De eer van het Sneeuwland
Luisterrijke inzet van de feestweek der V.V.V.
^maandag i7 augustus 1936
HAARLEM'S DAGBLAD
9
BEVERWIJK.
Druk bezoek aan het feestterrein.
Croote belangstelling voor de
tentoonstellingen.
De première van
Kennemerland's Glorie",
Jhr. Mil Dr. A. Röell, Commissaris der
Koningin in Noord-Holland hijscht de vlag op
het feestterrein. Rechts naast den vlaggestok
de burgemeester Mr. H. J. J. Seholtens.
In ons blad van Zaterdag gaven wij reeds
een uittreksel van de redevoeringen, uitge
sproken door Mr. A. Moens, den burgemeester
en den vertegenwoordiger van de Kamer voor
Koophandel en Fabrieken. Als laat
ste spreker tijdens de openingsplechtigheid,
die door talrijke autoriteiten en genoodigden
werd bijgewoond, heeft de Commissaris der
Koningin het woord gevoerd. De Commissaris
kon zich- volkomen voorstellen, dat Beverwijk,
Groot-Beverwijk na de vereeniging met Wijk
aan Zee en Duin den eersten Mei 1936 be
schouwt als een gedenkdag, die met gepasten
luister behoort te worden gevierd.
Spr. wilde zich niet verdiepen in retrospec
tieve beschouwingen of zich gaan wagen aan
toekomstvoorspellingen, maar wel wilde de
Commissaris een har te-lij ken gelukwensch uit
spreken met hetgeen Beverwijk in den loop
der eeuwen heeft bereikt.
Met den wensch, dat de feestweek voor
Groot-Beverwijk de dageraad mag zijn van een
schoone toekomst, het begin van een tijdperk
van groeiende Welvaart en van toenemende
bloei verklaarde de Commissaris de tentoon
stellingen voor geopend en de feestweek voor
ingeluid.
Het gezelschap begaf zich vervolgens naar
het in de onmiddellijke nabijheid gelegen
feestterrein, waar men een bezoek bracht aan
de tentoonstellingen, waarvoor de Commissaris
der Koningin levendige belangstelling aan den
dag legde.
Op verzoek van den voorzitter van het
hoofdcomité heesch de Commissaris, op het
terras van de bloemententoonstelling de V. V.
V.-vlag.
De tentoonstellingen.
De tentoonstellingen, waaraan Zaterdag
morgen nog zooveel werk moest worden ver
richt, waren stipt op tijd gereed gekomen. Zij
maakten een uitstekend verzorgden indruk,
zooals trouwens de inrichting van het geheele
feestterrein tot in de puntjes verzorgd was
onder opperste leiding van den heer H. J. de
Groot, secretaris van het hoofdcomité, die we
derom op kranige wijze van zijn organisatie
talent heeft doen blijken.
Van de bloemeninzendingen weet men niet
wat meer te bewonderen, de buitengewoon
mooie bloemen en planten, gerangschikt rond
een verkoeling brengende fontein, of de groote
vakbekwaamheid, waarmede dit alles gear
rangeerd was.
Al even fraai verzorgd was de buitenbe
planting met bloemen, heesters, coniferen
vaste planten enz.
De vaste keuringscommissie van de Ko
ninklijke Maatschappij voor Tuinbouw en
Plantkunde, die de inzendingen beoordeelde
en de bekroningen vaststelde, had de moei
lijke taak uit al dit schoons het beste van
het beste aan te wijzen.
De bekroningen.
Na een zeer serieuze beoordeeling heeft de
commissie onderstaande uitslag vastgesteld:
Tuinaanleg: J, v. d. Mey, Beverwijk, ver
guld zilveren medaille! Joh. A. v. d. Heyden,
Santpoort, klein gouden medaille; Firm. K. J.
Baarse, Aalsmeer, zilveren medaille.
H. Houtwipper Wzn., Beverwijk, groep
bloeiende knolbegonia's, bronzen medaille;
P. N. Zwart, Beverwijk, miniatuur-aanleg,
bronzen medaille; Jac. Groot, Velsen en
firma W. v. d. Colk, Beverwijk, aanleg van
coniferen, heesters en bloeiende perkplan-
ten, gouden medaille; af deeling Beverwijk
van de Kon. Ned. Maatsch. voor Tuinbouw
en Plantkunde, plantenborder, verguld zilve
ren medaille; Kweekersvereeniging „Flora",
Beverwijk, decoratieve groep afgesneden
bloemen lelies, Zinia's, vuurpijlen en gladio
len, gouden medaille (met lof der jury) be
nevens de plaquette van de Kon. Ned. "Maat
schappij voor Tuinbouw en Plantkunde; S.
Pool en Zoon, Haarlem kleine gouden me
daille en als extra prijs een zilveren me
daille; D. v. d. Wel. Beverwijk, decoratieve
groep handelsplanten, gouden medaille en
zilveren medaille van wethouder A. L. van
Groningen, firma wed. P. Eveleens en Zonen,
Aalsmeer, Begonia's en Cyclamen, verguld
zilveren medaille; Jac. Groot, Velsen, groep
caotussen, kleine gouden medaille; firma Ko
nijnenburg en Mark, Noordwij k. afgesneden
gladiolen, kleine gouden medaille; C. Meyer,
Santpoort, groep afgesneden gladiolen en
dahlia's, kleine gouden medaille en extra
prijs zilveren medaille; firma Steyn en Co.,
Beverwijk, groep planten, zilveren medaille;
Geb-r. van Buggemun, Beverwijk, groep afge
sneden bloemen gouden medaille met lof der
jury voor de opstelling'en als eereprijs de
zilve-en medaille van H.K.H. Prinses Juliana,
firma Steyn en Co., Beverwijk, groep bind
werk, gouden en zilveren medaille; Jac.
Groot, Velsen, groep bindwerk, verguld zil
veren médaille; C. Broeze en Chr. Duyn,
Santpoort en Beverwijk, groep afgesneden
gladiolen en dahlia's, verguld zilveren me
daille; G. v. d. Wel, Beverwijk, groep bind
werk, kleine gouden medaille; De Vereenig-
de Veilingen, Beverwijk, inzending groenten
en fruit, gouden medaille (met lof der jury)
en als eere-prijs de groote zilveren medaille
van H.M. de Koningin; Tuinbouwclub V.Z.
O.S., Heemskerk, inzending groenten en fruit,
gouden medaille; B.E.T.-veiling. Beverwijk,
inzending groenten en fruit, kleine gouden
medaille; R. W. A. Muyen en Zoon, Heems
kerk, inzending groenten en fruit, gouden
medaille; J. v. d. Kolk en Zn., Beverwijk,
groentenkar, verguld zilveren medaille; A.
H. Maks, Beverwijk, groentenkar, zilveren
medaille: firma WTed. P. Eveleens en Zonen,
Aalsmeer, brenzen medaille; Th.. Soet, Bos
koop, inzending afgesneden clematis, zilve
ren medaille.
V.S.V. wint de V.V.V.-
A 4 1 beker.
De voetbalwedstrijd KennemersV.S.V.
die Zaterdagmiddag als onderdeel van het
feestprogramma in het gemeentelijk sport
park gespeeld werd. De eerste klasser toonde
zich onbetwist de sterkste. Bij het ingaan
van de rust was de stand 11, dooh in de
tweede helft was V.S.V. voortdurend in den
aanval. Het einde kwam met een 42 over
winning voor de gasten. Na afloop heeft Mr.
A. Moens de voor dezen wedstrijd door de
V.V.V. beschikbaar gestelde beker met een
toepasselijk woord uite*—'kt. Ook de scheids-
Prijs 50 cis.
(Adv. Ingez. Med.)
rechter, de heer Boeree, ontving een hulde
blijk. Namens V.S.V. dankte Dr. van Leusen.
Ook de voorzitter van de Kennemers, de heer
M Lindner, sprak een kort woord, waarin
hij verklaarde, dat zijn vereeniging ook in
de toekomst gaarne met de V.V.V. zou samen
werken.
Des avonds bewoog zich een dichte me
nigte door de feestelijk verlichte straten. Ook
op het feestterrein was het enorm druk en
tot laat in den avond bleef het Lunapark
duizenden bezoekers trekken.
De inzet der feesten was alzoo zeer suc-
De Stertochten.
De Zondagmorgen bracht wederom schit
terend zomerweer.
De stertochten, die de V.V.V. voor dezen
Zondag had georganiseerd, zijn met een
groot succes bekroond. Meer dan 500 wan
delaars en 75 fietsers hebben aan dezen
tocht deelgenomen. Dat de wandelaars er
heel wat voor over hadden om in het bezit
te komen van de fraaie belooning die de V.
V.V. voor het volbrengen van den tocht had
uitgeloofd bleek wel uit het feit. dat een
wandelaar reeds Zaterdagavond om 10 uur
uit Bolnes bij Rotterdam was gestart. Hij
kwam prachtig op tijd aan de eindcontrole
binnen De 75-jarige heer Held uit Beemster,
die ook de jongste Vierdaagsche met succes
heeft geloopen, wandelde uit zijn schoonen
polder naar de centrumplaats van midden-
Kennemerland.
Des namiddags te half zeven heeft Mr. A.
Moens in de bovenzaal van hotel Oud-Mee-
renstein, de extra prijzen uitgereikt. Des
middags bij de eindcontrole waren de deel
nemers, die den tocht volbrachten in het
bezit gesteld van de mooie, door de firma
Begeer vervaardigde plaquette, waarin naar
een ontwerp van mej. Lien OMenkamp het
embleem van de V.V.V. in kleuren was uit
gevoerd. De heer Moens dankte de commis
sie van voorbereiding, in het bijzonder den
heer Brandwijk, wachtmeester der Kon. Ma-
rechausseé, die zich enorm veel moeite voor
het welslagen van deze tochten heeft gege
ven. Van de wandelaars verwierven de extra
prijzen:
Kennemer Wandelclub, Beverwijk als
grootste groep. De Wandel toerist, Haarlem,
2e prijs: Burgerwacht. Haarlem, als groot
ste militaire groep; Welpen van de Padvin
ders, Beverwijk, waarvan de jongste deelne
mer. die negen jaren telde nog een extra
prijs kreeg.
De première van het
Landsspel.
Zij is niet te vergeefs geplaatst, de oproe
ping in het feestprogramma, om de opvoering
van het Landsspel „Kennemerland's Glorie" te
komen bijwonen. De tribune aan de eene zijde
van het speelplan opgericht, was geheel ge
vuld met belangstellenden, die vóór den aan
vang van het spel ruim gelegenheid hadden,
zich in te leven in het historisch milieu, dat
zich door het grootsch opgezette décor gemak
kelijk liet suggereeren. Ter andere zijde van
het 60 M. breede veld verrees het kasteel met
daarnaast de kerk; aan beide zijden van het
veld geven breede poorten toegang tot wat in
den schouwburg het podium heet, maar hier
kon uitgroeien tot een omvang dat, een feeste
lijke stoet van uit den krijg terugkeerende
Een moment uit „Kennemerlands Glorie": de intocht van graaf Floris V met
zijn gevolg.
Kennemer ruiters plaats genoeg vindt om zich
gemakkelijk te bewegen; waar het bruilofts
feest van den hopman Arnoud gevierd wordt;
waar heel het volk zich verlustigt in het oogst
feest; waar ten leste Graaf Floris zelf te mid
den van zijn schitterende hofstoet verschijnt
om aan Beverwijk, dat zich roemruchtig on
derscheidde. bijzondere voorrechten te komen
verleenen. En waar ais apotheose het allego
risch slotgedeelte, dat in 't bijzonder de ver
eeniging van Beverwijk met Wijk aan Zee en
Duin in het licht stelt, het geheel glorieus
komt bekronen.
In vlot vloeiende verzen heeft de auteur van
dit landsspel, de heer Joh. N. Tromp dit his
torisch gebeuren van zijn geliefd Beverwijk
bezongen. Het tekstboek vermeldt slechts eer.
gedeelte en zoo missen wij er ongaarne de
aanspraak der stedemaagd in het slotdeel en
verder ai wat niet door het koor wordt gezon
gen, al was een en ander, zoo goed als de ge
sproken tekst van den „Oudste van den Raad
van Ouden" heel goed te volgen. Voor 't mee-
rendeel was dit „goed volgen" op rekening tc
stellen van de moderne klanktechniek; mi
crofoon, versterker en luidspreker. Hoe prach
tig kwam tijdens de huwelijksinzegening in hei
kerkgebouw de zang van het „Veni Creator
door. Een anachronisme weliswaar, dit vier
stemmig werk, dat eerst diehonderd jaren na
den tijd van Floris V ontstond, doch een ana
chronisme dat het bijzonder goed deed. zoo
goed als een Bruidskoor uit Lohengrin, of heel
de muziek voor koor en orkest, waarvan Jos. de
Klerk de auteur is. Tot deze muziek nu wil ik
mij in hoofdzaak bepalen.
Na de feestelijke klaroensignalen zet een
kleurrijk opgezette ouverture in, waarvan de
hoofdmotieven praegnant genoeg zijn om ze,
waar 't pas geeft in den loop van dit landsspel,
te herkennen. Zoo werd mede als inleiding
het orkestrale gedeelte gespeeld, waartegen
straks het koor Graaf Floris het welkomstlied
zal toezingen. Deze orkestpartitie is geheel
zelfstandig en dus mede als ouverture zeei
goed te gebruiken. Het openingskoor, dat on
der leiding van den heer H. W. Hofmeester en
zijn Beverwijksch korps naast het groote koor
van mannen- en vrouwenstemmen frisch en
vlot werd uitgevoerd, was in zijn mooie afwis
seling, die in groote lijnen den zin van den
tekst volgt, muzikaal een groot succes. Opzet
telijk zeg ik: in groote lijnen volgt de muziek
den tekst: Jos. de Klerk's visie op de werking
der muziek is te gezond dan dat hij zich af
geeft met détailleering, die slechts brokwerk
kan leveren. Zoo heeft elk der muzikale on-
derdeelen van dit Landsspel een eigen sfeer,
die evenals de drie hoofddeelen van het werk
drieërlei is: deel I inleidend; deel II (rond
graaf Floris) dramatisch; deel III (het slot
koor in de apotheose) retrospectief. Vooral dit
laatste deel geeft muzikaal een groote vol
doening. De orkestratie „zit goed in de verf";
zeer mooi is o.m. het middendeel „door de wa-
zigwijde verten" terwijl aan 't slot het man
nenkoor zeer gelukkig het einddeel inleidt, dat
m een grooten climax het geheel bekroont.
Jos. de Klerk kon zelf niet aanwezig zijn,
maar nog een drietal opvoeringen zullen deze
week volgen, n.l. op Woensdag, Zaterdag en
Zondag, telkens in den namiddag om 3 uur.
Laat dan de muziekliefhebbers die bij een
„Cloches de Corneville" e tutti quanti het vuur
uit de sloffen loopen om een plaats te bemach
tigen, deze gelegenheid om een Nederlandsch
werk te hooren, niet voorbij laten gaan. Maar
niet enkel deze melomanen mogen zich op
maken naar Beverwijk; ook het oog vindt rijke
bevrediging. Ridderikhoff en Co. verzorgde op
waarlijk grootsche wijs de costumes, B. J. Wie-
land Los de balletten, terwijl D. N. Michels
voor fraaie historische koppen had gezorgd. En
wij durven zonder voorbehoud te zeggen, dat
een volgende opvoering nog .zal winnen; al had
Joh. M. Ridderikhoff 't geheel prachtig in de
hand, het landsvolk vooral heeft bij deze
eerste uitvoering een les gehad dié het zich ze
ker zal benutten. En de weifeling tegen 't slot
van het openingskoor zal er dan evenmin nog
zijn.
Een oud vriend troffen wij er, den minstreel,
wiens aandeel in het welslagen niet gering
was. De mooie zangstem van Geert Dils is nog
zoo soepel en los als men zich maar kan
denken.
Het bestuur der V. V. V. te Beverwijk zij ge
luk gewenscht met deze mooi geslaagde on
derneming. Moge het ook uit onze stad Haar
lem velen op de feestterreinen te Beverwijk
kunnen verwelkomen als vrienden of verwan
ten uit Zuid-Kennemerland.
G. J. KALT
De stad in feestroes.
Zondagavond was de drukte in het feest
vierende Beverwijk zoo mogelijk nog groo-
ter, dan Zaterdag. Slechts voetje voor voetje
kon men zich in de versierde hoofdstraat be
wegen. Ondanks deze drukte van feestgan
gers bleef de politie meester van de situatie
en wist het eveneens zeer drukke snelverkeer
in veilige banen te leiden.
Aller schreden richtten zich naar het
feestterrein, waar zich aan de loketten een
dichte menigte verdrong In de tentoonstel
lingshallen en op het gezellige kermisterrein
genoten duizenden van kunst en vermaak.
Toen later op den avond de illuminatie van
toren en hoofdstraten aanflitste bereikte de
feestelijke stemming haar hoogtepunt. Dan
cings en café's, die vrijwel alle muziek had
den, werden druk bezocht. Ook de tuin-dan-
cing achter het Kennemer-Theater genoot
veler belangstelling. Een ondernemende stal
houder had uit zijn rijtuigmuseum een ..Jan
Plezier" te voorschijn gehaald. Hij spande
twee paarden voor het vehikel en reed tot
laat in den avond met feestende groepjes
jongelui door de verlichte straten.
Eerst tegen middernacht werd het kalmer,
maar het duurde toch nog wel eenige uren
voordat de laatste feestganger den weg naar
huis gevonden had. Ook den tweeden feest
dag is in volmaakte orde verloopen. Geen
wanklank werd vernomen en dit maakte het
succes van de V.V.V. des te grooter.
Een succes voor Van Wienen's
duiktoren.
Gasvoorziening verzekerd
door het aanbrengen van een
syphon in de waterleidingbuis.
Werk dat ook voor de gemeente Haarlem van
belang is.
De doorgesneden waterleidingbuis in den
zinker.
Hoe het ook af zal loopen met het
herstellen van de gasbuis in den zinker
in "net Noordzeekanaal, met het werk
dat Zaterdagmorgen gereed is geko
men, heeft. Van Wienens duiktoren
bewezen, dat hij voor het verrichten
van werkzaamheden onder water van
groote waarde is. Aan deze instal
latie is het te danken, dat de gasleve
ring van het Hoogovenbedrijf aan de
gashouders aan deze zijde van het
Noordzeekanaai ten allen tijde verze
kerd is, zoodat aan alle vrees voor een
gasloos tijdperk een einde is gekomen.
Ook voor de gemeente Haarlem is
hetgeen er tot stand is gebracht, van
groot belang, daar ook deze gemeente
gas van het Hoogovenbedrijf afneemt,
welk gas door de leiding in het Noord
zeekanaal moet worden gevoerd.
Zooals bekend, bestond de opdracht die aan
den heer Van Wienen werd verleend uit het
herstellen van de defecte gasbuis in den zin
ker. De groote moeilijkheid bestond echter
daarin, dat de plaats, waar het lek zich be
vond, niet bekend was, zoodat met het zoeken
daarnaar veel tijd verloren ging. Men heeft
tenslotte het lek gevonden en toen het een
maal zoo ver was, was het ergste leed geleden.
Zoo meende men tenminste. Maar toen men
nadat dit lek gedicht was, de gasbuis perste,
bleek dat zich op een andere plaats nog een
lek bevond, want nadat de leiding den druk
der persing eenigen tijd had weerstaan, liep
de manometer plotseling terug en begon het
water op een plaats, verder van den oever op
teborrelen: er was dus nog een lek. zoodat
men feitelijk even ver was als toen men begon.
Maar ook nu reeds had de duiktoren nuttig
werk verricht. Vakmannen weten maar al te
goed, wat er noodig is, om werk te verrichten
8 M. of meer onder de oppervlakte van het
water en dan nog een paar meter onder den
bodem.
Men heeft wel ingezien, dat het geenszins
onmogelijk was, dat de gaszinker voor den toe
voer van het gas van het Hoogovenbedrijf
naar de gashouders op het terrein van het gas
bedrijf uitgeschakeld zou moeten worden en
daar de oude zinker in Velsen eveneens on
bruikbaar dreigt te worden, kwam men voor
het vraagstuk, wat er gedaan moest worden,
om de gasvoorzienihg te verzekeren.
Het maken van een nieuwen zinker zou tien
duizenden guldens kosten.
De eenvoudigste oplossing was, dat
men de andere zich in den zinker be
vindende buis, die welke het water van
het waterleidingsbedrijf naar gene
zijde van het kanaal voert, geschikt
maakte voor gastransport.
Hiervoor was het noodig in de waterleiding
buis een syphon temaken, waartoe dan ook
besloten werd.
Met dit werk nu is men Zaterdagmorgen ge
reed gekomen. Zoo heel eenvoudig was dit
niet. Met een handsnij-ijzer heeft men een
stuk, ter lengte van c.a. IV2 M. uit de buis ge
sneden. Uitbranden ging natuurlijk niet, om
dat men met brand-apparaten in den duik
toren niet werken kan. Het stuk buis, dat uit
gesneden werd is daarop vervangen door een
syphon. Wanneer nu de waterleidingbuis voor
gastransport gebruikt moet worden, kan men
het condenswater, dat steeds in gasleidingen
aanwezig is en dat in de syphon wordt verza
meld, door een nauwe buisleiding, die onder in
de syphon uitmondt, uit de leiding persen.
Wanneer de waterleidingbuis als gasbuis
gebruikt zou moeten worden, kan de water
voorziening van het deel onzer gemeente bo
ven het Noordzeekanaal geschieden door het
Provinciaal Waterleidingbedrijf, zoodat er geen
gevaar bestaat, dat de Veisen-Noorders zonder
water komen.
Toen wij Zaterdagmorgen naar het werk
gingen kijken, was men bezig, de waterleiding
reserve-gasbuis door persing op dichtheid te
beproeven. Deze persing geschiedde met een
druk van 8 atm. of dubbelen werkdruk.
Natuurlijk was de heer J. C. Dunnebier wet
houder van Openbare Werken hierbij aanwe
zig. Met hem volgden ook de heeren Kamp
man, adj. directeur van gas en water en Van
Wienen met groote belangstelling de bewe
gingen van den wijzer van den manometer.
En toen bleek, dat deze constant in de buurt
van het cijfer „8" bleef, staken de heeren
Dunnebier en Kampman hun tevredenheid
over het verloop van het werk niet onder stoe
len of banken en glunderde het gelaat van
den heer Van Wienen.
FEUILLETON
door
JAMES OLIVER CURWOOD.
16)
Midden in den winter van het derde jaar
kwam Jan in Lac Bain terug, en de verrukte
Mélisse dicht tegen zich aandrukkende, vertel
de hij haar, dat hij nooit meer zonder haar
weg zou gaan. Mélisse sloeg haar armpjes om
zijn hals en wijdde zyn belofte door hem haar
rozemondje aan te bieden voor een kus. Eeni
gen tijd later dreef de rustelooze geest in zijn
borst hem ertoe, tegen Cummins te zeggen:
„Als Mélisse een beetje ouder is, zouden we
dan niet met haar naar het Zuiden gaan? Zij
kan toch niet haar geheele leven slijten op
een plaats als deze."
Cummins keek hem een ©ogenblik aan. alsof
hij hem niet begreep. Toen Jan's bedoeling
tot hem doordrong, verhardde hij zijn blik en
klonk in zijn rustige stem een trilling als van
„Haar moeder zal daarginds onder den
ouden spar blijven rusten tot den jongsten
dag." zei hij langzaam, „en wij zullen haar
nooit verlaten tenzij Mélisse den een of an
deren dag alleen weggaat."
Van dat oogenblik af keek Jan niet meer
binnen in zijn viool. Hij vocht tegen het oude
verlangen, dat de laatste jaren steeds'was toe
genomen, totdat hij zich verbeeldde, dat nij
het vernietigd had en zijn bestaan verwijderd.
In zijn leven was nu voortaan slechts één zon,
die voor hem op- en onderging. Mélisse was
voor hem het heelal. Zij nam zijn hart zoo
volkomen in beslag, dat alle visioenen van een
andere wereld zich in het niet oplosten. Iedere
dag bracht nieuwe vreugde. Hij noemde haar
„mijn kleine zusje", en met behoorleken ernst
sprak Mélisse van „broer Jan"; zij gaf hem
zijn genegenheid ruimschoot terug. Hij merkte
op hoe haar licht blond haar langzamerhand
een gouden tint aannam en elke maand sloeg
hij vol vreugde gade hoe dit goud in een warm
bruin overging. Zij zou op haar moeder ge
lijken! Jan's ziel verblijdde zich, en op zijn
zwijgende manier zond Cummins dankge
beden op.
Zoo stonden de zaken op den post Lac Bain
in het begin van Mélisse's negende jaar, toen
uit het Zuiden een gerucht zich baan brak.
Zooals de burgeroorlog zijn diepe schaduw
werpt over alles zoo wierp dit gerucht als een
lijkwade over de bewoners der wouden.
Het gerucht werd hoe langer hoe luider.
Van het Oosten, het Zuiden en het Westen
komend, nam het steeds toe in duidelijkheid,
totdat van alle zijden de boodschappers het
bericht brachten, dat de Roode Verschrikking
hun op de hielen zat: en als een verkillende
wind streek van den rand der beschaving een
groote vrees neder over de baai.
HOOFDSTUK XIII.
De Roode Verschrikking.
Negentien jaar geleden waren dezelfde ge
ruchten uit het Zuiden gekomen en de Roode
Verschrikking was hen gevolgd. De afschuw
er van was den woudbewoners nog steeds bij
gebleven, want een duizendtal ongemerkte
graven, die geschuwd werden en verspreid
lagen tusschen de lager gelegen wateren der
Jacobsbaai en het merengebied van Athabasca,
gaven getuigenis van den tol. dien zij geëischt
had
In het begin van den winter ontving men te
Lac Bain de eerste geloofwaardige berichten
uit Du Brochet, aan het Renaiermeer. Hender
son, de agent aldaar, zond de waarschuwing,
die hij van Nelson House had ontvangen,
door naar het land ten Zuidoosten.
„Er heerscht pokken aan de Nelson," be
richtte zijn bode aan Williams. ,.en ook de
Crees aan het Wollastonmeer zijn er door aan
getast. God alleen weet, hoe de Indianen aan
de baai er zich onder houden, maar we heb
ben gehoord, dat de Chippewayans, tusschen
de Albany en de Churchill gevaar loopen, er
door uitgeroeid te worden. Denzelfden dag ver
trok hij weer met zijn uitgeputte honden. ..Ik
ga naar het Westen, naar het volkje van het
Réveillon, met de complimenten van onze
Compagnie," legde hij uit.
Drie dagen later kwam de aanzegging uit
Churchill, dat al de dienaren der Compagnie
en de onderdanen van Hare Majesteit ten
Westen van de baai zich moesten voorbereiden
op de komst der Roode Verschrikking. Wil
liam's bolrond gelaat werd zoo wit als het
papier, dat hij in de handen hield, toen hij de
woorden van den agent van Churchill las.
„Dat beteekent: graven delven." zei hij. „Dat
is de eenige voorbereiding, die wij kunnen
maken."
Hij las den brief voor aan de bewoners van
Lac Bain, en iedere beschikbare man werd
aangewezen voor de taak om de waarschuwing
te verspreiden door het gebied van den post.
Honden werden in aller ijl ingespannen en
iedere slede, die vertrok, voerde een rol rood
katoen met zich mee. Williams' gelaat zag nog
altijd even bleek, toen hij deze rollen uit den
voorraad der Compagnie te voorschijn haalde
Zij waren een onheilspellend voorteeken van
den dood sombere symbolen van afschuw
en de aanraking ervan deed den mannen, die
op het punt stonden, ze onder de woudbewo
ners te verspreiden, een rilling door de leden
gaan.
Jan volgde eerst het pad naar Churchill en
sloeg toen af naar het Zuiden, langs de Hasa-
bala, waar het land doorkruist was van de
vallenlinies der halfbloeds en Franschen. Het
eerst kwam hij aan de hut van Croisset en zijn
vrouw en liet daar een stuk van het roode ka
toen achter. Toen ging hij in Westelijke rich
ting, terwijl Croisset zijn honden inspande en
zich met een vierde gedeelte van zijn roode re1
haastig op weg naar het Zuiden begaf. Tus
schen de Hasabala en het Klokolmeer vond
Jan nog drie andere hutten, en in elke liet hij
een stukje van het roode katoen achter. Veer
tig mijlen Zuidwaarts, ergens langs het Ste
kelvarken. bevonden zich de vallenlinies van
Henry Langlois, den grootsten vossenjager van
het heele station. Op den ochtend van den
derden dag ging Jan op zoek naar Langlois. en
laat in den namiddag stuitte hij op een druk
betreden sneeuwschoenenpad. Hier sloeg hij
zijn kamp op tot den ochtend. Toen de dage
raad aanbrak, begon hij het pad te volgen.
Hij kwam een zestal vallen van Langlois
voorbij. In geen van alle was een spoor van aas
te ontdekken. In drie ervan was de veer ge
sprongen. In den zevenden vond hij de over
blijfselen van een rooden vos. die opgegeten
was. zoodat er niet veel meer dan de beende
ren van over was gebleven. Twee vallen verder
vond hij een hermelijn, waarvan de kop afge-
vreten was. Met steeds toenemende verbijste
ring volgde Jan de sneeuwschoenindrukken.
De Jongste ervan waren dagen oud. Hij zette
zijn honden aan en hield bij geen enkele val
meer op. totdat hij ze aan den rand van een
open gedeelte, dat in het woud was uitgehakt,
met een schel commando tot staan bracht. Een
zestigtal meters voor hem uit bevond zich de
hut van den pelsjager. Op het dak. slap neer
hangend langs een jongen boomstam, ont
dekte hij het teeken der Roode Verschrikking.
(Wordt vervolgd.).