J
D
HJD.«
VERTELLING
SITTERSdKQR
Tandheelkundig
Instituut
GEHEEL GEBIT
DINSDAG 8 SEPTEMBER 1936
HAAEEEM'S DAGBEAD
8
STADSNIEUWS
Haarlem's Tooneel".
De plannen voor het a.s. seizoen.
Het H. T-Maandblad, officieel orgaan van
de Tooneelvereeniging „Haarlem's Tooneel"
opent na de vacantie met een opgewekt arti
kel van den voorzitter, dokter Tjebbo Franken.
Er bestaan groote plannen voor dit seizoen.
Op het programma staan: drie tooneelavon-
den met dans, acht clubavonden met dans,
een vraagteekenavond, een kinderfeest, een
gecostumeerd feest, een slotfeestavond, alles
met dans en dan nog een zomerrelsje.
De eerste clubavond zal worden gehouden
op Donderdag 24 September a.s. in Hotel „De
Leeuwerik". En de openingstooneelvoorstel-
ling heeft plaats op 2 October in den Stads
schouwburg. Opgevoerd wordt „De Weg naar
het Geluk" (The Way to Happiness) door A. A.
Milne. (Regie Johan Kaart Jr.) Na afloop
wordt er gedanst in café-restaurant Brink-
mann, Groote Markt.
Dit nummer bevat ook een beeltenis van
Joh. Kaart Jr., (zooals de caricaturist Major
hem zag, toen hij zijn tooneelloopbaan begon)
met een zeer waardeerend bijschrift van een
werkend lid.
Op de clubavonden zal voor ieder, die zich
daarvoor opgeeft, gelegenheid bestaan, iets ten
beste te geven: een voordracht, zang-, dans-
of muzieknummer, een conférence, of iets der
gelijks: een soort „Cabaret der Onbekenden"
dus.
De algemeeene vergadering van Haarlem's
Tooneel wordt Woensdag 9 September a.s. ge
houden in Hotel „De Leeuwerik", Kruisstraat.
PERSONALIA.
Voor het diploma van den Alg. Ned. Politie
bond is geslaagd de heer P. F. Noordzij te
Haarlem.
Het diploma met aanteekening verwierf de
heer C. van Marion, te IJmuiden.
HET ONGELUK OP DEN HAARLEMMER
WEG.
Naar aanleiding van het auto-ongeluk op
den Haarlemmerweg tusschen Sloterdijk en
Haifweg, dat Vrijdagmiddag gebeurd is en
dat wij in ons blad van Zaterdag hebben
vermeld, vertelt ons een ooggetuige, hoe z.i,
de toedracht van het ongeluk geweest is. Uit
de richting Amsterdam naderde met geringe
snelheid een auto, die een langs den weg
gelegen garage wilde binnenrijden en daar
toe richtingverandering aangaf. Met zeer
groote snelheid (er is hier echter geen
maximum gesteld) kwam uit de richting
Haarlem een twi-seaber, bestuurd door B.,
die ondanks krachtig remmen een aanrij
ding en het ongeluk, eerder door ons be
schreven. niet meer kon vermijden. Onze
zegsman is van meening, dat de automobilist
die uit Amsterdam kwam, bij het zien van
de hard rijdende auto had moeten wachten
tot deze gepasseerd was. Een ongeluk zou
dan uitgebleven zijn
VOOR DEN-
-KANTONRECHTER
Een pleziertochtje.
Een heer uit Rijswijk ging per auto naar
Aalsmeer, doch omdat hij het ongezellig vond,
alleen te reizen, pikte hij onderweg een drie
tal personen op, die met hem mee gingen
toeren. De heer ging aan zijn vreugde over
het verkrijgen van reisgezelschap uiting geven
door vier glazen bier en 4 borrels te drinken,
wat hem in zoo'n vroolijke stemming bracht,
dat hij de remmen losgooide en in de 3e ver
snelling voortstoof, 70 K.M. in 't uur. Maar
de borrels en het bier misten hun uitwerking
niet; de hand werd onvast en het oog minder
scherp, wat ten gevolge had, dat de wagen
met het viertal van den wal in de sloot
raakte.
De autobestuurder moest nu terecht staan
voor het besturen in staat van dronkenschap
en te snel rijden.
Kon U merken, vroeg de kantonrechter aan
een vrouwelijke getuige, die het stel in de
sloot had zien liggen, dat er alcohol gebruikt
was?
Ja, zei getuige, de dranklucht steeg uit het
water op.
De ambtenaar wees voor de zooveelste maal
op het onverantwoordelijk gedoe, om dronken
achter het stuur te gaan zitten. Hij eischte 8
dagen hechtenis en drie maanden intrekking
van het rijbewijs; bovendien f 8 boete voor te
snel rijden. De kantonrechter gaf 7 dagen
hechtenis en wees overigens den eisch toe.
Oogsten zonder vergunning.
Een landbouwer te Lisse, aangesloten bij de
groente- en fruitcentrale. had niettemin geen
recht om op 21 Juni zijn eigenheimers te
rooien, want daarvoor was een vergunning
noodig. Hij had het vorige jaar met een ander
zoo'n vergunning gehad en gevraagd, die te
mogen splitsen, maar dat mocht niet; hij had
zelf een vergunning moeten vragen.
Omdat hij zonder vergunning gerooid had,
waren zijn aardappelen een kleine duizend
K G. in beslag genomen en moest hij thans
terechtstaan, doch was niet verschenen.
De controleurs van den crisisdienst, als ge
tuige gehoord, verklaarden, dat de man meer
malen was gewaarschuwd, maar dat er met
hem niet veel te beginnen was.
De ambtenaar eischte f 20 boete, er rekening
mee houdende, dat de in beslag genomen
aardappelen een f 100 waarde vertegenwoor
digden en vorderde verbeurdverklaring der
aardappelen, wat de kantonrechter toewees.
Het broodje met vleesch.
Een verlof houder in Zandvoort verkocht
onder meer broodjes met vleesch, maar de
klanten moesten ze in den winkel opeten; hij
mocht, na zeker tijdstip, geen broodjes ver-
koopen om mee te nemen.
Er verscheen een klant, die zoo'n broodje
bestelde en toen het hem gegeven was, er van
begon te eten. Voorziende, dat zijn honger met
één broodje niet gestild zou zijn, bestelde hij
er nog een en toen betaalde hij de twee
broodjes.
Doch opeens schoot hem te binnen, dat de
tram niet wachtte en hij holde naar buiten,
een broodje in de hand. een in den mond.
Een agent hield den vluchteling tegen en be
keurde den winkelier voor het afleveren van
broodjes met vleesch.
Deze betuigde zijn onschuld en zei. dat hij
niet kon beletten, dat 'een klant zijn winkel
uitliep, maar de ambtenaar meende, dat de
winkelier de vlucht had kunnen voorzien en
had moeten zeggen, dat meenemen verboden
was. Eisch f 2 boete, welke werd toegewezen.
VOOR DEN-
-POLITIERECHTER
Uitstel is geen afstel.
De politierechter, van vacantieverblijf te
ruggekeerd, keek zijn post na en vond een
stapel reclasseeringsrapporten. Het betrof
luitjes, die al voor waren geweest en wier mis
dadigheid niet van dien aard was, dat direct
gezegd kon worden, dat gevangenisstraf het
eenige redmiddel was. Toen waren de reclas-
seeringscommissies in den arm genomen, die
met ijver en nauwgezetheid de balans gingen
opmaken.
Met deze balansen voor zich liet de officier
de delinquenten opnieuw komen, aan welken
oproep de meesten gevolg gaven; eenigen, die
niet verschenen, lieten zich excuseeren, an
deren bleven zonder excuus weg en dat waren
de besten niet; ze dachten zeker: 't is toch
mis.
En zoo verscheen een juffrouw, die inder
tijd wat in een warenhuis had gestolen, wat
ze ook nu niet ontkende, maar toch trachtte
zij nog het geloof ingang te doen vinden, dat
zij gewanboft had,.want toen zij werd aange
houden, was ze juist van plan den winkelchef
te gaan opzoeken om het gestolene terug te
brengen.
„Ja, ja", zei de rechter, die het rapport na
las, waarin stond, dat de juffrouw niet slecht
bekend stond en de reclasseering haar wel on
der toezicht wilde nemen. De officier eischte
2 maanden gevangenisstraf voorwaardelijk
met 3 jaar proeftijd, waarop de juffrouw zei,
dat ze den proeftijd niet lang vond, want ze
was heilig van plan om nooit meer te gaan
stelen.
Omdat het feit al lang geleden was en de
juffrouw dus al een zekeren proeftijd had
doorgemaakt, veroordeelde de rechter haar
tot een maand voorwaardelijk en 2 jaar toe
zicht
Een andere juffrouw, die groot ongenoegen
met haar man had gehad en van hem was
weggeloopen, doch teruggekeerd om zijn win
kelruit in te slaan, vertelde, dat ze zich weer
met haar man had verzoend en weer bij hem
woonde, doch tevens wees ze op haar gezicht
en armen de plaatsen aan, waar na de ver
zoening haar man blauwe plekken geslagen
zou hebben, wat op een niet duurzamen vrede
zou wijzen.
Niettemin was de reclasseering ook te ha
ren opzichte optimistisch gestemd en de ver
zoening werd met 14 dagen voorwaardelijk en
3 jaar proeftijd eenigszins bevestigd. Dat wou
dus zeggen, dat de juffrouw in geen 3 jaar
ruiten zou mogen inslaan of ander geweld
plegen. Ze vond dit blijkbaar, gezien de blau
we plekken, nogal een zware beproeving en
informeerde of zij zich dan ook niet zou mo
gen verdedigen, al die drie jaar. De politie
rechter gaf daar geen direct antwoord op,
want men kan nooit weten, wat de juffrouw
onder verdediging kan verstaan. Ze werd tot
kalmte aangemaand.
Een derde juffrouw, nog een jong meisje,
had indertijd met veel grootdoenerij goederen
weten los te krijgen zonder te betalen en dit
voornamelijk om tegenover jongens de dame
uit te hangen teneinde hun bewondering op
te wekken. Het meisje was psychiatrisch on
derzocht, maar de dokter was van oordeel,
dat het een ondeugend meisje was, dat heel
goed wist, wat ze deed. Ook de reclasseerings-
dames waren niet erg over haar te spreken en
daarom achtte de officier het noodig, dat zij
een poosje werd opgeborgen om tot nadenken
te komen. Hij eischte 2 maanden gevangenis
straf; de rechter gaf een maand, maar be
paalde, dat het meisje tot haar 21ste jaar on
der toezicht zou gesteld worden.
Een paar jongens, die in een dansgelegen
heid te IJmuiden den boel op stelten hadden
gezet, waren niet berouwvol en ze werden
kort geleden voor diefstal veroordeeld. De een
was niet verschenen: de ander zei, toen de of
ficier 4 weken gevangenisstraf eischte, dat hij
I"! i':- VI.
Op het laatste oogenblik.
De extra-boottrein van Calais naar Parijs
had juist het station Amiëns verlaten en
raasde nu met honderd kilometer snelh::T
door het Noord-Normandische landschap,
dat in het vroege morgenuur nog in volsla
gen duisternis was gehuld. De rails, die zich
als reusachtige gloeiwurmen voor de locomo
tief uitstrekten, werden over een grooten af
stand door de frontlantaarns verlicht. Drie
paar oogen tuurden onafgebroken door de
ruiten van de locomotiefcabine naar buiten,
speurden naar mogelijke hindernissen op den
spoorweg.
Razend snel tikten de wielen over de las-
schen in de spoorstaven en Paul Meas, de
oude, ervaren machinist, wierp nu en dan een
blik op den snelheidsmeter. Dan knikte hij
tevreden naar zijn stoker. Ingenieur Francois
die altijd den boottrein begeleidde, haalde zijn
horloge tevoorschijn en stootte den meester
aan.
„Het gaat niet hard genoeg, Maes", zei
hij. „Van Amiens af, heb je een minuut ver
speeld. Laat den handle een beetje zakken.
De meester voldeed zonder morren aan het
verzoek en de stoker wierp nog enkele schep
pen kolen op het vuur. De snelheidsmeter liiep
op tot honderd tien kilometer per uur.
Nu en dan verlichtten felle lichtstralen van
vuur den maanloozen hemel, als er nieuw
voedsel moest worden toegediend. Een ver
dwaalde vogel vloog met een harden klap
tegen de groote, ronde deur van de rook
kamer te pletter.
Twee witte strepen flitsten voorbijde
mistbakens. In de verte pinkten de witte
lichten van de spoorwegaansluiting van St.
Quentin.
In den goed verlichte en verwarmde com
partimenten van den trein, die geheel be
zet was, heerschte een opgeruimde stemming,
maar de drie mannen op de machine had
den geen tijd om ergens anders aan te den
ken dan aan de veiligheid van de reizigers,
die zij in een langen, zwaren trein naar
Frankrijk's hoodstad vervoerden.
Ze reden nu tegen een van de weinige
heuvels op, die zich in deze streek bevonden
en de snelheid liep daardoor iets terug. De
ingenieur wendde zich tot den machinist;
terwijl hij met zijn vinger naar den snelheids
meter wees.
„Je verliest teveel tijd. meester. Laat toch
"at meer stoom toe".
Maes wees naar de signalen van de aan
sluiting en haalde zwijgend de schouders op.
Onafgebroken keek hij naar de witte lichten,
VRAAGT POLIS VOOR 2
JARIGE VERZEKERING VAN
LAMPEN
EN REPARATIEKOSTEN
SCHOTERWEG 1, TELEFOON 16659.
(Adv. Ingez. Med.)
er niet mee accoord ging. Maar de rechter
ging wel accoord met de gevangenisstraf, al
gaf hij 2 inplaats van 4 weken.
Ook 2 weken kreef een chauffeur, die een
portemonnaie uit een taschje had gestolen en
die ook zijn hoop op voorwaardelijk had ge
vestigd; zijn antecedenten waren al evenmin
goed en de reclasseering zag er ook geen heil
in, hem onder toezicht te nemen.
Zoo ziet men, dat als een zaak geschorst
wordt voor het inwinnen van een reclassee-
ringsrapport, dit nog volstrekt niet beteekent,
dat een voorwaardelijke straf zal worden uit
gesproken.
OPMERKINGEN VAN LEZERS
BEWAPENING BURGERWACHT EN
RIJKSVELDWACHT.
Een lezer, die in militairen dienst is ge
weest, deelt ons mede, dat er zijns inziens
iets ontbreekt aan de sabel der Burger-wach
ters en ook aan die van de Rijksveldwacht,
nl. een sabelkwast met z.g. „schuifpassant",
die het mogelijk moet maken, de sabel aan
de pols te laten hangen en de hand te ge
bruiken. b.v. voor het snel grijpen naar de
revolver, wat op gevaarlijke oogenblikken,
als de persoon in quaestie wordt aangeval
len of als hij ziet dat men op hem gaat
schieten, noodig kan zijn. Zooals de toestand
nu is, zou de Burgerwachter of Rijksveld
wachter niet snel genoeg kunnen handelen
in zulke gevallen, omdat hij de sabel niet
kan loslaten.
Tot zoover deze opmerkingen, naar aanlei
ding waarvan wij een onderzoek instelden.
Bij de Rijksveldwacht deelde men ons
mede, dat de klewang, die tot de bewape
ning behoort, inderdaad geen sabelkwast
draagt. Er is echter nooit behoefte aan, daar
die klewang nooit wordt gebruikt. De Rijks
veldwacht maakt in dringende gevallen ge
bruik van gummistok en revolver en heeft
daar ruimschoots voldoende aan.
De commandant van de Burgerwacht zeide
ons. dat inderdaad de sabelkwast aan de
klewang ontbreekt. Er zal echter wel op den
duur in voorzien worden.
RIJKSSTRAATWEG 16
HAARLEM- N. TELEF 16 7 2 6
vannf - met garantie, pijn-
VciiicU j«j. Ioos tre£ken inbegr.
BESLIST PIJNLOOZE BEHANDELING
Spreekuren alle werkdagen
van 912 en 14 uur. Zaterd. 9—12 uur
Avondspreekuren
Dinsdag, Woensd. en Donderd. v. 79 u.
(Adv. Ingez. Med.)
die steeds naderbij kwamen en toen zij den
heuveltop gepasseerd waren, nam de snelheid
weer toe.
Francois hield den machinist zijn chrono
meter onder zijn neus en schreeuwde: „Drie
minuten te laat aan de aansluiting. Daar zal
je je over moeten verantwoorden, Maes. Je
weet toch wel, dat deze trein stipt op tijd
vervoerd moet worden?"
,,'t Komt in orde!", schreeuwde de meester
terug. „Over de Oisebrug haal ik de vertra
ging er wel weer uit. Maar ik moet om de
snelheidsbeperking bij de aansluiting denken.
Als ik er te hard doorga, dan moet ik ook
betalen. En daar bedank ik voor".
De ingenieur knikte en een poosje werd er
door de mannen niet gesproken. Alleen het
rinkelen van de kolenschop en het blazen van
de veiligheidskleppen, verbraken het een
tonige geluid van de wielen over het spoor.
De aansluiting lag nu achter hen en heel
In de verte, alleen voor een geoefend oog zich-
baar. vertoonde zich het lichtje van de brug
over de Oise.
Langzamerhand was de duisternis aan het
wijken voor den morgenstond en de omgeving
teekende zich in vage omtrekken af.-Onrustig
schoof de meester op zijn bankje heen en
weer. Telkens stond hij op en legde zijn neus
bijna tegen het glas van het ruitje. Dan
ging hij weer zitten. Er lag een vreemde
uitdrukking in zijn oogen, boen hij langzaam
den regulateur dichtdrukte. De ingenieur keek
hem vragend aan.
„Waarom sluit je stoom af, Maes?", vroeg
hij. „Alles is toch veilig?"
De snelheidsmeter .wees negentig kilometer
aan en liep nu langzaam, heel langzaam
terug. Vijf en tachtigtachtig
„Vooruit, machinist!riep ingenieur
Francois. ..Wat is er aan de hand? Ben je
bang geworden?"
De oogen van den machinist sperden zich
wijd open. Een rauwe kreet klonk van zijn
lippen.
„De brug!de brug!Hoe kan dat?
De brug is geopend voor een schip. Kijk
maar. er vaart een schip door de brugope-
ning en het signaal is veilig. Kijk toch,
ingenieurik kan den trein niet voor de
brug tot stilstand brengen. De snelheid is te
groot
De stoker had zich over het hekje van de
cabine naar buiten gebogen om beter te kun
nen zien. maar onmiddellijk stormde hij op
den zandstrooier toe en draaide den handle
om.
Maes draaide met alle kracht den ganghandle
naar achteren en de ingenieur slingerde met
bleek gelaat de handrem in het rond. Alles
was in het werk gesteld, om den trein zoo
spoedig mogelijk tot stilstand te brengen.
De remblokken klemden zich met kracht
tegen de wielen en de machine schudde en
kraakte in al haar onderdeelen
Groote vonken vlogen uit den schoorsteen
en de sterke wrijving tusschen de wielen en
de remblokken veroorzaakte een illuminatie,
die spookachtig den omtrek verlichtte.
Aula van ,,'t Kopje" geopend.
Feestelijke bijeenkomst van ouders, leeraren
en leerlingen.
Feestelijk zijn Maandagmiddag de aula en
de nieuwe bouw van de Middelbare Meisjes
school ,/t Kopje" geopend. In de nieuwe aula
was geen stoel onbezet, terwijl de leerlingen
bovendien in een dichte haag langs drie van
de vier wanden stonden. Omstreeks kwart
voor drie werd een aanvang gemaakt met de
openingsplechtigheid.
De rij van sprekers werd geopend door Mr.
Theyse. Deze vertelde in 't kort van de nood
zakelijkheid. die ontstaan was om de „Kopjes
geest" een adaequate huisvesting te geven .Ten
slotte was de oude behuizing van deze school
zoo geweest, dat deze thans verwezenlijkte
bouwplannen geen luxe meer mochten hee-
ten.
Spreker heette in het bijzonder den burge
meester van Bloemendaal, den heer Den Tex,
welkom, en bracht dezen, als vertegenwoordi
ger van het gemeentebestuur, hulde en dank
voor de welwillendheid waarmede het ge
meentebestuur in de moeilijke tijden, die ook
,,'t Kopje" eenigen tijd geleden hebben be
dreigd, steun heeft verleend.
„Maar", zoo zei de spreker, „wij gevoelen
dit niet als een drukkende verplichting, want
wij gelooven dat deze school een cultureel be
zit van groote waarde is."
Een woord van welkom sprak de heer They
se ook tot de vereeniging ,31oemendaal's
Bloei", een vereeniging, die naar de woorden
van den spreker, „met ons een zekere ver
wantschap heeft. Immers, waar wij Bloemen-
daal's bloesem verzorgen, zijn wij voor
Bloemendaal's bloei van belang."
Verder werden ook de gecommitteerden in
deze rede toegesproken, alsook mevr. De Haan
Gratama en mej. Barger. Tot de leerkrachten
kon spreker zich slechts in het algemeen wen
den, doch hij maakte een uitzondering voor
mej. C. ten Bruggencate. die reeds dertig jaar
zoo lang de school dus bestaat, aan „het Kop
je" verbonden is. Haar werd een geschenk
aangeboden.
Hierop sprak de directrice van de school,
mej. IJ. J. M. Steijns, die onder hen die zij
voor het thans bereikte dankte, in de eerste
plaats den heer W. Siewertsz van Reesema
noemde als „de vader van de school".
Verder sprak de directrice over het wex-k
van de school, waarbij zij nog eens het be
staansrecht en de noodzakelijkheid van een
middelbare Meisjesschool naar voren bracht.
Vervolgens was het woord aan den burge
meester van Bloemendaal, jhr. mr. C. J. den
Tex, die in een geestige toespraak wees op de
levensvatbaarheid, welke de school bewezen
had te bezitten.
Verder spraken nog de inspecteur van het
M. O., de heer S. Elzinga, mevr. De Lang na
mens de docenten, en mej. T. Gunning, na
mens de leerlingen.
Aan het einde zong een meisjeskoor een
lied op de nieuwe aula.
Aan mej. Ten Bruggencate werden door de
leerlingen bloemen aangeboden.
DE GEWIJZIGDE STEUNREGELING.
Bij B. en W. is ingekomen een verzoek
schrift van het bestuur der Ned. Vakcentrale,
om er bij de Regeering op aan te dringen,
dat de gewijzigde steunregeling wordt terug
genomen, dan wel in gunstigen zin herzien.
GELDEN VOOR BIJZ. ONDERWIJS
GEVRAAGD.
Bij B. en W. zijn ingekomen: een ver
zoekschrift van het R.-K. kerkbestuur van
den H. Bavo om beschikbaarstelling van gel
den voor uitbreiding van de scholen aan de
Eemstraat 4 en 15 en een verzoekschrift van
het kerkbestuur der Parochie St. Antonius
van Padua om beschikbaarstelling van gel
den voor het vernieuwen van den vloer in
de St. Antoniusschool.
Ook de reizigers waren door het krachtige
remmen opmerkzaam geworden en uit iedere
coupé staken nieuwsgierige hoofden naar
buiten.
Het angstige gegil van vrouwen en kinde
ren klonk door de luöht. Ze zagen het drei
gende onheil als een afzichtelijk spook na-
derkomen en enkelen waren reeds overtuigd
van hun einde in het water van de rivier.
Intusschen wees de snelheidsmeter op de
locomotief nog ruim veertig kilometer aan
en de afstand tusschen de onheilsplek en den
trein bedroeg ternauwernood honderd meter.
Een ramp scheen onvermijdelijk en ook de
drie mannen op de machine moesten lijde
lijk toezien, hoe zij langzaam maar zeker den
ondergang in het water van de Odse tegemoet
gingen.
Nog vijftig meterveertigtoen
schreeuwde Maes tegen zijn metgezellen:
„Spring van de machine, als je leven je
lief is
..Nooit!schreeuwden de beide anderen
terug. „Tot het laatste oogenblik blijven we
op de kar!".
Een vastberaden trek kwam op het verweer
de gelaat van den machinist, toen hij zei:
„Zooals je wilt. Hou je dan vast!"....
Hij siddeerde bij de gedachte aan het waag
stuk. dat hij besloten was, te ondernemen.
Zijn vuisten klemden zich krampachtig in
een, toen hij langs de ijzeren voetplaat van
de machine naar voren liep.
Even zochten zijn oogen naar een geschikt
voorwerptoen greep hij een koevoet,
mikte.... precies voor de wielen van de
locomotief op de rails
Even schommelde het gevaarte, de verbrij
zelde dwarsliggers kraakten, toen werd het
stil....
De machtige hesrscher van den ijzeren weg
was getemdgederailleerd en de angstkre
ten uit den trein veranderden in juichkre
ten.
Op nauwelijks een meter afstand van de
geopende brug stond de locomotief, hijgend
en puffend terwijl de lichtschijn van de lan
taarns spookachtig het water van de rivier
verlichtte.
De mannen stonden zwijgend bijeen. Som
ber staarden zij in de diepte aan hun voeten
en dachten aan hun vrouw en kinderen, die
er geen vermoeden van hadden, hoe dicht
man en vader bij den dood was geweest, tot
het geluid van de toestroomende reizigers
die hun leven aan het resolute optreden van
den machinist te danken hadden, hen uit hun
gepeins deed opschrikken.
„Dat was op het allerlaatste oogenblik".
mompelde de machinist en terwijl hij om zijn
zenuwen tot kalmte te brengen, een pijp aan
stak, legde de ingenieur zijn bevende hand
op zijn schouder en sprak aangedaan:
„Meester Maes.ik dank u
Zijn stem stokte van aandoening en de
stoker voegde eraan toe:
„Dat noem ik tegenwoordigheid van
Laat me met rust!
Als er één kreet is die den rusteloozen op-
gejaagden mensch vaxx den tegenwoordigen
tijd recht uit het hart gegrepen is, dan is
het wel deze: laat me met rust!
Daverend lawaai overtollige drukte en
eexx overmaat van schier rxiet te verwerken
indrukken plegen dagelijks aanslagen op ons
evenwicht.
Wij weten niet meer wat bezonkenheid
en rust is, wij worden prikkelbaar, gejaagd
en humeurig. Het is tevéél.
Het leven is te vol. En wij zouden nog
zooveel meer willen doen, zooveel meer willen
volbrengen, meer.... meeraltijd maar
meer in eindelooze stuwing van zenxxw-
sloopende dadendrang. Maar wij voelerx ons
er niet tegen op gewassen. Wij kunnen niet.
En juist dat ïxiet-kunnen werkt fnuikexxd
op ons uithoudingsvermogen. En als een pijp
drop wordt ons uithoudingsvermogen uitge
rekt tot een heel dun draadje, dat maar o
zoo weinig van noode heeft om in tweeën te
breken.
En dan zoeken wij datgene wat niemand
ons aandoet op anderen te vex-halen.
Waarom laten anderen ons niet met rust
waarom plagen zij ons waarom hinderen
zij ons voortdurend met hun goedbedoelde
maar ongewenschte bemoeienissen voor ons
bestwil?
Het is een raar geval met dat bestwil voor
onze naasten waar wij het altijd zoo druk
mee hebben.
Het is iets dat een fatale aantrekkings
kracht op ons uitoefent iets waar wij om zoo
te zeggen niet af kunnen blijven
Hebt ge wel eens gemerkt, hoe velen van
ons behept zijn met de zucht naar inmenging
in hetgeen ons eigenlijk volstrekt niet aan
gaat?
Wij noemen dit: het zorgen voor anderen
voor hun bestwil.Wanneer die ande
ren dat zorgen voor vertalen met: „bemoeien
met", dan zijn we woedend, want nietwaar:
het is heel iets anders om axideren goeden
raad te geven dan dien zelf van anderen te
ontvangen.
Het zonderlinge ervan Is, dat we er ons
onmiddellijk van bewust zijn, zoodra anderen
met hun even welgemeende als ongevraagde
raadgevingen op de proppen komen, dat zij
onze persoonlijke vrijheid aanranden.
„Zooiets merk je directzei de kruier
toen de pakkist uit de lus van het hijschtouw
schoot en boven op hem terecht kwam en
we zeggen het hem na.
Waarom merken we dan niet, wanneer we
hard bezig zijn inbx-euk te maken op de per
soonlijke vrijheid van anderen?
Of die axxderen onze vrienden zijn, onze fa
milie of onze kinderen doet weinig ter zake:
zij zullen ongetwijfeld op dezelfde wijze rea-
geeren op onzen goeden raad als wij in de
gegeven omstandigheden zouden doen; zij
hebben slechts één hartgrondigen wensch:
laat me met rust!
Natuurlijk zijn er ook menschen, die goeden
raad vragen en met een waren hartstocht
stellen wij ons zelf in hun dienst; zij hebben
er immers om gevraagd!
Wij gevoelen ons dus gerechtvaardigd ons
ten volle in hun „geval" te verdiepen.
Maar hoe vaak is ondank ons loon.
Zijn de menschen dan zoo slecht.... zoo
ondankbaarzoo onoprecht?
Weineen het komt alleen maar doordat
zij heei iets axiders van ons verwachten als
wij irx de goedheid onzes harten (in het vuur
van onze bemoeizucht) eigenlijk wel mee-
nen.
Wij verbeelden ons, dat zij onze raad verlan
gen, oxize onomwoxiden meenixig over hun
aangelegenheden, terwijl zij in wex-kelijkheid
verlangen, dat wij datgene zullen bevestigen,
wat als een half uitgesproken hoop in hun
harten leeft.... het is een aansporing, een
aanmoediging, die zij vragen en dan komen
wij met zwaarwichtige betoogen en geven een
exposé vaxx hoe wij de zaak zien en hoe wij
zouden handelexi als
En als zij dan eindelijk zich kribbig afwen
den exx zeggen (of zichtbaar derxken!) laat-
me-met-rust! dan zijn we wex-kelijk diep ver
ontwaardigd.
Zij kregen onzen raad. onze belangstelling,
onze energie en onzen tijd, maar dat waar
zij heimelijk naar hunkerden, kregen zij niet.
En wij zeggen boos: nee maar nu vraag ik
jeHebben zij niet zelf om raad ge
vraagd?
Zijn ze niet begonnen met er over te spre
ken
En dan zulke ondankbaarheid!
Het is ergen teleurstellend verklaren
we: ik-heb-me-toch-zoo-in-die-en-die-vergist
(en de anderendie zeggen hetzelfde
achter onzen rug!)
Wanneer zullen wij er eindelijk eens achter
komen, dat axxderen onzen raad, oixze bemoei
zucht en onze inmenging niet begeeren?
Wanneer zullen we eex-lijk genoeg zijn om
het hardop te zeggen, onomwonden en eens
en voor altijd: laat me met rnxst!
AMY GROSKAMP—TEN HAVE.
Neem 'n AKKERTJE
bij Migraine, „Kater", Hoofdpijn, enz.
(Adv. Ingez. Med.)
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
(Inlichtingen aan het politiebureau Smede-
•straat uitsluitend tusschen 11 exx 13 uur).
Ceintuurs en handschoenen: Politiebureau
Smedestraat 9. Armband; Politiebureau, Sme-
destraat 9. Muziekboeken: Gudde, Schoterweg
198. Broche: Eekhout. Vredenhofstr. 2. Broche:
Stam, Lijsterstraat 10. Dameshorloge: Broers-
ma Borneostraat 19. Hond: Bange, Middenweg
106. Kinderjasje: West. Brakenburgstr. 43.
Groene muts: Stoel, Rijksstraatweg 285. Hon
denpenning: Proost, Vergierdeweg 39. Portem.
met 2 gld. en sleutels: Hetern. 2e Zuidpolder
straat 2. Studentenpet: Eichhorn, Spaarn-
hovenstraat 105. Vent-penning: Politiebureau,
Smedestraat 9. Rijw.bel.merk: Born, Vergier
deweg 24; Felderof. Van Hoogendorpstraat 5;
Goldschmeding, Oranjeplein 2, Jansen,
Spaarnhovenstraat 32 en Boeree, Borneo
straat 31. Rijw tasch m. inh.: Kroder Schee-
perstraat 55. Schoenexx: De Ruiter, Vijfhuizex*-
dijk 155. Spuit: Kors, Vergierdeweg 160. Da-
mestasch met inhoud: Reef, Mentawistraat 21.
Vulpen, „Plan"-vlag: Politiebureau, Smede
straat 9. Snijboonen in zakken: Gerritsen,
Eikenstraat 9.