mr&ëm
Haarlem's Kunstbezit.
H.D. VERTELLING
WOENSDAG 9 SEPTEMBER 1936
HAAREEM'S DAGBE'AD
e
HET BIOSCOOPCONFLICT.
Adres van den Ned. Bioscoop
bond aan den Raad.
Het hoofdbestuur van den Ned. Bioscoop
bond heeft een adres aan den Haarlemschen
gemeenteraad gezonden, waarin wordt me
degedeeld, dat het met ontsteltenis kennis
heeft genomen van het voorstel van B. en
W„ om de vermakelijkheidsbelasting voor
bioscoopvoorstellingen te verhoogen van 20
op 25 pet. en dat het met niet minder be
vreemding kennis heeft genomen van de
toelichting, welke het College op dit voor
stel heeft gegeven en waarin deze belasting
genoemd wordt „een zuivere verteringsbelas
ting", een belasting, „die alleen treft een be
volkingsgroep, die door het bezoeken van in
richtingen voor vermaak een zekeren wel
stand aan den dag legt", terwijl in deze toe
lichting bovendien nog de stelling wordt ge
poneerd. dat de vermakelijkheidsbelasting
feitelijk door de bioscoopbezoekers wordt be
taald en deze bezoekers dus de belastingver-
hooging zullen hebben te dragen.
Het hoofdbestuur verkeerde in de veron
derstelling, dat zoo langzamerhand de vol
ledig in strijd met de feiten zijnde opvat
ting. dat de vermakelijkheidsbelasting door
de bezoekers der vermakelijkheden wordt be
taald, tot het verleden zou behooren. Maar
nu B. en W. deze verouderde opvatting aan
grijpen als een argument om het bioscoop
bedrijf te Haarlem met een onbillijke en
ongerechtvaardigde belastingverhooging te
treffen, moge hier herinnerd worden aan een
omstreeks Juli 1934 verschenen Koninklijk
besluit, waarbij aan het besluit van den Raad
der gemeente Ginniken om de vermakelijk
heidsbelasting van 10 tot 20 procent te ver
hoogen goedkeuring is onthouden op grond,
„dat het voortbestaan van sportpark en wie
lerbaan Ginniken (de voornaamste inrich
ting tot vermakelijkheid in die gemeente)
'n belang is niet alleen voor de plaats zelve,
doch ook voor de geheele streek, zoodat een
belastingverordening, welke vrijwel alleen
deze instelling treft en daardoor het voortbe
staan onzeker maakt, strijdig met het alge
meen belang moet worden geacht".
Het hoofdbestuur zegt verder, dat de op
vatting, dat de vermakelijkheidsbelasting ten
volle door het bedrijf moet. worden opge
bracht, ook gedeeld wordt door den Hoogen
Raad der Nederlanden, die in zijn zitting
van 27 Juni 1934 arrest heeft gewezen ter
zake van een tusschen den Burgemeester
der gemeente Slochteren en een ondernemer
eener vermakelijkheid aldaar gerezen ge
schil over de betaling van vermakelijkheids
belasting, waarbij de Hooge Raad o.m, over
woog:
„dat art. 5 der verordening (de belasting
is verschuldigd door den ondernemer der ver
makelijkheid enz.) niet de bezoekers der ver
makelijkheid doch voor zooveel hier van
belang den ondernemer daarvan aanwijst
als belastingplichtige: dat het dus niet aan
gaat de van de bezoekers gevorderde entree
gelden te onderscheiden in een gedeelte, dat
als belasting ten behoeve van de gemeente
zou worden geheven, en een ander gedeelte,
dat als entréegeld in engeren zin den onder
nemer ten goede zou komen, doch dat het
gevraagde bedrag in zijn .geheel door de be
zoekers betaald wordt als vergoeding voor
het aan hen gegeven recht, de vermakelijk
heid bij te wonen; dat tegenover deze bate
de door den ondernemer aan de gemeente
te betalen belasting staat als een uitgave
door hem terzake van de vermakelijkheid
gedaan dat de duidelijke tekst van art. 3 der
verordening buiten twijfel stelt, dat de in het
artikel.genoemde belasting van 15 pet. dient
te worden geheven van de geheele opbrengst
der entréegelden en toegangsbewijzen, zon
der dat daarbij met de onkosten van den on
dernemer rekening wordt gehouden; dat dit
laatste dus ook moet gelden ten opzichte
van voormelde uitgave, die immers op één
lijn staat met de overige onkosten, die de
ondernemer ten dienste van de vermake
lijkheid heeft gemaakt".
Het hoofdbestuur is van meening, dat de
theorie, dat de vermakelijkheidsbelasting op
de bezoekers der vermakelijkheden kan wor
den verhaald, door de practijk is gelogen
straft, in verband waarmede gerefereerd
moge worden aan Prof. Bordewijk's boek
werk „De Theorie der Belastingen en het
Nederlandsche Belastingwezen", waarin met
betrekking tot de leer van de „overdracht"
van belastingen betoogd wordt. „De redenee
ring, dat accijnzen worden overgedragen
door opslag op den prijs tot hun bedrag" is
even bot als onwaar. Overdracht kan het bij
de artikelen van noodzaak een heel eind stu
ren. doch ook daar is zij nimmer compleet.
Algeheele overdracht onderstelt onverschil
ligheid voor prijsverhooging. en deze Is wel
nergens te vinden, zeker niet bij de breede
volksklasse, den middenstand inbegrepen"
Het hoofdbestuur heeft in den loop der
Jaren herhaaldelijk de ervaring opgedaan,
dat afwenteling van verhoogde vermakelijk
heidsbelasting op het bioscoopbezoekend
publiek onmogelijk Ls. daar verhooging der
toegangsprijzen slechts tengevolge heeft, dat
een verschuiving naar goedkoopere rangen
plaats heeft en dat het minst draagkrachtige
deel van het publiek, dat zeker onder de hui
dige crisisomstandigheden sterk is toegeno
men. de bioscoop nagenoeg in het geheel
niet meer bezoekt.
De practijk van de laatste crisisjaren heeft
volgens het hoofdbestuur aangetoond, dat
het bezoek aan de bioscopen alleen op peil is
te houden bij verlaging der entréeprijzen.
waartoe de Haarlemsche bioscoopdirecteuren
reeds eenige malen zijn overgegaan, waaruit
dus logisch volgt, dat een door B. en W. ge
suggereerde „geringe" verhooging der entree
prijzen met 2VZ en 5 cent niet kan worden
ingevoerd, zonder het bioscoopbedrijf in zijn
ontvangsten te schaden: een verhooging der
belasting, die niet op het publiek verhaald
kan worden, zal dus door het Haarlemsche
bioscoopbedrijf moeten worden opgebracht.
Er behoeft dan ook niet aan getwijfeld te
worden, dat de door B. en W. geraamde
meerdere opbrengst der vermakelijkheidsbe
lasting bij invoering dier verhooging a f 25000
ten volle door de Haarlemsche bioscoopon
dernemingen zou moeten worden betaald.
Het hoofdbestuur is van oordeel, dat de
bedrijfsuitkomsten der Haarlemsche biosco
pen, die onder den zwaren druk van 20 pet.
vermakelijkheidsbelasting bereids niet of na
genoeg niet meer rendeerend geëxploiteerd
kunnen worden, reeds als gevolg der crisis
omstandigheden zóó zijn verslechterd, dat
een toeneming van de op deze bedrijven
drukkende lasten in den vorm van een ver
hooging der vermakelijkheidsbelasting tot
een bedrag van f 25.000 zoodanige exploita
tieverliezen zou veroorzaken, dat voortzetting
dier exploitaties met eenige kans op. zij het
een bescheiden, rendement volkomen uitge
sloten moet worden geacht.
Het hoofdbestuur verklaart zich gaarne
bereid, desgewenscht ten overstaan van
nauwkeurig te specificeeren gegevens over de
exploitatie-uitkomsten der Haarlemsche bios
coopondernemingen gedurende de laatste
jaren aan te toonen, dat verhooging der ver
makelijkheidsbelasting met 25 pet. tot den
ondergang van het Haarlemsche bioscoop
bedrijf moet leiden, althans het nutteloos
maakt, de exploitatie der Haarlemsche bios
copen voort te zetten, waardoor niet alleen
het met de voorgestelde belastingverhooging
beoogd voordeel geheel komt te vervallen,
maar zelfs belangrijke baten aan vermake
lijkheids- en andere belastingen aan de ge
meentekas zullen worden onttrokken.
Het hoofdbestuur vertrouwt, dat een be
roep op den Raad om de stopzetting der ex
ploitatie van de te Haarlem gevestigde bios
coopondernemingen die niet alleen een
bron van gepaste ontspanning en kunstge
not voor een aanzienlijk gedeelte der burgerij
vormen, maar waarin ook tal van inwoners
dei gemeente eer. levensbestaan vinden en
waarbij een groot aantal neringdoenden za
kelijk belang hebben te voorkomen, niet
tevergeefsch zal zijn en dat de Raad 't voor
stel tot verhooging der vermakelijkheidsbe
lasting voor de bioscopen zal verwerpen.
Leger des Heils.
Nationale Gouden Jubileum-aanvrage.
Naar wij vernemen, zal het Leger des Heils
dit jaar in SeptemberOctober zijn Nationale
Gouden Jubileum-Aanvrage houden.
Het Leger des Heils mag terugzien op 50
jaren van gestadigen groei en bloei, en wat
nog meer zegt. het mag zich verheugen in
steeds toenemende sympathie voor den arbeid
onder breede lagen der bevolking. Dat velen
deze gelegenheid zullen aangrijpen om dit
liefde-leger, dat vrede verkondigt, met een
extra gift te verblijden, laat zich gemakkelijk
veronderstellen
Kommandant Bouwe Vlas heeft nu het sym
pathieke plan opgevat om alle gelden, die
bijeengebracht zullen worden boven het be
drag, hetwelk het vorige jaar tijdens de Na
tionale Aanvrage gecollecteerd werd, te be
stemmen voor de verbouwing en uitbreiding
van Huize „Avondzon" voor hulpbehoevende
ouden van dagen te Hilversum, waar de oud
ste inwoonster onlangs haar lOOsten verjaar
dag vierde.
Ten einde misverstand te voorkomen, zij
hierbij nog eens uitdrukkelijk vermeld, dat van
deze gelden niet één cent naar het buitenland,
met name naar Engeland of elders, gaat. Men
wordt nadrukkelijk verzocht, zich er van te
vergewissen, dat de collectant(e) door het
Leger des Heils (Stichter: William Booth)
gemachtigd is. Men doe dat ook, al heeft de
kleeding van den collectant soms eenige over
eenkomst met de bekende uniform van het
Leger des Heils. De collectanten van het Leger
des Heils moeten een volmacht op naam kun
nen toonen, geteekend door Kommandant B.
Vlas.
CENTRALE TANDHEEL
KUNDIGE KLINIEK.
KENAUPARK 26a, HAARLEM, TELEF. 12644
SPREEKURENlederen werkdag 9—11 en
1—2 uur. DINSDAGSAVONDS 6.30—8.30 u.
ZATERDAGSMIDDAGS geen spreekuur.
(Adv. Ingez. Med.)
PERSONALIA.
Het diploma van den Alg. Ned. Politiebond
is behaald door de heeren: J. W. Obrink, te
Beverwijk; A. A. Obdam, te Lisse; J. Pauel,
te Haarlem; D. v. d. Plas. te IJmuiden en J.
G. Post, te Santpoort.
Een boerendeel, door Bosboom;
in Teyler's Verzamelingen.
Deze Bosboom-aquarel behoort waarschijn
lijk wel tot de allermooiste in dat genre door
hem gemaakt. Wanneer de lezer dit plaatje
naast dat van Saenredam legt veertien
dagen geleden hier besproken dan zal hij
misschien een verwante schriftuur, een ver
wanten geest ontdekken. Beide zijn bet
Meester-teekeningen en hoewel ze als on
derwerp geheel uiteen loopen, voelt men in
beide een gelijke meesterhand. Ze hebben
beide het speelsche, het gemakkelijke waar
mee hier een détail uitvoerig verteld, ginds
een fragment schijnbaar veronachtzaamd
wordt en toch het geheel „groot gehouden",
dat wil zeggen: als éénheid gezien, blijft.
Hoe zulk een kunstwerk op den beschouwer
inwerkt is wel aardig eens na te gaan. Eerst
pakt hem de ruimte, het royale van zoo'n
boerendeel en de prachtige lichtval in het
inwendige, waardoor die levendige variatie
ontstaat tusschen lichte en donkere partijen.
Als een niet-schilder zoo'n boerendeel be
zocht, ziet hij daar waarschijnlijk niet zoo
veel bijzonders aan; de artist ziet anders
en leert ook ons anders zien door onbe
wust veelal op verschillende dingen een
accent te leggen en andere zoo maar luch
tigjes aan te geven. De geniaal aangelegde
artist doet dat als het ware zuiver
intuïtief zonder er veel bij te denken; de
minder begaafde broeder zit er dagen op te
sjouwen en produceert tenslotte een suffe in
ventarisatie van wat voor zijn neus stond, of
versukkelt- In nabootsing van wat hij van
zijn genialen broeder gezien heeft.
Als men het ruime, royale In onze voor
stelling in zich heeft opgenomen, komt men
van-zelf er toe de détails aandachtiger te be
kijken. Men ontdekt dan hoe expressief die
eerste dwarsbalk van de zoldering geteekend
is, hoe die inderdaad in al zijn verbetenheid
en hoogen ouderdom prachtig steunt de
lichte zoldering, waar straks zware last van
hooi op rusten moet. Dan zal de beschouwer
dat geestige stilleven van ton, emmer en
bezems gaan waardeeren zooals het daar,
schijnbaar toevallig en al spelend geteekend
den linker-voorgrond belangrijk maakt om
naar te kijken. En dan zal de beschouwer
misschien verbaasd zijn over de schijnbare
nonchalance waarmee de rechter voorgrond-
hoek gevuld is. Of liever: niet gevuld, want
dat daar wat nat hooi of stroo op een hoop
ligt en een paar kippen er rondom heen ka
kelen, wordt meer gesuggereerd dan getee
kend. Doch wij voelen die indicatie volkomen
en ook dat voor de lichtverdeeling in de ge
heele teekening, die wijze van behandelen.
teekenen is weglaten, zeide Liebermann
vaak in dien hoek de juiste is.
Opzettelijk hebben wij een paar malen het
woord schijnbaar neergeschreven, omdat in
derdaad al die finesses slechts schijnbaar
nonchalant, schijnbaar toevallig zijn. Het is
de intuïtie van den echten artist die hem al
die dingen juist zóó en niet anders doet ma
ken. en het is zijn zuiver-sterke vakkundig
heid die hem in staat stelt zijn intuïtieve
aandoeningen juist dien vorm te geven die
op dat moment passend is.
Nu zal men daardoor ook des te eerder be
grijpen dat een persoonlijkheid zich zelfs in
die kleine détails duidelijk laat kennen en
dat, wanneer alleen de onderwerpen en de
uiterlijke schijn der groote meesters door de
makers den zoogenaamde bazar-schilderijen
worden nagevolgd, het resultaat daarom nog
geen kunstwerk is. Van door kundigheid be-
heerschte emotie is daarbij nooit sprake ge
weest en het resultaat immer ridicuul. De
leek is graag bereid, dat over het hoofd te
zien, omdat hij in het kijken niet getraind
is, en de menschen die zonder training
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIOCENTRALE OP DONDERDAG
10 SEPTEMBER.
Progr. 1: Hilversum II (Huizen)
Progr. 2: Hilversum I
Progr. 3: 8.00 Keulen: Ochtendconcert door
het muziekcorps van de 48 SS. Standart olv.
Putler; 8.30 Gymnastiek voor de vrouw. 8.45
Diversen; 10.05 Keulen. Tijdsein. Nieuwsbe
richten. Waterstandberichten. 10.20 Volkslie
deren 11.20 Parijs Radio. Gevarieerd concert
door het omroeporkest olv. Ettie Schuyer;
11.50 Causerie voor boeren; 12.05 Causerie voor
Protestanten M. Caillas L'apiculture pastorale;
12.35 Vervolg concert: 1.05 Brussel Vlaams.
Concert olv. Paul Douliez. 1.20 Gersproken dag
blad v. h. N.I.R.: 1.30 Concert olv. Karei Wal
pot; 1.50 Door de luisteraars gevraagde platen:
2.20 Droitwich. Het Garrick Theater Orkest
olv. W. Chapman; 2.35 Het Ralph Elman
Sextet. 3.20 Het Carlton Hotel orkest olv. René
Tappomie. 4.10 Anthony Kimmins „A peep
behind the screen" 4.30 Gramofoonmuziek.
5.05 Het Harp Trio 5.20 Keulen. Populair con-
Eggerth; 12. Take me back my boots en
6.15 Brussel Vlaams. Kinderuurtje; 6.35 Brus
sel Fransch, Populair concert olv. Karei Wal
pot; 7.20 Brussel Vlaamsch, Gramofoonmuziek.
7.50 Diversen 8.30 Brussel Fransch Symph.
concert alv. Arth. Meulemans. 9.05 Rome „I
Pagliacci" opera van Leoncavallo olv. Con
stantino. 11.05 Berlijn Auf zum Tanz mmv. het
kl. Omroeporkest olv. Willy Steiner.
Progr. 4: 8.00 Brussel Vlaamsch. Gymnastiek
8.20 Tijdsein. Gramofoonmuziek. 8.30 Kroniek
8.40 Gramofoonplaat; 8.45 Gerpsroken dagblad
van het N.I.R. 9.00 Gramofoonmuziek. 9.20
Parijs Radio Orgelconcert. 1.35 Londen Regio
nal. Korte Godsdienstoefening. 10,50 Tijdsein
v. Greenwich. Weerbericht. 11.05 Het B.B.C.
Schotsch orkest olv. Guy Warrack. 11.25
Droitwich, Orgelconcert door Henry Croudson:
11.50 Gramofoonmuziek. 12.20 Het Trocadero
Cinema Orkest mmv. Alfr. v. Dam. 1.05 Nieuwe
Gramofoonmuziek. 2.20 Londen Reginonal Het
Ph. Whiteway Ensemble. 3.20 Het Kon. Artille
rie Orkest olv. Maj. Stretton 4.20 Van Black
pool: The Arcadian Follies; 5.20 Gramofoon
muziek. 5.35 Droitwich, Dave Frost met zijn
Orkest en Les Arthur. 6.20 Diversen. 6.50
Droitwich Het BBC Harmonie Orkest olv. W.
Matthew 7.50 Josef Marais en zijn Bushveld
Béand. 8.20 le deel van het Promenade Con
cert olv. Sir. H. J. Wood. 10.00 Londen Regional
Het BBC-orkest afd. C. olv. Frank Bridge.
10.40 Weer- en nieuwsberichten. 10.50 Tijdsein
van Greenwich. Lou Preager en zijn orkest.
Progr. 5: 8.00—7.00 n.m. Diversen. 7.00 n.m.
Eigen Gramofoonplaten: Cabaret en Film: 1.
The lonesome Road, Boswell Sisters; 3. Dinah,
^oswell Sisters: 4. Lolita, Tenor; 5. On trea
sure Island, Bing Crosby;: 6. I'm falling in
love with someone, James Melton; 7. Going
home, Boswell Sisters; 8. Ein Lied aus meinig
Heimat, Richard Tauber; 9. Ich sing mein Lied
Jan Kiepura; 10. Some of these days, Mills
Brothers; 11. Erst eine Walzernacht. Martha
Eggeerth; 12. Take me' back my boots en
saddle, Bing Crocby; 13. Alexander Ragtime
band, Boswell Sisters.. 14. Ich bin heut' so
froh, Martha Eggerth; 15. Tu, ca nun chiagne.
Tenor met orkest; 16. Er war einmal ein Baby.
Richard Tauber; 17. Th. sweet mystery of live,
James Melton. 8,00—12.00 Diversen.
FAILLISSEMENTEN.
Uitgesproken faillissementen door de Arron-
dissem e nts- Recht-bank te Haarlem op Dinsdag
8 September 1936.
P. C. van der Huist, koopman in behangsel
papieren, bedden etc., wonende te Hillegom,
hoofdstraat 160; Curator: Mr. H. J. Hoppe te
Haarlem.
H. van der Woude, winkelier in meubelen,
wonende te Zaandam, Gedempte Gracht 93
Curator: Mi-. J. Lieuwen te Purmerend.
H. Vestering, winkelier in kruidenierswa
ren, wonende te IJmuiden, Frans Naerebout-
straat 57; Curator: Mr. A. W. Hellema te
IJmuiden.
G. Boef, gasfitter, wonende te Hoorfddorp,
Kruisweg 1094; Curator: Jhr. Mr. W. A. Baud
te Haarlem.
J. Hoogerduyn, winkelier in huishoudelijke
artikelen, wonende te IJmuiden-Oost, Kalver-
straat 126; Curator: Mr. Dr. F. A. Bijvoet te
Haarlem.
C. J. Ruygrok, rijwielhandelaar, wonende te
•Haarlem. Heerensingel 27; Curator: Mr. E. van
Tuinen te Driehuis-Velsen.
J. Hartog, rijwielhandelaar, wonende te
Wormer no. 436: Curator: Mr. H. H. Riepma
te Edam.
De N.V. Sigarenfabriek voorheen Gebroeders
Majoor, gevestigd en kant-oor houdende te Be
verwijk; Curator: Mr. J. Deenïk te Haarlem.
(Met intrekking der voorloopig verleende sur
séance van betaling).
Rechter-Commissaris in al deze faillisse
menten: Mr. J. H. P. E. Mijnssen te Haarlem.
Opgeheven zijn de navolgende faillissemen
ten wegens gebrek aan actief van:
J. F. Mulders, koopman in huishoudelijke
artikelen, wonende te Beverwijk, Kerkstraat
15a; Curator: Mr. E. van Tuinen te Driehuis-
Velsen.
J. Molleman, schoenmaker, wonende te
Zaandam, Rustenburg 19; Curator: Mr. J. H.
J. Simons te Haarlem.
G. Morriën, zeilmaker, wonende te IJmuiden,
Edisonstraat 24; Curator: Mr. A. Bruch te
Haarlem.
Joh. C. Pondman, architect, wonende te
Haarlem, Cremerplein 24; Curator: Mr. B. W.
Stomps te Haarlem.
W. Wildschut, asphalthandelaar, wonende
te Haarlem, Obistraat 16; Curator: Mr. Julius
Hoog te Haarlem.
N. Dienaar, aannemer, wonende te Haarlem,
Smedestraat 11; Curator: Mr. A. Beets te
Haarlem.
Th. van der Hoorn, timmerman, wonende te
Hillegom. Meestraat 56; Curator: Mr. H. J. M.
Tonio te Haarlem.
Vernietigd werd het faillissement op grond
van verzet van:
Jan Ligthart, houtbuiger, wonende te Assen
delft; Ouratrice: Mevr. Mr. L. M. I. L. van
TaalingenDols te Haarlem.
Geëindigd zijn de navolgende faillissemen
ten wegens het verbindend worden der uitdee-
lingslijst van:
De nalatenschap van wijlen J. H. Hooge-
steyn, in leven handelaar in bloembollen en
zaden, gewoond hebbende te Heemstede; Cu
rator: Mr. W. Briët te Haarlem.
K. M. Gleesen, handelsagent, vroeger wo
nende te Haarlem, thans te Londen; Curator:
Mr. H. E. Prinsen Geerlings te Haarlem.
Voorloopige surséance van betaling werd
verleend aan:
„Automobielbedrijf Bloemendaal", geves
tigd te Bloemendaal, Dr. Dirk Bakkerlaan
12/18; Bewindvoerder: Mr. L. G. van Dam te
Haarlem; Behandeling: 21 November des
voormiddags kwart voor tien.
De N.V. Zaaniandsche Bank N.V., gevestigd
en kantoor houdende te Krommenie; Bewind-
•voerder: Mr. A. Bruch te Haarlem; Behande
ling: 7 November des voormiddags half elf.
Neem 'n AKKERTJE
bij Hoofdpijn, Zenuwpijn, Vrouwenpijn
(Adv. Ingez. Med.)
NED. BOND TOT HET REDDEN VAN
DRENKELINGEN.
Het hoofdbestuur van den Kon. Ned. Toe
ristenbond A. N .W. B. heeft den heer A. J.
Meijerink uitgenoodigd een voordracht te hou
den over: „Hulp aan drenkelingen uit auto's",
op Donderdag 10 September te 's-Gravenhage,
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllllll
MM
dus even ïniuuiei ais de Kunstenaar zeil
zuiver „zien" kunnen, zeldzaam zijn.
Oorspronkelijkheid is wéér wat anders.
Misschien is het wat sterk gezegd als wij
beweren dat die niet bestaat. Dat ze in de
bazarkunstprullen afwezig is spreekt van
zelf. Maar als wij onze prachtige Bosboom
aquarel bekijken is het best- mogelijk dat
ons een soortgelijke voorstelling, eenzelfde
compositie-idee van een ander, vroeger kun
stenaar in gedachten komt. Wij denken bij
voorbeeld hier aan Van Ostade, die zulke
deel-gevallen ook prachtig behandeld heeft.
En aan Bosboom's tijdgenoot Mauve die
daarbij allicht door Ostade geïnspireerd zal
zijn geweest. Maar van een klakkeloos na
volgen is bij de Hagenaars geen sprake. In
tegendeel, wanneer men zich de moeite geeft
die zaken met elkaar te vergelijken zal men
ontwaren dat in ieders handschrift de per
soonlijkheid duidelijk te herkennen is en dat
twee eeuwen tijdsverschil een woordje mee
gaan praten tot den serieusen beschouwer.
Aan onze aquarel van deze week is, ten
opzichte van Bosboom, nog iets merkwaai-
digs. Wij hebben het vorig jaar zijn Kerk te
Edam (ook in Teyler) besproken en als ker
kenschilder is hij bij ons het meest populair.
Dat hij een reeks aquarellen en teekeningen
als onzen deel produceerde, die zonder uit
zondering tot zijn fraaiste werk gerekend
mogen worden, danken wij aan zijn., buien
van neerslachtigheid! Hij kon oververmoeid
en neerslachtig zijn als het werk niet vlotten
wilde of de groote kerkstukken hem te veel
zorg baarden. Zoo zelfs dat hij zich onder
behandeling moest stellen van Dr. Ramaer,
een bekend zenuwspecialist uit Delft in dien
tijd. In die zwaarmoedige buien viel alle ar
beid hem moeilijk en tusschen 1863 en '65«
valt een langdurige periode dier geestelijke
onverschilligheid en zwakte waar het echt
paar Bosboom doorheen moest. Gelukkig
hadden zij goede vrienden in de families Van
Rappard en Hacke van Mynden, die groote
buitens in de provincie Utrecht bezaten.
Bosboom moest er eens uit. geen kerken
meer zien en nog minder schilderen. Zoo
gaan de Bosboom's in '63 bij Jhr. Van Rap
pard. bij Woudenberg, logeeren en een goed
jaar later op het buiten Eykenrode van Dr.
Hacke van Mijnden in Nieuw-Loosdrecht.
Langzamerhand knapt Bosboom op. maakt
grootere wandelingen in den buiten, gaat
weer zitten teekenen, krijgt, plezier in de
oude boerderijen van het Sticht, gaat weer
aquarelleeren en maakt onder andere een
reeks fraaie dingen uit Nieuw Loosdreeht's
stadhuis en de omgeving. Daar in Nieuw
Loosdrëcht is. in ongeveer 1865, ook onze
aquarel van deze week ontstaan. Kort daar
na keerden de Bosboom's, opgelucht en vol
frisschen levensmoed weer naar Den Haag
terug. De .afwisseling in zijn steeds gespan
nen belangstelling had den kunstenaar bui
tengewoon veel goed gedaan en onze kleine
reproductie reeds laat zien dat hij wederom
over de onbelemmerde qualiteiten van geest
en hand de volle beschikking had. In onze
Teyler-aquarel openbaart Bosboom zich als
een teekenaar van klassieke grootheid.
J. H. DE BOIS.
Het vreemde leven.
Tien jaar lag Ciska nu op haar ruststoel,
zomer en winter. Soms op een zonnig' plekje
in den tuin, dan weer voor het raam waar
de regen tegen kletterde, 's winters bij de
warme kachel geschoven. Nellie, het jongere
zusje, zorgde goed voor haar, ze hoefde nooit
te vragen of te wachten. En het huis was
zonnig en gezellig.
Het huis. waaruit ze zoovelen had weg zien
gaan. Eerst moeder, die haar de eerste jaren
van haar ziekte zoo trouw verpleegd had.
Moeder was na een paar dagen ziekte ge
storven. Kort daarna was de oudste broer
naar Indië gegaan, toen Mary, een van de
zusjes, getrouwd. De trouwdag van Mary was
zwaar geweest voor Ciska. Eens had ze zelf
gehooptKort voor ze ziek werd was ze
zoo goed als verloofd geweest, maar hij had
zich teruggetrokken toen ze maar niet be
ter werdNu Mary te zien in het witte
bruidstoilet waarvan ze zelf had gedroomd....
Nog twee keer had ze het daarna mee moe
ten maken: ook Dora en Lenny, de twee
jongste zusters waren getrouwd en wegge
gaan. Toen vader stierf na een operatie wa
ren Nellie erf zij alleen achter gebleven.
Achterblijven, niets van je leven kunnen
maken, ook niets er van verwachten. Ciska
was niet altijd een makkelijke patiënt. Een
geluk, dat Nellie zoo geduldig was.
Het had al die tien jaar van zelf gespro
ken, dat Nellie Ciska verzorgde. Nellie had
nooit iets anders gevraagd, men had nooit
verondersteld, dat Nellie andere wenschen
kon hebben. Van klein kind af was ze stil en
verlegen geweest, een beetje vreemd, ze kon
nooit „meedoen". Ze bewoog zich ook later
aarzelend onder de menschen, wist zich geen
houding te geven, was maar liefst thuis of
ergens waar niemand op haar lette. Het zou
een straf voor haar geweest zijn naar kan
toor of winkel te moeten, ze bleef thuis, ook
toen de anderen uitvlogen. Ze zorgde voor
Ciska.
Maar door dat moetan zorgen voor Ciska
scheen er toch iets in haar te veranderen.
Het was geen makkelijke taak, ook de huis
houding rustte daarbij op haar schouders.
Ciska lag stil, kon niets doen. als Nellie niet
zorgde gebeurde er niets. Ook het regelen
van geldzaken, van oneenigheden met leve
ranciers, kwam op haar neer. Ze moest
wel wat flinker worden.
„Als ik Nellie niet hadals ik die ook
nog moest missen", dacht Ciska wel eens.
Maar meestal nam ze het als gewoon aan,
dat Nellie bij haar was gebleven, die was er
toch op aangewezen geweest „thuis" te blij
ven. Zij niet als zij gezond was gebleven
was ze nu wel getrouwd geweest, had ze mis
schien al kinderen gehad die naar school
gingen. En nog een kleine, blonde baby in de
wieg zoo'n baby als Dora nu hadNu
lag ze hier, jaar in, jaar uit en nergens,
nergens meer goed voor
Het gebeurde den laatsten tijd wel eens,
dat Ciska om Nellie moest roepen. Vroeger
was ze altijd in de buurt geweest, nu kwam
ze dikwijls aanrennen, warm en blozend.
.Waar zit je toch?" informeerde Ciska dan.
„In den tuin", zei Nellie, ,,'t is zulk mooi
weer". Nellie vond het tegenwoordig altijd
mooi weer.
Het duurde niet lang of Ciska ontdekte de
reden daarvan. De reden was een lang jong
mensch met een bril, die in het buurhuis was
komen wonen. Hij studeerde rechten, maar
hij had af en toe wel even tijd voor een
praatje met Nellie. Wel wat véél tijd. vond
Ciska. Zou het mogelijk zijn....? Aan Nel
lie's gelukkig gezichtje moest je het wel
denken.
Nellie óók! Het zusje, dat zoo verlegen, zoo
onhandig was. Néllie ook een bestemming,
alleen zij, zij niet. Zelfs Nellie. O, t
was leelijk, erg leelijk, maar ze kon niet blij
zijn, niet deelen in Nellie's geluk. Ze moest
alleen maar denken aan zichzelf, hoe ze nu
eenzaam achter zou blijven, wetend van al
die levens die vol werden, terwijl het hare
leeg bleef.
't Was schuchter, dat Nellie haar het groo
te nieuws eindelijk vertelde. Ze begreep wel,
dat het Ciska pijn zou doen. En wie moest
er nu verder voor haar zorgen? Tante Bets,
een jongere, ongetrouwde zuster van moeder
had vroeger wel eens pogingen gedaan met
de twee zusjes samen te gaan wonen, maar
die hadden toen niet veel prijs gesteld op
het gezelschap van een oudere vrouw. Nu
zou het misschien kunnenTante Bets
verlangde wat gezelligheid, ze was de kwaad
ste niet.... Ciska zou het zeker goed bij
haar hebben. Nellie probeerde het zoo mooi
mogelijk voor te stellen, ze voelde het wel
I als egoïsme, ze was bang, dat Ciska's ver-
driet haar geluk zou drukken. Maar Ciska
i had zich in de tien afgeloopen jaren leeren
beheerschen. Tante Bets of iemand anders,
i het deed er niet veel toe. ze zou wel zien
i Ze probeerde opgewekt te zijn, zei met een
moeilijk lachje: „Ik had nooit gedacht, dat
jij nog eens trouwen zou."
I „Ik ook niet", bekende Nellie. „Ik zou ook
1 nooit veranderd zijn als jij er niet geweest
i was".
Ciska keerde haar hoofd naar haar zuster
en keek haar met groote oogen aan. „Ik?"
„Ja, als ik niet voor jou had moeten zor
gen. Dat heeft me leeren handelen, dat
heeft me flinker gemaakt. Zoo bang en
schuw als ik vroeger was had ik nooit iets
voor een man kunnen zijn".
„Dus door mij". Ciska kon niet helpen,
dat het een beetje bitter klonk, „en uit dank
daarvoor laat je me alleen".
„Hè", zei Nellie geschrokken, „zoo moet je
niet denken".
,,'t Viel me alleen maar zoo in", antwoord
de Ciska bedarend, ,,'t leven doet ook soms
raar met ons".
Ja. raar was het wel, maar toch ook weer
wat bemoedigend. Ergens was ze toch goed
voor geweest, iemand kreeg geluk, dat er
zonder haar niet geweest zou zijn. Al hield
zij zelf dan ook niets over het- bemoedi
gend geluk van Nellie was er.
Vreemd was het leven, maar toch nog wel
waard het te beleven als er iets goeds uit
opbloeide. Als je kon gelooven. dat er mis
schien nog meer zulke verrassingen zouden
komenDat gaf moed om het leven toch
weer in te kijken, het leven nu niet tante
Bets, dat zoo weinig spannend leek. Maar
waar menschen leven kunnen verrassingen
zijn. BEP OTTEN.
WIJZIGING VERORDENING HEFFING LEGES
Mr. H. O. Drilsma, lid van den Raad, stelt
voor. bij de behandeling van punt 10 der
Agenda voor de Raadsvergadering van Woens
dag 9 September a.s. „Wijziging Verordening
heffing van Leges" raadsstuk 208 alsnog de
volgende wijziging in het voorstel van B. en
W. aan te nemen, in art. 1 van het ontwerp
besluit. door voor de woorden ,In artikel 1
sub I letter d" te lezen:
„In artikel 1 sub I onder d wordt ingevoegd
voor de woorden „Voor verklaringen van goed
gedrag, per stuk f 1.de zin:
„Voor bewijzen van onvermogen den, ten be
hoeve van het instellen van rechtsvorderin
gen of andere rechtshandelingen, f 0.25 per
stuk".