RDAGAVOND Nederiandsche voornamen. De ontvoering van een Prinses. z BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 27 JUNI '1936 H A A R E E M'S D A G B E A D Al wat hi den loop der eeuwen door plaat- gelijk en landsgebruik en overlevering is ontstaan, heeft een logischen ondergrond, een aanwijsbare oorzaak waarop het eindre sultaat en de beteekenis van herkomst te rug te voeren zijn. Zoo ergens dan geldt dit ook op het ge bied van de namen, die wij dragen. De beteekenis en het ontstaan van onze namen vormt een ganseh aparte en uitge breide studie, waarvoor in breede lagen van ons volk helaas weinig belangstelling be staat, zoo weinig belangstelling, dat lieden, die er prat op gaan strikt nationaal te voe len, in andere landen leentjebuur gaan spe len wanneer zij een naa mbehoeven voor hun eerstgeborene. Johan Winkler geeft in zijn studie van Nederiandsche namen het jaar 1348 op als oudste jaartal van familiebenamingen. Voor dien tijd bezat een ieder slechts een naam, dien wij heden ten dage een doopnaam zou den noemen. Ter voorkoming van verwarring werd bij vermeerdering van het geslacht een bij- of toenaam gegeven. Hiervoor werd een va ders of plaatsnaam gekozen of een woord, dat een hoedanigheid of eigenschap te ken nen gaf. In oude oorkonden vinden wij de namen: Hinric Rolfsoen (1389) d.i. Hendrik de zoon van Rolf. Godart Lvzensoen (1401) d.i. Godart zoon van Elisabeth. Toen weldra ook deze benamingen niet voldoende bleken voor de wassende bevol king. begon men personen aan te duiden met dei: plaatsnaam vanwaar zij kwamen of ge boortig waren of voegde een andere onder scheiding toe (bijv. beroep). Voorbeelden hiervan zijn: Dyrc Cnoopsoen v. Zoemeren (1339) d.i. Dirk zoon van Cnoop uit Zo (el meren of: Hubrecht soen Hap pen Smolners (1435) d.i Hubrecht zoon van Happen den molenaar. (Smolners is des mo lenaars). Ter nadere onderscheiding heeft men het later nog veel omslachtiger gemaakt. Een voorbeeld uit 1403 hiervan is: Art van der Loe Hinrics Metten soens soen, d.i. Arnold van den Loe. zoon van Hinric die een zoon was van Mette! Duidelijk was het zeker maar kort was het geenszins. Nog ingewikkelder werd het wan neer men aan deze langademige namen nog een plaatsaanduiding als herkomst toevoeg de. Ziet hier wat men dan soms kreeg: Een Brabantsche oorkonde uit 1431 vermeldt: Heynken Héynen Diddekens Tsweerts soens dat beduidt: Heynken is kleine Hen drik zoon van Heyn die een zoon was van Diddeken (is kleine Dirk (Diederik) den Weerd. Toen de ondoelmatigheid van dergelijke namen bleek, verviel men weer in kortere namen, het soen (zoon) werd vervangen door de 2e naamvalss s.- Peter Michiels Peter zoon van Michiel (1471) Doch wederom bleek dit onvoldoende toen ging men het zoeken in de vermelding van de familiebetrekking. Op deze wijze ontstonden combinaties als: Henneken Roeselmans Meiijs Brueder (1439) d.w.z. Kleine Hendrik zoon van Roeselmans (man afkomstig uit Roesel) en broeder van Meiijs en: Jan van den Loe Artsoem d.i. oom van Art van den Loe. Menige S in een huidigen familienaam is afkomstig van dien ouden tweeden naam val. (Herman Swevers is Herman zoon des wevers) Janson Jansen. Son en Sen staan voor het oude zoon: soen._ In den oudsten tijd vóór het jaar 1000 duidde men met het achtervoegsel ing of ink aan zoon van. Poppink zoon van Poppe; Alink zoon van Ale. Alleen de Friezen die in alles altijd anders en zelfstandiger dan de overige gewesten zijn opgetreden, behielden dezen uitgang tot in de 14de eeuw. Veelal zijn heden ten dage de Friesche en Twentsche geslachtsnamen kenbaar aan dat ing of ink. Op het gebied van naamsgeving heeft in ons land nimmer eenheid geheerscht tot het jaar 1811. In dat jaar werd de Burgerlijke Stand zooals wij dien thans kennen ingevoerd en werden er wetten uitgevaardigd betrekking hebbende op de benamingen der ingezete nen. Onze taal is een bij uitstek rijke taal en het aantal ter keuze voorhanden zijnde na men is. wij zouden bijna zeggen, zoo ont stellend groot dat het terecht verbazing mag wekken, dat wij, waar wij slechts te kiezen hebben uit stoere, pittige, welluidende, echt Nederiandsche namen van oud Germaan- schen stam, zoo vaak de voorkeur geven aan een slap brouwsel van buitenlandsch allooi! De tijden veranderen amar de mensohen blijven precies hetzelfde! Hoort maar wat Charivarius vijftien jaar geleden dichtte: (De tijd van Klare, Bettekoo, van Annemie en Aagje Is lang voorbij. We volgen nu het voorbeeld van het Haagje. Zoo'n naampje op een y-tje klinkt zoo fijn tjes, zoo coquetj es, Marie, Christien, Jacoba, Anna, Mina is niet zoo netjes. We zeggen liever Mary, Tini, Cobi, Annie, Mini, En Kitty, Nelly, Wimmy, Elly, Florry, Lotty, Stini. En Jet is veel te burgerlijk, fatsoenlijker is Jetty, En Jenny, Molly, Henny, Dolly, Enny, Polly, Hetty, En Maggy, Tilly, Fanny, Lily, Lizzy, Carry, Corry. En Bini, Betty, Dini, Netty, Suzie, Emmy, Dorry. Een jongen heet geen Hein, maar Harry. Jan is plat zeg Johny, Het ontstaan en de beteekenis. En Willem dat moet Willy zijn, en Toon natuurlijk Tonny, Dan noem' we Wijnand Wijnie' hoor: een ie-tje hebben zal ie. Wat moet' we dan met Albert doen? Wel noem den lummel Ally enz. En in Nederiandsche doopnamen van J. Graaf lezen wij: Reeds in 1657 werd geklaagd: Er is geen eind aan het afknotten, verminken en ver anderen der namen, zooals iedereen dat naar willekeur doet. En wat de kinderen stamelend voor den dag brengen, dat her halen de kindermeiden en ten laatste ra ken allen er aan gewend. Wij zien dus dat reeds eeuwen geleden de menschheid het vreemde, buitennissige en opgesmukte, uit den vreemde verkozen heeft boven het stamvaderlijk erfgoed dat ver knoeid, veranderd en verbasterd werd (en wordt) naar hartelust. En de droevige misbaksels, die aldus door gebrek aan kennis gepaard aan de zucht tot meer willen schijnen ontstaan, geven wi met een gerust geweten door aan het na geslacht dat ons zeer zeker niet dankbaar behoeft te zijn voor deze erfenis der smake loosheid. De verwarrende veelheid van oppervlak kigheden welke onze aandacht heden ten dage in beslag neemt, doet helaas de be langstelling uitsterven voor veel wat eertijds als belangrijk gold. Veel minder dan vroeger geldt in onze dagen een naam als een levend iets dat ge vormd werd door en gegroeid is in het spraakgebruik. Een aardig vooi<beeld van het ontstaan van een naam is de Friesche vrouwennaam Eke. Nog heden ten dage worden vrouwenna men gevormd door het aohtervoegsel je of ke achter een mannennaam te plaatsen (Dirk je Willempje Klaasje enz.) Bij Eke is dit ook het geval. De enkele E is de verkorting van den mannennaam Eelke waarvan het vrouwelijke Eelkje luidt. Winkler noemt deze gemeenzame verkortin gen vleivormen. poppenamen Poppe is schoot- (Friesch kindje). Maar de mannennaam Eelke of Eeltje is op zichzelf ook alweer een verkleinwoord van den oorspronkelijken naam Ele en dit is weer een samentrekking van Edele en dit Edele is de nieuwe vorm van het oud Frie sche Athai dat adel beteekent en dat men terug vindt in Athalie Athala en Adele (Adèle) Aardig is ook het volgende: De middel- eeuwsche vrouwennaam Duifje Duveke is bijna geheel in onbruik geraakt maar het Friesche woord voor een duif is dou en de Friesdhe mannennaam Douwe hooren wij nog heden ten dage. De naam Godfried (Godefroi) beteekent precies hetzelfde als Gozewijn Goezewijn Goeswin Goessen Goossen. Godfried komt van het Friesche Goads Frjuen d.i. Gods Friund Gods freond is Godsvriend. Godswin beteekent hetzelfde want win staat in het oud Germaansche voor vriend. Van Godswin komen Goeswin Goessen enz. Godart (Godert) komt van Godhart (Geurt Guurt Geurtje). Athalhart Adelhart geven ons: Alaert Aiairt Adelaart Allard Allert. Aert is een samentrekking van Arnout. Vele van deze namen ontmoeten wij nog dagelijks. Een ons bekend Nederlander, te Brussel woonachtig draagt den weinig voorkomen den Frieschen voornaam: Gosse. Al snuffelende naar den oorsprong van Nederiandsche voornamen vonden wij hier omtrent het volgende: Gosse is de „poppennamme" van Godt- schalk (Friesch: Goasse) dat komt van Godtskalk. Winkler zegt hieromtrent: De geslachts naam Godtschalk vertegenwoordigt een dei- bijzonderste. en, wegens zijn beteekenis, een der schoonste oud-Germaansche mansvoor- namen. Immers, deze naam beteekent Gods knecht. Gods dienaar, naar dien het oude woord schalk, dat heden ten dage slechts weinig meer bij het Nederiandsche volk be kend en in gebruik is, en dan nog door ver loop van beteekenis. guit of grappenmaker beduidt, oorpsronkelijk de beteekenis had van knecht, dienaar. In ons woord maarschalk, dat heden ten dage de naam is van een hoog ambt in de krijgsmanswereld, maar dat oorspronkelijk beteekende. paardeknecht, dienaar die met de zorg over de paarden was belast, is dit woord schalk nog behouden. Zoo mede is de plaatsnaam Schalkwijk (dat is de wijk, het oord. het gedeelte van een dorp of stad, waar de schalken, de knechten, hun afzonderlijke woonstede had den), die eigen is aan een gehucht bij Haar lem, en aan een dorp in het gewest van Utrecht. Deze dorpsnaam wordt in de da- gelijksche volksspreektaal verbasterd tot Schaik van Schayk van Schayck. Ook is de naam van de Schalkesteeg in de stad Utrecht, aan ditzelfde woord ontleend. Onder de oud-Nederlanders ln Zuid-Afrika is Schalk nog als een mans voornaam in ge bruik. Vele nog heden ten dage in gebruik zijnde namen wijzen in hun samenstelling van dier namen met het achtervoegsel hart, duide lijk hun oud-Germaansche oorsprong aan: Leendert Leenaert Leon-hart Leeu wenhart. Everaert Everhart Evert Wolfaert Wolfhart. Bernhart Beernaert. De helm ligt ten grondslag aan den naam Wilhelm (Willem) en de speer of geer aan den naam Geerhart (gerard Gerrit). De mansnaam Victor (overwinnaar) kwam vroeger in 't Nederlandsch voor als (Segher Zeger). Het Friesche Rutger is hetzelfde als het Vlaamsche Roger of Rogier. Dit zijn maar enkele losse grepen uit een gebied, zoo rijk en zoo veelomvattend dat het materiaal aan alle kanten voor het grij pen ligt. Voor hen die om een naam verlegen zijn geven wij hieronder een klein, zeer verkort uittreksel uit Winkler's register van Neder iandsche namen: Mannennamen: Arend Albert Anton Addik Aer- nout Alaric Alfred Andries Arent Bart Bernard Boudewijn Ba uwe Barend Berthold Christiaan Claes Cornells David Daobert Derk Dirk Diederik Dick Ditmar Douwe Dries Duco Eelco Edgar Edzard Eduard Edser Egbert Elof El- bert Evert Engelbert Enno Erik Ewald Ewout- Ferdinand Frans Frits Filips Floris Folkert Foppe Frank Frederik Gebhart Gerhart George Gerbrand Gerrolt Godart Govert Gysbert Harco Harm Hein Hugo Hendrik Herman Her- ke Hildo Huibert Idsert Ingel- brecht Ivo Into Jan Jacob Jelger Jelle Jelte Johan Joris Jozef Jurgen Karei Kees Koos Klaas Koen Konraad Lambert Leendert Lodewijk Ludolf Louis Maarten Marcelys Mark Mathys Meindert Menno Michiel Nicola'as Odo Otto Oene Okke Onno Pieter Peter Paulus Quirinus Ro bert Radbout Reginald Reindert Remmert Reinier Richard Ricwold Riemer Rinke Ruurd Roelant Rudolf Roger Rovert Sieghart- Siegfried Servaes Sibrand Siewerd Sigurd Symen Simon Sjoerd Sybrand Servaes Sytse Taco Teu- nis Theodoor Thijs Thomas Udo Uno Victor Walther Wilhelm Waldomar Watse Wybe Wessel Wybrand Wijnand Wolfert Wolfgang Wouter IJsbrand Zeger Zadok. Wat de vrouwennamen betreft die zijn ge makkelijk hiervan af te leiden. Ten overvloed geven wij er nog enkele: Agnes Anna Aafje Auke Adel- heid Aalmoed Aleida Barta Baukje Bertha Brecht Carolina Catharina Deborah Diewertje Eli sabeth Elsa Engel Eemgard Fan ny Femmetje Franciska Froukje Geertruida Geziena Gisela Godfreda Hedwig Heilwig Helena Ida Ina Irmgard Jeltje Keetje Liane Lydia Luytgaert Mabelia Saskia Swanhilde Sybille Sytske The- resia Unia Ursula Veronica Vir gin ie Welmoed Wobbina Ybeltje Zwaantje. Het moderne verkeerswezen heeft de schier onoverbrugbare afstanden van weleer tot een minimum teruggebracht en het on derling verkeer der volken niet weinig bevor derd, hetgeen ongetwijfeld een groote aan winst genoemd mag worden. Maar ieder, die zijn vaderland lief heeft dient nauwlettend toe te zien, en er daad werkelijk mede voor te helpen waken, dat de forsche. pittige eigennamen die een zoo be langrijk deel van het idioom van onze mooie rijke taal vormen, niet ongemerkt oplossen en ondergaan in ongewenschte modestroo- mingen. die het vreemde boven het eigene doen verkiezen. En daarom: Houdt de Hollandsche namen hoog! AMY GROSKAMP-TEN HAVE. Nieuws van de Engelsche filmmarkt. ,Tudor Rose" een aangrijpend filmspel. Verwikkelingen in Monaco. (Van onzen Parijschen correspondent). Zoo staan we dan aan den vooravond van een van de meest delicate processen van de laatste jaren. Delicaat is de zaak niet al leen omdat het hier de ontvoering geldt van een minderjarig kind. maar ook omdat de aanklacht is ingediend tegen den regeeren den vorst van Monaco en prinses Charlotte, grootvader en moeder van prinses Antoi nette. Nu is er natuurlijk geen sprake van dat de vorst en prinses Charlotte op de a.s. rechtszitting in Parijs zullen verschijnen en Mr. Paul Reynaud, zal 't als woordvoerder voor Prins Pierre tegen een collega, als ver tegenwoordiger van den regeerenden vorst moeten uitvechten, maar de kwestie is daar om niet minder belangrijk en 't is daarom, dat we aan Prins Pierre, die op het oogen- blik in Parijs vertoeft om 't proces af te wachten, een audiëntie hebben aangevraagd, welke gaarne werd toegestaan, omdat de prins, uit vrees dat ook zijn zoon, prins Rë- nier, die op een kostschool in Engeland is, wel eens hetzelfde lot zou kunnen treffen als zijn zuster, de grootst mogelijke bekend heid wenscht te geven aan dit geval. Ons gesprek is eerst gegaan over de aan matigingen van graaf Aynard de Chabril- lan, die sedert eenigen tijd aanspraak maakt op den troon van het vorstendom Monaco. De graaf, die nog een Grimaldi als voorva der heeft gehad, beweert dat hij méér rech ten heeft om na den dood van den thans re geerenden vorst, Prins Louis, op den troon te klimmen dan prins Rénier, die tenslotte een Grimaldi, maar een de Polignac is, maar wanneer we daarover spreken lacht Prins Pierre even en zegt: „laten we ons maar niet te druk bezig houden met deze fantasie, ook al doet graaf Aynard de Chabril lan nu ook alles om de publieke opinie voor zich te winnen. U weet. dat in 1918 de kwes tie van de troonopvolging in Monaco offi cieel en definitief is geregeld, lang voor dat de graaf tot zijn overtuiging kwam dat hij méér rechten zou hebben". En als we dan eindelijk tot de kwestie van de ontvoering van prinses Antoinette ko men: Zooals u weet heeft de regeerende vorst, Prins Louis, getracht om alle schuld af te wentelen van Miss Wanstall, de Engelsche nurse van mijn dochtertje, door te verkla ren dat Antoinette geheel vrijwillig was mee gaan. De houding van Miss Wanstall bewijst echter, dat zij wel degelijk schuldig is aan de ontvoering en dat 't volmaakt onjuist en bezijden de waarheid is om 't te doen voor komen alsof de nurse gehoor heeft ge- NATUURLIJK IN AMERIKA. Tony Gentry heeft een chimpansee als hulp in zijn kapperswinkel, en hij beweert dat deze acht jarige bediende meer talent heeft dan wie ook van zijn menschelijke collega's. geven aan de nukken van een 15-jarig meis je. Miss Wanstall heeft gehandeld in op dracht van den regeerenden vorst, prins Louis en van prinses Charlotte, de moeder van mijn kind. De bewijzen er van hebben we in handen. Zoo is 't bewezen, dat Miss Wanstall gelogen heeft toen ze ondervraagd, verklaarde mij te hebben getelefoneerd, dat het de wensch van Antoinette was om nu eenigen tijd van me weg te gaan. Integen deel. ze heeft me een brief laten toekomen waarin brutaal-weg de feiten werden ver meld. nadat ze reeds met de auto waren vertrokken en in Monaco waren zoodat ik niet meer tusschenbeide kon komen. Miss Wanstall wil 't nu ook doen voorkomen als of ze geen macht en geen gezag had over mijn dochter en steeds haar wil en wen- schen moest volgen, maar die heele ontvoe ringsgeschiedenis bewijst het tegendeel en men zal begrijpen waarom ik kort te voren de nurse haar ontslag had aangezegd. Waar om verzetten de moeder en de grootvader zich daar zoo hardnekkig tegen? Ik weet wel, zoo gaat prins Pierre na een oogenblik van pijnlijke stilte verder, ik weet wel dat de regeerende vorst nu zich verhaalt op zijn oude rechten van hoofd van het huis, om in familie-aangelegenheden een beslis sing te nemen waarop geen der familieleden het recht heeft terug te komen. In zijn „Sta tut de familie" beweert hij het recht te heb ben gevonden om de stipulaties van de sen- tentie-Poincaré te vernietigen. Maar dit sta tuur bestond al lang vóór het vonnis-Poin- caré. Het moge Prins Louis mishaagd heb ben Indertijd zijn proces te hebben verloren, maar goedschiks of kwaadschiks heeft hij het aanvaard en de sententie-Poincaré is de ..pacte de familie" geworden. Dit „pact" aangenomen en uitgevoerd door Prins Louis en prinses Charlotte, voorzag juist in 't geval van mogelijke conflicten en meeningsver schillen door 't onderwerpen van 't geval aan een arbitrage-commissie. Ze hebben dat on derteekend en ontkennen het nu. Nu is de vraag of de ..souvereine autoriteit", iets wat in onze eeuw toch wel héél onmogelijk klinkt, zoo maar het vonnis van den ex-pre sident van de Republiek, Poincaré, kan ver nietigen. Ik "geloof van niet. Poincaré was bijzonder goed op de hoogte van de toestanden in Monaco, want hij was vroeger reeds de raadsman van prins Albert in diens moeilijkheden met zijn zoon, prins Louis, die thans regeert.. Toen was prinses Charlotte de inzet van het spel en wat haar overkwam, herinnert aan hetgeen thans met onze dochter geschiedde. Prins Louis liet zijn eigen dochter, prinses Charlotte toen ontvoe ren en schuil houden in de omstreken van Parijs om zoo pressie uit te oefenen op prins Albert, zijn vader. Ik vraag me af: als de prins van Monaco beweert alléén-heerscher in de familie-aan- jelegenheden te kunnen optreden, of hij dan ook geen verplichtingen heeft. Medewerken aan de ontvoering van een kind onder voor wendsel dat mijn dochter bij mij te mondain werd opgevoed, dat is toch werkelijk bene den de waardigheid van een souverein en als men de proclamatie leest, dat de prinses naar Monaco is geroepen om daar „patriar chaal" te leven, dan haalt men de schou ders op De prins is opgestaan. Duidelijk verraden zijn gelaatstrekken zijn hevige emotie. Dan: men vergeet zoo licht dat wijmaar neen: wat zou een burger-huisvader doen, wanneer men hem zijn kind ontvoert? Nu, voor ons is dat precies hetzelfde. Mijn doch tertje was mijn alles, mijn leven... in span ning wacht ik het vonnis van de Justitie af opdat men mij haar terug geeft En 't valt me op hoe deze nog jeugdige prins in eens ood. héél oud en héél nioe lijkt. HENRY A. TH. LESTURGEON. (Van onzen Londenschen correspondent) De ..Tudor Rose" is Lady Jane Grey, ne gen dagen Koningin van Engeland na den vroegen dood van Edward VI. Het droevig lot van dit even begaafde als ongelukkige meisje wordt ons voorgesteld in de jongste historische film, die in de studio's van Shepherd's Bush is gemaakt. In haar tijd had Engeland nog geen wet voor de troon opvolging en het schavot en het gekonkel en de kuiperij van de edelen bepaalden vaak de kansen van troonopvolgers en -pretenden ten. De nieuwe film geeft er een onvergeet- lijk en vaak aangrijpend beeld van. Het eer ste en het laatste kwartier van een vertoo ning, die ongeveer vijf kwartier duurt zijn het meest bevredigend. En wat er tusschen valt laat zich met belangstelling aanschou wen en aanhooren, het laatste vooral in de preeken, in het aantrekkelijke Engelsch met den Schotschen tongval, van den hervormer John Knox. Het tragische geval van Lady Jane Grey en het staats- en majesteitelijk leven van den tijd, de tweede helft van de 16de eeuw. met zijn bloedigheid en zijn wreedaardigen zelfzucht en eerzucht in de mannen rond het Hof. maken een film, die dit wil uitbeelden sómber. De eenige verlichting wordt verschaft door den knaap Koning Edward voor dat zijn zwak gestel hem cp zijn sterfbed legt. De rol wordt voortreffelijk gespeeld door een nieuweling onder de jeugdige filmartisten in Engeland. Desmond Tester. Zijn sterfbed is niet het eenige. Wij beginnen met dat van Henri VIII, een zwaar vergaan lichaam waar in met een laatste opleving kracht genoeg blijft om de orde van de troonsopvolging aan de om het bed verzamelde ministers mede te deelen. De laatste krachtsinspanning Frank Cellier, die veteraan van het Engelsch tooneel. maakte er een indrukwekkend too- neel van was overbodig. De edelen en mi nisters zouden anders konkelen. De geschiedenis van Lady Jane behoeft niet te worden verteld Genoeg zij het te ver melden. dat de aartskon keiaar de Hertog van Northumberland Lady Jane, die hij inmid dels met zijn jongsten zoon had laten trou wen, tot Koningin van Engeland deed uit roepen. in plaats van Mary Tudor 'in de ge schiedenis bekend als ..Bloody Mary") aan wie de kroon toekwam. Dat was te veel voor het volk dat zijn rechtvaardigheidszin hevig gekwetst voelde. Het historisch tooneel van den volksjongen, die in de menigte bij Jane's tocht door Londen om Mary riep en het sein gaf aan de rest van de menigte is in de film goed weergegeven. Maar het vervolg van dit tooneel, de schandpaal waaraan de jongen met de ooren vastgespijkerd werd en waarvan hij daarna werd losgescheurd, blijft ons gespaard. Northumberland's ondergang na zijn neder laag tegen de strijdkrachten van Mary wordt aangegeven in het tooneel, waarin hij ge broken, gewond en met gescheurde kleeren naar Londen terugkeert. Er is een interes sant beeld van de oude London Bridge met de huizen er op en fraai camera-werk van Windsor Castle en ruiters op de Long Walk van het park. Van de terechtstelling van Lady Jane en haar geliefden echtgenoot zien wij alleen den optocht van militaire en kerkelijke autoriteiten, soldaten, beulsknech ten en beulen in bloote armen, zwarte jak ken en maskers voor de oogen en ln het voorbijgaan het hoofdje van het rampzalige meisje, dat naar het blok neigt. De duiven op de muren van den Tower schrikken van het salvo, dat den afloop van de executie aankondigt en als de camera nog even een laatste fladderende duif heeft gevolgd is het einde gekomen. Nova Pilbeam, die juist den 17-jarigen leeftijd heeft bereikt van de heldin, die zij vertolkt, maakt haar spel aantrekkelijk en aannemelijk. Andere vertolkers behalve de reeds genoemde zijn o.a. Sir Cedric Hard- wicke als Northumberland. Gwen Francon- Davies als Mary, Sybil Thorndyke als Ellen, de dienstmaagd van Jane, een ware ster-be zetting dus. A. K. VAN R. CELLULOIDSNIPPERS Naar wij vernemen zullen Ruby Keeler en Dick Powell voor Warner Bros optreden in een film-musical naar een novelle van Louis Bromfield. Voorts zullen Pat O'Brien en George Brent hoofdrollen spelen in Frank Weads verhaal .Submarine 262", Manuscript van „Green Light" klaar. Milton Krinms is klaar gekomen met het manuscript van „Green Light", dat gebaseerd is op het bekende boek van Lloyd C. Douglas. Nieuwe rol voor Norma Shearer. Norma Shearer, die momenteel in de Metro- Goldwyn-Mayer studio werkt aan „Romeo en Julia", zal na de beëindiging van deze film de hoofdrol spelen in „Pride and Prejudice", naar het boek van Jane Austen. Freddie Bartholomew, Jackie Cooper en Mickey Rooney zullen samen in één film optreden: The Devil was a Sissy. 12 Films bij Warner Bros gereed. Warner Bros berichten de voltooiing te Burbank van twaalf groote films. Drie .Spe cials" zijn: „Anthony Adverse" (De Kleine Madonna) met Fredric March, .The Green Pastures" en Hearts Divided" met Marion Davies en door Dick Powell, Edw. Everett Horton, Charles Ruggles en Claude Rains; voorts: ,Jail Break" met Craig Reynolds, June Travis en Barton MacLane; „Two against the world" met Humphrey Bogart en Beverly Roberts: „The Big Noise' met Guy Kibbee, Alma Lloyd en Warren Hull: ..Sons O'Guns" met Joe E. Brown, Joan Blondell en Beverly Roberts; „I married a doctor" met Pad O'Brien en Josephine Hutchinson; „The law in her hands" met Margaret Lindsay, Glenda Farreli en Warren Hull; „The gol den Arrow" met Betty Davies en George Brent; .Timis S^are Playboy" met Warren William en Juné^Travis en „Murder by an Aristocrat" met Marguerite Churchill en Lyle Talbot.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 13