HET MYSTERIE
VAN MOAT HOUSE.
Perry en Austin in actie tijdens hun partij tegen Bernard
Landry in de tenniswedstrijden om de Davis Cup tusscheo
Frankrijk en Engeland
thans zoover gereed, dat binnenkort de eerste voorstelling gegeven kan worden
H. K. H. Prinses Juliana sprak Dinsdag de leden der Ned. Ambulance in Abessynië na hun terugkeer in Rotterdam toe
in een der loodsen van den Kon. Hollandschen Lloyd. - Tweede van links: dr. Ch. W. F. Winckel
Een lustig Tiroolsch gezelschap geeft in een der straten van
Weenen een zangnummer ten beste, als besluit van de ia
de Oostenrijksche hoofdstad gehouden .Werbewoche"
FEUILLETON
Naar het Engelseh van
ADELINE SERGEANT.
(Nadruk verboden).
Een onverwachte ontmoeting.
Snel maar zacht vertelde zij Olaire wat zij
gehoord en gezien had en het verdiende haar
te zien hoe het licht uit de oogen van het
meisje verdween en de kleur uit haar wangen
wegtrok. Klaarblijkelijk werd Claire nog meer
door Lancaster's handeling verontrust dan
zij zelf. Een oogeniblik wensch.be Nell, dat zij
haar nieuws voor zich gehouden had; maar
aan den anderen kant bedacht zij, dat het
voor Claire beter was om de gevaren die haar
omringden te kennen, zij durfde de verant
woordelijkheid om haar in onwetendheid te
laten, niet op zich te nemen.
,,We zijn van iedere hulp verstoken", klaag
de'Claire, na een oogenblik stilte.
„O neen, Claire, dat zijn we niet!", wierp
Nell tegen. „Als het eene mislukt, zullen we
wat anders probeeren. Er zijn tientallen mid
delen om met de menschen. die ons willen
helpen, in contact te komen. In de eerste
plaats kunnen we Geoffrey Langdale schrij
ven".
Plotselingzweeg zij, alsof een nieuw idee
in haar opkwam. ,Tk geloof niet, dat ik ver
plicht ben om te zwijgen", weifelde ze. „Je
weet dat hij mij liet beloven om niets van
wat er hier voorvalt aan de Lang dales te
vertellen".
„Als je je door die belofte gebonden ge
voelt, moet je je er aan houden", sprak
Claire. Maar de tranen welden in haar oogen
°P- 3
Nell kuste haar. „Als m gevaar ver
keert", verklaarde zij, „denk ik alleen aan
jou".
„Ik geloof niet, dat er iets gedaan kan
worden"", meende Claire. „Lancaster heeft
een ijzeren wil. We zullen hem toch niet van
zijn beslissingen kunnen afhouden".
„In ieder geval", troostte zij, „kan niemand
je dwingen om met Cyril te trouwen".
„Ik weet het niet", stamelde Claire zwakjes
en zij keek haar vriendin met zoo'n wanhoop
in haar oogen aan, dat Nell voor de eerste
maal werkelijk bang vo-or haar werd. Claire
leek leek niet opgewassen tegen den strijd.
Ze zochten naar nieuwe middelen om met
Hume in contact te komen, of bericht aan
Geoffrey Langdale te zenden; maar ze kon
den niets vinden, dat uitvoerbaar leek. Plot
seling riep Nell:
„Ik heb een nieuw idee, Claire! Je her
innert je dat deurtje in den tuinmuur?"
„Ja, dat herinner ik me".
„Het kan best zijn, dat ik langs dieh weg
zonder dat iemand het merkt, naar het
postkantoor kan komen".
„Maar je kunt de posthoudster niet ver
trouwen?" bracht Claire in het midden.
„Neen, maar de telegraafdraden zijn wel te
vertrouwen", zei Nell kordaat. „Zij telegra
feert niet, maar haar assistente, weet je?
En ik zou zonder veel moeite een boodschap
naar Geoffrey Langdale, of naar m'n zuster
kunnen sturen".
Claire scheen niet buitengewoon enthou
siast. maar Nell hield het plan in haar ge
dachten. Het was natuurlijk beter geen
boodschap te sturen, voordat de omstandig
heden haar zouden noodzaken; maar het was
een veilig idee te weten, dat er een deurtje
in den tuinmuur was.
Den volgenden dag merkte zij dat de waak
zaamheid van Lancaster en z'n bedienden
verdubbeld was. Zij en Claire konden nauwe
lijks van de eene kamer naar de andere
loopen, of een paar passen buitenshuis doen.
zonder door iemand gevolgd of bespionneerd
te worden.
Het ging precies zooals Nell verwachtte, zij
was in het geheel niet ongerust; maar zij
vond het jammer te moeten zien hoe ernstig
en zenuwachtig Claire er uit zag.
Na een dag of vijf, zes, leek het alsof Lan
caster's achterdocht begon te verminderen.
En tenslotte kwam een dag, dat Nell zich
veilig voelde. Lancaster was naar Londen ge
gaan, en Cyril hield hen gezelschap. Maar
over Cyril's waakzaamheid maakte Nell zich
niet bijster bezorgd, daar ze heel goed wist,
dat hij na zijn lunch altijd een dutje deed.
Daarom maakte zij zich gereed voor een
bezoek aan 't dorpspostkantoor; niet, dat zij
iets bijzonders van plan was, maar zij wilde
een paar brieven voor zichzelf posten, en de
eerlijkheid van de posthoudster toetsen. Zij
had Angela en een paar vriendinnen geschre
ven en dingen gevraagd waarop zij, als er
niets bijzonders gebeurde, omgaand antwoord
moest ontvangen. Als dit niet het geval was,
had Nell zich voorgenomen een klacht bij
den Directeur der Posterijen in te dienen.
Zij ging het tkantoortje binnen, kocht
een paar postzegels, en deed haar brieven
op de bus. Maar juist, toen ze op het punt
stond om weg te gaan, werd haar aandacht
getrokken door de verschijning van twee
vreemdelingen, die in twijfel schenen te ver
keert welken weg zij moesten nemen. Nell
zou uasschien minder op hen gelet hebben
als niet één van hen de assistente van de
posthoudster naar Moat House gevraagd had.
De oudste der twee mannen, leek iemand
van zoo ongeveer dertig te zijn. Hij was slank
en had het gebronsde uiterlijk van een man,
die gewend is zijn werkzaamheden in de
open lucht te verrichten. Er lag iets in zijn
houding en in den vluggen blik van zijn
oogen dat blijk gaf. dat hij gewend was
leiding te geven en gehoorzaamd te worden.
Maar, over het geheel genomen, wist zij niet.
of het uiterlijk van zijn metgezel haar nog
niet beter aanstond. Deze was jonger, iets
kleiner en misschien minder knap dan de
ander, maar zijn gezicht was beslist aantrek
kelijk en zooals Nell vlug opmerkte er
lag een innemende trek in z'n oogen en een
zoo ongewone vroolijkheid in z'n glimlach,
dat Nell, zooals de meesten menschen die
em voor het eerst zagen, nog eens naar hem
eek. Beide mannen waren gekleed in een
eenvoudig tweed-costuum en zij zagen er
uit, alsof ze dien dag een heel eind geloopen
hadden.
Ze deed haar boodschappen in het dorp en
ving haar wandeling naar huis aan. Zij zag
niets meer van de twee, totdat zij aan den
hoek van een laan kwam, waardoor zij den
weg naar huis af wilde snijden, hetgeen een
kwart mijl zou uitsparen. .Zij schenen samen
te beraadslagen en toen zij naderbij kwam,
sprak de oudste haar aan.
.Neemt u mij niet kwalijk! Maar zoudt u
misschien zoo vriendelijk willen zijn? We
weten niet, of wij deze laan afmoeten, of
rechtdoor moeten gaan".
„Beide wegen leiden naar Moat House",
antwoordde Nell. „Als u rechtdoor loopt komt
u aan de poort, die naar de oude oprijlaan
loopt. Deze weg voert ook naar Moar. House,
maar is korter het is een particuliere weg,
die niet veel gebruikt wordt".
„Dan zullen we den hoofdweg nemen", be
sloot de jongste. „Ik meen dat het de ver
blijfplaats van meneer Lancaster is?"
„Ja, dat is zoo", bevestigde Nell, ,maar ik
denk niet. dat mijnheer Lancaster thuis is.
Misschien kunt u zijn zoon aantreffen'.
„Curil? Cyril Lancaster?", vroeg de oudere
„Nu, ik denk dat we die niet behoeven las
tig te vallen. Wij wilden juffrouw Valery,
die daar geloof ik ook woont, bezoeken".
Ook hij keek Nell belangstellend aan, maar
plotseling flitste een nieuw licht door het
brein van het meisje, en zij sprak hijgend van
opwinding;
„Bent u van ver weg gekomen, om juf
frouw Valery een bezoek te brengen?" Za
probeerde heel diplomatiek te zijn. „Misschiea
kan ik u vertellen of zij u ontvangen kan.
Ik ben haar gezelschapsjuffrouw".
„We zijn werkelijk van ver weg gekomen,
en wij moeten juffrouw Valery spreken voor
zaken. Mijn naam is Hume".
„O, daar was ik al bijna zeker van!" riep
Nell uit. „Ik ben blij erg dankbaar dat
u gekomen bent!"
,Is zij ziek?", vroeg Hume, en zij zag hem
plotseling verbleeken.
„Zij voelt zich niet goed; maar dat is de
hoofdzaak niet. Als zij gelukkig was! U weet
niet hoe ellendig zij er aan toe is geweest.
U bent zeker meneer Everard Hume? Zij heeft
mij van u verteld. Zij heeft in maanden geen
bericht van u ontvangen!'
„Goeie genade!' riep de man onwillekeurig
uit. „Geen bericht van mij, zegt u? In maan
den niet? Ik heb haar elke week geschre
ven!"
„Misschien had u haar juiste adres niet?"
veronderstelde Nell.
„Ik had het adres, dat meneer Lancaster
mij gaf, en ik weet dat zij mijn berichten
ontving. Telkens en telkens smeekte ik Olaire
om mij te schrijven, maar dat heeft zij in
maanden niet gedaan. En daarom ben ik
tenslotte zelf gekomen om haar op te zoe
ken".
„Ik ben zoo blij", zei Nell ernstig. ,Als
u haar van meneer Lancaster van Moat
House kunt weghalen, zal zij weer gelukkig
worden; ik ben wel eens bang geweest, dat
als zij daar langer bleef haar leven of haar
verstand in gevaar zou komen!"
(Wordt vervolgd)-J
De beide zonen en de schoonzoon van
Mussolini zijn te Rome teruggekeerd
na hun krijgsverrichtingen in Abessynië.
Even na de aankomst op het vliegveld
Littorio, waar een hartelijke begroeting
plaats vond
Een merkwaardige tegenlicht-opname tijdens de
schermwedstrijden Oxford tegen Cambridge, welke
te Barnes zijn gehouden
In afwachting van de aankomst van
het s.s. .Palembang" met aan boord
de leden der Ned. Ambulance in Abes
synië, onderhield H. K. H. zich met
eenige familieleden aan den wal
Dr. Ch. W. F. Winckel, de leider der Nederlandsche ambulance in Abessynië, welker leden Dinsdag met het s.s. .Palembang te
Rotterdam arriveerden, passeert na het verlaten van het schip het escorte van Roode Kruissoldaten dat stond opgesteld