Het Congres der Internationale Unie van Volkenbondsvereenigingen. Rubriek voor Vragen. XV OEN? Tl 'A 'G 10 TUNT 1936 H A A R E E M'S DAGBLAD B Bespreking van het Italiaansch-Abessynische conflict en de hervorming van den Volkenbond. Nu de Internationale Unie van Volken bondsvereenigingen haar twintigste Congres achter den rug heeft, dat dezen keer te Glas gow plaats vond. mag gerust geconstateerd, dat het verloop en het resultaat der beraad slagingen in het algemeen genomen de aan vankelijk gekoesterde verwachtingen verre overtroffen heeft. Deze waren niet zeer hoog gespannen. Aan den eenen kant viel te vree- zen, dat onder den indruk der op het oogen- blik allesbehalve rooskleurige internationale verhoudingen, met een zoo nu en dan wellicht- vrij scherpe botsing van wenschen, boven dien een niet geringe mate van ontmoedi ging gepaard zou gaan. Daartegenover ducht te men hier en daar ook, dat er zich wellicht een streven zou openbaren om zich al te zeer van de nuchtere werkelijkheid losmakend, practisch onmogelijk te verwezenlijken ver langens op den voorgrond te stellen. Het liep echter anders. In een geest van, vooral openstaan voor overwegingen en argu menten van andersdenkenden, met een gezond begrip voor in acht te nemen realisme, doch tevens met niet minder gezonden moed om te zegden waaraan het in en buiten Genève ha- perf. heeft het Congres zijn wel zeer be langrijke agenda tot een goed einde gebracht. Dat de werkzaamheden- aldus bepaald, tot een succes werden, is niet in de laatste plaats, vooral ook te danken geweest aan de ener gieke en kundige leiding van den voorzitter, den bekenden Belgischen volkenrechtsken ner, tevens senator en advocaat prof. Henri Rolin. Werkelijkheidszin, vriendschap en moed. had hij bij de opening van de bijeen komst den afgevaardigden toegewenscht. Wel nu, zelf was hij de eerste om zich op voortref felijke wijze aan het door hem uitgegeven parool te houden. Dat een dosis gezonde hu mor aan een krachtig, doeltreffend voorzit terschap slechts ten goede kan komen, wist hij tevens herhaaldelijk op prijzenswaardige manier te demonstreeren! Wel beschouwd kwamen er op het rijke menu van de disch der Unie, twee hoofd schotels voor: het Italiaansche-Abessynische conflict en de kwestie van eventueele her vorming van den Volkenbond. Van Franschen kant is eerst even een poging aangewend om van die twee gangen één zeer grooten ge- mengden schotel te maken. Rolin. hierin o.m. krachtig gesteund door de Engelschen, wist een dergelijk minder gelukkig procédé echter te doen "vermijden. De Engelsche Volkenbondsvereeniging bracht bij het debat over de vraag, wat men thans in verband met het Italiaansch-Abes- r.ische geval diende te verlangen, een twee tal liguren van beteekenis in het veld. Zoo wel Cecil als Noel Baker, die onder Hender son's ministerschap van Buitenlandsche Za ken parlementair onder-secretaris voor dat departement was geweest, lieten niet na met grooten klem te pleiten voor een zeer krach tige houding tegen Italië. Niet om "dat land onaangenaam te zijn. Maar om der wille van de rechtsorde, waar voor men huns inziens moest opkomen. Zou men zich thans bij het zg.n. voldongen feil neerleggen, dan ware dat voor de toekomst van den Volkenbond uit den booze. Toen van zijn kant Rolin ten opzichte van eventueele voortzetting der sancties een minder over tuigd standpunt had kenbaar gemaakt en vooral toen de Franschen den indruk vestig den nu maar liefst zoo gauw mogelijk het heele Italiaansch-Abessynische geval te wil len liquideeren. uit vrees voor complicaties als Duitschland eens roet in het eten ging gooien, bezwoer Cecil hen, dien kant niet op te gaan. Zeker, aan voortzetting van de sancties zou ongetwijfeld een risico verbon den zitten, maar het alternatief, een feitelijk zich overgeven door den Bond aan Italië, was z.i. nog veel erger. Dat zou op een groot onge luk voor Europa uit-loopen. Het eind van het lied was. dat men zich er toe ging zetten de denkbeelden der Britten en die van Rolin in één resolutie tot harmo nie met elkaar te brengen. Daarbij moest dan echter, zoo is o.m. van de zijde der Neder- landsche Volkenbondsvereeniging betoogd, vooral niet uit het ook verloren, dat voortzet ting der sancties alleen aanvaardbaar kon zijn, als men meteen het doel zou bepalen, dat men aldus zou willen bereiken. Zoo kwam dan de resolutie tot stand, die erkent, dat thans de nakoming van het Vol kenbondsverdrag. sinds Abessynië verslagen is, moeilijker is geworden wat echter aan vaarding van het voldongen feit geenszins kan rechtvaardigen. En die verder, via een pluim op den hoed der Engelsche Volken bondsvereeniging. welke zooveel heeft ge daan om in Engeland de menschen op te voe den in de richting van de collectieve veilig heid tenslotte hierop neerkomt, dat zij voor handhaving zoo noodig versterking van de sancties pleit met de bedoeling een oplossing te bereiken, waaraan de Volkenbondsraad zijn goedkeuring zal moeten hechten en die binnen het kader van het mogelijke, herstel van Abessynië in zijn rechten moet waarbor gen. De Britten gaven duidelijk te kennen, dat zij redenen meenden te hebben om van de nieuwe Fransche Regeering (zoodra deze tenminste van haar stakingszorgen be vrijd zou zijn) medewerking te verwachten voor een Engelsch beleid van trouw aan den Volkenbond, zelfs „jusqu'au bout". Daarnaast legden zij zeer grooten nadruk op den ster ken bijval, dien in hun oogen een krachtig optreden der Engelsche Regeex-ing, juist in Engeland zelf zou oogsten. En nu de andere hoofdschotel: die van de hervorming van den Volkenbond. Merkwaar dig was wel. hoezeer eigenlijk de opvatting overheerschte, dat het bovenal aankomt op trouw aan het Handvest. De in de laatste jaren in zoo sterke mate ondervonden tegen slagen schreven de meeste afgevaardigden veel meer toe aan een falen van de leden, wat1 betreft een eerlijk ten uitvoer leggen der op hun rustende verplichtingen, dan aan falen van den Bond en van zijn Handvest als zoo danig. Dat kwam o.m. tot uiting in hetgeen het Congres met betrekking tot de kwestie van de collectieve veiligheid een der on- derdeelen. waaraan de Hervormings-resolutie aandacht wijdt uitsprak. Intusschen zij hier wel opgemerkt, dat men t.a.v. de zoo noodig toe te passen militaire sancties wenschte. dat de Bondsleden alle noodzake lijke maatregelen moeten treffen om gereed te zijn terstond land-, zee- en luchtmach ten ter beschikking van den Bond te stellen op aanbeveling van den Raad. gelijk ï-eeds voorzien is in art. 16 (tweede lid) van het Handvest. De vertegenwoordiger van de orga nisatie, die speciaal pleit voor de schepping van een z.g.n. internationaal billijkheidshof en voor het in het leven roepen van een in ternationale politiemacht, kreeg, toen hij voor dit- laatste opkwam, heel wat meer steun, dan men misschien vroeger verwacht zou hebben. Alleen de Engelschen wenschten er niets van de weten. Zij toonden zich zoo hals starrig in dit opzicht, dat de man van The New Commonwealth organisatie om der wille van den lieven vrede tenslotte met minder genoegen nam dan hij aanvankelijk ge vraagd had, wat niet verhinderde dat er iets van zijn denkbeelden in de resolutie is terug te vinden. Lang, heel lang is er gedokterd aan de kwestie van toepassing van art. 19 van Het Handvest, dat immers de mogelijkheid wil scheppen op initiatief van den Bond de bij een eigenlijk niet meer goed houdbaar verdrag betrokken partijen er toe te brengen dat veidrag te gaan herzien. Vergemakke lijking van de procedure was wel een der be langrijkste verlangens, in de resolutie te berde gebracht. Bij deze enkele punten moet ik het thans laten. Slechts zij er nog aan toegevoegd, dat er bovendien een resolutie wei-d aangenomen, die eigenlijk uitging van verzet was tegen aanvaarding van het voldongen feit in het Chineesch-Japansche geschil. Niet onverma kelijk was hetgeen zich bij de beschouwingen over dit voorstel voordeed. Een vertegenwoor diger van de Ukraine, begreep maar niet. waarom het voorstel zich wel vrij krachtig tegen Japan uitsprak, maar niet tegen Rus land, welk land toch ook verre van fraai op trad en straks een geweldige concurrent voor China zou zijn. Heel aardig antwoordde de Chinees hem. dat als men op zijn kleine teen wordt getrapt en er tegelijkertijd iemand is. die u naar den keel grijpt, gij toch zeker volle aandacht aan den laatste zult moeten wijden, in dit geval Japan! Tot zoover enkele grepen uit de Congres werkzaamheden. Er is intusschen ook nog wel gelegenheid geweest om van de natuur in Schotland te genieten, terwijl wij tevens tijdens de ontvangst in het stadhuis te Glas gow o.m. de vurige Schotsche reel, een typi- schen dans vol uitgelatenheid hebben kunnen aanschouwen. Dan was er een belangwekken de opvoering van een stuk, waarin op een epi sode uit het leven van Mary Stuart een nieuw en ander licht werd geworpen, terwijl tij dens het bezoek aan het Athene van Schot land, aan Edinburg. dat werkelijk een pracht- stad is. o.m. een gastvrij onthaal plaats vond in het Paleis van Holyrood. Daar roept veel ook weer de herinnering aan het trieste lot van Mary. Queen of Scots, op. Als gastvrouwe trad in dit paleis de Hertogin van Hamilton op, draagster van een schoonen ring, dien de ongelukkige Koningin voor haar dood ge schonken heeft aan een der voorouders van den Hertog van Hamilton. Over de tot in de puntjes verzorgde organi satie van het Congres en de verzorging van alles wat er maar voor de aanwezige vreem delingen- gedaan kon worden, was slechts één roep. De gulle gastvrijheid, die den deelne mers geboden werd, heeft hen er wel heel sterk van overtuigd, dat men nauwelijks gul ler gastheei-en kan ontmoeten dan de Schot ten op wier naam dan ook een heeleboel on juiste verhalen geboekt moeten zijn! Dl'. E. v. RAALTE. fllllllllllilllllllllllllllllllllllllllllllllllll Doux Pays Een Mexicaansche idylle door RICARDO AMEZAGA Een lichte nevel gelijk, lag de hitte over de Mexicaansche hoogvlakte. Moeizaam bewogen zich twee muildieren in een sukkeldrafje voort terwijl twee mannen er.zwijgend naast liepen. De een was van een krachtige, flink uit de kluiten gewassen gestalte, had een door de zon gebruind, energiek gelaat, waarin een paar levendige bruine oogen keken, die alles in 't rond opmerkzaam opnamen. Zijn metge zel daarentegen was klein, een echt tonnetje- rond; het was hem op het eerste gezicht aan te zien, dat hem deze tocht verre van aange naam was. Hij wischte zich voortdurend het zweet van zijn voorhoofd en zijn kalen schedel en stapte zwijgend en gelaten naast den an der vooi-t. Eindelijk verbrak hij het stilzwij gen. „Zeg Juan", zei hij. „komen we niet langza merhand aan een pleisterplaats? Ik geloof dat we voor vandaag lang genoeg getippeld heb ben". De aangesprokene antwoordde: „Voor zoo ver ik weet. ligt in het naaste dal het dorp Huencerta. Met een half uurtje kunnen wij er zijn". Wantrouwig kneep de vrager even zijn oogen toe, net of hij ergens over piekerde. Toen haal de hij een landkaart uit z'n zak, vouwde haar open en keek er op. „Hier staat geen dorp Huencerta op, Juan", zei hij, terwijl hij de kaart aan zijn „socio" gaf „Je wilt me weer met een kluitje in het riet sturen". Juan nam de kaart aan, maar keek er in het geheel niet op. „Dat weet ik wel, Miguel, maar het moet jou toch ook wel bekend zijn, dat onze prach tige Mexicaansche kaarten geen steek deugen. Huencerta is maar een Indianendorp, zonder de minste of geringste strategische of econo mische beteekenis, en daarmee nemen ze het bij de topographic zoo nauw niet". „Ik hoop, dat je gelijk hebt", antwoordde Miguel, gemelijk van vermoeidheid. Zwijgend trok het. kleine troepje verder. Toen het bergaf ging bleven ze staan. Juan wees op de dalkom, waarin een aantal hutten lagen, en zei slechts: „Daar!" Zijn begeleider ademde verlicht op en zette de dieren tot spoed aan. Aldra was het dorp bereikt. De „Indios" waren de aangekomencn reeds gewaar geworden en begroetten hen. Daarna werden ze naar het dorppleintje ge leid, waar een Mexicaan hen tegemoet trad. .Ik ben de secretario (bestuurder) van deze plaats", stelde hij zich voor „Mijn naam is Diego de Ruega. Ik begroet u, caballeros". De beide mannen beantwoordden den groet en volgden den secretario naar zijn huis. Hier FAILLISSEMENTEN. De Arrondissements-Rechtbank te Haarlem heeft de volgende faillissementen uitgespro ken: G. W. Kors, timmerman, wonende te Haar lem, Langendijkstraat lOzwart. Curator: mr. A. C. F. Hendrikse te Haarlem. J. J. Bruineberg, handelaar in petroleum, wonende vroeger te Wijk aan Zee, thans te Beverwijk, Duinweg. Curator mr. J. G. Bet- tink te Haarlem. B. van Vliet, caféhoudei-, wonende te IJmui- den, gemeente Velsen, Breesaapstraat. Cura tor mr. O. H. van Wijk te Heemstede. A. E. Gros, handelende onder den naam A. E. Gros en Co., aannemer, wonende te Rijk, gemeente Haarlemmermeer, Sloterweg 35. Cui'a trice: mevr. mr. C. L. Vis-Sanders te Haarlem. Rechter-Commissaris in al deze faillisse menten: Mr. A. L. M. van Berckel te Haarlem Opgeheven is het faillissement wegens ge brek aan actief van: G. H. M. Kosters, openbare koopvrouw, ge huwd met M. J. v. d. Linden, wonende te Zaandam, Skagerrak 26 (Maison Truus Kos ters); Cui-ator: Mr. L. J. Venhuizen te. Heem stede. Vernietigd op grond van verzet is het fail lissement vair: Jos. Lampe. handelaar in heerenconfectie, wonende te Hillegom; Curatrice Mej. C. H. Deknatel te Haarlem. Definitieve surséance van betaling voor den tijd van 6 maanden, ingaande 6 Mei 1936, werd verleend aan: de N.V. Haarlemsche Brockway Bus Maat schappij, gevestigd en kantoorhoudende te Heemstede, Heerenweg 77b. Bewindvoerder mr. F. J. D. Theyse te Haarlem Definitieve surséance van betaling voor den tijd van 6 maanden, ingaande 15 April 1936, werd verleend aan: Martin Cornelis van der Wal, koopman, wonende te Aerdenhout, gemeente Bloemen- daal, zaak drijvende te Heemstede, Heeren weg 77b. Bewindvoerder: Mr. F. J. D. Theyse te Haarlem. Definitieve surséance van betaling voor den tijd van 7 maanden, ingaande 15 April 1936, werd verleend aan: P. T. Gevei's, boekhandelaar, wonende te Hillegom, Burgemeester Pontstraat 41. Be windvoerder Mr. T. A. M. A. van Löben Seis te Haarlem Rectificatie. Ten onrechte is op 2 Juni j.l. medegedeeld dat op dien dag door de Rechtbank alhier zou zijn uitgesproken het faillissement van Herman Thoolen Hzn,, bloemist, wonende te Overveen, gemeente Haarlem, Rollandslaan 67; curator mr. A. C. F, HencLrikse te Haar lem. (Adv. Ingez. Med.) ftlllllllllllllllllllllllllllllllllIM waschten zij zich, maakten het zich gemakke lijk en zetten zich, na wat gerust te hebben, met de Ruega aan den avonddisch. Het ge sprek werd levendig en toen men aan de whisky geraakt was heerschte er een recht prettige stemming. Toen de secretario de bei de mannen zoo goed geluimd zag, achtte hij den tijd gekomen daarvan gebruik te maken voor een mededeeling. „Senores", begon hij, „ik moet u een geld boete opleggen". „Een geldboete?" vroeg Juan, terwijl hij den secretario verbaasd aankeek. „Een boete? Waarvoor?" „U hebt uw muildieren op het dorpsplein gedreven. Dat is verboden. De boete bedraagt tien, neen twintig pesos (dollars) per dier. Mag ik u om het geld verzoeken?" Juan wilde iets antwoorden, maar Miguel viel boos uit: „Dat is ongehoordDat is een eigenmachti ge daad van u, meneer de secretario! Ik, voor mijn deel, betaal niet!" De secretario trok onverschillig de schou ders op. „Dan moet ik u, tot mijn spijt, in hechtenis nemen, don Miguel. Overigens ver oorloof ik mij er u op attent te maken, dat ik de voorschriften niet maak, maar de boven mij staande autoriteit". „En wie is dan die autoriteit, als ik vragen mag?" wendde hij zich tot den secretario. „De Jefe politico (het bestuurshoofd) van den staat Chihuahuo, senor. U zult wel be grijpen, dat ik mij aan mijn voorschriften moet houden". „Volkomen, volkomen", antwoordde Juan, knikte zijn reisgenoot geruststellend toe en ging dan voort: „Ik betaal natuurlijk. Straf moet er wezen". Hij bracht een portefeuille te voorschijn en gaf den secretario vier bankbiljetten. Deze be keek ze vluchtig en stak ze vlug in den zak. Op een soort medelijdenden toon zei hij nog: „Het doet mij zelf leed, senor. Maar de staat heeft geld noodig". Het overige van den avond verliep kalm en harmonisch. Toen Juan en Miguel zich ter ruste wilden begeven en juist van plan waren hun muskietennetten te spannen, kwam de secretario binnen. „Voor ge u te slapen legt, caballeros", zei hij, „wou ik nog graag even de verblijfsbelas- ting incasseeren. Die is door den jefe politico vastgesteld op 30 pesos per persoon en per nacht: dat maakt dus voor dezen nacht 60 pe sos. Mag ik u verzoeken, caballeros?" Juan sneed den weer opbruisenden Miguel het woord af en betaalde stilzwijgend het gevorderde bedrag. De secretario loerde nog eens naar Juans goed gespekte portefeuille, streek met een vergenoegd gezicht het geld op en wenschte den beiden mannen „buenas noches". Midden in den nacht werd Juan door een verdacht geluid in zijn slaap gestoord. Het scheen uit den hoek te komen, waar de ba gage der beide reizigers lag. Voorzichtig greep hij naar z'n zaklantaarn en liet die plot seling schijnen. De lichtbundel viel vlak op den secretario, die zich met den inhoud der pakken bezig hield. „Hallo!" riep Juan. „Wat voert u daar met mijn bagage uit?" De secretario kwam langzaam overeind en Th. G. C. Hooy. t Dinsdag is aihier in den ouderdom van 62 jaar overleden de heer Th. G. C. Hooij, wiens gezondheidstoestand de laatste jaren wankel was, waarom hij zich twee jaar geleden uit zijn zaken (de firma B. Lans) terugtrok. De heer Th. G. C. Hooij werd 16 Juni 1874 te Alkmaar geboren. Zijn schooljaren bracht hij in Zaandam door en in 1894 ging hij te Haarlem in militairen dienst, waarna hij in 1895 als onderofficier naar Indië vertrok. Het jaar 1897 zag hem weer terug in Haarlem en in 1901 verliet hij den militairen dienst. De heer Hooij begon toen meer deel te nemen aan het openbare leven. Hij werd in 1901 lid van het Centraal Bestuur van den R.K. Volksbond en ook van het bestuur der afd. Haarlem van dien Bond. Als zoodanig is hij eenige jaren redacteur geweest na het overlijden van den heer Pastoors van „De Volksbanier", het orgaan van den Volksbond. In 1903 werd de heer Hooij gekozen tot lid van den Raad van Schoten, wat hij bleef tot hij in 1919 naar Haarlem verhuisde. In dien tyd vervulde hij gedurende een korte pe riode ook de functie van wethouder der ge meente Schoten. Van 1919 af was de heer Hooij lid der Pro vinciale Staten van Noord-Holland. Onmiddellijk na de reorganisatie der Kamer van Koophandel en Fabrieken in dit district, in 1920. werd de heer Hooij lid dier Kamer; in 1933 werd hij gekozen tot lid van 't Bureau der Kamer van Koophanadel (voorzitter der afdeeling Klein Bedrijf). Op 1 Januari 1936 trad hij af als lid der Kamer. Vermelden wij tenslotte nog, dat de heer Hooij van 1919 af gedurende 15 jaar voorzit ter is geweest van den Ned. Bond van Grossiers in Gedistilleerd, dat hij van het begin tot de liquidatie vooi'zitter is geweest tijdens de mobilisatie van het Schotensche Steun comité en dat hij mede-oprichter was vaix de afd. Schoten van Het Witte Kruis, waarvan hij ook eenige jaren bestuurslid is geweest. Met den heer Hooij is een man van veel werklust en werkkracht heengegaan, die veel voor het algemeen belang heeft gedaan. De uitvaartmis wordt Vrijdag a.s. te 10 uur gehouden in de St. Liduïnakerk, waarna de begrafenis op het kerkhof St. Barbara. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Handschoenen en ceinturen, leesboek: Poli tiebureau Smedestraat. Horloge: Koning, Brou wersvaart 120 en v. Soeren, Duinoordstr. 12. Honden: Kennel Haarlem, Amsterdamsche Vaart 320. Loten: Spaak. Vooruitgangstraat 119 rd. Mantel: Gigengack, v. Marumstr. 67. Portemonnaie met inhoud: v. d. Meij, Kruis tochtstraat 22. Rijwielplaatje: Holzapphel, Gasthuislaan 127, Knook, Paul Krugerstraat 28, Politiebureau Smedestraat. Gouden ring: Argeloo, Damaststraat 39. Speldje: Berk, Thomsonlaan 83. Stoeltje (opvouwbaar): Scholtens, Spaarnwouderstraat 53. Sokken: Derkinderen, Brouwersstraat 68. Tasch met in houd: Boeree, Schagchelstraat 9rd. Rookworst, Tam, v. Keulenstraat 29. antwoordde: „Ik moet uw pakken op aan rechten onderhevige artikelen onderzoeken!" „Rechten? Wat voor rechten? Rechten in het binnenland? Dat is iets nieuws voor me, senor secretario!" „De verordening bestaat ook eerst sedert korten tijd, don Juan. Met de financiën van den staat is het slecht gesteld. Er is geld noo dig: hoe en waar het vandaan komt is bij zaak, maar het m o e t er zijn. Ik kan er ook niets aan doen". „Nee, natuurlijk niet", bevestigde don Juan. „En hoeveel moet ik daix aan rechten beta len?" „Un mementico; nog een oogenblikje, se nor", antwoordde de secretario, „ik ben nog niet heelemaal klaar met het visiteeren". Hij boog zich weer over de pakken, woelde er in en kwam dan weer overeind. „Honderd en dertig pesos, senor", zei hij. „Het spijt mij zeer, dat het niet voor minder kan". Ook de rechten werden door Juan voldaan. Hij zei daarbij: „In ieder geval hebt u een eigenaardigen tijd uitgezocht voor die inspec tie, don Diego! Ik had u daarnet voor een dief kunnen houden en een paar boonen uit mijn colt in uw lijf kunnen schieten". Daarbij klop te hij op zijn broekzak, welke heel duidelijk een revolver afteekende. Zonder een woord te zeggen ging de secre tario heen. 's Morgens zaten Juan, Miguel en de secre tario aan het ontbijt. Deze laatste zette een poeslief gezicht, maar wist niet goed hoe hij zich moest houden. Ten slotte zei hij veront schuldigend: „Caballeros, ik heb slechts mijn plicht ge daan. Ik ben niet voor de wetgeving verant woordelijk. De jefe Hier viel Juan hem in de rede. „Wat is toch eigenlijk die legendarische jefe, waar u het voortdurend over hebt? Kent u hem, senor secretario?" „Wel, natuurlijk! Eenmaal in de maand komt hij hier, onderzoekt, controleert en brengt de nieuwe verordeningen mee!" „Maar dat is toch interessant", zei Juan en stond op, terwijl hij den secretario door dringend aankeek. „Ik ben de jefe, don Diego. Hier zijn mijn geloofsbrieven!" De secretaris staarde Juan onthutst aan en keek naar de onder zijn neus gehouden papie ren, zonder ze echter te zien. Hij kon slechts onsamenhangende woorden stamelen, zoo was hem de schrik in zijn leden geslagen. En zich wijdbeens voor den secretario zet tende, ging Juan voort: „Jij ellendige scha vuit maakt hier je eigen wetten, heft alle mo gelijke belastingen, rechten en boeten en wat het ergste van alles is: mij, den jefe, geef je er geen centavo van af. Heb jij, gauwdief die je bent, er wel ooit over nagedacht waar ik van moet leven?" De secretario was inmiddels wat van zijn schrik bekomen. Met bevende vingers haalde hij zijn portefeuille uit den binnenzak van zijn jas, haalde er met moeite de bankbiljet ten uit en wilde die aan Juan overhandigen. „Laat dat maar", zei deze. „Je bent een reu- zenstommeling van een secretario; je hebt nog niet eens gemerkt, dat ze valsch zijn!" En een krachtige kaakslag zond den secre tario ïxaar' den versten hoek der kamer. De Rijksstraatweg in Haarlem-Noord. Verbreeding van den weg bij de Jan Gijzenvaartbrug. De flink breede Rijksstraatweg van Haar lem naar Velsen loopt nabij de brug over de Jan Gijzenvaart nog altijd eenigszins in een trechter uit. Het gedeelte tusschen den Korteweg en deze brug heeft aan de Westzijde nog de oude rooi lijn, Een zestal huizen aan die zijde staat met den voorgevel op deze rooilijn, zoodat voor nor male verbreeding van dit gedeelte, deze huis jes eerlang wel zullen vei'dwijnen. Inmiddels wordt een verbetering verkregen dicht bij de brug. Een café op den hoek Rijksstraatweg Middenweg, dat eveneens op de oude rooilijn stond, is thans gesloopt; de vrijgekomen grond zal door verbreeding van den weg niet meer bebouwd kunnen worden. Verder zullen de voortuintjes van een aantal huizen over een lengte van ongeveer 100 Meter, bij den Rijks weg gevoegd worden, waai'door althans het hoog noodige trottoir kan wordeix doorge trokken tot bij de 'brug. DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN van alle Abonnés van Haarlem's Dagblad, worden door een specialen Redacteur en zijn talrijke medeiverkers zoo mogelijk en ten spoedigste beantwoord. De vragen moeten worden geadresseerd aan de 'Redactie, Groote Houtstraat 93, met duidelijke vermelding van naam en woon plaats. Vragen, waaraan naam en adres ontbreken, worden terzijde gelegd. De namen der vragers blijven redactie geheim. De antwoorden worden per auto GEHEEL KOSTELOOS thuis bezorgd. Alleen die vragen, welker beantwoording voor vele anderen behalve den vrager, van nut kan zijn, worden tevens in ons blad ge plaatst. TOCHTJES VRAAG: Wat is de mooiste fietsweg naar Vo- lendam? ANTWOORD: Haarlem, Halfweg, Amsterdam, Nieuwendam, Zunderrlorp, Broek in Waterland, Monnikendam, Volendam. VRAAG: 1. Wat is de route en hoeveel K,M. ia HarderwijkNunspeet? 2. Wat kost de boot Amsterdam-Harderwijk? ANTWOORD: 1. Harderwijk, I-Iierden, Huls- hoi'st, Nunspeet. 12.7 K.M. 2. Volwassenen enkele reis eerste klas: 50 ct„ 2de klas 40 cent. Retour eerste klas 7 5 cent, 2de klas 60 cent. Kinderen (tot en met 11 jaar) enk. reis 1ste klas 30 cent, 2de klas 2 5 cent. retour: lste klas 50 cent, 2de klas 40 cent. Rijwielen: 30 cent. VRAAG: Ik wil per motorfiets van Haarlem naar Johannesburg .Zuxd-Afrika). Wat ls de bes te route? ANTWOORD: Haarlem, Keulen. Weenen. Boe dapest, Belgrado, Sofia, Istanbul, Aleppo, Da mascus. Jeruzalem, Cairo, Asyut, Luxor. Wadi Haifa, Khartoem, El Obeid, Juba, Lira, Nairobi, Dodoma, Abercorn, Livingstone, Bula.wu.yo, Jo hannesburg. De afstand bedraagt 15450 K.M. PLANTEN VRAAG: Hoe moet ik mijn azalea indlca b'e handelen als zij uitgebloeid is? ANTWOORD: De oude bloemen er voorzich tig uitbreken. Zoodra het weer wat zachter wordt de plant met pot buiten in den grond zetten of in turfmolm. Voldoende water geven en.om de veertien dagen vloeimest of bloemenmest (kunst mest). Half September de plant weer binnen zet ten. VRAAG: Ik heb een seringenboom, die rrool in blad staat en goed groeit, maar in twee jaar geen bloem heeft gehad. Wat is daaraan te doen? ANTWOORD: Den grond goed bemesten en op tijd water geven. Een sering eischt deze behan deling. De takken, waaraan de bloemen zitten, die in de bloemenwinkels verkocht worden, be wijzen wel dat krachtige scheuten voor een goede bloemtros noodig zijn. RECEPTEN VRAAG: Hoe maak ik een tent waterdicht? (gewoon wit tentlinnen). ANTWOORD: Roer gelijke deelen rauwe en gekookte lijnolie door elkaar en strijk dit ge lijkmatig op het linnen dat, goed aan de lucht blootgesteld, moet drogen. VRAAG: Hoe verwijder ik watervlekken uit mijn haard (haardenwas hielp niet). ANTWOORD: Met slaolie stevig afwrijven. Heeft dat geen succes dan met wrijfwas de vlek jes stevig afwrijven. Houdt u nog een doffe vlek over dan met zebra goed in- en uitwrijven. BELASTING ZAKEN VRAAG: Moet er belasting (b.v. precario) wor den betaald voor het plaatsen van een vlaggestok tegen een huis? ANTWOORD: Eén gewone vlaggestok wordt niet belast. DIVERSEN 1. Moeten in de jeugdherberg Jan Gijzenvaart vooruit plaatsen besproken worden? 2. Wat zijn de kosten voor twee personen? ANTWOORD: 1. Nog niet noodzakelijk, wel later in den zomer. 2. Voor overnachten per persoon 30 cent tot 18 jaar. IS lot en met 21 jaar 40 cent en daarbo ven 50 cent. Broodmaaltijd 30 cent. Warme maal tijd 55 cent. VRAAG: Mijn dochtertje van 13 jaar wil on derwijzeres worden. Hoe kan ik haar kosteloos laten studoeren? ANTWOORD: Tot de Rijkskweekschool kun nen alleen worden toegelaten leerlingen, die op 1 September van het loopende jaar 15 jaar wor den of zijn. Uw dochtertje moet eerst naar een Ulo-school. Met het Mulo-schooldiploma A. of B. wordt zij zonder examen tot de kweekschool toe gelaten, tenzij wat tegenw-oordig niet het ge val is het aantal candidaten grooter is dan het aantal plaatsen. In dat geval moet een ver gelijkend examen worden afgelegd. Het school geld wordt berekend naar het inkomen. Is dit gering, dan bedraagt het schoolgeld nagenoeg niets. VRAAG: Wij hebben veel last van onze bu ren. die altijd Zondags timmeren tot 's avonds laat in een schuur, vlak bij ons huis. Bestaat er eon verordening, die dat verbiedt? ANTWOORD: Neen. tenzij het burengerucht ook 's nachts wordt voortgezet. VRAAG: Hoe oud moet men zijn om als leer ling-verpleegster in een ziekenhuis geplaatst te kunnen worden? Wellce diploma's worden ver- eischt9 Welk soort sanatorium is Hoog-Laren ta Laren (voor tbc-lijders of anderszins)? ANTWOORD: 1. In algemeene ziekenhuizen 20 jaar. in kinderziekenhuizen 19 jaar en in somini" ge. psychiatrische inrichtingen 18 jaar. 2. Mulo of Ulo. 3. Voor tbc-lijdera.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 10