,V RIJD "AG 7 AUGUSTUS 1938 H A A" REE M'S D A 'G B" E A D" 9 AAN ALLEN! CARLO VAN LUGANO Van Antwerpen ging de reis per electrische naar Mechelen. Dit is een gansch andere stad dan Antwerpen. Hier was alles vol leven en drukte, Mechelen is een oud, stil, maar mooi stadje met tal van oude gebouwen, die nog herinneren aan den tijd toen Mechelen een bloeiende stad was. Het is de geboorteplaats van tal van beroemde mannen o.a. van Frans Hals, die als 5 jarige jongen met zijn ouders naar Haarlem vluchtte. Thans is Mechelen vooral bekend om zijn kantweverijen en om het klokkenspel in de Sint Romboutskerk. Volgens de Mechelaars is dit liet beroemd ste klokkenspel van heel de wereld. De 46 klokken wegen gezamenlijk 36000 kilogram, de groote klok „Salvator" weegt alleen 8.884 kilogram. De toren dezer kerk heeft aan zijn 4 kanten een wijzerplaat van 41 meter omtrek; ook hiervan zeggen de Mechelaars dat het het grootste uurwerk ter wereld is. Van Mechelen ging de reis naar Brugge. Bezat Mechelen tal van oude gebouwen, ik zou haast zeggen Brugge heeft niet anders dan oude gebouwen. Het is hier alsof je in een sprook- jesstad ronddoolt. In de oude stad vind je niet anders dan oude gevels, zelfs de huizen, die in dezen tijd gebouwd zijn, zijn alle ver sierd met gevels als hun oudere tijdgenooten. In Brugge troffen we het, er werd n.l. her dacht de 105-jarige onafhankelijkheid van België. We zagen dus de Bruggenaren op zijn vroolijkst. Er was des avonds muziek op de markt, die weldra ondanks de keibestrating ln een dansvloer herschapen werd. Na de muziek werd er een spel opgevoerd, wat eigenlijk met den heelen onafhankelijkheids dag niet te maken had, maar alleen er op gericht scheen te zijn den Bruggenaren een vroolijken avond te bezorgen. Dit spel werd opgevoerd op een platform voor het Belfort; dat is een zeer oud gebouw, dat dateert uit het midden der 13e eeuw; de toren is 80 meter hoog, maar draagt geen spits; deze werd in 1741 door den bliksem vernield en is niet weer opgebouwd. Naast het Belfort liggen de Hal len. die in de middeleeuwen dienden tot markt en opslagplaats, en die nu nog dienen voor verkoopplaats voor de slagers van hun vleesch. Ik zag daar zeker wel 40 slagers hun waren te koop aanbieden en niettegenstaande dit zag ik toch ook nog in tal van slagers winkels het vleesch voor de ramen liggen. De Bruggenaren of Bruggelingen noemen hun stad zelf graag het „Venetië, van het Noorden", omdat het door tal van kanalen doorsneden wordt. In die grachten zwemmen "'■talrijke zwanen. Men zegt, dat Maxirpiliaan van Oostenrijk de inwoner^ van Brugge na een opstand tegen hem, waarin zijn raads man Pieter Lanchals werd onthoofd 22 Maart 1488 veroordeelde om ten eeuwigen dage in de stadswateren te onderhouden zwanen vogels met lange halzen. Brugge bewaart nog een herinnering aan Maximiliaan van Oostenrijk uit dezen tijd, n.l. het huis, waar hij tijdens dit oproer 17 Februari 1488 door de Bruggelingen gevangen gehouden werd n.l. het huis Craenenburg. Van Brugge ging de reis naar de Belgische badplaatsen Knocke en Zoute. Laat ik hiervan alleen zeg gen, dat ik het strand te Zandvoort en te Wijk aan Zee heel wat mooier vond. Van daar ging het naar Sluis, een öu'd stadje, dat thans nog geen 10de deel van 't aantal inwoners telt van vroeger. Het stadhuis toont duidelijk dat Sluis dagen van welvaart gekend heeft. Van Sluis ging het via tal van kleine plaatsjes naar Breskens, vanwaar we met de veerpont overvoeren naar Vlissingen, waar we natuur lijk een bezoek brachten aan den nieuwen wandelpier en in 't voorbijgaan even bleven staan bij de standbeelden van Frans Naere- bout en M. A. de Ruyter. Van Vlissingen naar Middelburg is maar een oogenblik met de electrische. Hier konden we den volgenden dag de kleederdrachten van bijna heel Wal cheren bewonderen, daar het marktdag was. Dan komen uit de Belgische badplaatsen ook de Engelschen opzetten; er zijn dan oogen- blikken, dat men op de markt en in de om geving ervan evenveel Engelsch als Hollandsch hoort spreken. De winkeliers richten in hun winkel aparte afdeelingen in speciaal met ar tikelen die bij de Engelschen in trek zijn en ook geprijsd in Engelsche geldwaarde. Wat is dat Middelburgsche stadhuis met zijn 25 levensgroote beelden van graven en gravinnen van Dirk V tot Karei V een pracht gebouw, vooral als het 's avonds door schijnwerpers verlicht is. Wie Walcheren bezoekt, bezoekt natuurlijk ook Veere. Ook dit is alweer een vervallen stadje; telde het vroeger meer dan 10.000 in woners, thans nauwelijks 800. Het stadhuis, de Groote Kerk, waar maar een klein deel van in gebruik is, en de zoogenaamde Schot- sche huizen getuigen allemaal nog van .dien vroegeren bloeitijd. De Westkappelsche zeedijk en vuurtoren moeten natuurlijk ook bezocht worden. Wat een stuk werk is dat geweest, het aanleggen van dien 4 K.M. langen zeedijk en wat kost die dijk jaarlijks nog schatten gelds aan onderhoud. De vuurtoren, die een over blijfsel van een afgebrande kerk is zendt zijn lichtbundels 40 K.M. in het rond. Van Middel burg trokken we per bus en boot naar Zierik- zee, al weer een vervallen stadje. Uit de verte zien we al den Sint Lievens Monstertoren, een toren die 207 meter hoog moest worden, doch slechts 56 meter geworden is. Zierikzee heeft nog een paar oude torens en ook een mooi stadhuis, maar lang niet zoo mooi als dat van Veere of Middelburg. De omgeving van Zierikzee is prachtig: ik denk nu aan Schud- debeurs, wat bijna een verzameling mooie landhuizen is, aan Noordgouwe en aan Zonne- maire. Alweer bezoeken we op Schouwen een vervallen stad en wel Brouwershaven. Vooral de reusachtige groote kerk. waarvan maar een klein deel gebruikt wordt, toont nog dat Brouwershaven eens een groote drukke stad was. In de kerk toont men je nog de graven van de Van Borselens, de familie van Jacob Cats en tal van andere bekende namen uit dien lang vervlogen beroemden tijd. Aan de haven staat het wit geschilderde standbeeld van Jacob .Cats, den dichter die hier geboret: werd. Van Zierikzee ging de weg per tram en boot en spoor weer naar huis toe. W. B.—Z. 1 DE BEURT IS AAN KLEINE TEEKENAARS. Iets over Arabische kunst. door W. B. Z. Ik ben Carlo van Lugano 'k Vaar je over naar de stad, Kom maar mee, mijn boot is stevig 't Is mijn allergrootste schat. 'k Moet mijn brood ermee verdienen, 'k Vaar bij avond en bij dag, Als het donker is daarbuiten, Hoor je nog mijn riemenslag. 't Licht brandt als een maan op 't water, 'k Zing mijn liedje hela ho, 'k Zing van bergen en van meren Van mijn schoon Italio. 'k Steek van wal, kom zet je neder, 't Water lijkt zoo hemelsblauw. Hoor de avondklokken luiden, Of ze roepen: kom, kom gauw! Ik ben Carlo van Lugano 'k Vaar je over naar de stad. In mijn bootje ben je veilig, 't Is mijn allergrootste schat, Ik laat je zien de zee, de bergen Van mijn wonderschoone land. En ik breng je, vroolijk zingend Naar den groenen overkant. De Chineesche taal wordt door 453 millioen menschen gesproken; Indische talen door 230 millioen menschen; Engelsch wordt door 163 millioen menschen gesproken en door 190 mil lioen begrepen. Duitsch spreken 91 millioen menschen en 100 millioen begrijpen het. Spaansch wordt door 80 millioen menschen gesproken; Russisch wordt door 70 millioen menschen gesproken en door 140 millioen be grepen. Italiaansch wordt door 41 millioen menschen gesproken en door 50 millioen ver staan. DE LEGENDE VAN DEN VLIEGENDEN HOLLANDER. „En dat is dus de geschiedenis van oen Vlie genden Hollander, die tot het laatste oordeel gedoemd is over de zeeën te zwerven en ner gens voor anker te kunnen gaan!" besloot Jan-Koen, de oude zeerob, zijn verhaal. De kinderen hadden vol aandacht geluisterd. Ze zaten met zijn allen om Jan-Koen. Die klopte zijn pijpje uit op den rand van de sloep, waarop hij zat. „Jongelui, het loopt tegen acht uur, ik denk dat het tijd wordt voor jullie, om naar hui» te gaan!" De arabische kunst is eerst geïnspireerd door den Romaanschen- en vervolgens dooi den Byzantijnsche stijl. In de Arabische stijl kunst vindt men geen afbeeldingen van levende wezens. D versierselen der Arabische kunst kent men onder den naam „arabesken". Ofschoon men in de Arabische kunst alle soorten koepels vindt, zijn de twee, waarvan wij de afbeeldingen geven, de meest karakte ristieke. De mooiste moskeeën vindt men in Constan- tinopel, Cordova, enz. Vooral in Spanje ziet men veel gebouwen in den Arabischen of Moorschen stijl. In Sevilla en Granada o.a. De regeering der Vereenigde Staten heeft 50 mannen aangenomen, die dagelijks en ook 's nachts met ratels door de straten van Washington loopen. Jarenlang i* Washington een geliefde verblufnlaat': van spreeuwen. Nu hoopt men door lawaai de spreeuwen te verjagen. We weten echter niet, of de men- schelijke bewoners niet eveneens door dit la-< waai verjaagd zullen worden. EEN OLIFANT ALS AANKLAGER EN EEN HOND ALS RECHTER Een Indisch advocate heeft onlangs een zon derlingen cliënt voor het gerecht vertegen woordigd. Ze verdedigde n.l. een olifant. Deze olifant was het lievelingsdier van een Indisch vorst, die het dier in zijn testament een waar devolle suikerplantage vermaakte. Uit de op brengst hiervan moest het dier onderhouden worden. De zoon en opvolger van den vorst voerde de laatste wil van zijn vader uit. Maar na zijn dood kwam een neef op den troon en deze vond het eigenlijk zonde, dat de rijke op brengst der plantage alleen den olifant ten goede kwam. Die kon wel zelf in het oerwoud voor zijn kostje zorgen. Maar de kornak, de geleider van het dier, diende een aanklacht in. tHij zocht een advocate op en verzocht haar de rechten van het dier te willen verdedigen. Deze ging op het voorstel in en begaf zich naar het "gerechtshof om haar cliënt te ver dedigen. Ongelukkigerwijze was een neef van den vorst rechter. De advocate had dan ook weinig hoop, dat ze het proces zou winnen. Niettegenstaande dat verscheen ze op den vastgestelden dag met haar cliënt voor den rechter. De kornak had den olifant „Harte- smaragd" zijn mooisten zadeldoek van groen heeft men prachtige voorbeelden van de Moorsche bouwkunst. Behalve hierin, waren de Moren ook zeer bedreven in het graveeren op verschillende soorten metaal. VOOR DE KLEINTJES Knippen jullie dezen olifant eens uit en plak hem dan weer op een stukje carton of op een briefkaart. Je kleurt hem dan grijs, geeft hem een zwart oog en een rooden tong. Het tonnetje, waarop hij zijn kunstjes, ver richt, kun je bruin kleuren met witte stre pen. Om het dier stevig te doen staan, kun je het onderste deel weer door een gleuf van een cartonnen deksel of doos steken. Je kunt hem natuurlijk ook op een houten blokje lij men. Voor de aanvulling van je dorp geef ik hier nog een mooi buitenhuis met bijgebouwtje. Kleur of verf het huis helderwit. Raamkozij nen, deur, hekken en boomen kleur je groen. Het dak helderrood. Kleur den schoorsteen wit met een rooden lijst. Ik zou het bijgebouwtje dezelfde kleuren geven. Je kleurt natuurlijk pas, nadat je de teekening op carton hebt gelijmd. Het onderstuk dient voor bevestiging. Ik zou het maar plaatsen op je groote carton nen vlak tusschen de andere huizen. Ten derde zie je hier een naar boomen, die dichtbij hooren te staan en dan nog twee. die den indruk geven, alsof je ze heel in de verte ziet. Plaats deze twee dus op den ach tergrond van je dorp en zet den iep en den populier b.v. op een hoek. De bladeren verf je natuurlijk groen en de stammen bruinachtig grijs. W. B.—Z. In gedachten verzonken liep Frits na te denken over de vreemde legende, die hij zoo even gehoord had. Toen hij al in zijn bed lag, speelde het verhaal nog door zijn ge dachten. Kapitein van Straaten was met een prachtigen driemaster naar Oost-Indië ver trokken. In de buurt van Kaap de Goede Hoop echter, werd hij, als straf voor het goddeloos leven, dat hij geleid had, verdoemd om altijd over de zeeën te blijven zwerven. Wanneer de Vliegende Hollander nu door de bemanning van een of ander schip gezien werd, wanneer het schip met ongereefde zei len, bij een verschrikkelijken storm over de golven schoot, den doods-kop hei-wit afge- teekend op de zwarte zeilen, dan beteekende dit, dat het schip zou vergaan. Frits sliep in. Hij droomde, dat hij op de brug van een groot schip stond, dat den oceaan overstak. Tot zijn verwondering be merkte hij, dat hij een uniform droeg met gouden strepen. Vier strepen met een lus. Hij was dus kapitein. Er liepen nog anderen over de brug. De stuurlieden. „De lucht ziet er vreemd uit, kapitein!" zei iemand tegen hem. Hij knikte. „Ik denk, dat we een flink wind je krijgen. Laat alles stormvast sjorren!" Meer en meer betrok de lucht. Was het eerst windstil geweest, thans begon de storm op te steken. In woeste vaart slierden de wol ken langs het zwerk; wilder en wilder werden de golven. Frits ging naar zijn hut, om olie goed aan te trekken en zeelaarzen. De stuux-- lieden deden insgelijks. Daar kwamen de eer ste vlagen al. Het gierde door de touwen. De regen viel in stroomen neer. De hemel was donker. Plotseling werd het doodstil; be nauwend warm was het op eens. Dan plotse ling een kreet van den man uit het kraaien nest, een kreet vol angst en afgrijzen: „Kijk daaraan bakboordde Vlie gende Hollander!" Ontzet staarde iedei-een naar links: met duizelingwekkende vaart schoot daar een fre gat over de golven. Zwart en scherp teekenden zich de zeilen tegen den hemel af. De doods kop scheen te lichten tegen den donkeren ondergrond. Een oogenblik slechts duurde deze verschijning, toen was ze verdwenen en de storm begon met hernieuwde kracht. „Het schip is lek!" Voor Frits iets had kun nen zeggen, voelde hij de boot onder zich wegzinken, zinken „Help, help", gilde hij luid. „Wat maak jij een lawaai!" riep een stem. Vei'suft opende hij de oogen en zag. dat hij op den grond voor zijn bed lag. ..Het schip vergingmompelde de jongen. „Welk schip?" vroeg vader lachend. Toen was Frits klaarwakker. „Hè. ik droomde van den Vliegenden Hollander Ik hoop .dat Jan-Koen ons nooit meer zulke op windende verhalen vertelt, voor het slapen gaan. RITA. en goud laken omgelegd. Zijn voorhoofd was beschilderd, zijn slagtanden verguld en om zijn nek hingen zijcfih^kwasten. In zijn ooren fonkelden edelsteenen. De olifant kon echter de rechtszaal niet beti-eden. Hij moest voor de deur blijven wachten. Alleen beklom de ad vocate de trappen van het gerechtshof. Op een der treden zat een mooie hoixd en de advoca te, die een dierenvriendin was, streek het dier, in het voorbijgaan over zijn kop. Toen liep het dier met haar mee naar de rechtszaal. En nu gebeurde er iets zeldzaams. Nog voor de advocate iets gezegd had, sprak de rechter zijn ooi-deel uit enstelde haar in het gelijk. „Hartesmaragd" had tot zijn dood toe recht op de suikerplantage. Sprakeloos maakte de advocate een buiging en ging naar buiten. Daar vroeg zij een der wachters naar de op lossing van dit vreemde geval en die zei het volgende „U hebt die gunstige uitspraak aan den hond te danken. De rechter weet namelijk niets van de rechtspraak af. Hij heeft daarom besloten op den hond af te gaan. Hij is er van overtuigd, dat het dier met zijn onfeilbaar in stinct de goede van de slechte menschen kan onderscheiden. Als de hond met iemand mee loopt, heeft deze bij voorbaat zijn px-oces ge wonnen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 13