolg zijn van de sancties der mogendheden tegen het land van Mussolini. En dan was er nog iets, dat niet bepaald op een gezonden financieelen toestand wees, na melijk, dat er in Italië ontzettend veel valsch geld in omloop is. Zelfs het strenge régime van den dictator is blijkbaar niet bij machte daarin verandering te brengen. Wie in Italië een stuk .van 10 of 20 lire in handen krijgt, mag het wel eerst grondig keuren, voordat hij het aanneemt. In winkels en café's accep teert men die stukken pas, na ze eerst op een marmeren toonbank of tafeltje te hebben la ten „klinken" en zelfs straatverkoopers heb ben voor dat doel een marmeren plaatje bij zich, opdat zij niet met valsch geld zullen blij ven zitten. En een taxi-cauffeur, die 's avonds in het donker een 20 lire-stuk ontvangt en geen marmeren plaatje te zijner beschikking heeft, bijt eerst op het geldstuk, om zich van de echtheid te overtuigen. Dat zijn van die ondervindingen, die men eerder in een stad als Port Said dan in het land van Mussolini zou verwachten. Ik gaf in deze artikelen mijn indrukken van het land van Mussolini, dat tijdelijk, niet van Rome, dat eeuwig is. Hoe zou ik het durven als eenvou dig toerist na een verblijf van enkele dagen, waar een Goethe, toen hij eenige weken in de Eeuwige Stad had doorgebracht, schreef: „Waartoe dient het eigenlijk de pen te kun nen voeren, wanneer men over duizend ver schillende stijlen zou moeten kunnen beschik ken en men zich des avonds te uitgeput voelt van vermoeidheid, verrassing en bewondering? Rome is een zware leerschool en elke dag biedt zooveel, dat men het niet waagt het weer te geven. Daartoe zou een langdurig ver blijf in diep stilzwijgen noodig zijn." Laat ik daarom volstaan met te zeggen, dat ik een onvergetelijken indruk voor heel mijn verder leven van Rome heb meegenomen en dat ik spijt heb niet een muntstukje in de Fontein van Trevi te hebben gegooid. Want wie zoo luidt een oud gezegde een munt stukje in deze Fontein gooit, zal onweer staanbaar naar Rome worden teruggetrokken. Ik hoop, dat ik ook zonder deze tol aan de fontein van Trevi nog eens in deze prachtige stad, die één groot en roemrijk museum is, zal terugkeeren. J. B. SCHUIL. Engelsche torpedojager in Iersche haven beschoten. Woningen van Britsche marine-officieren onder bewaking. De Daily Herald meldt, dat de politie te Cork een onderzoek heeft ingesteld naar aan leiding van een rapport volgens hetwelk Woensdag te middernacht zes schoten werden gelost van de kaden der haven van Cork op den Britschen torpedojager Tenedos. Niemand aan boord werd getroffen. De ha venautoriteiten zijn buitengewoon gereser veerd met betrekking tot dit incident en ook »de admiraliteit zegt van niets te weten. De woninten van Britsche marine-officieren te Cork (het vroegere Queenstown) worden bewaakt. Met betrekking tot de razzia's welke dezer dagen in Ierland worden gehouden, wordt ver klaard, dat deze zijn georganiseerd naar aan leiding van onlangs gebeurde overvallen, o.m. op vice-admiraal Somerville. die verleden jaar te zijnen huize werd vermoord. SCHENKING VAN 250.000 DOLLAR, Sir Herbert Austin heeft een kwart mil lioen pond geschonken voor wetenschappelijk onderzoek aan de universiteit van Cambridge. De kanselier van de universiteit, Baldwin, heeft de schenking in dank aanvaard. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC. „Prins," zegt Thijs, „je moet nog eens probeeren om binnen te komen Ik weet wel, dat dat weer zal mislukken, maar dat heb ik juist noodig. Als je maar flink vecht zul je zien dat je iets bereikt." De Prins heeft niet veel zin, maar eindelijk staat hij toch maar op en gaat op een draf naar de dwergen toe. Deze mannetjes zijn echter heelemaal niet bang en stellen zich op om hem te ontvangen. Maar wat doet Thijs ondertusschen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 6