WALES ANTHRACIET
Tot 1 October
SWrcC<
N.V. Haarlemsche
Auto Centrale
Prijzen vanaf f1025.-
„WEERBERICHT
Echte
WITTOP KONING
Geeft Uw
Perceelen
Woningbur. van Velsen
De geheimzinnige Gastheer
WOENSDAG 16 SEPTEMBER '1936
H A 'A E E E M'S D A 'G BEAD
Dader van den moord te Heeze
gevat?
Someren's politie verricht een arrestatie.
SOMEREN, 15 September. Gisteravond
te omstreeks acht uur is door de rijks- en
gemeentepolitie, ten huize van B in de Peel
gearresteerd. J. van M. uit Leende, verdacht
van het plegen van den moord op den heer
Dobbelman, te Heeze, op Zondag j.l.
Van M. was reeds in den loop van den dag
gezien in de omgeving van sluis 13 in de
Zuid Willemsvaart. Het ingestelde onderzoek
bracht aan het licht, dat hij zich in de
woning van B. schuil hield.
Van M. is gevankelijk naar de marechaus
see-kazerne te Heeze overgebracht.
ORGELBESPELING
in de Groote- of St.-Bavokerk te Haarlem op
Donderdag 17 September 1936 des namiddags
van 34 uur, door den heer George Robert.
Programma
1. Vom- Himmelhoch da komm' ich her.
Joh. Pachelbel.
2. Concert d. kl. t. Vivaldi-Bach.
Allegretto, Grave, Fuga. Largo, Allegro
moderato.
3. Schmücke dich, o liebe Seele.
J. S. Bach.
4. Preludium en Fuga c. kl. t., J. S. Bach.
5. Menuet. G. F. Handel,
6. Hallelujah! G. F. Handel,
DISTRICTSWEDSTRIJDEN R.-K.
PADVINDERS.
De afd. Haarlem van de R.-K. Verkenners
(aangesloten bij de N.P.V.) zal op 19 en 20
September districtswedstrijden houden op
Woestduin, onderdeel van het Jamboree-ter
rein) Hieraan zal worden deelgenomen door
12 troepen, elk met 1 patrouille.
Op Zaterdagavond zal op Woestduin een
kampvuur gehouden worden, waarbij elke
troep zal zorgen voor een kampvuurnummer.
DE BERGING DER „SIRENES".
Noch met het Dinsdagmiddagtij noch met
het hoogwater van hedenmorgen half zes is
er in de positie der „Sirenes" verandering ge
komen. Ondanks de krachtsinspanning der
sleepbooten bleef het gestrande schip on
wrikbaar.
Het water blijft, ook in zijn hoogsten stand,
opvallend laag, was Dinsdagmiddag 110 palm
en hedenmorgen 113. De bergers achten 115
palm als minimum-peil noodig, zoodat de hoop
thans gevestigd blijft op het springtij van
Vrijdag a.s.
WISSELKOEHSEN, AMSTERDAM.
10.15 uur.
Londen 7.46 3 8.
Berlijn 59.26.
Parijs 9.70
Brussel 24.89.
New York 1.47 3.8,
Traditie is een kostbaar ding,
Maar kan voordeelig blijken.
Als ANTHRACIET van FRANS PERQUIN
Uw kachel blijft verrijken.
(Adv. Ingez. Med.)
AGENDA
WOENSDAG 16 SEPTEMBER
Gem. Concertgeb.: N. S. B.-vergadering.
Spreekster T. Goudappel. 8.15 uur.
Palace Filmac: 11—5 uur: doorloopend 50
minuten wereldnieuws.
Rembrandt Theater: „De geheime Agent",
met Peter Lorre. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals Theater: „Allotria" geprolon
geerd. Regie Willy Forst. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: „Het masker valt"
met Paul Wegener. 2.30, T en 9.15 uur.
Cinema Palace: „De achterneef van King-
Kong". 7 en 9.15 uur.
Teyler Museum, Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 11—3 uur, behalve 's Maan
dags. Toegang vrij.
DONDERDAG 17 SEPTEMBER
Groote Kerk: Orgelbespeling, 34 uur.
Hotel Funkier, Kruisstraat 5: Modeshow
Van der Laan. 2.15 uur en 8.15 uur.
Palace Filmac: 115 uur: doorloopend 50
minuten wereldnieuws.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds
Bloemendaal: Raadsvergadering 2 u.
HAARLEM
Stationsplein, Telef. 11094. Houtplein. Telef. 14125
(Adv. Ingez. Med.)
Het défilé te Amsterdam voor
de Koninklijke familie.
In verband met hei-haalde aanvragen, be
treffende het bezoek der Koninklijke familie
aan Amsterdam, zij medegedeeld dat het
uitgesloten is, dat tijdens het défilé bloemen
worden aangeboden.
Na afloop van het défilé wordt verzocht de
tribunes niet te verlaten, voordat de Konink
lijke stoet vertrokken is.
Het Centraal Comité ontvangt zeer veel
aanvrage voor tribunekaarten. Het secreta
riaat deelt mede, dat het Centraal Comité
zich uitsluitend heeft belast met het organi-
heeren van het défilé, opdat de Amsterdam-
sche burgerij op deze wijze haar hulde kan
brengen aan de Koninkiijke Familie.
Zij heeft daartoe de beschikking gekregen
over het stadion, dat echter uit den aard der
zaak de kaartverkoop zelve regelde. Voor in
lichtingen betreffende den kaartverkoop
wende men zich dan ook alleen tot het Sta
dion.
Op Donderdagmiddag worden om kwart voor
een de hekken van het Stadion voor het pu
bliek geopend.
Na half drie zal geen toegang meer wor
den verleend.
Op het Stadionplein zal tijdens de plech
tigheden en het défilé en de radio-reportage
door middel van luidsprekers kunnen worden
gevolgd, zoodat ook daar medegeleefd kan
worden met dat wat zich binnen het Stadion
afspeelt.
De ordemaatregelen op de Bernard Zweers-
kade en de Stadionkade zijn in handen van
de Padvindersvereennging Nederland, onder
den districtscommissaris Faber, terwijl de or
ganisatie binnen het Stadion geregeld wordt
door de Nederlandsche Padvinders Vereeni-
ging onder hopman Zilver. Men gelieve zich
dus den geheelen middag te richten naar de
verzoeken der padvinders.
Officieren, die aan de défilé willen deelne
men, worden verzocht zich op Donderdag 17
dezer te 12,15 te verzamelen aan het snijpunt
van Haringvlietstraat en Wielingenstraat. Te
nue: dagelijks tenue met sabel, bruine hand
schoenen, model decoraties.
Het programma.
Het programma bestaat uit: (begin drie
uur.)
1. feestelijke intocht en ommegang van de
Koninklijke Stoet.
2. Het Wilhelmus, eerste en zesde couplet
(massazang)
3. Toespraak door den burgemeester van
Amsterdam, dr. W. de VTugt.
4. „Wien Neerland's Bloed" derde couplet
(gemeenschappelijke zang.)
5. Défilé dcor de burgerij van Amsterdam
en omliggende plaatsen.
Koninklijke rijtoer trekt
tienduizenden.
Het is natuurlijk, dat, waar de belangstel
ling langs den weg ter gelegenheid van de
opening van de Staten-Generaal, dit jaar zoo
bijzonder groot was. dit ook Dinsdagmiddag het
geval was langs de route; welke de Koninklijke
Familie en haar gasten op de traditioneele
rijtoer door Den Haag hebben gevolgd.
Even vier uur bagon de rit, die ongeveer
vijf kwartier heeft geduurd. Er zullen thans
zeker zeer weinige Hagenaars zijn, die het
jonge paar nog niet gezien hebben. Immers,
de gekozen route bood een ieder gelegenheid,
hetzij in Den Haag, hetzij in Scheveningen,
Prinses Juliana en Prins Benno toe te juichen.
De vorstelijke verloofden hadden plaats ge
nomen in een calèche a la deaumont bespan
nen, getrokken door 4 paarden. Op een van
elk span was een jockey, in roode tuniek met
witte rijbroek, gezeten. De Koningin, de moe
der van Prins Bemhard en diens broer hadden
in de tweede a la deaumont bespannen ca
lèche plaatsgenomen. Een hof rij tuig opende
den stoet en vier andere hof rij tuigen volgden
achter de calèche, waarin Hare Majesteit en
Haar gasten gezeten waren.. De Prinses was
in het wit gekleed en droeg een blauwen hoed
met veeren en Prins Bernhard was in ge-
kleede jas en droeg een hoogen hoed.
Op het trottoir voor het gebouw van het
hoofdbestuur van het Roode Kruis aan de
De Bilt ooorspeltt
Zwakken tot matigen, meest Oostelijken
wind. Nevelig tot licht of halfbewolkt.
Droog behoudens dauw. Iets warmer
overdag.
BAROMETERSTAND
Hoogste 778.7 m.M. te Sama.
Laagste 750,8 m.M. te Reykjavik.
Goed herfstweer.
De hooge druk is vooral over Scandinavië
en de omgeving sterk in beteekenis toegeno
men en een 775-kern beslaat thans het groot
ste gedeelte van Zweden en Noorwegen en
reikt zelfs over de Noordzee naar Schotland.
In de kern van dit hoogedruk-gebied zijn
de temperaturen weer iets lager geworden.
Het weer is er rustig met onbewolkten of
licht bewolkte hemel. Ook over Duitschland,
de Britsche eilanden, ons land en Noord-
Frankrijk heerscht nog hoogedruk-weer. Over
Duitschland is het meest licht bewolkt.
In ons land was het hedenmorgen mistig,
terwijl het over de Britsche eilanden zwaar
bewolkt is. Over Zuid-Frankrijk en Zwitser
land ligt een vlakke lage druk, welke regen
over de Alpen brengt.
De depressie in het Westen veroorzaakte
gisteren dalingen over IJsland, welke thans
door ferme stijgingen worden gevolgd. Er
waait een Zuiderstorm, welke vrij hooge tem
peratuur brengt.
De weersvooruitzichten ten onzent zijn
gunstig. Bij Oostelijke winden is des
ochtends nevel, later lichte bewolking te
wachten. De regenkansen zijn klein,
terwijl overdag een kleine temperatuur
stijging mag worden verwacht.
BAROMETERSTAND
Vorige stand 769 m.M.
Si-and van heden 768 m.M.
Neiging: achteruit.
Opgegeven door:
FIRMA KEIP Optiek
Gr. Houtstr. 137, tel. 11640.
HOOG WATER TE ZANDVOORT
Woensdag v.m. 4.10 uur; n.m. 16.30 uur.
Strand berijdbaar van 9-0014.30 uur.
Donderdag v.m. 4.41 uur; n.m. 16.59 uur.
Strand berijdbaar van 9.4515.00 uur.
Koninginnegracht stonden verplegers en zus
ters opgesteld. Bij het tramhuisje op het
Tournooiveld had de stoet ongeveer vijf mi
nuten oponthoud. Het bleek, dat een bus van
de H.T.M. den weg versperde en niet uit de
wielen kon komen zonder een tram aan te
rijden. Gp last van de politie heeft de bus
chauffeur toen den tramwagen maar aan
gereden, hetgeen, een lichte materieele schade
aan beide voertuige tengevolge had.
Na dit korte oponthoud, bereikte de stoet in
ienkele minuten het paleis Noordeinde.
De vorstelijke personen toefden nog even op
het bordes om te danken voor de toe
juichingen en trokken zich toen in het paleis
terug.
De koningin vertoonde zich hierna .nog voor
een venster, naast het balcon, vriendelijk
wuivend naar de belangstellenden. De politie
verspreidde toen de menigte.
's Avonds is onder groote belangstelling een
taptoe gegeven.
kunt U nog profiteeren van de ZOMER-
PRIJZEN.
o.a. a f 2.05
HARMENJANSWEG 67 A TELEF. 16100.1
(Adv. Ingez Med.)
UIT DE PERS.
DE TROONREDE.
Wij laten hieronder een aantal persstem
men volgen over de Dinsdag uitgesproken
Troonrede
Het Algem. Handelsblad (lib.) concludeert:
Resumeerend zien wij in de Troonrede het
bewijs, dat in groote lijnen het regeeringsbe-
leid den eenmaal ingeslagen koers wil voort
zetten. Ondanks tekortkomingen en afwijkin-
ken, waarop wij in den loop der jaren critiek
hebben moeten oefenen, verheugen wij ons
daarover. Het kabinet-Colijn houdt een koel
hoofd, en weigert zich over te geven aan de
mode van den dag, aan Arbeidsplannen, of
corporatieve toekomstconstructies, die den
noodzakelijken zin voor de werkelijkheid heb
ben vergeten. Het regeeringsrecept blijft naar
onze meening in principe goed. Maar het
moet krachtig bereid worden en even krach
tig toegepast.
De Troonrede eindigt met een beroep op
hartelijke samenwerking tusschen parlement
en regeering, steunend op een eensgezinden
volksgeest. En zij opent met een uiting van
vreugde over het voorgenomen huwelijk van
onze Kroonprinses. Inderdaad moet ons volk
uit het besef van zijn innerlijke verbonden
heid onder het overkoepelende koningshuis
van Oranje de krachten putten om langs een
moeilijk pad voort te gaan. De leiding doet een
eerlijke en oprechte poging om dien weg te
wijzen en te banen. Er is alle aanleiding om
haar loyaal en (zij het dan ook critischl met
opbouwende bedoelingen ook nu weer tege
moet te treden. Te meer omdat er zich nog
geen combinatie heeft aangemeld die bereid of
in staat is om de teugels over te nemen en
het beter te doen. En de roomsch-roode papie
ren, zoo zij ooit ernstig bestaan hebben, da
len
De laatste ronde:
De Tijd (R.K.) schrijft:
Dit is dan de laatste ronde van het kabinet-
Colijn. Zij wordt ingeleid met een Troonrede,
die het den parlementsleden niet lastig zal
maken, om zich tijdig op de verkiezingen voor
te bereiden. Geen overladen werkprogram.
En het constateeren van den toestand, waarin
dit kabinet straks den toestand des lands
achterlaat wordt tweemaal geteekend als
zorglijk.
Ja, wij leven nog in een zorglijken tijd en
het „blijven worstelen om de moeilijkheden,
waaronder wij gebukt gaan", krijgt ook in
nieuwe aankondiging geen kans voor de po
sitieve welvaartspolitiek. waar drie jaar tever
geefs om geroepen is. Er wordt wel voorzichtig
gezegd, dat- de betoonde inspanning niet zon
der vrucht bleef en de aanpassing op som
mige bedrijfsgebieden tot resultaten leidde,
maar met verzwijging van het notoire feit.
dat ons land tengevolge van zijn ondoortas
tend oeconomisch bewind maar heel ver ach
teraan komt in de opleving. Uit het koers-
beeld van onze Nederlandsche industrieele
ondernemingen kan nog volstrekt geen on
dubbelzinnige toekomst worden afgeleid. Van
een „gunstigen invloed op den stand der open
bare geldmiddelen" hebben wij dan ook wei
nig dadelijke verwachtingen, na de Troon
rede zal de millioenen-nota wél een andere
muziek zingen.
Wat de aangekondigde wijziging van eenige
bepalingen der l.o. wet betreft, vreest het blad
dat de bijzondere school nieuwe bittere maat
regelen wachten van dezen minister, „die het
openbaar onderwijs douceurtjes van enkele
tonnen in den schoot werpt."
Vermoeid?
De Nederlander CC.-H.) komt tot de vol
gende slotsom:
Wanneer men deze troonrede naast het
zelfde staatsstuk van verleden jaar legt, treft
wel een frappant verschil.
Toen een stuk, dat mogen wij dit ger
manisme even gebruiken? toch een zekere
„dadendrang" ademde. Thans een opsom
ming van tamelijk vage, algemeene consta
teeringen, zonder veel uitzicht op wegen, die
regeering en volk hebben te gaan.
Zeker, wij kunnen het verstaan, dat het
huidige Kabinet na een drietal ontzaglijk
zware jaren vermoeid is en weinig moed
heeft om thans zijn laatste levensjaar in te
gaan. En wij zullen de laatsten zijn om den
bewindslieden persoonlijk daarvan verwij
ten te maken.
Maar dat mag ons niet weerhouden en
dat is het noodzakelijk wreede element in de
critiek te constateeren. dat van het ka
binet als zoodanig in deze Troonrede weinig
maar uitgaat.
Een lichtstreep.
De (A.-R.) Rotterdammer noemt de inlei
ding tot de Troonrede reeds als een licht-
rand om donkere wolken. Het is echter niet
de eenige lichtstreep, waarop de aandacht
wordt gevestigd.
Op den donkeren zin. dat wij nog immer
leven in een zorgelijken tijd. volgt onmid
dellijk de dankbare betuiging, dat ons volk
moedig leef worsteeln om de moeilijkheden
te overwinnen, en dat de inspanning niet
ongezegend bleef.
De korte zin, van wat nu volgt, is dit: het
laat zich aanzien dat we het dieptepunt der
crisis gepasseerd hebben en mogen hopen op
langzaam herstel. Dit zal zich ook hieraan
openbaren, dat het bedrijfsleven langzamer
hand van knellende banden wordt, vrijge
maakt. Het abnormale moet op den duur
weer wijken voor het normale en de crisis
overheidsbemoeiing wordt langzamerhand
onhoudbaar.
Veel is het niet, wat het zittende kabinet
nog op zijn programma heeft, maar aldus
het blad: Het kabinet-Colijn houdt er niet
va nom veel te beloven en weinig te geven.
Soberheid is steeds zijn kenmerk geweest.
Zwaarst werk achter
den rug.
De Tel. (Neutr.) schrijït:
De politiek door het kabinet-Colijn ge
volgd. was de eenig mogelijke en het stond
van den aanvang af vast, dat zij op den duur
tot gunstige resultaten zou moeten leiden, al
werd het geduld der bevolking op een lange
en harde proef gesteld. Het zwaarste en
moeilijkste werk is thans verricht en nadat
jaren achtereen de weg omlaag ging, begin
nen wij nu weer langzaam te stijgen. Men
heeft het den minister-president niet ge
makkelijk gemaakt. Een man met minder
geestkracht en met minder overtuiging zou
geweken zijn voor de felle oppositie, waar
mede hij gedurende de moeilijke jaren, die
hij achter den rug heeft, had te kampen.
in opdracht aan
Kleverlaan 174 - telef. 12840
Centraal gelegen voor
Bloemendaal, Sant
poort, Overveen, Haar
lem-N. en Kleverpark
(Adv. Ingez. Med.)
HILLEGOM
ZILVEREN JUBILEUM.
Op 4 October hoopt de heer A. L. Fictoor,
assistent bij de Nederl. Spoorwegen, station
Hillegom, den dag te herdenken dat hij voor
25 jaren bij de Maatschappij in functie trad.
OPBRENGST COLLECTE.
De opbrengst van Santosbloempje (Steun
aan Nederlandsche Tuherculeuse Onvermo
gende standgenooten) bedroeg f 55.
BENNEBROEK
JONGEMAN BEDREIGT MEISJE.
Een meisje, dat op den Binnenweg alhier
bij familie vertoefde zag zich Dinsdagavond
bedreigd door een jongeman uit Haarlem,
waarmee zij voor enkele dagen den omgang
had verbroken.
De afgewezen minnaar, die in opgewonden
toestand verkeerde, trachtte het meisje van
de fiets te trekken en in het water te duwen.
Zij wist evenwel een goed heen komen
te vinden.
De ander geraakte hierdoor nog meer van
streek en kreeg op den Rijksstraatweg een
zenuwtoeval.
De gemeentepolitie van Bennebroek wilde
zich over den jongeman ontfermen, doch
stuitte daarbij op zoo'n tegenstand dat ook
twee agenten van de motorbrigade van Heem
stede assistentie moest verleenen.
De man werd op last van Dr. Van Aalst
gebonden en voor eigen veiligheid naar de
stichting „Vogelenzang" overgebracht, waar
voor een voorbijgaande vrachtauto werd ge-
requireerd. Hij is daar in voorloopige obser
vatie genomen.
FEUILLETON
ELSA KAISER.
2)
Kings liet zich overreden. „Ik kan ook wel
den volgenden trein nemen, het rijtuig staat
ginds aan het station, zij wachten wel op
mij", zeide hij weifelend.
„En", begon Lutton vastbesloten, „nu je
toch eenmaal bij mij bent en ik mijn werk
voor je heb laten liggen, moet je mij ook eens
precies zeggen wat er met je aan de hand
is. Ik sta daarop, als oud vriend".
„Er is niets met mij aan de hand, ik heb
over niets te klagen", zeide de ander af
werend.
„Maar ik wel," riep Lutton, „ik ben niet
tevreden over je houding je zoekt mij op, je
wilt mij iets vertellen en daarbij zwijg je
er over, je vertrouwt mij niet", eindigde hij
geprikkeld.
Weer stond Kings op. „Nu moet ik toch
heusch gaan", zei hij moe.
Lutton hield hem niet tegen. Maar bij de
deur gekomen keerde Kings zich om.
„Je zoudt mij een grooten dienst kunnen
bewijzen", begon hij aarzelend.
„Welke?" vroeg de ander kort.
„Door nu met mij mede te gaan en een
poosje bij ons op het landgoed te blijven".
Dit voorstel kwam zoo onverwacht dat Lut
ton geen woorden had. Hij keek den ander
zwijgend aan.
„Je zult een prachtige kamer hebben", zei
Kings met iets van zijn oude levendigheid. „Je
zult" rustig kunnen werken, niemand zal je
storen, het is prachtig bij ons, midden in de
bosschen, je zult leven als een prins en mis
schienHij greep zijn vriend bij den
arm. „Doe het?" smeekte hij, „terwille van
onze vriendschap, doet het?"
Lutton zal een oogenblik in gedachten. Hij
zou zijn knecht vacantie kunnen geven. Zijn
laatste boek had groot succes gehad, hij be
hoefde eigenlijk heelemaal niet dadelijk aan
een nieuw werk te beginnen. Bovendien, het
geheim van zijn vriend interesseerde hem. Wie
weet, misschien zat er stof in voor een boek!
„Nu goed dan", gaf hij plotseling besloten
toe, „maar je moet even wachten, ik moet
mijn zaken regelen en een koffer laten pak
ken".
„Ach, je bent toch een beste kerel, je weet
niet welk een grooten dienst je mij er mee
bewijst, ikhet is erg eenzaam bij ons
„Eenzaam?" vroeg Lutton.
„Nu goed dan", weerde Kings af, „misschien
is het niet zoozeer de eenzaamheid dan wel
iets andersik ben blij dat je mee wilt
gaan maak een beetje voort dan kunnen wij
den trein van vijf uur nog halen".
Lutton keek zijn vriend opmerkzaam aan.
„Ik zou toch wel willen weten wat er met jou
aan de hand was", zeide hij ernstig.
„Ach, het is misschien alles onzin", ontweek
Kings, „maar ik heb een vreemd voorgevoel,
het is mij alsof er iets vreeselijks zal gebeu
ren ik ben bang", hij eindigde zijn woorden
fluisterend. Hij wachtte geen antwoord af,
maar ging geheimzinnig voort: „Heb jij ooit
eens het gevoel gehad dat er een groot ge
vaar dreigde, een gevaar dat je niet kent,
maar dat zeker komen zal, dat onafwendbaar
is. Je bent zenuwachtig, je hebt geen rust. je
bent gejaagd omdat je niet, weet wat het is
en van welken kant het zal komen".
Lutton antwoordde niet, hij stond zijn vriend
een beetje verwezen aan te kijken. „Jij kent
dit gevoel dus niet?" fluisterde Kings ont
daan.
„Ja. ik ken het", antwoordde Lutton rustig.
„Ja, ik ken het en ik zie ook dat jij ongelukig
bent, ik weet niet waarom en juist omdat ik dit
niet weet ga ik graag met je mee." Hij stak1
zijn hand uit. Kings drukte deze hartstochte
lijk. „Dank je, dank je, het is een groote ge
ruststelling voor mij".
Op dit oogenblik gebeurde er iets vreemds
dat Lutton zich deed afvragen of zijn vriend
wel heelemaal normaal was. Misschien had
de eenzaamheid op het afgelegen landgoed
het hem toch wel gedan.
Kings liet namelijk plotseling de hand van
zijn vriend los, liep vlug naar de deur. opende
deze, keek in de gang en sloot haar toen weer
snel.
„Wat is er?" vroeg Lutton die midden in
de kamer was blijven staan.
„Niets", antwoordde de ander, „ik meende
dat ik iets hoorde, kom schiet op, wij moeten
ons haasten".
Lutton was echter niet tevreden. „Er is hier
in huis niets geheimzinnigs", zeide hij ge
prikkeld.
„Hoor eens", begon Kings zonder op de
woorden van zijn vriend acht te slaan, „kun je
dien koffer niet aan je knecht overlaten, hij
kan hem nazenden, wij missen anders onzen
trein".
Lutton stond nog altijd midden in de kamel
en keek naar zijn vriend. „Er is toch iets,"
dacht hij en antwoordde afgetrokken: „Ja
goed, wacht dan even, ik zal orders geven."
Kings was zichtbaar verheugd.
„Hoelang zullen we onderweg zijn?" vroeg
Lutton en merkte opeens dat hij honger had.
„Ongeveer vier uur", antwoordde de jonge
man.
„Zullen we dan eerst hier ln de stad nog een
stukje eten?"
„Neen neen, alsjebleft niet!" smeekte Kings,
„laten we gauw gaan. Vader zal erg blij zijn
als je komt en bij ons is heusch genoeg te
eten".
Lutton schelde zijn knecht én gaf orders.
Na eenige oogenblikken bracht de knecht
een kleinen volgepakten handhoffer.
„Ben je nu gereed?" vroeg Kings ongedul
dig, „ik ben doodelijk beangst dat er tijdens
mijn afwezigheid iets is gebeurd".
HOOFDSTUK II.
Gedurende de treinreis spraken de vrienden
niet veel. Soms stond Kings plotseling op om
even plotseling weer te gaan zitten, hij scheen
zijn onrust niet meester te kunnen blijven.
Toen zij eindelijk bij het kleine station hunner
bestemming aankwamen, sprong de jonge
man het eerst uit den trein en reikte de hand
naar zijn vriend met de woorden: „Kom vlug,
de kleine wagen staat er al!"
Het was koud en winderig. De kleine wagen
was geen rijtuig doch slechts een open dog
cart. „Dit karretje is licht, het paard kan er
vlugger mee loopen", legde Kings haastig uit.
„Bovendien, ik zit graag in dit open karretje,
dan kan ik zien wat er om mij heen ge
beurt
„Hebben jullie nog geen auto?" informeerde
Lutton.
„Neen, nog niet", antwoordde hij kort. „Ik
meen dat vader er mij een wil geven als
huwelijksgeschenk, snap je. Nu en daarom wil
ik nu geen wagen koopen, ik zou dat een beetje
onkiesch van mezelf vinden, hij heeft er zoo'n
plezier in om mij een wagen cadeau te doen.
Hij denkt dat ik geen vermoeden heb, maar
gisteren zag ik enkele prospecti en afbeeldingen
tusschen zijn papieren liggen en ik las per
ongeluk een paar regels van een brief dien
hij aan het schrijven was, maar ik doe alsof
ik niets weet".
De beide vrienden zaten naast elkaar voor
in het open rijtuigje en Kings dreef het paard
tot grooten spoed aan. Het was een prachtig
vurig paard en een geweldig draver, maar hij
leek Lutton een beetje zenuwachtig. De schrij
ver sloeg zijn pelskraag hoog op en mompelde
iets voor zich heen. Kings hoorde het niet of
veinsde he.t niet te hooren. Hij keek onder het
mennen scherp om zich heen, zijn oogen
schenen de duisternis te doorboren. De con
versatie sleepte zich moeizaam voort en bleek
ook bij de slingerende vaart van het wagen
tje niet gemakkelijk vol te houden te zijn.
Het was doodelijk stil, men hoorde niets dan
de gelijkmatige hoefslagen van het paard. Nu
en dan liep de weg door bosschen en was het
pikdonker, maar het paard kon zijn weg vin
den en draafde met gelijkmatig tempo verder.
Zij kwamen niemand tegen en nu eerst be
greep Lutton wat zijn jonge vriend bedoelde
toen hij van de „eenzaamheid" sprak. Deze
rit in dit slingerende wagentje met den zwij
genden man naast hem, van wien hij iets
voelde uitgaan, iets onverklaarbaars, maar iets
dat hem, ondanks zijn koele natuur, be
angstigde, maakte op Lutton een. onaange-
namen indruk. Ook hij kreeg het gevoel van
een naderend onheil en deze waanzinnige rit,
de donkere bosschen en de vreemde houding
van zijn vriend, droegen het hunne er toe
bij om dezen indruk te versterken. Zij hadden
ongeveer een half uur gereden toen William
Kings plotseling de stilte verbrak met de
woorden: „Zie je die lichten daar ginds, ja,
daar links, dat is ons landgoed. We hebben
prachtig gereden, want het landgoed ligt een
uur rijden van het station verwijderd en wij
hebben er drie kwartier over gedaan, het is
een prachtbeest, dat paardje, het heeft mij
al heel wat keeren naar huis gebracht. Hij
probeerde het paard nu wat langzamer te
doen loopen, doch het dier rook zeker de stal,
in elk geval, het bleef hollen of de furieën het
vervolgden. Intusschen kwamen ze nu door
een stuk bosch waar het zóó donker was als
in een tunnel.
„Het is merkwaardig", zeide Lutton en
staarde in de duisternis, „met welk een zeker
heid het paard hier loopt waar men geen
hand voor oogen kan zien".
„O," antwoordde Kings met gedempte stem,
„hij is zoo zeker van zijn zaak alsof het dag
is".
Iets in Kings' stem deed Lutton zich voor
overbuigen om te probeeren zijn jongen
vriend in het gelaat te kunnen zien. Diens
stem had zoo vreemd geklonken, also! hij
ergens anders met zijn gedachten was en
scherp op iets lette,
(Wordt vervolgd),