Het Congres der Internationale Unie
van Volkenbondsvereenigingen.
Rubriek voor Vragen.
XV OEN? Tl 'A 'G 10 TUNT 1936
H A A R E E M'S DAGBLAD
B
Bespreking van het Italiaansch-Abessynische
conflict en de hervorming van den
Volkenbond.
Nu de Internationale Unie van Volken
bondsvereenigingen haar twintigste Congres
achter den rug heeft, dat dezen keer te Glas
gow plaats vond. mag gerust geconstateerd,
dat het verloop en het resultaat der beraad
slagingen in het algemeen genomen de aan
vankelijk gekoesterde verwachtingen verre
overtroffen heeft. Deze waren niet zeer hoog
gespannen. Aan den eenen kant viel te vree-
zen, dat onder den indruk der op het oogen-
blik allesbehalve rooskleurige internationale
verhoudingen, met een zoo nu en dan wellicht-
vrij scherpe botsing van wenschen, boven
dien een niet geringe mate van ontmoedi
ging gepaard zou gaan. Daartegenover ducht
te men hier en daar ook, dat er zich wellicht
een streven zou openbaren om zich al te zeer
van de nuchtere werkelijkheid losmakend,
practisch onmogelijk te verwezenlijken ver
langens op den voorgrond te stellen.
Het liep echter anders. In een geest van,
vooral openstaan voor overwegingen en argu
menten van andersdenkenden, met een gezond
begrip voor in acht te nemen realisme, doch
tevens met niet minder gezonden moed om te
zegden waaraan het in en buiten Genève ha-
perf. heeft het Congres zijn wel zeer be
langrijke agenda tot een goed einde gebracht.
Dat de werkzaamheden- aldus bepaald, tot een
succes werden, is niet in de laatste plaats,
vooral ook te danken geweest aan de ener
gieke en kundige leiding van den voorzitter,
den bekenden Belgischen volkenrechtsken
ner, tevens senator en advocaat prof. Henri
Rolin. Werkelijkheidszin, vriendschap en
moed. had hij bij de opening van de bijeen
komst den afgevaardigden toegewenscht. Wel
nu, zelf was hij de eerste om zich op voortref
felijke wijze aan het door hem uitgegeven
parool te houden. Dat een dosis gezonde hu
mor aan een krachtig, doeltreffend voorzit
terschap slechts ten goede kan komen, wist
hij tevens herhaaldelijk op prijzenswaardige
manier te demonstreeren!
Wel beschouwd kwamen er op het rijke
menu van de disch der Unie, twee hoofd
schotels voor: het Italiaansche-Abessynische
conflict en de kwestie van eventueele her
vorming van den Volkenbond. Van Franschen
kant is eerst even een poging aangewend om
van die twee gangen één zeer grooten ge-
mengden schotel te maken. Rolin. hierin o.m.
krachtig gesteund door de Engelschen, wist
een dergelijk minder gelukkig procédé echter
te doen "vermijden.
De Engelsche Volkenbondsvereeniging
bracht bij het debat over de vraag, wat men
thans in verband met het Italiaansch-Abes-
r.ische geval diende te verlangen, een twee
tal liguren van beteekenis in het veld. Zoo
wel Cecil als Noel Baker, die onder Hender
son's ministerschap van Buitenlandsche Za
ken parlementair onder-secretaris voor dat
departement was geweest, lieten niet na met
grooten klem te pleiten voor een zeer krach
tige houding tegen Italië.
Niet om "dat land onaangenaam te zijn.
Maar om der wille van de rechtsorde, waar
voor men huns inziens moest opkomen. Zou
men zich thans bij het zg.n. voldongen feil
neerleggen, dan ware dat voor de toekomst
van den Volkenbond uit den booze. Toen van
zijn kant Rolin ten opzichte van eventueele
voortzetting der sancties een minder over
tuigd standpunt had kenbaar gemaakt en
vooral toen de Franschen den indruk vestig
den nu maar liefst zoo gauw mogelijk het
heele Italiaansch-Abessynische geval te wil
len liquideeren. uit vrees voor complicaties als
Duitschland eens roet in het eten ging
gooien, bezwoer Cecil hen, dien kant niet
op te gaan. Zeker, aan voortzetting van de
sancties zou ongetwijfeld een risico verbon
den zitten, maar het alternatief, een feitelijk
zich overgeven door den Bond aan Italië, was
z.i. nog veel erger. Dat zou op een groot onge
luk voor Europa uit-loopen.
Het eind van het lied was. dat men zich er
toe ging zetten de denkbeelden der Britten
en die van Rolin in één resolutie tot harmo
nie met elkaar te brengen. Daarbij moest dan
echter, zoo is o.m. van de zijde der Neder-
landsche Volkenbondsvereeniging betoogd,
vooral niet uit het ook verloren, dat voortzet
ting der sancties alleen aanvaardbaar kon
zijn, als men meteen het doel zou bepalen, dat
men aldus zou willen bereiken.
Zoo kwam dan de resolutie tot stand, die
erkent, dat thans de nakoming van het Vol
kenbondsverdrag. sinds Abessynië verslagen
is, moeilijker is geworden wat echter aan
vaarding van het voldongen feit geenszins
kan rechtvaardigen. En die verder, via een
pluim op den hoed der Engelsche Volken
bondsvereeniging. welke zooveel heeft ge
daan om in Engeland de menschen op te voe
den in de richting van de collectieve veilig
heid tenslotte hierop neerkomt, dat zij voor
handhaving zoo noodig versterking van de
sancties pleit met de bedoeling een oplossing
te bereiken, waaraan de Volkenbondsraad
zijn goedkeuring zal moeten hechten en die
binnen het kader van het mogelijke, herstel
van Abessynië in zijn rechten moet waarbor
gen. De Britten gaven duidelijk te kennen,
dat zij redenen meenden te hebben om van
de nieuwe Fransche Regeering (zoodra
deze tenminste van haar stakingszorgen be
vrijd zou zijn) medewerking te verwachten
voor een Engelsch beleid van trouw aan den
Volkenbond, zelfs „jusqu'au bout". Daarnaast
legden zij zeer grooten nadruk op den ster
ken bijval, dien in hun oogen een krachtig
optreden der Engelsche Regeex-ing, juist in
Engeland zelf zou oogsten.
En nu de andere hoofdschotel: die van de
hervorming van den Volkenbond. Merkwaar
dig was wel. hoezeer eigenlijk de opvatting
overheerschte, dat het bovenal aankomt op
trouw aan het Handvest. De in de laatste
jaren in zoo sterke mate ondervonden tegen
slagen schreven de meeste afgevaardigden
veel meer toe aan een falen van de leden, wat1
betreft een eerlijk ten uitvoer leggen der op
hun rustende verplichtingen, dan aan falen
van den Bond en van zijn Handvest als zoo
danig. Dat kwam o.m. tot uiting in hetgeen
het Congres met betrekking tot de kwestie
van de collectieve veiligheid een der on-
derdeelen. waaraan de Hervormings-resolutie
aandacht wijdt uitsprak. Intusschen zij
hier wel opgemerkt, dat men t.a.v. de zoo
noodig toe te passen militaire sancties
wenschte. dat de Bondsleden alle noodzake
lijke maatregelen moeten treffen om gereed
te zijn terstond land-, zee- en luchtmach
ten ter beschikking van den Bond te stellen
op aanbeveling van den Raad. gelijk ï-eeds
voorzien is in art. 16 (tweede lid) van het
Handvest. De vertegenwoordiger van de orga
nisatie, die speciaal pleit voor de schepping
van een z.g.n. internationaal billijkheidshof
en voor het in het leven roepen van een in
ternationale politiemacht, kreeg, toen hij voor
dit- laatste opkwam, heel wat meer steun,
dan men misschien vroeger verwacht zou
hebben. Alleen de Engelschen wenschten er
niets van de weten. Zij toonden zich zoo hals
starrig in dit opzicht, dat de man van The
New Commonwealth organisatie om der wille
van den lieven vrede tenslotte met minder
genoegen nam dan hij aanvankelijk ge
vraagd had, wat niet verhinderde dat er iets
van zijn denkbeelden in de resolutie is terug
te vinden. Lang, heel lang is er gedokterd aan
de kwestie van toepassing van art. 19 van
Het Handvest, dat immers de mogelijkheid
wil scheppen op initiatief van den Bond de
bij een eigenlijk niet meer goed houdbaar
verdrag betrokken partijen er toe te brengen
dat veidrag te gaan herzien. Vergemakke
lijking van de procedure was wel een der be
langrijkste verlangens, in de resolutie te berde
gebracht.
Bij deze enkele punten moet ik het thans
laten. Slechts zij er nog aan toegevoegd, dat
er bovendien een resolutie wei-d aangenomen,
die eigenlijk uitging van verzet was tegen
aanvaarding van het voldongen feit in het
Chineesch-Japansche geschil. Niet onverma
kelijk was hetgeen zich bij de beschouwingen
over dit voorstel voordeed. Een vertegenwoor
diger van de Ukraine, begreep maar niet.
waarom het voorstel zich wel vrij krachtig
tegen Japan uitsprak, maar niet tegen Rus
land, welk land toch ook verre van fraai op
trad en straks een geweldige concurrent voor
China zou zijn. Heel aardig antwoordde de
Chinees hem. dat als men op zijn kleine teen
wordt getrapt en er tegelijkertijd iemand is.
die u naar den keel grijpt, gij toch zeker volle
aandacht aan den laatste zult moeten wijden,
in dit geval Japan!
Tot zoover enkele grepen uit de Congres
werkzaamheden. Er is intusschen ook nog
wel gelegenheid geweest om van de natuur
in Schotland te genieten, terwijl wij tevens
tijdens de ontvangst in het stadhuis te Glas
gow o.m. de vurige Schotsche reel, een typi-
schen dans vol uitgelatenheid hebben kunnen
aanschouwen. Dan was er een belangwekken
de opvoering van een stuk, waarin op een epi
sode uit het leven van Mary Stuart een nieuw
en ander licht werd geworpen, terwijl tij
dens het bezoek aan het Athene van Schot
land, aan Edinburg. dat werkelijk een pracht-
stad is. o.m. een gastvrij onthaal plaats vond
in het Paleis van Holyrood. Daar roept veel
ook weer de herinnering aan het trieste lot
van Mary. Queen of Scots, op. Als gastvrouwe
trad in dit paleis de Hertogin van Hamilton
op, draagster van een schoonen ring, dien de
ongelukkige Koningin voor haar dood ge
schonken heeft aan een der voorouders van
den Hertog van Hamilton.
Over de tot in de puntjes verzorgde organi
satie van het Congres en de verzorging van
alles wat er maar voor de aanwezige vreem
delingen- gedaan kon worden, was slechts één
roep. De gulle gastvrijheid, die den deelne
mers geboden werd, heeft hen er wel heel
sterk van overtuigd, dat men nauwelijks gul
ler gastheei-en kan ontmoeten dan de Schot
ten op wier naam dan ook een heeleboel on
juiste verhalen geboekt moeten zijn!
Dl'. E. v. RAALTE.
fllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllll
Doux Pays
Een Mexicaansche idylle
door RICARDO AMEZAGA
Een lichte nevel gelijk, lag de hitte over de
Mexicaansche hoogvlakte. Moeizaam bewogen
zich twee muildieren in een sukkeldrafje voort
terwijl twee mannen er.zwijgend naast liepen.
De een was van een krachtige, flink uit de
kluiten gewassen gestalte, had een door de
zon gebruind, energiek gelaat, waarin een
paar levendige bruine oogen keken, die alles
in 't rond opmerkzaam opnamen. Zijn metge
zel daarentegen was klein, een echt tonnetje-
rond; het was hem op het eerste gezicht aan
te zien, dat hem deze tocht verre van aange
naam was. Hij wischte zich voortdurend het
zweet van zijn voorhoofd en zijn kalen schedel
en stapte zwijgend en gelaten naast den an
der vooi-t. Eindelijk verbrak hij het stilzwij
gen.
„Zeg Juan", zei hij. „komen we niet langza
merhand aan een pleisterplaats? Ik geloof dat
we voor vandaag lang genoeg getippeld heb
ben".
De aangesprokene antwoordde: „Voor zoo
ver ik weet. ligt in het naaste dal het dorp
Huencerta. Met een half uurtje kunnen wij
er zijn".
Wantrouwig kneep de vrager even zijn oogen
toe, net of hij ergens over piekerde. Toen haal
de hij een landkaart uit z'n zak, vouwde haar
open en keek er op. „Hier staat geen dorp
Huencerta op, Juan", zei hij, terwijl hij de
kaart aan zijn „socio" gaf „Je wilt me weer
met een kluitje in het riet sturen".
Juan nam de kaart aan, maar keek er in het
geheel niet op.
„Dat weet ik wel, Miguel, maar het moet
jou toch ook wel bekend zijn, dat onze prach
tige Mexicaansche kaarten geen steek deugen.
Huencerta is maar een Indianendorp, zonder
de minste of geringste strategische of econo
mische beteekenis, en daarmee nemen ze het
bij de topographic zoo nauw niet".
„Ik hoop, dat je gelijk hebt", antwoordde
Miguel, gemelijk van vermoeidheid.
Zwijgend trok het. kleine troepje verder.
Toen het bergaf ging bleven ze staan. Juan
wees op de dalkom, waarin een aantal hutten
lagen, en zei slechts: „Daar!"
Zijn begeleider ademde verlicht op en zette
de dieren tot spoed aan. Aldra was het dorp
bereikt. De „Indios" waren de aangekomencn
reeds gewaar geworden en begroetten hen.
Daarna werden ze naar het dorppleintje ge
leid, waar een Mexicaan hen tegemoet trad.
.Ik ben de secretario (bestuurder) van deze
plaats", stelde hij zich voor „Mijn naam is
Diego de Ruega. Ik begroet u, caballeros".
De beide mannen beantwoordden den groet
en volgden den secretario naar zijn huis. Hier
FAILLISSEMENTEN.
De Arrondissements-Rechtbank te Haarlem
heeft de volgende faillissementen uitgespro
ken:
G. W. Kors, timmerman, wonende te Haar
lem, Langendijkstraat lOzwart. Curator: mr.
A. C. F. Hendrikse te Haarlem.
J. J. Bruineberg, handelaar in petroleum,
wonende vroeger te Wijk aan Zee, thans te
Beverwijk, Duinweg. Curator mr. J. G. Bet-
tink te Haarlem.
B. van Vliet, caféhoudei-, wonende te IJmui-
den, gemeente Velsen, Breesaapstraat. Cura
tor mr. O. H. van Wijk te Heemstede.
A. E. Gros, handelende onder den naam A.
E. Gros en Co., aannemer, wonende te Rijk,
gemeente Haarlemmermeer, Sloterweg 35.
Cui'a trice: mevr. mr. C. L. Vis-Sanders te
Haarlem.
Rechter-Commissaris in al deze faillisse
menten: Mr. A. L. M. van Berckel te Haarlem
Opgeheven is het faillissement wegens ge
brek aan actief van:
G. H. M. Kosters, openbare koopvrouw, ge
huwd met M. J. v. d. Linden, wonende te
Zaandam, Skagerrak 26 (Maison Truus Kos
ters); Cui-ator: Mr. L. J. Venhuizen te. Heem
stede.
Vernietigd op grond van verzet is het fail
lissement vair:
Jos. Lampe. handelaar in heerenconfectie,
wonende te Hillegom; Curatrice Mej. C. H.
Deknatel te Haarlem.
Definitieve surséance van betaling voor
den tijd van 6 maanden, ingaande 6 Mei 1936,
werd verleend aan:
de N.V. Haarlemsche Brockway Bus Maat
schappij, gevestigd en kantoorhoudende te
Heemstede, Heerenweg 77b. Bewindvoerder
mr. F. J. D. Theyse te Haarlem
Definitieve surséance van betaling voor
den tijd van 6 maanden, ingaande 15 April
1936, werd verleend aan:
Martin Cornelis van der Wal, koopman,
wonende te Aerdenhout, gemeente Bloemen-
daal, zaak drijvende te Heemstede, Heeren
weg 77b. Bewindvoerder: Mr. F. J. D. Theyse
te Haarlem.
Definitieve surséance van betaling voor den
tijd van 7 maanden, ingaande 15 April 1936,
werd verleend aan:
P. T. Gevei's, boekhandelaar, wonende te
Hillegom, Burgemeester Pontstraat 41. Be
windvoerder Mr. T. A. M. A. van Löben Seis
te Haarlem
Rectificatie.
Ten onrechte is op 2 Juni j.l. medegedeeld
dat op dien dag door de Rechtbank alhier
zou zijn uitgesproken het faillissement van
Herman Thoolen Hzn,, bloemist, wonende te
Overveen, gemeente Haarlem, Rollandslaan
67; curator mr. A. C. F, HencLrikse te Haar
lem.
(Adv. Ingez. Med.)
ftlllllllllllllllllllllllllllllllllIM
waschten zij zich, maakten het zich gemakke
lijk en zetten zich, na wat gerust te hebben,
met de Ruega aan den avonddisch. Het ge
sprek werd levendig en toen men aan de
whisky geraakt was heerschte er een recht
prettige stemming. Toen de secretario de bei
de mannen zoo goed geluimd zag, achtte hij
den tijd gekomen daarvan gebruik te maken
voor een mededeeling.
„Senores", begon hij, „ik moet u een geld
boete opleggen".
„Een geldboete?" vroeg Juan, terwijl hij
den secretario verbaasd aankeek. „Een boete?
Waarvoor?"
„U hebt uw muildieren op het dorpsplein
gedreven. Dat is verboden. De boete bedraagt
tien, neen twintig pesos (dollars) per dier.
Mag ik u om het geld verzoeken?"
Juan wilde iets antwoorden, maar Miguel
viel boos uit:
„Dat is ongehoordDat is een eigenmachti
ge daad van u, meneer de secretario! Ik, voor
mijn deel, betaal niet!"
De secretario trok onverschillig de schou
ders op. „Dan moet ik u, tot mijn spijt, in
hechtenis nemen, don Miguel. Overigens ver
oorloof ik mij er u op attent te maken, dat ik
de voorschriften niet maak, maar de boven
mij staande autoriteit".
„En wie is dan die autoriteit, als ik vragen
mag?" wendde hij zich tot den secretario.
„De Jefe politico (het bestuurshoofd) van
den staat Chihuahuo, senor. U zult wel be
grijpen, dat ik mij aan mijn voorschriften
moet houden".
„Volkomen, volkomen", antwoordde Juan,
knikte zijn reisgenoot geruststellend toe en
ging dan voort: „Ik betaal natuurlijk. Straf
moet er wezen".
Hij bracht een portefeuille te voorschijn en
gaf den secretario vier bankbiljetten. Deze be
keek ze vluchtig en stak ze vlug in den zak.
Op een soort medelijdenden toon zei hij nog:
„Het doet mij zelf leed, senor. Maar de staat
heeft geld noodig".
Het overige van den avond verliep kalm en
harmonisch. Toen Juan en Miguel zich ter
ruste wilden begeven en juist van plan waren
hun muskietennetten te spannen, kwam de
secretario binnen.
„Voor ge u te slapen legt, caballeros", zei
hij, „wou ik nog graag even de verblijfsbelas-
ting incasseeren. Die is door den jefe politico
vastgesteld op 30 pesos per persoon en per
nacht: dat maakt dus voor dezen nacht 60 pe
sos. Mag ik u verzoeken, caballeros?"
Juan sneed den weer opbruisenden Miguel
het woord af en betaalde stilzwijgend het
gevorderde bedrag. De secretario loerde nog
eens naar Juans goed gespekte portefeuille,
streek met een vergenoegd gezicht het geld op
en wenschte den beiden mannen „buenas
noches".
Midden in den nacht werd Juan door een
verdacht geluid in zijn slaap gestoord. Het
scheen uit den hoek te komen, waar de ba
gage der beide reizigers lag. Voorzichtig
greep hij naar z'n zaklantaarn en liet die plot
seling schijnen. De lichtbundel viel vlak op
den secretario, die zich met den inhoud der
pakken bezig hield.
„Hallo!" riep Juan. „Wat voert u daar met
mijn bagage uit?"
De secretario kwam langzaam overeind en
Th. G. C. Hooy. t
Dinsdag is aihier in den ouderdom van 62
jaar overleden de heer Th. G. C. Hooij, wiens
gezondheidstoestand de laatste jaren wankel
was, waarom hij zich twee jaar geleden uit
zijn zaken (de firma B. Lans) terugtrok.
De heer Th. G. C. Hooij werd 16 Juni 1874
te Alkmaar geboren. Zijn schooljaren bracht
hij in Zaandam door en in 1894 ging hij te
Haarlem in militairen dienst, waarna hij in
1895 als onderofficier naar Indië vertrok. Het
jaar 1897 zag hem weer terug in Haarlem en
in 1901 verliet hij den militairen dienst. De
heer Hooij begon toen meer deel te nemen aan
het openbare leven. Hij werd in 1901 lid van
het Centraal Bestuur van den R.K. Volksbond
en ook van het bestuur der afd. Haarlem van
dien Bond. Als zoodanig is hij eenige jaren
redacteur geweest na het overlijden van
den heer Pastoors van „De Volksbanier",
het orgaan van den Volksbond.
In 1903 werd de heer Hooij gekozen tot lid
van den Raad van Schoten, wat hij bleef tot
hij in 1919 naar Haarlem verhuisde. In dien
tyd vervulde hij gedurende een korte pe
riode ook de functie van wethouder der ge
meente Schoten.
Van 1919 af was de heer Hooij lid der Pro
vinciale Staten van Noord-Holland.
Onmiddellijk na de reorganisatie der Kamer
van Koophandel en Fabrieken in dit district,
in 1920. werd de heer Hooij lid dier Kamer;
in 1933 werd hij gekozen tot lid van 't Bureau
der Kamer van Koophanadel (voorzitter der
afdeeling Klein Bedrijf). Op 1 Januari 1936
trad hij af als lid der Kamer.
Vermelden wij tenslotte nog, dat de heer
Hooij van 1919 af gedurende 15 jaar voorzit
ter is geweest van den Ned. Bond van Grossiers
in Gedistilleerd, dat hij van het begin tot de
liquidatie vooi'zitter is geweest tijdens de
mobilisatie van het Schotensche Steun
comité en dat hij mede-oprichter was vaix de
afd. Schoten van Het Witte Kruis, waarvan
hij ook eenige jaren bestuurslid is geweest.
Met den heer Hooij is een man van veel
werklust en werkkracht heengegaan, die veel
voor het algemeen belang heeft gedaan.
De uitvaartmis wordt Vrijdag a.s. te 10 uur
gehouden in de St. Liduïnakerk, waarna de
begrafenis op het kerkhof St. Barbara.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Handschoenen en ceinturen, leesboek: Poli
tiebureau Smedestraat. Horloge: Koning, Brou
wersvaart 120 en v. Soeren, Duinoordstr. 12.
Honden: Kennel Haarlem, Amsterdamsche
Vaart 320. Loten: Spaak. Vooruitgangstraat
119 rd. Mantel: Gigengack, v. Marumstr. 67.
Portemonnaie met inhoud: v. d. Meij, Kruis
tochtstraat 22. Rijwielplaatje: Holzapphel,
Gasthuislaan 127, Knook, Paul Krugerstraat
28, Politiebureau Smedestraat. Gouden ring:
Argeloo, Damaststraat 39. Speldje: Berk,
Thomsonlaan 83. Stoeltje (opvouwbaar):
Scholtens, Spaarnwouderstraat 53. Sokken:
Derkinderen, Brouwersstraat 68. Tasch met in
houd: Boeree, Schagchelstraat 9rd. Rookworst,
Tam, v. Keulenstraat 29.
antwoordde: „Ik moet uw pakken op aan
rechten onderhevige artikelen onderzoeken!"
„Rechten? Wat voor rechten? Rechten in
het binnenland? Dat is iets nieuws voor me,
senor secretario!"
„De verordening bestaat ook eerst sedert
korten tijd, don Juan. Met de financiën van
den staat is het slecht gesteld. Er is geld noo
dig: hoe en waar het vandaan komt is bij
zaak, maar het m o e t er zijn. Ik kan er ook
niets aan doen".
„Nee, natuurlijk niet", bevestigde don Juan.
„En hoeveel moet ik daix aan rechten beta
len?"
„Un mementico; nog een oogenblikje, se
nor", antwoordde de secretario, „ik ben nog
niet heelemaal klaar met het visiteeren".
Hij boog zich weer over de pakken, woelde
er in en kwam dan weer overeind. „Honderd
en dertig pesos, senor", zei hij. „Het spijt mij
zeer, dat het niet voor minder kan".
Ook de rechten werden door Juan voldaan.
Hij zei daarbij: „In ieder geval hebt u een
eigenaardigen tijd uitgezocht voor die inspec
tie, don Diego! Ik had u daarnet voor een dief
kunnen houden en een paar boonen uit mijn
colt in uw lijf kunnen schieten". Daarbij klop
te hij op zijn broekzak, welke heel duidelijk
een revolver afteekende.
Zonder een woord te zeggen ging de secre
tario heen.
's Morgens zaten Juan, Miguel en de secre
tario aan het ontbijt. Deze laatste zette een
poeslief gezicht, maar wist niet goed hoe hij
zich moest houden. Ten slotte zei hij veront
schuldigend:
„Caballeros, ik heb slechts mijn plicht ge
daan. Ik ben niet voor de wetgeving verant
woordelijk. De jefe
Hier viel Juan hem in de rede. „Wat is toch
eigenlijk die legendarische jefe, waar u het
voortdurend over hebt? Kent u hem, senor
secretario?"
„Wel, natuurlijk! Eenmaal in de maand
komt hij hier, onderzoekt, controleert en
brengt de nieuwe verordeningen mee!"
„Maar dat is toch interessant", zei Juan en
stond op, terwijl hij den secretario door
dringend aankeek. „Ik ben de jefe, don Diego.
Hier zijn mijn geloofsbrieven!"
De secretaris staarde Juan onthutst aan en
keek naar de onder zijn neus gehouden papie
ren, zonder ze echter te zien. Hij kon slechts
onsamenhangende woorden stamelen, zoo was
hem de schrik in zijn leden geslagen.
En zich wijdbeens voor den secretario zet
tende, ging Juan voort: „Jij ellendige scha
vuit maakt hier je eigen wetten, heft alle mo
gelijke belastingen, rechten en boeten en wat
het ergste van alles is: mij, den jefe, geef je
er geen centavo van af. Heb jij, gauwdief die
je bent, er wel ooit over nagedacht waar ik
van moet leven?"
De secretario was inmiddels wat van zijn
schrik bekomen. Met bevende vingers haalde
hij zijn portefeuille uit den binnenzak van
zijn jas, haalde er met moeite de bankbiljet
ten uit en wilde die aan Juan overhandigen.
„Laat dat maar", zei deze. „Je bent een reu-
zenstommeling van een secretario; je hebt
nog niet eens gemerkt, dat ze valsch zijn!"
En een krachtige kaakslag zond den secre
tario ïxaar' den versten hoek der kamer.
De Rijksstraatweg in
Haarlem-Noord.
Verbreeding van den weg bij de
Jan Gijzenvaartbrug.
De flink breede Rijksstraatweg van Haar
lem naar Velsen loopt nabij de brug over de
Jan Gijzenvaart nog altijd eenigszins in een
trechter uit.
Het gedeelte tusschen den Korteweg en deze
brug heeft aan de Westzijde nog de oude rooi
lijn, Een zestal huizen aan die zijde staat met
den voorgevel op deze rooilijn, zoodat voor nor
male verbreeding van dit gedeelte, deze huis
jes eerlang wel zullen vei'dwijnen. Inmiddels
wordt een verbetering verkregen dicht bij de
brug. Een café op den hoek Rijksstraatweg
Middenweg, dat eveneens op de oude rooilijn
stond, is thans gesloopt; de vrijgekomen grond
zal door verbreeding van den weg niet meer
bebouwd kunnen worden. Verder zullen de
voortuintjes van een aantal huizen over een
lengte van ongeveer 100 Meter, bij den Rijks
weg gevoegd worden, waai'door althans het
hoog noodige trottoir kan wordeix doorge
trokken tot bij de 'brug.
DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN
van alle Abonnés van Haarlem's Dagblad,
worden door een specialen Redacteur en
zijn talrijke medeiverkers zoo mogelijk en
ten spoedigste beantwoord.
De vragen moeten worden geadresseerd
aan de 'Redactie, Groote Houtstraat 93, met
duidelijke vermelding van naam en woon
plaats. Vragen, waaraan naam en adres
ontbreken, worden terzijde gelegd.
De namen der vragers blijven redactie
geheim.
De antwoorden worden per auto GEHEEL
KOSTELOOS thuis bezorgd.
Alleen die vragen, welker beantwoording
voor vele anderen behalve den vrager, van
nut kan zijn, worden tevens in ons blad ge
plaatst.
TOCHTJES
VRAAG: Wat is de mooiste fietsweg naar Vo-
lendam?
ANTWOORD: Haarlem, Halfweg, Amsterdam,
Nieuwendam, Zunderrlorp, Broek in Waterland,
Monnikendam, Volendam.
VRAAG: 1. Wat is de route en hoeveel K,M. ia
HarderwijkNunspeet?
2. Wat kost de boot Amsterdam-Harderwijk?
ANTWOORD: 1. Harderwijk, I-Iierden, Huls-
hoi'st, Nunspeet. 12.7 K.M.
2. Volwassenen enkele reis eerste klas: 50 ct„
2de klas 40 cent. Retour eerste klas 7 5 cent, 2de
klas 60 cent. Kinderen (tot en met 11 jaar) enk.
reis 1ste klas 30 cent, 2de klas 2 5 cent. retour:
lste klas 50 cent, 2de klas 40 cent. Rijwielen: 30
cent.
VRAAG: Ik wil per motorfiets van Haarlem
naar Johannesburg .Zuxd-Afrika). Wat ls de bes
te route?
ANTWOORD: Haarlem, Keulen. Weenen. Boe
dapest, Belgrado, Sofia, Istanbul, Aleppo, Da
mascus. Jeruzalem, Cairo, Asyut, Luxor. Wadi
Haifa, Khartoem, El Obeid, Juba, Lira, Nairobi,
Dodoma, Abercorn, Livingstone, Bula.wu.yo, Jo
hannesburg. De afstand bedraagt 15450 K.M.
PLANTEN
VRAAG: Hoe moet ik mijn azalea indlca b'e
handelen als zij uitgebloeid is?
ANTWOORD: De oude bloemen er voorzich
tig uitbreken. Zoodra het weer wat zachter wordt
de plant met pot buiten in den grond zetten of
in turfmolm. Voldoende water geven en.om de
veertien dagen vloeimest of bloemenmest (kunst
mest). Half September de plant weer binnen zet
ten.
VRAAG: Ik heb een seringenboom, die rrool
in blad staat en goed groeit, maar in twee jaar
geen bloem heeft gehad. Wat is daaraan te doen?
ANTWOORD: Den grond goed bemesten en op
tijd water geven. Een sering eischt deze behan
deling. De takken, waaraan de bloemen zitten,
die in de bloemenwinkels verkocht worden, be
wijzen wel dat krachtige scheuten voor een
goede bloemtros noodig zijn.
RECEPTEN
VRAAG: Hoe maak ik een tent waterdicht?
(gewoon wit tentlinnen).
ANTWOORD: Roer gelijke deelen rauwe en
gekookte lijnolie door elkaar en strijk dit ge
lijkmatig op het linnen dat, goed aan de lucht
blootgesteld, moet drogen.
VRAAG: Hoe verwijder ik watervlekken uit
mijn haard (haardenwas hielp niet).
ANTWOORD: Met slaolie stevig afwrijven.
Heeft dat geen succes dan met wrijfwas de vlek
jes stevig afwrijven. Houdt u nog een doffe vlek
over dan met zebra goed in- en uitwrijven.
BELASTING ZAKEN
VRAAG: Moet er belasting (b.v. precario) wor
den betaald voor het plaatsen van een vlaggestok
tegen een huis?
ANTWOORD: Eén gewone vlaggestok wordt
niet belast.
DIVERSEN
1. Moeten in de jeugdherberg Jan Gijzenvaart
vooruit plaatsen besproken worden?
2. Wat zijn de kosten voor twee personen?
ANTWOORD: 1. Nog niet noodzakelijk, wel
later in den zomer.
2. Voor overnachten per persoon 30 cent tot
18 jaar. IS lot en met 21 jaar 40 cent en daarbo
ven 50 cent. Broodmaaltijd 30 cent. Warme maal
tijd 55 cent.
VRAAG: Mijn dochtertje van 13 jaar wil on
derwijzeres worden. Hoe kan ik haar kosteloos
laten studoeren?
ANTWOORD: Tot de Rijkskweekschool kun
nen alleen worden toegelaten leerlingen, die op
1 September van het loopende jaar 15 jaar wor
den of zijn. Uw dochtertje moet eerst naar een
Ulo-school. Met het Mulo-schooldiploma A. of B.
wordt zij zonder examen tot de kweekschool toe
gelaten, tenzij wat tegenw-oordig niet het ge
val is het aantal candidaten grooter is dan
het aantal plaatsen. In dat geval moet een ver
gelijkend examen worden afgelegd. Het school
geld wordt berekend naar het inkomen. Is dit
gering, dan bedraagt het schoolgeld nagenoeg
niets.
VRAAG: Wij hebben veel last van onze bu
ren. die altijd Zondags timmeren tot 's avonds
laat in een schuur, vlak bij ons huis. Bestaat er
eon verordening, die dat verbiedt?
ANTWOORD: Neen. tenzij het burengerucht
ook 's nachts wordt voortgezet.
VRAAG: Hoe oud moet men zijn om als leer
ling-verpleegster in een ziekenhuis geplaatst te
kunnen worden? Wellce diploma's worden ver-
eischt9 Welk soort sanatorium is Hoog-Laren ta
Laren (voor tbc-lijders of anderszins)?
ANTWOORD: 1. In algemeene ziekenhuizen 20
jaar. in kinderziekenhuizen 19 jaar en in somini"
ge. psychiatrische inrichtingen 18 jaar.
2. Mulo of Ulo.
3. Voor tbc-lijdera.