Binnen twaalf uur... St. Jansprocessie te Laren. FEUILLETON Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYSi (Nadruk verboden). 5) In een oogwenk was de Imposante heer in de gang. Freddy staarde hem na; toen wendde hij zich met een ruk tot het meisje. Het plotselinge vertrek van den ongewensch- ten reisgenoot zou hem minstens een paar minuten geven om ongestoord van het ge zelschap van zijn mooie gezellin te genieteh en een wilde haast greep hem aan om zich die korte spanne tijds ten nutte maken. Hij ontdekte dat het voorhoofd van het meisje gefronst was. „Grappige vent", viel hij met de deur in huis. De rimpel bleef en ze gaf geen antwoord. Freddy liet zich echter niet ontmoedigen en zette zijn pogingen voort. „Eerlijk gezegd, voel ik een diepe min achting voor hem", vervolgde hij zijn be schouwingen over den afwezige. „Werkelijk?" klonk het thans neutraal. „U niet?" waagde Freddy. Eindelijk speelde de dageraad van een glimlach om haar lippen: Het was duidelijk dat ze er tegen vocht. „Men behoort zijn medereizigers niet tot onderwerp van discussie te maken!" berisp te ze. „Dat geldt voor gasten", wierr hij tegen. „Een man als hij zou toch nor onze gast kunnen zijn!" „Neemt u niet een heeleboel dingen als vaststaande feiten aan?" „Inderdaad, heel veel. Ik neem bijvoor beeld als vaststaand feit aan, dat u niet be- leedigd zult zijn door mijn buitengewone vrijpostigheid! Hij bedacht zich een oogen- blik. „Maar misschien ga ik te ver in mijn gevoel van zekerheid. Neemt u mij niet kwalijk Het rumoer van den rijdenden trein nam eensklaps in hevigheid toe. Een lang perron gleed voorbij. „Welk station was dat?" vroeg het meisje vlug. Freddy rekte zijn hals. Als ze hen gevraagd had de heele wereld den oor-log te verklaren, zou hij het zonder aarzelen voor haar ge daan hebben. En misschien zou het minder inspanning hebben gekost een deel van die wereld te veroveren, van de snel-vervagende dansen de letters, die den naam van het station vormden, te ontcijferen. Hij scheurde zijn nekspieren bijna om er achter te komen welk mysterie een groot wit vlak met buitelende zwarte schaduwen in hield hij riskeerde dat zijn hoofd te plet ter sloeg tegen een voorbijschietenden paal, enkel en alleen om de weetgierigheid van het mooiste meisje op aarde te bevredigen! .JBrentwood!" schreeuwde hij. Toen lachte ze. Ze had zijn moeizamer) strijd gadegeslagen. Hij trok zijn nek in de door de natuur bedoelde positie terug en kwam tot de conclusie dat hij ook lachte. Freddy wilde wat zeggen, maar op dat moment werd de dikke heer weer in den cor ridor zichtbaar. Hij kwam terug. Neen, hij kwam niet terug! Hij .Hé, dat is grannig". merkte Freddy op, .hij is voorbij geloopen" „Hij heeft zelfs niet naar binnen geke ken", vulde het meisje, even verwonderd als haar metgezel, aan. Er volgde een pauze. „Mogelijk heeft hij net zoo hard genoeg van ons, als wij van hem", verbrak Freddy de stilte. „Bij nader inzien geeft hij mis schien de voorkeur aan den pijpenrooken- den reverend in de andere afdeeling", „Het lijkt me waarschijnlijker dat hij het compartiment niet direct herkend heeft", veronderstelde het meisje. Maar zij was er volkomen zeker van, dat van een vergissing geen sprake kon zijn, dat den omvangrijken heer met de opvallende slobkousen niets ontging. Gedachteloosheid behoorde in geen geval tot zijn reisbagage. „Ik vermoed, dat hij wel direct zal komen", besloot ze. De conversatie stokte een poosje. Haar ge dachten waren ergens anders. Hij staarde uit het venster en het zou hem een lief ding waard geweest zijn te weten, waar haar geest verwijlde, om zijn overdenkingen tot de met gezellen van de hare te maken. Een verba zingwekkende reis was het anders! Men- schen, die tegen elkaar aanbotsten, geagi teerde oude dames, ras-Londenaars, die hun onwelkome aanwezigheid opdrongen, impo sante, gekunstelde heeren met de onnatuur- lijkst-denkbare conversatie, mannen in het bruin die op 't onverwachts door duizeligheid bevangen weiden en dan r— groote genade, die ring! Die had hij glad vergetenDe diamanten ring, die eerste veranderde in heelemaal geen ring en daarna in een ring met een robijn Toen viel zijn aandacht weer op het meis jesgezicht. Hij zag het niet direct, maar in de weerspiegeling van de ruit. juist op het moment dat er een krampachtige angsttrek over gleed. Er was iets wonderlijks, om niet te zeggen geheimzinnigs, aan deze reis. Er was iets niet in den haak. En de dikke mijnheer kon elk oogenblik terug komen. „Voelt u zich niet heelemaal goed?" hoor de Freddy zichzelf zeggen. Hij wist ternauwernood dat hij het zei. Het was de stem van zijn hart geweest, dat sprak in een machtige, ongecontroleerde aandrift. Zijn verstand had geen deel aai de impulsieve vraag. ..Waarom?" klonk het voel ik rui goed. Waarom vraagt u dat?" Hij keek haar thans recht in het gezicht. Van den angst geen spoor meer. Die "was er alleen in de weerkaatsing van het glas ge weest, dat ééne, korte moment. „Ikik weet het niet", antwoordde hij 'n beetje onzeker. „Een oogenbilk dacht ikHij keerde zijn hoofd weer naar het raam terwijl een blos over zijn gezicht trok niet In staat haar aan te zien. Alles wat ik voor u r— ehvoor u doen kan,..." De woorden kwamen hortend en hij maakte den zin niet af. Het duurde enkele seconden eer ze ant woord gaf, maar het leek hem een eeuwig heid. „U kunt iets voor me doen", zei ze toen, met een lage, gespannen stem. ..U kunt u kunt mij die sigaret geven, die u mij straks aanbood. Vol verbazing draaide hij zich naar haar om. De toon, waarop ze dit laatste verzoek uitsprak, klonk heel anders dan waarop ze begonnen was. Hij was overtuigd dat ze oor spronkelijk niet bedoeld had hem om een sigaret te vragen En opeens begreep Freddy Reeve de oor zaak van die abrupte verandering. De groo te, indrukwekkende mijnheer stond in de deuropening. Of hij daar zooeven was gearriveerd, of dat hij er reeds enkele oogenblikken had ge staan, kon Freddy niet uitmaken. Maar wel wist hij, dat er een raadselachtige en niet bepaald geruststellende flikkering in zijn oogen was. VI. OP HET PERRON TE CHELMSFORD. Een nieuwe geest werd thans over Freddy Reeve vaardig. Bij de incidentjes, die een vage overeenkomst vertoonden met fragmen ten van een vreemd en duister mozaïk, had den zich twee scherp-afgeteekende figuren gevoegd. Het eene was de trek van angst, die over het gezicht van het meisje gevlogen was, het andere de raadselachtige en onheilspel lende flikkering in de oo^en van den ongebla zen heer. Maar al bezielde die nieuwe geest hem, Freddy had nog geen duidelijk-omschreven idee van wat hem te wachten stond, noch van de verbazingwekkende avonturen waar heen de expresstrein zich in snelle vaart spoedde. Zijn intuïtie waarschuwde hem ech ter, dat zijn hulp noodig zou kunnen zijn. En mócht het zoover komen, dan zou hij aan wezig zijn om die hulp te verleenen dat stond voor hem vast. Evenwel was dit voornemen niet voldoende. Het drong tot Freddy door, dat hij de meeste kans had om een meisje te helpen dat be dreigd werd.... want dat dit 't geval was, be schouwde hij nu als een uitgemaakte zaak wanneer het hem gelukte elke verdenking welke haar belagers tegen hem zouden kun nen koesteren, krachteloos te maken. Hij moest zich tot den strijd voorbereiden, niet alleen door de bewegingen van den vijand nauwlettend gade te slaan, maar niet min der door zijn eigen bewegingen te verbergen. Dat kwam erop neer, dat hij niet meer mocht laten blijken hoe het verdere verloop der ge beurtenissen hem interesseerde. Zijn eerste stap in deze noodzakelijke rich ting was te glimlachen tegen de onwelkome verschijning in de deuropening. Het onwelkome personage glimlachte terug. „Hoe hebt u den patiënt aangetroffen?" De dikke mijnheer wachtte een oogenblik vóór hij antwoordde, als om het gewicht van zijn antwoord te laten uitkomen, of om zich een zoo lang mogelijk uitstel te verschaf fen. „De patiënt?" echode hij langzaam. „O, die maakt het best, zou ik zoo zeggenhet komt me voor dat hij even zijneh.... over zijn ongesteldheid heen is." „U hebt hem dus gevonden?" Informeer de het meisje thans. (Wordt vervolgd). I j omhangen van de kap aan de eere-doctoren tijdens de Woensdag Een Letfandsch militair eskader bestaande uit drie watervliegtuigen arriveerde Woensdag op Schellingwoude. Volgens landsgebruik werd aan den commarv jn Groot Auditorium gehouden openbare zitting van den Acade- dooi van hel eskader bij de verwelkoming brood en zout aangeboden, door hel dochtertje van den consul van Letland, de heer Mensjou mischen Senaat der jubileerende Utrechtsche universiteit De bekende jaarlijksche St. Jansmarkt te den Bosch is Woensdag onder groote belangstelling gehouden. Een bedrijvig tafreeltje Te Laren werd Woensdag de bekende jaarlijksche St. Jansprocessie gehouden, waaryan hierboven een foto Tijdens het hevig onweer dat Woensdag boven Parijs woedde, stortte een boom welke door den bliksem werd getroffen, op een kiosk, die vernield werd, waarbij verscheidene personen, waaronder zich meerdere kinderen bevonden, min of meer ernstig gewond werden. De plaats van het ongeval J Paardjerijden. Kroonprins Boudewijn van België tijdens vroolijk spel aan het Noordwijksche strand met Jan Hein van de Mortel De groote historische optocht, voorstellende den intocht van Prins Willem van Oranje als stadhouder van Utrecht trok Woensdagmiddag bij gelegenheid van het derde eeuwfeest der Utrechtsche Universiteit door de Domstad

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 9