De eer van het Sneeuwland Luisterrijke inzet van de feestweek der V.V.V. ^maandag i7 augustus 1936 HAARLEM'S DAGBLAD 9 BEVERWIJK. Druk bezoek aan het feestterrein. Croote belangstelling voor de tentoonstellingen. De première van Kennemerland's Glorie", Jhr. Mil Dr. A. Röell, Commissaris der Koningin in Noord-Holland hijscht de vlag op het feestterrein. Rechts naast den vlaggestok de burgemeester Mr. H. J. J. Seholtens. In ons blad van Zaterdag gaven wij reeds een uittreksel van de redevoeringen, uitge sproken door Mr. A. Moens, den burgemeester en den vertegenwoordiger van de Kamer voor Koophandel en Fabrieken. Als laat ste spreker tijdens de openingsplechtigheid, die door talrijke autoriteiten en genoodigden werd bijgewoond, heeft de Commissaris der Koningin het woord gevoerd. De Commissaris kon zich- volkomen voorstellen, dat Beverwijk, Groot-Beverwijk na de vereeniging met Wijk aan Zee en Duin den eersten Mei 1936 be schouwt als een gedenkdag, die met gepasten luister behoort te worden gevierd. Spr. wilde zich niet verdiepen in retrospec tieve beschouwingen of zich gaan wagen aan toekomstvoorspellingen, maar wel wilde de Commissaris een har te-lij ken gelukwensch uit spreken met hetgeen Beverwijk in den loop der eeuwen heeft bereikt. Met den wensch, dat de feestweek voor Groot-Beverwijk de dageraad mag zijn van een schoone toekomst, het begin van een tijdperk van groeiende Welvaart en van toenemende bloei verklaarde de Commissaris de tentoon stellingen voor geopend en de feestweek voor ingeluid. Het gezelschap begaf zich vervolgens naar het in de onmiddellijke nabijheid gelegen feestterrein, waar men een bezoek bracht aan de tentoonstellingen, waarvoor de Commissaris der Koningin levendige belangstelling aan den dag legde. Op verzoek van den voorzitter van het hoofdcomité heesch de Commissaris, op het terras van de bloemententoonstelling de V. V. V.-vlag. De tentoonstellingen. De tentoonstellingen, waaraan Zaterdag morgen nog zooveel werk moest worden ver richt, waren stipt op tijd gereed gekomen. Zij maakten een uitstekend verzorgden indruk, zooals trouwens de inrichting van het geheele feestterrein tot in de puntjes verzorgd was onder opperste leiding van den heer H. J. de Groot, secretaris van het hoofdcomité, die we derom op kranige wijze van zijn organisatie talent heeft doen blijken. Van de bloemeninzendingen weet men niet wat meer te bewonderen, de buitengewoon mooie bloemen en planten, gerangschikt rond een verkoeling brengende fontein, of de groote vakbekwaamheid, waarmede dit alles gear rangeerd was. Al even fraai verzorgd was de buitenbe planting met bloemen, heesters, coniferen vaste planten enz. De vaste keuringscommissie van de Ko ninklijke Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde, die de inzendingen beoordeelde en de bekroningen vaststelde, had de moei lijke taak uit al dit schoons het beste van het beste aan te wijzen. De bekroningen. Na een zeer serieuze beoordeeling heeft de commissie onderstaande uitslag vastgesteld: Tuinaanleg: J, v. d. Mey, Beverwijk, ver guld zilveren medaille! Joh. A. v. d. Heyden, Santpoort, klein gouden medaille; Firm. K. J. Baarse, Aalsmeer, zilveren medaille. H. Houtwipper Wzn., Beverwijk, groep bloeiende knolbegonia's, bronzen medaille; P. N. Zwart, Beverwijk, miniatuur-aanleg, bronzen medaille; Jac. Groot, Velsen en firma W. v. d. Colk, Beverwijk, aanleg van coniferen, heesters en bloeiende perkplan- ten, gouden medaille; af deeling Beverwijk van de Kon. Ned. Maatsch. voor Tuinbouw en Plantkunde, plantenborder, verguld zilve ren medaille; Kweekersvereeniging „Flora", Beverwijk, decoratieve groep afgesneden bloemen lelies, Zinia's, vuurpijlen en gladio len, gouden medaille (met lof der jury) be nevens de plaquette van de Kon. Ned. "Maat schappij voor Tuinbouw en Plantkunde; S. Pool en Zoon, Haarlem kleine gouden me daille en als extra prijs een zilveren me daille; D. v. d. Wel. Beverwijk, decoratieve groep handelsplanten, gouden medaille en zilveren medaille van wethouder A. L. van Groningen, firma wed. P. Eveleens en Zonen, Aalsmeer, Begonia's en Cyclamen, verguld zilveren medaille; Jac. Groot, Velsen, groep caotussen, kleine gouden medaille; firma Ko nijnenburg en Mark, Noordwij k. afgesneden gladiolen, kleine gouden medaille; C. Meyer, Santpoort, groep afgesneden gladiolen en dahlia's, kleine gouden medaille en extra prijs zilveren medaille; firma Steyn en Co., Beverwijk, groep planten, zilveren medaille; Geb-r. van Buggemun, Beverwijk, groep afge sneden bloemen gouden medaille met lof der jury voor de opstelling'en als eereprijs de zilve-en medaille van H.K.H. Prinses Juliana, firma Steyn en Co., Beverwijk, groep bind werk, gouden en zilveren medaille; Jac. Groot, Velsen, groep bindwerk, verguld zil veren médaille; C. Broeze en Chr. Duyn, Santpoort en Beverwijk, groep afgesneden gladiolen en dahlia's, verguld zilveren me daille; G. v. d. Wel, Beverwijk, groep bind werk, kleine gouden medaille; De Vereenig- de Veilingen, Beverwijk, inzending groenten en fruit, gouden medaille (met lof der jury) en als eere-prijs de groote zilveren medaille van H.M. de Koningin; Tuinbouwclub V.Z. O.S., Heemskerk, inzending groenten en fruit, gouden medaille; B.E.T.-veiling. Beverwijk, inzending groenten en fruit, kleine gouden medaille; R. W. A. Muyen en Zoon, Heems kerk, inzending groenten en fruit, gouden medaille; J. v. d. Kolk en Zn., Beverwijk, groentenkar, verguld zilveren medaille; A. H. Maks, Beverwijk, groentenkar, zilveren medaille: firma WTed. P. Eveleens en Zonen, Aalsmeer, brenzen medaille; Th.. Soet, Bos koop, inzending afgesneden clematis, zilve ren medaille. V.S.V. wint de V.V.V.- A 4 1 beker. De voetbalwedstrijd KennemersV.S.V. die Zaterdagmiddag als onderdeel van het feestprogramma in het gemeentelijk sport park gespeeld werd. De eerste klasser toonde zich onbetwist de sterkste. Bij het ingaan van de rust was de stand 11, dooh in de tweede helft was V.S.V. voortdurend in den aanval. Het einde kwam met een 42 over winning voor de gasten. Na afloop heeft Mr. A. Moens de voor dezen wedstrijd door de V.V.V. beschikbaar gestelde beker met een toepasselijk woord uite*—'kt. Ook de scheids- Prijs 50 cis. (Adv. Ingez. Med.) rechter, de heer Boeree, ontving een hulde blijk. Namens V.S.V. dankte Dr. van Leusen. Ook de voorzitter van de Kennemers, de heer M Lindner, sprak een kort woord, waarin hij verklaarde, dat zijn vereeniging ook in de toekomst gaarne met de V.V.V. zou samen werken. Des avonds bewoog zich een dichte me nigte door de feestelijk verlichte straten. Ook op het feestterrein was het enorm druk en tot laat in den avond bleef het Lunapark duizenden bezoekers trekken. De inzet der feesten was alzoo zeer suc- De Stertochten. De Zondagmorgen bracht wederom schit terend zomerweer. De stertochten, die de V.V.V. voor dezen Zondag had georganiseerd, zijn met een groot succes bekroond. Meer dan 500 wan delaars en 75 fietsers hebben aan dezen tocht deelgenomen. Dat de wandelaars er heel wat voor over hadden om in het bezit te komen van de fraaie belooning die de V. V.V. voor het volbrengen van den tocht had uitgeloofd bleek wel uit het feit. dat een wandelaar reeds Zaterdagavond om 10 uur uit Bolnes bij Rotterdam was gestart. Hij kwam prachtig op tijd aan de eindcontrole binnen De 75-jarige heer Held uit Beemster, die ook de jongste Vierdaagsche met succes heeft geloopen, wandelde uit zijn schoonen polder naar de centrumplaats van midden- Kennemerland. Des namiddags te half zeven heeft Mr. A. Moens in de bovenzaal van hotel Oud-Mee- renstein, de extra prijzen uitgereikt. Des middags bij de eindcontrole waren de deel nemers, die den tocht volbrachten in het bezit gesteld van de mooie, door de firma Begeer vervaardigde plaquette, waarin naar een ontwerp van mej. Lien OMenkamp het embleem van de V.V.V. in kleuren was uit gevoerd. De heer Moens dankte de commis sie van voorbereiding, in het bijzonder den heer Brandwijk, wachtmeester der Kon. Ma- rechausseé, die zich enorm veel moeite voor het welslagen van deze tochten heeft gege ven. Van de wandelaars verwierven de extra prijzen: Kennemer Wandelclub, Beverwijk als grootste groep. De Wandel toerist, Haarlem, 2e prijs: Burgerwacht. Haarlem, als groot ste militaire groep; Welpen van de Padvin ders, Beverwijk, waarvan de jongste deelne mer. die negen jaren telde nog een extra prijs kreeg. De première van het Landsspel. Zij is niet te vergeefs geplaatst, de oproe ping in het feestprogramma, om de opvoering van het Landsspel „Kennemerland's Glorie" te komen bijwonen. De tribune aan de eene zijde van het speelplan opgericht, was geheel ge vuld met belangstellenden, die vóór den aan vang van het spel ruim gelegenheid hadden, zich in te leven in het historisch milieu, dat zich door het grootsch opgezette décor gemak kelijk liet suggereeren. Ter andere zijde van het 60 M. breede veld verrees het kasteel met daarnaast de kerk; aan beide zijden van het veld geven breede poorten toegang tot wat in den schouwburg het podium heet, maar hier kon uitgroeien tot een omvang dat, een feeste lijke stoet van uit den krijg terugkeerende Een moment uit „Kennemerlands Glorie": de intocht van graaf Floris V met zijn gevolg. Kennemer ruiters plaats genoeg vindt om zich gemakkelijk te bewegen; waar het bruilofts feest van den hopman Arnoud gevierd wordt; waar heel het volk zich verlustigt in het oogst feest; waar ten leste Graaf Floris zelf te mid den van zijn schitterende hofstoet verschijnt om aan Beverwijk, dat zich roemruchtig on derscheidde. bijzondere voorrechten te komen verleenen. En waar ais apotheose het allego risch slotgedeelte, dat in 't bijzonder de ver eeniging van Beverwijk met Wijk aan Zee en Duin in het licht stelt, het geheel glorieus komt bekronen. In vlot vloeiende verzen heeft de auteur van dit landsspel, de heer Joh. N. Tromp dit his torisch gebeuren van zijn geliefd Beverwijk bezongen. Het tekstboek vermeldt slechts eer. gedeelte en zoo missen wij er ongaarne de aanspraak der stedemaagd in het slotdeel en verder ai wat niet door het koor wordt gezon gen, al was een en ander, zoo goed als de ge sproken tekst van den „Oudste van den Raad van Ouden" heel goed te volgen. Voor 't mee- rendeel was dit „goed volgen" op rekening tc stellen van de moderne klanktechniek; mi crofoon, versterker en luidspreker. Hoe prach tig kwam tijdens de huwelijksinzegening in hei kerkgebouw de zang van het „Veni Creator door. Een anachronisme weliswaar, dit vier stemmig werk, dat eerst diehonderd jaren na den tijd van Floris V ontstond, doch een ana chronisme dat het bijzonder goed deed. zoo goed als een Bruidskoor uit Lohengrin, of heel de muziek voor koor en orkest, waarvan Jos. de Klerk de auteur is. Tot deze muziek nu wil ik mij in hoofdzaak bepalen. Na de feestelijke klaroensignalen zet een kleurrijk opgezette ouverture in, waarvan de hoofdmotieven praegnant genoeg zijn om ze, waar 't pas geeft in den loop van dit landsspel, te herkennen. Zoo werd mede als inleiding het orkestrale gedeelte gespeeld, waartegen straks het koor Graaf Floris het welkomstlied zal toezingen. Deze orkestpartitie is geheel zelfstandig en dus mede als ouverture zeei goed te gebruiken. Het openingskoor, dat on der leiding van den heer H. W. Hofmeester en zijn Beverwijksch korps naast het groote koor van mannen- en vrouwenstemmen frisch en vlot werd uitgevoerd, was in zijn mooie afwis seling, die in groote lijnen den zin van den tekst volgt, muzikaal een groot succes. Opzet telijk zeg ik: in groote lijnen volgt de muziek den tekst: Jos. de Klerk's visie op de werking der muziek is te gezond dan dat hij zich af geeft met détailleering, die slechts brokwerk kan leveren. Zoo heeft elk der muzikale on- derdeelen van dit Landsspel een eigen sfeer, die evenals de drie hoofddeelen van het werk drieërlei is: deel I inleidend; deel II (rond graaf Floris) dramatisch; deel III (het slot koor in de apotheose) retrospectief. Vooral dit laatste deel geeft muzikaal een groote vol doening. De orkestratie „zit goed in de verf"; zeer mooi is o.m. het middendeel „door de wa- zigwijde verten" terwijl aan 't slot het man nenkoor zeer gelukkig het einddeel inleidt, dat m een grooten climax het geheel bekroont. Jos. de Klerk kon zelf niet aanwezig zijn, maar nog een drietal opvoeringen zullen deze week volgen, n.l. op Woensdag, Zaterdag en Zondag, telkens in den namiddag om 3 uur. Laat dan de muziekliefhebbers die bij een „Cloches de Corneville" e tutti quanti het vuur uit de sloffen loopen om een plaats te bemach tigen, deze gelegenheid om een Nederlandsch werk te hooren, niet voorbij laten gaan. Maar niet enkel deze melomanen mogen zich op maken naar Beverwijk; ook het oog vindt rijke bevrediging. Ridderikhoff en Co. verzorgde op waarlijk grootsche wijs de costumes, B. J. Wie- land Los de balletten, terwijl D. N. Michels voor fraaie historische koppen had gezorgd. En wij durven zonder voorbehoud te zeggen, dat een volgende opvoering nog .zal winnen; al had Joh. M. Ridderikhoff 't geheel prachtig in de hand, het landsvolk vooral heeft bij deze eerste uitvoering een les gehad dié het zich ze ker zal benutten. En de weifeling tegen 't slot van het openingskoor zal er dan evenmin nog zijn. Een oud vriend troffen wij er, den minstreel, wiens aandeel in het welslagen niet gering was. De mooie zangstem van Geert Dils is nog zoo soepel en los als men zich maar kan denken. Het bestuur der V. V. V. te Beverwijk zij ge luk gewenscht met deze mooi geslaagde on derneming. Moge het ook uit onze stad Haar lem velen op de feestterreinen te Beverwijk kunnen verwelkomen als vrienden of verwan ten uit Zuid-Kennemerland. G. J. KALT De stad in feestroes. Zondagavond was de drukte in het feest vierende Beverwijk zoo mogelijk nog groo- ter, dan Zaterdag. Slechts voetje voor voetje kon men zich in de versierde hoofdstraat be wegen. Ondanks deze drukte van feestgan gers bleef de politie meester van de situatie en wist het eveneens zeer drukke snelverkeer in veilige banen te leiden. Aller schreden richtten zich naar het feestterrein, waar zich aan de loketten een dichte menigte verdrong In de tentoonstel lingshallen en op het gezellige kermisterrein genoten duizenden van kunst en vermaak. Toen later op den avond de illuminatie van toren en hoofdstraten aanflitste bereikte de feestelijke stemming haar hoogtepunt. Dan cings en café's, die vrijwel alle muziek had den, werden druk bezocht. Ook de tuin-dan- cing achter het Kennemer-Theater genoot veler belangstelling. Een ondernemende stal houder had uit zijn rijtuigmuseum een ..Jan Plezier" te voorschijn gehaald. Hij spande twee paarden voor het vehikel en reed tot laat in den avond met feestende groepjes jongelui door de verlichte straten. Eerst tegen middernacht werd het kalmer, maar het duurde toch nog wel eenige uren voordat de laatste feestganger den weg naar huis gevonden had. Ook den tweeden feest dag is in volmaakte orde verloopen. Geen wanklank werd vernomen en dit maakte het succes van de V.V.V. des te grooter. Een succes voor Van Wienen's duiktoren. Gasvoorziening verzekerd door het aanbrengen van een syphon in de waterleidingbuis. Werk dat ook voor de gemeente Haarlem van belang is. De doorgesneden waterleidingbuis in den zinker. Hoe het ook af zal loopen met het herstellen van de gasbuis in den zinker in "net Noordzeekanaal, met het werk dat Zaterdagmorgen gereed is geko men, heeft. Van Wienens duiktoren bewezen, dat hij voor het verrichten van werkzaamheden onder water van groote waarde is. Aan deze instal latie is het te danken, dat de gasleve ring van het Hoogovenbedrijf aan de gashouders aan deze zijde van het Noordzeekanaai ten allen tijde verze kerd is, zoodat aan alle vrees voor een gasloos tijdperk een einde is gekomen. Ook voor de gemeente Haarlem is hetgeen er tot stand is gebracht, van groot belang, daar ook deze gemeente gas van het Hoogovenbedrijf afneemt, welk gas door de leiding in het Noord zeekanaal moet worden gevoerd. Zooals bekend, bestond de opdracht die aan den heer Van Wienen werd verleend uit het herstellen van de defecte gasbuis in den zin ker. De groote moeilijkheid bestond echter daarin, dat de plaats, waar het lek zich be vond, niet bekend was, zoodat met het zoeken daarnaar veel tijd verloren ging. Men heeft tenslotte het lek gevonden en toen het een maal zoo ver was, was het ergste leed geleden. Zoo meende men tenminste. Maar toen men nadat dit lek gedicht was, de gasbuis perste, bleek dat zich op een andere plaats nog een lek bevond, want nadat de leiding den druk der persing eenigen tijd had weerstaan, liep de manometer plotseling terug en begon het water op een plaats, verder van den oever op teborrelen: er was dus nog een lek. zoodat men feitelijk even ver was als toen men begon. Maar ook nu reeds had de duiktoren nuttig werk verricht. Vakmannen weten maar al te goed, wat er noodig is, om werk te verrichten 8 M. of meer onder de oppervlakte van het water en dan nog een paar meter onder den bodem. Men heeft wel ingezien, dat het geenszins onmogelijk was, dat de gaszinker voor den toe voer van het gas van het Hoogovenbedrijf naar de gashouders op het terrein van het gas bedrijf uitgeschakeld zou moeten worden en daar de oude zinker in Velsen eveneens on bruikbaar dreigt te worden, kwam men voor het vraagstuk, wat er gedaan moest worden, om de gasvoorzienihg te verzekeren. Het maken van een nieuwen zinker zou tien duizenden guldens kosten. De eenvoudigste oplossing was, dat men de andere zich in den zinker be vindende buis, die welke het water van het waterleidingsbedrijf naar gene zijde van het kanaal voert, geschikt maakte voor gastransport. Hiervoor was het noodig in de waterleiding buis een syphon temaken, waartoe dan ook besloten werd. Met dit werk nu is men Zaterdagmorgen ge reed gekomen. Zoo heel eenvoudig was dit niet. Met een handsnij-ijzer heeft men een stuk, ter lengte van c.a. IV2 M. uit de buis ge sneden. Uitbranden ging natuurlijk niet, om dat men met brand-apparaten in den duik toren niet werken kan. Het stuk buis, dat uit gesneden werd is daarop vervangen door een syphon. Wanneer nu de waterleidingbuis voor gastransport gebruikt moet worden, kan men het condenswater, dat steeds in gasleidingen aanwezig is en dat in de syphon wordt verza meld, door een nauwe buisleiding, die onder in de syphon uitmondt, uit de leiding persen. Wanneer de waterleidingbuis als gasbuis gebruikt zou moeten worden, kan de water voorziening van het deel onzer gemeente bo ven het Noordzeekanaal geschieden door het Provinciaal Waterleidingbedrijf, zoodat er geen gevaar bestaat, dat de Veisen-Noorders zonder water komen. Toen wij Zaterdagmorgen naar het werk gingen kijken, was men bezig, de waterleiding reserve-gasbuis door persing op dichtheid te beproeven. Deze persing geschiedde met een druk van 8 atm. of dubbelen werkdruk. Natuurlijk was de heer J. C. Dunnebier wet houder van Openbare Werken hierbij aanwe zig. Met hem volgden ook de heeren Kamp man, adj. directeur van gas en water en Van Wienen met groote belangstelling de bewe gingen van den wijzer van den manometer. En toen bleek, dat deze constant in de buurt van het cijfer „8" bleef, staken de heeren Dunnebier en Kampman hun tevredenheid over het verloop van het werk niet onder stoe len of banken en glunderde het gelaat van den heer Van Wienen. FEUILLETON door JAMES OLIVER CURWOOD. 16) Midden in den winter van het derde jaar kwam Jan in Lac Bain terug, en de verrukte Mélisse dicht tegen zich aandrukkende, vertel de hij haar, dat hij nooit meer zonder haar weg zou gaan. Mélisse sloeg haar armpjes om zijn hals en wijdde zyn belofte door hem haar rozemondje aan te bieden voor een kus. Eeni gen tijd later dreef de rustelooze geest in zijn borst hem ertoe, tegen Cummins te zeggen: „Als Mélisse een beetje ouder is, zouden we dan niet met haar naar het Zuiden gaan? Zij kan toch niet haar geheele leven slijten op een plaats als deze." Cummins keek hem een ©ogenblik aan. alsof hij hem niet begreep. Toen Jan's bedoeling tot hem doordrong, verhardde hij zijn blik en klonk in zijn rustige stem een trilling als van „Haar moeder zal daarginds onder den ouden spar blijven rusten tot den jongsten dag." zei hij langzaam, „en wij zullen haar nooit verlaten tenzij Mélisse den een of an deren dag alleen weggaat." Van dat oogenblik af keek Jan niet meer binnen in zijn viool. Hij vocht tegen het oude verlangen, dat de laatste jaren steeds'was toe genomen, totdat hij zich verbeeldde, dat nij het vernietigd had en zijn bestaan verwijderd. In zijn leven was nu voortaan slechts één zon, die voor hem op- en onderging. Mélisse was voor hem het heelal. Zij nam zijn hart zoo volkomen in beslag, dat alle visioenen van een andere wereld zich in het niet oplosten. Iedere dag bracht nieuwe vreugde. Hij noemde haar „mijn kleine zusje", en met behoorleken ernst sprak Mélisse van „broer Jan"; zij gaf hem zijn genegenheid ruimschoot terug. Hij merkte op hoe haar licht blond haar langzamerhand een gouden tint aannam en elke maand sloeg hij vol vreugde gade hoe dit goud in een warm bruin overging. Zij zou op haar moeder ge lijken! Jan's ziel verblijdde zich, en op zijn zwijgende manier zond Cummins dankge beden op. Zoo stonden de zaken op den post Lac Bain in het begin van Mélisse's negende jaar, toen uit het Zuiden een gerucht zich baan brak. Zooals de burgeroorlog zijn diepe schaduw werpt over alles zoo wierp dit gerucht als een lijkwade over de bewoners der wouden. Het gerucht werd hoe langer hoe luider. Van het Oosten, het Zuiden en het Westen komend, nam het steeds toe in duidelijkheid, totdat van alle zijden de boodschappers het bericht brachten, dat de Roode Verschrikking hun op de hielen zat: en als een verkillende wind streek van den rand der beschaving een groote vrees neder over de baai. HOOFDSTUK XIII. De Roode Verschrikking. Negentien jaar geleden waren dezelfde ge ruchten uit het Zuiden gekomen en de Roode Verschrikking was hen gevolgd. De afschuw er van was den woudbewoners nog steeds bij gebleven, want een duizendtal ongemerkte graven, die geschuwd werden en verspreid lagen tusschen de lager gelegen wateren der Jacobsbaai en het merengebied van Athabasca, gaven getuigenis van den tol. dien zij geëischt had In het begin van den winter ontving men te Lac Bain de eerste geloofwaardige berichten uit Du Brochet, aan het Renaiermeer. Hender son, de agent aldaar, zond de waarschuwing, die hij van Nelson House had ontvangen, door naar het land ten Zuidoosten. „Er heerscht pokken aan de Nelson," be richtte zijn bode aan Williams. ,.en ook de Crees aan het Wollastonmeer zijn er door aan getast. God alleen weet, hoe de Indianen aan de baai er zich onder houden, maar we heb ben gehoord, dat de Chippewayans, tusschen de Albany en de Churchill gevaar loopen, er door uitgeroeid te worden. Denzelfden dag ver trok hij weer met zijn uitgeputte honden. ..Ik ga naar het Westen, naar het volkje van het Réveillon, met de complimenten van onze Compagnie," legde hij uit. Drie dagen later kwam de aanzegging uit Churchill, dat al de dienaren der Compagnie en de onderdanen van Hare Majesteit ten Westen van de baai zich moesten voorbereiden op de komst der Roode Verschrikking. Wil liam's bolrond gelaat werd zoo wit als het papier, dat hij in de handen hield, toen hij de woorden van den agent van Churchill las. „Dat beteekent: graven delven." zei hij. „Dat is de eenige voorbereiding, die wij kunnen maken." Hij las den brief voor aan de bewoners van Lac Bain, en iedere beschikbare man werd aangewezen voor de taak om de waarschuwing te verspreiden door het gebied van den post. Honden werden in aller ijl ingespannen en iedere slede, die vertrok, voerde een rol rood katoen met zich mee. Williams' gelaat zag nog altijd even bleek, toen hij deze rollen uit den voorraad der Compagnie te voorschijn haalde Zij waren een onheilspellend voorteeken van den dood sombere symbolen van afschuw en de aanraking ervan deed den mannen, die op het punt stonden, ze onder de woudbewo ners te verspreiden, een rilling door de leden gaan. Jan volgde eerst het pad naar Churchill en sloeg toen af naar het Zuiden, langs de Hasa- bala, waar het land doorkruist was van de vallenlinies der halfbloeds en Franschen. Het eerst kwam hij aan de hut van Croisset en zijn vrouw en liet daar een stuk van het roode ka toen achter. Toen ging hij in Westelijke rich ting, terwijl Croisset zijn honden inspande en zich met een vierde gedeelte van zijn roode re1 haastig op weg naar het Zuiden begaf. Tus schen de Hasabala en het Klokolmeer vond Jan nog drie andere hutten, en in elke liet hij een stukje van het roode katoen achter. Veer tig mijlen Zuidwaarts, ergens langs het Ste kelvarken. bevonden zich de vallenlinies van Henry Langlois, den grootsten vossenjager van het heele station. Op den ochtend van den derden dag ging Jan op zoek naar Langlois. en laat in den namiddag stuitte hij op een druk betreden sneeuwschoenenpad. Hier sloeg hij zijn kamp op tot den ochtend. Toen de dage raad aanbrak, begon hij het pad te volgen. Hij kwam een zestal vallen van Langlois voorbij. In geen van alle was een spoor van aas te ontdekken. In drie ervan was de veer ge sprongen. In den zevenden vond hij de over blijfselen van een rooden vos. die opgegeten was. zoodat er niet veel meer dan de beende ren van over was gebleven. Twee vallen verder vond hij een hermelijn, waarvan de kop afge- vreten was. Met steeds toenemende verbijste ring volgde Jan de sneeuwschoenindrukken. De Jongste ervan waren dagen oud. Hij zette zijn honden aan en hield bij geen enkele val meer op. totdat hij ze aan den rand van een open gedeelte, dat in het woud was uitgehakt, met een schel commando tot staan bracht. Een zestigtal meters voor hem uit bevond zich de hut van den pelsjager. Op het dak. slap neer hangend langs een jongen boomstam, ont dekte hij het teeken der Roode Verschrikking. (Wordt vervolgd.).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 7