Een Hondenleven
Contingenteeringen
ingetrokken.
(Minister van Lidth de Jeude doceert.
Overeengekomen huur
dient betaald.
DINSDAG 6 OCTOBER 1936
HAASIE M'S DAGBEAl)
zijnde Fragmenten
Onze Belasfing.
„Je bent een dure hond", zei Bob de
kleine jongen. Ik wendde den kop en keek hem
zijdelings verwijtend aan. Ons Ras schijnt een
zekere vermaardheid te gemeten vanwege zijn
gelaatsexpressies, als daar zijn de Lachende,
de Spottende, de Weemoedige, de Verongelijk
te en niet het minst de Verwijtende. Maar
deze variëteit maakte ditmaal 'geen indruk.
„Het is tóch zoo!", beweerde Bob. „Sinds we
verhuisd zijn moet vader haast tweeënhalf
maal zooveel hondenbelasting voor je beta
len".
Ik paste den Vragenden Blik toe. Die is ook
heel goed.
„We wonen nu in een andere gemeente,
zie je", antwoordde Bob erop.
De Stomverbaasde Blik kreeg geen antwoord
meer. Tenslotte is Bob pas acht en begrijpt
dus evenmin als ik, waarom we in een andere
gemeente zijn en daar meer hondenbelasting-
moeten betalen als we twee straten verderop
wonen. Hoe kan dat nou? Houdt deze
gemeente minder van honden dan de vorige?
Dan zal ik haar aanblaffen als ik haar ooit
tegenkom en herken, maar daar is niet veel
kans op, want hoe ziet een gemeente eruit? Ik
heb er niet het flauwste idéé van. Is er soms
een andere reden voor de verhooging? Ben ik
hier minder waaksch, of minder trouw, of een
minder goeie klant van den slager dan in
het vorige huis? Neen hoor! Eerder het tegen
deel.
Ik voel mij waakscher, trouwer en honge
riger dan ooit. Wat zou er dan toch wel achter
kunnen zitten?
De Baas zegt dat ze de hondenbelasting
verkeerd berekenen. Vroeger was het goed.
Toen rekenden ze naar schofthoogte en hoe
langer ze dat volhielden, hoe meer teckels en
Schotsche terriers er kwamen. De hazewin
den, de Deensche doggen, de Bouviers en an
dere hoogsdhoftigen werden daarentegen
steeds schaarscher, stierven schier uit. „Het
was een gouden tijd", zegt de Baas. „voor het
lage stroomlijn-moael, en als je toen al ge
leefd had, Tom, zou je de keuze uit een col
lectie knappe teckelmeisjes gehad hebben
zooals je je nou heelemaal niet kunt voor
stellen".
Ik liet mijn fantasie werken. Zij slaagde er
werkelijk niet in zich dit beeld te vormen. Hoe
Is de toestand nu, als Amor's hondenseizoen
daagt? Kilometers ver moet ik loopen om iets
bekoorlijks te vinden dat niet een halven
meter boven mij uitsteekt!
Ik zuchtte. Het is toevallig net weer zoo
ver.
Mijn vriend James, wien ik het verhaal van
de belasting-naar-sohofthoogte deed, is het
Volkomen met mij eens dat deze toestand be
hoorde hersteld te worden. De groote honden,
zegt hij, hebben niets dan nadeelen. Ze nemen
te veel plaats in, ze eten teveel en bovendien
verlies je elk gevecht tegen hen tenzij het
lafaards zijn, hetgeen gelukkig nogal eens
voorkomt. Enfin, onze invloed schiet tekort:
wij krijgen dat ouwe ideaal toch niet meer
terug. Waarom dan maar geen actie voor
algeheele afschaffing van de hondenbelasting?
Onuitvoerbaar is die niet. Onlangs heb ik de
Vrouw een bericht hooren voorlezen uit
Szegedin, dat ergens in een ver land, dat Hon
garije heet, schijnt te liggen. Daar was de ge
meenteraad net bezig de hondenbelasting te
verhoogen, toen de deur openvloog en twee
honderd honden binnenstormden. De Raad
vluchtte, de burgemeester klom op een kast
en de tweehonderd Bazen zochten tenslotte
hun trouwe vrienden weer uit. maar eerst
hadden ze met 'hun vierhonderden bedongen,
dat de verhooging niet door zou gaan.
„Begin daar niet aan. Tom", zegt de Baas.
„Houd je buiten de politiek. Ik zal die twin
tig gulden belasting wel betalen. Je bent het
mij heuseh wel waard. Wees niet bezorgd:
je wordt er niet om afgeschaft, en als ik den
dokter goed ken, James ook niet".
„Maar waarom is er geen kattenbelasting?"
blafte ik ineens, en dat wist hij evenmin. Dat
vond hij ook heel zonderling. Als ze katten
belasting hieven, zouden ze de onze kunnen
afschaffen en er in het begin nog geld aan
verdienen ook, want er zijn zeker tienmaal
zooveel katten als honden. „Allemaal smet
ten op het landschap", zegt James, die af en
toe van die vertaalde uitdrukkingen uit zijn
land gebruikt. Iedere hond zal dat met graag
te beamen.
„Maar dan zouden er weer veel katten af
geschaft worden en Tom heeft er toch heel
wat goede sport aan", vond de Vrouw en dat
is ook weer waar. Ik moet het advies van den
Baas dus maar volgen en mij buiten de poli
tiek houden. Bovendien heeft hij mij herinnerd
aan het bestaan van den mattenklopper, voor
het geval dat zijn voorstel mijn instemming-
niet mocht verwerven. En aan dit zwiepend
argument zijn te veel pijnlijke herinneringen
verbonden.
Dus leg ik mij ruggelings op den stoel met
het zachtste kussen en val maar liever in
Naar wij vernemen, zullen dezer
dagen worden ingetrokken de con-
tingenteeringen van zooileder, tuig
en zadelleder, drijfriemen en tech
nisch leder. In verband met de ge
troffen monetaire maatregelen kan
de opheffing van eenige andere
con tingen teeringsmaatregelen spoe
dig verwacht worden. Tevens zal de
toepassing van de contingenteerings-
maatregelen in het algemeen soe
peler worden, teneinde prijsopdrij
ving van de gecontingenteerde goe
deren te voorkomen. Ten aanzien
van de aanhangige contmgentee-
ringsaanvragen zal de regeering
voorloopig een afwachtende houding
aannemen.
Over het nieuwe motor- en rijwielreglement.
Weer stortingen in de clearing
met Italië.
Het Nederlandsch clearinginstituut maakt
bekend, dat met ingang van heden, weder
stortingen in de clearing met Italië worden
aangenomen
Met het oog op het feit, dat de clearing-
koers der lire op het oogenblik niet kan wor
den vastgesteld, zullen stortingen op in lires
luidende verplichtingen slechts voorloopig
en onder voorbehoud worden aanvaard.
Brutale inbraak te Remmel.
Dader gearresteerd.
In den nacht van Maandag is te Remmel
een brutale inbraak gepleegd, een der vele
inbraken waardoor in de Betuwe tusschen
Nijmegen en Arnhem voortdurend onrust
ontstaat.
Een man drong het huis van de weduwe
M. aldaar binnen. Toen de zoon des huizes
naar de markt was gegaan, is de dader door
het achterhuis in de slaapkamer der wo
ning binnengekomen. Hij zocht de geheele
kamer af naar geld. dat onder het bed moest
liggen. De man werd door de weduwe M. ver
rast en gegrepen. Hij wist evenwel te ont
vluchten met meenemen van een kistje,
waarin evenwel niet het geld, doch papieren
waren opgeborgen. Later heeft men het
kistje terug gevonden op den Maasdijk.
Maandagmiddag te Nijmegen is zekeren
G. J. uit Gendt gearresteerd. De gearresteer-
STIER DOODT LANDBOUWER.
Maandagmiddag was de landbouwer Ol-
derkamp, uit Werven (gem, Heerde) bezig
met het wasschen van een stier, welke be
stemd was voor een tentoonstelling.
Plotseling trapte het dier den boer en wel
zoodanig, dat deze bijna onmiddellijk na het
gebeurde aan zijn verwondingen overleed
Het huwelijksgeschenk voor
de Prinses van de jeugd.
Het comité, dat gevormd is uit vertegen
woordigers van het gymnasiaal-, middelbaar-
en nijverheidsonderwijs, met het doel, in sa
menwerking met het Nationaal Comité, een
huldeblijk van de jeugd aan de prinses aan te
bieden, bij gelegenheid van haar huwelijk,
heeft Zaterdagmiddag een bijeenkomst gehou
den met vertegenwoordigers van de hoofdbe
sturen van het M. U. L. O. en L. O.
Na enkele besprekingen hebben de aanwezige
vertegenwoordigers van de hoofdbesturen hun
medewerking bij de inzameling van gelden
toegezegd. Het comité werd uitgebreid tot acht
vertegenwoordigers van het onderwijs en acht
leerlingen.
Het bureau wordt gevormd door: dr. Joh. H.
van Rurkom, voorzitter, Adelheidstraat 227,
den Haag, A. P. Jongcurt, secretaris, Van Lu-
meystraat 12, den Haag, dr. W. van der Wijk.
pen ningmeester.
Bepalingen zijn goed,
maar
Medewerking van ieder vereischt.
Minister van Lidth de Jeude heeft
Maandagavond voor de radio een
rede gehouden over het gewijzigde
motor- en rijwielreglement, waarin
hij een toelichting heeft gegeven op
de verschillende bepalingen uit dat
reglement en tevens de weggebrui
kers heeft geleerd hoe zij zich voor
taan op den weg hebben te gedra
gen.
COCAÏNE-AFFAIRE.
Te Rotterdam zijn twee mannen gearresteerd,
die 4V2 ons keukezout als cocaïne hadden ver
kocht en daarvoor een bedrag van f 350 had
den ontvangen.
Wenschen van het N. V. V.
In verband met den gewijzigden monetairen
toestand.
Maandagmiddag vergaderden de hoofdbe
sturen van de bij het N. V. V. aangesloten or
ganisaties in een bijzondere bijeenkomst,
voornamelijk belegd ter bespreking van den
toestand, ontstaan door de gewijzigde mo
netaire politiek der regeering als gevolg van
het loslaten van den gouden standaard. De
vergadering kwam tot de volgende conclu
sies:
1. Nu de waardevermindering van den gulden
een feit is geworden is het te meer noodzake
lijk, dat met de politiek van de eenzijdige aan
passing, vooral door loonsverlaging, wordt ge
broken.
2. In het belang van het bedrijfsleven dient
de waarde van den gulden zooveel mogelijk
aan te sluiten bij de valuta van andere toon
aangevende landen, hetgeen ook bevorderlijk
kan zijn om tot internationale stabilisatie
van de munt te komen.
3. Vervolgens dient een regeling te worden
getroffen tusschen den staat en de Neder-
landsche bank, waardoor de waardevermeer
dering van den goudvoorraad van de Neder-
landsche Bank aan den staat ten goede
komt.
4. Een zeer belangrijk deel daarvan zal die
nen te worden aangewend:
a. ter opheffing van de directe nadeelige
gevolgen voor de werkloozen, voortvloeiende
uit de te verwachten prijsstijging, en voor an
dere voorzieningen ten behoeve'van de minst
draagkrachtigen en
b. ten behoeve van de verdere uitvoering
van groote en nuttige werken ter bestrijding
van de werkloosheid.
5. De uitkeeringen aan de werkloozen en de
loonen van de arbeiders bij de werkverschaf
fingen dienen te worden verhoogd. Daaren
boven zullen op ruimere schaal goedkoope le
vensmiddelen, alsmede kleeding, schoeisel en
dekking beschikbaar gesteld moeten worden.
6. Het wetsontwerp inzake de herberekening
van de pensioenen dient te worden ingetrok
ken, terwijl de zeer onlangs ingevoerde verla
ging van de pensioenen voor het spoorweg
personeel ongedaan dient te worden gemaakt
7. Het is redelijk, dat, mede in verband met
de sterk gedaalde loonen, waardoor de koop
kracht reeds te zeer is aangetast, tijdelijk
namelijk zoolang de waarschijnlijkheid van
prijsstijging aanwezig is regelingen ge
troffen worden, waardoor het mogelijk wordt,
door middel van een snel toegepaste loon-
compensatie prijsverhooging te achterhalen.
Voorts werd een resolutie inzake de nood
zakelijkheid van verhooging van den leerplich
tigen leeftijd aangenomen.
Ten slotte nam de vergadering een resolu
tie aan, waarin o.m. als haar meening uit
spreekt, dat de afschaffing van den huurtoe-
slag door de gewijzigde monetaire omstandig
heden nog minder dan voorheen mogelijk is.
Waarom zij er bij de regeering met den
de heeft een volledige bekentenis afgelegd
Hij verklaarde bij het verhoor, dat hem werd I meesten nadruk op aandringt, de huurtoeslag.
afgenomen, dat hij in de woning van de regeling van voor 13 September 1936 te hand-
tweduwe M. volkomen bekend was, 1 haven.
Minister Van Lidth de Jeude.
De minister wees erop, dat dit gewijzigde
reglement slechts een korten levensduur zou
hebben, omdat het voorbestemd is te wor
den vervangen door een wegen ver keersregle'
ment. dat een wakend oog zal houden op
alle weggebruikers. In afwachting daarvan
heeft men het echter wenschelïjk geacht
reeds thans verschillende wegenverbeteringen
aan te brengen.
Voorrang van hoofdwegen.
Het gewijzigde motor- en rij wiel reglement
kent voorrangswegen n.l. die wegen,
welke op nader te bepalen wijze aan de weg
gebruikers als zoodanig worden kenbaar ge
maakt.
Bij de kruising van een voorrangsweg met
een anderen weg, geen voorrangsweg zijnde,
gaat het verkeer op den voorrangsweg voor,
zoowel boven het van links als van rechts
komend verkeer.
Bovendien wordt bij de kruising van een
verharden weg met een onverharden weg of
met een rijwielpad, geen deel uitmakende van
den verharden weg, de verharde weg als voor
rangsweg beschouwd.
Ook zal het verkeer op een weg den voor
rang hebben boven dat op de daarop uit
mondende uittritten. Uiteraard behoeft ten
aanzien van deze onverharde wegen, rijwiel
paden en uitritten de voorrang als zoodanig
niet aan den weggebruiker te worden kenbaar
gemaakt.
Waar twee voorrangswegen elkander zouden
kruisen, hetgeen door waarschuwingsborden
aan den weggebruiker wordt kenbaar ge
maakt en ook bij de kruising van twee wegen
geen van beide voorrangsweg zijnde, blijft de
bestaande regel „rechts gaat voor" van
kracht.
Slechts daar, waar één der kruisende wegen
uitdrukkelijk als voorrangsweg zal zijn aan
geduid en overigens ten aanzien van onver
harde wegen, rijwielpaden en uitritten, als
vorenbedoeld, zal gelden „hoofdweg gaat voor
zijweg", doch overigens blijft het „rechts gaat
voor" van kracht.
Het „hoofdweg gaat voor zijweg" geeft een
radicale oplossing uit de vele moeilijkheden,
doch daarbij dient elke twijfel te worden
voorkomen, wat onder hoofdweg en zijweg
moet worden verstaan. Dit heeft geleid tot
het stelsel van voorrangswegen, die uitdruk
kelijk als zoodanig worden aangeduid, door
voor den weggebruiker steeds herhaalde
kenteekenen.
Volgens de motor- en rijiweibeschikking
zal dit geschieden door langs een voorrangs
weg in bebouwde kommen oranjeborden met
witten rand aan te brengen en buiten be
bouwde kommen door oranjekleurige boven
einden van langs den weg geplaatste afstand-
palen.
Eindpunten van een voorrangsweg worden
aangeduid door driehoekige borden. Op de op
een voorrangsweg uitkomende zijwegen wor
den op eenigen afstand van het kruispunt
waarschuwingsborden geplaatst.
Dit stelsel biedt het voordeel, dat de in
voering geleidelijk kan geschieden, naarmate
de wegen tot voorrangswegen worden ver
heven, zonder dat een plotselinge ommekeer
van een bestaanden verkeersregel op een be
paald tijdstip moet worden toesreoast, het
geen verwarring zou kunnen stichten.
Nu late men zich niet in slaap
wiegen, als zou door de invoering van
voorrangswegen alle gevaar als bij
tooverslag zijn geweken. Zij, die van
een zijweg een voorrangsweg naderen,
zullen steeds eraan moeten denken,
dat onophoudelijk verkeer met snel
treinvaart van beide zijden den over
gang gevaarlijk kan doen zijn. De
genen, die zich op den voorrangsweg
bevinden, mogen zich niet verhoo-
vaardigen, dat zij zonder links of
rechts te zien, het zij verkeer mogen
verachten, zij zijn alevel verplicht de
noodige oplettendheid en omzichtig
heid in acht te nemen, en zij mogen
bedenken, dat bij verkeersongevallen
niet --de schuldvraag over leven en
dood beschikt.
Het gevaar verdwijnt alleen, als gelijk-
vloersche kruisingen wo den vermeden. In
ons dicht bevolkte land met velerlei bebou-
wing op korten afstand en een dicht net
van verkeerswegen is het niet wel doenlijk
alle gelijkvloersche kruisingen te vermijden
of te doen verdwijnen, al worden deze op
enkele hoofdwegen zooveel mogelijk door
viaducten vervangen.
De zekerste weg, om ongevallen te voor
komen, blijft in tusschen steeds, op gevaren
te zijn voorbereid.
De vraag is gerezen, of het voeren van een
verblindende verlichting geheel zou moeten
verboden worden, doch gebleken is, dat dit
verbod zou leiden tot te groote snelheidsbe
perking, hetgeen bij de neiging tot grootere
snelheden wellicht meer ongelukken zou ver
oorzaken dan de verblindende verlichting
zelve. Voor snelheden van minder dan 40
K.M. per uur moeten de lantaarns den weg
over minstens 25 meter en voor snelheden
van meer dan 40 K.M per uur. over minstens
100 meter verlichten
Plaatselijke verordeningen
vervallen.
Een verbetering is, dat in bebouwde
kommen stilstaande motorrijtuigen,
zich bevindende binnen een afstand
van 30 meter van een ontstoken licht
punt, behoorende tot de openbare
verlichting, geen lichten behoeven te
voeren. Van dit voorschrift kan door
plaatselijke verordeningen niet wor
den afgeweken, zoodat de zeer uit-
eenloopende voorschriften in verschil
lende plaatsen, die den automobilist
veel last bezorgden, door deze bepa
ling komen te vervallen.
Verblindende lichten zijn niet veroorloofd in
bebouwde kommen, door kunstlicht verlicht en
ook niet op wegen, daarvoor in verband met
een goede kunstverlichting door kenteekenen
aangegeven.
Op deze wegen moeten auto's stadslichten
voeren, voor zoover zij daarvan zijn voorzien,
anders moeten zij dus „dimmen". Tenslotte
zal door de automobilisten met voldoening
worden vernemen, dat vanaf 1 Januari 1938
rijwielen moeten voorzien zijn van een rood
achterlicht met goedgekeurde reflector. Hoe
wel het witte spatbord met reflector goede
diensten bewijst en dan ook gehandhaafd
blijft, wordt gemeend, dat terwille van de vei
ligheid van den wielrijder het roode achter
licht, dat thans weinig kosten met -ich brengt
niet mag ontbreken. Indien het h t, zal het
witte spatbord met goedgekeurd u reflector
goede diensten bewijzen.
Lichtsignalen
Bij dag moet de bestuurder van een motor
rijtuig, wanneer de veiligheid zulks vordert,
een signaal geven met den hoorn in bebouwde
kommen en met hoorn, claxon of mechanische
fluit buiten de bebouwde kommen. Bij nacht
voor 10 uur 's avonds mag ook een knipper
signaal gegeven worden, zijnde het eenmaal
of meermalen snel afwisselen van sterkere en
zwakkere voorverlichting.
Na 10 uur des avonds mogen ge
luidssignalen slechts bij hoogste nood
zaak worden gegeven, echter niet zon
der daarbij tevens behoorlijk snel
heid te verminderen, doch overigens
moet het vorenbedoelde knippersig
naal worden gegeven.
Het is verboden eenig signaal te
geven, tenzij de veiligheid zulks vor
dert.
Voor den hoorn wordt een maxi
mum-geluidsterkte voorgeschreven.
A. en B. wegen.
Een zeer belangrijke wijziging wordt aan
gebracht in het bestaande stelsel betreffende
de indeeling van wegen in drie klassen en
voor de op die wegen geldende snelheidsbeper
kingen en rijverboden.
Dit stelsel toch bevredigt niet, daar het in
gewikkeld en oneconomisch is, terwijl de voor
beschreven maximum-snelheden vooral voor
autobussen te laag zijn.
De nieuwe regeling komt hierop neer, dat
de wegen worden verdeeld in twee inplaats
van in drie klassen en wel in klasse A. en
klasse B.
Rijverboden en snelheidsbeperkingen wor
den in het reglement zelf bepaald. In het in-
schrijvingsbiljt wordt niet meer de grootste
wielbelasting bij normale volle belasting ver
meld, doch alleen de feitelijke wieldruk is be
slissend.
Voor cushion-banden worden lagere maxi
mum-snelheden voorgeschreven dan voor
luchtbandep, massieve banden worden ver
boden behalve voor aanhangwagens, waarvoor
het in dezen crisistijd nog te bezwaarlijk zou
zijn.
Remmen.
Tot dusverre dient een motorrijtuig voorzien
te zijn van ten minste twee onafhankelijk van
elkander krachtig werkende remmen, met elk
waarvan het rijtuig ieder oogenblik tot stil
stand kan worden gebracht. Vele remmen
voldoen niet aan deze bepaling, daar gewoon
lijk de hand- en voetrem beide dezelfde rem-
inrichting in werking stellen. De praktijk leert
intusschen dat deze reminrichting, hoewel niet
aan de thans geldende bepaling voldoende, als
doelmatig mag worden beschouwd, mits de ge
meenschappelijke onderdeelen van hand- en
voetrem zoo soliede zijn dat een defect daar
aan praktisch uitgesloten is.
Veel beter voor de controle der reminrich
ting wordt het thans gestelde voorschrift ge
acht, dat de maximum-remweg wordt bepaald
voor verschillende categorieën van motorrij
tuigen, bij verschillende snelheden en bij het
gebruik van hand- of voetrem.
Ieder moet meewerken.
De minister wilde zijn uiteenzetting niet be
sluiten, zonder nogmaals met den meesten na
druk erop te hebben gewezen, dat zelfs door
de meest voortreffelijke voorschriften de vei
ligheid op den weg niet voldoende verzekerd
wordt, indien de weggebruikers daartoe niet
medewerken, ook al wordt het toezicht op de
naleving dier voorschriften uitgebreid en ver
scherpt, zooals in de bedoeling ligt; overtre
dingen gelden niet alleen de wettelijke voor
schriften, doch tevens de eischen van welle
vendheid op den weg, die niet of slechts ten
deele in wetsartikelen te omschrijven zijn. die
elke weggebruiker behoort in acht te nemen,
doch die niet door eiken weggebruiker be- I
tracht worden. Men behoeft slechts te letten
op het onheilspellend aantal verkeersonge- i
LANGS DE STRAAT.
Commentaren.
Wat de oorzaak was weet ik niet, maar de
auto, die uit de Utrechtsche straat kwam, met
een flinke vaart, veranderde op den hoek van
het Rembrandtplein en de Amstelstraat plot
seling van richting, vloog het trottoir op en
tegen het gebouw van de Amsterdamsche
3 ank aan, dat er niet van verwikte, zei: „krak!'
en bleef staan.
En onmiddellijk snelde half Amsterdam toe
(u weet het: de Amsterdammer heeft een zes
de zintuig, voor het ontdekken van „standjes",
„relletjes" en dergelijke», vormde een halven
cirkel om het geval en begon commentaren te
leveren.
„De bank is gesloten, meneer!" lichtte er
een beleefd in, toen de chauffeur, wat wit om
den neus, maar ongedeerd, uit den wagen ge
stapt was.
„Wou je wissele?" vroeg een ander op fa-
miliaren toon.
„Wacht u nog 'n daggie: de marke benne
morgen misschien goedkooper!" adviseerde
een derde.
„Dat ken je nooit wete. met die devalewa-
sie!" meende een opgeschoten „loop"-jongen
met-een-fiets.
„Haagsche leverworst!" merkte een collega
boodschapper op, wijzend naar het in deplo-
rabelen toestand verkeerende, in rare bochten
gewrongen rechter-voorwiel van de auto.
„Versch gestopt!" vulde een jeugdige afge
zant van een slager aan, en, blijkbaar om op
levensmiddelengebied te blijven, stelde hij in
't algemeen de overigens weinig terzake die
nende vraag: „Mot je nog peultjes?"
De chauffeur was inmiddels weer In zijn
wagen gestapt en deed wanhopige en voorloo
pig niet met succes bekroonde pogingen, om
de auto achteruit en van het trottoir af te
krijgen, hetgeen een ironicus den uitroep:
„Hard gaat-ie!" ontlokte.
„Daar komt de prinsemarij an!" zoo stelde
loopjongen nummer één den chauffeur ge
rust. „Nou ga je op de bon!"
Inderdaad: twee agenten bereikten op dat
oogenblik de plaats van het ongeluk.
Een moderne agent vraagt niet meer, zooals
zijn collega's uit vroegere dagen: „Wat is hier
te doen?" Hij overziet snel den toestand en
neemt zijn maatregelen.
Zoo ging het ook hier.
Agent nummer één trachtte onder de aan
wezigen „ooggetuigen" te vinden, waarbij hij
maar matig succes had. Daarna noodigde hij
met woord en gevaar de menigte tot „doorloo-
pen" uit.
Zijn ambtgenoot haalde intusschen boekje
en potlood te voorschijn en begon den chauf
feur te ondervragen.
Toen was het niet interessant meer.
J. C. E.
vallen, welke te wijten zijn aan fouten van
bestuurders van vervoermiddelen, om de groo
te verantwoordelijkheid te beseffen, die ieder
persoonlijk draagt voor eigen en anderer leven.
Door opleiding en opvoeding van den wegge
bruiker moet meer en meer doordringen, dat
langs den weg slechts geldt een stelregel „be
tracht steeds de uiterste waakzaamheid".
„Ik moge een beroep doen op de medewer
king van alle weggebruikers in Nederland tot
stipte naleving van de geschreven en onge
schreven regelen voor een ordelijk verkeer.
Slechts dan is het ideaal van veilig en vrij
verkeer bereikbaar".
Mededeeling aan ondersteunde
werkloozen.
De minister van sociale zaken deelt
het volgende mede:
Het is mij gebleken, dat de vele on
dersteunde werkloozen in verband met
het feit, dat hun huurbijslag met in
gang van 13 September- j.l. werd ver
laagd, eigenmachtig een door henzelf
vastgestelde huur aan den huiseigenaar
hebben aangeboden of betaald.
Een dergelijk optreden is uiteraard
volkomen onjuist.
De tusschen verhuurder en huurder
overeengekomen huur dient betaald te
worden.
Zij, die hiermede in gebreke blijven,
stellen zich bloot aan alle wettelijke
gevolgen, daaraan verbonden.
DOODSLAG TE OSS BERECHT.
Het gerechtshof te 's Hertogenbosch heeft
Maandag arrest gewezen in de zaak tegen
den arbeider J. J. van B. uit Oss, die door de
Bossche rechtbank was veroordeeld tot tien
jaren gevangenisstraf, omdat hij op 11 De
cember 1929 tijdens een vechtpartij in een
café aan den heuvel te Oss opzettelijk G. van
G. met een mes verschillende messteken
heeft toegebracht, waardoor deze van het
leven werd beroofd.
In hooger beroep had de advocaat-generaal
zeven jaren gevangenisstraf geëischt.
Het Hof heeft van B. veroordeeld tot een
gevangenisstraf van zes jaren.
Prijsopdrijving door industrie
en groothandel?
Regeering laat een accountants
onderzoek instellen.
Uit klachten van den detailhandel
is gebleken, dat verschillende indus-
trieele ondernemingen, groothande
laren en Importeurs, zonder vooraf
gaand overleg met het departement
van Handel, Nijverheid en Scheep
vaart tot verhooging van den prijs
van hunne artikelen zijn overge
gaan.
Dit heeft den minister aanleiding
gegeven terstond bij vele bedrijven
een acocuntantsonderzoek te doen
instellen, teneinde te laten nagaan,
of daarbij niet. in strijd met de wet
van 30 September 1936, houdende
tijdelijke maatregelen tot het tegen
gaan van prijsopdrijving, is gehan
deld, (A.N.P.);