Behoud van Oud-Vader land sche cultuur.
Het internationale muntvergelijk en zijn doel,
V K IJ D A G 2 OCTOBER 1936
H A A SL'E M'S D A G B C A O
7
Monumentenzorg in Nederland.
Wij missen een wettelijke
bescherming.
In de serie Bekende Nederlanders voor
tien Phohi-microfoon". heeft Prof. Ir. J, A.
G. van der Steur, te Oosterbeek, voorzitter
van de Rijkscommissie voor de Monumenten
zorg in Nederland, in een tweegesprek ver
schillende belangwekkende mededeelingen
gedaan over den arbeid dezer Commissie en
naar aanleiding daarvan over „behoud van
oud-vaderlandsche architectuur en cultuur'
De hoogleeraar merkte allereerst op, dat
men in ons land in het algemeen een groote
onbekendheid met de samenstelling' en de
werkwijze der Rijksmonumentencommissie
ontwaart Wij zijn, aldus spr., wel erg achter
lijk geweest en in den tijd, dat in andere lan
den reeds een Monumentenwet bestond,
welke paal en perk stelde aan de slooping en
vernietiging van de monumenten, bepaalde
men zich bij ons vaak tot lijdelijk toezien,
zonder noemenswaardig protest van de zijde
van het publiek. Zoo kon het b.v. gebeuren,
dat in Haarlem twee prachtige oude stads
poorten met de aansluitende wallen werden
gesloopt; schilderijen van Frans Hals wer
den uit het Hofje van Beresteyn te Haarlem
verkocht en vormen thans glanspunten in
het Parijsche Louvre. Het schitterend oksaal
van de St. Janskerk in Den Bosch ging naar
Londen, en zoo zou men een zeer lange lijst
kunnen samenstellen, aldus prof. v. d. Steur.
Vervolgens gaf de oud-hoogleeraar een
historisch overzicht van de tot standkoming
van de tegenwoordige Rijkscommissie voor
de Monumentenzorg, waarbij hij in het bij
zonder het werk releveerde, dat wijlen Vic
tor de Stuers gedaan heeft, terwijl hij ook
de aandacht vestigde op den arbeid van Dr.
Cuypers en Kromhout. Wat den arbeid van
de tegenwoordige Commissie betreft, prof.
Van der Steur acht het een zeer gelukkig
feit, dat Nederland beschikt over een man als
Dr. J, Kalf, een kracht van beteekenis,
iemand die onze monumenten en hun ge
schiedenis kent als geen ander.
Sprekende over de jaarlijksche voorstellen
welke de Commissie aaai den minister van
Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen doet
voor de bedragen, welke noodig zijn voor de
verschillende subsidies, merkte prof. Van der
Steur op, dat men dan wel eens te hooren
krijgt, dat dit of dat niet gaat, of dat een
gevraagd bedrag niet geheel kan beschik
baar gesteld worden. Dat is nu eenmaal de
harde noodzakelijkheid, waarbij de Commis
sie zich heeft neer te leggen. Maar in het
algemeen moet ik tochhzeggen, aldus Prof.
van der Steur, dat wij niet te klagen hebben,
vooral nu in den laatsten tijd bij de regee
ring het begrip doordringt, dat restauratie
werken, waaraan naar verhouding veel ar
beidsloon wordt besteed, meer dan aan an
dere bouwwerken, uitstekende objecten zijn
voor werkverschaffing. Eenig denkbeeld van
de beschikbare gelden voor restauraties
krijgt men uit het feit, dat in 1919 beschik
baar was ongeveer 235.000, dat dit cijfer
klom tot bijna 700.000 in 1931 en sedert ge
daald is tot ongeveer 525.000 gulden.
Wat de commissie doet.
De spreker weës vervolgens op den „daad
werkelijken" arbeid van de Rijkscommissie
voor de Monumentenzorg in Nederland. Nor
male gang van zaken is, dat de eigenaars van
een gebouw zich wenden tot den minister
van Onderwijs om subsidie te verkrijgen, en
dat, als de minister bereid is, die op advies
van de Commissie te geven en ook gewoon
lijk andere instanties als de Provincie, de
burgerlijke Gemeente, voor Prot. kerken de
Synode, hebben meegeholpen en de Kamer
de gelden heeft gevoteerd, de werkzaamhe
den kunnen beginnen.
Het Rijk geeft gewoonlijk 40 pet. van de
restauratiekosten, de Provincie 20 pet., som
migen 10 pet. en wat er tekort komt, moe
ten de eigenaren zelf betalen,
Wat „verkregen resultaten" betreft, dien
aangaande zeide professor Van der Steur het
volgende. Tot de belangrijkste behooren de
St. Janskerk in Den Bosch en de kerk in
Breda, waarvan de restauratie nog altijd
voortduurt. Ook de Domkerk te Utrecht, de
torens te Utrecht, Amersfoort en te Rhenen,
de kerk te Alkmaar, de Pieterskerk te Leiden,
de kerk te Arnhem. Een der belangrijkste
restauraties is die van het raadhuis te Veere,
en thans is nog in behandeling het herstel
van den gevel van het verbrande stadhuis te
Leiden. Ook bij de restauratie van de kerk
te Delft, had de Commissie een taak te ver
vullen. Behalve de verschillende monumen
ten, waarmede de Commissie zich bemoeit op
grond van verleende subsidies, bezit ook het
Rijk zelf tal van monumenten, b.v. de kerk
te Veere, het Huis Maaryen van Rossum, te
Zaltbommel, het Kasteel Radboud te Medem-
blik, de ruïne van Brederode. het Slot Loe-
vestein e.a., waaraan jaarlijks ongeveer
100.000 gulden voor onderhoud en herstelling
wordt besteed. Spr. wees nog op de herstel
ling van den Martini-toren te Groningen,
van recenten datum, welke gelijk bekend
eerstdaags onderhanden wordt genomen
en waarvoor het Werkfonds de gelden ver
strekt. Naar aanleiding- van een vraag over
deze restauratie, antwoordde de oud-hoog
leeraar, dat een afdoende restauratie van
den Martini zeker mogelijk is, anders zouden
de gelden daarvoor niet zijn verstrekt. Prof.
v. d. Steur rekent, dat ongeveer drie jaar
noodig zijn voor de consolidatie van het ge
bouw en daarna nog zeker drie a vijf jaar
voor de aesthetische herstelling.
Over de wijze van restaureeren werd het
volgende medegedeeld. Toen de Commissie
in 1918 optrad, was het raadhuis te Middel
burg bijna gereed. Er ontbraken nog enkele
beelden en de Commissie heeft toen gelegen
heid gehad, twee methoden van restauratie
toe te passen, nl. een beeld naar een oud,
half-vergaan voorbeeld te copieeren en op
dracht te geven voor het maken van een
geheel nieuw beeld, in het oude bouwwerk
passend. Beide methoden zijn met succes
toegepast. In het raadhuis te Veere. waar de
beelden zeer vergaan waren, zijn geheel
nieuwe beelden gemaakt door Wenckebach,
en dit is een succes geworden.
Professor Van de Steur legde er den na
druk op, dat de Commissie voor zulke op
drachten uitsluitend Nederlandsche beeld
houwers in aanmerking doet komen. Zoo
heeft Polet enkele beelden gemaakt voor het
oude raadhuis te Kampen, modern van op
vatting. maar uitstekend geslaagd, aldus de
hoogleeraar
Te weinig medewerking.
De spreker vestigde er voorts de aandacht
op, dat de burgemeesters het Departement
van O. K. en W. op de hoogte dienen te hou-
jden van oude bouwwerken, welke verouderd i
zijn of gesloopt zullen worden. Die aanschrij
vingen worden telkens herhaald, maar helaas
wordt er niet algemeen gevolg aan gegeven,
of wel bereiken die mededeelingen het De
partement te laat. Het ontbreken van een
Monumentenwet, aldus spreker, doet zich
dan ook wel zéér sterk gevoelen, Vele landen
hebben zulk een wet reeds lang en de Com
missie had in 1918 opdracht zulk een wet te
ontwerpen. Dat is ook geschied, maar allerlei
omstandigheden hebben helaas de indiening
daarvan tegen gehouden. In dit opzicht is
ons land zeer achterlijk; ware de wet er ge
weest. dan had er nog veel gespaard kunnen
blijven, wat nu is verdwenen. Sommige ge
meenten hebben getracht door .een Monu
mentenverordening iets te bereiken, wat wel
ten deele is gelukt, maar niet afdoende is.
Een van de belangrijkste dingen bij de
restauratie is natuurlijk de behandeling der
materialen. Het ongelukkig resultaat van
vele vroegere restauraties, aldus de voor
zitter van de Rij kscommissie voor de Monu
mentenzorg in Nederland, is ongetwijfeld
aan een.slechte bewerking der materialen te
wijten. Dat punt heeft dan ook de voortdu
rende aandacht der Commissie. De Engel-
schen hebben voor dit punt een kernachtige
uitdrukking: zij spreken van „de huid van
het gebouw". Om. aansluiting te krijgen aan
het oude werk, moeten de arbeiders daar
voor worden opgeleid. Dit geldt vooral het
steenhouwwerk; voor het metsel- en tim
merwerk gaat dit gemakkelijker. Men heeft
thans, na enkele jaren van scholing, een
groot aantal steenhouwers in ons land, die
uitstekend voor hun taak berekend zijn en
die in staat zijn den geest van het oude werk
te benaderen.
HET WORDT DRUKKER IN DE ROTTER-
DAMSCHE HAVEN.
De drukte in de Rotterdamsche haven is
dit jaar grooter dan in 1935. Sedert 1 Januari
van dit jaar zijn reeds 893 schepen meer in
Rotterdam gekomen dan over hetzelfde
tijdsverloop van 1935.
Ook in Amsterdam.
In de Amsterdamsche haven is thans nog
slechts één schip opgelegd.
NEDERLANDSCHE SPOORWEGEN.
De definitieve ontvangsten van de maand
Juni 1936 der Nederlandsche Spoorwegen
(incl. die der geëxploiteerde spqor- en tram
wegen) bedroegen totaal f 7.720.998.28 tegen
f 8.339.321,00 in 1935.
BOTERNOTEERING.
De commissie-noteering voor Nederlandsche
botor is voor de week van 5 tot 10 October
vastgesteld op 66 cent per KG.
In Sjanghai doen thans ook vrouwelijke
politiebeambten dienst. Links de inspectrice.
Landbouworganisaties tegen
opheffing der crisis
maatregelen.
Zoolang nog geen definitief oordeel over den
toestand geveld kan worden.
De Katholieke Nederlandsche Boeren-
Tuindersbond, het Koninklijk Nederlandsch
Landbouw Comité en de Christelijke Boeren-
en Tuindersbond in Nederland hebben een
adres gezonden aan den raad van ministers.
In dit adres wordt gezegd dat, zooals van
zelf spreek, de landbouw ten volle bereid is
om, voorzoover dit in zijn vermogen ligt, me
de te werken aan een zoo goed mogelijke op
lossing dezer moeilijkheden,
Intusschen dient niet uit het oog te wor
den verloren, dat er voor den boerenstand
een bestaansmogelijkheid behoort te blijven.
De drie centrale landbouworganisaties ver
zoeken den raad van ministers dan ook
dringend niet. het oor te leenen aan degenen,
die meenen, dat thans de moeilijkheden voor
den boerenstand van de baan zijn en dat
mitsdien de landbouiwcrisismaatregelen reeds
onmiddellijk en geheel zullen kunnen worden
gemist.
Hoewel nog in geenen deele overzien kan
worden hoe de toestand zich zal ontwikkelen,
meenen de centrale landbouworganisaties toch
in dit verband reeds de aandacht te moeten
vestigen op de volgende omstandigheden.
De moeilijkheden, waarmede land- en tuin
bouw sinds tal van jaren hebben te kampen,
worden voor een groot gedeelte veroorzaakt
door de steeds toenemende belemmeringen,
welke bij den afzet hunner producten op de
belangrijkste buitenlandsche markten worden
ondervonden, waardoor van een vrije prijsvor
ming op de wereldmarkt voor vele producten
nauwelijks meer sprake is. Door het losmaken
van den gulden van het goud worden deze
moeilijkheden niet verminderd.
Voorzoover nog een vrije wereldmarkt voor
sommige producten van onzen land- en tuin
bouw was overgebleven, waren de prijzen, wel
ke daar konden worden bedongen, vóórdat
de gulden van het goud was losgemaakt, veel
al zoodanig, dat het verschil, dat moest wor
den overbrugd, om de voortbrenging hier te
lande in stand te houden, soms meer dan
100 pCt, van den prijs op de wereldmarkt be
droeg. En zulks niettegenstaande het prijspeil
onzer landbouwproducten in vergelijking met
de laatste jaren voor den oorlog allengs tot
70 a 75 pCt. was gedaald, zoodat de aanpas
sing van de prijzen in den landbouw veel ver
der was voortgeschreden dan in vrijwel iedere
andere bedrijfstak. Hoewel de kans bestaat,
dat door het losmaken van den gulden van het
goud de prijzen onzer producten op de we
reldmarkt, in guldens uitgedrukt, een stijging
zullen vertoonen, valt toch voorshands niet
aan te nemen, dat hierdoor een verschil van
100 pCt. en meer van den wereldmarktpi-ijs
kan worden overbrugd.
Een derde omstandigheid waarmede moet
worden rekening gehouden is, dat, als gevolg
van het genomen besluit tot het losmaken
van den gulden van het goud, een stijging van
de bedrijfsonkosten van den land- en tuin
bouw moet worden verwacht, waarbij nog
komt, dat in de veehouderij de prijzen der be
langrijkste bedrijfsbenoodigdheden, de voe-
derstoffen, ook in de laatste voorafgaande
maanden reeds circa 20 pCt. zijn gestegen.
Zal eenerzijds de veehouderij in staat wor
den gesteld zonder verhooging van de prijzen
harer producten het bedrijf voort te zetten,
dan zal de prijsstijging van de voederartike
len moeten worden tegengegaan. Anderzijds
doet zich dan de vraag voor, in hoeverre dat
mogelijk is, zonder het voortbestaan van den
akkerbouw in gevaar te brengen.
Nu de regeering heeft bekend gemaakt, dat
een groot gedeelte van de landbouwcrisismaat
regelen voorloopig wordt opgeschort, zal wel
licht in sommige kringen worden veronder
steld, dat deze maatregelen thans op korten
termijn kunnen worden geliquideerd. In de
kringen onzer organisaties leeft ook het ver
langen, de regeeringsbemoeiingen met onze
bedrijven te doen ophouden, doch alleen, in
dien de omstandigheden dit mogelijk maken.
Onze organisaties meenen echter, onder ver
wijzing naar het voorgaande, in dit verband
op de grootst mogelijke voorzichtigheid te
moeten aandringen. In deze zeer onzekere
omstandigheden dient niet te worden overge
gaan tot opheffing van maatregelen, alvorens
de gevolgen hiervan kunnen worden overzien
en beoordeeld kan worden, in hoeverre dit
mogelijk is, zonder dat de vitale belangen van
land- en tuinbouw ernstig in gevaar worden
gebracht.
BLOEMENDAALSCHE REDDINGSBRIGADE.
De Bloemendaalsche Brigade vergadert a.s.
Vrijdagavond 9 Oct#»oer in hotel „Rozendaal"
te Overveen. De zwemoefeningen beginnen
op 18 October en worden om de 14 dagen ge
houden in Stoop's Bad, Zondags van l tot 2
uur.
Morgen heeft de overdracht aan de Marine plaats van den nieuwen kruiser
„De Ruyter", bij welke plechtigheid H. M. de Koningin aanwezig zal zijn. Het
oorlogsschip, dat voorzien is van een permanente verlichtingsinstallatie,
bij avond. (Foto Philips)
Over uitbreidingsplannen.
Hoe cultuurgronden van bebouwing zijn te
vrijwaren.
Lr. F. Ottevangers, ingenieur van Open
bare Werken te Haarlem, schrijft in het tijd
schrift „Publieke Werken" een artikel over
de reeds meermalen ook door ons vermelde
besproken kwestie over cultuurgronden in uit
breidingsplannen, in verband met 't bekende
Koninklijk besluit van 23 Dec. 1935, waarbij
goedkeuring onthouden werd aan een uit
breidingsplan voor Haarlem-Noord.
Hij schrijft o,a.:
„De vraag is nu: wat thans?
Het komt mij voor, dat de beste methode
is, natuurruimten en cultuurgrond-bestem
mingen in een streekplan vast te leggen,, in
dien de mogelijkheid van het opstellen van
een dergelijk plan aanwezig is. Een derge
lijke bestemmingsaanwijzing is geheel over
een komstig artikel 17. lid 5 van het Wo-
ningbesluit. Ook voor de grondeigenaren
wordt dan een zuivere rechtstoestand ver
kregen. Indien echter de opstelling van een
streekplan om verschillende redenen niet of
althans niet spoedig mogelijk is, zou getracht
kunnen worden een uitbreidingsplan vastge
steld te krijgen, waarbij de in het plan lig
gende land- en tuinbouwgebieden een be
stemming krijgen van „bebouwing ten be
hoeve van land- en tuinbouw" of wel „lan
delijke bebouwing", overeenkomstig een ad
vies van Prof. Josephus Jitta, In de bebou
wingsvoorschriften kan dan een en ander
nader geregeld en omschreven worden. Na
tuurgebieden, die men vrij van woningbouw
houden wil. zou men dan kunnen bestem
men voor zeer ruime bebouwing met land
huizen en buitenplaatsen op vrij grooten, in
de bebouwingsvoorschriften nader vast te
leggen ouderlingen afstand of met nader in
H.A. aan te geven minimum perceelsopper
vlakten. Op een dergelijke wijze was het on
langs ter visie gelegen hebbende uitbrei
dingsplan van de gemeente Velsen ingericht.
Onverschillig echter hoe men over rege
ling der bebouwing met behulp van de ge
meentelijke bouwverordening denkt, verdient
het onder de tegenwoordige^ omstandigheden
sterk aanbeveling, in de bouwverordening de
bepaling op te nemen, dat het verboden is
buiten het uitbreidingsplan te bouwen, be
halve boerderijen en andere gebouwen ten
behoeve van land- en tuinbouw. Fraai is dit
middel zeer zeker niet. Voor regeling der be
bouwing is de bouwverordening nu eenmaal
niet in het leven geroepen. Gezien echter de
tegenwoordige opvattingen der Regeering is
het wel de veiligste weg. Ook voor de be
scherming van natuurschoon in het weren
van lintbebouwing is dit middel afdoende.
Tegen laastgenoemd euvel werd het nog on
langs aanbevolen in een circulaire van de
Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten.
Artikel 73 der Amsterdamsche bouwverorde
ning bevat een dergelijke bepaling. Op die
wijze heeft men dan toch een middel om on-
gewenschte bebouwing te weren en een be
stemming van terreinen te verkrijgen, die
men met behulp van een uitbreidingsplan
niet of bezwaarlijk bereiken kan.
De positie van den Nederlandschen export.
LOMDEN, 30 September.
(Van onzen correspondent).
De afspraak tusschen Frankrijk, Engeland
en Amerika, waarmede wordt beoogd de
schommelingen op de internationale wissel
markt tot nauwelijks merkbare trillingen te
rug te brengen, opdat de handel beter zal
weten, waar hij aan toe is, heeft een veel
hooger indirect doel. Ze moet helpen den
vrede te verzekeren, het economisch even
wicht te herstellen, de welvaart in de we
reld te bevorderen.
Dat is terstond duidelijk te verstaan ge
geven door de stichters van het vergelijk en
duizend malen herhaald in de pers van de
wereld.
Met de afspraak hebben Engeland en
Amerika toegezegd Frankrijk te helpen met
het herstellen van de koersen, die door de
verlaging van de goudwaarde van den frank
noodig is geworden. De Kanselier van de
Schatkist hier is in de verklaring van den
afgeloopen Zaterdag, die den monetairen
maatregel vergezelde, nog wat verder ge
gaan. Die maatregel mocht niet op zichzelf
staan. De verstelling van de muntwaarden
en de handhaving van haar evenwicht bin
nen zeer kleine grenzen konden alleen lei
den tot het doel. de verzekering van den
vrede, het herstel van de economische orde,
den groei van den wereldhandel, indien
maatregelen voor bevrijding van den inter
nationalen handel uit zijn boeien er mee
samengingen. De verklaring liet op dit punt
aan duidelijkheid weinig te wenschen over.
De Britsche Schatkist „hecht het hoogste be
lang" aan maatregelen „zonder uitstel" die
de wereld geleidelijk zullen verlossen van
het huidig stelsel van quota's en de ver
schillende belemmerende nationale contro
les op het internationaal geldverkeer.
Hooge beschermende tarieven zijn als den
handel fnuikende maatregelen in de ver
klaring niet afzonderlijk genoemd. Maar ze
maken uiteraard deel uit van dat gewraakte
stelsel dat met den wereldhandel doet wat
de winterkou in de verbeelding van onzen
Borger indertijd had gedaan met den „Groot
vorst van Europa's Stroomen".
De Daily Telegraph schijnt dat ook zoo te
zien. In een bespreking van het debat in de
Fransche Kamer over de devaluatie van den
frank verwijt het blad eenigen afgevaardig
den daar gebrek aan besef van hetgeen de
drie groote democratieën met haar mone
tair vergelijk trachten te bereiken, omdat die
afgevaardigden aandrongen op tariefverhoo-
gïng. Wij hebben in de verslagen over dat
debat niets gelezen over tariefsverhooging,
die er in zou zijn verlangd. Zulk een stap
zou zeker aan Franschen kant onder de om
standigheden wat ongerijmd zijn. Maar de
Daily Telegraph stelt het vast en baseert er
op een pleidooi voor redelijkheid, waarin te
recht wordt opgemerkt, dat het hoofddoel
van het muntvergelijk zou worden gemist,
indien vrees voor de gevolgen van de deva
luatie van den frank uitdrukking zou vin
den in hoogere Fransche tariefmuren. Het
blad betoogt, dat de devalueerende landen,
indien zij voordeelen willen genieten in hun
uitvoerhandel, elke gedachte aan meer be
lemmering van den invoer van hun buren
van zich af moeten zetten.
Als dit geldt voor de landen, die midden
in het proces der devaluatie van hun munt
verkeeren, dan geldt het toch zeker ook voor
de landen, die dit proces sinds vijf jaar vol
tooid hebben.
Het is daarom verrassend in hetzelfde
blad een beschouwing te lezen van een land-
bouw-correspondent, die meer doet dan zin
spelen op de wenschelijkheid, zoo niet de
noodzakelijkheid, van maatregelen aan En-
gelschen kant voor verdere bescherming van
het binnenlandsch land- en tuinbouwbedrijf
nu gedevalueerde geldwaarden in Nederland.
Zwitserland en Frankrijk deze landen in
staat zullen stellen met meer succes op de
Engelsche markt te concurreeren in de vraag
naar fruit en groenten en bloembollen. „De
zorgvuldig opgebouwde tarievenschaal ter
vermijding van den overvloedigen invoer van
fruit en tuinbouwproducten gedurende het
Engelsche seizoen zal wellicht herziening be
hoeven", schrijft deze correspondent, al
voegt hij er geruststellend aan toe, dat de
herziening niet ingrijpend behoeft te zijn.
Hij herinnert ook aan een automatische ta-
riefverhooging, tot met 25 percent toe. die in
werking kan treden bij de devaluatie van
buitenlandsche munt. Het feit, dat deze ta-
riefverhooging automatisch zou zijn. maakt
haar niet minder echt en doet haar niet
minder het doel van het muntvergelijk mis
sen.
Er is deze maand, in het Engelsche groen-
tenseizoen, een tarief van 8 stuivers per cwt
op sla bijv. en de correspondent meent dat
dit tarief, nu de slaproduceerende exgoud-
landen hun geld gedevalueerd hebben, waar
schijnlijk zal moeten worden verhoogd om
de vaderlandsche moestuiniers te bescher
men en om dumping te voorkomen. „Een an
der merkwaardig gevolg van het verlaten
van den gouden standaard door Nederland
is, dat de beroemde Nederlandsche bloem
bollen dezen herfst veel goedkooper zullen zijn
tenzij het invoerrecht van 10 percent ad va
lorem wordt verhoogd". Het artikel geeft ge
lijksoortige voorbeelden voor Zwitserland en
Frankrijk en de algemeene tendenz is als
in de verschafte aanhalingen is aangeduid.
Men komt in de Engelsche bladen andere
voorbeelden tegen van dat gebrek aan besef
van hetgeen met het muntvergelijk wordt
beoogd, dat de Daily Telegraph bij de Fran
sche afgevaardigden had opgemerkt.
A. K. YAN R. I
Aanpakken in moeilijke tijden
Men verzoekt ons opneming van het volgende:
Dagelijks hoort en leest ons geheele volk
van werkloosheid, steun, werkverschaffing,
werkverruiming. Dagelijks lijden duizenden
ten gevolge van die werkloosheid. Algemeene
schrikbeelden hebben zich gevormd van el
lende eenerzijds, doch ook van opofferende
gemeenschapszin anderzijds. Wat gebeurt in
ons land, hoe zit dit alles in elkaar? Met me
dewerking van de Nederlandsche regeering zal
binnenkort een zeer belangrijk boekwerk ver
schijnen, dat het Nederlandsche volk op de
hoogte stelt van hetgeen er na de oorlogsjaren
tot heden door middel van werkverschaffing
en werkverruiming en ten behoeve van behoud
en verruiming van werkgelegenheid in den
lande is geschied.
Tekst en illustraties, hier en daar aangevuld
met statistieken en cijfers, geven een levendig
en interessant beeld van de groote beteekenis
van deze bemoeiingen ten behoeve van ons
volk.
In „het werkende land", opbouw van Ne
derland in moeilijke tijden, behandelt mr. W.
L. van Balen Jr. op onderhoudende wijze, wat
door de regeering is en wordt gedaan om de
werkgelegenheid te behouden en te bevorde
ren, terwijl de vele illustraties een beeld geven
van de zegenrijke gevolgen van de werkver
schaffing en de werkverruiming voor land en
volk.
Dit boek. dat op fraaie wijze op kwarto for
maat gedrukt, tegen een zeer billijken prijs
in den handel zal worden gebracht door de
uitgevers H. D. Tjeenk Willink en Zoon ie
Haarlem, verschijnt in November.
ONDERZOEK NAAR AANLEIDING VAN DE
BROCHURE-TROUPIN.
De ministers van financiën en van water
staat hebben aan de Eerste Kamer doen toe
komen een exemplaar van het rapport, be
vattende het resultaat van het onderzoek om
trent de beschuldigingen, voorkomende in de
brochure „Schande voor Nederland", door
V. H. J. Troupin, te Haarlem.
Van het instellen van dit onderzoek werd
mededeeling gedaan in de Memorie van Ant
woord op het door de Eerste Kamer uitge
brachte voorloopig verslag over het ontwerp
van wet tot vaststelling van hoofdstuk 9 (De
partement van Waterstaat) der rijksbegroo-
ting voor het dienstjaar 1935.
Het onderzoek werd op uitnoodiging der re
geering verricht door prof. ir. J. A. G. van der
Steur te Oosterbeek en dr. ir. G. W. van Heu-
kelom, te Bilthoven.
Het rapport is ter griffie der kamer neer
gelegd.
HAARLEMSCHE TOONEELVEREENIGING
„VRIENDSCHAP ZIJ ONS DOEL"
Bovengenoemde vereeniging geeft Don
derdag 15 October haar openingsvoorstelling
in gebouw St. Bavo, Smed'estraat. Opgevoerd
wordt „Saigon Milly", spel uit de wildernis in
drie bedrijven door de Hollandsche schijvers
P. J. Pieters en W. Bischot Jr. Ook nu stelt
V.Z.O.D. een aantal weïkeloozen-kaarten ver
krijgbaar, die op vertoon van stempelkaart
verkrijgbaar zijn bij H. v. d. Eijkhof. Korte
Poellaan 29, Th. Dammiaans, Hof van Eg-
mond 13 en bij A. de Vos, Semarangstraat
20, Haarlem N.
KUNST AAN HET VOLK
Het bestuur dezer Haarlemsche vereeniging
verzoekt ons het volgende te plaatsen:
Nu a.s .Zondag de wintertijd weer zal zijn
ingetreden en allen zoo zachtjes-aan achter
den haard zitten, vraagt men zich af, wat het
nieuwe winterseizoen op kunstgebied zal bren
gen. Vergeet u dan vooral niet, dat er een
vereeniging is, die u voor weinig geld zes mooie
avonden geeft waaronder één tooneelavond en
één dansavond, en dat de bekende figuur uit
België, Professor August Vermeijlen, 'n lezing
met lichtbeelden zal geven over Breughel. Het
secretariaat is bereid, u alle mogelijke inlich
tingen te geven of 'n prospectus te zenden.
Wat zeur je toch, Jan, ik moet toch ook mijn
instrument zelf dragen,
(T.he HumorlsbX