Minister Gelissen bezichtigt den bouw van de „Prinsendam". HET MYSTERIE VAN MOAT HOUSE. Een overzicht van de „Prinsendam", die bij de Rotterdamsche Droog dok Maatschappij in aanbouw is. De toto werd genomen uit een 40 meter hooge kraan De directeur der K.L.M., de heer Plesman (tweede van rechts), neemt een kijkje in de machinekamer tijdens de proefvaart van het motor-tankschip «Macoma", het honderdste schip, dat de Kon. SheJI in Nederland heeft laten bouwen Minister prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen bracht Woensdag een be zoek aan de Rotterdamsche Droogdok Mij ter bezichtiging van den bouw der „Prinsendam" De Plantenziektekundige Dienst Is, In samenwerking met het Koloniaal Insti tuut, bezig met het verdelgen van een g;-oot aantal rupsen in het Vondelpark te Amsterdam door van een ln<jj§ch prompt straatvegers een schoonmaak-optocht door de stad gehouden om de bewoners aan te sporen tot meer zindelijkheid op eigen terrein. Gereed voor het vertrek FEUILLETON Naar het Engelsch van ADELINE SERGEANT. (Nadruk verboden). i4): Nell wist nauwelijks iets te antwoorden. Toen zei ze: „Ik zou de dingen, als ik jou was, niet zoo opvatten. Wat doet het er toe, of iemand ons den tuin in of uit ziet gaan? Als wij er eenmaal ln zijn, zijn we heelemaal vrij. Ik geloof niet, dat iemand ons van het huis uit in den tuin kan zien". „Neen, dat is een groot voordeel", be aamde Claire. „Ik heb er eigenlijk niet verder bij door gedacht", vertelde Nell, maar ik heb ont dekt dat er een deur in den muur is". „Een tweede deur, meen je?", vroeg Claire onstuimig. „Ja, een houten deurtje, achter dat groepje laulienboomen. Ik zag het laatst, toen ik een paar bloempotten zocht. Maar", voegde zij er voorzichtig aan toe. „het is misschien de toe gang naar een broeikas of zoo iets. We zullen er eens heen gaan. „O ja! Laten we dat doen", roep Claire „Het zou heerlijk zijn als we een weg ont dekten naar de bossehen". Nell ging voor. Het kon haar niet veel schelen, of er al dan niet een deur was, maar ze merkte dat Claire er anders over dacht. Ze ging haar voor tot ze achter een boschje kwamen, waar een schuurtje voor tuinge- gereedschap stond. Er was een nauwe ope ning tusscben den achterkant van het schuurtje en den muur, en laag ih den muur was een deur, met een trapje naar beneden. Nell duwde ertegen en spande zich in om de deur een beetje vrij te maken van het klimopgordijn,dat er overheen hing. „In ieder geval schijnt 2e gesloten te zijn". „En zonder sleutel beginnen we niets!,, zei Nell. Claire wendde zich om en ging het sdhuur- tje binnen. Ze keek aandachtig rond, tot haar oog op een klein voorwerp viel, dat, met stof en roest overdekt, in den uitersten hoek van een rek hing. „Hier is een sleutel", juichte ze, met een trilling van opwinding in haar stem. „Mis schien past deze wel". „Mogelijk", gaf Nell een beetje onzeker toe. „We kunnen het in ieder geval pro- beeren". Ze stak den Sleutel in het ouderwetsche slot, maar eerst was er geen beweging in te krijgen. „Ik ben bang het slot of den sleutel te breken", verklaarde zij tenslotte. ,Jk ge loof, dat ik er beter mee op kan houden". „Probeer ht nog eens", drong Claire aan. „O, ik zou zoo dankbaar zijn, als we er uit- konden". Nell probeerde het nog eens, en draaide langzaam den sleutel in het slot om. De deur bewoog zich krakend op haar hengsels. Maar Claire uitte een kreet van verrukking. Voor haar lag het woud; de onderkant van de deur was één gewirwar van wilde rozen en gebladerte. Het zal heel lastig zijn om er uit te komen" meende Nell, terwijl ze naar de scherpe doorns keek. „Ik zei je tooh, dat het net een sprookjestuin was". Claire lachte. „We kunnen zelf een paar van de grootste takken wegkappen, zoodat wij in en uit kunnen gaan, wanneer we willen". „Ja. dat zou gemakkelijk zijn", bevestigde Nell. ..Morgenochtend zal ik me met een mes wapenen en er weer naar toe gaan". „Maar je moet ze niet allemaal wegsnij den", zei Claire vlug. „Alleen ere ergste; en je moet zorgen dat het er uit ziet, alsof er niets aan gebeurd is. Je begrijpt me toch wel, Nell? Ik wil niet, dat iemand weet, dat wij deze deur ontdekt hebben". „Niet?", kwam Nell verwonderd. „Waarom niet?" „Dat is juist mijn idee. Ik zou het fijn vinden te weten, dat wij het bosch in kun nen gaan, zonder dat we het aan iemand be hoeven te vertellen. We zullen den sleutel houden en niemand iets van onze ontdekking vertellen. Ik geloof niet, dat behalve wij, iemand iets van deze deur afweet". Nell trok een verbaasd gezicht „Maar waar voor is dat allemaal noodig?", vroeg zij. „Het is een ongemakkelijke deur; ze is zoo laag en we zullen onze kleeren ophalen aan die rozentakken als ze niet afgesneden worden. Waarom zouden we Mr. Lancaster niet vra gen een tuinman te sturen, om de takken en de klimop radicaal weg te nemen?" „Als je dat doet", riep Claire bijna hart stochtelijk uit, .jgooi ik den sleutel in de gracht!" Nell wierp Claire een onderzoekenden blik toe. Dit verlangen om het geheim van de deur voor zich te houden, leek haar niet nor maal. Was dit een uiting van Claire's zieke- lij'ken geest? Een oogenblik was zij ver bijsterd. De meisjes keken elkaar aan. Claire's wan gen zagen aschgrauw en haar lippen waren vast opeengeklemd. Zij was in hooge mate opgewonden. „Kan ik je vertrouwen?", vroeg zij, de han den naar Nell uitstrekkend. Nel! nam ze in de hare. .Natuurlijk kun je dat! Wij zijn toch vriendinnen, nietwaar?" „Dat hoopte ik al", fluisterde Claire, „maar eerst dacht ik, dat je een werktuig van Lan caster was, net als de rest". ,De rest van wat?", informeerd Nell. „Van de menschen waar hij mij mee om geeft. Ik ben nu al drie jaar bij hem. Al dien tijd was er nooit iemand in arujn omgeving, aie niet de instructie had, alles wat ik zei of deed aan Lancaster over te brengen. Moet je dat misschien ook doen? Zeg het me dan, dan weet ik waar ik aan toe ben". Nell werd purperrood. „Hij zei mij", be kende zij op zachten toon, „dat ik hem van tijd tot tijd verslag over jou moest uitbren gen, maar ik vatte dat in algemeenen zin op. Ik heb nooit vermoed, dat hij me alles wilde laten oververtellen, wat jij niet verder ver teld wilde hebben". „Het is gevaarlijk hem ook maar iets te vertellen", sprak Claire bitter. „Je weet nooit welk gebruik hij van de ontvangen inlichtin gen zal maken. Als jij je aan hem gebonden hebt, zeg het dan gerust, dan kan ik ten minste op m'n hoede zijn. O, ik zou er wat voor over hebben, als ik een werkelijke vrien din had. Ik dacht er in jouw één gevonden te hebben, één, die ik werkelijk kon ver trouwen!" „Maar je kunt me vertrouwen!", riep Nell, ,,ik zal Lancaster alleen oppervlakkige dingen vertellen. Ik denk er niet aan hem iets te zeggen van wat jij me in vertrouwen hebt medegedeeld". „Je staat dus aan mijn kant?", vroeg Claire. „Je kunt niet aan beide zijden staan. Hij is mijn vijandd, hij wil me kwaad doen!" ,Dan ben ik zeker aan jouw zijde", ver klaarde Nell beslist, „ik zou nooit iemand helpen, die jou kwaad wil doen, Claire. Na tuurlijk begrijp ik nog niet precies, waar het over gaat. Ik zie niet in, waarom Lancaster je vijand is; maar als hij het is, kun je je op mij verlaten". „Dank je", sprak Claire langzaam. „Ik zou graag willen, dat je alles van me af wist. Ik weet nu zeker, dat je me niet zult ver raden hoewel ze misschien probeeren om je over te halen. Maar laten we nu van deze plaats weggaan. Wij zijn al zoo lang in den tuin geweest, dat er wel eens iemand kon komen, om te kijken, wat we uitvoeren. Sluit de deyjr gjaar ^eej en breng den sleutel weg, dan zal ik me veel veiliger voe len". Nell deed wat haar gevraagd werd. en ze liepen terug naar de .binnenplaats. .Claire", zei Nell, „zou je me nog één ding willen uit leggen?" „Ik wil je alles uitleggen, Nell, maar daar is nu geen tijd voor. Dit wil ik je alleen zeg gen. Je hebt misschien al van Lancaster gehoord, dat hij me met z'n zoon wil laten trouwen? Soms ben ik bang dat hij me door pressie of bedrog zoover zal brengen. Maar Nell, ik zal nooit met hem trouwen, niet al-' leen omdat ik hem haat, maar ook omdat ik- van een ander houd!" XII. Claire's correspondentie. De meisjes hadden geen gelegenheid om meer te praten, want toen zij het huis door eet zijdeur binnengingen, zagen zij, dat Lancaster in de betegelde gang stond, alsof hij juist uit zijn studeerkamer gekomen was. „Zoo jongedames, hebben jullie de geheime nissen van den ommuurden tuin onder zocht?" Nell bloosde en wist nauwelijks iets te zeg gen; maar Claire antwoordde op een beetje minachtenden toon: ,Er zijn niet veel geheimen op dat stuk grond. Er valt niets te beleven". „Zoo?", bracht Lancaster er vragend uit. En Nel! zag dat hij een snellen blik op hen beiden wierp, toen hij zei: „Maar jullie waren er toch een heelen tijd!" ,Het is er mooi als de zon schijnt", legde Nell uit, „en er is een bank waarop we kunnen zitten als we moe zijn". „We kunnen nergens anders naar toe", vulde Claire gemelijk aan. Langs de groote wegen wandelen kunnen we niet, en in het bosch ben ik een beetje bang". fWordt vervolecS» Nu het seizoen nadert, maken onze badplaatsen zich gereed. De badstoelen op het Scneveningsche strand zijn reeds geplaatst eo wachten op de eerste gasten In vollen ren tijdens de Dinsdag te Newmarket (Eng.) gehouden paardenrace

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 9