Een Hondenleven Contingenteeringen ingetrokken. (Minister van Lidth de Jeude doceert. Overeengekomen huur dient betaald. DINSDAG 6 OCTOBER 1936 HAASIE M'S DAGBEAl) zijnde Fragmenten Onze Belasfing. „Je bent een dure hond", zei Bob de kleine jongen. Ik wendde den kop en keek hem zijdelings verwijtend aan. Ons Ras schijnt een zekere vermaardheid te gemeten vanwege zijn gelaatsexpressies, als daar zijn de Lachende, de Spottende, de Weemoedige, de Verongelijk te en niet het minst de Verwijtende. Maar deze variëteit maakte ditmaal 'geen indruk. „Het is tóch zoo!", beweerde Bob. „Sinds we verhuisd zijn moet vader haast tweeënhalf maal zooveel hondenbelasting voor je beta len". Ik paste den Vragenden Blik toe. Die is ook heel goed. „We wonen nu in een andere gemeente, zie je", antwoordde Bob erop. De Stomverbaasde Blik kreeg geen antwoord meer. Tenslotte is Bob pas acht en begrijpt dus evenmin als ik, waarom we in een andere gemeente zijn en daar meer hondenbelasting- moeten betalen als we twee straten verderop wonen. Hoe kan dat nou? Houdt deze gemeente minder van honden dan de vorige? Dan zal ik haar aanblaffen als ik haar ooit tegenkom en herken, maar daar is niet veel kans op, want hoe ziet een gemeente eruit? Ik heb er niet het flauwste idéé van. Is er soms een andere reden voor de verhooging? Ben ik hier minder waaksch, of minder trouw, of een minder goeie klant van den slager dan in het vorige huis? Neen hoor! Eerder het tegen deel. Ik voel mij waakscher, trouwer en honge riger dan ooit. Wat zou er dan toch wel achter kunnen zitten? De Baas zegt dat ze de hondenbelasting verkeerd berekenen. Vroeger was het goed. Toen rekenden ze naar schofthoogte en hoe langer ze dat volhielden, hoe meer teckels en Schotsche terriers er kwamen. De hazewin den, de Deensche doggen, de Bouviers en an dere hoogsdhoftigen werden daarentegen steeds schaarscher, stierven schier uit. „Het was een gouden tijd", zegt de Baas. „voor het lage stroomlijn-moael, en als je toen al ge leefd had, Tom, zou je de keuze uit een col lectie knappe teckelmeisjes gehad hebben zooals je je nou heelemaal niet kunt voor stellen". Ik liet mijn fantasie werken. Zij slaagde er werkelijk niet in zich dit beeld te vormen. Hoe Is de toestand nu, als Amor's hondenseizoen daagt? Kilometers ver moet ik loopen om iets bekoorlijks te vinden dat niet een halven meter boven mij uitsteekt! Ik zuchtte. Het is toevallig net weer zoo ver. Mijn vriend James, wien ik het verhaal van de belasting-naar-sohofthoogte deed, is het Volkomen met mij eens dat deze toestand be hoorde hersteld te worden. De groote honden, zegt hij, hebben niets dan nadeelen. Ze nemen te veel plaats in, ze eten teveel en bovendien verlies je elk gevecht tegen hen tenzij het lafaards zijn, hetgeen gelukkig nogal eens voorkomt. Enfin, onze invloed schiet tekort: wij krijgen dat ouwe ideaal toch niet meer terug. Waarom dan maar geen actie voor algeheele afschaffing van de hondenbelasting? Onuitvoerbaar is die niet. Onlangs heb ik de Vrouw een bericht hooren voorlezen uit Szegedin, dat ergens in een ver land, dat Hon garije heet, schijnt te liggen. Daar was de ge meenteraad net bezig de hondenbelasting te verhoogen, toen de deur openvloog en twee honderd honden binnenstormden. De Raad vluchtte, de burgemeester klom op een kast en de tweehonderd Bazen zochten tenslotte hun trouwe vrienden weer uit. maar eerst hadden ze met 'hun vierhonderden bedongen, dat de verhooging niet door zou gaan. „Begin daar niet aan. Tom", zegt de Baas. „Houd je buiten de politiek. Ik zal die twin tig gulden belasting wel betalen. Je bent het mij heuseh wel waard. Wees niet bezorgd: je wordt er niet om afgeschaft, en als ik den dokter goed ken, James ook niet". „Maar waarom is er geen kattenbelasting?" blafte ik ineens, en dat wist hij evenmin. Dat vond hij ook heel zonderling. Als ze katten belasting hieven, zouden ze de onze kunnen afschaffen en er in het begin nog geld aan verdienen ook, want er zijn zeker tienmaal zooveel katten als honden. „Allemaal smet ten op het landschap", zegt James, die af en toe van die vertaalde uitdrukkingen uit zijn land gebruikt. Iedere hond zal dat met graag te beamen. „Maar dan zouden er weer veel katten af geschaft worden en Tom heeft er toch heel wat goede sport aan", vond de Vrouw en dat is ook weer waar. Ik moet het advies van den Baas dus maar volgen en mij buiten de poli tiek houden. Bovendien heeft hij mij herinnerd aan het bestaan van den mattenklopper, voor het geval dat zijn voorstel mijn instemming- niet mocht verwerven. En aan dit zwiepend argument zijn te veel pijnlijke herinneringen verbonden. Dus leg ik mij ruggelings op den stoel met het zachtste kussen en val maar liever in Naar wij vernemen, zullen dezer dagen worden ingetrokken de con- tingenteeringen van zooileder, tuig en zadelleder, drijfriemen en tech nisch leder. In verband met de ge troffen monetaire maatregelen kan de opheffing van eenige andere con tingen teeringsmaatregelen spoe dig verwacht worden. Tevens zal de toepassing van de contingenteerings- maatregelen in het algemeen soe peler worden, teneinde prijsopdrij ving van de gecontingenteerde goe deren te voorkomen. Ten aanzien van de aanhangige contmgentee- ringsaanvragen zal de regeering voorloopig een afwachtende houding aannemen. Over het nieuwe motor- en rijwielreglement. Weer stortingen in de clearing met Italië. Het Nederlandsch clearinginstituut maakt bekend, dat met ingang van heden, weder stortingen in de clearing met Italië worden aangenomen Met het oog op het feit, dat de clearing- koers der lire op het oogenblik niet kan wor den vastgesteld, zullen stortingen op in lires luidende verplichtingen slechts voorloopig en onder voorbehoud worden aanvaard. Brutale inbraak te Remmel. Dader gearresteerd. In den nacht van Maandag is te Remmel een brutale inbraak gepleegd, een der vele inbraken waardoor in de Betuwe tusschen Nijmegen en Arnhem voortdurend onrust ontstaat. Een man drong het huis van de weduwe M. aldaar binnen. Toen de zoon des huizes naar de markt was gegaan, is de dader door het achterhuis in de slaapkamer der wo ning binnengekomen. Hij zocht de geheele kamer af naar geld. dat onder het bed moest liggen. De man werd door de weduwe M. ver rast en gegrepen. Hij wist evenwel te ont vluchten met meenemen van een kistje, waarin evenwel niet het geld, doch papieren waren opgeborgen. Later heeft men het kistje terug gevonden op den Maasdijk. Maandagmiddag te Nijmegen is zekeren G. J. uit Gendt gearresteerd. De gearresteer- STIER DOODT LANDBOUWER. Maandagmiddag was de landbouwer Ol- derkamp, uit Werven (gem, Heerde) bezig met het wasschen van een stier, welke be stemd was voor een tentoonstelling. Plotseling trapte het dier den boer en wel zoodanig, dat deze bijna onmiddellijk na het gebeurde aan zijn verwondingen overleed Het huwelijksgeschenk voor de Prinses van de jeugd. Het comité, dat gevormd is uit vertegen woordigers van het gymnasiaal-, middelbaar- en nijverheidsonderwijs, met het doel, in sa menwerking met het Nationaal Comité, een huldeblijk van de jeugd aan de prinses aan te bieden, bij gelegenheid van haar huwelijk, heeft Zaterdagmiddag een bijeenkomst gehou den met vertegenwoordigers van de hoofdbe sturen van het M. U. L. O. en L. O. Na enkele besprekingen hebben de aanwezige vertegenwoordigers van de hoofdbesturen hun medewerking bij de inzameling van gelden toegezegd. Het comité werd uitgebreid tot acht vertegenwoordigers van het onderwijs en acht leerlingen. Het bureau wordt gevormd door: dr. Joh. H. van Rurkom, voorzitter, Adelheidstraat 227, den Haag, A. P. Jongcurt, secretaris, Van Lu- meystraat 12, den Haag, dr. W. van der Wijk. pen ningmeester. Bepalingen zijn goed, maar Medewerking van ieder vereischt. Minister van Lidth de Jeude heeft Maandagavond voor de radio een rede gehouden over het gewijzigde motor- en rijwielreglement, waarin hij een toelichting heeft gegeven op de verschillende bepalingen uit dat reglement en tevens de weggebrui kers heeft geleerd hoe zij zich voor taan op den weg hebben te gedra gen. COCAÏNE-AFFAIRE. Te Rotterdam zijn twee mannen gearresteerd, die 4V2 ons keukezout als cocaïne hadden ver kocht en daarvoor een bedrag van f 350 had den ontvangen. Wenschen van het N. V. V. In verband met den gewijzigden monetairen toestand. Maandagmiddag vergaderden de hoofdbe sturen van de bij het N. V. V. aangesloten or ganisaties in een bijzondere bijeenkomst, voornamelijk belegd ter bespreking van den toestand, ontstaan door de gewijzigde mo netaire politiek der regeering als gevolg van het loslaten van den gouden standaard. De vergadering kwam tot de volgende conclu sies: 1. Nu de waardevermindering van den gulden een feit is geworden is het te meer noodzake lijk, dat met de politiek van de eenzijdige aan passing, vooral door loonsverlaging, wordt ge broken. 2. In het belang van het bedrijfsleven dient de waarde van den gulden zooveel mogelijk aan te sluiten bij de valuta van andere toon aangevende landen, hetgeen ook bevorderlijk kan zijn om tot internationale stabilisatie van de munt te komen. 3. Vervolgens dient een regeling te worden getroffen tusschen den staat en de Neder- landsche bank, waardoor de waardevermeer dering van den goudvoorraad van de Neder- landsche Bank aan den staat ten goede komt. 4. Een zeer belangrijk deel daarvan zal die nen te worden aangewend: a. ter opheffing van de directe nadeelige gevolgen voor de werkloozen, voortvloeiende uit de te verwachten prijsstijging, en voor an dere voorzieningen ten behoeve'van de minst draagkrachtigen en b. ten behoeve van de verdere uitvoering van groote en nuttige werken ter bestrijding van de werkloosheid. 5. De uitkeeringen aan de werkloozen en de loonen van de arbeiders bij de werkverschaf fingen dienen te worden verhoogd. Daaren boven zullen op ruimere schaal goedkoope le vensmiddelen, alsmede kleeding, schoeisel en dekking beschikbaar gesteld moeten worden. 6. Het wetsontwerp inzake de herberekening van de pensioenen dient te worden ingetrok ken, terwijl de zeer onlangs ingevoerde verla ging van de pensioenen voor het spoorweg personeel ongedaan dient te worden gemaakt 7. Het is redelijk, dat, mede in verband met de sterk gedaalde loonen, waardoor de koop kracht reeds te zeer is aangetast, tijdelijk namelijk zoolang de waarschijnlijkheid van prijsstijging aanwezig is regelingen ge troffen worden, waardoor het mogelijk wordt, door middel van een snel toegepaste loon- compensatie prijsverhooging te achterhalen. Voorts werd een resolutie inzake de nood zakelijkheid van verhooging van den leerplich tigen leeftijd aangenomen. Ten slotte nam de vergadering een resolu tie aan, waarin o.m. als haar meening uit spreekt, dat de afschaffing van den huurtoe- slag door de gewijzigde monetaire omstandig heden nog minder dan voorheen mogelijk is. Waarom zij er bij de regeering met den de heeft een volledige bekentenis afgelegd Hij verklaarde bij het verhoor, dat hem werd I meesten nadruk op aandringt, de huurtoeslag. afgenomen, dat hij in de woning van de regeling van voor 13 September 1936 te hand- tweduwe M. volkomen bekend was, 1 haven. Minister Van Lidth de Jeude. De minister wees erop, dat dit gewijzigde reglement slechts een korten levensduur zou hebben, omdat het voorbestemd is te wor den vervangen door een wegen ver keersregle' ment. dat een wakend oog zal houden op alle weggebruikers. In afwachting daarvan heeft men het echter wenschelïjk geacht reeds thans verschillende wegenverbeteringen aan te brengen. Voorrang van hoofdwegen. Het gewijzigde motor- en rij wiel reglement kent voorrangswegen n.l. die wegen, welke op nader te bepalen wijze aan de weg gebruikers als zoodanig worden kenbaar ge maakt. Bij de kruising van een voorrangsweg met een anderen weg, geen voorrangsweg zijnde, gaat het verkeer op den voorrangsweg voor, zoowel boven het van links als van rechts komend verkeer. Bovendien wordt bij de kruising van een verharden weg met een onverharden weg of met een rijwielpad, geen deel uitmakende van den verharden weg, de verharde weg als voor rangsweg beschouwd. Ook zal het verkeer op een weg den voor rang hebben boven dat op de daarop uit mondende uittritten. Uiteraard behoeft ten aanzien van deze onverharde wegen, rijwiel paden en uitritten de voorrang als zoodanig niet aan den weggebruiker te worden kenbaar gemaakt. Waar twee voorrangswegen elkander zouden kruisen, hetgeen door waarschuwingsborden aan den weggebruiker wordt kenbaar ge maakt en ook bij de kruising van twee wegen geen van beide voorrangsweg zijnde, blijft de bestaande regel „rechts gaat voor" van kracht. Slechts daar, waar één der kruisende wegen uitdrukkelijk als voorrangsweg zal zijn aan geduid en overigens ten aanzien van onver harde wegen, rijwielpaden en uitritten, als vorenbedoeld, zal gelden „hoofdweg gaat voor zijweg", doch overigens blijft het „rechts gaat voor" van kracht. Het „hoofdweg gaat voor zijweg" geeft een radicale oplossing uit de vele moeilijkheden, doch daarbij dient elke twijfel te worden voorkomen, wat onder hoofdweg en zijweg moet worden verstaan. Dit heeft geleid tot het stelsel van voorrangswegen, die uitdruk kelijk als zoodanig worden aangeduid, door voor den weggebruiker steeds herhaalde kenteekenen. Volgens de motor- en rijiweibeschikking zal dit geschieden door langs een voorrangs weg in bebouwde kommen oranjeborden met witten rand aan te brengen en buiten be bouwde kommen door oranjekleurige boven einden van langs den weg geplaatste afstand- palen. Eindpunten van een voorrangsweg worden aangeduid door driehoekige borden. Op de op een voorrangsweg uitkomende zijwegen wor den op eenigen afstand van het kruispunt waarschuwingsborden geplaatst. Dit stelsel biedt het voordeel, dat de in voering geleidelijk kan geschieden, naarmate de wegen tot voorrangswegen worden ver heven, zonder dat een plotselinge ommekeer van een bestaanden verkeersregel op een be paald tijdstip moet worden toesreoast, het geen verwarring zou kunnen stichten. Nu late men zich niet in slaap wiegen, als zou door de invoering van voorrangswegen alle gevaar als bij tooverslag zijn geweken. Zij, die van een zijweg een voorrangsweg naderen, zullen steeds eraan moeten denken, dat onophoudelijk verkeer met snel treinvaart van beide zijden den over gang gevaarlijk kan doen zijn. De genen, die zich op den voorrangsweg bevinden, mogen zich niet verhoo- vaardigen, dat zij zonder links of rechts te zien, het zij verkeer mogen verachten, zij zijn alevel verplicht de noodige oplettendheid en omzichtig heid in acht te nemen, en zij mogen bedenken, dat bij verkeersongevallen niet --de schuldvraag over leven en dood beschikt. Het gevaar verdwijnt alleen, als gelijk- vloersche kruisingen wo den vermeden. In ons dicht bevolkte land met velerlei bebou- wing op korten afstand en een dicht net van verkeerswegen is het niet wel doenlijk alle gelijkvloersche kruisingen te vermijden of te doen verdwijnen, al worden deze op enkele hoofdwegen zooveel mogelijk door viaducten vervangen. De zekerste weg, om ongevallen te voor komen, blijft in tusschen steeds, op gevaren te zijn voorbereid. De vraag is gerezen, of het voeren van een verblindende verlichting geheel zou moeten verboden worden, doch gebleken is, dat dit verbod zou leiden tot te groote snelheidsbe perking, hetgeen bij de neiging tot grootere snelheden wellicht meer ongelukken zou ver oorzaken dan de verblindende verlichting zelve. Voor snelheden van minder dan 40 K.M. per uur moeten de lantaarns den weg over minstens 25 meter en voor snelheden van meer dan 40 K.M per uur. over minstens 100 meter verlichten Plaatselijke verordeningen vervallen. Een verbetering is, dat in bebouwde kommen stilstaande motorrijtuigen, zich bevindende binnen een afstand van 30 meter van een ontstoken licht punt, behoorende tot de openbare verlichting, geen lichten behoeven te voeren. Van dit voorschrift kan door plaatselijke verordeningen niet wor den afgeweken, zoodat de zeer uit- eenloopende voorschriften in verschil lende plaatsen, die den automobilist veel last bezorgden, door deze bepa ling komen te vervallen. Verblindende lichten zijn niet veroorloofd in bebouwde kommen, door kunstlicht verlicht en ook niet op wegen, daarvoor in verband met een goede kunstverlichting door kenteekenen aangegeven. Op deze wegen moeten auto's stadslichten voeren, voor zoover zij daarvan zijn voorzien, anders moeten zij dus „dimmen". Tenslotte zal door de automobilisten met voldoening worden vernemen, dat vanaf 1 Januari 1938 rijwielen moeten voorzien zijn van een rood achterlicht met goedgekeurde reflector. Hoe wel het witte spatbord met reflector goede diensten bewijst en dan ook gehandhaafd blijft, wordt gemeend, dat terwille van de vei ligheid van den wielrijder het roode achter licht, dat thans weinig kosten met -ich brengt niet mag ontbreken. Indien het h t, zal het witte spatbord met goedgekeurd u reflector goede diensten bewijzen. Lichtsignalen Bij dag moet de bestuurder van een motor rijtuig, wanneer de veiligheid zulks vordert, een signaal geven met den hoorn in bebouwde kommen en met hoorn, claxon of mechanische fluit buiten de bebouwde kommen. Bij nacht voor 10 uur 's avonds mag ook een knipper signaal gegeven worden, zijnde het eenmaal of meermalen snel afwisselen van sterkere en zwakkere voorverlichting. Na 10 uur des avonds mogen ge luidssignalen slechts bij hoogste nood zaak worden gegeven, echter niet zon der daarbij tevens behoorlijk snel heid te verminderen, doch overigens moet het vorenbedoelde knippersig naal worden gegeven. Het is verboden eenig signaal te geven, tenzij de veiligheid zulks vor dert. Voor den hoorn wordt een maxi mum-geluidsterkte voorgeschreven. A. en B. wegen. Een zeer belangrijke wijziging wordt aan gebracht in het bestaande stelsel betreffende de indeeling van wegen in drie klassen en voor de op die wegen geldende snelheidsbeper kingen en rijverboden. Dit stelsel toch bevredigt niet, daar het in gewikkeld en oneconomisch is, terwijl de voor beschreven maximum-snelheden vooral voor autobussen te laag zijn. De nieuwe regeling komt hierop neer, dat de wegen worden verdeeld in twee inplaats van in drie klassen en wel in klasse A. en klasse B. Rijverboden en snelheidsbeperkingen wor den in het reglement zelf bepaald. In het in- schrijvingsbiljt wordt niet meer de grootste wielbelasting bij normale volle belasting ver meld, doch alleen de feitelijke wieldruk is be slissend. Voor cushion-banden worden lagere maxi mum-snelheden voorgeschreven dan voor luchtbandep, massieve banden worden ver boden behalve voor aanhangwagens, waarvoor het in dezen crisistijd nog te bezwaarlijk zou zijn. Remmen. Tot dusverre dient een motorrijtuig voorzien te zijn van ten minste twee onafhankelijk van elkander krachtig werkende remmen, met elk waarvan het rijtuig ieder oogenblik tot stil stand kan worden gebracht. Vele remmen voldoen niet aan deze bepaling, daar gewoon lijk de hand- en voetrem beide dezelfde rem- inrichting in werking stellen. De praktijk leert intusschen dat deze reminrichting, hoewel niet aan de thans geldende bepaling voldoende, als doelmatig mag worden beschouwd, mits de ge meenschappelijke onderdeelen van hand- en voetrem zoo soliede zijn dat een defect daar aan praktisch uitgesloten is. Veel beter voor de controle der reminrich ting wordt het thans gestelde voorschrift ge acht, dat de maximum-remweg wordt bepaald voor verschillende categorieën van motorrij tuigen, bij verschillende snelheden en bij het gebruik van hand- of voetrem. Ieder moet meewerken. De minister wilde zijn uiteenzetting niet be sluiten, zonder nogmaals met den meesten na druk erop te hebben gewezen, dat zelfs door de meest voortreffelijke voorschriften de vei ligheid op den weg niet voldoende verzekerd wordt, indien de weggebruikers daartoe niet medewerken, ook al wordt het toezicht op de naleving dier voorschriften uitgebreid en ver scherpt, zooals in de bedoeling ligt; overtre dingen gelden niet alleen de wettelijke voor schriften, doch tevens de eischen van welle vendheid op den weg, die niet of slechts ten deele in wetsartikelen te omschrijven zijn. die elke weggebruiker behoort in acht te nemen, doch die niet door eiken weggebruiker be- I tracht worden. Men behoeft slechts te letten op het onheilspellend aantal verkeersonge- i LANGS DE STRAAT. Commentaren. Wat de oorzaak was weet ik niet, maar de auto, die uit de Utrechtsche straat kwam, met een flinke vaart, veranderde op den hoek van het Rembrandtplein en de Amstelstraat plot seling van richting, vloog het trottoir op en tegen het gebouw van de Amsterdamsche 3 ank aan, dat er niet van verwikte, zei: „krak!' en bleef staan. En onmiddellijk snelde half Amsterdam toe (u weet het: de Amsterdammer heeft een zes de zintuig, voor het ontdekken van „standjes", „relletjes" en dergelijke», vormde een halven cirkel om het geval en begon commentaren te leveren. „De bank is gesloten, meneer!" lichtte er een beleefd in, toen de chauffeur, wat wit om den neus, maar ongedeerd, uit den wagen ge stapt was. „Wou je wissele?" vroeg een ander op fa- miliaren toon. „Wacht u nog 'n daggie: de marke benne morgen misschien goedkooper!" adviseerde een derde. „Dat ken je nooit wete. met die devalewa- sie!" meende een opgeschoten „loop"-jongen met-een-fiets. „Haagsche leverworst!" merkte een collega boodschapper op, wijzend naar het in deplo- rabelen toestand verkeerende, in rare bochten gewrongen rechter-voorwiel van de auto. „Versch gestopt!" vulde een jeugdige afge zant van een slager aan, en, blijkbaar om op levensmiddelengebied te blijven, stelde hij in 't algemeen de overigens weinig terzake die nende vraag: „Mot je nog peultjes?" De chauffeur was inmiddels weer In zijn wagen gestapt en deed wanhopige en voorloo pig niet met succes bekroonde pogingen, om de auto achteruit en van het trottoir af te krijgen, hetgeen een ironicus den uitroep: „Hard gaat-ie!" ontlokte. „Daar komt de prinsemarij an!" zoo stelde loopjongen nummer één den chauffeur ge rust. „Nou ga je op de bon!" Inderdaad: twee agenten bereikten op dat oogenblik de plaats van het ongeluk. Een moderne agent vraagt niet meer, zooals zijn collega's uit vroegere dagen: „Wat is hier te doen?" Hij overziet snel den toestand en neemt zijn maatregelen. Zoo ging het ook hier. Agent nummer één trachtte onder de aan wezigen „ooggetuigen" te vinden, waarbij hij maar matig succes had. Daarna noodigde hij met woord en gevaar de menigte tot „doorloo- pen" uit. Zijn ambtgenoot haalde intusschen boekje en potlood te voorschijn en begon den chauf feur te ondervragen. Toen was het niet interessant meer. J. C. E. vallen, welke te wijten zijn aan fouten van bestuurders van vervoermiddelen, om de groo te verantwoordelijkheid te beseffen, die ieder persoonlijk draagt voor eigen en anderer leven. Door opleiding en opvoeding van den wegge bruiker moet meer en meer doordringen, dat langs den weg slechts geldt een stelregel „be tracht steeds de uiterste waakzaamheid". „Ik moge een beroep doen op de medewer king van alle weggebruikers in Nederland tot stipte naleving van de geschreven en onge schreven regelen voor een ordelijk verkeer. Slechts dan is het ideaal van veilig en vrij verkeer bereikbaar". Mededeeling aan ondersteunde werkloozen. De minister van sociale zaken deelt het volgende mede: Het is mij gebleken, dat de vele on dersteunde werkloozen in verband met het feit, dat hun huurbijslag met in gang van 13 September- j.l. werd ver laagd, eigenmachtig een door henzelf vastgestelde huur aan den huiseigenaar hebben aangeboden of betaald. Een dergelijk optreden is uiteraard volkomen onjuist. De tusschen verhuurder en huurder overeengekomen huur dient betaald te worden. Zij, die hiermede in gebreke blijven, stellen zich bloot aan alle wettelijke gevolgen, daaraan verbonden. DOODSLAG TE OSS BERECHT. Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft Maandag arrest gewezen in de zaak tegen den arbeider J. J. van B. uit Oss, die door de Bossche rechtbank was veroordeeld tot tien jaren gevangenisstraf, omdat hij op 11 De cember 1929 tijdens een vechtpartij in een café aan den heuvel te Oss opzettelijk G. van G. met een mes verschillende messteken heeft toegebracht, waardoor deze van het leven werd beroofd. In hooger beroep had de advocaat-generaal zeven jaren gevangenisstraf geëischt. Het Hof heeft van B. veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren. Prijsopdrijving door industrie en groothandel? Regeering laat een accountants onderzoek instellen. Uit klachten van den detailhandel is gebleken, dat verschillende indus- trieele ondernemingen, groothande laren en Importeurs, zonder vooraf gaand overleg met het departement van Handel, Nijverheid en Scheep vaart tot verhooging van den prijs van hunne artikelen zijn overge gaan. Dit heeft den minister aanleiding gegeven terstond bij vele bedrijven een acocuntantsonderzoek te doen instellen, teneinde te laten nagaan, of daarbij niet. in strijd met de wet van 30 September 1936, houdende tijdelijke maatregelen tot het tegen gaan van prijsopdrijving, is gehan deld, (A.N.P.);

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5