J D HJD.« VERTELLING SITTERSdKQR Tandheelkundig Instituut GEHEEL GEBIT DINSDAG 8 SEPTEMBER 1936 HAAEEEM'S DAGBEAD 8 STADSNIEUWS Haarlem's Tooneel". De plannen voor het a.s. seizoen. Het H. T-Maandblad, officieel orgaan van de Tooneelvereeniging „Haarlem's Tooneel" opent na de vacantie met een opgewekt arti kel van den voorzitter, dokter Tjebbo Franken. Er bestaan groote plannen voor dit seizoen. Op het programma staan: drie tooneelavon- den met dans, acht clubavonden met dans, een vraagteekenavond, een kinderfeest, een gecostumeerd feest, een slotfeestavond, alles met dans en dan nog een zomerrelsje. De eerste clubavond zal worden gehouden op Donderdag 24 September a.s. in Hotel „De Leeuwerik". En de openingstooneelvoorstel- ling heeft plaats op 2 October in den Stads schouwburg. Opgevoerd wordt „De Weg naar het Geluk" (The Way to Happiness) door A. A. Milne. (Regie Johan Kaart Jr.) Na afloop wordt er gedanst in café-restaurant Brink- mann, Groote Markt. Dit nummer bevat ook een beeltenis van Joh. Kaart Jr., (zooals de caricaturist Major hem zag, toen hij zijn tooneelloopbaan begon) met een zeer waardeerend bijschrift van een werkend lid. Op de clubavonden zal voor ieder, die zich daarvoor opgeeft, gelegenheid bestaan, iets ten beste te geven: een voordracht, zang-, dans- of muzieknummer, een conférence, of iets der gelijks: een soort „Cabaret der Onbekenden" dus. De algemeeene vergadering van Haarlem's Tooneel wordt Woensdag 9 September a.s. ge houden in Hotel „De Leeuwerik", Kruisstraat. PERSONALIA. Voor het diploma van den Alg. Ned. Politie bond is geslaagd de heer P. F. Noordzij te Haarlem. Het diploma met aanteekening verwierf de heer C. van Marion, te IJmuiden. HET ONGELUK OP DEN HAARLEMMER WEG. Naar aanleiding van het auto-ongeluk op den Haarlemmerweg tusschen Sloterdijk en Haifweg, dat Vrijdagmiddag gebeurd is en dat wij in ons blad van Zaterdag hebben vermeld, vertelt ons een ooggetuige, hoe z.i, de toedracht van het ongeluk geweest is. Uit de richting Amsterdam naderde met geringe snelheid een auto, die een langs den weg gelegen garage wilde binnenrijden en daar toe richtingverandering aangaf. Met zeer groote snelheid (er is hier echter geen maximum gesteld) kwam uit de richting Haarlem een twi-seaber, bestuurd door B., die ondanks krachtig remmen een aanrij ding en het ongeluk, eerder door ons be schreven. niet meer kon vermijden. Onze zegsman is van meening, dat de automobilist die uit Amsterdam kwam, bij het zien van de hard rijdende auto had moeten wachten tot deze gepasseerd was. Een ongeluk zou dan uitgebleven zijn VOOR DEN- -KANTONRECHTER Een pleziertochtje. Een heer uit Rijswijk ging per auto naar Aalsmeer, doch omdat hij het ongezellig vond, alleen te reizen, pikte hij onderweg een drie tal personen op, die met hem mee gingen toeren. De heer ging aan zijn vreugde over het verkrijgen van reisgezelschap uiting geven door vier glazen bier en 4 borrels te drinken, wat hem in zoo'n vroolijke stemming bracht, dat hij de remmen losgooide en in de 3e ver snelling voortstoof, 70 K.M. in 't uur. Maar de borrels en het bier misten hun uitwerking niet; de hand werd onvast en het oog minder scherp, wat ten gevolge had, dat de wagen met het viertal van den wal in de sloot raakte. De autobestuurder moest nu terecht staan voor het besturen in staat van dronkenschap en te snel rijden. Kon U merken, vroeg de kantonrechter aan een vrouwelijke getuige, die het stel in de sloot had zien liggen, dat er alcohol gebruikt was? Ja, zei getuige, de dranklucht steeg uit het water op. De ambtenaar wees voor de zooveelste maal op het onverantwoordelijk gedoe, om dronken achter het stuur te gaan zitten. Hij eischte 8 dagen hechtenis en drie maanden intrekking van het rijbewijs; bovendien f 8 boete voor te snel rijden. De kantonrechter gaf 7 dagen hechtenis en wees overigens den eisch toe. Oogsten zonder vergunning. Een landbouwer te Lisse, aangesloten bij de groente- en fruitcentrale. had niettemin geen recht om op 21 Juni zijn eigenheimers te rooien, want daarvoor was een vergunning noodig. Hij had het vorige jaar met een ander zoo'n vergunning gehad en gevraagd, die te mogen splitsen, maar dat mocht niet; hij had zelf een vergunning moeten vragen. Omdat hij zonder vergunning gerooid had, waren zijn aardappelen een kleine duizend K G. in beslag genomen en moest hij thans terechtstaan, doch was niet verschenen. De controleurs van den crisisdienst, als ge tuige gehoord, verklaarden, dat de man meer malen was gewaarschuwd, maar dat er met hem niet veel te beginnen was. De ambtenaar eischte f 20 boete, er rekening mee houdende, dat de in beslag genomen aardappelen een f 100 waarde vertegenwoor digden en vorderde verbeurdverklaring der aardappelen, wat de kantonrechter toewees. Het broodje met vleesch. Een verlof houder in Zandvoort verkocht onder meer broodjes met vleesch, maar de klanten moesten ze in den winkel opeten; hij mocht, na zeker tijdstip, geen broodjes ver- koopen om mee te nemen. Er verscheen een klant, die zoo'n broodje bestelde en toen het hem gegeven was, er van begon te eten. Voorziende, dat zijn honger met één broodje niet gestild zou zijn, bestelde hij er nog een en toen betaalde hij de twee broodjes. Doch opeens schoot hem te binnen, dat de tram niet wachtte en hij holde naar buiten, een broodje in de hand. een in den mond. Een agent hield den vluchteling tegen en be keurde den winkelier voor het afleveren van broodjes met vleesch. Deze betuigde zijn onschuld en zei. dat hij niet kon beletten, dat 'een klant zijn winkel uitliep, maar de ambtenaar meende, dat de winkelier de vlucht had kunnen voorzien en had moeten zeggen, dat meenemen verboden was. Eisch f 2 boete, welke werd toegewezen. VOOR DEN- -POLITIERECHTER Uitstel is geen afstel. De politierechter, van vacantieverblijf te ruggekeerd, keek zijn post na en vond een stapel reclasseeringsrapporten. Het betrof luitjes, die al voor waren geweest en wier mis dadigheid niet van dien aard was, dat direct gezegd kon worden, dat gevangenisstraf het eenige redmiddel was. Toen waren de reclas- seeringscommissies in den arm genomen, die met ijver en nauwgezetheid de balans gingen opmaken. Met deze balansen voor zich liet de officier de delinquenten opnieuw komen, aan welken oproep de meesten gevolg gaven; eenigen, die niet verschenen, lieten zich excuseeren, an deren bleven zonder excuus weg en dat waren de besten niet; ze dachten zeker: 't is toch mis. En zoo verscheen een juffrouw, die inder tijd wat in een warenhuis had gestolen, wat ze ook nu niet ontkende, maar toch trachtte zij nog het geloof ingang te doen vinden, dat zij gewanboft had,.want toen zij werd aange houden, was ze juist van plan den winkelchef te gaan opzoeken om het gestolene terug te brengen. „Ja, ja", zei de rechter, die het rapport na las, waarin stond, dat de juffrouw niet slecht bekend stond en de reclasseering haar wel on der toezicht wilde nemen. De officier eischte 2 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met 3 jaar proeftijd, waarop de juffrouw zei, dat ze den proeftijd niet lang vond, want ze was heilig van plan om nooit meer te gaan stelen. Omdat het feit al lang geleden was en de juffrouw dus al een zekeren proeftijd had doorgemaakt, veroordeelde de rechter haar tot een maand voorwaardelijk en 2 jaar toe zicht Een andere juffrouw, die groot ongenoegen met haar man had gehad en van hem was weggeloopen, doch teruggekeerd om zijn win kelruit in te slaan, vertelde, dat ze zich weer met haar man had verzoend en weer bij hem woonde, doch tevens wees ze op haar gezicht en armen de plaatsen aan, waar na de ver zoening haar man blauwe plekken geslagen zou hebben, wat op een niet duurzamen vrede zou wijzen. Niettemin was de reclasseering ook te ha ren opzichte optimistisch gestemd en de ver zoening werd met 14 dagen voorwaardelijk en 3 jaar proeftijd eenigszins bevestigd. Dat wou dus zeggen, dat de juffrouw in geen 3 jaar ruiten zou mogen inslaan of ander geweld plegen. Ze vond dit blijkbaar, gezien de blau we plekken, nogal een zware beproeving en informeerde of zij zich dan ook niet zou mo gen verdedigen, al die drie jaar. De politie rechter gaf daar geen direct antwoord op, want men kan nooit weten, wat de juffrouw onder verdediging kan verstaan. Ze werd tot kalmte aangemaand. Een derde juffrouw, nog een jong meisje, had indertijd met veel grootdoenerij goederen weten los te krijgen zonder te betalen en dit voornamelijk om tegenover jongens de dame uit te hangen teneinde hun bewondering op te wekken. Het meisje was psychiatrisch on derzocht, maar de dokter was van oordeel, dat het een ondeugend meisje was, dat heel goed wist, wat ze deed. Ook de reclasseerings- dames waren niet erg over haar te spreken en daarom achtte de officier het noodig, dat zij een poosje werd opgeborgen om tot nadenken te komen. Hij eischte 2 maanden gevangenis straf; de rechter gaf een maand, maar be paalde, dat het meisje tot haar 21ste jaar on der toezicht zou gesteld worden. Een paar jongens, die in een dansgelegen heid te IJmuiden den boel op stelten hadden gezet, waren niet berouwvol en ze werden kort geleden voor diefstal veroordeeld. De een was niet verschenen: de ander zei, toen de of ficier 4 weken gevangenisstraf eischte, dat hij I"! i':- VI. Op het laatste oogenblik. De extra-boottrein van Calais naar Parijs had juist het station Amiëns verlaten en raasde nu met honderd kilometer snelh::T door het Noord-Normandische landschap, dat in het vroege morgenuur nog in volsla gen duisternis was gehuld. De rails, die zich als reusachtige gloeiwurmen voor de locomo tief uitstrekten, werden over een grooten af stand door de frontlantaarns verlicht. Drie paar oogen tuurden onafgebroken door de ruiten van de locomotiefcabine naar buiten, speurden naar mogelijke hindernissen op den spoorweg. Razend snel tikten de wielen over de las- schen in de spoorstaven en Paul Meas, de oude, ervaren machinist, wierp nu en dan een blik op den snelheidsmeter. Dan knikte hij tevreden naar zijn stoker. Ingenieur Francois die altijd den boottrein begeleidde, haalde zijn horloge tevoorschijn en stootte den meester aan. „Het gaat niet hard genoeg, Maes", zei hij. „Van Amiens af, heb je een minuut ver speeld. Laat den handle een beetje zakken. De meester voldeed zonder morren aan het verzoek en de stoker wierp nog enkele schep pen kolen op het vuur. De snelheidsmeter liiep op tot honderd tien kilometer per uur. Nu en dan verlichtten felle lichtstralen van vuur den maanloozen hemel, als er nieuw voedsel moest worden toegediend. Een ver dwaalde vogel vloog met een harden klap tegen de groote, ronde deur van de rook kamer te pletter. Twee witte strepen flitsten voorbijde mistbakens. In de verte pinkten de witte lichten van de spoorwegaansluiting van St. Quentin. In den goed verlichte en verwarmde com partimenten van den trein, die geheel be zet was, heerschte een opgeruimde stemming, maar de drie mannen op de machine had den geen tijd om ergens anders aan te den ken dan aan de veiligheid van de reizigers, die zij in een langen, zwaren trein naar Frankrijk's hoodstad vervoerden. Ze reden nu tegen een van de weinige heuvels op, die zich in deze streek bevonden en de snelheid liep daardoor iets terug. De ingenieur wendde zich tot den machinist; terwijl hij met zijn vinger naar den snelheids meter wees. „Je verliest teveel tijd. meester. Laat toch "at meer stoom toe". Maes wees naar de signalen van de aan sluiting en haalde zwijgend de schouders op. Onafgebroken keek hij naar de witte lichten, VRAAGT POLIS VOOR 2 JARIGE VERZEKERING VAN LAMPEN EN REPARATIEKOSTEN SCHOTERWEG 1, TELEFOON 16659. (Adv. Ingez. Med.) er niet mee accoord ging. Maar de rechter ging wel accoord met de gevangenisstraf, al gaf hij 2 inplaats van 4 weken. Ook 2 weken kreef een chauffeur, die een portemonnaie uit een taschje had gestolen en die ook zijn hoop op voorwaardelijk had ge vestigd; zijn antecedenten waren al evenmin goed en de reclasseering zag er ook geen heil in, hem onder toezicht te nemen. Zoo ziet men, dat als een zaak geschorst wordt voor het inwinnen van een reclassee- ringsrapport, dit nog volstrekt niet beteekent, dat een voorwaardelijke straf zal worden uit gesproken. OPMERKINGEN VAN LEZERS BEWAPENING BURGERWACHT EN RIJKSVELDWACHT. Een lezer, die in militairen dienst is ge weest, deelt ons mede, dat er zijns inziens iets ontbreekt aan de sabel der Burger-wach ters en ook aan die van de Rijksveldwacht, nl. een sabelkwast met z.g. „schuifpassant", die het mogelijk moet maken, de sabel aan de pols te laten hangen en de hand te ge bruiken. b.v. voor het snel grijpen naar de revolver, wat op gevaarlijke oogenblikken, als de persoon in quaestie wordt aangeval len of als hij ziet dat men op hem gaat schieten, noodig kan zijn. Zooals de toestand nu is, zou de Burgerwachter of Rijksveld wachter niet snel genoeg kunnen handelen in zulke gevallen, omdat hij de sabel niet kan loslaten. Tot zoover deze opmerkingen, naar aanlei ding waarvan wij een onderzoek instelden. Bij de Rijksveldwacht deelde men ons mede, dat de klewang, die tot de bewape ning behoort, inderdaad geen sabelkwast draagt. Er is echter nooit behoefte aan, daar die klewang nooit wordt gebruikt. De Rijks veldwacht maakt in dringende gevallen ge bruik van gummistok en revolver en heeft daar ruimschoots voldoende aan. De commandant van de Burgerwacht zeide ons. dat inderdaad de sabelkwast aan de klewang ontbreekt. Er zal echter wel op den duur in voorzien worden. RIJKSSTRAATWEG 16 HAARLEM- N. TELEF 16 7 2 6 vannf - met garantie, pijn- VciiicU j«j. Ioos tre£ken inbegr. BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING Spreekuren alle werkdagen van 912 en 14 uur. Zaterd. 9—12 uur Avondspreekuren Dinsdag, Woensd. en Donderd. v. 79 u. (Adv. Ingez. Med.) die steeds naderbij kwamen en toen zij den heuveltop gepasseerd waren, nam de snelheid weer toe. Francois hield den machinist zijn chrono meter onder zijn neus en schreeuwde: „Drie minuten te laat aan de aansluiting. Daar zal je je over moeten verantwoorden, Maes. Je weet toch wel, dat deze trein stipt op tijd vervoerd moet worden?" ,,'t Komt in orde!", schreeuwde de meester terug. „Over de Oisebrug haal ik de vertra ging er wel weer uit. Maar ik moet om de snelheidsbeperking bij de aansluiting denken. Als ik er te hard doorga, dan moet ik ook betalen. En daar bedank ik voor". De ingenieur knikte en een poosje werd er door de mannen niet gesproken. Alleen het rinkelen van de kolenschop en het blazen van de veiligheidskleppen, verbraken het een tonige geluid van de wielen over het spoor. De aansluiting lag nu achter hen en heel In de verte, alleen voor een geoefend oog zich- baar. vertoonde zich het lichtje van de brug over de Oise. Langzamerhand was de duisternis aan het wijken voor den morgenstond en de omgeving teekende zich in vage omtrekken af.-Onrustig schoof de meester op zijn bankje heen en weer. Telkens stond hij op en legde zijn neus bijna tegen het glas van het ruitje. Dan ging hij weer zitten. Er lag een vreemde uitdrukking in zijn oogen, boen hij langzaam den regulateur dichtdrukte. De ingenieur keek hem vragend aan. „Waarom sluit je stoom af, Maes?", vroeg hij. „Alles is toch veilig?" De snelheidsmeter .wees negentig kilometer aan en liep nu langzaam, heel langzaam terug. Vijf en tachtigtachtig „Vooruit, machinist!riep ingenieur Francois. ..Wat is er aan de hand? Ben je bang geworden?" De oogen van den machinist sperden zich wijd open. Een rauwe kreet klonk van zijn lippen. „De brug!de brug!Hoe kan dat? De brug is geopend voor een schip. Kijk maar. er vaart een schip door de brugope- ning en het signaal is veilig. Kijk toch, ingenieurik kan den trein niet voor de brug tot stilstand brengen. De snelheid is te groot De stoker had zich over het hekje van de cabine naar buiten gebogen om beter te kun nen zien. maar onmiddellijk stormde hij op den zandstrooier toe en draaide den handle om. Maes draaide met alle kracht den ganghandle naar achteren en de ingenieur slingerde met bleek gelaat de handrem in het rond. Alles was in het werk gesteld, om den trein zoo spoedig mogelijk tot stilstand te brengen. De remblokken klemden zich met kracht tegen de wielen en de machine schudde en kraakte in al haar onderdeelen Groote vonken vlogen uit den schoorsteen en de sterke wrijving tusschen de wielen en de remblokken veroorzaakte een illuminatie, die spookachtig den omtrek verlichtte. Aula van ,,'t Kopje" geopend. Feestelijke bijeenkomst van ouders, leeraren en leerlingen. Feestelijk zijn Maandagmiddag de aula en de nieuwe bouw van de Middelbare Meisjes school ,/t Kopje" geopend. In de nieuwe aula was geen stoel onbezet, terwijl de leerlingen bovendien in een dichte haag langs drie van de vier wanden stonden. Omstreeks kwart voor drie werd een aanvang gemaakt met de openingsplechtigheid. De rij van sprekers werd geopend door Mr. Theyse. Deze vertelde in 't kort van de nood zakelijkheid. die ontstaan was om de „Kopjes geest" een adaequate huisvesting te geven .Ten slotte was de oude behuizing van deze school zoo geweest, dat deze thans verwezenlijkte bouwplannen geen luxe meer mochten hee- ten. Spreker heette in het bijzonder den burge meester van Bloemendaal, den heer Den Tex, welkom, en bracht dezen, als vertegenwoordi ger van het gemeentebestuur, hulde en dank voor de welwillendheid waarmede het ge meentebestuur in de moeilijke tijden, die ook ,,'t Kopje" eenigen tijd geleden hebben be dreigd, steun heeft verleend. „Maar", zoo zei de spreker, „wij gevoelen dit niet als een drukkende verplichting, want wij gelooven dat deze school een cultureel be zit van groote waarde is." Een woord van welkom sprak de heer They se ook tot de vereeniging ,31oemendaal's Bloei", een vereeniging, die naar de woorden van den spreker, „met ons een zekere ver wantschap heeft. Immers, waar wij Bloemen- daal's bloesem verzorgen, zijn wij voor Bloemendaal's bloei van belang." Verder werden ook de gecommitteerden in deze rede toegesproken, alsook mevr. De Haan Gratama en mej. Barger. Tot de leerkrachten kon spreker zich slechts in het algemeen wen den, doch hij maakte een uitzondering voor mej. C. ten Bruggencate. die reeds dertig jaar zoo lang de school dus bestaat, aan „het Kop je" verbonden is. Haar werd een geschenk aangeboden. Hierop sprak de directrice van de school, mej. IJ. J. M. Steijns, die onder hen die zij voor het thans bereikte dankte, in de eerste plaats den heer W. Siewertsz van Reesema noemde als „de vader van de school". Verder sprak de directrice over het wex-k van de school, waarbij zij nog eens het be staansrecht en de noodzakelijkheid van een middelbare Meisjesschool naar voren bracht. Vervolgens was het woord aan den burge meester van Bloemendaal, jhr. mr. C. J. den Tex, die in een geestige toespraak wees op de levensvatbaarheid, welke de school bewezen had te bezitten. Verder spraken nog de inspecteur van het M. O., de heer S. Elzinga, mevr. De Lang na mens de docenten, en mej. T. Gunning, na mens de leerlingen. Aan het einde zong een meisjeskoor een lied op de nieuwe aula. Aan mej. Ten Bruggencate werden door de leerlingen bloemen aangeboden. DE GEWIJZIGDE STEUNREGELING. Bij B. en W. is ingekomen een verzoek schrift van het bestuur der Ned. Vakcentrale, om er bij de Regeering op aan te dringen, dat de gewijzigde steunregeling wordt terug genomen, dan wel in gunstigen zin herzien. GELDEN VOOR BIJZ. ONDERWIJS GEVRAAGD. Bij B. en W. zijn ingekomen: een ver zoekschrift van het R.-K. kerkbestuur van den H. Bavo om beschikbaarstelling van gel den voor uitbreiding van de scholen aan de Eemstraat 4 en 15 en een verzoekschrift van het kerkbestuur der Parochie St. Antonius van Padua om beschikbaarstelling van gel den voor het vernieuwen van den vloer in de St. Antoniusschool. Ook de reizigers waren door het krachtige remmen opmerkzaam geworden en uit iedere coupé staken nieuwsgierige hoofden naar buiten. Het angstige gegil van vrouwen en kinde ren klonk door de luöht. Ze zagen het drei gende onheil als een afzichtelijk spook na- derkomen en enkelen waren reeds overtuigd van hun einde in het water van de rivier. Intusschen wees de snelheidsmeter op de locomotief nog ruim veertig kilometer aan en de afstand tusschen de onheilsplek en den trein bedroeg ternauwernood honderd meter. Een ramp scheen onvermijdelijk en ook de drie mannen op de machine moesten lijde lijk toezien, hoe zij langzaam maar zeker den ondergang in het water van de Odse tegemoet gingen. Nog vijftig meterveertigtoen schreeuwde Maes tegen zijn metgezellen: „Spring van de machine, als je leven je lief is ..Nooit!schreeuwden de beide anderen terug. „Tot het laatste oogenblik blijven we op de kar!". Een vastberaden trek kwam op het verweer de gelaat van den machinist, toen hij zei: „Zooals je wilt. Hou je dan vast!".... Hij siddeerde bij de gedachte aan het waag stuk. dat hij besloten was, te ondernemen. Zijn vuisten klemden zich krampachtig in een, toen hij langs de ijzeren voetplaat van de machine naar voren liep. Even zochten zijn oogen naar een geschikt voorwerptoen greep hij een koevoet, mikte.... precies voor de wielen van de locomotief op de rails Even schommelde het gevaarte, de verbrij zelde dwarsliggers kraakten, toen werd het stil.... De machtige hesrscher van den ijzeren weg was getemdgederailleerd en de angstkre ten uit den trein veranderden in juichkre ten. Op nauwelijks een meter afstand van de geopende brug stond de locomotief, hijgend en puffend terwijl de lichtschijn van de lan taarns spookachtig het water van de rivier verlichtte. De mannen stonden zwijgend bijeen. Som ber staarden zij in de diepte aan hun voeten en dachten aan hun vrouw en kinderen, die er geen vermoeden van hadden, hoe dicht man en vader bij den dood was geweest, tot het geluid van de toestroomende reizigers die hun leven aan het resolute optreden van den machinist te danken hadden, hen uit hun gepeins deed opschrikken. „Dat was op het allerlaatste oogenblik". mompelde de machinist en terwijl hij om zijn zenuwen tot kalmte te brengen, een pijp aan stak, legde de ingenieur zijn bevende hand op zijn schouder en sprak aangedaan: „Meester Maes.ik dank u Zijn stem stokte van aandoening en de stoker voegde eraan toe: „Dat noem ik tegenwoordigheid van Laat me met rust! Als er één kreet is die den rusteloozen op- gejaagden mensch vaxx den tegenwoordigen tijd recht uit het hart gegrepen is, dan is het wel deze: laat me met rust! Daverend lawaai overtollige drukte en eexx overmaat van schier rxiet te verwerken indrukken plegen dagelijks aanslagen op ons evenwicht. Wij weten niet meer wat bezonkenheid en rust is, wij worden prikkelbaar, gejaagd en humeurig. Het is tevéél. Het leven is te vol. En wij zouden nog zooveel meer willen doen, zooveel meer willen volbrengen, meer.... meeraltijd maar meer in eindelooze stuwing van zenxxw- sloopende dadendrang. Maar wij voelerx ons er niet tegen op gewassen. Wij kunnen niet. En juist dat ïxiet-kunnen werkt fnuikexxd op ons uithoudingsvermogen. En als een pijp drop wordt ons uithoudingsvermogen uitge rekt tot een heel dun draadje, dat maar o zoo weinig van noode heeft om in tweeën te breken. En dan zoeken wij datgene wat niemand ons aandoet op anderen te vex-halen. Waarom laten anderen ons niet met rust waarom plagen zij ons waarom hinderen zij ons voortdurend met hun goedbedoelde maar ongewenschte bemoeienissen voor ons bestwil? Het is een raar geval met dat bestwil voor onze naasten waar wij het altijd zoo druk mee hebben. Het is iets dat een fatale aantrekkings kracht op ons uitoefent iets waar wij om zoo te zeggen niet af kunnen blijven Hebt ge wel eens gemerkt, hoe velen van ons behept zijn met de zucht naar inmenging in hetgeen ons eigenlijk volstrekt niet aan gaat? Wij noemen dit: het zorgen voor anderen voor hun bestwil.Wanneer die ande ren dat zorgen voor vertalen met: „bemoeien met", dan zijn we woedend, want nietwaar: het is heel iets anders om axideren goeden raad te geven dan dien zelf van anderen te ontvangen. Het zonderlinge ervan Is, dat we er ons onmiddellijk van bewust zijn, zoodra anderen met hun even welgemeende als ongevraagde raadgevingen op de proppen komen, dat zij onze persoonlijke vrijheid aanranden. „Zooiets merk je directzei de kruier toen de pakkist uit de lus van het hijschtouw schoot en boven op hem terecht kwam en we zeggen het hem na. Waarom merken we dan niet, wanneer we hard bezig zijn inbx-euk te maken op de per soonlijke vrijheid van anderen? Of die axxderen onze vrienden zijn, onze fa milie of onze kinderen doet weinig ter zake: zij zullen ongetwijfeld op dezelfde wijze rea- geeren op onzen goeden raad als wij in de gegeven omstandigheden zouden doen; zij hebben slechts één hartgrondigen wensch: laat me met rust! Natuurlijk zijn er ook menschen, die goeden raad vragen en met een waren hartstocht stellen wij ons zelf in hun dienst; zij hebben er immers om gevraagd! Wij gevoelen ons dus gerechtvaardigd ons ten volle in hun „geval" te verdiepen. Maar hoe vaak is ondank ons loon. Zijn de menschen dan zoo slecht.... zoo ondankbaarzoo onoprecht? Weineen het komt alleen maar doordat zij heei iets axiders van ons verwachten als wij irx de goedheid onzes harten (in het vuur van onze bemoeizucht) eigenlijk wel mee- nen. Wij verbeelden ons, dat zij onze raad verlan gen, oxize onomwoxiden meenixig over hun aangelegenheden, terwijl zij in wex-kelijkheid verlangen, dat wij datgene zullen bevestigen, wat als een half uitgesproken hoop in hun harten leeft.... het is een aansporing, een aanmoediging, die zij vragen en dan komen wij met zwaarwichtige betoogen en geven een exposé vaxx hoe wij de zaak zien en hoe wij zouden handelexi als En als zij dan eindelijk zich kribbig afwen den exx zeggen (of zichtbaar derxken!) laat- me-met-rust! dan zijn we wex-kelijk diep ver ontwaardigd. Zij kregen onzen raad. onze belangstelling, onze energie en onzen tijd, maar dat waar zij heimelijk naar hunkerden, kregen zij niet. En wij zeggen boos: nee maar nu vraag ik jeHebben zij niet zelf om raad ge vraagd? Zijn ze niet begonnen met er over te spre ken En dan zulke ondankbaarheid! Het is ergen teleurstellend verklaren we: ik-heb-me-toch-zoo-in-die-en-die-vergist (en de anderendie zeggen hetzelfde achter onzen rug!) Wanneer zullen wij er eindelijk eens achter komen, dat axxderen onzen raad, oixze bemoei zucht en onze inmenging niet begeeren? Wanneer zullen we eex-lijk genoeg zijn om het hardop te zeggen, onomwonden en eens en voor altijd: laat me met rnxst! AMY GROSKAMP—TEN HAVE. Neem 'n AKKERTJE bij Migraine, „Kater", Hoofdpijn, enz. (Adv. Ingez. Med.) GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. (Inlichtingen aan het politiebureau Smede- •straat uitsluitend tusschen 11 exx 13 uur). Ceintuurs en handschoenen: Politiebureau Smedestraat 9. Armband; Politiebureau, Sme- destraat 9. Muziekboeken: Gudde, Schoterweg 198. Broche: Eekhout. Vredenhofstr. 2. Broche: Stam, Lijsterstraat 10. Dameshorloge: Broers- ma Borneostraat 19. Hond: Bange, Middenweg 106. Kinderjasje: West. Brakenburgstr. 43. Groene muts: Stoel, Rijksstraatweg 285. Hon denpenning: Proost, Vergierdeweg 39. Portem. met 2 gld. en sleutels: Hetern. 2e Zuidpolder straat 2. Studentenpet: Eichhorn, Spaarn- hovenstraat 105. Vent-penning: Politiebureau, Smedestraat 9. Rijw.bel.merk: Born, Vergier deweg 24; Felderof. Van Hoogendorpstraat 5; Goldschmeding, Oranjeplein 2, Jansen, Spaarnhovenstraat 32 en Boeree, Borneo straat 31. Rijw tasch m. inh.: Kroder Schee- perstraat 55. Schoenexx: De Ruiter, Vijfhuizex*- dijk 155. Spuit: Kors, Vergierdeweg 160. Da- mestasch met inhoud: Reef, Mentawistraat 21. Vulpen, „Plan"-vlag: Politiebureau, Smede straat 9. Snijboonen in zakken: Gerritsen, Eikenstraat 9.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 10