DeShow Gebr. H. F. Kimman Zenuwachtigheid bij kinderen. LICHAMELIJKE OPVOEDING. OPEL OLDSMOBILE Official Dealer DONDERDAG 7 MEI 1936 HAARLEM'S DAGBLAD 11 ,,Beter een levende hond dan een doode leeuw** Voor het zieleleven zijn de hersenen van het grootste gewicht. Deze vormen met de talrijke zenuwen, die er van uitgaan, een wonderschoon geheel, een stelsel dat als werk tuig dient voor <ie ziel. Deze ontvangt door middel van dit werktuig indrukken van het eigen lichaam zoowel als van de buitenwereld, zij ervaart- daardoor de pijn aan eenig lichaamsdeel, de warmte van den haard, den .geur der bloemen, de muziek van het kerk orgel. Met behulp der zenuwen keert het oog zich naar de bonte weide, het oor naar het koorgezang, komen hand en voet in bewe ging. Men spreekt daarom van ervarings- en bewegingszenuwen. In onzen tijd van haast en altijd grooter jacht en snelheid worden onze zenuwen over prikkeld en daar in de natuur elke overdrij ving zich uiteindelijk wreekt, worden de ze nuwen in talrijke gevallen ziek: de ziekte van onzen tijd is zenuwachtigheid. Deze is hoogst -bedenkelijk, want door de ziekte van haar werktuig lijdt ook de ziel en met het lij den der' ziel verdwijnt het streven naar het goede, verdwijnt bovenal zooveel levens vreugd e. Hoevelen zuchten tegenwoordig dig niet onder den last van het bestaan, die het in materieel opzicht nog oneindig veel be ter hebben dan hun ouders en grootouders het ooit vroeger hadden. Laten ouders het als een hunner eerste plichten beschouwen, te zorgen voor de gezondheid van de zenuwen hunner kinderen. Indien men de kwestie van de erfelijkheid buiten rekening laat, mag men als een dei- ergste oorzaken van zenuwachtigheid be schouwen een vervroegd onderwijs. Als "een kind al heel jong zijn omgeving verrast door onmiskenbare teekenen van zijn geestelijke ontwikkeling, dan gelooft zoo menig liefdevol ouder aan een bijzondere begaafdheid en probeert,door ontijdige leerdwang den leer lust kunstmatig aan wakkeren. Voor die ouderlijke dwaasheid moet het kind steeds zonder uitzondering boeten. Zijn hersentjes zijn juist nog zoo weinig gevormd en moeten daarom meer dan eenig ander deel van het lichaam worden ontzien. Niet minder schadelijk is 'het, zijn kind op lateren leeftijd te veel en te eenzijdig gees telijken arbeid te doen verrichten, het door privaatlessen in elk geval in een hoogere klasse te willen brengen, raast het schoolwerk nog overdreven muzikale oefeningen te eischen, het verslinden van allerlei lectuur te dulden, de bezichtiging van allerlei beziens waardigheden in museum en bioscoop te vaak in de hand te werken, te veroorloven. Zegt niet de wijze Salomo: ..Beter een levende hond dan een doode leeuw!" De school eischt tegenwoordig al genoeg (ook daar is dikwijls een beetje onoplettendheid nog het minste kwaad en de verstandige onderwijzer ziet 't dikwijls met wijs stilzwijgen door de vingers) Daarom drage men zijn kind niet naast het schoolwerk nog zooveel andere taken en taak jes op. „Dat het wiegen en schommelen voor de ont wikkeling der hersentjes van een zuigeling zeer schadelijk is, weet men zoo langzamer hand overal. Lang aangehouden gymnastische oefeningen, waarbij het hoofd in abnormalen stand moet worden gehouden, zijn voor oude re kinderen al even schadelijk. Gif voor de hersenen zijn voorts alkohol, rooken, koffie, thee. Heftige gemoedsbewegingen kunnen de Jeugdige hersenen ook zeer in hun functie belemmeren. En al kan men de slagen van het noodlot en als gevolg daarvan deze ge moedsbewegingen niet steeds vermijden, toch kunnen de gevolgen door verstandige maat regelen wel verzacht worden. Dat is bijv. het geval bij vrees voor lichamelijke straf; bij angst voor spoken en andere phantastische gestalten, voor bepaalde dieren; in scholen voor voortgezet onderwijs vooral bij allerlei lessen en het proefwei'k, daaraan verbon den. Vrees voor lichamelijke straf is zeer verklaar baar en men vermeerdere deze niet, indien er eemaal toe besloten is, door uitstel en drei gementen. Men zou zich misschien het best aan dezen regel kunnen houden: de roede treffe nooit een sidderend kind en nooit mag bij den jeugdigen misdadiger de gedachte kunnen opkomen, dat bij den toorn de liefde en bij de tuchtiging de zelfbeheersching Inval in een Parijsch spéelhol. De bezoekers van het café van monsieur Lejeune in de Rue Béranger te Parijs waren wel ontsteld, doch niet al- te zeer verwon derd, toen zij om 10 uur in den avond een zware mannenstem het bevel „handen om hoog! Politie!" hoorden uiten. Want de klanten van den caféhouder Lejeune plegen zich niet te bepalen tot het nuttigen van -een onschuldig aperitif of van een koel glas bier. Achter de gesloten blinden van het zaaltje beoefenen zij tevens het hazardspel, dat bij de wet verboden en dus strafbaar is. Om tien uur des avonds werd er zacht te gen de keukendeur van Lejeune's woning ge tikt, Door deze deur plegen de gasten binnen te sluipen, die bij roulette en baccarat hun geluk willen beproeven, Niets kwaads ver moedend opende de caféhouder dan ook de deur, teh einde de nieuwe gasten binnen te laten. Het waren er vier, die hem echter in. strijd met de gewoonte onverwijld hun re volvers voorhielden en hem fluisterend beva len als het graf te zwijgen, aangezien zij po litiemannen waren. Dat deed de verbouwereerde Lejeune en dus stapten de „rechercheurs" met hem naar binnen, waar juist een der spelers een ferrnen buit in de wacht wilde sleepen. Het barsche politiebevel maakte een einde aan de vreugde en gehoorzaam gingen allen met opgeheven handen tegen den muur staan. „Fouilleer ze!" gelastte de leider van het viertal, een kerel als een boom. Dat deden zijn volgelingen zóó grondig, dat het gezel schap in een ommezien ontlast was van een Ibedrag van 15.000 francs in contanten, van horloges en gouden ringen en van al hun pa pieren. Toen werden zij naar een achterka mertje gedreven, waarna het viertal het huis verliet en zich in een auto, die voor de deur had staan wachten, uit de voeten maakte. Nadat zij eenigen tijd niets meer gehoord hadden, sloop een der dappersten van Le jeune's gasten eens de gang op om pools hoogte te nemen. Daar stond een zak aard appelen van madame Lejeune en op dien zak lagen netjes op een stapel de papieren, die de pseudo-reehercheurs zoogenaamd in beslag genomen hadden. Met het geld en de kostbaarheden waren de bandieten al lang verdwenen. Tot dusver heeft de politie geen spoor van. hen kunnen ontdekken. (Tel.) ontbrak. Helaas ontbreekt het den meesten moeders in zulke gevallen aan zelfbeheer sching en spreekt de toorn des vaders te luid. Angst voor spoken. Ach, hoeveel vreugde is hierdoor al niet bedorven. En al kent een kind in zijn eerste levensjaren dezen angst in het geheel niet, later blijven slechts wei nigen er van verschoond en als men dezen .toestand niet zelf uit ervaring kent, dan is is heel moeilijk te begrijpen en gewoonlijk vergist men zich dan omtrent den duur zoo wel als de kracht er van. Zeer verschillend kunnen de oorzaken zijn. Het lezen of hooren van griezelige verhalen, het zien van ontstelde gezichten van levenden zoowel als van de verwrongen trekken van een doode, het waarnemen van angst bij ouderen, enz. Vooral kinderen, wier zenuwen licht prikkel baar zijn, blijken hier vatbaar voor te zijn. Voor zoover deze oorzaken uiterlijk zijn, wa ke men er zooveel mogelijk tegen. Men schen- ke daarom ook zijn aandacht aan de „verha len in keuken", verbiede dreigementen met den reus of den zwarten knecht en dulde geen opwindende verhalen voor het naar bed gaan. De omgang met kameraadjes kan mede sterken invloed hebben en men late het kind niet alles zien, dat zijn nie-uwgsierigheid op wekt. Heeft eenmaal deze angst het kind aan gegrepen, dan helpen spot noch bedreiging, noch geweld. Slechts een liefdevol, geduldig wennen en een langzamerhand overtuigen van het noodelooze van den angst kunnen genezing brengen. Daarom mag nimmer het vreesachtige kind onbarmhartig alleen in een donkeren kelder of naar den zolder met zijn grillige gestalten worden gezonden. Evenmin mag het gedwongen worden alleen te slapen in een afgelegen kamer. Aan den anderen kant behoeft men niet alle oorzaken van deze vrees uit den weg te gaan. Dikwijls is het beter om daar weloverlegde middelen een zie kelijke verergering niet alleen te voorkomen, maar ook te trachten het kind te overtuigen dat er werkelijk niets is om bang voor te zijn. Langzamerhand voert gewoonte tot genezing en brengt een enkele jaren hoogere leeftijd de overwinning. J. BASTIAANS. Het verloop van het Groeiproces. Nadat ik reeds vele malen heb geschreven over tal van omstandigheden, die in gunsti- gen of ongutnstigen zin op het groeiproces van het jonge individu kunnen en ook in de meeste gevallen zullen inwerken, meen ik, dat het evenzeer van nut kan zijn, wanneer ik ook eens eenige mededeelingen doe over het verloop van het groeiproces zelf, het proces, volgens hetwelk de groei van den mensch zich als regel van de geboorte tot den volwassen leeftijd voltrekt. Men heeft zich van een en am der een beeld gevormd door een zeer groot aantal waarnemingen te doen, en daarvan het gemiddelde te bereke nen. Dit gemiddelde wordt dan beschouwd als de groeicurve (want als regel wordt het re sultaat, om er een gemakkelijker en duide lijker beeld van te verkrijgen, vastgelegd in een grafische voorstelling), volgens welke onze lichamelijke ontwikkeling, meer in het bijzonder voor wat betreft de groei in lengte en in gewicht, als regel tot stand komt. En aangezien wij onder zeer bijzondere omstan digheden opgroeien, die verband houden met omze beschaving, noemt men die grafiek de cultuur groeicurve. Hoe ziet nu die cultuur-groeicurve er uit en wat kunnen wij er uit leeren? In de eerste plaats valt ons op bij de beschouwing van de grafiek, die dus eigenlijk uit twee lijnen be staat één betreffende de toeneming van de lichaamslengte en één betreffende de toe neming van het lichaamsgewicht dat het proces van den menschelijken groei geens zins een rustig en "regelmatig verloop heeft. Integendeel, er zijn duidelijk schokken in te constateeren. Tusschen twee perioden van snellen, groei (geboorte tot 6 jaar, en 11 a 12 jaar tot 16 a 18 jaar) ligt een merkwaardige periode van verlangzaamden groei, dat is dus de phase van 6 tot -12 jaar (voor meisjes 6 tot 11 jaar). De derde periode (voor meisjes 11 tot 16 jaar, voor jongens 12 tot 18 jaar) kenmerkt zich door een stormachtigen groei, een soort crisisgroei,*bekend als puberteits- groei. Het zijn niet alleen lengte en gewicht, die, vergeleken bij' de voorafgaande periode, een ontstuimigen groei vertoonen, dit is even zeer het geval met hart en longen. De jaar- lijksche volume-vermeerdering van het hart geeft in deze moeilijke levensperiode het vier voudige te zien van de volume-vermeerdering per jaar van het hart in het voorafgaande tijdperk. Bij de longen constateert men een overeenkomstig verschijnsel, zij het minder sterk. In de puberteitsphase is de jaarlijk se he vermeerdering van het looigenvolume ongeveer het dubbele van die in de periode van 6 tot 11 (12) jaar. Het is dan ook geen wonder, dat men zich in wetenschappelijke kringen heeft afge vraagd, of die onstuimige groei in velerlei opzichten nu werkelijk als normaal mag wor den beschouwd. Met andere woorden, of deze niet veeleer moet worden gezien als' een ge volg van de maatschappelijke omstandighe den, waaronder wij, menschen, in ons cul tuurmilieu moeten opgroeien en tot biologi sche rijpheid moeten komen. Deze vraag was natuurlijk niet zoo gemak kelijk te beantwoorden, want groeicurven van natuurvolken heeft men, voor zoover mij bekend, niet tot zijn beschikking. En die zouden ook niet zoo gemakkelijk te verkrijgen zijn, want daarvoor zou men toch minstens gedurende een tijdvak van 25 jaar nauw gezette metingen en wegingen moeten ver richten onder een in natuurstaat levend volk. Nog onbesproken latend, of men iets derge lijks van een dienaar der wetenschap mag verlangen, is de groote vraag of een zooda nig onderzoek practisch uitvoerbaar is. En zijn echter aanwijzingen, die ons met groote waarschijnlijkheid doen overhellen tot het inzicht, dat de wijze, waarop onze groei en ontwikkeling zich voltrekt, haar bijzonder karakter dankt aan de cultuuromstandighe den in ons beschavingsmilieu. Dat het groeiproces door uitwendige oor zaken kan worden beinvloed, is uit vele on-, derzoekingen en waarnemingen gebleken. DONDERDAC" VRIJDAG ZATERDAG ZONDAG MAANDAG 7, 8, 9, 10, 11 Mei VAN GENERAL MOTORS PRODUCTEN LUXE WAGENS vanaf f' VRACHT en BESTEL WAGENS vanaf. 995. ff! 1125. LUXE WAGENS vanaf 1' 2095.— VRACHTWAGENS vanaf fl 1525.— AUTOBEDRIJF WAGENWEG 8-10, TEL. 13850 (Adv. Ingez. Med.) Ik herinner slechts aan den invloed van be roepsarbeid, welke zich doet gelden bij jeug dige werklieden, die, hoewel afkomstig uit eenzelfde streek en onder gelijke maatschap pelijke verhoudingen opgegroeid zijnde, een gunstiger groeiverloop vertoonen, naar mate hun bezigheden een meer intensieven spierarbeid vorderen. Voorts aam den invloed op de gewichtstoe neming van 11- tot 14-jarige kinderen na het houden van 6-daagsche wandeltochten en aan den lichamelijken vooruitgang, geconsta teerd bij 700 Zwitsersche turners in vergelij king met even oude jongelui, die niet aan turnoefeningen deelnamen. Genoeg om aan te toonen, dat het groei proces door uitwendige omstandigheden be invloed wordt. Maar dan volgt daaruit ook, dat het zeer wel mogelijk is, dat de groei curve, zooals die ons bekend -is, een cultuur product is, ja, dat dit zelfs zeer waarschijn lijk is. Door verschillende feiten wordt nu aan deze opvatting steun gegeven. Het spreekt wel vanzelf, dat men ook van andere levende wezens dan den mensch het ;roeiverloop in een curve heeft vastgelegd; en daarbij treft men bij geen enkele diersoort in de derde phase een zoo buitengewone ver heffing in de groeicurve aan, Friedenthal, die een diepgaande studie heeft gemaakt van den groei en zijn bijzondere verschijnse len, meent op gronden, waarvan de uiteen zetting in dit artikel ons te ver zou voeren, dat de natuurlijke groeicurve van den mensch ongeveer gelijk zou moeten zijn aan die van de hoogere aapsoorten. En wanneer dit juist is, dan is de afwijking van de cultuur- groeicurve ten aanzien van de natuurlijke groeicurve vooral daarin gelegen, dat bij de. laatste het groeiproces tegelijk met het be reiken van de volledige geslachtelijke rijp heid volkomen is afgesloten. Het is logisch, dat dit de meest natuurlijke toestand zou zijn; maar zoo is het bij den cultuurmen-sch geenszins, waait bij hem gaat het groeiproces nog wel tien jaar, en soms langer, voort. De definitieve sluiting van den groei komt dus als regel veel te laat. Men meent nu, dat normaliseering van den groei krachtig behoort te worden nagestreefd. Het gedeelte van de groeicurve, voorafgaande aam de puberteitsverheffing, moet omhoog ge bracht worden, zoodat de hoeveelheid groei- arbeid, die in de puberteitsperiode nog tot stand moet komen, geringer wordt. Het groei proces zal daardoor in zijn laatste phase minder onstuimig verloopen en de kans op kwetsbaarheid door schadelijke invloeden zal als gevolg van een en ander minder groot worden. Men zou dit kunnen bereiken dooi geregelde toepassing van lichaamsoefeningen vóór den 12-jarigen leeftijd, waardoor ver kregen wordt, dat de in biologischen zin moeilijkste levensphase wordt ingezet onder de gunstigste lichamelijke omstandigheden. Het dan nog ontbrekende aan den volledigen bouw en ontwikkeling zal niet omvangrijker zijn, dan volgens de groeipotenties moge lijk is. Ziehier dan nog eens van een geheel ander uitgangspunt de noodzakelijkheid aange toond van regelmatige, intensieve en deskun dig geleide toepassing van lichaamsoefenin gen in alle klassen van de lagere school. H. L. WARNIER. Autotocht voor Ouden van Dagen. Het Comité voor den Haarlemschen Auto tocht voor Ouden van Dagen heeft besloten den tocht dit jaar houden op Dinsdag 23 Juni, naar Bergen aan Zee. Het Comité hoopt ook voor dezen achtsten tocht weer op de medewerking der autobezitters te kunnen rekenen, evenals op de flnancieele bijdragen, die het mogelijk zullen maken de oude men schen te onthalen. Penningmeester van het Comité is de heer A. M. Duytshoff, Hotel Lion d'Or, Kruisweg, die op zijn gironummer 20366 gaarne bijdra gen zal ontvangen. De secretaris, de heer R. W. P. Peereboom, Groote Houtstraat 93, tel. 15054, houdt zich aanbevolen voor opgaven van autobezitters die tot deelneming aan den tocht bereid zijn. Tot het Comité is toegetreden dr. W. B. Smit. directeur van den Gem. Geneeskundigen Dienst. Uitvoering der Woningwet. Directe bemoeiingen van den Minister van Sociale Zaken. Blijkens het in het Staasblad afgekon digd Kon. besluit, inzake uitvoering van de Woningwet, zijn in het Woningbesluit eenige wijzigingen aangebracht, waardoor de Minister van Sociale Zakén zich voortaan in verschil lende gevallen, zonder tusschenkomst van derden, met de uitvoering dezer wet zal be moeien. Met name wordt de directeur-gene raal van de Volksgezondheid in de hierbe- doelde gevallen uitgeschakeld. Tot nu toe luidde een der voorschriften, dat B. en W. eener gemeente toezien op de huur zetting (van, met geldelijken steun van ge meentewege gebouwde woningen)welke huur- zetting de goedkeuring vereischte van den directeur-generaal van de Volksgezondheid. Alleen, wanneer blijvend gemis aan overeen stemming werd geconstateerd, werd de zaak ter eindbeslissing voorgelegd aan den Minister van Soc. Zaken. De thans aangebrachte wijzi ging houdt in, dat de huurzetting onmiddel lijk de goedkeuring behoeft van genoemden Minister, die beslistmet inachtneming van de algemeene richtlijnen, welke door hem in overleg met den Minister van Financiën wor den getrokken. Ook wat de bestemming van woningen als bovenbedoelde betreft, is een soortgelijke wij ziging aangebracht. Niet de goedkeuring van den directeur-generaal van de Volksgezond heid, maar die van den voornoemden Minister wordt thans vereischt. Ook voor iedere aanwending van gelden uit het gemeenschappelijke fonds, is niet meer de goedkeuring vereischt. van den meerge- noemden directeur-generaal, doch van den bovengenoemden minister, aan wien ook jaar lijks, vóór 1 Mei, het gemeentebestuur ver slag moet doen toekomen omtrent het ge meenschappelijk fonds. Tot nu toe geschiedde dit aan den directeur-generaal van de Volks gezondheid. Dit besluit is op 1 Mei j.l. in werking ge treden. - (BAZAR. De afdeeling Haarlem van de Nederl. Ver eeniging- ter behartiging van de belangen der jonge meisjes heeft besloten voor het Clubhuis Damstraat 19 dezen zomer weer een bazar te houden in den tuin van „Oud Zomerzorg" te Bloemendaal. Het comité hoopt dat velen hun belang stelling zullen toonen door aan mevrouw J. Glastra—Kamp, Schotersingel 2, iets te sturen, hetzij goederen of giften. BIBLIOTHEEK VAN WIJLEN MR. GERRITSZ ONDER DEN HAMER. In het Park Hotel te Amsterdam wordt op 18 en 19 Mei a,s. door boekhandel en Anti quariaat P. A. Hemeryck (A. T. Kleerekoper) aldaar onder meer verkocht de bibliotheek van wijlen mr. J. Gerritsz, in leven wethouder van Haarlem. A.V.R.O. BRIDGE-DRIVE. De belangstelling voor bovengenoemde drive, die a.s. Zaterdag 9 Mei wordt ge houden, blijkt zóó groot te wezen, dat er nog een zaal bij gehuurd meost worden, om alle liefhebbers in dé gelegenheid te stellen mee te doen. In de Sociëteit „Vereeniging" aan den Zijlweg begint te twee uur en in de zalen van Café-Restaurant Brinkmann aan de Groote Markt te half twee. REFERENDARIS POST- EN TELEGRAAF KANTOOR. Naar wij vernemen is met ingang van 1 Juli geplaatst als referendaris op het Post en Telegraafkantoor alhier, de heer J. Man- dema, thans referendaris en chef van de afdeeling bestelling ten Postkantore te Rot terdam. Men behoeft niet naar de Betuwe te gaan, om de lenteweelde der bloeiende boomen te be wonderen. De Camphuijzenlaan. te -Heemstede is in een bloesemallé herschapen, nu de l lboomen in vollen bloei staan. TE WATER GELATEN. Woensdag werd met goed gevolg te water gelaten van de Werf „Vooruit" te Spaarn- dam de stalen motorsleepboot „Rolf", met af metingen 16.80 M. 4.25 M. en 2.05, gebouwd volgens plannen van Bureau Cornelissens en uitgerust met een Kromhout dieselmotor, type 2-H-4 van 100 E.P.K. Het wordt gebouwd vol gens voorschriften van de Scheepvaart In spectie voor rekening van de Ned. Indische Steenkolen Handelmij N.V. te Amsterdam, „DOOR INSPANNING UITSPANNING". De Kon. Erk. Tooneelvereeniging „Door In spanning Uitspanning" geeft haar vijfde en laatste tooneelavond in dit seizoen op Woens dag 13 Mei a.s. in den Schouwburg Jansweg met een opvoering van „Blanke Ballast", spel in 3 bedrijven door Leon Gordon. Regie Arie Mourik. Op Vrijdag 15 Mei wordt deze voor stelling herhaald voor de Haarl. werkloozen. AANBESTEDING. Hedenmorgen werd door het Provinciaal be stuur te Haarlem aanbesteed: het bouwen van een dubbele dienstwoning c.a. nabij de ophaal brug over de Vecht bij Uitermeer in de ge meente Weesperkarspel. Het laagst werd ingeschreven door E. de Groot te Weesperkarspel voor 8952- VERGADERING KENNEMER FOTOKRING, De Kennemer Fotokring heeft een verga dering belegd op Woensdag 13 Mei in de Sociëteit „Vereeniging' aan de Zijlweg. De heer K. H. Idema zal spreken over: „Een en ander uit mijn practijk van de micro fotografie". (IIN/T EN LITTEKEN HET TOONEEL NIEUW LEVEN. INBREKER GEVRAACD. Nu Bakker en Fabricius hun inbrekers op het dilettanten-tooneel hebben losgelaten, zullen deze heeren heel wat schouwburgen onveilig maken en wij zijn er'wel zeker van, •dat wij hen nog ettelijke malen aan het werk zullen zien. Gisteravond was het bij Nieuw Leven, dat ze bij den braven Mollema het huis leèg stalen, zeer tot het genoegen van 't publiek, dat graag van zulke „krakies" met dieven-lantaarns getuige is, tenminste wan neer het veilig en wel in een schouwburgzaal is gezeten. Een „kluchtig spel" wordt deze boeven- historie door de auteurs genoemd. Op dat kluchtige werd in de voorstelling van Nieuw Leven wel heel sterk de nadruk gelegd, meer dan eigenlijk wenschelijk was. De opvoering zou er bij gewonnen hebben, wanneer de spelers vooral Gerrit Mollema het er niet zoo extra-dik hadden omgelegd. De voorzitter van Nieuw Leven.deeV° voor den aanvang, der voör^^firv dp^l^en ditmaal eens een kans aan de jongere krach ten heeft willen geven. Op zich zelf uitste kend. maar voor het welslagen der onvoering was het toch wenschelijk geweest, dat men de rol van Gerrit Mollema aan een gerouti neerd speler had opgedragen. Met dezen pantoffelheld toch staat of valt het stuk. De Mollema, die wij gisteren te zien kregen, was louter carricatuur. Men zag aan zijn spel, dat hij er zelf heel veel plezier in had en hij sloofde zich ook danig uit om graonig te zijn maar hij deed veel te veel. Met onge veer de helft had hij waarschijnlijk meer bereikt. Nu was het duidelijk te zien, dat de regie hieraan ook voor een zeer groot deel schuld was. Kick Vosshard heeft het kluchtige zóó laten uitspelen reeds dadelijk in het eerste tooneel kregen wij daar een proeve van dat elk bedrijf ongeveer 15 minuten te lang duurde. En dit kan het stuk van Bakker en Fabricius niet verdragen. Het is jammer, dat Vosshard zelf de rol van Molle ma niet op zich heeft genomen. Wij zagen in het spel van dezen nieuweling aan alles dat hij een leerling van Vosshard was, maar de leider van Nieuw Leven zou er zelf wel heel iets anders van hebben gemaakt. En was het noodig, dat Mollema zoo'n dialect sprak? Mollema's wederhelft was voor ons geen nieuweling. Wij hebben haar meer in derge lijke rollen gezien en zij was ook gisteren een Xantippe om van te rillen. Zij won het in haar spel van haar tooneel-eega. doordat zij in het kluchtige meer maat wist te houden. Zij stond qua spel tusschen Mollema en Annie, die van dit trio verreweg de beste was. bit dienstmeisje werd frisch en aardig gespeeld. Opmerkelijk was het, dat zij aldoor in den blijspeltoon bleef en ook tlkens het tempo probeerde aan te zetten, wat door de anderen echter zelden werd overgenomen. Den voorzitter van Nieuw Leven zagen wij als Harry Peel. Hij was een robuste, stevige acteur, voor een tooneelspeier misschien wat te houtig en te weinig bohémien, maar hij wist de rol toch in zijn opvatting op peil te houden. Kick Voshard had voor zichzelf de rol van het pientere joodje gekozen. Hij gaf het Joodsche wel heel erg nadrukkelijk en legde daarmee ook als speler op het kluchtige al te stex-k 't accent. Wie zich dit joodje van Sam de Vries herinnert, weet ook, dat met fijner middel-en in het komische veel meer bereikt kan worden. - De drie inbrekers werden blijkbaar doorde- butanten gespeeld. Voor beginnelingen brach ten zij het er lang niet slecht af en de wor stelpartij tusschen den Gladde en Guus met de Handjes was zelfs een staaltje van realis tisch spel, dat alle lof verdient. Jammer, dat de regie Mollema in deze scène als een kak kerlak op en neer liet springen, wat wel zeer op de lachspieren van het publiek werkte, maar toch feitelijk geheel fout was. Juffrouw Smit werd aardig getypeerd en de tooneeltjes waarin zij optrad kwamen dan ook steeds tot hun recht. Nieuw Leven heeft dit seizoen betere voor stellingen dan die van gisteren gegeven Na de uitstekende opvoeringen van Een Moeder en vooral van Menschen in 't Plantsoen was In breker Gevraagd voor mij een teleurstel ling. maar het publiek heeft zich bij dit kluchtige spel blijkbaar uitstekend geamu seerd. Zelden heb ik bij Nieuw Leven zoo hoo ren lachen als gisteravond. Er is geschaterd, gegierd, gebruld, maar de middelen waarmee dit buitensporig lachsucces werd verkregen, waren nu en dan paardemiddelen en dat was voor deze klucht niet noodig geweest. B.' SCHUIL,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 7