Interview AKKERTJES DINSDAG 22 SEPTEMBER 193d HAARDE M'S D A G B E A D TI Doel der opvoeding is bescherming van mensch en menschheid. De bekende opvoedings specialiste vindt hier in Holland de Montessori scholen wel 't beste. Rust en vrede moeten rondom het kind zijn. EVROUW Maria Montes- s o r i heeft zich, zooals dezer dagen werd medegedeeld, in ons land gevestigd, en natuurlijk von den wij in dat bericht aanleiding, verbinding met deze groote op voedingsspecialiste te zoeken, wier denkbeelden ook hier te lande in breeden kring bekendheid en instemming gevonden hebben. Wij vonden Mejuffr. Ten Seldam, zelf Montessori-onderwijzeres, be reid, Mevrouw Montessori voor ons blad te interviewen. Het verslag van het gesprek vindt de lezer hiernevens. Een ruime pensionkamer, zooals er hon derden zijn. Tegenover mij de eenvoudige, innemende persoonlijkheid van mevrouw Montessori, die zoo welwillend was, mij van haar plannen en denkbeelden te willen vertellen. „In 't kort gezegd", begon zij, „is Holland in de plaats gekomen voor Spanje, waar ik tot nu toe in Barcelona mijn verblijf had had. Ik moest naar Oxford, waar een Montessori- congres zou worden gehouden en kon niet weg, omdat inmiddels de burgeroorlog in Spanje was uitgebroken. Door toedoen van het ministerie van bui- tenlandsche zaken en den Engelschen consul, is toen bereikt, dat ik met een Engelsche oorlogsboot kon vertrekken. Zóó plotseling was ons vertrek, dat ik nu nog moeite heb om mij in te denken, dat ik niet na een paar weken naar Barcelona zal terugkeeren. Maar ook na 't einde van dezen oorlog zal daar niets meer te beginnen zijn, met welke partij ook. Deze niet-paedagogische bijzonderheden leken mevrouw Montessori wel interessant om te vermelden, daar ze zeer actueel zijn. „Ik ben in Holland komen wonen, omdat ik hier goede vrienden heb; hier wil ik mijn studie voortzetten, en toezicht houden op een enkele school in Amsterdam, en misschien een school oprichten. Ook wil ik eenige lezingen houden en misschien een cursus geven. Niet om te critiseeren ben ik hier gekomen, maar om te helpen, die mijn hulp willen heb ben, en om nieuwe kracht en steun te geven". Nadrukkelijk herhaalt mevrouw Montessori dat zij op niemand critiek wil uitoefenen. Maar haar denkbeelden hebben zich gewij zigd, of liever, hernieuwd, iets waar zij ook in Oxford, en verleden jaar hier in Amster dam, al over gesproken heeft. „Men blijft natuurlijk niet altijd op 't zelfde punt staan, steeds zijn er andere dingen die 't meest mijn belangstelling vragen". Dit ls een typeerende uitspraak voor deze vitale vrouw, die voortdurend blijft stu- deeren en haar verder uitgewerkte methode aan de praktijk blijft toetsen. „Mij interesseert hoe langer hoe meer den psychologischen en filosofischen kant van de moderne opvoeding, en datgene, waar 't om gaat. is voor mij de ontwikkeling van de per soonlijkheid van 't kind, niet het onderricht dat men geeft, dit is alleen het middel daar toe. De bescherming van den mensch en de menschheid is het doel van de opvoeding. Dit idee vindt men bij alle moderne psychologie terug. En hoe goed ook de scholen zijn, die volgens mijn principe te werk gaanhier in Holland vindt mevrouw Montessori de Mon tessorischolen wel het beste, als ook in Enge land, en destijds in Italië m.i. heeft men zich speciaal op het onderricht, op de didak- tiek toegelegd, terwijl ik den nadruk wil leg- len op de karaktervorming van het kind. Men heeft mijn methode vooral als een goed mid del gezien om de kinderen op een prettige en makkelijke manier iets bij te brengen, een manier die ook goede resultaten oplevert, men denke b.v. aan de goede examens en vorderingen van Montessori-kinderen op de Middelbare Scholen". Op mijn vraag of niet door het onderricht volgens haar methode, en met behulp van het door haar gevonden materiaal, op de scholen reeds veel voor de karaktervorming van het kind werd gedaan, antwoordde mevrouw Montessori toestemmend immers, van het begin af aan is aan de psychologische zijde van haar methode groote waarde gehecht maar dezen kant vond zij in de bestaande scholen niet in de eerste plaats tot uiting komen. „Ik wil allereerst rust en vrede hebben rondom het kind, zoodat het zelf zijn even wicht vindt en zijn innerlijk wezen zich ten volle kan ontplooien. Daarna zal 't werken als vanzelf gaan. Dan ook zal men bij 't gewone, psychisch ge zonde kind (l'enfant normalisé) dingen kun nen waarnemen en bestudeeren, die bij de volwassenen tot afwijkingen zijn geworden, of zijn onderdrukt, en die belangrijk zijn om de volwassenen beter te begrijpen. Zoo kan 't kind. dat tot nu toe meestal als het bezit der volwassenen werd beschouwd, hun leider worden, juist ook in sociaal opzicht". „Het kind is „le père l'humanité". Men herinnert zich wellicht, dat mevrouw Mon tessori in de lezingen van het vorige jaar dezp denkbeelden ook uiteenzette. „Zoudt u dan willen, dat men opnieuw begon?" v „Heelemaal niet. We kunnen niet allen het zelfde werk doen. Wanneer een tuinman een bepaalde variëteit van een plant of bloem kweekt, hoeft niet iedere tuinman zich toe te leggen op diezelfde soort", antwoordde mevrouw Montessori, een aardige vergelijking gebruikend, zooals zij dat ook vaak in haar boeken en lezingen doet. Dit is 't cardinale punt: zij wil dat wij van ons voetstuk van volwassenen afstappen. Dit wil niet zeggen, dat we daarom van alle kinderen alles moeten aanvaarden. Ook moet het kind natuurlijk beschermd worden, daar het weinig ervaring heeft en weinig van de hem omringende wereld weet. Maar dit beteekent niet, dat het zich ge heel moet aanpassen aan de wereld van de volwassenen met al zijn afwijkingen. En dit wordt immers door ouders en leerkrachten het eerst van de kinderen gevraagd. Hoe dikwijls heet het niet: „Later moeten zij zich ook aanpassen aan de maatschappij", alsof deze zoo ideaal is, dat algeheele aanpassing verkieslijk zou zijn. Als Montessori-leidster besprak ik ook de moeilijkheden die we allen 'en de jonge, oneervaren leidsters het meest) eiken dag weer ondervinden: we zijn niet geduldig ge noeg, we grijpen te veel in, we hadden van een kind een andere reactie verwacht en ge hoopt, wij zijn bang niet genoeg lesjes te kunnen geven, er is zooveel. ,,U denkt", zei mevrouw Montessori, „dat mijn methode het de leerkrachten moei lijker maakt het tegendeel is waar. Ik heb in Italië leidsters gezien, die steeds vroolijk waren en veel lachten, vol van de mooie en merkwaardige dingen die zij waarnamen., terwijl de klas aan zich zelf kon worden over gelaten". Toen ik opmerkte, dat we zoo vaak een kind rustiger zagen worden door 't werk, keerde mevrouw Montessori dit liever om: „Wanneer ze rustig zijn, zullen ze beter werken", toegevend dat het eene nauw samen hing met het andere. „Wanneer de kinderen pas op school zijn, moet men ze als het ware een behandeling van rust en kalmte laten ondergaan, want vaak komen ze al met af wijkingen (1* enfant dévié). Na een poos ver krijgen zij dan het evenwicht dat noodig is voor hun juiste ontwikkeling, volgens hun eigen, gezonde ik". Dat de kinderen, als zij thuis geweest zijn, vaak weer geheel onevenwichtig terugkomen, vond mevrouw Montessori natuurlijk ook te betreuren. Twee jaar uit huis. Daarom wil zij de kinderen in de puberteit twee jaar uit het ouderlijk husi laten gaan. en hun een tijd van rustige ontwikkeling geven, waarin ook vooral de harmonie van hun persoonlijkheid tot stand zal kunnen komen. Maria Montessori. Wanneer zij zijn teruggekeerd, zullen de moeilijkheden tusschen hen en hun ouders meestal het grootst in deze levensperiode veel minder zijn, of ophouden te bestaan. Het Leiden van groote kinderen vindt mevrouw Montessori aan een kant makkelij ker: men kan een beroep doen op hun rede men kan met ze praten. Bij de kleintjes is dit veel moeilijker en vaak onmogelijk. Het aantal kinderen dat in een klas kan samenzijn, hangt af van de leidster. Als ge middelde noemde mevrouw Montessori veertig In den oorlog had zij echter in Italië wel ge- groepen van tachtig gezien en 't ging er niet minder om. Al pratend is het een uur later gewor den. Het zou onbescheiden zijn, méér tijd op te eischen maar graag had ik er twee, drie uur van gemaakt. Want er gaat een bijzondere be koring en een rustige kracht uit van de vrouw tegenover mij, die haar heele leven gewijd heeft aan het gelukkiger maken en beter doen begrijpen van het kind en dus ook van de volwassene M. TEN SELDAM. PIERRE MONTEUX KOMT VOOR DE WAGNERVEREENIGING NAAR AMSTERDAM. De heer Pierre Monteux is bereid gevonden, de uitnoodiging te aanvaarden, die het be stuur der Wagnervereeniging tot hem ge richt heeft, om de leiding van de herfstuit- voeringen te Amsterdam op zich te nemen. Voor die gelegenheid zei Bizet's Carmen, in de mise en scène van André Boll en Vera Soudeikine en met medewerking van het con certgebouworkest. ten tooneele worden ge bracht. De voorstellingen vinden plaats op Woens dag 18 en Donderdag 19 November in den Stadsschouwburg te Amsterdam. Al Ge U na lange besprekingen in rookerige lokalen moe en aigemat gevoelt, of als Ge U veel te druk ebt gemaakt, neem dan toch zoo'n "AKKERTJE", dan knapt Ge weer op. Koker met 12 stuks 62 ct. Zakdoosje. 3 stuks 20 ct. (Adv. Ingez. MedJ Nationaal huwelijksgeschenk. Geen verbrokkeling. Hoewel zulks reeds eerder in de pers werd verbreid, worden wij verzocht nog eens met nadruk mede te deelen, dat het eerlang ont vangen van een algemeen geschenk van het geheele Nederlandsche volk met den uitgespro ken wensch van het prinselijk paar overeen stemt. Is zoodanige samenwerking op zichzelf de schoonste en meest waarde volle uiting van de nationale eenheid, bovendien moet in dezen economisch moeilijken tijd, waarin ook vele kleine bijdragen kunnen worden verwacht, te gen verbrokkeling worden gewaakt. Tenslotte kan op deze wijze worden bereikt, dat het weldra vast te stellen geschenk een object worde tot welks samenstelling meerde re takken van de Nederlandsche industrie zullen kunnen samenwerken. In verband met den bovenbedoelden wensch van het vorstelijk paar heeft het op initiatief van het Nat. Jongeren Verbond tot stand ge komen comité voor een huwelijksgeschenk der Nederlandsche jonge meisjes, later uitgebreid tot een comité voor een huwelijksgeschenk der Nederlandsche jeugd, besloten zijn werkkracht ter beschikking te stellen van het algemeen comité tot aanbieding van een nationaal hu welijksgeschenk DE MANOEUVRES IN BRABANT. Het A. N. P. verneemt uit Tilburg: Maan dagochtend is de strijd hervat tusschen de rooden en de blauwen. De blauwen hebben het onderspit moeten delven. De oefeningen der lichte brigade zijn ge ëindigd. Tijdens de rust van de troepen werd door de verschillende commandanten een dagorder van den commandant der lichte brigade, ge- neraal-majoor Fabius voorgelezen, waarin deze dankte voor de toewijding en den ijver van allen. Tot slot werd een défilé gehouden voor ge- neraal-majoor Fabius. Naar de Tel uit Apeldoorn verneemt, zal de Koningin Woensdag a.s. de legeroefeningen in Brabant bijwonen. De vlootdag te Tandjong Priok. BATAVIA. 21 Sept. (Aneta Alg. Dienst) Reeds voordat de dag aanbrak vertrok een eindelooze stroom van auto's naar Tandjong PrioK, waar het embarkement zou plaats vinden van de gasten der Marine en K.P.M die aan den vlootdag zouden deelnemen. Alle kaden en steigers van de drie havens te Tandjong Priok waren ingebruik genomen teneinde de verscheping van de nimmer be leefde menscheninvasie vlot te kunnen doen geschieden. De inscheping geschiedde in een zeer vroo- lijke stemming en had een zeer Vlot verloop, zoodat tusschen 7 en 8 uur des morgens de volgende schepen zich buitengaats bevon den: de kruisers „Java" en „Sumatra", de flottieljeleider „Fiores". de torpedobootj a- gers „Witte de With", „Van Galen", „Piet Hein", en „Evertsen". de onderzeebooten K XIH. K XIV, K XV, K XVI en K XVIII, voorts het stoomschip der gouvernements marine" „Zuiderkruis" met een schietschijf op sleeptouw, terwijl daar ook aanwezig wa ren de schenen der Kon. Paketvaart-Mij. „Patras". „Efe Klerk", „Melchior Treub" en „Barentsz". Op het vlaggeschip „Sumatra", waarop zich de commandant van het eskader, de ka pitein ter zee C. E. L. Helfrich, bevond, ont ving de commandant der zeemacht, schout bij-nacht H. Ferwerda, de gasten persoonlijk Aan boord van den oorlogsbodem bevonden zich aïle autoriteiten, o.a. de Mangkoenegoro. de vice-president en alle leden van den Raad van Ned.-Indië. de commandant van het le ger. leden van den volksraad, hoofden van departementen, consuls van vreemde mo gendheden. chefs van de verschillende han delshuizen. enz. Na het verlaten van de haven formeerde het eskader een dubbele linie, waarna de „Rigel" tusschen beide linies het leggen van een mijn-versperring demonstreerde. Daarna zette de ..Sumatra" de beide vlieg tuigen uit. die aan boord van dezen kruiser worden medegevoerd, waarna door deze een demonstratie werd gegeven van de beveiliging tegen onderzeebooten. Een klein ongeluk. Hierop volgde een demonstratie met diepte bommen waarbij aan boord van de Van Galen een klein ongeluk geschiedde. Door een „Na- brander" uit een afvuurpatroon ontplofte een bom voordat zij vergenoeg weggeworpen was. waardoor aan dek eenige schade ontstond. In de machinekamer sprong door den zwaren schok een ammoniakleiding. Onmiddellijk stopte de machines, waarna het machineka mer- en dekpersoneel de noodige veiligheids maatregelen trof, terwijl van gasmaskers voor ziene leden der bemanning het lek in de am moniakleiding herstelden. De „Van Galen" keerde vervolgens naar Tandjong-Priok terug, waar de zich aan boord bevindende genoodigden werden ontscheept. Het schip zal morgen niet met het eskader kunnen vertrekken voor oefeningen in de Java-zee. daar het in het dok zal worden op genomen. Teneinde een onderzoek in te stel len naar de juiste schade. De genoodigden die zich aan boord van de Van Galen bevonden, bleken geenszins verontrust te zijn door het gebeurde. Vervolgens werden door de Sumatra schiet oefeningen gehouden op de door de Zuider kruis gesleepte schietschijf, waarbij gebruik werd gemaakt van oefenkanonnen van 5 c.M. De volgende demonstratie was het leggen van een nevelscherm door de torpedojagers tusschen de schepen van het eskader en de Zuiderkruis. Na deze oefeningen werd weder koers gezet' Anaar Tandjong-Priok. Handelsbesprekingen Duitschland. met In Hamburg zijn dezer dagen de Neder- landsch-Duitsche handelsbesprekingen van dit jaar begonnen. Nadat bereids gedurende de laatste dagen voorbereidende commisso riale besprekingen waren gehouden, vond Za terdag in het raadhuis de eerste plenaire zit ting plaats. Namens den Hamburger Senaat begroette senator Von Alworden voor het begin der zitting de beide delegaties. De voor zitter der Duitsche delegatie geheimrat Benz ier van het ministerie van buitenlandsche za ken te Berlijn, sprak een woord van dank tot de leden van den senaat en begroette te vens de Nederlandsche delegatie. In haar naam werd daarop geantwoord door den leider der Nederlandsche delegatie dr H M. Hirseh- feld, directeur-generaal van handel en nijver heid. die den dank der Nederlandsche dele gatieleden voor de ontvangst uitsprak. Daarna zijn de besprekingen, waarbij o.a. de overeenkomst nopens het Nederlandsch-Duit- sche betalingsverkeer van 5 December 1934 een onderwerp van bespreking uitmaakte. NIEUWE SPOORBRUG OVER DE MAAS. Naar wij uit goede bron vernemen wordt door de directie der Ned. Spoorwegen ern stig overwogen, de bestaande spoorbrug over de rivier de Maas te Ravenstein. welke blij kens onderzoek niet meer bestand is tegen het snelle en zware treinverkeer, te vervan gen door een nieuwe brug Deze zal worden gebouwd op dezelfde pijlers als waarop de oude brug rust. Om het spoorwegverkeer niet te stagneeren lijft de oude brug liggen tot dat de nieuwe brug voor den treinenloop zal zijn opengesteld. Verder wordt de bestaande spoordam ten noorden en ten zuiden van de brug tijdelijk verbreed en verlegd. Het tandemvraagstuk. A. N. W. B. dringt aan op centrale regeling. Zooals men kort geleden in de dagblad pers. heeft kunnen lezen aldus schrijft ons de A.N.W.B is te Amsterdam iemand bekeurd, wegens het meevoeren van een derde persoon op een tandem, hetgeen in strijd was met de letter van de betreffende ge meente-verordening, Ofschoon achteraf de bekeuring niet is doorgegaan, werpt dit geval wel een eigen aardig licht op de manier waarop deze materie in ons land geregeld is. vooral wanneer men bij nader onderzoek constateert dat de ver ordeningen in de verschillende gemeenten sterk uiteen loopen. De A.N.W.B. meent, dat alleen centrale, voor het geheele land geldende voorschriften hier afdoende verbetering kunnen brengen en het bestuur heeft daarom, na op de bestaande verwarring te hebben gewezen, in een adres aan den minister van waterstaat aangedron gen op 't inlasschen in de bepalingen van het motor en rijwielreglement, van voorschriften betreffende het vervoer van personen buiten den bestuurder op een rijwiel. Sternheim had voor dat eenvoudige gegeven vijf bedrijven noodig en laat het afspelen tus schen enkel 4 personen: de markies, de mar kiezin, het meisje Henriette en de moeder van het. meisje. Eigenlijk zijn wij dit soort stukken met hun dialectiek en Intrige wat ontwend, maar wij moeten erkennen, dat er op zoo'n avond nog eens „komedie" wordt gespeeld, zooals men dat vroeger zoo gaarne zag. De 4 rollen zijn alle speelrollen, al blijven het dan ook enkel rollen en worden de markies en de markiezin noch het meisje en haar moeder werkelijk menschen van vleesch en bloed voor ons. Saalborn weet. hoe zioo'n stuk gespeeld moet worden. Hij weet er vaart en stuwing aan te geven, hij laat zijn personen bewegen met romantischen zwier, de costuums dragen met de gratie van de 18de eeuw en zijn markies en markiezin spreken in den hoofschen stijl van dien tijd. Hoe zelden zien wij in een mo dern stuk nog menschen knielen. In De Mar kiezin van Arcis worden heele scènes geknield gespeeld. Magda Janssens. Louis Saalborn en Julia Cuypers voelen zich in dit genre als visschen in het water. Voor Magda Janssens was de markiezin de Pommeraye haar 300ste rol en zij speelde haar met verbluffende virtuositeit en in breed-romantischen stijl. Het was een vreugde Magda Janssens weer eens in haar volle kracht te zien, prachtig van plastiek, vitaal, bewonderenswaardig en feilloos in de vele wisselingen van gevoelens, welke de rol verlangt. Ik zou niet willen beweren Magda Janssens nooit in mooiere rollen te hebben gezien wie herinnert zich nog bijvoorbeeld haar grootsche uitbeelding van Beatrys in Ik Dien onder Royaards? maar het was in ieder geval spel van groote allure en volkomen in den stijl van het stuk, zooals alleen een tragedienne van ras het vermag te gever. Met welk een aristocratische grandeur wist zü ook haar costuums te dragen. Ook Saalborn gaf zich volkomen in de rol van den Markies, dien hij breed, met zwier en met vaart speelde. En Julia Cuypers zal genoten hebben, dat zij weer eens in zoo'n speelstuk van den ouden stempel haar talent kon toonen. Carla de Raet was het jonge meisje. Zij 'peelde het ingetogen, met charme en distinctie zonder al te groote vrijmoedigheid, zoodat zij het begrijpelijk maakte, dat de Markies zijn hart aan dat jonge meisje ondanks haar verleden kon verliezen. En Carla de Raet zag er in haar 18de eeuwsche costuum allerliefst en bekoorlijk jong uit. De schrijver die de première in den Hol landse hen Schouwburg te Amsterdam bij woonde. heeft na deze eerste voorstelling zijn groote bewondering voor de vier artisten uit gesproken en het is zeker, dat in dezen roman tischen stijl de opvoering in Holland moeilijk te overtreffen zou zijn Het publiek heeft dit ook ten zeerste gewaardeerd en de spelers na afloop warm gehuldigd. J. B. SCHUIL. „VAANDEL COMITé" 21 December a.s. herdenkt „Haarlem's Postaal Mannenkoor" (dir. P. M. Germes) zijn 5-jarig bestaan. In verband daarmede had hedenmiddag een vergadering plaats van de dames der leden van dit koor. Besloten werd om het Postaal Koor bij zijn eerste lustrum een vaandel aan te bieden. Er zal in November een bazar gehouden worden om gelden voor dit doel bijeen te brengen HET TOON EEL. GEZELSCHAP SAALBORN. DE MARKIEZIN VAN ARCIS- Saalborn is een tooneelspeler van het bree- de gebaar en de dynamiek. Hij voelt het meest voor stukken, waarin nog ouderwetsch te spelen valt en het is dan ook niet te ver wonderen. dat hij zich aangetrokken heeft gevoeld tot een tooneelspel als De Markiezin van Arcis van den Duitschen uitgeweken schrijver Carl Sternheim. een co.stuum- stuk. dat sterk en romantisch spel verlangt. Wanneer men De Markiezin van Arcis ziet. heeft men moeite te begrijpen, dat dat too- neelwerk na den wereldoorlog is geschre- van door een auteur, die in zijn vroegere stukken bewezen had allerminst ouderwetseh te zijn. Want dit stuk, dat Sternheim heeft bewerkt naar een novelle van Diderot, schijnt uit een veel ouderen tijd te stammen, uit de jaren toen Alexander Dumas en nog wel de vader en niet de zoon tooneel schreef Het heeft dezelfde romantische zwier, dezelf de hoofsche en gezwollen taal, dezelfde soort intrigue Men oordeele zelf. De Markiezin de Pommeraye komt tot de ontdekking, dat de markies van Arcis, die 4 jaar lang haar met zijn liefde gelukkig heeft gemaakt, niet meer van haar houdt en den band met haar daarom wil verbreken. Om zich te wreken brengt zij den markies in con tact met een jong mooi maar gevallen meis je. en weet zij te bewerken, dat haar vroegere minnaar dit burgermeisje trouwt. Wanneer dit doel door haar is bereikt, komt zij triom fantelijk in het huis van den markies om hem te vertellen, wie hij eigenlijk heeft ge trouwd en welk een onteerende mesalliance dit huwelijk voor hem is. Zij heeft haar doel bereikt: de markies van Arcis zal niet lan ger aan het Hof kunnen verschijnen en niet meer den titel van pair van Frankrijk kun nen voeren. In de feodale kringen za'. hij een uitgestootene zijn Maar de uitwerking van haar wraak is anders dan zij verwach' heeft In den 40-jarigen man is eindelijk voor het eerst in zijr. leven het groote. mach tige gevoel van de liefde ontwaakt en hij beseft, dat dit van hoogere waarde is voor den mensch dan uiterlijke praal en stand. „Ik geloof" en het is of wij in die woor den Alexander Dumas père hooren „dat die lieve markiezin de Pommeraye inplaats van zich te wreken, mij den grootsten dienst in mijn leven bewezen heeft!" roept hij uit en hij besluit met zijn jonge vrouw zijn land en zijn goederen te verlaten. De wereld ls grooter dan Frankrijk en het is overal mooi. wanneer men werkelijk lief heeft. UIT DE TIJDSCHRIFTEN. Erasmus en More. In het Septembernummer van .Leven en Werken" vinden wij een artikel van Henriétte Roland Holstvan der Schulk over Erasmus en More. Uit deze uitvoerige karakteristiek citeeren wij: „Voor More was ieder oogenblik (en hier mee zijn wij van de periferie tot de kern van het verschil tusschen belden gekomen) gedoopt in dat. wat wij het diepere leven noemen, de waarachtige werkelijkheid, de eeuwige sfeer. Erasmus jaagde voort en voort om het te grijpen., dat ééne doorzallgd oogenblik van volledige rust, van absoluten inkeer, maar bereikte het nooit geheel. More steunde op den diepsten grond der dingen. Erasmus vond geen anderen steun voor zijn voet dan de wankele, vlietende ver schijning. More was een gothisch mensch, voor wien de transcendentale sfeer zich voort zette in de natuurlijke werkelijkheid, dat be teekent een volledig gemeenschapsmensch. Erasmus was een individualistisch intellec tueel, Diep groef zich tusschen hen de kloof en zij werd slechts ten deele overbrugd door beider streven naar eeuwige waarden van goedheid, schoonheid, waarheid". De schrijfster besluit haar beschouwing met de volgende woorden: „Wie hunner was de dapperste de groot ste? Dwaze vraag, die nooit een antwoord vindt. Maar wanneer Preserved Smith, aan het slot van zijn zeer lezenswaardige biografie van Erasmus. schrijft, dat hij, de portretten van More en Erasmus vergelijkend, graag somwijlen naar dat van den eersten heen- ziet om bezieling, maar in de tweede het ge zicht vindt van een man. waarmee hij graag zou willen samenleven, dan verschil ik hierin met hem van meening. Immers groote geleerdheid, sprankelende geestigheid en zelfs verdraagzaamheid zijn dingen die men in onze wereld nog wel vinden kan. zelfs niet al te zeldzaam. Maar hoe schaarsch vindt men tusschen ons wes terlingen een mensch, wiens mannelijk wezen gevoed wordt door oneindige teederheid, die ongeschokt staat tusschen de bouwvallen van zijn eigen bestaan een mensch te allen tijde levend in zijn centrum, open voor den Geest, die het universum doorwoont! Wat zou men niet geven, om samen te leven met zulk een mensch!" De razende Candide. Zoo noemt Cola Debrot den Franschen schrijver Céline (auteur van „Voyage au bout de la nuit") en hjj gaat voort: „Ik kan mij voorstellen dat iemand zich ongeduldig afvraagt: „maar wat wil deze man dan wèl?" Een categorisch antwoord hierop geven is niet makkelijk. Wel kan men omschrijven In tegenstelling met iemand als Malraux. die met de eischen des tijds reke ning houdt en die zich dan ook het meer militaire .dignité humalne" tot doel stelt gaan Céline's verlangens uit naar dc „cpa- nouissement de r&me". Eenigszins drastisch drukt hij het in de Voyage zoo uit: Vóór alles l'épanouissement de lame.. desnoods door middel van obsceniteiten!" In offi- cieelere taal beduidt dit het verlangen naar een levensgevoel buiten bemiddeling om van het intellect en zonder> de beperkingen van de moraal". Verderop zegt Debrot: „Wanneer ik met een paar worden Celine zou moeten karakteriseeren. zou ik nem noemen: „de razende Candide. Ook Candide komt vortdurend met de realiteit in botsing. Maar waar Candide zich berustend terug trekt, heft Céline dreigend den arm op en hoont". Lof voor Marianne Philips. De New York Times Book Review noemt .„A house in Vienna" (Bruiloft in Europa) van Marianne Philips .a masterpiece among •ontemporary) continental novels", „a soiri- tual map of the modern woreld as universal in implication as it is vivid in explication. It is a novel that merits unreserved praise".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 7