Loder en het Internationaal Gerechtshof.
Tandheelkundig
Instituut
SEHEEL GEBIT
DINSDAG 4 AUGUSTUS 1936
HAARDE M'S DAGBLAD
3
Wijzigingen in ontwerp-
Ziekenfondswet.
Regeering wil vrije artsen
keuze handhaven.
lÊenig toezicht van hooger gezag wenschelijk
geacht.
Bij vierde nota van wijzigingen in het wets
ontwerp tot regeling der ziekenfondsen zijn
verschillende veranderingen aangebracht.
De minister heeft zich aldus de
toelichting tot deze nota gesteld ge
zien voor de vraag, of het ontwerp-
ziekenfondswet moest blijven liggen of
worden ingetrokken of verdere behan
deling van dit ontwerp met het doel,
dat een wettelijke regeling tot stand
komt, noodig is. Hij is tot de slotsom
gekomen, dat een wettelijke regeling
om meer dan een reden in hooge mate
gewenscht is.
Allereerst, omdat er kleine fondsen bestaan,
die niet dan gebrekkig in de noodige hulp
kunnen voorzien. Fondsen met grooteren om
vang zijn voor een geneeskundige verzorging
der arbeiders noodig.
Bovendien is het nuttig, dat eenheid van
verzorging en van behandeling van zaken
onder de fondsen bestaat, daarbij is eenig toe
zicht van hooger gezag zeer wenschelijk. Er
bestaat ook strijd tusschen fondsen en ge
neeskundigen. Er is een zekere neiging, de zgn.
vrije artsenkeuze af te schaffen en de genees
kundigen te maken tot ambtenaren van de
fondsen. Dit is niet in het belang van den
geneeskundigen stand en van de patiënten,
die alleen bij zeer groote fondsen in beperkte
mate wellicht eenige keuze kunnen hebben
tusschen enkele aan dat fonds verbonden ge
neeskundigen.
De vrije artsenkeuze wordt van de
zijde der geneeskundigen voor de
groote meerderheid terecht als eisch
gesteld. Anderzijds moet worden ge
waarborgd, dat het fonds, en de leden
van het fonds, tegenover eventueele
misbruiken van de zijde der medici en
pharmaceuten niet machteloos staan.
De regeering heeft, ook in verband met art.
50 van de ziektewet, de roeping, te waken en
maatregelen te nemen in het belang van de
goede verzorging van zieke arbeiders. De mi
nister stelt er daarom prijs op, dit wetsont
werp zoodra mogeiijk verder te behandelen
en het wet te doen worden.
OPGEWEKTE STEMMING AAN BOORD VAN-
DE „SLAMAT".
De kapitein van de Slamat" welk schip
met een 450-tal meisjes een tocht naar Schot
land maakt,, seinde Maandagmiddag het vol
gende
„Het schip bevaart de Iersche zee. Het is
opklarend weer. Er heerscht een opgewekte
stemming aan boord. Alles wel''.
Burgemeester van Breda
geïnstalleerd.
De heer B. W. Th. van Slobbe.
[Maandag werd de nieuwbenoemde burge
meester van Breda de heer B. W. Th. van
Slobbe als zoodanig geïnstalleerd. Nadat de
loco-burgemeester de heer J. G. van Buitenen
mededeeling had gedaan van het benoemings
besluit en van het bericht der beëediging,
werd de here Van Slobbe door een oommissie
bestaande uit de vier fractie-voorzitters de
raadzaal binnengeleid. Wethouder van Buite
nen nam vervolgens het woord en herinnerde
aan de prettige verstandhouding, welke steeds
tusschen de raad en oud-burgemeester Van
Sonsbeeck had bestaan en aan de belang
stelling der burgerij, wie de man zou zijn aan
wiens handen de koningin het wel en wee
der stad zou toevertrouwen.
Hij wees voorts op de moeilijke tijdsom
standigheden, waarin ook Breda is komen te
verkeeren en op de moeilijkheden welke zich
bij de oplossing van deze vraagstukken voor
doen.
Wethouder van Buitenen deelde verder
mede, dat B. en W. en de gemeenteraad ver
heugd zijn over deze benoeming, zoodat zij
den burgemeester met groot vertrouwen tege
moet treden.
Zonder eenig voorbehoud zegde hij den
loyalen steun toe van B. en W. en den ge
meenteraad. Hij eindigde met burgemeester
Van Slobbe den ambtsketen om te hangen,
en den voorzittershamer te overhandigen.
Burgemeester van Slobbe, hield hierna een
rede.
Glasfabriek Leerdam wordt
voortgezet.
Overeenkomst bereikt.
Blijkens een bericht van de trustee heeft
de uitloting plaats gehad van obligaties dei-
Glasfabriek Leerdam. Uitgeloot zijn in totaal
f 36.000 5V2 pet. hypothecaire obligaties.
De voor de betaling van de uitgelote obli
gaties en rente benoodigde gelden, zijn be
schikbaar gesteld door de groep-Van Rossum,
Hieruit mag worden afgeleid, dat tenslotte een
definitieve overeenkomst met deze groep be
reikt is tot voortzetting van het bedrijf.
De nieuwe steunregeling en de
huurtoeslag.
Het bestuur van het N.V.V. heeft aan den
minister-president en aan den minister van
sociale zaken het volgende telegram gezon
den:
„Hebben kennis genomen van communiqué
inzake wijziging steun- en werkverschaffings
regeling. Achten verschillende maatregelen,
welke verbetering inhouden en waarop door
het N.V.V. reeds herhaaldelijk is aangedron
gen, dringend noodzakelijk. Tegen intrekking
huurtoeslag moet ons bestuur echter met
den grootsten ernst waarschuwen. Duizenden
gezinnen zijn onmogelijk in staat zonder
toeslag de huur te betalen. Verwachten van I
dezen maatregel groote moeilijkheden. Drin-
gen daarom ten sterkste op handhaving
Jiuurtoeslag aan".
Heeft Polen van ons land
concessies gekregen?
Grooter goederen-uitvoer naar Ned.-Indië?
De Poolsche minister van Handel, de
heer Roman, die van zijn reis door
Nederland in de Poolsche hoofdstad is
teruggekeerd, heeft medegedeeld, dat
Polen van de Nederlandsche regee
ring nieuwe concessies heeft gekregen
op het gebied van den goederenuit-
voer naar Nederlandsch-Indië. De
minister, die deze mededeeling met
groote voldoening verstrekte, wees er
op, dat deze concessies voor Polen
vooral van groote beteekenis waren,
omdat de Poolsche exporthandel zich
in den laatsten tijd hoe langer hoe
meer pleegt toe te leggen op den uit
voer naar overzeesche landen. (A.N.P.)
Italiaansch voorstel inzake het
handelsverkeer.
Italic wil meer invoeren om achterstallige
schulden te liquideeren.
„Financial Times" publiceerd, volgens de
Tel., thans het voorstel der Italiaansche
autoriteiten aan de Nederlandsche vertegen
woordigers op de Italiaansch-Nederlandsche
handelsconferentie, dat tot een een onder
breking van het overleg heeft geleid.
De Italiaansche regeering zou hebben voor
gesteld het handelsverkeer zoodanig te rege
len, dat principieel de in- en uitvoer der beide
landen gelijk is, terwijl Italië echter gelegen
heid zou krijgen door vijftien pCt. meer in te
voeren, geleidelijk zijn achterstallige schulden
te betalen.
JONGEN VAN EEN TRAP GEVALLEN.
Het ongeveer 4' .-jarig eenig zoontje van de
familie Van Steendeler, uit Amersfoort, dat
logeerde bij zijn grootmoeder, mej. de wed.
Clements, te Leerdam, had het ongeluk van
de trap te vallen en op het hoofd terecht te
komen in de benedengang. Bewusteloos werd
het ventje door de familie opgenomen. Een
ontboden geneesheer constateerde een ern
stige hersenschudding. Zonder tot bewustzijn
te zijn gekomen, is het ventje in den loop van
den middag overleden.
POLITIEHOND JOEG TWEEHONDERD MAN
OP DE VLUCHT.
Een rumoerige bespreking van den toestand
in Spanje, heeft Maandagavond om tien uur
in de Van Woustraat te Amsterdam, aanleiding
egeven tot eenig geharrewar tusschen poli
tieke tegenstanders. Er ontstond een volks
oploop, als gevolg waarvan een agent van
politie, die zijn hond bij zich had, zich ge
noodzaakt zag de menigte tot doorloopen aan
te manen. Toen hieraan geen gevolg werd
gegeven, liet hij den riem, waaraan hij den
hond vast had, eenigszins vieren. Het dier
greep daarop een der omstanders beet en dit
was voor de menigte aanleiding zich schielijk
uit de voeten te maken. De rust was toen dra
weergekeerd.
Koninklijke Militaire Kapel
bestaat 60 jaar.
Feestconcert in den Haagschen Dierentuin.
Maandagavond heeft de Koninklijke Mili
taire Kapel ter gelegenheid van het feit, dat
het 60 jaren geleden is dat wijlen Koning
Willem III het praedicaat „Koninklijke" ver
leende aan het muziekkorps van het regiment
grenadiers en jagers, een feestconcert gegeven
in de groote zaal van den Haagschen dieren
tuin.
De belangstelling voor dit concert was zeer
;root. Vele civiele en militaire autoriteiten
waren aanwezig, terwijl vele bloemstukken en
kransen, waaronder een van de Haagsche
burgerij, het podium sierden.
Bij het betreden van het podium werd de
directeur de kapitein C. L. Walther Boer, met
een spontaan applaus begroet. De kapel speel
de het Wilhelmus.
Voor de pauze werd ten gehoore gebracht
Symphonie no. 5 „Aus der neuen Welt" van
A. Dvorak en na de pauze „De Speeldoos van
Pandora", suite voor harmonie-orkest, van
F. E. A. Koeberg.
Het concert, dat bij de vier militaire mar-
schen waarvan aan het slot de grenadiers-
marsch, zijn hoogtepunt bereikte, was een
groot succes. Op ondubbelzinnenge wijze
gaven allen van hun instemming met het ge-
bodene blijk.
Hierna hebben enkele sprekers zich tot tolk
gemaakt van de vele vrienden, die de militaire
kapel heeft. Zij stelden in het licht, wat de
kapel voor hen beteekent en uitten hun beste
wenschen voor de toekomst.
DE „TARAKAN" TE ORESUND.
Het m.s. „Tarakan" heeft op de vierde
jeugdreis de Oresund bereikt. Het schip had
een goeden overtocht, welke begunstigd werd
door mooi weer. De stemming aan boord is
uitmuntend.
Limburgsche Sociale Studie
week te Rolduc.
Maandagaochtend is te Rolduc, waar de 12e
Limburgsche sociale studieweek wordt gehou
den. gesproken door dr. A. J. M, Cornelissen.
bibliothecaris der R.K. Universiteit te Nijme
gen over „de diepere oorzaak van de bestaan
de sociaal- economische crisis".
Spreker ontwikkelde als algemeen thema:
de mensch, als redelijk wezen is sinds jaren
miskend. Aan deze miskenning hebben zich
zoowel niet Katholieke stelsels als bepaalde
stroomingen in katholieke kringen, schuldig
gemaakt. In het liberalisme, socialisme, com
munisme, nationaal-socialisme en fascisme
leeft niet het juiste besef van de menschelijke
waardigheid. In Katholieke kringen zijn som
migen tot een super-naturalistische opvat
ting van het menschelijk leven vervallen. De
hiërarchie der levenswaarden, de juiste waar-
deerïng van middel en doel is zoekgeraakt.
Prof. ar. J. B. Kors, dominicaan, R.K. Uni
versiteit te Nijmegen, sprak over de gevolgen
van de werkloosheid, op economisch en licha
melijk gebied, door verarming, ondervoeding,
'oeiende onbekwaamheid, van verbittering,
van afstomping. Op moreel en godsdienstig
gebied door demoralisatie, ontwrichting van
het gezinsleven .lediggang, wanhoop aan God,
verzwakking in het geloof en meerdere vat
baarheid voor allerlei dwalingen.
I
Een halve eeuw geleden
Hoe het Hof in Nederland zijn zetel kreeg üil Haarlem's Dagblad van l886'
Een gestreng maar hoogstaand
President.
Nu voor het eerst sinds het door
den Volkenbond in het leven geroe
pen Permanente Hof va.n Interna
tionale Justitie, kortheidshalve in de
wandeling het Internationaal Ge
rechtshof genoemd, in Februari 1922
zijn werkzaamheden begon, Neder
land bij de in het Vredespaleis zete
lende rechters een zaak aanhangig
heeft gemaakt, bestaat er alle reden
op een en ander uiit de historie vam
het Hof bijzondere aandacht te ves
tigen. -
Zoo b.v, hoe het kwam, dat het Hof zijn
zetel in Nederland kreeg, op welke wijze mo
gelijk is gemaakt, dat het eene land het an
dere voor het hooger gerecht kan dagen en
voorts ook, hoe bereikt is, dat er tal van
practische waarborgen zijn geschapen voor
een deugdelijke methode om tot eem uit
spraak te komen.
Het is een onzer .grootste landgenooten uit
dein modernen tijd geweest, die miet betrek
king tot dit drietal resultaten, hoogst waar
devol werk heeft verricht. Ik denk hier aan
den in November van het vorige jaar op hoo-
gen leeftijd overleden Mr, Loder, in wiem een
tot ver buiten onzer gmenzen even beroemde
als geziene internationale jurist aan ons land
èn aan de wereld ontviel.
Aan zijn op zijn 70ste jaar begonnen schit
terende internationale loopbaan was een
niet minder geslaagde carrière binnen de
nationale muren voorafgegaan. Eerst een
groote en een voortreffelijken roep genie
tende advocatuur, vervolgens een welge
slaagd lidmaatschap van den Hoogen Raad.
Tijdens den wereldoorlog begon hij zich in
bijzondere mate ook aan bevordering van
het internationale recht te wijden in dien
zin, dat hij bovenal de hand had in een
door de Nederlandsche groep van de Cen
trale Organisatie voor een duurzamen vrede
(die in de neutrale landen aan den slag
ging) gereed gemaakt ontwerp-verdrag be
treffende vreedzame oplossing van interna
tionale geschillen.
Als in Maart 1919 de neutrale staten de
gelegenheid krijgen zich tijdens de Parijsche
vredesconferentie te laten hooren naar aan
leiding van het daar opgestelde ontwerp-Vol-
kenbondshandvest. maakt Loder deel uit van
de door onze Regeering naar de Framsehe
hoofdstad uitgezonden delegatie.
Een klein jaar latei*, in Februari 1920, vindt
onder zijn voorzitterschap in Den Haag een
conferentie der ex-neutrale landen plaats,
met de bedoeling een voorontwerp voor het
op te richten Internationaal Gerechtshof
klaar te maken dat men den Volkenbond
zou kunnen aanbieden met het oog op den
straks door den Bond ten dezen te onderne
men arbeid. Op deze conferentie toonde Lo
der, dat het hem aan doorzettingsvermogen
al evenmin als aan breed en scherpzinnig
inzicht ontbrak. Van talmen was hij iniet
gediend en wanneer eenige heeiren hun taak
al te makkelijk blijken op te vatten, met het
gevolg, dat het iets minder vlug gaat, dan in
Loder's oogen terecht wenschelijk scheen
deinst hij er niet voor 'terug hun een deel
van het werk uit handen te nemen.
Het ontwerp kwam spoedig
tot stand.
Het ontwerp kwam aldtiis spoedig tot
stand. Dat het met vrucht gebruikt is dooi
den Volkenbondsraad en nieit te vergeten
door de commissie, die ingevolge Bomdsop-
draoht in Juni van hetzelfde jaar. eveneens
in het Vredespaleis in Den Haag, samen
kwam om het ontwerp-Statuut voor liet Hof
op te stellen, staat vast. En ook. dat dank zij
Lodea-'s bemoeiingen (en zijn samenwerking
voor dit alles met den boenmaligein Minister
van Bui'tenlandsche Zaken Jhr. Mr. v. Kar-
nebeek), bereikt werd, dat men besloot den
zetel van liet nieuwe Hof in Nederland te
vestigen. Met zeer veel beleid wist het twee
tal v. Kar n e b e e k - Lo der dit te bewerkstelli
gen. Er waren kapers op de kust, maar zij
slaagden er in, ons land de eer en het voor
deel te doen genieten van het Internationaal
Gerechtshof te mogen huisvesten.
Wat nu de mogelijkheid betreft om een ge
schil door de rechters in het Vredespaleis te
doen beslechten, zonder dat het rnoodig is,
hiertoe eerst de instemming te verwerven
van den staat, dien men voor het Hof wil
dagen, ook te dien aanzien heeft Loder's
ijveren zeer grooten invloed gehad. Toen
men zich bezig hield met het ontwerpen van
een Statuut voor het Hof. bleken er nl. twee
stroomiingen te zijn. Een. die het niet meer
dan gewoon vond. dat althans in geval van
een rechtsgeschil het Internationaal Ge
rechtshof vanzelf bevoegd zou zijn om, als
slechts één partij het geschil aanhangig
maakte, de zaak te behandelen. M.a.w. dit
was de strooming van hen. die meenden dat
voor staten precies hetzelfde beginsel moest
gelden tenminste wat rechtgeschillen be
treft als binnen een staat voor de burgers
geldt: wie zijn medeburger voor den rechter
wenscht te dagen, heeft immers niet nog
eerst de medewerking noodig van den man
met wien hij een kwestie heeft. De andere
strooming echter, welke vooral bij de verte
genwoordigers van de groote mogendheden
viel waar te nemen, voelde voor toepassing
van dit beginsel wat de verhoudingen tus
schen staten aangaat niets. Zij meenden, dat
elke staat vrij moest blijven om in ieder ge
val op zichzelf te beslissen of hij wel naar
den internationalen rechter wilde gaan.
Daarom moest volgens de aanhangers van
deze opvatting het Internationaal Gerechts
hof alleen bevoegd zijn, zich met een zaak
bezig to houden als beide partijen het ver
langen daartoe, in den vorm van een over
eenkomst om gezamenlijk naar het Hof te
gaan, kenbaar gemaakt zouden hebben.
Loder, een vurig
kampioen.
Loden* nu toonde zich een der vurigste
kampioenen voor het door de staten doen
aanvaarden van de verplichting zich aan
's Kofs rechtspraak te onderwerpen, indien
het om een rechtsgeschil zou gaan. En het
is in belangrijke mate aan zijn no'belen strijd
voor dit beginsel te danken geweest, dat de
Volkenbondsvergadering tenslotte in het in
December 1920 vastgestelde Statuut een be
paling opnam, waardoor de staten, welke
hiertoe bereid zijn. een bijzondere overeen
komst, als aanvulling van het Statuut, kun
nen teekenen ten einde onder elkaar de z.g.n. i
verplichte rechtspraak te aanvaarden.
In een schitterend betoog had Loder de
stelling verkondigd, dat allen dit eigenlijk
hadden moeten doen, doch wanneer nu
in 1920 sommigen (met name de groote
mogendheden) hiertoe nog niet bereid waren
eens zouden ook zij dien weg bewandelen
„De toekomst is aan ons, mijne heeren". Al
dus riep hij met bijkans profetische kracht
uit: negen jaar later. ging. wat Loder in
1920 had voorspeld, in vervulling. En de Ne
derlandsche journalisten die den kranigen
landgenoot op zijn 80sten verjaardag een
huidetelegram uit Genève zonden, konden
hem waarlijk geen welkomer cn schooner
geschenk doen toekomen dan het bericht,
dat zoo juist „het uur van Loder aangebro
ken was".
Tot de landen, die de verplichte rechtspraak
als boven omschreven hebben aanvaard, be-
hooren o.m. België en Nederland. Vandaar, dat
wij thans, nu het nuttig schijnt met behulp
van een rechterlijke beslissing het meenings-
verschil beslecht te krijgen, dat we met onze
Zuidelijke buren hebben over de vraag of zij
door den aanleg en zekere werken van het
Alberfc-kanaal met betrekking tot onttrekking
van water aan de Maas niet handelen in
strijd met het daaromtrent tusschen ons bei
den bestaande verdrag van 1863 deze zaak aan
het Internationaal Gerechtshof konden voor
leggen.
Zóó behooren staten, die inderdaad het
Recht hoog gehouden wenschen te zien, hun
onderlinge kwesties, voor zoover het daarbij
gaat om rechtsvragen, te laten oplossen. Dat
is in beider, ik kan wel zeggen in aller belang.
Aan Loder bovenal is het te danken, dat wij
nu, in het onderhavige geval dezen voor onze
buren èn ons ongetwijfeld besten weg kunnen
volgen om het probleem i.z. de aftapping van
het Maaswater tot een oplossing te doen
brengen.
De rechters in het Vredespaleis plegen, en
dat is maar goed ook, niet over één nacht ijs
te gaan. Nadat een geschil eerst met behulp
van de door partijen ingediende en gewisselde
schriftelijke stukken, vervolgens door plei
dooien in de rechtszaal, van tal van kanten
is belicht, trekken de rechters zich terug in
raadkamer. Daar hebben zij dan nog heel wat
arbeid te verrichten, eer hun vonnis gereed is.
Zoo moeten zij o.m. elk voor zich een nota
maken, waarin ieder dan zijn aanvankelijke
opvattingen, en tevens de overwegingen daar
voor, kenbaar heeft te maken.
Loder nu, die de eerste President van het
Internationaal Gerechtshof is geweest en dank
zij de keuze zijner mederechters van 1922 tot
1925 de leiding in het Hof had, kwam destijds
al zeer gauw tot de slotsom, dat hij vóór alles
paal en perk moest stellen aan beraadslagin
gen in raadkamer, die geen houvast boden
noch hadden. Daarom werkte hij het thans
nog steeds gevolgde stelsel van voorbereiding
der vonnissen uit, waarbij dan o.m. het maken
en indienen der zooeven bedoelde nota's een
belangrijke plaats inneemt. Hij was een goed
tevens streng President. De waardigheid van
het Hof en het behartigen van alles wat tot
versterking van het gezag van dit college kon
leiden, dus de bevordering van degelijken ar
beid in het Vredespaleis ging hem boven alles.
Wie daar zijn taak slechts ten deele meende te
kunnen vervullen, kreeg met hem te doen. En
dan kon hij niet malsch zijn in z'n oordeel
vellingen of opmerkingen.
Eens had een rechter verzuimd zijn nota in
te dienen. Toen de nalatige zich tegenover
President Loder voor dit verzuim te verant
woorden had, voerde hij als verontschuldiging
voor vertraging in zijn „huiswerk" aan, dat hij
zooveel moeite had met het opstellen van het
stuk in het Fransch of Engelsch, de twee of-
ficieele Hof-talen, waaruit men een keuze
mag doen.
„Wat doet u dan hier", kreeg hij ten ant
woord, „waar gij immers ingevolge het Statuut
één der twee officieele talen van ons college
behoort te beheerschen. Gij hebt uw plicht
hier te doen, daarvoor wordt gij betaald."
De lezer zal zich zeker wel een denkbeeld
kunnen vormen van den indruk, welken deze
opmerking op den nalatigen rechter moest
maken. Vriendelijk was zij allerminst. Maar
wanneer op de een of andere wijze de groote
zaak van Recht en Gerechtigheid in het ge
drang dreigde te geraken, en dat ware na
tuurlijk o.a. mogelijk als de leden van het Hof
hun plicht niet behoorlijk zouden vervullen,
dan ging bij Loder de zaak boven alles. Voor
hem stond vast, tot het laatst in zijn leven,
ook toen hij veel zag gebeuren, dat hem ver
bitterde, dat „de majesteit der geestelijke en
eeuwige dingen staat boven de majesteit der
tijdelijke en wereldlijke dingen." En wanneer
de majesteit van het Recht zich in het Vredes
paleis kan doen gelden, dan heeft ongetwijfeld
een figuur als Loder hiertoe mede het zijne
bijgedragen. Want trouwer dienaar van het
Recht- boven en tusschen de staten dan hij
zich heeft getoond, was en is nauwelijks denk
baar.
Dl*. E. V. RAALTE.
RIJKSSTRAATWEG
HAARLEM-N. TELEF 6 7
16
„loos trekken lnbegr
BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING
Spreekuren alle werkdagen
van 912 en 14 uur. Zaterd. 9—12 uur
Avondspreekuren
Dinsdag, Woensd. en Donderd. v. 7—9 u.
(Adv. Ingez. Med.)
Weer een onverantwoordelijk
auto-bestuurder.
Dronken achter het stuur.
Een autobestuurder, die onder den invloed
van sterken drank verkeerde, heeft Maandag
avond op de Prins Hendrikkade te Amsterdam,
ter hoogte van den Zeedijk, een aanrijding
veroorzaakt, met een andere auto. De botsing
had alleen materieele schade tengevolge, doch
toen de politie zag, in welken toestand de be
drijver van het ongeval verkeerde, heeft zij
hem aangehouden en ter ontnuchtering op
gesloten.
4 Augustus
Vorige week heeft te Parijs een ver
gadering plaats gehad van aandeelhou
ders in de Panama-kanaal-maatschap-
pij. De bijeenkomst werd door 400 hoeren
èn 100 dames bijgewoond. De Lesseps
zelf presideerde. Een votum van ver
trouwen in hem werd eenparig aan
genomen. Hij werd daardoor zeer ont
roerd. Ook de dames kregen tranen in
de oogen.
Toen mevr. De Lesseps juist op dat
oogenblik met haar zoon, die als matroos
gekleed was, in de zaal kwam en de
gezant van Columbia De Lesseps om den
hals viel, konden mannen hun tranen
ook niet weerhouden en kwam er aan het
geroep: „Lang leve De Lesseps", dat zich
op straat voortplantte, geen einde.
Een Internationaal Folkloristisch
Feest te Scheveningen.
Ik had juist gelezen van het debat in het
Engelsche Lagerhuis, waar een oud-minister
als zijn meening heeft verkondigd, dat een
Europeesche oorlog onvermijdelijk is, toen ik
even later op het internationaal folkloristisch
feest op het podium van het Kurliaus te Sche-
veningen vertegenwoordigers van Duitschland,
Frankrijk. Polen, Hongarije, Joego-Slavië,
Tsjecho-Slowakije en Nederland broederlijk
vereend zag staan. Daar stonden in hun kleu
rige kleederdracht boeren en boerinnen uit
Bückeburg, het Schwarzwald, het Spreewald,
Beieren en Langen Schiltack naast mannen
en vrouwen uit Normandië, Bretagne, Bour-
bonnais, de Vendée en van L' lie de France
in één trein waren zij gezamenlijk over de
grens gekomen vertelde niet zonder geestdrift
de Nederlandsche folklorist, de heer D. J. van
der Ven en toen de Marseillaise werd ge
speeld brachten alle Duitschers den Hitler
groet. bij het „Deutschland, Deutschland. über
alles" stonden de Franschen, de Tsjechen en
de Joego-Siaven stram en ik vroeg mij af, of
er één van al die bewoners van het platteland
uit de verschillende landen gevoelens van
vijandschap in zich droeg tegenover de ande
ren en allen niet met heel hun hart den vrede
waren toegedaan. Waarom spreken wij toch
altijd weer van dien „onvermijdelijken oorlog
in de toekomst", wanneer wij allen den vrede
wenschen.
Deze gedachte komt onweerstaanbaar op op
een internationaal folkloristisch feest, zooals
Zaterdag en Zondag te Scheveningen is gege
ven. Want zulke feesten, waarop de kern van
verschillende volkeren vertegenwoordigd is,
zijn verbroederingsfeesten in den waren zin
des woords. Met zichtbaar genoegen zien de
boeren en boerinnetjes uit de Vendée, Norman
dië en Bretagne naar de volksdansen van
Beieren, het Spreewald en Bückeburg. hooren
zij naar de regionale liederen van over de
grens en zij gevoelen daarbij, hoe zij in wezen
allen vreedzame brave lieden zijn.
ledeu* achter hun eigen muziekje waren zij
de zaal binnengekomen, de Bretagners ach
ter hun doedelzak, de Basken achter trom
mel en fluit, die Vendëers ach tea* de harmo
nica, de Joego-Siaven achter gitaar en
cither, de meeste Duitschers achter 'u dorps
hoempa-hoempa-orkestje, en op het podium
hadden zij zich opgesteld in één groote,
kleurrijke groep, waarin de volksdrachten
van allerlei landaarden vertegenwoordigd
waren. Er waren er bij, die zooals van Lan
gen Schiltacfy met de wonderlijke hoofdtooi
sels dier vrouwen en de lange witte koksjas
sen dier mannen, afschuwelijk leelijk waren,
maar wij zagen er ook vooral bij de Fran
schen, welke van zulk een aristocratische
gracieuse smaak getuigden, dat wij het be
treurden, dat niet alle tengere, jongere vrou
wen zoo gekleed gaan. Van welk een schil
derachtige schoonheid bijvoorbeeld waren die
vier teere vrouwjes uit de Vendee met hun
witte, strakke kapjes, de vrouwen uit Nor-
maindië in hun kleurige keursjes en hooge,
elegante Normandische mutsen, de meisjes
van L'He de France, die daden denken aan
ranke figuurtjes van een schilderij van Wat-
teau en de mannen en vrouwen uit Bourbon-
nais. allen vol fijne gratie en verrukkelijk
pittoresk.
De Franschen wij moeten het erkennen
wonnen het in hun schilderachtige en
smaakvolle kleedij wel verre van de andere
volken. Vooral ook in distinctie! Zelfs van
onze eigen Zeeuwen ,d'ie het midden vorm
den van deze bonte, kleurrijke, iet of wat
operette-achtige groep, al trof ons dan ook
het fxissche. gezonde aparte en volks-eigene
van onze nationale dracht.
En het was opmerkelijk van hoe veel fij
ner cultuur ook de volksdansen der Fran
schen getuigden. Daar waren juweeltjes van
dansen bij. uitgevoerd vooral door de
vrouwen met een zoo zeldzame natuur
lijke charme en bevalligheid, dat zij het pu
bliek terecht in verrukking brachten.
De meeste dezer Fransche volksdansen
waren quadrilles en men kan zich voorstellen,
hoe deze dansen vroeger nog door den adel
van de Vendée en Bourbonnais en LTle de
France gedanst werden. En hoe volkomen in
den geest van deze volksdansen waren de
o zeer discrete kussen, waarmee de dansen
van Bourbonnais werden ingeleid en beëin
digd. De Duitsche volksdansen waren over het
algemeen vee! plomper, al waren ze wat ka
rakteristiek. Het waren meest polka's en
walsen afgewisseld door oude dansfiguren,
waarin bijvoorbeeld de mannen de vrouwen
als zweefmolens in de rondte draaiden. En
dan was er natuurlijk het krachtige „Schuh-
plattlern", der Beieren met het afgrijselijk
gekrijsch.
Ook in hun volksliederen gingen de Fran
schen met den prijs strijken. Zij herinnerden
in hun lichtheid ook door de gracieuse ge
baren bij de uitvoering aan Dalcroze-liedjes
Maar met bijzonder genoegen hebben wij
toch ook geluisterd naar den frisschen zang
van het Zeeuwsche a Cappella-koor uit Goes,
dat onder zijn leider, den heer Tonninga
het Wilhelmus en „Holland, ik vind je zoo
mooi!" zong. Het was niet alleen om chauvi
nistische redenen, dat het succes der Zeeuwen
zoo groot was.
Zou zoo vroeg ik mij af een dergelijk
folkloristisch feest ook niet eens in Zand-
voort kunnen worden gegeven! Waarom stelt
Zandvoort zich niet eens in verbinding met
den heer Van der Ven voor het organiseeren
van een dergelijk feest. Zoo'n feest brengt
leven en fleur op een badplaats en dat kan
ook Zandvoort in het volle seizoen heel best
gebruiken.
J. B. SCHUIL.