Loder en het Internationaal Gerechtshof. Tandheelkundig Instituut SEHEEL GEBIT DINSDAG 4 AUGUSTUS 1936 HAARDE M'S DAGBLAD 3 Wijzigingen in ontwerp- Ziekenfondswet. Regeering wil vrije artsen keuze handhaven. lÊenig toezicht van hooger gezag wenschelijk geacht. Bij vierde nota van wijzigingen in het wets ontwerp tot regeling der ziekenfondsen zijn verschillende veranderingen aangebracht. De minister heeft zich aldus de toelichting tot deze nota gesteld ge zien voor de vraag, of het ontwerp- ziekenfondswet moest blijven liggen of worden ingetrokken of verdere behan deling van dit ontwerp met het doel, dat een wettelijke regeling tot stand komt, noodig is. Hij is tot de slotsom gekomen, dat een wettelijke regeling om meer dan een reden in hooge mate gewenscht is. Allereerst, omdat er kleine fondsen bestaan, die niet dan gebrekkig in de noodige hulp kunnen voorzien. Fondsen met grooteren om vang zijn voor een geneeskundige verzorging der arbeiders noodig. Bovendien is het nuttig, dat eenheid van verzorging en van behandeling van zaken onder de fondsen bestaat, daarbij is eenig toe zicht van hooger gezag zeer wenschelijk. Er bestaat ook strijd tusschen fondsen en ge neeskundigen. Er is een zekere neiging, de zgn. vrije artsenkeuze af te schaffen en de genees kundigen te maken tot ambtenaren van de fondsen. Dit is niet in het belang van den geneeskundigen stand en van de patiënten, die alleen bij zeer groote fondsen in beperkte mate wellicht eenige keuze kunnen hebben tusschen enkele aan dat fonds verbonden ge neeskundigen. De vrije artsenkeuze wordt van de zijde der geneeskundigen voor de groote meerderheid terecht als eisch gesteld. Anderzijds moet worden ge waarborgd, dat het fonds, en de leden van het fonds, tegenover eventueele misbruiken van de zijde der medici en pharmaceuten niet machteloos staan. De regeering heeft, ook in verband met art. 50 van de ziektewet, de roeping, te waken en maatregelen te nemen in het belang van de goede verzorging van zieke arbeiders. De mi nister stelt er daarom prijs op, dit wetsont werp zoodra mogeiijk verder te behandelen en het wet te doen worden. OPGEWEKTE STEMMING AAN BOORD VAN- DE „SLAMAT". De kapitein van de Slamat" welk schip met een 450-tal meisjes een tocht naar Schot land maakt,, seinde Maandagmiddag het vol gende „Het schip bevaart de Iersche zee. Het is opklarend weer. Er heerscht een opgewekte stemming aan boord. Alles wel''. Burgemeester van Breda geïnstalleerd. De heer B. W. Th. van Slobbe. [Maandag werd de nieuwbenoemde burge meester van Breda de heer B. W. Th. van Slobbe als zoodanig geïnstalleerd. Nadat de loco-burgemeester de heer J. G. van Buitenen mededeeling had gedaan van het benoemings besluit en van het bericht der beëediging, werd de here Van Slobbe door een oommissie bestaande uit de vier fractie-voorzitters de raadzaal binnengeleid. Wethouder van Buite nen nam vervolgens het woord en herinnerde aan de prettige verstandhouding, welke steeds tusschen de raad en oud-burgemeester Van Sonsbeeck had bestaan en aan de belang stelling der burgerij, wie de man zou zijn aan wiens handen de koningin het wel en wee der stad zou toevertrouwen. Hij wees voorts op de moeilijke tijdsom standigheden, waarin ook Breda is komen te verkeeren en op de moeilijkheden welke zich bij de oplossing van deze vraagstukken voor doen. Wethouder van Buitenen deelde verder mede, dat B. en W. en de gemeenteraad ver heugd zijn over deze benoeming, zoodat zij den burgemeester met groot vertrouwen tege moet treden. Zonder eenig voorbehoud zegde hij den loyalen steun toe van B. en W. en den ge meenteraad. Hij eindigde met burgemeester Van Slobbe den ambtsketen om te hangen, en den voorzittershamer te overhandigen. Burgemeester van Slobbe, hield hierna een rede. Glasfabriek Leerdam wordt voortgezet. Overeenkomst bereikt. Blijkens een bericht van de trustee heeft de uitloting plaats gehad van obligaties dei- Glasfabriek Leerdam. Uitgeloot zijn in totaal f 36.000 5V2 pet. hypothecaire obligaties. De voor de betaling van de uitgelote obli gaties en rente benoodigde gelden, zijn be schikbaar gesteld door de groep-Van Rossum, Hieruit mag worden afgeleid, dat tenslotte een definitieve overeenkomst met deze groep be reikt is tot voortzetting van het bedrijf. De nieuwe steunregeling en de huurtoeslag. Het bestuur van het N.V.V. heeft aan den minister-president en aan den minister van sociale zaken het volgende telegram gezon den: „Hebben kennis genomen van communiqué inzake wijziging steun- en werkverschaffings regeling. Achten verschillende maatregelen, welke verbetering inhouden en waarop door het N.V.V. reeds herhaaldelijk is aangedron gen, dringend noodzakelijk. Tegen intrekking huurtoeslag moet ons bestuur echter met den grootsten ernst waarschuwen. Duizenden gezinnen zijn onmogelijk in staat zonder toeslag de huur te betalen. Verwachten van I dezen maatregel groote moeilijkheden. Drin- gen daarom ten sterkste op handhaving Jiuurtoeslag aan". Heeft Polen van ons land concessies gekregen? Grooter goederen-uitvoer naar Ned.-Indië? De Poolsche minister van Handel, de heer Roman, die van zijn reis door Nederland in de Poolsche hoofdstad is teruggekeerd, heeft medegedeeld, dat Polen van de Nederlandsche regee ring nieuwe concessies heeft gekregen op het gebied van den goederenuit- voer naar Nederlandsch-Indië. De minister, die deze mededeeling met groote voldoening verstrekte, wees er op, dat deze concessies voor Polen vooral van groote beteekenis waren, omdat de Poolsche exporthandel zich in den laatsten tijd hoe langer hoe meer pleegt toe te leggen op den uit voer naar overzeesche landen. (A.N.P.) Italiaansch voorstel inzake het handelsverkeer. Italic wil meer invoeren om achterstallige schulden te liquideeren. „Financial Times" publiceerd, volgens de Tel., thans het voorstel der Italiaansche autoriteiten aan de Nederlandsche vertegen woordigers op de Italiaansch-Nederlandsche handelsconferentie, dat tot een een onder breking van het overleg heeft geleid. De Italiaansche regeering zou hebben voor gesteld het handelsverkeer zoodanig te rege len, dat principieel de in- en uitvoer der beide landen gelijk is, terwijl Italië echter gelegen heid zou krijgen door vijftien pCt. meer in te voeren, geleidelijk zijn achterstallige schulden te betalen. JONGEN VAN EEN TRAP GEVALLEN. Het ongeveer 4' .-jarig eenig zoontje van de familie Van Steendeler, uit Amersfoort, dat logeerde bij zijn grootmoeder, mej. de wed. Clements, te Leerdam, had het ongeluk van de trap te vallen en op het hoofd terecht te komen in de benedengang. Bewusteloos werd het ventje door de familie opgenomen. Een ontboden geneesheer constateerde een ern stige hersenschudding. Zonder tot bewustzijn te zijn gekomen, is het ventje in den loop van den middag overleden. POLITIEHOND JOEG TWEEHONDERD MAN OP DE VLUCHT. Een rumoerige bespreking van den toestand in Spanje, heeft Maandagavond om tien uur in de Van Woustraat te Amsterdam, aanleiding egeven tot eenig geharrewar tusschen poli tieke tegenstanders. Er ontstond een volks oploop, als gevolg waarvan een agent van politie, die zijn hond bij zich had, zich ge noodzaakt zag de menigte tot doorloopen aan te manen. Toen hieraan geen gevolg werd gegeven, liet hij den riem, waaraan hij den hond vast had, eenigszins vieren. Het dier greep daarop een der omstanders beet en dit was voor de menigte aanleiding zich schielijk uit de voeten te maken. De rust was toen dra weergekeerd. Koninklijke Militaire Kapel bestaat 60 jaar. Feestconcert in den Haagschen Dierentuin. Maandagavond heeft de Koninklijke Mili taire Kapel ter gelegenheid van het feit, dat het 60 jaren geleden is dat wijlen Koning Willem III het praedicaat „Koninklijke" ver leende aan het muziekkorps van het regiment grenadiers en jagers, een feestconcert gegeven in de groote zaal van den Haagschen dieren tuin. De belangstelling voor dit concert was zeer ;root. Vele civiele en militaire autoriteiten waren aanwezig, terwijl vele bloemstukken en kransen, waaronder een van de Haagsche burgerij, het podium sierden. Bij het betreden van het podium werd de directeur de kapitein C. L. Walther Boer, met een spontaan applaus begroet. De kapel speel de het Wilhelmus. Voor de pauze werd ten gehoore gebracht Symphonie no. 5 „Aus der neuen Welt" van A. Dvorak en na de pauze „De Speeldoos van Pandora", suite voor harmonie-orkest, van F. E. A. Koeberg. Het concert, dat bij de vier militaire mar- schen waarvan aan het slot de grenadiers- marsch, zijn hoogtepunt bereikte, was een groot succes. Op ondubbelzinnenge wijze gaven allen van hun instemming met het ge- bodene blijk. Hierna hebben enkele sprekers zich tot tolk gemaakt van de vele vrienden, die de militaire kapel heeft. Zij stelden in het licht, wat de kapel voor hen beteekent en uitten hun beste wenschen voor de toekomst. DE „TARAKAN" TE ORESUND. Het m.s. „Tarakan" heeft op de vierde jeugdreis de Oresund bereikt. Het schip had een goeden overtocht, welke begunstigd werd door mooi weer. De stemming aan boord is uitmuntend. Limburgsche Sociale Studie week te Rolduc. Maandagaochtend is te Rolduc, waar de 12e Limburgsche sociale studieweek wordt gehou den. gesproken door dr. A. J. M, Cornelissen. bibliothecaris der R.K. Universiteit te Nijme gen over „de diepere oorzaak van de bestaan de sociaal- economische crisis". Spreker ontwikkelde als algemeen thema: de mensch, als redelijk wezen is sinds jaren miskend. Aan deze miskenning hebben zich zoowel niet Katholieke stelsels als bepaalde stroomingen in katholieke kringen, schuldig gemaakt. In het liberalisme, socialisme, com munisme, nationaal-socialisme en fascisme leeft niet het juiste besef van de menschelijke waardigheid. In Katholieke kringen zijn som migen tot een super-naturalistische opvat ting van het menschelijk leven vervallen. De hiërarchie der levenswaarden, de juiste waar- deerïng van middel en doel is zoekgeraakt. Prof. ar. J. B. Kors, dominicaan, R.K. Uni versiteit te Nijmegen, sprak over de gevolgen van de werkloosheid, op economisch en licha melijk gebied, door verarming, ondervoeding, 'oeiende onbekwaamheid, van verbittering, van afstomping. Op moreel en godsdienstig gebied door demoralisatie, ontwrichting van het gezinsleven .lediggang, wanhoop aan God, verzwakking in het geloof en meerdere vat baarheid voor allerlei dwalingen. I Een halve eeuw geleden Hoe het Hof in Nederland zijn zetel kreeg üil Haarlem's Dagblad van l886' Een gestreng maar hoogstaand President. Nu voor het eerst sinds het door den Volkenbond in het leven geroe pen Permanente Hof va.n Interna tionale Justitie, kortheidshalve in de wandeling het Internationaal Ge rechtshof genoemd, in Februari 1922 zijn werkzaamheden begon, Neder land bij de in het Vredespaleis zete lende rechters een zaak aanhangig heeft gemaakt, bestaat er alle reden op een en ander uiit de historie vam het Hof bijzondere aandacht te ves tigen. - Zoo b.v, hoe het kwam, dat het Hof zijn zetel in Nederland kreeg, op welke wijze mo gelijk is gemaakt, dat het eene land het an dere voor het hooger gerecht kan dagen en voorts ook, hoe bereikt is, dat er tal van practische waarborgen zijn geschapen voor een deugdelijke methode om tot eem uit spraak te komen. Het is een onzer .grootste landgenooten uit dein modernen tijd geweest, die miet betrek king tot dit drietal resultaten, hoogst waar devol werk heeft verricht. Ik denk hier aan den in November van het vorige jaar op hoo- gen leeftijd overleden Mr, Loder, in wiem een tot ver buiten onzer gmenzen even beroemde als geziene internationale jurist aan ons land èn aan de wereld ontviel. Aan zijn op zijn 70ste jaar begonnen schit terende internationale loopbaan was een niet minder geslaagde carrière binnen de nationale muren voorafgegaan. Eerst een groote en een voortreffelijken roep genie tende advocatuur, vervolgens een welge slaagd lidmaatschap van den Hoogen Raad. Tijdens den wereldoorlog begon hij zich in bijzondere mate ook aan bevordering van het internationale recht te wijden in dien zin, dat hij bovenal de hand had in een door de Nederlandsche groep van de Cen trale Organisatie voor een duurzamen vrede (die in de neutrale landen aan den slag ging) gereed gemaakt ontwerp-verdrag be treffende vreedzame oplossing van interna tionale geschillen. Als in Maart 1919 de neutrale staten de gelegenheid krijgen zich tijdens de Parijsche vredesconferentie te laten hooren naar aan leiding van het daar opgestelde ontwerp-Vol- kenbondshandvest. maakt Loder deel uit van de door onze Regeering naar de Framsehe hoofdstad uitgezonden delegatie. Een klein jaar latei*, in Februari 1920, vindt onder zijn voorzitterschap in Den Haag een conferentie der ex-neutrale landen plaats, met de bedoeling een voorontwerp voor het op te richten Internationaal Gerechtshof klaar te maken dat men den Volkenbond zou kunnen aanbieden met het oog op den straks door den Bond ten dezen te onderne men arbeid. Op deze conferentie toonde Lo der, dat het hem aan doorzettingsvermogen al evenmin als aan breed en scherpzinnig inzicht ontbrak. Van talmen was hij iniet gediend en wanneer eenige heeiren hun taak al te makkelijk blijken op te vatten, met het gevolg, dat het iets minder vlug gaat, dan in Loder's oogen terecht wenschelijk scheen deinst hij er niet voor 'terug hun een deel van het werk uit handen te nemen. Het ontwerp kwam spoedig tot stand. Het ontwerp kwam aldtiis spoedig tot stand. Dat het met vrucht gebruikt is dooi den Volkenbondsraad en nieit te vergeten door de commissie, die ingevolge Bomdsop- draoht in Juni van hetzelfde jaar. eveneens in het Vredespaleis in Den Haag, samen kwam om het ontwerp-Statuut voor liet Hof op te stellen, staat vast. En ook. dat dank zij Lodea-'s bemoeiingen (en zijn samenwerking voor dit alles met den boenmaligein Minister van Bui'tenlandsche Zaken Jhr. Mr. v. Kar- nebeek), bereikt werd, dat men besloot den zetel van liet nieuwe Hof in Nederland te vestigen. Met zeer veel beleid wist het twee tal v. Kar n e b e e k - Lo der dit te bewerkstelli gen. Er waren kapers op de kust, maar zij slaagden er in, ons land de eer en het voor deel te doen genieten van het Internationaal Gerechtshof te mogen huisvesten. Wat nu de mogelijkheid betreft om een ge schil door de rechters in het Vredespaleis te doen beslechten, zonder dat het rnoodig is, hiertoe eerst de instemming te verwerven van den staat, dien men voor het Hof wil dagen, ook te dien aanzien heeft Loder's ijveren zeer grooten invloed gehad. Toen men zich bezig hield met het ontwerpen van een Statuut voor het Hof. bleken er nl. twee stroomiingen te zijn. Een. die het niet meer dan gewoon vond. dat althans in geval van een rechtsgeschil het Internationaal Ge rechtshof vanzelf bevoegd zou zijn om, als slechts één partij het geschil aanhangig maakte, de zaak te behandelen. M.a.w. dit was de strooming van hen. die meenden dat voor staten precies hetzelfde beginsel moest gelden tenminste wat rechtgeschillen be treft als binnen een staat voor de burgers geldt: wie zijn medeburger voor den rechter wenscht te dagen, heeft immers niet nog eerst de medewerking noodig van den man met wien hij een kwestie heeft. De andere strooming echter, welke vooral bij de verte genwoordigers van de groote mogendheden viel waar te nemen, voelde voor toepassing van dit beginsel wat de verhoudingen tus schen staten aangaat niets. Zij meenden, dat elke staat vrij moest blijven om in ieder ge val op zichzelf te beslissen of hij wel naar den internationalen rechter wilde gaan. Daarom moest volgens de aanhangers van deze opvatting het Internationaal Gerechts hof alleen bevoegd zijn, zich met een zaak bezig to houden als beide partijen het ver langen daartoe, in den vorm van een over eenkomst om gezamenlijk naar het Hof te gaan, kenbaar gemaakt zouden hebben. Loder, een vurig kampioen. Loden* nu toonde zich een der vurigste kampioenen voor het door de staten doen aanvaarden van de verplichting zich aan 's Kofs rechtspraak te onderwerpen, indien het om een rechtsgeschil zou gaan. En het is in belangrijke mate aan zijn no'belen strijd voor dit beginsel te danken geweest, dat de Volkenbondsvergadering tenslotte in het in December 1920 vastgestelde Statuut een be paling opnam, waardoor de staten, welke hiertoe bereid zijn. een bijzondere overeen komst, als aanvulling van het Statuut, kun nen teekenen ten einde onder elkaar de z.g.n. i verplichte rechtspraak te aanvaarden. In een schitterend betoog had Loder de stelling verkondigd, dat allen dit eigenlijk hadden moeten doen, doch wanneer nu in 1920 sommigen (met name de groote mogendheden) hiertoe nog niet bereid waren eens zouden ook zij dien weg bewandelen „De toekomst is aan ons, mijne heeren". Al dus riep hij met bijkans profetische kracht uit: negen jaar later. ging. wat Loder in 1920 had voorspeld, in vervulling. En de Ne derlandsche journalisten die den kranigen landgenoot op zijn 80sten verjaardag een huidetelegram uit Genève zonden, konden hem waarlijk geen welkomer cn schooner geschenk doen toekomen dan het bericht, dat zoo juist „het uur van Loder aangebro ken was". Tot de landen, die de verplichte rechtspraak als boven omschreven hebben aanvaard, be- hooren o.m. België en Nederland. Vandaar, dat wij thans, nu het nuttig schijnt met behulp van een rechterlijke beslissing het meenings- verschil beslecht te krijgen, dat we met onze Zuidelijke buren hebben over de vraag of zij door den aanleg en zekere werken van het Alberfc-kanaal met betrekking tot onttrekking van water aan de Maas niet handelen in strijd met het daaromtrent tusschen ons bei den bestaande verdrag van 1863 deze zaak aan het Internationaal Gerechtshof konden voor leggen. Zóó behooren staten, die inderdaad het Recht hoog gehouden wenschen te zien, hun onderlinge kwesties, voor zoover het daarbij gaat om rechtsvragen, te laten oplossen. Dat is in beider, ik kan wel zeggen in aller belang. Aan Loder bovenal is het te danken, dat wij nu, in het onderhavige geval dezen voor onze buren èn ons ongetwijfeld besten weg kunnen volgen om het probleem i.z. de aftapping van het Maaswater tot een oplossing te doen brengen. De rechters in het Vredespaleis plegen, en dat is maar goed ook, niet over één nacht ijs te gaan. Nadat een geschil eerst met behulp van de door partijen ingediende en gewisselde schriftelijke stukken, vervolgens door plei dooien in de rechtszaal, van tal van kanten is belicht, trekken de rechters zich terug in raadkamer. Daar hebben zij dan nog heel wat arbeid te verrichten, eer hun vonnis gereed is. Zoo moeten zij o.m. elk voor zich een nota maken, waarin ieder dan zijn aanvankelijke opvattingen, en tevens de overwegingen daar voor, kenbaar heeft te maken. Loder nu, die de eerste President van het Internationaal Gerechtshof is geweest en dank zij de keuze zijner mederechters van 1922 tot 1925 de leiding in het Hof had, kwam destijds al zeer gauw tot de slotsom, dat hij vóór alles paal en perk moest stellen aan beraadslagin gen in raadkamer, die geen houvast boden noch hadden. Daarom werkte hij het thans nog steeds gevolgde stelsel van voorbereiding der vonnissen uit, waarbij dan o.m. het maken en indienen der zooeven bedoelde nota's een belangrijke plaats inneemt. Hij was een goed tevens streng President. De waardigheid van het Hof en het behartigen van alles wat tot versterking van het gezag van dit college kon leiden, dus de bevordering van degelijken ar beid in het Vredespaleis ging hem boven alles. Wie daar zijn taak slechts ten deele meende te kunnen vervullen, kreeg met hem te doen. En dan kon hij niet malsch zijn in z'n oordeel vellingen of opmerkingen. Eens had een rechter verzuimd zijn nota in te dienen. Toen de nalatige zich tegenover President Loder voor dit verzuim te verant woorden had, voerde hij als verontschuldiging voor vertraging in zijn „huiswerk" aan, dat hij zooveel moeite had met het opstellen van het stuk in het Fransch of Engelsch, de twee of- ficieele Hof-talen, waaruit men een keuze mag doen. „Wat doet u dan hier", kreeg hij ten ant woord, „waar gij immers ingevolge het Statuut één der twee officieele talen van ons college behoort te beheerschen. Gij hebt uw plicht hier te doen, daarvoor wordt gij betaald." De lezer zal zich zeker wel een denkbeeld kunnen vormen van den indruk, welken deze opmerking op den nalatigen rechter moest maken. Vriendelijk was zij allerminst. Maar wanneer op de een of andere wijze de groote zaak van Recht en Gerechtigheid in het ge drang dreigde te geraken, en dat ware na tuurlijk o.a. mogelijk als de leden van het Hof hun plicht niet behoorlijk zouden vervullen, dan ging bij Loder de zaak boven alles. Voor hem stond vast, tot het laatst in zijn leven, ook toen hij veel zag gebeuren, dat hem ver bitterde, dat „de majesteit der geestelijke en eeuwige dingen staat boven de majesteit der tijdelijke en wereldlijke dingen." En wanneer de majesteit van het Recht zich in het Vredes paleis kan doen gelden, dan heeft ongetwijfeld een figuur als Loder hiertoe mede het zijne bijgedragen. Want trouwer dienaar van het Recht- boven en tusschen de staten dan hij zich heeft getoond, was en is nauwelijks denk baar. Dl*. E. V. RAALTE. RIJKSSTRAATWEG HAARLEM-N. TELEF 6 7 16 „loos trekken lnbegr BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING Spreekuren alle werkdagen van 912 en 14 uur. Zaterd. 9—12 uur Avondspreekuren Dinsdag, Woensd. en Donderd. v. 7—9 u. (Adv. Ingez. Med.) Weer een onverantwoordelijk auto-bestuurder. Dronken achter het stuur. Een autobestuurder, die onder den invloed van sterken drank verkeerde, heeft Maandag avond op de Prins Hendrikkade te Amsterdam, ter hoogte van den Zeedijk, een aanrijding veroorzaakt, met een andere auto. De botsing had alleen materieele schade tengevolge, doch toen de politie zag, in welken toestand de be drijver van het ongeval verkeerde, heeft zij hem aangehouden en ter ontnuchtering op gesloten. 4 Augustus Vorige week heeft te Parijs een ver gadering plaats gehad van aandeelhou ders in de Panama-kanaal-maatschap- pij. De bijeenkomst werd door 400 hoeren èn 100 dames bijgewoond. De Lesseps zelf presideerde. Een votum van ver trouwen in hem werd eenparig aan genomen. Hij werd daardoor zeer ont roerd. Ook de dames kregen tranen in de oogen. Toen mevr. De Lesseps juist op dat oogenblik met haar zoon, die als matroos gekleed was, in de zaal kwam en de gezant van Columbia De Lesseps om den hals viel, konden mannen hun tranen ook niet weerhouden en kwam er aan het geroep: „Lang leve De Lesseps", dat zich op straat voortplantte, geen einde. Een Internationaal Folkloristisch Feest te Scheveningen. Ik had juist gelezen van het debat in het Engelsche Lagerhuis, waar een oud-minister als zijn meening heeft verkondigd, dat een Europeesche oorlog onvermijdelijk is, toen ik even later op het internationaal folkloristisch feest op het podium van het Kurliaus te Sche- veningen vertegenwoordigers van Duitschland, Frankrijk. Polen, Hongarije, Joego-Slavië, Tsjecho-Slowakije en Nederland broederlijk vereend zag staan. Daar stonden in hun kleu rige kleederdracht boeren en boerinnen uit Bückeburg, het Schwarzwald, het Spreewald, Beieren en Langen Schiltack naast mannen en vrouwen uit Normandië, Bretagne, Bour- bonnais, de Vendée en van L' lie de France in één trein waren zij gezamenlijk over de grens gekomen vertelde niet zonder geestdrift de Nederlandsche folklorist, de heer D. J. van der Ven en toen de Marseillaise werd ge speeld brachten alle Duitschers den Hitler groet. bij het „Deutschland, Deutschland. über alles" stonden de Franschen, de Tsjechen en de Joego-Siaven stram en ik vroeg mij af, of er één van al die bewoners van het platteland uit de verschillende landen gevoelens van vijandschap in zich droeg tegenover de ande ren en allen niet met heel hun hart den vrede waren toegedaan. Waarom spreken wij toch altijd weer van dien „onvermijdelijken oorlog in de toekomst", wanneer wij allen den vrede wenschen. Deze gedachte komt onweerstaanbaar op op een internationaal folkloristisch feest, zooals Zaterdag en Zondag te Scheveningen is gege ven. Want zulke feesten, waarop de kern van verschillende volkeren vertegenwoordigd is, zijn verbroederingsfeesten in den waren zin des woords. Met zichtbaar genoegen zien de boeren en boerinnetjes uit de Vendée, Norman dië en Bretagne naar de volksdansen van Beieren, het Spreewald en Bückeburg. hooren zij naar de regionale liederen van over de grens en zij gevoelen daarbij, hoe zij in wezen allen vreedzame brave lieden zijn. ledeu* achter hun eigen muziekje waren zij de zaal binnengekomen, de Bretagners ach ter hun doedelzak, de Basken achter trom mel en fluit, die Vendëers ach tea* de harmo nica, de Joego-Siaven achter gitaar en cither, de meeste Duitschers achter 'u dorps hoempa-hoempa-orkestje, en op het podium hadden zij zich opgesteld in één groote, kleurrijke groep, waarin de volksdrachten van allerlei landaarden vertegenwoordigd waren. Er waren er bij, die zooals van Lan gen Schiltacfy met de wonderlijke hoofdtooi sels dier vrouwen en de lange witte koksjas sen dier mannen, afschuwelijk leelijk waren, maar wij zagen er ook vooral bij de Fran schen, welke van zulk een aristocratische gracieuse smaak getuigden, dat wij het be treurden, dat niet alle tengere, jongere vrou wen zoo gekleed gaan. Van welk een schil derachtige schoonheid bijvoorbeeld waren die vier teere vrouwjes uit de Vendee met hun witte, strakke kapjes, de vrouwen uit Nor- maindië in hun kleurige keursjes en hooge, elegante Normandische mutsen, de meisjes van L'He de France, die daden denken aan ranke figuurtjes van een schilderij van Wat- teau en de mannen en vrouwen uit Bourbon- nais. allen vol fijne gratie en verrukkelijk pittoresk. De Franschen wij moeten het erkennen wonnen het in hun schilderachtige en smaakvolle kleedij wel verre van de andere volken. Vooral ook in distinctie! Zelfs van onze eigen Zeeuwen ,d'ie het midden vorm den van deze bonte, kleurrijke, iet of wat operette-achtige groep, al trof ons dan ook het fxissche. gezonde aparte en volks-eigene van onze nationale dracht. En het was opmerkelijk van hoe veel fij ner cultuur ook de volksdansen der Fran schen getuigden. Daar waren juweeltjes van dansen bij. uitgevoerd vooral door de vrouwen met een zoo zeldzame natuur lijke charme en bevalligheid, dat zij het pu bliek terecht in verrukking brachten. De meeste dezer Fransche volksdansen waren quadrilles en men kan zich voorstellen, hoe deze dansen vroeger nog door den adel van de Vendée en Bourbonnais en LTle de France gedanst werden. En hoe volkomen in den geest van deze volksdansen waren de o zeer discrete kussen, waarmee de dansen van Bourbonnais werden ingeleid en beëin digd. De Duitsche volksdansen waren over het algemeen vee! plomper, al waren ze wat ka rakteristiek. Het waren meest polka's en walsen afgewisseld door oude dansfiguren, waarin bijvoorbeeld de mannen de vrouwen als zweefmolens in de rondte draaiden. En dan was er natuurlijk het krachtige „Schuh- plattlern", der Beieren met het afgrijselijk gekrijsch. Ook in hun volksliederen gingen de Fran schen met den prijs strijken. Zij herinnerden in hun lichtheid ook door de gracieuse ge baren bij de uitvoering aan Dalcroze-liedjes Maar met bijzonder genoegen hebben wij toch ook geluisterd naar den frisschen zang van het Zeeuwsche a Cappella-koor uit Goes, dat onder zijn leider, den heer Tonninga het Wilhelmus en „Holland, ik vind je zoo mooi!" zong. Het was niet alleen om chauvi nistische redenen, dat het succes der Zeeuwen zoo groot was. Zou zoo vroeg ik mij af een dergelijk folkloristisch feest ook niet eens in Zand- voort kunnen worden gegeven! Waarom stelt Zandvoort zich niet eens in verbinding met den heer Van der Ven voor het organiseeren van een dergelijk feest. Zoo'n feest brengt leven en fleur op een badplaats en dat kan ook Zandvoort in het volle seizoen heel best gebruiken. J. B. SCHUIL.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5