Demonstratie van bedrijfsatitc's. Binnen twaalf uur... FEUILLETON Naar hetEngelsch bewerkt door J. VAN DER SLUTS. (Nadruk verboden). 6) „Ja zeker. Twee wagons verder naar voren. Hij heeft een heel eind moeten waggelen voor zijn drankje!" ,.Hoe was hij?" „Toen ik hem het laatst zag, lag 'hij rustig in een hoek; met zijn oogen dicht". Weer was er een kleine pauze. .Sliep hij?" vroeg Freddy. „Ik kreeg den indruk van wel", was het bescheid. „En het lijkt me toe dat hij een vaste slaper is ook, of hij moet een groot meester in de kunst van simuleeren zijn. Er zit een familie van vijf menschen in zijn coupé, die zooveel spektakel maakt als vijf fa milies van vijftig man! Als ik onder dergelijke omstandigheden moest reizen, dan verzeker ik u dat ik nog liever met een bolderende. vrachtauto zou gaanWat is dat", viel hij zich eensklaps zelf in de rede, ..we minde ren vaart. Dat moet Chelmsford zijn." Het was zooals hij zeide; de vaart van den trein verminderde snel. Freddy tuurde uit het venster. „O, we stoppen in Chelmsford?" wilde hij weten. „Ja," lichtte het meisje in. „Dan in Ipswich en daarna in Norwich". „Waarom", sponnen Freddy's gedachten, „vertelt ze er dat ongevraagd bij?" De mededeeling scheen den omvangrijken man te interesseer en. Hij was opgestaan en begaf zich naar het portier aan hun kant, het portier, dat uit de coupé onmiddellijk op het perron voerde, zonder corridor ertus- schen. Toen hij bij het meisje was, draaide hij het hoofd naar haar toe. „Ipswich en Norwich?" herhaalde hij. „Weet u zeker, dat we in Ipswich en Nor wich stoppen? Ik had een idee dat we in één stuk doorgingen." „Zonder in Norwich te stoppen?" klonk de wedervraag van het meisje. „Ik geloof dat alle treinen in Norwich stilhouden. Dat is een knooppunt." De trein stond stil; de eerste maal sedert zijn vertrek van Liverpool Street Station. Freddy keek op zijn horloge. Het was nu precies zes uur. „Hé! Stoppen we hier lang?" riep de groote mijnheer, zijn hoofd uit het raam stekend.Zijn zware gestalte stond als een muur tusschen het meisje en Freddy. ,,n Paar minuten!" antwoordde de conduc teur. „O, dan heb ik net tijd om er even uit te gaan en een krant te koopen", meende de ander. Hij gooide het portier open en sprong op het perron. Freddy was verbaasd over zijn vlugheid. De witte slobkousen verwij derden zich in een levendig tempo in de richting van de courantenkiosk. „Wel verontsnapte Freddy. Het meisje keek naar buiten, naar de slob kousen. Hun blinkend voorwaarts-bewegen had ineens opgehouden. Een ras-Londenaar die eveneens een oogenblik uit den trein was gestapt, had zich opmerkingen erover veroor loofd. „Sommige kerels moeten een lichtje aan den voet maken, omdat ze er geen in het hoofd hebben!" grinnikte de onverbeterlijke ruziezoeker. „Hou je onbeschaamdheden alsjeblieft voor je!" verzocht de groote heer scherp en ver ontwaardigd vervolgde hij zijn weg, Het meisje boog zich naar voren. Haar hoofd was vlak bij dat van Freddy. Eén kort, onuitsprekelijk-gelukkig oogenblik, voelde hij haar adem op zijn wang. „Ik weet niet of het u interesseert eens even naar onzen patiënt van daarnet te gaan zien?" zei ze, heel rustig. „Twee wagons naar voren. U zoudt van het perron af een kijkje kunnen nemenWilt u me nog wat vuur geven? Mijn sigaret is uitgegaan." Hij voldeed aan haar verzoekveron derstellend dat de slobkousen op den terug weg waren. Toen zij weer in haar hoekje kroop, stapte hij uit, liep in de richting van de locomotief en gaf een schreeuw. „Hé, jongen!" Een jongen met chocolade, sigaretten en andere versnaperingen, bevond zich op eeni- gen afstand. Freddy kocht, om zich een hou ding te geven, een kleinigheid en keerde toen langzaam terug. Hij kwam in een kluwen van vijf opgewon den menschen terecht. Ze waren zooeven uit een compartiment te voorschijn geschoten, hun weinige bagage haastig meezeulend, en leken erg van streek. „Ze hebben me gezegd, dat-tie vast en ze ker in Colchester stopte", kraaide 'n juffrouw met een kleur als een pioen. „Die stationskruiers, ze weten zelf van geen toeten of blazen", sputterde een an der verhit familielid. „Mooie boel, als we ijs koud naar Ipswich door gekard waren!" Freddy kreeg een ingeving. De groote mijnheer had over vijf rumoerige lieden ge sproken, in wier midden de man met het bruine pak oogenschijnlijk in diepen slaap verzonken was geweest. Het zou wel een ge weldig toeval wezen, als dit die vijf men schen niet waren.Dan moest de man in 't bruin zich thans alleen in het compartiment bevinden! Freddy wierp een snellen blik door het por tierraam. De dikke heer sloeg hem gade. Maar hoe vluchtig Freddy's blik ook geweest was, die was voldoende om doen sienj. dat de man in het bruin inderdaad alleen in zijn hoekje zat weggedoken en de oogen ge sloten had. VIL DE TUNNEL. Drie kwartier na zijn vertrek van Liver pool Station gleed de trein van van 5,18 Chelmford uit en vervolgde zijn tocht noord- oostwaarts. Nog eens drie kwartier, en hij zou tijdelijk aan het oog der menschen onttrokken worden in een tunnel, om in Ipswich weer te voorschijn te komen. Voor het meerendeel der passagiers was de afgelegde afstand van veertig mijl emotieloos voorbij gegaan. Maar in een klein contingent der compartimenten, werden de inzittenden door levendiger gevoelens bewogen dan hun medereizigers en in een ervan geschiedden zelfs belanrijke dingen. Dit was de coupé waarin zwijgend en eenzaam, de man in het donkerbruine pak, met meestentijds gesloten oogen in zijn hoekje lag. De trein vervolgde zijn denderenden weg. Telkens vielen de oogen van den man dicht en telkens weer kwam hij met een ruk overeind. Hij scheen tegen een hardnekkig-terugkee- rende verdooving te vechten. De strijd duurde een minuut of twintig. Hij leek hem bijna verloren te hebben en sliep zoowat, op het oogenblik dat de trein door Colchester vloog. Toen kwam hij met een on gewoon heftigen schok tot zichzelf. Iemand had zijn hoofd door de deuropening gestokeir. Die iemand was de ras-Londenaar. Hij zag den slaperigen man eer de slaperige man hém zag, toen zijn oogen open gingen. De Londenaar glimlachte. „Je hebt er heel wat gehad. hè", merkte hij vertrouwelijk op. ..Enfin, i k zal er niks van zeggen; ik ben ook niet voor m'n gezondheid op reis!" man in het üjM BÈ& aatai Wé/Kt**"* maar de Londenaar liet zich niet uit het veld slaan. „Verdraaid-nog-aan-toe", redekavelde hij onbekommerd verder, „je had dat stel bij mij in de coupé eens moeten zien! Mooi clubje bij elkaar! Denken dat de heele wereld van hun hoort, dat menschen zooals ik geen recht hebben op hun plaatsje onder de zon..." Hoopvol keek hij het compartiment rond. „Jij bent er hier beter aan toe, maat! Geen ouwe juffrouwen, die beginnen te gillen dat je ze niet aan mag raken, en flink ook!" Hij wacht te even. Toen: „Ik zou zeggen, dat ik hier wel eens een beetje op m'n verhaal kon komen, als je er niet op tegen hebt, kameraad De man in het bruine pak maakte geen be zwaar en zijn nieuwe reisgenoot scheen be hoefte te hebben zijn dankbaarheid te too- nen. „Rooken? Dat zal je goed doen. Je ziet er werkelijk beroerd uit." „Dank u", was het antwoord; „ik heb al te veel gerookt." De Londenaar keek hem uitvorschend aan. „Is het heusch? Nou, ik zou zeggen, nog eentje is net wat je noodig hebt." Maar de man in het bruin volharde in zijn weigering en gaf blijk van zijn verlangen om verder te slapen. Hij sloot vrij plotseling, os tentatief leek het, de oogen. Maar hij zorgde één oog half open te houden. „Ook goed; dan niet", berustte de Londe naar, met een pakje sigaretten frommelend. Daarop, na een korte pauze: „Het tocht hier. Ik geloof dat ik maar aan jouw kant kom zitten". Hij stond op en verwisselde zijn zitplaats voor een, welke belangrijk dichter bij den an der was. (Wordt vervolgd). De vuurtoren te Scheveningen wordt in een nieuw kleed gestoken. Een der schilders aan den arbeid in hoogere regionen. Een karwei, waarbij men geen last van duizeligheid moet hebben De heer M. Emmerling, voorzitter der Kamer van Koophandel en Fabrieken voor West-Friesland, die te Enkhuizen Is overleden De deur der Oranje-sluizen te Amsterdam, die bij een aanvaring ernstig beschadigd werd, is gerepareerd en Donderdag, hangend in een bok, weer naar de Oranje-sluizen vervoerd De Siameesche tennisspeler Chartika- vanij tijdens zijn partij tegen Perry bij de internationale tenniskampioenschap pen te Wimbledon De Bond wan,•'Bedrijfsautohouders in Nederland hield Donderdag te Nijmegen een congresdag, bij welke gelegenheid een rit werd uitgeschreven, welke ten doel Jaad, de beteekenis der bedrijfsauto voor ons maatschappelijk bestel 4e demonstreeren. De wagens passeeren de Waalbrug Practische verkeersles in de miniatuur-stad welke op het parkeerterrein van het Beursplein te Rotterdam gebouwd is tijdens de veiligheids- dagen, uitgaande van de Vereeniging voor Veilig Verkeer voor Rotterdam en omgeving Het onderhoud der uitwate ringssluizen aan den afsluitdijk. Met zandspuiten worden de groote sluisdeuren gereinigd Plaats voor het snelverkeer. De groote boerderij .Hoeve Cornelia" onder Zevenbergschen Hoek wordt afgebroken ten behoeve van den Rijksweg No. 16 van de nieuwe Moerdijkbrug in aansluiting op den weg Moerdijk Breda

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 9