RDAGAVOND
Nederiandsche voornamen.
De ontvoering van een Prinses.
z
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 27 JUNI '1936
H A A R E E M'S D A G B E A D
Al wat hi den loop der eeuwen door plaat-
gelijk en landsgebruik en overlevering is
ontstaan, heeft een logischen ondergrond,
een aanwijsbare oorzaak waarop het eindre
sultaat en de beteekenis van herkomst te
rug te voeren zijn.
Zoo ergens dan geldt dit ook op het ge
bied van de namen, die wij dragen.
De beteekenis en het ontstaan van onze
namen vormt een ganseh aparte en uitge
breide studie, waarvoor in breede lagen van
ons volk helaas weinig belangstelling be
staat, zoo weinig belangstelling, dat lieden,
die er prat op gaan strikt nationaal te voe
len, in andere landen leentjebuur gaan spe
len wanneer zij een naa mbehoeven voor hun
eerstgeborene.
Johan Winkler geeft in zijn studie van
Nederiandsche namen het jaar 1348 op als
oudste jaartal van familiebenamingen. Voor
dien tijd bezat een ieder slechts een naam,
dien wij heden ten dage een doopnaam zou
den noemen.
Ter voorkoming van verwarring werd
bij vermeerdering van het geslacht een bij-
of toenaam gegeven. Hiervoor werd een va
ders of plaatsnaam gekozen of een woord,
dat een hoedanigheid of eigenschap te ken
nen gaf. In oude oorkonden vinden wij de
namen: Hinric Rolfsoen (1389) d.i. Hendrik
de zoon van Rolf.
Godart Lvzensoen (1401) d.i. Godart zoon
van Elisabeth.
Toen weldra ook deze benamingen niet
voldoende bleken voor de wassende bevol
king. begon men personen aan te duiden met
dei: plaatsnaam vanwaar zij kwamen of ge
boortig waren of voegde een andere onder
scheiding toe (bijv. beroep).
Voorbeelden hiervan zijn: Dyrc Cnoopsoen
v. Zoemeren (1339) d.i. Dirk zoon van Cnoop
uit Zo (el meren of: Hubrecht soen Hap
pen Smolners (1435) d.i Hubrecht zoon van
Happen den molenaar. (Smolners is des mo
lenaars).
Ter nadere onderscheiding heeft men het
later nog veel omslachtiger gemaakt. Een
voorbeeld uit 1403 hiervan is: Art van der
Loe Hinrics Metten soens soen, d.i. Arnold
van den Loe. zoon van Hinric die een zoon
was van Mette!
Duidelijk was het zeker maar kort was het
geenszins. Nog ingewikkelder werd het wan
neer men aan deze langademige namen nog
een plaatsaanduiding als herkomst toevoeg
de.
Ziet hier wat men dan soms kreeg: Een
Brabantsche oorkonde uit 1431 vermeldt:
Heynken Héynen Diddekens Tsweerts
soens dat beduidt: Heynken is kleine Hen
drik zoon van Heyn die een zoon was van
Diddeken (is kleine Dirk (Diederik) den
Weerd.
Toen de ondoelmatigheid van dergelijke
namen bleek, verviel men weer in kortere
namen, het soen (zoon) werd vervangen
door de 2e naamvalss s.- Peter Michiels
Peter zoon van Michiel (1471)
Doch wederom bleek dit onvoldoende
toen ging men het zoeken in de vermelding
van de familiebetrekking.
Op deze wijze ontstonden combinaties als:
Henneken Roeselmans Meiijs Brueder (1439)
d.w.z. Kleine Hendrik zoon van Roeselmans
(man afkomstig uit Roesel) en broeder van
Meiijs en: Jan van den Loe Artsoem d.i.
oom van Art van den Loe.
Menige S in een huidigen familienaam
is afkomstig van dien ouden tweeden naam
val. (Herman Swevers is Herman zoon des
wevers) Janson Jansen. Son en Sen staan
voor het oude zoon: soen._
In den oudsten tijd vóór het jaar 1000
duidde men met het achtervoegsel ing of ink
aan zoon van.
Poppink zoon van Poppe; Alink zoon
van Ale.
Alleen de Friezen die in alles altijd anders
en zelfstandiger dan de overige gewesten
zijn opgetreden, behielden dezen uitgang tot
in de 14de eeuw. Veelal zijn heden ten dage
de Friesche en Twentsche geslachtsnamen
kenbaar aan dat ing of ink.
Op het gebied van naamsgeving heeft in
ons land nimmer eenheid geheerscht tot het
jaar 1811.
In dat jaar werd de Burgerlijke Stand
zooals wij dien thans kennen ingevoerd en
werden er wetten uitgevaardigd betrekking
hebbende op de benamingen der ingezete
nen.
Onze taal is een bij uitstek rijke taal en
het aantal ter keuze voorhanden zijnde na
men is. wij zouden bijna zeggen, zoo ont
stellend groot dat het terecht verbazing mag
wekken, dat wij, waar wij slechts te kiezen
hebben uit stoere, pittige, welluidende, echt
Nederiandsche namen van oud Germaan-
schen stam, zoo vaak de voorkeur geven aan
een slap brouwsel van buitenlandsch allooi!
De tijden veranderen amar de mensohen
blijven precies hetzelfde!
Hoort maar wat Charivarius vijftien jaar
geleden dichtte:
(De tijd van Klare, Bettekoo, van Annemie en
Aagje
Is lang voorbij. We volgen nu het voorbeeld
van het Haagje.
Zoo'n naampje op een y-tje klinkt zoo fijn
tjes, zoo coquetj es,
Marie, Christien, Jacoba, Anna, Mina is niet
zoo netjes.
We zeggen liever Mary, Tini, Cobi, Annie,
Mini,
En Kitty, Nelly, Wimmy, Elly, Florry, Lotty,
Stini.
En Jet is veel te burgerlijk, fatsoenlijker is
Jetty,
En Jenny, Molly, Henny, Dolly, Enny, Polly,
Hetty,
En Maggy, Tilly, Fanny, Lily, Lizzy, Carry,
Corry.
En Bini, Betty, Dini, Netty, Suzie, Emmy,
Dorry.
Een jongen heet geen Hein, maar Harry.
Jan is plat zeg Johny,
Het ontstaan
en de beteekenis.
En Willem dat moet Willy zijn, en Toon
natuurlijk Tonny,
Dan noem' we Wijnand Wijnie' hoor: een
ie-tje hebben zal ie.
Wat moet' we dan met Albert doen? Wel
noem den lummel Ally
enz.
En in Nederiandsche doopnamen van J.
Graaf lezen wij:
Reeds in 1657 werd geklaagd: Er is geen
eind aan het afknotten, verminken en ver
anderen der namen, zooals iedereen dat
naar willekeur doet. En wat de kinderen
stamelend voor den dag brengen, dat her
halen de kindermeiden en ten laatste ra
ken allen er aan gewend.
Wij zien dus dat reeds eeuwen geleden de
menschheid het vreemde, buitennissige en
opgesmukte, uit den vreemde verkozen heeft
boven het stamvaderlijk erfgoed dat ver
knoeid, veranderd en verbasterd werd (en
wordt) naar hartelust.
En de droevige misbaksels, die aldus door
gebrek aan kennis gepaard aan de zucht tot
meer willen schijnen ontstaan, geven wi
met een gerust geweten door aan het na
geslacht dat ons zeer zeker niet dankbaar
behoeft te zijn voor deze erfenis der smake
loosheid.
De verwarrende veelheid van oppervlak
kigheden welke onze aandacht heden ten
dage in beslag neemt, doet helaas de be
langstelling uitsterven voor veel wat eertijds
als belangrijk gold.
Veel minder dan vroeger geldt in onze
dagen een naam als een levend iets dat ge
vormd werd door en gegroeid is in het
spraakgebruik.
Een aardig vooi<beeld van het ontstaan
van een naam is de Friesche vrouwennaam
Eke.
Nog heden ten dage worden vrouwenna
men gevormd door het aohtervoegsel je of ke
achter een mannennaam te plaatsen (Dirk
je Willempje Klaasje enz.)
Bij Eke is dit ook het geval. De enkele
E is de verkorting van den mannennaam
Eelke waarvan het vrouwelijke Eelkje luidt.
Winkler noemt deze gemeenzame verkortin
gen vleivormen.
poppenamen Poppe is schoot-
(Friesch
kindje).
Maar de mannennaam Eelke of Eeltje is
op zichzelf ook alweer een verkleinwoord
van den oorspronkelijken naam Ele en dit is
weer een samentrekking van Edele en dit
Edele is de nieuwe vorm van het oud Frie
sche Athai dat adel beteekent en dat men
terug vindt in Athalie Athala en Adele
(Adèle)
Aardig is ook het volgende: De middel-
eeuwsche vrouwennaam Duifje Duveke is
bijna geheel in onbruik geraakt maar het
Friesche woord voor een duif is dou en de
Friesdhe mannennaam Douwe hooren wij
nog heden ten dage.
De naam Godfried (Godefroi) beteekent
precies hetzelfde als Gozewijn Goezewijn
Goeswin Goessen Goossen.
Godfried komt van het Friesche Goads
Frjuen d.i. Gods Friund Gods freond is
Godsvriend.
Godswin beteekent hetzelfde want win
staat in het oud Germaansche voor vriend.
Van Godswin komen Goeswin Goessen
enz.
Godart (Godert) komt van Godhart
(Geurt Guurt Geurtje).
Athalhart Adelhart geven ons: Alaert
Aiairt Adelaart Allard Allert.
Aert is een samentrekking van Arnout.
Vele van deze namen ontmoeten wij nog
dagelijks.
Een ons bekend Nederlander, te Brussel
woonachtig draagt den weinig voorkomen
den Frieschen voornaam: Gosse.
Al snuffelende naar den oorsprong van
Nederiandsche voornamen vonden wij hier
omtrent het volgende:
Gosse is de „poppennamme" van Godt-
schalk (Friesch: Goasse) dat komt van
Godtskalk.
Winkler zegt hieromtrent: De geslachts
naam Godtschalk vertegenwoordigt een dei-
bijzonderste. en, wegens zijn beteekenis, een
der schoonste oud-Germaansche mansvoor-
namen. Immers, deze naam beteekent Gods
knecht. Gods dienaar, naar dien het oude
woord schalk, dat heden ten dage slechts
weinig meer bij het Nederiandsche volk be
kend en in gebruik is, en dan nog door ver
loop van beteekenis. guit of grappenmaker
beduidt, oorpsronkelijk de beteekenis had
van knecht, dienaar.
In ons woord maarschalk, dat heden ten
dage de naam is van een hoog ambt in de
krijgsmanswereld, maar dat oorspronkelijk
beteekende. paardeknecht, dienaar die met
de zorg over de paarden was belast, is dit
woord schalk nog behouden.
Zoo mede is de plaatsnaam Schalkwijk
(dat is de wijk, het oord. het gedeelte van
een dorp of stad, waar de schalken, de
knechten, hun afzonderlijke woonstede had
den), die eigen is aan een gehucht bij Haar
lem, en aan een dorp in het gewest van
Utrecht. Deze dorpsnaam wordt in de da-
gelijksche volksspreektaal verbasterd tot
Schaik van Schayk van Schayck.
Ook is de naam van de Schalkesteeg in de
stad Utrecht, aan ditzelfde woord ontleend.
Onder de oud-Nederlanders ln Zuid-Afrika is
Schalk nog als een mans voornaam in ge
bruik.
Vele nog heden ten dage in gebruik zijnde
namen wijzen in hun samenstelling van dier
namen met het achtervoegsel hart, duide
lijk hun oud-Germaansche oorsprong aan:
Leendert Leenaert Leon-hart Leeu
wenhart.
Everaert Everhart Evert
Wolfaert Wolfhart.
Bernhart Beernaert.
De helm ligt ten grondslag aan den naam
Wilhelm (Willem) en de speer of geer aan
den naam Geerhart (gerard Gerrit).
De mansnaam Victor (overwinnaar) kwam
vroeger in 't Nederlandsch voor als (Segher
Zeger).
Het Friesche Rutger is hetzelfde als het
Vlaamsche Roger of Rogier.
Dit zijn maar enkele losse grepen uit een
gebied, zoo rijk en zoo veelomvattend dat
het materiaal aan alle kanten voor het grij
pen ligt.
Voor hen die om een naam verlegen zijn
geven wij hieronder een klein, zeer verkort
uittreksel uit Winkler's register van Neder
iandsche namen:
Mannennamen:
Arend Albert Anton Addik Aer-
nout Alaric Alfred Andries Arent
Bart Bernard Boudewijn Ba uwe
Barend Berthold Christiaan Claes
Cornells David Daobert Derk
Dirk Diederik Dick Ditmar Douwe
Dries Duco Eelco Edgar Edzard
Eduard Edser Egbert Elof El-
bert Evert Engelbert Enno Erik
Ewald Ewout- Ferdinand Frans
Frits Filips Floris Folkert Foppe
Frank Frederik Gebhart Gerhart
George Gerbrand Gerrolt Godart
Govert Gysbert Harco Harm
Hein Hugo Hendrik Herman Her-
ke Hildo Huibert Idsert Ingel-
brecht Ivo Into Jan Jacob
Jelger Jelle Jelte Johan Joris
Jozef Jurgen Karei Kees Koos
Klaas Koen Konraad Lambert
Leendert Lodewijk Ludolf Louis
Maarten Marcelys Mark Mathys
Meindert Menno Michiel Nicola'as
Odo Otto Oene Okke Onno
Pieter Peter Paulus Quirinus Ro
bert Radbout Reginald Reindert
Remmert Reinier Richard Ricwold
Riemer Rinke Ruurd Roelant
Rudolf Roger Rovert Sieghart-
Siegfried Servaes Sibrand Siewerd
Sigurd Symen Simon Sjoerd
Sybrand Servaes Sytse Taco Teu-
nis Theodoor Thijs Thomas Udo
Uno Victor Walther Wilhelm
Waldomar Watse Wybe Wessel
Wybrand Wijnand Wolfert Wolfgang
Wouter IJsbrand Zeger Zadok.
Wat de vrouwennamen betreft die zijn ge
makkelijk hiervan af te leiden.
Ten overvloed geven wij er nog enkele:
Agnes Anna Aafje Auke Adel-
heid Aalmoed Aleida Barta
Baukje Bertha Brecht Carolina
Catharina Deborah Diewertje Eli
sabeth Elsa Engel Eemgard Fan
ny Femmetje Franciska Froukje
Geertruida Geziena Gisela Godfreda
Hedwig Heilwig Helena Ida
Ina Irmgard Jeltje Keetje Liane
Lydia Luytgaert Mabelia Saskia
Swanhilde Sybille Sytske The-
resia Unia Ursula Veronica Vir
gin ie Welmoed Wobbina Ybeltje
Zwaantje.
Het moderne verkeerswezen heeft de
schier onoverbrugbare afstanden van weleer
tot een minimum teruggebracht en het on
derling verkeer der volken niet weinig bevor
derd, hetgeen ongetwijfeld een groote aan
winst genoemd mag worden.
Maar ieder, die zijn vaderland lief heeft
dient nauwlettend toe te zien, en er daad
werkelijk mede voor te helpen waken, dat de
forsche. pittige eigennamen die een zoo be
langrijk deel van het idioom van onze mooie
rijke taal vormen, niet ongemerkt oplossen
en ondergaan in ongewenschte modestroo-
mingen. die het vreemde boven het eigene
doen verkiezen.
En daarom: Houdt de Hollandsche namen
hoog!
AMY GROSKAMP-TEN HAVE.
Nieuws van de Engelsche
filmmarkt.
,Tudor Rose" een aangrijpend
filmspel.
Verwikkelingen in Monaco.
(Van onzen Parijschen correspondent).
Zoo staan we dan aan den vooravond van
een van de meest delicate processen van de
laatste jaren. Delicaat is de zaak niet al
leen omdat het hier de ontvoering geldt van
een minderjarig kind. maar ook omdat de
aanklacht is ingediend tegen den regeeren
den vorst van Monaco en prinses Charlotte,
grootvader en moeder van prinses Antoi
nette. Nu is er natuurlijk geen sprake van
dat de vorst en prinses Charlotte op de a.s.
rechtszitting in Parijs zullen verschijnen en
Mr. Paul Reynaud, zal 't als woordvoerder
voor Prins Pierre tegen een collega, als ver
tegenwoordiger van den regeerenden vorst
moeten uitvechten, maar de kwestie is daar
om niet minder belangrijk en 't is daarom,
dat we aan Prins Pierre, die op het oogen-
blik in Parijs vertoeft om 't proces af te
wachten, een audiëntie hebben aangevraagd,
welke gaarne werd toegestaan, omdat de
prins, uit vrees dat ook zijn zoon, prins Rë-
nier, die op een kostschool in Engeland is,
wel eens hetzelfde lot zou kunnen treffen
als zijn zuster, de grootst mogelijke bekend
heid wenscht te geven aan dit geval.
Ons gesprek is eerst gegaan over de aan
matigingen van graaf Aynard de Chabril-
lan, die sedert eenigen tijd aanspraak maakt
op den troon van het vorstendom Monaco.
De graaf, die nog een Grimaldi als voorva
der heeft gehad, beweert dat hij méér rech
ten heeft om na den dood van den thans re
geerenden vorst, Prins Louis, op den troon
te klimmen dan prins Rénier, die tenslotte
een Grimaldi, maar een de Polignac is,
maar wanneer we daarover spreken lacht
Prins Pierre even en zegt: „laten we ons
maar niet te druk bezig houden met deze
fantasie, ook al doet graaf Aynard de Chabril
lan nu ook alles om de publieke opinie voor
zich te winnen. U weet. dat in 1918 de kwes
tie van de troonopvolging in Monaco offi
cieel en definitief is geregeld, lang voor dat
de graaf tot zijn overtuiging kwam dat hij
méér rechten zou hebben".
En als we dan eindelijk tot de kwestie van
de ontvoering van prinses Antoinette ko
men:
Zooals u weet heeft de regeerende vorst,
Prins Louis, getracht om alle schuld af te
wentelen van Miss Wanstall, de Engelsche
nurse van mijn dochtertje, door te verkla
ren dat Antoinette geheel vrijwillig was mee
gaan. De houding van Miss Wanstall bewijst
echter, dat zij wel degelijk schuldig is aan de
ontvoering en dat 't volmaakt onjuist en
bezijden de waarheid is om 't te doen voor
komen alsof de nurse gehoor heeft ge-
NATUURLIJK IN AMERIKA. Tony
Gentry heeft een chimpansee als hulp in zijn
kapperswinkel, en hij beweert dat deze acht
jarige bediende meer talent heeft dan wie ook
van zijn menschelijke collega's.
geven aan de nukken van een 15-jarig meis
je. Miss Wanstall heeft gehandeld in op
dracht van den regeerenden vorst, prins
Louis en van prinses Charlotte, de moeder
van mijn kind. De bewijzen er van hebben
we in handen. Zoo is 't bewezen, dat Miss
Wanstall gelogen heeft toen ze ondervraagd,
verklaarde mij te hebben getelefoneerd, dat
het de wensch van Antoinette was om nu
eenigen tijd van me weg te gaan. Integen
deel. ze heeft me een brief laten toekomen
waarin brutaal-weg de feiten werden ver
meld. nadat ze reeds met de auto waren
vertrokken en in Monaco waren zoodat ik
niet meer tusschenbeide kon komen. Miss
Wanstall wil 't nu ook doen voorkomen als
of ze geen macht en geen gezag had over
mijn dochter en steeds haar wil en wen-
schen moest volgen, maar die heele ontvoe
ringsgeschiedenis bewijst het tegendeel en
men zal begrijpen waarom ik kort te voren
de nurse haar ontslag had aangezegd. Waar
om verzetten de moeder en de grootvader
zich daar zoo hardnekkig tegen?
Ik weet wel, zoo gaat prins Pierre na een
oogenblik van pijnlijke stilte verder, ik weet
wel dat de regeerende vorst nu zich verhaalt
op zijn oude rechten van hoofd van het huis,
om in familie-aangelegenheden een beslis
sing te nemen waarop geen der familieleden
het recht heeft terug te komen. In zijn „Sta
tut de familie" beweert hij het recht te heb
ben gevonden om de stipulaties van de sen-
tentie-Poincaré te vernietigen. Maar dit sta
tuur bestond al lang vóór het vonnis-Poin-
caré. Het moge Prins Louis mishaagd heb
ben Indertijd zijn proces te hebben verloren,
maar goedschiks of kwaadschiks heeft hij
het aanvaard en de sententie-Poincaré is de
..pacte de familie" geworden. Dit „pact"
aangenomen en uitgevoerd door Prins Louis
en prinses Charlotte, voorzag juist in 't geval
van mogelijke conflicten en meeningsver
schillen door 't onderwerpen van 't geval aan
een arbitrage-commissie. Ze hebben dat on
derteekend en ontkennen het nu. Nu is de
vraag of de ..souvereine autoriteit", iets wat
in onze eeuw toch wel héél onmogelijk
klinkt, zoo maar het vonnis van den ex-pre
sident van de Republiek, Poincaré, kan ver
nietigen.
Ik "geloof van niet.
Poincaré was bijzonder goed op de hoogte
van de toestanden in Monaco, want hij was
vroeger reeds de raadsman van prins Albert
in diens moeilijkheden met zijn zoon, prins
Louis, die thans regeert.. Toen was prinses
Charlotte de inzet van het spel en wat haar
overkwam, herinnert aan hetgeen thans met
onze dochter geschiedde. Prins Louis liet zijn
eigen dochter, prinses Charlotte toen ontvoe
ren en schuil houden in de omstreken van
Parijs om zoo pressie uit te oefenen op prins
Albert, zijn vader.
Ik vraag me af: als de prins van Monaco
beweert alléén-heerscher in de familie-aan-
jelegenheden te kunnen optreden, of hij dan
ook geen verplichtingen heeft. Medewerken
aan de ontvoering van een kind onder voor
wendsel dat mijn dochter bij mij te mondain
werd opgevoed, dat is toch werkelijk bene
den de waardigheid van een souverein en
als men de proclamatie leest, dat de prinses
naar Monaco is geroepen om daar „patriar
chaal" te leven, dan haalt men de schou
ders op
De prins is opgestaan. Duidelijk verraden
zijn gelaatstrekken zijn hevige emotie. Dan:
men vergeet zoo licht dat wijmaar
neen: wat zou een burger-huisvader doen,
wanneer men hem zijn kind ontvoert? Nu,
voor ons is dat precies hetzelfde. Mijn doch
tertje was mijn alles, mijn leven... in span
ning wacht ik het vonnis van de Justitie af
opdat men mij haar terug geeft
En 't valt me op hoe deze nog jeugdige
prins in eens ood. héél oud en héél nioe lijkt.
HENRY A. TH. LESTURGEON.
(Van onzen Londenschen correspondent)
De ..Tudor Rose" is Lady Jane Grey, ne
gen dagen Koningin van Engeland na den
vroegen dood van Edward VI. Het droevig
lot van dit even begaafde als ongelukkige
meisje wordt ons voorgesteld in de jongste
historische film, die in de studio's van
Shepherd's Bush is gemaakt. In haar tijd
had Engeland nog geen wet voor de troon
opvolging en het schavot en het gekonkel en
de kuiperij van de edelen bepaalden vaak de
kansen van troonopvolgers en -pretenden
ten. De nieuwe film geeft er een onvergeet-
lijk en vaak aangrijpend beeld van. Het eer
ste en het laatste kwartier van een vertoo
ning, die ongeveer vijf kwartier duurt zijn
het meest bevredigend. En wat er tusschen
valt laat zich met belangstelling aanschou
wen en aanhooren, het laatste vooral in de
preeken, in het aantrekkelijke Engelsch met
den Schotschen tongval, van den hervormer
John Knox. Het tragische geval van Lady
Jane Grey en het staats- en majesteitelijk
leven van den tijd, de tweede helft van de
16de eeuw. met zijn bloedigheid en zijn
wreedaardigen zelfzucht en eerzucht in de
mannen rond het Hof. maken een film, die
dit wil uitbeelden sómber.
De eenige verlichting wordt verschaft door
den knaap Koning Edward voor dat zijn
zwak gestel hem cp zijn sterfbed legt. De
rol wordt voortreffelijk gespeeld door een
nieuweling onder de jeugdige filmartisten
in Engeland. Desmond Tester. Zijn sterfbed
is niet het eenige. Wij beginnen met dat van
Henri VIII, een zwaar vergaan lichaam waar
in met een laatste opleving kracht genoeg
blijft om de orde van de troonsopvolging aan
de om het bed verzamelde ministers mede te
deelen. De laatste krachtsinspanning
Frank Cellier, die veteraan van het Engelsch
tooneel. maakte er een indrukwekkend too-
neel van was overbodig. De edelen en mi
nisters zouden anders konkelen.
De geschiedenis van Lady Jane behoeft
niet te worden verteld Genoeg zij het te ver
melden. dat de aartskon keiaar de Hertog van
Northumberland Lady Jane, die hij inmid
dels met zijn jongsten zoon had laten trou
wen, tot Koningin van Engeland deed uit
roepen. in plaats van Mary Tudor 'in de ge
schiedenis bekend als ..Bloody Mary") aan
wie de kroon toekwam. Dat was te veel voor
het volk dat zijn rechtvaardigheidszin hevig
gekwetst voelde. Het historisch tooneel van
den volksjongen, die in de menigte bij Jane's
tocht door Londen om Mary riep en het sein
gaf aan de rest van de menigte is in de film
goed weergegeven.
Maar het vervolg van dit tooneel, de
schandpaal waaraan de jongen met de ooren
vastgespijkerd werd en waarvan hij daarna
werd losgescheurd, blijft ons gespaard.
Northumberland's ondergang na zijn neder
laag tegen de strijdkrachten van Mary wordt
aangegeven in het tooneel, waarin hij ge
broken, gewond en met gescheurde kleeren
naar Londen terugkeert. Er is een interes
sant beeld van de oude London Bridge met
de huizen er op en fraai camera-werk van
Windsor Castle en ruiters op de Long Walk
van het park. Van de terechtstelling van
Lady Jane en haar geliefden echtgenoot
zien wij alleen den optocht van militaire en
kerkelijke autoriteiten, soldaten, beulsknech
ten en beulen in bloote armen, zwarte jak
ken en maskers voor de oogen en ln het
voorbijgaan het hoofdje van het rampzalige
meisje, dat naar het blok neigt. De duiven
op de muren van den Tower schrikken van
het salvo, dat den afloop van de executie
aankondigt en als de camera nog even
een laatste fladderende duif heeft gevolgd is
het einde gekomen.
Nova Pilbeam, die juist den 17-jarigen
leeftijd heeft bereikt van de heldin, die zij
vertolkt, maakt haar spel aantrekkelijk en
aannemelijk. Andere vertolkers behalve de
reeds genoemde zijn o.a. Sir Cedric Hard-
wicke als Northumberland. Gwen Francon-
Davies als Mary, Sybil Thorndyke als Ellen,
de dienstmaagd van Jane, een ware ster-be
zetting dus.
A. K. VAN R.
CELLULOIDSNIPPERS
Naar wij vernemen zullen Ruby Keeler en
Dick Powell voor Warner Bros optreden in
een film-musical naar een novelle van
Louis Bromfield.
Voorts zullen Pat O'Brien en George Brent
hoofdrollen spelen in Frank Weads verhaal
.Submarine 262",
Manuscript van
„Green Light" klaar.
Milton Krinms is klaar gekomen met het
manuscript van „Green Light", dat gebaseerd
is op het bekende boek van Lloyd C. Douglas.
Nieuwe rol voor Norma Shearer.
Norma Shearer, die momenteel in de Metro-
Goldwyn-Mayer studio werkt aan „Romeo en
Julia", zal na de beëindiging van deze film
de hoofdrol spelen in „Pride and Prejudice",
naar het boek van Jane Austen.
Freddie Bartholomew, Jackie Cooper en
Mickey Rooney zullen samen in één film
optreden: The Devil was a Sissy.
12 Films bij Warner Bros gereed.
Warner Bros berichten de voltooiing te
Burbank van twaalf groote films. Drie .Spe
cials" zijn: „Anthony Adverse" (De Kleine
Madonna) met Fredric March, .The Green
Pastures" en Hearts Divided" met Marion
Davies en door Dick Powell, Edw. Everett
Horton, Charles Ruggles en Claude Rains;
voorts: ,Jail Break" met Craig Reynolds, June
Travis en Barton MacLane; „Two against the
world" met Humphrey Bogart en Beverly
Roberts: „The Big Noise' met Guy Kibbee,
Alma Lloyd en Warren Hull: ..Sons O'Guns"
met Joe E. Brown, Joan Blondell en Beverly
Roberts; „I married a doctor" met Pad
O'Brien en Josephine Hutchinson; „The
law in her hands" met Margaret Lindsay,
Glenda Farreli en Warren Hull; „The gol
den Arrow" met Betty Davies en George
Brent; .Timis S^are Playboy" met Warren
William en Juné^Travis en „Murder by an
Aristocrat" met Marguerite Churchill en
Lyle Talbot.