LITTERAIRE
KANTTEEKENINCEN
ZATERDAG 29 AUGUSTUS 1936
HAASLE M'S DAGEIAD
8
Shirley Temple, die met haar
trouwen negervriend in „De
kleinste rebel" 't dagelijksch
brood tracht te verdienen.
tertjes van tandarts Durban. In huis moeten
de meisjes altijd stil zijn vanwege de patiën
ten. iets waaraan hun tante Annet streng
de hand houdt; maar buiten ravotten ze
heerlijk met hun drie buurjongens. Boven
dien werken ze niet alleen door hun goede
voorbeeld, (maar ook door zeepbonbons en
dergelijke kleine plagerijen, mee aan de op
voeding van een verwend eenigst kind, Ar
thur. Het vertrek van de drie buurjongens
met hun ouders beteekent een groot verlies
voor de Durbannetjes, maar zij krijgen er
nog iets beters voor terug. Want mevrouw
Bouma, die met haar drie dochtertjes nu op
villa „Jolijt" komt wonen, wordt een lieve
tweede moeder voor de zusjes Durban.
Miep de Feyter illustreerde dit boek, waar
mee onze jonge lezeressen zeker een paar
prettige uurtjes zullen doorbrengen.
Niet zoo geslaagd vind ik „4 Vrolijke Trek-
sters". Het is net of de schrijfster dit ver
haal met minder enthousiasme gegeven
heeft dan het voorgaande. Het draagt daar
door wat te veel een beschrijvend karakter,
en het heeft soms iets onrustigs doordat al
lerlei kleine bijkomstigheden even kort ver
meld worden De titel zegt al dat de vier
vriendinnen graag trektochten maken; en
meisjes die dit zelf ook doen, zullen er wel
bekende dingen in vinden, zooals kamplied
jes, het leven in jeugdherbergen enz. Geld
gebrek dwingt de meisjes tenslotte een baan
tje te zoeken, maar ook daar trekken ze moe
dig op af.
Nans van Leeuwen teekende de platen voor
dit boek.
RAEIC
U—j
PROGRAMMA
ZONDAG 30 AUGUSTUS.
HILVERSUM I, 1875 M.
8.55 VARA. 10.00 VPRO. 12.00
AVRO. 5.00 VARA, 8.00 AVRO.
8.55 Gram.pl. 9.00 Postduivenber., gram.pl.,
postduivenber. 9.30 Orgelspel, postduivenber.
10.00 Voordracht. 10.30 Lth. Kerkdienst. 12,00
Filmpraatje. 12.30 Kovacs Lajos' orkest. (In
de pauze; Sportverslag). 1.15 Radio-tooneel
voor kinderen. 2.00 Boekbespreking. 2.30 Viool
en piano. 3.00 Residentie-orkest mmv. solist.
9.15 Sportreportage. 9.30 Radio-journaal. 9.45
Radio-hoorkrant. 10.35 Viool en piano. 11.00
Berichten ANP. 11.1012.00 Dansmuziek.
HILVERSUM II, 301 M.
8.30 NCRV. 9.30 KRO. 5.00
NCRV., 7.45—11,00 KRO.
8.30 Morgenwijding, mmv. zang en orgel. 9.30
Gram.pl. 10.30 Hoogmis. 12.00 Gram.pl. 12.15
KRO-Orkest. 1.00 Boekbespreking. 1.20 KRO-
Melodisten. 2.00 Gram.pl. 2 30 KRO-Sympho-
nie-orkest, en gram.pl. 4.15 Gram.pl. 4.30 Voor
de zieken. 5.00 Herv. Gem. Zangvéreen. „Eu-
phonia". 5.30 Orgelspel. 6.00 Ned. Herv. Kerk
dienst. Hierna orgelspel. 7.45 Gram.pl. 7.50 „Het
apostolaat onder de Joden", causerie. 8.10 Be
richten ANP., KRO-Mededeelingen. 8.20 KRO-
Melodisten. 9 00 Gram.pl. 9.30 KRO-orkest
mmv soliste. 10.000 Zang. 10.10 Vervolg con
cert. 10.30 Berichten ANP. 10.35 Gram.pl.
10.4011.00 Epiloog.
DROITWICH, 1500 M.
12.50 Het Blackball Colliery Orkest, mmv.
solist. 1.50 Pianorecital. 2.20 Het BBC-
Northern-orkest. 3.20 Gram.pl. 4.05 Walter
Collins' orkest. 4.50 Kinderkerkdienst. 5.20
Boekbespreking. 5.40 Het Philharm Ensemble
mmv. solist. 6.50 Voordracht. 7.05 BBC-orkest,
mmv. zang, 8.15 R.K. Kerkdienst. 9.05 Lief-
dadigheidsoproep. 9.10 Berichten. 9.20 De
BBC-Zangers. 9 50 Sted. Orkest Torquay, mmv
solist. 10.50 Epiloog.
RADIO PARIS, 1648 M.
7.20 en 8.20 Gram.pl. 11.20 Orkestconcert. 12.20
Orgelconcert. 1.20 Vervolg orkestconcert. 3.05
Nat. Orkest. 5.05 Gram.pl. 5.20 Pascal-orkest.
7.50 Zang. 8.20 en 9.05 Radiotooneel. 11.05
12.35 Dansmuziek en populair concert.
KEULEN'456 M.
6.20 Havenconcert. 10.50 Gram.pl. 11.40 Om-
roepstrijkkwartet. 12.20 Gevar. concert. 2.20
Viool en piano. 4.20 Omroepkleinorkest en
solisten. 6.20 Gevar. concert. 8.20 Omroep
orkest, -koor en solisten. 10.5012.20 Dans
muziek.
BRUSSEL 322 M.
9.25 Gram.pl. 10.25 Concert. 11.25 Gram.pl.
12.25 Omroeporkest. 1.30—2.20 Klein-orkest.
2.35 Gram.pl. 3.50 P. Godwin's orkest, en sport
reportage. 6.05 Klein-orkest. 7.20 Zang. 8.20
Dansmuziek. 9.20 Gram.pl. 9.35 Omroeporkest.
10.30 Gram.pl. 11.20—12.20 Dansmuziek.
BRUSSEL 484 M.
9.20 en 10.25 Gram.pl. 11.25 Populair con
cert. 12.25 Klein-orkest. 1.30 Dansmuziek. 2.20
2.35 en 2.50 Gram.pl. 3.20 Orgelspel, reportage
en Gram.pl. 5.20 Dansmuziek. 6 20 Hoorsoel.
6.35 en 7.35 Gram.pl. 8.20 Omroeporkest. 9.20
Symphonieconcert. ca. 11.00 Dansmuziek. 11.50
12.20 Gram.pl.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
8.20 Omroepkleinorkest. 10.20 Berichten. 10.50
Viool-viola-piano. 11.05 Scheepsweerbericht.
11.20 Berichten. 11.25Dansmuziek.
RADIO MOORS N.V.
KONINGSTRAAT 27, TELEF. 14609
OFFICIEEL PHILIPS REPARATEUR
(Adv. Ingez. Med.)
MAANDAG 31 AUGUSTUS 1936.
HILVERSUM I 1875 M.
8.00 AVRO, 12.00 KRO. 4.00 AVRO.
8.00—12.00 KRO.
8.00 Orgelspel; 8.15 Kovacs Lajos' orkest;
8.30 Aubade uit Rotterdam; 9.15 Vervolg Ko
vacs; 9.45 Gram. platen; 10.00 Morgenwijding
VPRO. 10.15 Omroeporkest en voordracht;
12.00 KRO-orkest en gram.platen; 2.00 Caril-
lonspel en koor „Soli Deo Gloria"; 2.30 Gram.
platen; 2.45 KRO-Melodisten; 4.00 Carillon-
spel; 4.20 Gram.platen; 4.45 Kovacs Lajos'
orkest; 5.45 Gram.platen; 6.00 Dansmuziek;
6.45 Kinderkoor v. d. Ver. „Zanglust" en Om
roeporkest; 7.15 „Neerlands kostbaar bezit",
causerie; 7.30 Omroeporkest; 8.00 Berichten
A.N.P. KRO.-Mededeelingen; 8.10 „H.M. Ko
ningin Wilhelmina", causerie; 8.30 „Ko-
ginnedagviering in de studio" m.m.v. de KRO
Melodisten en solisten; 10.30 Berichten A.N.P.
10.35 Gram.platen.
HILVERSUM II, 301 M.
NCRV.-Uitzending.
8.00 Schriftlezing; 8.15 Gram.platen; 9.15
Aubade door Utrechtsche schoolkinderen m.
m. v. Utr. Chr. Geheelonthoudersmuziekver-
eeniging „Caecilia"; 10.30 Morgendienst; 11.
Chr. Lectuur; 11.30 Gram.platen; 12.15 Gram.
platen; 12.45 Relais uit Indië; 1.15 Orgelspel;
2.35 Causerie over kamerplaten; 3.15 Gram.
platen; 4.00 Bijbellezing; 5.00 Zang; 6.00 Gra-
mofoonplaten6.30 Tamboers- en pijpers
corps „Jong Holland". 7.00 Ned. Chr. Pers
bureau; 7.45 Reportage; 8.00 Berichten A.
N.P. 8.15 NCRV-orkest, koor en spreker; 10.—
Berichten A.N.P. 10.05 Reportage vuurwerk;
10.40 Gram.platen. Schriftlezing.
DROITWICH 1500 M.
11.05 „Thinking Back", causerie 11.20 Gra-
mofoonpl.; 11.45 Het Leon Wayne Sextet;
12.50 Het Sted. orkest van Whitby; 1.30 Sport
reportage; 1.50 Gram.platen; 2.35 Piano
recital; 3.05 Roland Powell's kwintet; 3.50
Gram.pl. 4.35 Het Northern Ireland Blaas-
orkest; 5.15 Sportreportage; 5.35 Charles
Ernesco en zijn kwintet im.m.v. solist; 6 20
Berichten; 6,50 Variété-programma; 7.35 Het
Parkington kwintet; 8.20 Dansmuziek, m.m.v.
solisten; 8.55 Wagnerconcert m.m.v. het BBC
Symphonie-orkest en solisten; 10.00 Berich
ten; 10.30 „World Affairs", lezing; 10.45 Zang
en viool; 11.35 Dansmuziek.
RADIO PARIS 1648 M.
7 20 en 8.20 Gram.pl.; 11.20 Kamerorkest;
2.50 Gram.platen; 4.20 Symphonie-cncert;
5.35 Gram.pl.; 5.50 Kamerorkest; 8.20 Zang;
9.05 Orkestconcert; 11.35 Orkestconcert.
KEULEN 456 M.
6.50 Orkestconcert; 12.20 Gevar. concert;
2.35 Kwintet-concert; 6.20 Omroepkleinor
kest; 8.30 Weekoverzicht; 9.20 Gram platen;
10.40 Omroeptrio, zang en voordracht; 11.20
Silez. Orkestvereen.
BRUSSEL 322 en 484 M.
322 M.: 12.20 Gram.nlaten; 12.50 Dansmu
ziek; 1.30 Salon-orkest; 1.50 Gram.platen;
5.20 Salon-orkest; 6,05 Gram.platen; 6.50 en
7.20 Gram.; 8 20 Reportage; 8.50 Omroepor
kest: 9.20 Dito; 10.30 Gram.pl.
484 M.: 12.20 Gram.platen: 12.50 Salon
orkest; 1.30 Dansmuziek; 1.50 Gram.platen;
5.20 Omroeporkest; 6.35 Gram.platen; 8.20
Zangvoordracht; 8.50 Piano-recital; 9.20 Ra
dio-tooneel; 9.55 Dansmuziek; 10.30 Gram.
platen.
DEUTSCHLANDSENDER 1571 M.
7.20 Uit Salzburg: Opera-uitzending; 10.20
Berichten; 10.50 Viool en piano; 11.05
Scheepsweerbericht; 11.20 Berichten; 11.25
Om roenklei n orkest
„Charlie Chan in Egypt"
in Luxor.
Warner Oland en Pat Paterson in „Charlie
Chan in Egypt".
Dr. Anton Racine, de huisbediende Efdu
Ahmed, prof. Thurston, wie van deze drie of
wie anders heeft prof. Arnold vermoord in
het binnenste van het graf van den Egypti-
schen hoogepriester Aaneti en hem gemummi
ficeerd?
Voor dit probleem ziet Charlie Chan zich
in de film „In den grafkelder der Pharaos"
(Charlie Chan in Egypt) geplaatst, wanneer
hij in opdracht van het Archaeologisch ge
nootschap naar Luxor gaat om een onderzoek
in te stellen naar het verdwijnen van waarde
volle voorwerpen uit een zending van prof.
Arnold naar Frankrijk en bij zijn aankomst
wel de dochter en den zoon van den profes
sor en diens broer en assistent aantreft, doch
niet den professor zelf. Bij een nauwkeurig
onderzoek blijkt dat de mummiekist het lijk
van den professor bevat. Charlie Chan begint
op zijn bekende laconieke wijze het onder
zoek. Dr. Racine verricht de lijkschouwing,
doch geeft een onbevredigende verklaring, wat
Chan's argwaan opwekt. Wanneer Chan, de
assistent Evans en de negerbediende Snow-
shoes Ameti's grafkelder een nachtelijk be
zoek brengen wordt er een aanslhg op hun
leven gepleegd.
Vervolgens wordt Barry Arnold vermoord op
mvsterieuse wijze. Bij een herhaalde visite
aan de graftombe wordt Evans neergeschoten.
Zijn leven wordt gered, maar nogmaals be
dreigd waarbij meteen de oplossing van het
mysterie komt
Charlie Chan, de zwijgzame, immer beleefde
en schrandere Chineesche detective, wordt
weer voortreffelijk gespeeld door Warner
Oland.
De rol van Carol Arnold wordt gespeeld door
Pat Paterson, die van Tom Evans door Tho
mas Beek.
Jameson Thomas is dr. Racine. Frank Con-
roy prof Thurston. De rol van den onguren
Edfu Ahmed wordt vertolkt door Nigel de
Bruiier. James Eagles speelt voor Barry Ar
nold.
Het voorprogramma bij deze spannende film
bevat behalve wereldnieuws een voorfilm waar
In allerlei New-Yorksche variétés te zien zijn
en een grappige teekenfilm „Porky's Pet".
„De kleinste rebel"
(Rembrandt Theater).
Hoe groot Shirley's populariteit ook hier in
Haarlem is. werd Vrijdagavond in beide voor
stellingen weer gedemonstreerd, door de volle
zaal en dat niettegenstaande het mooie weer
en de aantrekkelijke programma's in de drie
andere bioscopen. Shirley is dan ook inder
daad een wonder, op filmgebied tot nu toe hét
wonder der twintigste eeuw! In „De kleinste
Rebel" overtreft ze zichzelf in alles wat ze tot
nu gepresteerd heeft. Nog nooit hebben we
haar zoo grappig uitdagend zien kijken, als
ze doet tegen kolonel Morrison (Jack Holt) of
zoo aandoenlijk zien huilen als waar ze tegen
den president der U. S. Abraham Lincoln
(Frank Mc. Glynn Sr.) vertelt van het over
lijden van haar moeder. Haar liedjes zingt ze
op de haar eigen manier, maar bovendien
toont ze zich in deze film een tapdancer, een
Bill Robinson waardig.
Bill Robinson, die in geheel Amerika „Uncle
Billy" wordt genoemd en in de kleinste Rebel
ook zoo heet, is een van de beste tapdaneers
J. W. Schotman. Naar open Water.
De koers uit den cultuurnood. Den
Haag Boucher.
Urbain van de Voorde. Het Pact
van Faustus. Amsterdam— Wereld
bibliotheek.
De onzekerheid van richting, waarin zich
de ontwikkeling der wereldsche verhoudingen
beweegt beangstigt den gewonen burger, die
er geen weg meer in ziet, en door een gevoel
van moeheid bevangen wordt nu het onweer
legbaar schijnt dat hij in het proces van niet
de minste beteekenis is en alles om hem heen
zich op fatalistische wijze, buiten hem om,
met of zonder zijn instemming voltrekt. Men
•spreekt van een dwaze, van een ontredderde
wereld en de dwaasheid en ontreddering
schijnen inderdaad niet van de lucht voor wie
er machteloos bij staat, lang gekoesterde be
grippen waardeloos zag worden en voor wat
komen gaat zich nog geen houvast gevend be
grip vormen kon. Het staat natuurlijk vast,
dat men over zooveel jaar op dezen tijd een
anderen kijk zal hebben, omdat men dan we
ten zal wat er uit geworden is; men zal af
stand kunnen nemen en het proces van onze
dagen historisch kunnen overzien en onze on
gerustheid waarschijnlijk een beetje kinder
achtig vinden.
in Amerika. Toen Shirley zoo maar, schijn
baar zonder moeite, Billy's waardige partner
kon worden, werd er door vele lieden direct
verondersteld, dat tapdancen dan toch zeker
niet zoo moeielijk kon zijn. Om deze luiden
van hun dwaling te genezen, huurde Billy een
zaal en maakte bekend, dat hij een partner
zocht. Vele meldden zich aan, maar het resul
taat was. dat niemand zich naast Billy kon
plaatsen, niemand, behalve Shirley.
In een film met Shirley Temple draait alles
zich om Shirley; haar tegenspelers moeten
natuurlijk eerste krachten zijn. maar Shirley
is number one. Dat John Boles als de vader
van Shirley in allen deele voldoet in zijn sym
pathieke rol, spreekt van zelf. Wat een aller
aardigst tafreeltje genieten we, als Shirley en
haar filmvader John spelen, dat het schemer
donker is en zij samen. Shirley zingend en Bo
les neuriënd ..If all thy endearing young
charms'' ten gehoore brengen. Het andere
liedje, dat Shirley zingt is „Polly Wolly
Doodle".
Het gegeven van „de kleinste Rebel" is ont
leend aan den Amerikaanschen burgeroorlog,
den strijd tusschen de Noordelijken en de Zui
delijken ten tijde van den president Abraham
Lincoln, waarbij kapitein Herbert Carey (John
Boles) en kolonel Morrison (Jack Holt) ter
dood zijn veroordeeld, de eerste als spion, de
tweede wegens zijn hulp aan kapitein Carey.
Carey's dochtertje Virgie (Shirley) weet door
haar kinderlijke aanvalligheid en oprechtheid
Lincoln te overtuigen van de betrekkelijke on
schuld der beide officieren en verleent gratie.
De kleinste Rebel is Shirley op haar best met
als nieuwst ontdekt talent van het kleine won
der het tapdansen! De regie is van David
Butler.
Frans Hals Theater vertoont
„Singing Kid".
Wanneer Al Jolson in onze waardeering
een aparte en toch nog vrij aanzienlijke
plaats inneemt, dan is het natuurlijk niet om
zijn kwaliteiten als filmspeler, maar als zan
ger. Er zullen er velen zijn. van de ouderen
en degelijken, die een ieder het zijne gun
nen maar die zich toch niet precies kunnen
voorstellen wat men daar nu eigenlijk aan
vindt Maar zij hebben het mis. (Voor zoover
men het bij smaak ..mis" kan hebben). Jol
son is een oude bekende. Hij bestaat nog in
onze herinnering uit „The Singing Fool"
in een tijd dat de geluidsfilm in het begin
stadium verkeerde. En nu, na zooveel jaren,
zijn de scherpe kanten van onze critiek voor
die film afgesleten. Nu hebben wij een be
tere, mildere, en misschien toch wel zuiver
der herinnering aan „There's a Rainbow
on my Shoulder", en „Sunny Boy".
All Jolson en Sybil Jason,
anderhalve hoofdfiguur uit
„Singing Kid".
In „The Singing Kid" geeft men ons Jolson
in de eerste plaats terug als singer". Het is
beter ook. Hoe meer dergelijke artisten met
één bepaalde, maar niet onbelangrijke gave,
zich op een verkeerd terrein gaan begeven,
wordt de zaak belachelijk. Hier, in deze film,
is de oude jazz-singer vrijwel zichzelf. En
dan moet ons toch weer de bekentenis van
het hart, dat deze zingerij voor ons een
groote bekoring heeft. Zeker, niet volgens de
regelen van het Conservatorium, waar hij
waarschijnlijk wel niet zoo een-twee^drie zou
slagen. Maar deze rauwheid, deze onver-
valschte stage-routine, zij beteekenen toch
iets voor ons.
Dan gaat het verhaaltje wel mee. Het oude
liedje, het meisje dat hem in den steek laat,
rust, verliefdheid, vertrek en het groote suc
ces van de nieuwe revue, met het happy end
dat niemand anders verwacht en dat ook
niemand zou villen missen. Het happy end
en plein public.
Laten de droogstoppels er het hoofd over
schudden, wij moeten het erkennen. Al Jol
son is nog de oude.
Wat niet wegneemt, dat voor wie er thans
middenin zit de zaak een gansch ander as
pect heeft. Denkers en dichters onzer dagen
houden zich met de gistende nieuwe moge
lijkheden bezig, de meest vrijmoedigen onder
hen meenen den weg uit het moeras met ze
kerheid te kunnen aanwijzen, de minder ver
zekerden constateeren alleen met droefheid
dat het mis is, dat wil zeggen dat wat zij im
mer voor goed en schoon gehouden hebben,
aan het aftakelen geraakt is. De eersten zijn
meer actief en voortvarend in hunne inzich
ten, de anderen meer contemplatief en berus
tend in hun spijtigheid, terwijl de mogelijk
heid niet buitengesloten is dat een komende
opgefrischte samenleving van de eersten wat
overgenomen en van de laatsten wat bewaard
zal blijken te hebben.
De beide ernstige boeken, waarvan de titels
hierboven staan, representeeren elk voor zich
ééne categorie dier denkende dichters onzer
dagen. Beide zijn ze onze aandacht waard en
wij mogen ze in die onzer lezers aanbevelen al
kunnen wij er in een kort artikel slechts met
zekere oppervlakkigheid het karakter van
aanduiden.
De heer Schotman, die zoowel als proza
schrijver en als dichter reeds het noodige ge
publiceerd heeft om op bekendheid aanspraak
te kunnen maken, is in dit jongste werk meer
uitsluitend van den wijsgeerigen kant te be
naderen. Als wijsgeer en psycholoog heeft hij
groote bewondering voor Prof. Freud en hij
is overtuigd dat, zoo diens „wetenschappelijke
ontmaskering van den mens" vroeger had
plaats gevonden, de wereld er thans beter aan
toe zou zijn. Psychologisch inzicht in wat de
Van het bijprogramma kunnen wij noe- j
men een aardige teekenfilm en het jour
naal, waarin Paramount ons opnamen uit
den Spaanschen burgeroorlog geeft.
Een programma dus, dat voor velen veel
bezienswaardigs geeft.
Cinema Palace:
„Een Egyptische Idylle".
Al draagt de hoofdfilm den romantischen
titel „Een Egyptische Idylle", toch is het een
allerminst knusse gebeurtenis, die zich hier
voor onze oogen afspeelt. Want in den in
ternationalen wapenzwendel gaat het aller
minst idyllisch toe. gelijk de film duidelijk
aantoont, en evenmin is dat het geval met
het conflict, dat bier tusschen de militaire
attache's van twee landen ontstaat. Men kan
zich haast niet indenken, dat te midden van
die spionnage en duistere practijken, waarin
de toeschouwer gevoerd wordt, nog plaats is
voor eerlijke romantiek. Maar hoe het ook
zij, de liefde speelt ook hier weer een rol van
beteekenis en de iayllle voltrekt zich. dan
ook inderdaad, al heeft het heel wat voeten
in de aard, voordat de scherpzinnige attaché
Gregor Ogolenski en de zangeres Vera Star-
schenska tot een gelukkig paar vereenigd
worden.
Het gegeven en het millieu. dat ons uitge
beeld wordt, leiden als vanzelf tot mysteriën
en intiges van allerlei aard. Het voortdurend
uitwisselen van listen, het gebruik van vin
dingrijke spionnen, dat alles beleven wij in
vele levendige tafereelen. Ivan Petrovich als
Gregor Ogolenski, Rudolf Carl als zijn be
diende, Siegfried Schürenberg als de attaché
Tremolieff en Gerda Maurus als de spionne
Son ja Lubinskaja vormen een viertal, dat
volkomen in deze sfeer thuishoort. Daarnaast
geeft Rudolf KleinRogge een voortreffe
lijke typeering van den tabakskoopman, alias
wapenzwendel aar Dschahid-Bey.
De rol van Vera Starschenska wordt ver
vuld door de begaafde zangeres Jarmilla No
vo tna, die ruimschoots in de gelegenheid is
gesteld haar buitengewoon fraai geluid te
doen hooren.
Aan de hoofdfilm gaat een uitgebreid voor
programma vooraf. Er is een kort Hollandsch
filmpje, waarin Jopie Koopmans, Sylvain
Poons en Albert de Booy een „tragedie" in
een volkstuintje uitbeelden en bezingen; er
is een pittoresk brokje rolprent van de
Italiaansche Rivièra en niet te vergeten
een allerkoddigste teekenfilm, „Holland'
Days" genaamd, waarin de teekenaar onze
vaderlandsche boertjes, boerinnetjes, molens,
vaarten, kazen enmuizen in een fantas
tische geschiedenis laat optreden.
Het binnenlandsche journaal geeft o.im.
reportages van het Koninklijk bezoek aan de
tentoonstelling Het Volle Profijt, de folklo
ristische feesten in het Oosten des lands, de
nieuwe haven van Twente-Rijnkanaal en
eenige sportieve gebeurtenissen. Het buiten-
landsche nieuws betreft in hoofdzaak den
burgeroorlog in Spanje.
BOEKEN VOOR MEISJES.
Gé Osinga heeft een prettig, eenvoudig
vacantieverhaal voor meisjes van 812 jaar
geschreven, getiteld: „Zomer op de Hei". Een
aardige familie met zes kinderen en een
lieve hulpbehoevende tante brengen een va-
cantie door in twee buitenhuisjes bij
Lochem. Iedereen geniet volop en de beken
de „Witte Wijvenkuil" verlokt de kinderen
zelfs tot een stiekumen nachtelijken tocht.
Hoewel de reeks vacantieverhalen al wel
bijna eindloos is, zal het hier genoemde boek
daarin toch ongetwijfeld door zijn frisch-
heid een eervolle plaats innemen. De platen
zijn van Miep de Feyter en de uitgave is
verzorgd door Gebr. Kluitman te Alkmaar.
Bij denzelfden uitgever verschenen van de
hand van (mevrouw J. H. Brinkgreve-Entrop
de boeken „Dineke Durfal", voor meisjes van
8—12, en „4 Vrolijke Treksters", voor meisjes
van 1014 jaar.
Het eerstgenoemde is een vlot verhaal.
Dineke Durfal is de middelste der drie doch-
massa is en wil is het allereerst noodige, eerst
daarna komt het sociaal-economisch begrip.
Voor Huizinga's inzichten heeft de heer Schot
man, naar het ons voorkomt, maar matig
waardeeringerg vriendelijk laat hij zich
in die richting niet uit. Wat Schotman in de
hoofdstukken over De Massa. God, Bijbel,
Vorst en Vaderland, Vrijheid Gelijkheid en
Broederschap ten beste geeft, lijkt even wei
nig nieuw als voor velen onaanvaardbaar
wat niet wegneemt dat hier over ernstige za
ken ernstige dingen gezegd worden. En de
weg uit het moeras, de koers naar open wa
ter? Het zal nog lang duren, zegt Schotman,
voor men allerwege begint te begrijpen dat
men alleen door economische versmelting dien
weg uit komen zal.
„Want dit nu is de diepste zin van de te
genwoordige wereldcrisis: het beginsel der ver
schillende nationaliteiten en het beginsel van
den internationalen economisen samenhang
dekken elkaar niet meer. Van een herstel van
het internationaal economies evenwicht zal
dan ook pas sprake kunnen zijn, wanneer
men den onafwijsbaren dwang der nuchtere
feiten erkent, wanneer men de dromen der
mensheid terugwijst naar de kinderkamer
waarin ze behoren, en alle energie samentrekt
op de grootste taak, die de mensheid ooit was
opgelegd: de wetenschappelijke, economise en
structurele reorganisatie der beschaafde we
reld".
Maar even te voren heeft de schrijver ge
constateerd dat „de antiquiteit der landsgren
zen elke afdoende en wetenschappelijke re
geling van de grote economise vraagstukken
in den weg zit". We moeten dus eerst naar
één onverdeelden Europeeschen staat en
inderdaad, dat zal nog wel wat voeten in de
aarde hebben, tenzij die op de eene of andere
wijze door een „geweldige" wordt in elkaar
gezet. Maar droomen kunnen wij er voorloo-
pig alvast van en een schoone droom is het
zeker. De heer Schotman droomt bovendien
wetenschappelijk voor ons en men is geneigd
hem in alles gelijk te geven. Zoo overtuigend
kan hij schrijven. Toch zal het misschien an
ders gaan, maar dat zal aan de waarde van
zijn betoogen geen afbreuk doen.
Voor Urbain van de Voorde ligt de zaak an
ders en elders. Hij is minder socioloog dan wel
dichter en kunstenaar en we hebben al bij
Schotman kunnen lezen dat voor velen de
kunst de plaats der religie heeft ingenomen.
Nu verwijt Van de Voorde den kunstenaars
dat zij hun priesterlijk ambt niet hoog ge
houden hebben, een pact met den duivel ge
sloten en zich in de macht van het materia
lisme begeven hebben. De kunstenaar is al te
zeer een menseh onder de menschen gewor
den, ontdaan van zijn half priesterlijken
luister, en de verwijdering tusschen God en
de menschen is groot. Maar als de nood zijn
toppunt zal hebben bereikt, moet het weer
de sacrale taak van den kunstenaar worden
dezen kloof te overbruggen en den menschen
den zin der eeuwigheid weer te geven". Het is
uit een gansch anderen gezichtshoek dat hier
de misère bekeken wordt dan bij den eerst
besproken schrijver. Waar Van de Voorde het
Pact van Faustus verbroken wenscht te zien.
accepteert Schotman het als voldongen histo
risch feit en stap opgewekt-wetenschappelijk
via den Volkenbond op de Vereenigde Staten
van Europa af, waarin door het psychologisch
inzicht eveneens de kloof tusschen massa en
superieuren mensch overbrugd zal worden.
Reeds Coornhert uitte den wensch dat alle
menschen wijs mochten zijn, maar zijn
wensch is onvervulbaar; deez' aarde is nooit
een paradijs geworden en is het vermoedelijk
ook nooit geweest. En daaraan zal het wel
liggen dat de weg uit het moeras, ons door
Schotman gewezen en de remedie tegen de
kwaal, ons door Van de Voorde getoond, beide
niet zonder aantrekkelijkheid zijn, doch dat
deez' aarde die nooit een paradijs wezen zal
wel de kracht zal vinden zich zelve te ge
nezen. Ze heeft dat kunstje al zoo vaak uit
gehaald zonder zich om het bloed en de tra
nen te bekommeren, die de menschen in hun
domheid deden vloeien. Waren zij allen zoo
wijs als de heer Schotman, dan ware het zaak
je spoedig gepiept. Maar niets belet ons te ver
onderstellen dat zelfs zijn zoo goed bedoelde
poging, om ons naar het open water te leiden,
vol prikkels tot. tegenspraak zit voor wie an
ders georiënteerd zijn.
Beiden schrijvers heeft men echter erken
telijk te zijn voor den hoogen ernst waarmee
zij hun inzichten onder woorden gebracht
hebben. Het zijn twee uiteenloopende accoun
tantsrapporten over onze geestelijke wereld,
die surséance van betaling heeft aangevraagd.
Maar beide laten de hoop bestaan dat de zaak
nog te redden is en daar kunnen wij ons over
verheugen.
J. H. DE BOIS