HET MYSTERIE VAN MO AT HOUSE. De onlusten in Palestina. Aan het Jaagpad te Rijswijk wordt een nieuwe haven aangelegd welke een oppervlakte van 25000 vierkante meter zal beslaan. Overzicht van de werkzaamheden Traditiegetrouw is Vrijdag in verschillende deelen van Londen de datum van de kroning van Edward VIII, 12 Mei 1937, geproclameerd. De plechtigheid op de trappen van het Beursgebouw te Londen Door den minister van Handel, Nijverheid en Scheepvaart, Z. Exc. prof. dr. ir. H. C. J. H. Gelissen is Vrijdagmiddag te Rotterdam in de Nenyto-hal de tentoonstelling .Hoca- polis 1936" officieel geopend FEUILLETON Naar het Engelsch van ADELINE SERGEANT (Nadruk verboden). 27) Hume verbleekte bij die woorden. „Toch", zei hij, „heb ik het recht om Claire te spreken. Ik zal zorgen dat zij kalm blijft, maar als zij ziek is, is er des te meer reden om haar te bezoeken". „Als u er zoo over denkt, meneer Hume", zei Lancaster, terwijl hij plotseling van zijn stoel opstond, „zal ik geen verdere bezwaren maken. Het risico neemt u op u?" „Ik weet niet precies, wat u met risico be doelt, maar als u denkt, dat mijn bezoek haar zal opwinden, moet ik u zeggen, dat u zich yergist". Een oogenbllk keek Lancaster verbijsterd. Zijn oogen vernauwden zich, terwijl hij ach terdochtig naar Hume keek. „U hebt haar gezien u hebt haar ge sproken, sedert u in Engeland kwam', riep hij kwaad. „Zij Is mij tenslotte te slim af geweest!" Hume noch Meynell achten het raadzaam te antwoorden en wachtten vol spanning op de vragen die komen zouden, maar Lancaster bleef met zijn oogen naar den vloer gericht, 'iwijgen. Tenslotte beheerschte hij zich met moeite, keek op, en bewoog zich langzaam naar de deur. „Als u het riskeeren wilt", zei hij, met effen stem. „zal ik u de gelegenheid ver schaffen, die u wenscht. Komt u mee naar Claire's kamer, dan zult u haar dadelijk zien. Uw getuige kunt u meenemen". „Kom Claude", sprak Hume. „We kunnen beter samen gaan". Daarna volgden zij Lancaster de verwaar loosde trap op. die naar de eerste verdieping van het huis leidde. Toen zij links de corri dor door gingen, zagen zij NeT Davenant, die op het punt scheen zich bij hen te voegen, maar voor zij een paar stappen gedaan had, wees Lancaster haar bevelend terug. Claude hield plotseling stil. Hij wilde haar iets toe roepen, maar toen hij naar Lancaster's ge biedend handgebaar keek, kon hij alleen maar een blik met Nell wisselen, dien Lan caster opving. „Zoo! Dus u hebt juffrouw Davenant ook ontmoet?" vroeg hij zacht. Claude gaf geen antwoord. Toen opende Lancaster de deur van Claire's kamer. „Treedt binnen!" inviteerde hij op rustig spottenden toon. „Hier is Claire. Onder vraagt haar, als u daar zin in hebt". Hume liep op het bed toe, en slaakte plot seling een kreet. Inderdaad lag Claire daar, maar stil bewusteloos. Maar één blik over tuigde hem, dat zij nog leefde, hoewel het gezicht met de witte lippen, en een glimp van de glazige oogen, juist onder de lange wimpers zichtbaar, hem een schrik op het lijf joegen. „Zoo. nu hebt u Claire gezien", zei Lan caster hatelijk; „nu kunt u zelf beoordeelen of het de moeite waard is. Misschien bent u nu tevreden gesteld en zult haar verder met rust laten", Mislukt. Nell had eenige men in groote spanning doorgebracht. Van het oogenblik af. dat zij gehoord had dat Claire niet in orde was, en zij uit haar kamer verbannen werd, ver moedde zij, dat er iets niet in den haak was. Wat er in den tijd, dat zij van Claire ge scheiden was, gebeurde, is zij nooit te weten gekomen. Den volgenden morgen was het duidelijk genoeg, dat Claire zwaar ziek was. Zij verkeerde in een toestand van vreemde stompzinnigheid, waaruit het onmogelijk was haar op te wekken, en bij tusschenpoo- zen herhaalden zich de oude aanvallen van kreunen en hardop schreeuwen, totdat zij ten slotte scheen te verzinken in een toe stand van volkomen apathie, waarin zij zich van niets bewust was In dezen toestand van apathie mocht Eve- rard Hume haar bezoeken. Op de bovenver dieping wachtte Nell hem op en wrong haar handen in wanhoop bij de gedachte dat het bijna onmogelijk zou zijn een woord met hem te wisselen. Want iemand die Claire in dien toestand zag, zou zich natuurlijk ver beelden dat zij gevaarlijk ziek was, terwijl Nell de overtuiging had, dat haar apathie veroorzaakt werd door een bedwelmend mid del, en dat Claire, zoo spoedig dit was uit gewerkt, weer zichzelf zou zijn. Hoe zij tot die overtuiging gekomen was, wist ze eigen lijk zelf niet, maar zij was er zeker van, en zag uit naar een gelegenheid om Hume te waarschuwen en hem van haar vermoedens op de hoogte te st 'en. Zij had gehoopt '-<m op hun weg naar Claire's kamer te w -schuwen en hem van haar vermoedens op de hoogte te stellen, maar dit werd haar door Lancaster onmoge lijk gemaakt. Maar toen zij eenmaal in Claire's kamer verdwenen waren, kreeg zij een idee. Als zij Hume binnenshuis niet kon spreken, zou zij er zeker in kunnen slagen hem buiten te ontmoeten. Als zij vlug de laan afliep naar den grooten weg, zou ze er vroeg zijn om hen te treffen, en te vertellen dat Claire niet zoo ziek was als zij er uit zag, en dat zij waarschijnlijk binnen een paar dagen weer normaal zou zijn. Zachtjes, zonder ook maar iemand te ont moeten, ging zij de trap af. Ook buiten scheen de kust volkomen veilig. Zij ging door een zijdeur naar buiten en begaf zich over de binnenplaats naar een plantsoentje aan den achterkant van het huis, vanwaar een klein wit hek toegang gaf tot de laan. Toen zij daar gekomen was. hoorde zij het geluid van een deur die geopend werd, en de stem van Lancaster die zijn bezoekers uitliet. Door de dichtineengegroeide boomen spoedde zij zich naar het witte hek. Als zij dat eenmaal bereikt had, was zij overtuigd de twee man nen te treffen, want dan kon zij de laan aan beide zijden overzien en hen, indien noodig, achterna snellen, voor het geval zij een an dere richting namen. Maai- toen zij het witte hekje bereikt had, trad een gestalte van tus- schen de boomen naar voren, en een ruwe stem sprak: „Neen, niet verder gaan! Ga naar huis terug en blijf daar". Nell deinsde achteruit en kreeg een hoog- roode kleur. Niet zoozeer van verwondering om Cyril Lancaster daar te ontmoeten, dan wel van verontwaardiging om zijn familia- ren toon. Wat bezielde hem, om haar als een kind naar huis te sturen? Zij besloot daarom voet bij stuk te houden, en Cyrü Lancaster, die daar als schildwacht scheen te staan, te trotseeren. „Het is dom van me zoo te schrikken", zei ze vriendelijk, „maar ik zag het eerste oogenblik niet wie het was. Staat u mij alstu blieft niet in den weg, meneer Cyril! Ik moet naar het dorp". „Ik zal met u meegaan", besloot Cyril. ,^Neen, dank u". wees Nell af, terwijl ze zich op de lippen beet. „Ik ga liever alleen". „Dat kan niet", zei Cyril kortaf. ,De oude heer zei me, dat ik vandaag iedereen in de laan moest tegenhouden; u ziet, dat er hier een bordje staat met .Eigen weg". „U hebt niet het recht dat te doen", meen de Nell. „Zoolang ik hier ben, is het een openbare weg geweest, en de bedienden ver telden me, dat dat altijd zoo geweest is". „De bedienden weten er niets van. Maar waarom wilt u zoo graag die laan af, dat zou ik wel eens willen weten", vroeg Cyril. „Wilt u soms aan het eind van de laan iemand ontmoeten? Dan is het beter dat ik met u mee ga, om te zien wie de heer is. die u ontmoeten wilt". Nell's oogen sdhoten vuur. Zij riep: „Bruut!" en keerde zich vol verontwaardiging om, en ging naar huis terug. Haar oogen sdhoten vol tranen, omdat de kans om zelfs een paar woorden met Hume en Meynell te wisselen, nu verloren was. Zij voelde de verleiding in zich opkomen om de laan af te rennen en Hume en Meynell in te halen, maar zij zag dat Lancaster nog in de deur stond, terwijl hij de zich verwijde rende gestalten nakeek. (Wordt vervolgd), De onlusten in Palestina. Een Arabische volksmenner in Manchia bij Jaffa spreekt de opgewonden menigte toe De deelnemers aan het congres van den Bond van Ver- eenigingen van afgestudeerden van Middelbaar Technische Scholen in Nederland (B.M.T.) te Haarlem, werden Vrijdag ten stadhuize in de Spaarnestad ontvangen Tweetal snapshots van de bekende luilak-bloemen markt, welke on der groote belang stelling weer in Haarlem is ge houden De heer H. P. Burgdorffer, senior surveyor van Lloyds Register of Ship ping van de haven van Amsterdam, hoopt op 2 Juni a.s. den dag te her denken, waarop hij vóór 25 jaar bij de maatschappij in dienst trad

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 16