Paardenfolcdag te Roermond.
Binnen twaalf uur...
Ue oude schipbrug van Vianen Is Dinsdag naar Zutphen gesleept om de verkeersbrug over de IJsel, die wegens reparatie
voor het verkeer gesloten wordt, te vervangen. De aankomst van de schipbrug op de plaats van bestemming
Melk is goed voor elk.
Een frissche teug tijdens een genoegelijken dag in de speelplaats, welke op het
IJsclubterrein te Amsterdam is ingericht
Perry valt in zijn partij tegen den Amerikaansehen tennis- Joilei YOOT de jaarlijksche gTOOte land-
speler Grant tijdens de internationale kampioenschappen te
Wimbledon bouw-en veeteelttentoonstelling Ie Bristol
dae=hrDePOpt'chttheid'loof hef standi ln het Stedelijk Museum te Amsterdam wordt Zaterdag 4 Juli een tentoonstelling
beeld van Rpug^dejisie te Lons-ie- yan Aziatische Kunst geopend. Het inrichten der expositie
Dienstplichtigen der lichting 1938 verlaten de .Rol
zaal op het Binnenhof te den Haag, waar Dinsdag
middag de gebruikelijke .loting" plaats had
Op den Midden-Limburgschen paarden-
fokdag te Roermond waren deze week
vele mooie exemplaren aangevoerd
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt
door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadruk verboden).
10)
„Hij kan, net als wij zijn gaan dineeren.
opperde ze.
„Ik vrees dat die veronderstelling onjuist is.
Ik heb dat zelf ook eerst gedacht, weet u. en
heb een kijkje genomen in het derde-klas
restauratierijtuig."
„En daar was hij niet?"
„Neen".
Zij bracht nog een andere mogelijkheid te
berde.
„Misschien heeft hij in een der gangen
staan rooken. Dan zou hij nu terug kunnen
zijn."
„Wilt u dat ik even poolshoogte ga ne
men?"
„Als het niet te veel gevergd is, heel graag?"
„Dus het is van belang?"
„De arme man is niet goed?"
Hij had dus nog niet. haar volle vertrou
wen. flitste het door Freddy's brein. Haar
bezorgdheid was grooter dan zelfs ae teerhar-
tigste passagier geacht kon worden te koeste
ren ten opzichte van een volkomen vreemde
in denzelfden trein.
Freddy stond op. ietwat teleurgesteld en de
kellner, die juist met de tarbot verscheen,
haalde vragend de wenkbrauwen op.
..Ik ben in een minuut terug", glimlachte
Freddy tegen den dienenden geest „Ik heb
iets in mijn compartiment laten liggen."
Uit de zijgang keek hij in de coupé, waar
de man in het bruin gezeten had. Het com
partiment was nog leeg.
Op het punt rechtsomkeert te maken, be
dacht hij zich, ging het compartiment binnen
en liet zijn oogen onderzoekend ronddwalen.
In het eerst kon hij niets bijzonders ont-
dekkn. Toen begon op den achtergrond van
zijn bewustzijn een gewaarwording te sche
meren, dat er iets veranderd moest zijn. Er
was een verschil met daarnet een kleinig
heid maar het was hem niet mogelijk di
rect uit te maken wat. De krant was er nog.De
kleine bruine koffer was er ook nog. En toch...
die bruine kofferdaar was iets mee!
Met een schok drong het tot hem door.
„De koffer is verplaatst!" kwam het over
zijn lippen.
De koffer had eerst in den hoek van het ba
gagenet gestaan. Nu stond hij misschien een
halve meter van den hoek af.
Sinds hij het laatst hier was geweest, moest
iemand het compartiment zijn binnengegaan
en die tasch hebben verplaatst, om daarna
weer te verdwijnen. Als de bewuste persoon
de eigenaar vair den koffer was. waarom had
hij de coupé dan ten tweeden male verlaten?
De oplossing was misschien heel eenvoudig,
aan den anderen kant misschien ook niet en
gezien de bezorgdheid van Miss Leveridge,
was Freddy maar al te geneigd tot een pes
simistische opvatting. Veronderstel dat de-
geen. die den koffer verschoven had, den
eigenaar niet was? Zou die persoon zich dan
alleen bepaald hebben tot. het verplaatsen van
de tasch of haar ook hebben geopend? En zoo
ja. om welke reden?
Toen deed Freddy Reeve iets heel onrecht
matigs en vrijpostigs. Hij stapte naar de
plaats waar de koffer stond, strekte zijn hand
uit en haalde het voorwerp, dat zijn geest zoo
in beroering bracht, naar beneden.
De volgende seconde was de tasch open en
staarde hij naar den inhoud. Die inhoud be
stond uit kleine leeren notitieboekjes. De klei
ne koffer was er vrijwel mede gevuld. Elk no
titieboekje wa.$ voorzien van een keurig pot
loodje en op den omslag stonden de woorden:
„Noteer ons heden, want morgen zijn we
vergeten!"
Reismonsters blijkbaar, oordeelde Freddy.
De man in het bruine pak was dus handels
reiziger. Een kaartje, dat bovenop lag, gaf
verdere informatie omtrent den onbekende.
Het luidde:
Messrs. RACE SPLENDON,
Grossiers.
Vertegenwoordiger
Mr. W. G. Biddock.
Zoo, dat wat dat! De inhoud van den kof
fer onthulde niet veel omtrent het ver
moedelijke mysterie en na nog een halve mi
nuut misschien intens naar het kaartje en
de notitieboekjes gekeken te hebben, sloot
Freddy met een zucht de tasch, zette haar
weer precies op de plek waar hij haar ge
vonden had en draaide zich om, om heen te
gaan.
Maar iets hield hem nog terug. De krant!
Bevond die zich tenslotte inderdaad nog in
den toestand, waarin hij haar had achter
gelaten? Neen, de krant bevond zich niet meer
in dien toestand. De pagina met het portret
van Miss Leveridge, had bovenop gelegen. Nu
lag een andere pagina boven. Dat moest hem
ook al een prikje in zijn onderbewustzijn heb
ben gegeven, toen hij het compartiment was
binnengekomen en bijgedragen hebben tot
het gevoel dat er iets veranderd was. De groo-
te onbekende, die zich vóór hem met den kof-
Ier had beziggehouden, was ook met zijn han
den aan de krant geweest.
Freddy nam het blad weer op. Werktuigelijk
sloeg hij de bovenste pagina om, een tweede,
en derde
..Wel verdraaid!" ontsnapte hem.
De pagina waarop het portret van Miss Le
veridge stond, was weg.
Koffer verplaatst..,, portret weg! De
woorden gondsden door zijn hoofd, het eene
oogenblik zwaar van beteekenis, het volgende
oogenblik met iets van dwaze onwezenlijk
heid. Toen mengden zich andere stemmen in
het ontzenuwend gegons: Man in comparti
mentman niet in compartimentman
nergens., koffer verplaatstkoffer ge
opendportret wegman nergens
Hij gaf het op en verliet de coupé, verge
tend de krant weer neer te leggen zooals hij
haar nu gevonden had. Maar plotseling
scheen het hem toe, dat onzichtbare vingers
zich uitstrekten en hem omklemden, als waren
ze onwillig hem te laten gaan. Het comparti
ment probeerde tegen hem te praten, maar
hij kon de boodschap niet hooren.
„Hemel-nog-aan-toe!" mompelde hij plot
seling.
In een wip was hij in de coupé terug. Hij
bukte en keek onder de banken. Er was alleen
een doffe glans van metaal. De verwarmings
buis.
Hij stond op en veegde over zijn voorhoofd.
Het was klam. De verwarmingsbuis was daar
niet verantwoordelijk voor. De schuld lag on
getwijfeld bij de serie schokkende ontdek
kingen. die hij gedaan had.
Freddy had bepaald een verstikkend ge
voel, tóen hij den corridor weer inging. In de
twee uren die achter hem lagen, was hij aan
vele emoties ten prooi geweest. Dat mat een
mensch af! Bovendien had hij onder de ban
ken naar een lichaam gezocht. Ook dit be
neemt iemand den adem. Het raampje van
het portier in de gang was heelemaal om
laag getrokken en liet een verfrisschende
bries door. In een soort reflexbeweging stak
Freddy het hoofd buiten het venster en
ademde de verkwikkende lucht met diepe
teugen in.
Het landschap dat langs zijn oogen gleed
was een toonbeeld van vrede en rust. Een
kind, dat op een boerenerf naar den voorbij
snellenden trein stond te kijken, stak zijn
handje op en wuifde. Freddy wuifde terug....
Genadige goedheidwat was dat? Wat ge
beurde er? Iets d" le als lood tegen zijn
rug, het was of 7 ?enen duizend pond
wogen en toen ope; heelemaal geen ge
wicht meer schenen te hebbel? "n werden
omhoog gelichtZijn lichaam werd naaJ
buiten getildHij trapte. Hij trapte hard;
geweldig als een razende. Het landschap zag
er aanlokkelijk uit, maar hij had geen lust
op deze wijze erin terecht te komen! In twee
seconden had hij zijn lichaam opzij geslin
gerd en die plotseling onweerstaanbaar-lij-
kenae voortstuwing van zich afgeschud. Zijn
hoofd was weer binnen den corridor, puffend
en naar lucht snakkend.
Hij keek in de gang, naar beide kanten. Hij
was alleen
XI.
LYDIA'S VERZOEK.
Toen hij zijn eigen compartiment passeer
de, op zijn terugweg naar het restauratie
rijtuig. hoorde Freddy zich naroepen.
„Hallo!" klonk de stem van den dikken heer
minzaam, „Ik dacht dat u aan het dineeren
was?"
Freddy dacht snel na en opeens schoot hem
een oplossing voor dit nieuwe probleem t«
binnen, die hem aantrok door haar eenvoud.
Waarom zou hij niet de waarheid zeggen? Tot
op zekere hoogte natuurlijk. Het is de kleine
waarheid, die met succes de groote leugen
bemantelt„Technisch gesproken", ver
klaarde hij ,,ben ik inderdaad aan het dinee
ren, Om precies te zijn, ik ben aan de visch.
Maar de gedachte aan dien armen, zieken ke
rel liet me geen rust en toen besloot ik er
maar eens even langs te loopen en te kijken".
.Buitengewoon attent van u", prees de In
drukwekkende mijnheer. „Ik hoop, dat u hem
in goede conditie gevonden hebt."
„Eerlijk gezegd", glimlachte Freddy, „heb lk
hem noch in goede, noch in slechte conditie
gevonden, Ik vond hem heelemaal niet!"
Meent u het heusch?" riep de ander uit.
..Dan ben ik benieuwd wat er met hem ge
beurd is!"
„Och, ik denk dat hij óók is gaan eten",
verklaarde Freddy luchtig. „En nu moet ik
weer naar mijn eigen diner terug".
(.Wordt vervolgd). _j