IIBIS SHAG] X/C SITTERSsXKQP Dobbelmanti lekker... man! frkl/eouwscüeifft. VERTELLING DON DERDAG 24 SEPTEMBER 1936 H A A R E E M'S D A G B E A D 6 Welvaart-Comité. Actie wordt in ieder geval in October met kracht voortgezet. r Woensdagavond werd in het gebouw van de Kamer van Koophandel aan het Nassau- plein een algemeene vergadering (met verte genwoordigers van organisaties) van het Welvaart-Comité gehouden. De voorzitter mr. dr. F. A. Bijvoet, zette het doel der vergadering uiteen: bespreking van de vraag, of het Welvaart-Comité zijn werkzaamheden zal voortzetten. Het Comité werd in Februari van dit jaar opgericht en tot heden is een omzet bereikt van bruto f 75000 Het werkelijk bedrag aan orders zal ongetwijfeld veel hooger zijn. want velen zullen, daartoe gebracht door de reclame-campagne van het Comité, het een en ander hebben laten doen, zonder het be treffende belofteformulier in te vullen, zoo dat lang alle opdrachten voor werk enz. niet ter kennis van het Comité zullen zijn geko men. Hierna deelde de secretaris-penningmees ter van het Comité, jhr. dr. J. C. Mollerus mede, wat het Comité sedert Februari heeft gedaan en hoe het de campagne heeft ge voerd, Er zijn in Februari 14000 circulaires besteld, hiervan zijn er 11500 verzonden (ge tracht zal worden de resteerende 2500 ook nog te plaatsen) en.... ongeveer 100 zijn er ingevuld van teruggekomen. Dit was geen schitterend resultaat. Een enquête werd ge houden naar de oorzaak hiervan. Daarbij kwam aan den dag dat hoofdzakelijk de vol gende redenen het publiek weerhouden had den, de circulaires in te vullen: financieele bezwaren (hooge bedrijfslasten verhinder den herstellingen te doen uitvoeren)onbe kendheid met het streven van het Welvaart- Comité; vrees voor ongunstige beïnvloeding van den bestaanden loonstandaard. (Na tuurlijk was dit allerminst de bedoeling van het Comité en het heeft zich zorgvuldig bui ten de loonquaestie gehouden). Spr. zeide verder, dat van de gemeentebe sturen hoofdzakelijk dan van Schoon- heidscommissiën en Bureaux van Bouw- en Woningtoezicht niet die medewerking was ondervonden, welke men had mogen ver wachten. Door de eischen welke die lichamen stelden, is het wel voorgekomen dat een voorgenomen werk te duur zou worden en daarom niet werd uitgevoerd. In de laatste maanden is de campagne door het Comité anders en intenser gevoerd dan in het begin. Affiches, reclameplaten, manifesten zijn overal waar dit maar moge lijk was. aangeplakt en verspreid. En de re sultaten hiervan zijn zeer merkbaar geweest. Maar nu doet zich de groote moeilijkheid voor. dat de actie, begonnen met een be drag van f 1600. door verschillende organisa ties en particulieren verstrekt, niet zal kun nen worden voortgezet omdat, wanneer met 1 October de salarissen van het personeel zullen zijn betaald, er nog f 10 in kas zal zijn. Zal de campagne dus kunnen worden doorgezet, dan zijn nieuwe geldmiddelen noodig. Hierop kregen de aanwezigen gelegenheid, zich hierover uit'te spreken De voorzitter vond nog gelegenheid er de aandacht op te vestigen, dat de campagne op verschillende wijzen kan worden voort gezet, b.v. door het aanbrengen van groote spandoeken met opschriften, door het pro- jecteeren van een „slagzin" in bioscopen enz. klaar wil men op deze wijze voortgaan, dan ls geld noodig. Bi.i de nu volgende besprekingen werd het Comité van verschillende zijden lof gebracht voor de wijze waarop het, vooral in de laat ste maanden, de campagne heeft gevoerd. De verspreiding op groote schaal van mani festen, affiches en reclameplaten moet, meende men. een groote moreele uitwerking hebben gehad. Slechts één stem ging op vóór stopzetting der werkzaamheden van het Comité. Nadat Jhr. Mollerus er op had gewezen dat. zou men besluiten tot voortzetting der actie, de gelden voor October er moeten zijn, werden staande de vergadering door ver schillende organisaties toezeggingen gedaan zoodat het Comité in ieder geval gedurende de maand October financieel in staat zal zijn. zijn actie voor „meer werk" met kracht voort te zetten. De vertegenwoordigers der organisaties zullen intusschen met hun besturen overleg plegen en eind October zal dan weer een al gemeene vergadering worden gehouden, om te bespreken wat verder kan gedaan wor den. Over jankende honden. Wat geërgerde buren kunnen doen. Wij ontvingen een verzuchting van een le zer over de last die hij ondervindt van een jankenden hond van een buurman. Er zijn zoo schrijft hij daartegen maatregelen in de Algemeene Politieverordening van Haar lem opgenomen, maar die baten hem niet. Toen hij bij de Politie ging klagen beloofde die medewerking, maar altijd als een agent kwam controleerenwas de hond toeval lig stil. (De hond moet een goede neus heb ben!) In zoo'n waarschuwt de politie wel de Fiscus om te controleeren of er voor den hond belasting betaald wordt, maar dit helpt de omwonenden niet. Een jankende hond met een belastingpenning is even erg als een dito zonder! Vriendelijke verzoeken aan den eige naar van den bewusten hond hebben ook geen resultaat gehad. Wat moet ik nu doen zoo besluit deze gekwelde lezer om van dat hinderlijke ge jank af te komen? Ik weet het niet, want de andere omwonenden willen mij niet helpen in mijn streven. Tot zoover deze klacht. Omdat de zaak wel een kant heeft die van openbaar belang is, hebben wij bij de Politie om inlichtingen gevraagd. Die komen op het volgende neer: Omwonenden behoeven geen last te heb ben van jankende honden. In de Politieveror dening is bepaald dat een bezitter van een hond moet zorgen, dat deze niet aanhoudend jankt waardoor den buren overlast wordt aangedaan. Dit geldt zoowel voor den dag als den nacht. Het begrip „aanhoudend jan ken" is wat uitlegging aangaat overgelaten aan de beoordeeling van den kantonrechter. Als een hond een enkelen dag eens slecht ge humeurd is en een paar minuten door janken uiting geeft aan dien gemoedstoestand, zal de Kantonrechter daarin geen aanleiding vin den om den eigenaar te beboeten. Anders wordt het evenwel als een hond herhaal delijk en langdurig jankt en blaft. Dan ontstaat er overlast voor de buren. Soms is dit janken een gevolg van onvoldoende zorg voor een hond. jeuk. geen eten of drinken, op sluiten enzoovoort. Dan is het'gejank dus aan den eigenaar te wijten. Een enkelen keer wordt evenwel een hond aangetroffen die, niettegenstaande goede verzorging, toch ge regeld jankt. Zoo'n hond is in een bewoonde omgeving een ongewenschte gast. De politie wil gaarne medewerken om de omwonenden te beschermen. Als een hond zoo slim is om juist te zwijgen als een agent in de buurt is, dan kan de overlast ook geconsta teerd worden door e e n i g e omwonenden. Op grond van hun verklaringen kan de politie dan proces-verbaal opmaken. Het wordt iets moeilijker als buren weigeren om daarin sa men te werken. In zoo'n geval kan iemand een kennis op bezoek vragen, om ook die te laten constateeren dat een hond aanhoudend jankt. Als de overlast inderdaad erg is moet dit toch niet. moeilijk zijn. „BERNER OBERLAND". De „Verkehrsverein des Berner Obelan- des" zendt ons het Octobernummer van het tijdschrift „Berner Oberland". Voor ons Nederlanders heeft dit schrift in het bijzonder belang om de aandacht, die er in gewijd wordt aan de koninklijke gasten, die ginds verbleven hebben, en waarvan men de portretten in dit nummer vindt. Ook is er een artikel over Den Haag door Suzanne von Müller, getiteld: „Ein Morgen, ein Mittag, ein Abend im Haag". NUTSLEZINGEN. Van het bestuur van het Dep. Haarlem der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen ont vingen wij het programma der lezingen voor het a.s. winterseizoen. Op 26 October a.s. spreekt Prof. Dr. L. H. Grondijs over „Spaansche toestanden"; op 23 November houdt de heer G. de Josselin de Jong een causerie over „Wilde Paarden en wil de Rundren"; op 18 Januari 1937 zal de heer J. C. Mol de geheimen vertellen van „Het Ontstaan van de Geluidsfilm"; op 22 Februari houdt de heer K. H. Broekhof f een lezing over het interessante onderwerp „Valsche Mun- terij", terwijl op 22 Maart de heer M. D. Scheer zal spreken over „De Limburgsche Steenkolenmijnen". Wij twijfelen er niet aan of dit programma zal in den smaak der leden vallen en vele niet- leden bewegen zich alsnog als lid op te geven. ROOKT IBIS EN GÉÉN ANDERE SHAG (Adv. Ingez. MedJ VROOLIJKE AVOND VAN DE OVERIJSEL- SCHE ONTSPANNINGSVEREENIGING. De Overijselsche Ontspanningsvereeniging heeft gisteravond in café „Dreefzicht" den eersten vroolijken avond van het seizoen ge geven. De belangstelling van de leden bij den aanvang van het winterseizoen was zeer groot. De voorzitter, de heer J. Westervoorde, sprak een welkomstwoord. In 't kort behandelde hij eenige vereeni- gingszaken. O.a. deelde hij mede, dat in De cember een speciale avond voor de kinderen gehouden zal worden. Voor het geheele sei zoen is reeds een aantrekkelijk programma vastgesteld. Het bestuur had een uitstekend variété programma samengesteld, dat geheel door Haarlemsche amateurs verzorgd werd. Daar was in de eerste plaats de humorist van den avond, den heer J. van Tongeren, die de aanwezigen gezellig bezighield. De heer Bos wekte bewondering door zijn acrobatische verrichtingen. Van geheel ander genre was de fijne Menuet van Beethoven, gedanst door de dames M. Groeneveld en F. Westervoorde, begeleid door mej. W. Westervoorde. „The Groacking Nightingales", een ensemble ge vormd door vier zangers en een guitarist, hadden groot succes. Het volgende nummer van het non-stop programma was het optreden van den buik spreker Kees Ventro. Het bekende duo-Rey- mering en van Klaveren bleek virtuooos te zijn op het gebied van „mondharmonica-jazz", waaronder men moet verstaan het producee- ren van jazz-muziek op de ouderwetsche mondharmonica's. Nadat het variété-programma afgewerkt was, werd de dansvloer in beslag genomen door de danslustige leden van de Overijsel sche Ontspanningsvereeniging. Het geani meerde bal hield de aanwezigen nog lang in vroolïjke stemming bijeen. Zoo maar hun gang laten gaan, of (Adv. Ingez. Med.) De dreigementen geuit door ouders bij hun bestraffing zijn niet anders dan een openlijke bekentenis van onmacht. Laat dat of andersof: ik zal je of: pas op hoor! anders gebeurt er dit of.... Zóó moet het niet. Laat dat, zonder meer moet voldoende zijn en als laat dat, niet voldoende blijkt te zijn, dan volgt er een milde straf, niet een langdradige uiteenzetting, niet een veronge lijkt opspelen, niet een onbeheerschte drift bui van moeder, doch een milde straf, die ook ten uitvoer wordt gebracht, want dit is het groote gevaar van de hedendaagsche kinder opvoeding: er wordt gedreigd, geschreeuwd, er zijn onverkwikkelijke scènes, maar tot da den komt het niet, behalve tot een enkele in drift toegedienden klap, de meest onjuiste straf, die er is. Vaak kondigen kinderen hun voornemen aan iets te doen, dat hun verboden is en als zij niettegenstaande bedreiging en verbod toch doen, wat zij hebben aangekondigd, dan geven zij naast ongehoorzaamheid tevens blijk van durf, vasthoudendheid en vastheid van wil. De moeders zien alleen de scherven, de vlekken of de scheuren en natuurlijk de on gehoorzaamheid. Voor de andere opgesomde karaktereigenschappen hebben zij geen oog. Zij zien ze eenvoudig niet. Het is merkwaar dig hoe wij, bij het verbieden, in onze kinde ren een begrip en een inzicht in groote-men- schen-aangelegenheden veronderstellen, dat zij onmogelijk kunnen bezitten en dat komt, omdat wij ons niet vermogen te verplaatsen in den gedachtengang van het kind. De eenige juiste manier met kinderen is die van de logica: van oorzaak-en-gevolg. Bijvoorbeeld: Jantje heeft een kegelspel ge kregen. De zware houten ballen zijn om te rol len, maar volstrekt niet om mee te gooien. Jantje krijgt echter een onbedwingbare lust, om met dien houten bal net zoo te doen als met zijn rubberbal. Eén - twee - drie - daar gaat hij. hoog de lucht in! De eerste maal gaat het goed; de tweede maal is op het kantje af en de derde maal breekt er onherroepelijk iets. Wat nu? Nu is de eenige manier een kort maar krachtig: het is je eigen schuld! En dan: het kegelspel de kast in onher roepelijk. Het lijkt heel eenvoudig, nietwaar? Maar juist dat onherroepelijke is zoo lastig, want meen maar niet dat het zoo gemakkelijk gaat, Jantje zijn pas gekregen schat weer te ontfutselen. Hij stampvoet, brult, huilt, smeekt, snikt enmoeder is alweer half gewonnen, zij haalt het kegelspel weer te voorschijn, zij wil Jantje laten belovenWat wil zij hem laten beloven? Het komt er niets op aan Jantje belooft voetstoots, herhaalt alles, wat hem voorgezegd wordt zonder er iets van te begrijpen, zonder er een moment over na te denken, dat die ge sproken woorden een belofte inhouden, een belofte, die een verplichting met zich brengt. Hij zegt na, wat moeder hem voorzegt en c'an heeft hij meteen zijn speelgoed terug. Hij heeft toch belóófdzegt moeder, blij van het gezanik af te zijn. Maar hij heeft niet beloofd, hij heeft iets nagebauwd en, slim als hij is, begrepen, dat hij daarmede het begeerde speelgoed, dat hem dreigde te ontgaan, terug kon krijgen. Dit gaat éénmaal zoo, tweemaal, meerma len. Jantje heeft al gauw den draai te pakken van het „beloven" en het duurt niet lang, of hij komt er uit eigen beweging mee aan, zoo dra hij iets misdeed. Zie je wel, hij ziet toch in dat hij iets ver keerds deed! prijst moeder trotsch. Spijt en karaktervorming? Weineen! Dwingen in door moeder bedachte woorden. Dat dit inderdaad zoo is, kunt gij vaak mer ken, wanneer het ik-zal-het-nooit-weer-doen- trucje zonder resultaat blijft. Steeds driftiger herhaalt het kind de voor hem vrijwel zonder beteekenis zijnde woorden, hij bedoelt er immers niets anders mee dan? geef het nou terug, toe nou! Gemakkelijk voor moeder? Och kom, dat is maar eventjes en alleen den eersten keer, wel dra ontwikkelt zich een ongezeggelijk dwinge land, op wien niets vat heeft. AMY GROSKAMP-TEN HAVE VRAAGT POLIS VOOR 2 JARIGE VERZEKERING VAN LAMPEN EN REPARATIEKOSTEN SCHOTERWEG 1, TELEFOON 1665?. (Adv. Ingez. Med.) PROGRAMMA DER HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP VRIJDAG 25 SEPT. Progr. 1: Hilversum n (Huizen). Progr. 2: Hilversum I. Progr. 3: 8.— Keulen. Concert d. h. Orkest van de S. A. Brigade 6 Danzig olv. Bruno Bu- kolt. 8.20 Kalenderblatt. Tijdsein. Weerbericht Waterst. ber. 8.30 Gymnastiek voor de vrouw 8.45 Diversen 11.20 Parijs Radio. Populair con cert d. h. Orkest olv. Pierre Mangeret 11.50 Causerie voor boeren 12.05 Causerie voor Is raëlieten. 12.35 Vervolg concert 1.05 Brussel Vlaamsch. Concert olv. Paul Douliez 1.20 Ge sproken dagblad d. h. N. I. R. 1.30 Concert olv Walter Feron. 1.50 Gramofoonmuziek. 2.20 Deutschlandsender. Allerlei von zwei bis drei! 2.35 Keulen. Gramofoonmuziek. 3.35 Deutsch landsender. Kinderkoorzang. 3.50 Mit blenden auf. 4.20 Keulen, Freitag zwischen vier und sechs 6.20 Programma van Leipzig ,Heinz Butsche en zijn orkest. 7.20 Brussel, Vlaamsch Viool recital door George Maes 7.50 London Regional. Melodious Minutes. 8.05 Diversen. 8.20 Parijs Radio. Corsicaansche muziek. 8.50 Berlijn. Amusementsmuziek. 9.30 Droitwich. Fred Hartley met zijn Novelty Kwintet en Briand Lawrence. 10.— Parijs Radio. Concert door de Association nationale des auteurs en compositeurs anciens combattant 10.30 Wee- nen. Een uur Schrammelmuziek. 11.Berlijn (Stuttgart) Populaire muziek. Progr. 4: 8— Brussel Vlaamsch. Gymnas tiekles 8.20 Tijdsein, Gramofoonmuziek 8.30 Kroniek van den dag 8.40 Gramofoonplaat 8.45 Gesproken dagblad v. h. N. I. R. 9.— Gra mofoonmuziek. 10.35 London Regional. Korte Godsdienstoefening. 10.50 Tijdsein v. Green wich. Weerbericht 11.05 Orgelconcert door Rowland Tims 11.50 Het Rutland Square en New Victoria Orkest olv. Norman Austin. 12.50 Alfredo Campoli en zijn orkest. 1.35 Gramo foonmuziek 2.05 Het BBC Nothern Orkest olv. Alf. Barker 3.05 Piano recital door Cecil Turner 3.35 Gramofoonmuziek 4.20 Droit wich. Het BBC Midland Orkest olv. Leslie Ho ward 5.35 Het Gershom Parkington Kwintet 6.20 Diversen 6.45 Droitwich. Het BBC orkest Afd. C. olv. Fritz Hart 7.30 Scott Goddard: Meaning in instrumental music 7.50 Het BBC Koor Afd. A. olv. Trevor Harvey. 8.20 Londen Regional. Pianorecital door Charles Lynch. 8.50 Peter Yorke en zijn orkest 9.25 Prome nade concert in de Queen's Hall. London door het B'BC Symph. Orkest olv. Sir Henry J. Wood 10.Diversen 10.50 London Regional Billy Cotton en zijn orkest. Progr. 5: 8.007.Diversen. 7.Eigen gramofoonplatenconcert: Koor en Orgel. 1. Wer hat dich, du schoner Wald, Berl. Lehrer Gesang Vereen. 2. Die Klosterglocken, Odeon Orgel. 3, Standchen, Wiener Sanger Knaben. 4. Don Pasquale, Scala Htoor v. Milaan. 5. Rus- sisches Potpourri 2 dien, Oeral Kozakken koor. 6. Geschichten aus dem Wienerwald, Berin. Lehrer Gesang Vereen. 7. Idem. idem. 8. Amoureuze, Pierre Palla. 9. Der Linden- baum, Berl. Lehrer Gesang Vereen. 10. Der Rosenkranz, Odeon Orgel. ll.Solveigs Lied, Wiener Sangerknaben. 12. Cavalleria Rusti- cana, Scala Koor v. Milaan. 13. Perfume of the past, Pierre Palla. 8.0012.Diversen. Het Bridge-partijtje. Tk had al zoo vaak beloofd om eens bij tante Wies te komen logeeren, dat ik zelf wel voelde, dat het er nu maar eens van moest komen, wilde ik de goeie ziel niet beleedigen. Ieder jaar opnieuw zei ze het „Kind, je moet er noodig eens uit. Je kinderen zijn nu weer naar school, dus je kunt het waarnemen. Doe het nu. kom een paar dagen". Het werd be paald moeilijk om motieven te vinden voor een redelijk excuus en bovendien had ze gelijk; na de groote vacantie, als de kinderen weer rustig en geregeld werkten en alles weer z'n gewonen gang ging, had ik behoefte aan een dag of drie afleiding. Maar och, die behoefte slijt gauw genoeg af in je gewone bezigheden en eigenlijk voel je zooiets pas, als een ander je er attent op maakt. Maar dat was zeker, liever was ik thuis, voortsjokkend in het ga reel, dan een paar dagen „uit" bij tante Wies. Tante Wies is een schat. Een van die oudere, goedwillende en licht ontroerde, dames, die niet kunnen gelooven dat de wereld slecht is en die nog argeloos denken dat een modern meisje van vijftien blij is met een zuurbal van een cent, omdat zij, in hun jaren, er ook zoo blij mee waren. Wat niet waar is, maar dat lijkt zoo in de herinnering. Maar met dat al is een verblijf bij tante Wies niet opwindend en je moet er niet heengaan met de verwach ting afleiding van je zorgen te vinden, zoodat het begrijpelijk is, dat ik niet zoo bijster en thousiast was. Enfin ik ben dan dit keer gegaan en heb drie volle dagen uitgezeten, waarna ik. gemo tiveerd door heimwee, terug kon gaan. Dit klinkt allemaal erg onaardig en ondankbaar, en dat nog wel. waar tante Wies zich zooveel moeite gaf om het me naar den zin te maken. Alle vriendinnen van het gehucht waren ge alarmeerd, zoodat ik een avondje was ver zocht bij juffrouw Marie van Maetere de Weert, een avondje bij juffrouw Tine van Heuckelingen, een middagje bij mevrouw de weduwe Moutraver—van Upsinger en een avondje bij mevrouw Frederiks—op ter Loo. de doktersvrouw. Dit laatste avondje werd omgezet in een middagje, in verband met m'n heimwee en vervroegd vertrek, want tante Wies wilde het zich niet laten ontnemen, mij een „afscheidsavond" aan te bieden. Daar op de vorige avondjes en middagjes de politiek, de toestand in Spanje, de verloving van de Prinses, de geslaagde weck van boonen en doppers, een aangebrande pruimenjam omdat je zoo'n meid nu ook nóóit eens vijf minuten kunt vertrouwen en de chronique scandaleuse, in den breede en bij herhaling besproken waren, zag ik tegen dit feest nogal op en ik vroeg aan tante of we niet het een of ander konden doen. „Doen?" „Ik bedoel een spelletje of zoo. Wordt er hier niet gebridget?" „Ja kindje (nichtjes worden nooit volwas sen», maar kijk eens hier" dit met een be denkelijk gezicht „we zijn gewend om goed te spelen, zie je Je moet denken, we hebben hier niet zooveel vertier als in een stad en dan zoeken we het maar in de gezelligheid van een kaartje. Denk je „Nou tante, het zal wel gaan, denk ik. Wij spelen ook wel eens een spelletje. Ik zal m'n best doen in ieder geval." Zoo zaten we dan om half acht om het ouderwetsche notenhouten speeltafeltje. Tante in een van haar geliefde streepjesbloesjes, die ze zoo „vlug" vindt staan, met een tullen lapje om haar hals, gesteund door gegolfde ba leintjes. het haar naar achteren en door middel van kammetjes bollend omhoog' staand, met in het midden een kunstig gelegde knoop, en een roode zenuwvlek onder tegen haar linkerwang, vanwege het soupertje dat ze nu in handen van die stuntelige Aaltje moest laten. Mejuffrouw Marie van Maetere de Weert en mevrouw de weduwe Mouthaver—van Up singer waren evenredig gekleed en zaten statig en plechtig te wachten op de dingen die komen zouden, „Hoe spelen we?" informeerde ik „trekken we, of Verbazing op de gezichten en tante Wies keek onrustig. „Hoezoo kind?" ,.Ik bedoel, wie of er samen speelt. Of hebt U vaste partners?" „Wie of er samen speelt? Wel wij met z'n vieren natuurlijk." „Ja tante, dat begrijp ik, maar ik bedoel met wie U samen speelt. U bijvoorbeeld met juffrouw van Maetere en mevrouw Mouthaver met mij. of omgekeerd?" „Oh zoo, hoe of we gaan zitten bedoel je. Nou ik dacht dat Marie maar hier moest gaan zitten, dan heeft ze geen last van het raam en als jij dan daar wilt gaan zitten kind. jij bent de jongste, jij hebt nog zoo geen last van tocht, dan ga ik hier bij het theeblad en jij Fine dan daar maar. Hoe zitten we nu? Mooi, dan speel ik met jou Marie en Fine met m'n nicht. Jij bent de jongste, kind, wil jij even geven?" „Best hoor. Schudt U dan even tante?" „Och wat, die kaarten zijn wel door elkaar hoor. Geef ze maar zoo „Alstublief juffrouw en ik schoof de kaar ten naar juffrouw van Maetere, die me ont hutst aankeek. „Wat moet ik daarmee? U zou toch geven?" „Jawel, maar wilt u dan even coupeeren?" „Coupeeren? Wat is dat?" „Zoo'n pakje er boven af nemen" wist me vrouw Mouthaven, „dat doen ze in de stad wel, voor valschspelers en zoowat meer." „Nou maar" zei juffrouw van Maetere, „dat zijn we hier niet gewend hoor en als U soms denkt dat we valsch spelen „Kom Marie", suste tante Wies met hooge kleuren „dat kind is dat zoo gewend, daar moet je nou direct geen kwaad van denken." „Nou ja. maar als Fine toch zegt, dat het voor valsch spelen is! Nou toe dan maar, geeft U dan maar mevrouw." Een beetje glimlachend deelde ik de kaar ten en ik liet m'n vraag over het systeem dat ze speelden maar achterwege, ik begreep het nu wel zoowat en over de spelkwaliteit maak te ik me geen illusies. „Een schoppen" bood ik. Tante Wies dacht lang na. „Schoppen?" Zeg jij schoppen? Dat had ik ook willen zeggen. Nou dan zeg ik twee klaveren." Mijn partner keek haar twijfelend aan. on derzocht mij toen met een vragenden blik en bood toen „nou, dan pas ik maar." Juffrouw Marie zei zonder blikken of blozen „twee harten". In mijn kaart kon ik zien. dat ze op een angstige manier down moesten gaan en om den slechten indruk niet nog te vergrooten bood ik maar twee sans atout. „Sans atout?" vroeg tante Wies, „wat is dat nou weer?" „Ja. dat spelen we hier nooit", vond ook mevrouw Mouthaver. „Hoe zei u? Atoe? Dat kennen we hier niet." „Weet U niet wat sans atout is? Zonder troef! De hoogste kaart geldt!" „O sans!" riepen ze, op een toon van „nou zeg dat dan" en tante Wies zei opgelucht „ze bedoelt sans. Twee sans biedt ze dus. Nou ik zeg drie harten." Mijn partner had weer moeilijkheden, maar achtte het toch maar beter om te passen. Juffrouw Marie zei „Drie harten? En die moet ik spelen hè? Nou, dat lijkt me een beetje te veel hoor. U uit, mevrouw." Ik maakte met de hand een draaiende be weging, waarmee we onder "nenrien aangeven lat het spel gedubbeld is „Wat doe je nou?" vroeg tante Wies. „Ik dubbel." „Dubbel? Wat is dat nou weer?" „Die drie harten worden gekraakt." „Gekraakt?" „Nou ja, hoe noemt u dat dan? Gedubbeld, gekraakt, gedoubleei'd". Ze keken verbaasd. „Nou, ik dubbel ze. U weet wel, iedere ver- liesslag telt dubbel en iedere winstslag ook. Dat staat toch op iedere bridgetelling". „Nou maar dat spelen we hier nooit, wel Wies?" Tante Wies zat er erg mee in, maar wilde mij toch ook weer niet afvallen tegenover de vriendinnen. „Dat is dan zeker die nieuwe manier, waarover je in de krant leest, niet kind?" Ik knikte maar vaag, om verdere uitleg gingen te vermijden. „Dan doe ik het niet", besliste juffrouw Marie, speelt u dan maar die twee sans". Dat werd me toch te bar. „Dat gaat toch niet dames. Een bod is een bod". „Ja maar, u hebt pas gedubbeld, toen ik zei dat het wel wat veel was, dat bod. Dat had u toch eigenlijk niet mogen doen. Dat is niet eerlijk". „Niet eerlijk? Praat u liever niet onder het spel, daar geeft u indices mee, dat is niet eer lijk". „Indices?" verwonderde mevrouw Moutha ver zich, maar tante Wies viel in: „Drie har ten gedoubleerd? Dan zeg ik drie schoppen". Natuurlijk kon ik dat niet doorlaten: „die dubbel ik". Juffrouw Marie keek woest en zag paars. „Ik heb geen schoppen. Wat doen we nou? Heb jij veel klavers? Daar heb ik de vrouw van met twee kleintjes. Zullen we dan maar klaveren doen?" Tante Wies keek benauwd, maar ik knikte haar maar eens opwekkend toe. Ze had zelf klaveren geboden en met dien steun zou dat wel het beste zijn. Ik had er maar één, dus dat zou wel hun beste kleur zijn. Tante Wies wilde nog iets zeggen, angstig keek ze ons beurt om beurt aan, maar toen paste ze, waarna opeens mevrouw Mouthaver uit haar slof schoot en triomfantelijk dub belde. „Dat is geen spel meer", zei juffrouw Marie „dat doe ik niet". „Toe Marie", suste tante, „misschien valt het wel mee" „Welja", deed ik vroolijk, „als u het haalt heeft u de manche!" Juffrouw Marie zei niets meer en legde haar kaarten open op tafel. Medelijdend keek ik naar tante Wies die met dat soepje vier kla veren moest spelen. Harten aas lag er met twee kleintjes, verder nog de al genoemde klaverenvrouw en voor de rest poploos. „Maar waarom heeft u harten geboden?" vroeg ik. „Dat is toch geen speelbare kleur?" „Dat is toch zeker het aas?" vroeg ze met toegenepen lippen en met het air van: wat zeg je van zoo'n uilskuiken? Tante Wies zag kans om dank zij slecht spel zeven gedubbeld down te gaan. Ze durfde niet op of om te kijken en ging van nood maar gauw aan het theeschenken. Aan het tafeltje heerschte stilte. Mevrouw Mouthaver probeer de met weinig succes om bescheiden en mee warig te kijken. Ik snoot m'n neus maar eens en poederde hem toen. Juffrouw Marie trom melde met haar vingers op tafel. „Hoeveel klaveren had jij?" vroeg ze toen opeens aan m'n arme tante Wies. „Het aas met nog eentje". „Dat klopt", zei mevrouw Mouthaver, „ik had er zeven van heer boer tien". „Waarom noemde je hem dan niet?" wilde juffrouw Marie weer weten. „Nou, Wies had hem toch al genoemd?" „Ja", zei tante Wies. „Ik kon m'n schoppen niet noemen, omdat m'n nicht die al had geboden". „Zoo. Dus we konden niet bieden, omdat zij schoppen bood", zei juffrouw Marie zwaar en dreigend. „Nou, maar op zoo'n manier kun nen we niet spelen. Dat zijn we hier niet ge wend, mevrouw". „Maar m'n beste juffrouw van Maetere, ik had schoppenvrouw zesde!" „U had immers geen aas of niets van die kleur! Nee mevrouw, zoo spelen we hier niet. We bieden wat we hebben, is het niet Fine?" Tante Wies kwam haastig met de koekjes. „Ik denk dat het komt door dat nieuwe ge doe, daar tellen ze poppen en zoo meer. Daar is het kind van in de war geraakt, niet kindje?" en ze stootte me zachtjes aan. „Ja tante", zei ik gehoorzaam en mevrouw Mouthaver stelde voor, dat we dan maar een ander spelletje moesten doen, één en twinti gen of zooiets. Nadat ik duidelijk had gedemonstreerd, dat ze me in dat spel den loef afstaken zakte de vijandelijke stemming en bij het soupertje, dat wonder boven wonder niet door Aaltje verknoeid was, kwam er weer zooiets als Ge noeglijkheid onder de dametjes, maar "ik zuchtte van verlichting toen ik de dekens over me heen sloeg en uitrekende, dat ik twaalf uur later weer thuis zou zijn. HELEN

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 10