Interview
AKKERTJES
DINSDAG 22 SEPTEMBER
193d
HAARDE M'S D A G B E A D
TI
Doel der opvoeding is bescherming
van mensch en menschheid.
De bekende opvoedings
specialiste vindt hier in
Holland de Montessori
scholen wel 't beste.
Rust en vrede moeten
rondom het kind zijn.
EVROUW Maria Montes-
s o r i heeft zich, zooals dezer
dagen werd medegedeeld, in ons
land gevestigd, en natuurlijk von
den wij in dat bericht aanleiding,
verbinding met deze groote op
voedingsspecialiste te zoeken,
wier denkbeelden ook hier te lande
in breeden kring bekendheid en
instemming gevonden hebben. Wij
vonden Mejuffr. Ten Seldam,
zelf Montessori-onderwijzeres, be
reid, Mevrouw Montessori
voor ons blad te interviewen. Het
verslag van het gesprek vindt de
lezer hiernevens.
Een ruime pensionkamer, zooals er hon
derden zijn.
Tegenover mij de eenvoudige, innemende
persoonlijkheid van mevrouw Montessori, die
zoo welwillend was, mij van haar plannen en
denkbeelden te willen vertellen.
„In 't kort gezegd", begon zij, „is Holland in
de plaats gekomen voor Spanje, waar ik tot
nu toe in Barcelona mijn verblijf had had.
Ik moest naar Oxford, waar een Montessori-
congres zou worden gehouden en kon niet
weg, omdat inmiddels de burgeroorlog in
Spanje was uitgebroken.
Door toedoen van het ministerie van bui-
tenlandsche zaken en den Engelschen consul,
is toen bereikt, dat ik met een Engelsche
oorlogsboot kon vertrekken. Zóó plotseling
was ons vertrek, dat ik nu nog moeite heb
om mij in te denken, dat ik niet na een paar
weken naar Barcelona zal terugkeeren. Maar
ook na 't einde van dezen oorlog zal daar
niets meer te beginnen zijn, met welke partij
ook.
Deze niet-paedagogische bijzonderheden
leken mevrouw Montessori wel interessant om
te vermelden, daar ze zeer actueel zijn.
„Ik ben in Holland komen wonen, omdat ik
hier goede vrienden heb; hier wil ik mijn
studie voortzetten, en toezicht houden op een
enkele school in Amsterdam, en misschien een
school oprichten. Ook wil ik eenige lezingen
houden en misschien een cursus geven.
Niet om te critiseeren ben ik hier gekomen,
maar om te helpen, die mijn hulp willen heb
ben, en om nieuwe kracht en steun te geven".
Nadrukkelijk herhaalt mevrouw Montessori
dat zij op niemand critiek wil uitoefenen.
Maar haar denkbeelden hebben zich gewij
zigd, of liever, hernieuwd, iets waar zij ook
in Oxford, en verleden jaar hier in Amster
dam, al over gesproken heeft.
„Men blijft natuurlijk niet altijd op 't zelfde
punt staan, steeds zijn er andere dingen die
't meest mijn belangstelling vragen".
Dit ls een typeerende uitspraak voor
deze vitale vrouw, die voortdurend blijft stu-
deeren en haar verder uitgewerkte methode
aan de praktijk blijft toetsen.
„Mij interesseert hoe langer hoe meer den
psychologischen en filosofischen kant van de
moderne opvoeding, en datgene, waar 't om
gaat. is voor mij de ontwikkeling van de per
soonlijkheid van 't kind, niet het onderricht
dat men geeft, dit is alleen het middel daar
toe.
De bescherming van den mensch en de
menschheid is het doel van de opvoeding. Dit
idee vindt men bij alle moderne psychologie
terug. En hoe goed ook de scholen zijn, die
volgens mijn principe te werk gaanhier in
Holland vindt mevrouw Montessori de Mon
tessorischolen wel het beste, als ook in Enge
land, en destijds in Italië m.i. heeft men
zich speciaal op het onderricht, op de didak-
tiek toegelegd, terwijl ik den nadruk wil leg-
len op de karaktervorming van het kind. Men
heeft mijn methode vooral als een goed mid
del gezien om de kinderen op een prettige en
makkelijke manier iets bij te brengen, een
manier die ook goede resultaten oplevert,
men denke b.v. aan de goede examens en
vorderingen van Montessori-kinderen op de
Middelbare Scholen".
Op mijn vraag of niet door het onderricht
volgens haar methode, en met behulp van het
door haar gevonden materiaal, op de scholen
reeds veel voor de karaktervorming van het
kind werd gedaan, antwoordde mevrouw
Montessori toestemmend immers, van het
begin af aan is aan de psychologische zijde
van haar methode groote waarde gehecht
maar dezen kant vond zij in de bestaande
scholen niet in de eerste plaats tot uiting
komen.
„Ik wil allereerst rust en vrede hebben
rondom het kind, zoodat het zelf zijn even
wicht vindt en zijn innerlijk wezen zich ten
volle kan ontplooien.
Daarna zal 't werken als vanzelf gaan.
Dan ook zal men bij 't gewone, psychisch ge
zonde kind (l'enfant normalisé) dingen kun
nen waarnemen en bestudeeren, die bij de
volwassenen tot afwijkingen zijn geworden,
of zijn onderdrukt, en die belangrijk zijn om
de volwassenen beter te begrijpen. Zoo kan 't
kind. dat tot nu toe meestal als het bezit der
volwassenen werd beschouwd, hun leider
worden, juist ook in sociaal opzicht".
„Het kind is „le père l'humanité". Men
herinnert zich wellicht, dat mevrouw Mon
tessori in de lezingen van het vorige jaar
dezp denkbeelden ook uiteenzette.
„Zoudt u dan willen, dat men opnieuw
begon?" v
„Heelemaal niet. We kunnen niet allen het
zelfde werk doen. Wanneer een tuinman een
bepaalde variëteit van een plant of bloem
kweekt, hoeft niet iedere tuinman zich toe
te leggen op diezelfde soort", antwoordde
mevrouw Montessori, een aardige vergelijking
gebruikend, zooals zij dat ook vaak in haar
boeken en lezingen doet.
Dit is 't cardinale punt: zij wil dat wij
van ons voetstuk van volwassenen afstappen.
Dit wil niet zeggen, dat we daarom van alle
kinderen alles moeten aanvaarden. Ook moet
het kind natuurlijk beschermd worden, daar
het weinig ervaring heeft en weinig van de
hem omringende wereld weet.
Maar dit beteekent niet, dat het zich ge
heel moet aanpassen aan de wereld van de
volwassenen met al zijn afwijkingen. En dit
wordt immers door ouders en leerkrachten
het eerst van de kinderen gevraagd.
Hoe dikwijls heet het niet:
„Later moeten zij zich ook aanpassen aan
de maatschappij", alsof deze zoo ideaal is,
dat algeheele aanpassing verkieslijk zou zijn.
Als Montessori-leidster besprak ik ook de
moeilijkheden die we allen 'en de jonge,
oneervaren leidsters het meest) eiken dag
weer ondervinden: we zijn niet geduldig ge
noeg, we grijpen te veel in, we hadden van
een kind een andere reactie verwacht en ge
hoopt, wij zijn bang niet genoeg lesjes te
kunnen geven, er is zooveel.
,,U denkt", zei mevrouw Montessori, „dat
mijn methode het de leerkrachten moei
lijker maakt het tegendeel is waar. Ik heb
in Italië leidsters gezien, die steeds vroolijk
waren en veel lachten, vol van de mooie en
merkwaardige dingen die zij waarnamen.,
terwijl de klas aan zich zelf kon worden over
gelaten".
Toen ik opmerkte, dat we zoo vaak een
kind rustiger zagen worden door 't werk,
keerde mevrouw Montessori dit liever om:
„Wanneer ze rustig zijn, zullen ze beter
werken", toegevend dat het eene nauw samen
hing met het andere. „Wanneer de kinderen
pas op school zijn, moet men ze als het ware
een behandeling van rust en kalmte laten
ondergaan, want vaak komen ze al met af
wijkingen (1* enfant dévié). Na een poos ver
krijgen zij dan het evenwicht dat noodig is
voor hun juiste ontwikkeling, volgens hun
eigen, gezonde ik".
Dat de kinderen, als zij thuis geweest zijn,
vaak weer geheel onevenwichtig terugkomen,
vond mevrouw Montessori natuurlijk ook te
betreuren.
Twee jaar uit huis.
Daarom wil zij de kinderen in de puberteit
twee jaar uit het ouderlijk husi laten gaan.
en hun een tijd van rustige ontwikkeling
geven, waarin ook vooral de harmonie van
hun persoonlijkheid tot stand zal kunnen
komen.
Maria Montessori.
Wanneer zij zijn teruggekeerd, zullen de
moeilijkheden tusschen hen en hun ouders
meestal het grootst in deze levensperiode
veel minder zijn, of ophouden te bestaan.
Het Leiden van groote kinderen vindt
mevrouw Montessori aan een kant makkelij
ker: men kan een beroep doen op hun rede
men kan met ze praten. Bij de kleintjes is
dit veel moeilijker en vaak onmogelijk.
Het aantal kinderen dat in een klas kan
samenzijn, hangt af van de leidster. Als ge
middelde noemde mevrouw Montessori veertig
In den oorlog had zij echter in Italië wel ge-
groepen van tachtig gezien en 't ging er niet
minder om.
Al pratend is het een uur later gewor
den.
Het zou onbescheiden zijn, méér tijd op te
eischen maar graag had ik er twee, drie uur
van gemaakt. Want er gaat een bijzondere be
koring en een rustige kracht uit van de vrouw
tegenover mij, die haar heele leven gewijd
heeft aan het gelukkiger maken en beter doen
begrijpen van het kind en dus ook van de
volwassene
M. TEN SELDAM.
PIERRE MONTEUX KOMT VOOR DE
WAGNERVEREENIGING NAAR
AMSTERDAM.
De heer Pierre Monteux is bereid gevonden,
de uitnoodiging te aanvaarden, die het be
stuur der Wagnervereeniging tot hem ge
richt heeft, om de leiding van de herfstuit-
voeringen te Amsterdam op zich te nemen.
Voor die gelegenheid zei Bizet's Carmen, in
de mise en scène van André Boll en Vera
Soudeikine en met medewerking van het con
certgebouworkest. ten tooneele worden ge
bracht.
De voorstellingen vinden plaats op Woens
dag 18 en Donderdag 19 November in den
Stadsschouwburg te Amsterdam.
Al Ge U na lange besprekingen in
rookerige lokalen moe en aigemat
gevoelt, of als Ge U veel te druk
ebt gemaakt, neem dan toch zoo'n
"AKKERTJE", dan knapt Ge weer op.
Koker met 12 stuks 62 ct. Zakdoosje. 3 stuks 20 ct.
(Adv. Ingez. MedJ
Nationaal huwelijksgeschenk.
Geen verbrokkeling.
Hoewel zulks reeds eerder in de pers werd
verbreid, worden wij verzocht nog eens met
nadruk mede te deelen, dat het eerlang ont
vangen van een algemeen geschenk van het
geheele Nederlandsche volk met den uitgespro
ken wensch van het prinselijk paar overeen
stemt.
Is zoodanige samenwerking op zichzelf de
schoonste en meest waarde volle uiting van de
nationale eenheid, bovendien moet in dezen
economisch moeilijken tijd, waarin ook vele
kleine bijdragen kunnen worden verwacht, te
gen verbrokkeling worden gewaakt.
Tenslotte kan op deze wijze worden bereikt,
dat het weldra vast te stellen geschenk een
object worde tot welks samenstelling meerde
re takken van de Nederlandsche industrie
zullen kunnen samenwerken.
In verband met den bovenbedoelden wensch
van het vorstelijk paar heeft het op initiatief
van het Nat. Jongeren Verbond tot stand ge
komen comité voor een huwelijksgeschenk der
Nederlandsche jonge meisjes, later uitgebreid
tot een comité voor een huwelijksgeschenk der
Nederlandsche jeugd, besloten zijn werkkracht
ter beschikking te stellen van het algemeen
comité tot aanbieding van een nationaal hu
welijksgeschenk
DE MANOEUVRES IN BRABANT.
Het A. N. P. verneemt uit Tilburg: Maan
dagochtend is de strijd hervat tusschen de
rooden en de blauwen. De blauwen hebben
het onderspit moeten delven.
De oefeningen der lichte brigade zijn ge
ëindigd.
Tijdens de rust van de troepen werd door de
verschillende commandanten een dagorder
van den commandant der lichte brigade, ge-
neraal-majoor Fabius voorgelezen, waarin deze
dankte voor de toewijding en den ijver van
allen.
Tot slot werd een défilé gehouden voor ge-
neraal-majoor Fabius.
Naar de Tel uit Apeldoorn verneemt, zal de
Koningin Woensdag a.s. de legeroefeningen in
Brabant bijwonen.
De vlootdag te Tandjong
Priok.
BATAVIA. 21 Sept. (Aneta Alg. Dienst)
Reeds voordat de dag aanbrak vertrok een
eindelooze stroom van auto's naar Tandjong
PrioK, waar het embarkement zou plaats
vinden van de gasten der Marine en K.P.M
die aan den vlootdag zouden deelnemen.
Alle kaden en steigers van de drie havens
te Tandjong Priok waren ingebruik genomen
teneinde de verscheping van de nimmer be
leefde menscheninvasie vlot te kunnen doen
geschieden.
De inscheping geschiedde in een zeer vroo-
lijke stemming en had een zeer Vlot verloop,
zoodat tusschen 7 en 8 uur des morgens de
volgende schepen zich buitengaats bevon
den: de kruisers „Java" en „Sumatra", de
flottieljeleider „Fiores". de torpedobootj a-
gers „Witte de With", „Van Galen", „Piet
Hein", en „Evertsen". de onderzeebooten
K XIH. K XIV, K XV, K XVI en K XVIII,
voorts het stoomschip der gouvernements
marine" „Zuiderkruis" met een schietschijf
op sleeptouw, terwijl daar ook aanwezig wa
ren de schenen der Kon. Paketvaart-Mij.
„Patras". „Efe Klerk", „Melchior Treub" en
„Barentsz".
Op het vlaggeschip „Sumatra", waarop
zich de commandant van het eskader, de ka
pitein ter zee C. E. L. Helfrich, bevond, ont
ving de commandant der zeemacht, schout
bij-nacht H. Ferwerda, de gasten persoonlijk
Aan boord van den oorlogsbodem bevonden
zich aïle autoriteiten, o.a. de Mangkoenegoro.
de vice-president en alle leden van den Raad
van Ned.-Indië. de commandant van het le
ger. leden van den volksraad, hoofden van
departementen, consuls van vreemde mo
gendheden. chefs van de verschillende han
delshuizen. enz.
Na het verlaten van de haven formeerde
het eskader een dubbele linie, waarna de
„Rigel" tusschen beide linies het leggen van
een mijn-versperring demonstreerde.
Daarna zette de ..Sumatra" de beide vlieg
tuigen uit. die aan boord van dezen kruiser
worden medegevoerd, waarna door deze een
demonstratie werd gegeven van de beveiliging
tegen onderzeebooten.
Een klein ongeluk.
Hierop volgde een demonstratie met diepte
bommen waarbij aan boord van de Van Galen
een klein ongeluk geschiedde. Door een „Na-
brander" uit een afvuurpatroon ontplofte een
bom voordat zij vergenoeg weggeworpen was.
waardoor aan dek eenige schade ontstond. In
de machinekamer sprong door den zwaren
schok een ammoniakleiding. Onmiddellijk
stopte de machines, waarna het machineka
mer- en dekpersoneel de noodige veiligheids
maatregelen trof, terwijl van gasmaskers voor
ziene leden der bemanning het lek in de am
moniakleiding herstelden.
De „Van Galen" keerde vervolgens naar
Tandjong-Priok terug, waar de zich aan boord
bevindende genoodigden werden ontscheept.
Het schip zal morgen niet met het eskader
kunnen vertrekken voor oefeningen in de
Java-zee. daar het in het dok zal worden op
genomen. Teneinde een onderzoek in te stel
len naar de juiste schade. De genoodigden die
zich aan boord van de Van Galen bevonden,
bleken geenszins verontrust te zijn door het
gebeurde.
Vervolgens werden door de Sumatra schiet
oefeningen gehouden op de door de Zuider
kruis gesleepte schietschijf, waarbij gebruik
werd gemaakt van oefenkanonnen van 5 c.M.
De volgende demonstratie was het leggen
van een nevelscherm door de torpedojagers
tusschen de schepen van het eskader en de
Zuiderkruis.
Na deze oefeningen werd weder koers gezet'
Anaar Tandjong-Priok.
Handelsbesprekingen
Duitschland.
met
In Hamburg zijn dezer dagen de Neder-
landsch-Duitsche handelsbesprekingen van
dit jaar begonnen. Nadat bereids gedurende
de laatste dagen voorbereidende commisso
riale besprekingen waren gehouden, vond Za
terdag in het raadhuis de eerste plenaire zit
ting plaats. Namens den Hamburger Senaat
begroette senator Von Alworden voor het
begin der zitting de beide delegaties. De voor
zitter der Duitsche delegatie geheimrat Benz
ier van het ministerie van buitenlandsche za
ken te Berlijn, sprak een woord van dank
tot de leden van den senaat en begroette te
vens de Nederlandsche delegatie. In haar
naam werd daarop geantwoord door den leider
der Nederlandsche delegatie dr H M. Hirseh-
feld, directeur-generaal van handel en nijver
heid. die den dank der Nederlandsche dele
gatieleden voor de ontvangst uitsprak.
Daarna zijn de besprekingen, waarbij o.a. de
overeenkomst nopens het Nederlandsch-Duit-
sche betalingsverkeer van 5 December 1934 een
onderwerp van bespreking uitmaakte.
NIEUWE SPOORBRUG OVER DE MAAS.
Naar wij uit goede bron vernemen wordt
door de directie der Ned. Spoorwegen ern
stig overwogen, de bestaande spoorbrug over
de rivier de Maas te Ravenstein. welke blij
kens onderzoek niet meer bestand is tegen
het snelle en zware treinverkeer, te vervan
gen door een nieuwe brug Deze zal worden
gebouwd op dezelfde pijlers als waarop de
oude brug rust. Om het spoorwegverkeer niet
te stagneeren lijft de oude brug liggen tot
dat de nieuwe brug voor den treinenloop zal
zijn opengesteld. Verder wordt de bestaande
spoordam ten noorden en ten zuiden van de
brug tijdelijk verbreed en verlegd.
Het tandemvraagstuk.
A. N. W. B. dringt aan op centrale regeling.
Zooals men kort geleden in de dagblad
pers. heeft kunnen lezen aldus schrijft ons
de A.N.W.B is te Amsterdam iemand
bekeurd, wegens het meevoeren van een derde
persoon op een tandem, hetgeen in strijd
was met de letter van de betreffende ge
meente-verordening,
Ofschoon achteraf de bekeuring niet is
doorgegaan, werpt dit geval wel een eigen
aardig licht op de manier waarop deze materie
in ons land geregeld is. vooral wanneer men
bij nader onderzoek constateert dat de ver
ordeningen in de verschillende gemeenten
sterk uiteen loopen.
De A.N.W.B. meent, dat alleen centrale,
voor het geheele land geldende voorschriften
hier afdoende verbetering kunnen brengen en
het bestuur heeft daarom, na op de bestaande
verwarring te hebben gewezen, in een adres
aan den minister van waterstaat aangedron
gen op 't inlasschen in de bepalingen van het
motor en rijwielreglement, van voorschriften
betreffende het vervoer van personen buiten
den bestuurder op een rijwiel.
Sternheim had voor dat eenvoudige gegeven
vijf bedrijven noodig en laat het afspelen tus
schen enkel 4 personen: de markies, de mar
kiezin, het meisje Henriette en de moeder van
het. meisje. Eigenlijk zijn wij dit soort stukken
met hun dialectiek en Intrige wat ontwend,
maar wij moeten erkennen, dat er op zoo'n
avond nog eens „komedie" wordt gespeeld,
zooals men dat vroeger zoo gaarne zag. De 4
rollen zijn alle speelrollen, al blijven het dan
ook enkel rollen en worden de markies en de
markiezin noch het meisje en haar moeder
werkelijk menschen van vleesch en bloed
voor ons.
Saalborn weet. hoe zioo'n stuk gespeeld moet
worden. Hij weet er vaart en stuwing aan te
geven, hij laat zijn personen bewegen met
romantischen zwier, de costuums dragen met
de gratie van de 18de eeuw en zijn markies
en markiezin spreken in den hoofschen stijl
van dien tijd. Hoe zelden zien wij in een mo
dern stuk nog menschen knielen. In De Mar
kiezin van Arcis worden heele scènes geknield
gespeeld.
Magda Janssens. Louis Saalborn en Julia
Cuypers voelen zich in dit genre als visschen
in het water. Voor Magda Janssens was de
markiezin de Pommeraye haar 300ste rol en
zij speelde haar met verbluffende virtuositeit
en in breed-romantischen stijl. Het was een
vreugde Magda Janssens weer eens in haar
volle kracht te zien, prachtig van plastiek,
vitaal, bewonderenswaardig en feilloos in de
vele wisselingen van gevoelens, welke de rol
verlangt. Ik zou niet willen beweren Magda
Janssens nooit in mooiere rollen te hebben
gezien wie herinnert zich nog bijvoorbeeld
haar grootsche uitbeelding van Beatrys in
Ik Dien onder Royaards? maar het was in
ieder geval spel van groote allure en volkomen
in den stijl van het stuk, zooals alleen een
tragedienne van ras het vermag te gever. Met
welk een aristocratische grandeur wist zü ook
haar costuums te dragen.
Ook Saalborn gaf zich volkomen in de
rol van den Markies, dien hij breed, met zwier
en met vaart speelde. En Julia Cuypers zal
genoten hebben, dat zij weer eens in zoo'n
speelstuk van den ouden stempel haar talent
kon toonen.
Carla de Raet was het jonge meisje. Zij
'peelde het ingetogen, met charme en distinctie
zonder al te groote vrijmoedigheid, zoodat zij
het begrijpelijk maakte, dat de Markies
zijn hart aan dat jonge meisje ondanks
haar verleden kon verliezen. En Carla de
Raet zag er in haar 18de eeuwsche costuum
allerliefst en bekoorlijk jong uit.
De schrijver die de première in den Hol
landse hen Schouwburg te Amsterdam bij
woonde. heeft na deze eerste voorstelling zijn
groote bewondering voor de vier artisten uit
gesproken en het is zeker, dat in dezen roman
tischen stijl de opvoering in Holland moeilijk
te overtreffen zou zijn Het publiek heeft dit
ook ten zeerste gewaardeerd en de spelers na
afloop warm gehuldigd.
J. B. SCHUIL.
„VAANDEL COMITé"
21 December a.s. herdenkt „Haarlem's
Postaal Mannenkoor" (dir. P. M. Germes) zijn
5-jarig bestaan.
In verband daarmede had hedenmiddag een
vergadering plaats van de dames der leden
van dit koor.
Besloten werd om het Postaal Koor bij zijn
eerste lustrum een vaandel aan te bieden. Er
zal in November een bazar gehouden worden
om gelden voor dit doel bijeen te brengen
HET TOON EEL.
GEZELSCHAP SAALBORN.
DE MARKIEZIN VAN ARCIS-
Saalborn is een tooneelspeler van het bree-
de gebaar en de dynamiek. Hij voelt het
meest voor stukken, waarin nog ouderwetsch
te spelen valt en het is dan ook niet te ver
wonderen. dat hij zich aangetrokken heeft
gevoeld tot een tooneelspel als De Markiezin
van Arcis van den Duitschen uitgeweken
schrijver Carl Sternheim. een co.stuum-
stuk. dat sterk en romantisch spel verlangt.
Wanneer men De Markiezin van Arcis ziet.
heeft men moeite te begrijpen, dat dat too-
neelwerk na den wereldoorlog is geschre-
van door een auteur, die in zijn vroegere
stukken bewezen had allerminst ouderwetseh
te zijn. Want dit stuk, dat Sternheim heeft
bewerkt naar een novelle van Diderot, schijnt
uit een veel ouderen tijd te stammen, uit de
jaren toen Alexander Dumas en nog wel
de vader en niet de zoon tooneel schreef
Het heeft dezelfde romantische zwier, dezelf
de hoofsche en gezwollen taal, dezelfde soort
intrigue Men oordeele zelf.
De Markiezin de Pommeraye komt tot de
ontdekking, dat de markies van Arcis, die 4
jaar lang haar met zijn liefde gelukkig heeft
gemaakt, niet meer van haar houdt en den
band met haar daarom wil verbreken. Om
zich te wreken brengt zij den markies in con
tact met een jong mooi maar gevallen meis
je. en weet zij te bewerken, dat haar vroegere
minnaar dit burgermeisje trouwt. Wanneer
dit doel door haar is bereikt, komt zij triom
fantelijk in het huis van den markies om
hem te vertellen, wie hij eigenlijk heeft ge
trouwd en welk een onteerende mesalliance
dit huwelijk voor hem is. Zij heeft haar doel
bereikt: de markies van Arcis zal niet lan
ger aan het Hof kunnen verschijnen en niet
meer den titel van pair van Frankrijk kun
nen voeren. In de feodale kringen za'. hij
een uitgestootene zijn Maar de uitwerking
van haar wraak is anders dan zij verwach'
heeft In den 40-jarigen man is eindelijk
voor het eerst in zijr. leven het groote. mach
tige gevoel van de liefde ontwaakt en hij
beseft, dat dit van hoogere waarde is voor
den mensch dan uiterlijke praal en stand.
„Ik geloof" en het is of wij in die woor
den Alexander Dumas père hooren „dat
die lieve markiezin de Pommeraye inplaats
van zich te wreken, mij den grootsten dienst
in mijn leven bewezen heeft!" roept hij uit
en hij besluit met zijn jonge vrouw zijn land
en zijn goederen te verlaten. De wereld ls
grooter dan Frankrijk en het is overal mooi.
wanneer men werkelijk lief heeft.
UIT DE TIJDSCHRIFTEN.
Erasmus en More.
In het Septembernummer van .Leven en
Werken" vinden wij een artikel van Henriétte
Roland Holstvan der Schulk over Erasmus
en More. Uit deze uitvoerige karakteristiek
citeeren wij:
„Voor More was ieder oogenblik (en hier
mee zijn wij van de periferie tot de kern
van het verschil tusschen belden gekomen)
gedoopt in dat. wat wij het diepere leven
noemen, de waarachtige werkelijkheid, de
eeuwige sfeer. Erasmus jaagde voort en voort
om het te grijpen., dat ééne doorzallgd
oogenblik van volledige rust, van absoluten
inkeer, maar bereikte het nooit geheel.
More steunde op den diepsten grond der
dingen. Erasmus vond geen anderen steun
voor zijn voet dan de wankele, vlietende ver
schijning. More was een gothisch mensch,
voor wien de transcendentale sfeer zich voort
zette in de natuurlijke werkelijkheid, dat be
teekent een volledig gemeenschapsmensch.
Erasmus was een individualistisch intellec
tueel, Diep groef zich tusschen hen de kloof
en zij werd slechts ten deele overbrugd door
beider streven naar eeuwige waarden van
goedheid, schoonheid, waarheid".
De schrijfster besluit haar beschouwing met
de volgende woorden:
„Wie hunner was de dapperste de groot
ste? Dwaze vraag, die nooit een antwoord
vindt.
Maar wanneer Preserved Smith, aan het
slot van zijn zeer lezenswaardige biografie
van Erasmus. schrijft, dat hij, de portretten
van More en Erasmus vergelijkend, graag
somwijlen naar dat van den eersten heen-
ziet om bezieling, maar in de tweede het ge
zicht vindt van een man. waarmee hij graag
zou willen samenleven, dan verschil ik hierin
met hem van meening.
Immers groote geleerdheid, sprankelende
geestigheid en zelfs verdraagzaamheid
zijn dingen die men in onze wereld nog wel
vinden kan. zelfs niet al te zeldzaam. Maar
hoe schaarsch vindt men tusschen ons wes
terlingen een mensch, wiens mannelijk wezen
gevoed wordt door oneindige teederheid, die
ongeschokt staat tusschen de bouwvallen van
zijn eigen bestaan een mensch te allen
tijde levend in zijn centrum, open voor den
Geest, die het universum doorwoont!
Wat zou men niet geven, om samen te
leven met zulk een mensch!"
De razende Candide.
Zoo noemt Cola Debrot den Franschen
schrijver Céline (auteur van „Voyage au
bout de la nuit") en hjj gaat voort:
„Ik kan mij voorstellen dat iemand zich
ongeduldig afvraagt: „maar wat wil deze
man dan wèl?" Een categorisch antwoord
hierop geven is niet makkelijk. Wel kan men
omschrijven In tegenstelling met iemand als
Malraux. die met de eischen des tijds reke
ning houdt en die zich dan ook het meer
militaire .dignité humalne" tot doel stelt
gaan Céline's verlangens uit naar dc „cpa-
nouissement de r&me". Eenigszins drastisch
drukt hij het in de Voyage zoo uit: Vóór
alles l'épanouissement de lame.. desnoods
door middel van obsceniteiten!" In offi-
cieelere taal beduidt dit het verlangen naar
een levensgevoel buiten bemiddeling om van
het intellect en zonder> de beperkingen van
de moraal".
Verderop zegt Debrot:
„Wanneer ik met een paar worden Celine
zou moeten karakteriseeren. zou ik nem
noemen: „de razende Candide. Ook Candide
komt vortdurend met de realiteit in botsing.
Maar waar Candide zich berustend terug
trekt, heft Céline dreigend den arm op en
hoont".
Lof voor Marianne Philips.
De New York Times Book Review noemt .„A
house in Vienna" (Bruiloft in Europa) van
Marianne Philips .a masterpiece among
•ontemporary) continental novels", „a soiri-
tual map of the modern woreld as universal
in implication as it is vivid in explication.
It is a novel that merits unreserved praise".