Bij Koning Boris op bezoek. De Volkenbondsvergadering en het Ontwapeningsvraagstuk. ZATERDAG 10 OCTOBER 1936 HAARDE M'S DAGBLAD 17 Bulgarye's vorst is meer filosoof dan regent. In 1932 moest de Volkenbond de Helpende hand bieden om een dreigend staatsbankroet in het Baikanland te vermijden. I ulgarije is een arm land. De munteen heid is er de lew, theoretisch ongeveer zes en vijftig cent. Voor iets minder dan een rijksdaalder heeft men in het grootste hotel van Sofia een uitstekende ka mer met privé-bad en ontbijt. Doch dat is een weelde, die zich maar weinigen kunnen ver oorloven. De salarissen zijn er laag, een ge neraal verdient als hoogste salaris ongeveer honderd gulden per maand, een minister niet heelemaai drie honderd. En de koning ont vangt ruim 80.000 gulden per jaar, hetgeen voor de in deplorabelen toestand verkeerende staatsfinanciën een ongelooflijk hooge som is. Gelukkig land voor reizigers althans! Want de Bulgaren zijn het armste volk van Europa, en de crisis dreigde tot een staats bankroet te leiden. Gelukkig stak in April 1932 de Volkenbond Bulgarije de helpende hand toe door het een leening te verschaffen, nadat het in Maart van hetzelfde jaar reeds de be taling van zijn schulden had moeten staken. Hoe komt men van Boekarest naar Sofia? Dat is waaldijk geen eenvoudige kwestie. Want Roemenië is een vredelievend land, en ook Bulgarije koestert geen booze plannen, maar tochmen vertrouwt elkaar niet. En bijge volg is er geen brug over de Donau, die een prachtige, natuurlijke grens tusschen beide landen vormt. En als men dus van Roemenië naar Bulgarije wenscht te gaan wordt men in een groote roeiboot over de rivier gevaren. Hetgeen een gevaarlijke expeditie was. niet zoo zeer wegens de rivier dan wel door de zeer wrakke schuit. Maar de Balkan is nu eenmaal arm. en dat merkt men telkens opnieuw. Sofia heeft ruim 200.000 inwoners, het is be roemd om zijn Nieuwe Alexander kathedraal, een prachtig bouwwerk, dat met zijn vele koepels een der schoonste Grieksch-orthodoxe kerken van den Balkan is. Het uiterlijk van de stad is zeer modern, niet zoo echter dat der menschen, die haar bevolken. Voor een groot deel dragen ze nog dezelfde drachten, die er ook voor honderd en twee honderd jaar in zwang waren. Dikke, kleurige gewaden, die helaas meestal te vies zijn dat men van de bonte tinten kan genieten. De souverein van dit land, koning Boris III, is de benige vorst van den Balkan, die zich zonder zwaarbewa pend geleide op straat durft te ver- toonen. Als een eenvoudig mensch wandelt hij te midden van zijn onder danen, groet vriendelijk en kent er velen bij den naam. Soms choqueert hij zijn gansche hofhouding door een gemoedelijk praatje te beginnen met een li monade ver kooper of een van de weinige schoenpoetsers die er zijn. In 1933 is hij in het huwelijk getreden met een Italiaansche prints, die hem een dochtertje, geschonken heeft. Het zesde interview! Alom bemind om zijn eenvoud, gaat deze toch niet zoo ver dat men hem .,mir nichts. dir nichts" interviewen kan. Dat duurt een langen tijd, en dan blijkt nog, dat de jour nalist zich uitermate gelukkig mag prijzen dat hij ontvangen wordt. Want hij is de zesde re porter, dien de koning gedurende zijn twee en veertig- levensjaren ontvangen heeft. Z.M. heeft een uitermate sympathiek uiter lijk. Een hoog voorhoofd, vriendelijke, don kere oogen. een volle snor onder een lange, rechten neus. Hij was in 'n eenvoudig colbert- costuum gekleed en liet me tegenover hem in een fauteuil voor een der vensters plaats ne men. De koning beheerscht een groot aantal talen, Fransch. Duitsch, Engelsch, Italiaansch en diverse Slavische. Koning Boris is meer filosoof dan regeerend vorst. Dat kan hem eendeels gevaarlijk wor den. nu door de crisis ook in Bulgarije de ver houdingen zich toespitsen. Hij geniet de op rechte liefde van zijn volk. doch onder de po litici zijn er velen, die gaarne misbruik zou den maken van zijn besluiteloosheid, en reeds heeft hem een paleisrevolutie bedreigd. De koning heeft tijdens den oorlog zelf aan het front gediend, en wat was natuurlijker dan dat ons gesprek over de kansen op een nieuwen oorlog ging ..Moge God het verhoeden", zei Z.M., en aan zijn stem was te hooren, dat hij meende wat hij uitsprak. „Het is mij en mijn volk groote of fers waard om een nieuwen wereld brand te voorkomen. Want wij kennen zijn ellende. Bulgarije was bijna zes en twintig maanden langer in oorlog dan de andere landen, en het heeft ons slechts schade en onnoemelijk leed gebracht". Ik vertelde hem van de meening veler staatslieden, dat revisie van de vredesverdragen oorlog zou beteekc- nen. Hij luisterde opmerkzaam toe en gaf toen als zijn oordeel te kennen: „Het is mogelijk dat zij gelijk hebben. Doch niemand zal kunnen ontkennen dat het hard Verkeersonderwijs aan dienst plichtigen. Eenigen tijd geleden verzocht de K.N.A.C. aan den minister van Defensie te bevorde ren. dat aan de militieplichtigen tijdens hun eersten oefeningstijd eenvoudig verkeerson- derwiis zal worden gegeven Dit" voorstel heeft weerklank gevonden bij de autoriteiten van land- en zeemacht. Nu de ingrijpende wijzigingen van het motor en rïjwielregelment zijn afgekomen zal door de K.N-A.C. een eenvoudige geillustrèerde kleine wegcode worden samengesteld en gra tis beschikbaar worden gesteld voor het ver keersonderwijs aan dienstplichtigen.^ Het boekje zal dan met de specifiek militaire be palingen worden aangevuld. Het wordt nl. mogelijk geacht aan de hand daarvan aan de miliciens tijdens hun eersten oefenings tijd het een en ander over het verkeer op den weg bij te brengen. is voor een staat om groote gebiedsdeelen te moeten missen. En 't recht om op vreedzame wijze op herstel van geleden onrecht aan te dringen zal men toch niemand kunnen ont zeggen. Maar een nieuwen oorlog daarvoor te riskeerenneen, dat zou niet goed zijn. Onrecht kan men niet door nieuw geweld on gedaan maken". Koning Boris van Bulgarije. Ook Bulgarije heeft door den oorlog veel gebied verloren, onder meer Zuid-West Tra- cië, en al de in het begin van den strijd ver overde gebieden. Het is dan ook van de grootste beteekenis voor de rust en den vrede op den Balkan, dat Bulgarije niet op een luidruchtige wijze, zoo als Hongarije teruggave van het verloren ge bied eischt. Integendeel. Bulgarije en Joego-Slavië heb ben de laatste jaren steeds vriendschappelij- ker betrekkingen aangeknoopt, zoodat ook hieruit de oprechte vredeswil van het land blijkt. Moge het onder leiding van zijn gelief den monarch, ook de binnenlandsche moei lijkheden te boven komen! K. A. ((Alle rechten voorbehouden), (Nadruk verboden.) NIEUWE UITGAVEN. A.B.C., Tijdschrift voor Hollandsche jongens en meisjes. Het eerste nummer van dit nieuwe kinder blad, dta ongetwijfeld bij de jeugd in den smaak zal vallen, maakt een uiterst verzorg den en smaakvollen indruk. Talrijke mooie foto's en teekeningen lichten den tekst op prettige wijze toe, terwijl er zorgvuldig voor gezorgd is, die onderwerpen te behandelen, welke de belangstelling van het kind hebben. De eerste aflevering bevat oa. bijdragen van D. C. Reijendam, Kees Hana, Ed. de Nève en Bets van Lonkhuyzen. VRIJZINNIG-DEMOCRATISCHE JONGEREN ORGANISATIE. Op Zaterdag 17 October houdt bovenge noemde Jongerenorganisatie een propagan- da-feestavond in de buitensocieteit „Dreef- zicht", waar Dr. A. J. van Leusen, Statenlid te Velsen, het woord zal voeren. Medewer king verleenen o.a. het zangkwartet „The Croacking Nightingales" en het dansorkest „The Rimacs" Het huwelijk van Prinses Juliana. Het huwelijk tusschen Prinses Juliana en Prins Bernard van Lippe Biesterfeld zal waar schijnlijk op het einde van Januari of begin Februari 1937 te 's Gravenhage worden geslo ten. Aldus verklaarde Vrijdagavond generaal- majoor J. C. Wagner op een bijeenkomst van het Haagsch Comité voor Volksfeesten e.a. ter bespreking van de plannen der feestviering. „KUNST ZIJ ONS DOEI/'. Dezer dagen had in het Waaggebouw aan het Spaarne de jaarlijksche algemeene ledenver gadering plaats van „Kunst zij ons Doel". Aan de beurt van aftreden waren de hee- ren: H. F. Boot, R. Heiloo en Jan Wiegman, respectievelijk voorzitter, penningmeester en commissaris van de kunstbeschouwingen. Allen werden herkozen. Uit het jaarverslag blijkt, dat het aantal werkende leden in het afgeloopen vereeni- ginesjaar wederom is toegenomen en thans 108 bedraagt. De teekenavonden, die Woensdags- en Za terdagsavonds worden gehouden, zijn weder begonnen Zaterdag 3 October. Geen prijsstijging van bruinbrood. Het ligt ln de bedoeling van de re geering maatregelen te treffen, dat ook een prijsverhooging van bruin brood zal kunnen worden voorkomen. Er is daarom een regeling in voorbe reiding, waardoor de bereiders van tarwemeel in de gelegenheid zullen worden gesteld om de T. C.-tarwe te gen een gereduceerden prijs te ont vangen. Op een bespreking, welke heden met de mo lenaarsbonden zou worden gehouden, zullen de definitieve voorstellen worden vastgesteld, waarna verwacht mag worden, dat deze nieu we regeling a.s. Maandag in werking zal kun nen treden. CENTRAAL TOONEEL. Professor Dr. Hiob Praforius „Wat 'n interessant stuk! En wat 'n pracht- figuur is die dokter Pratorius! Ik zou dat stuk best nog eens voor 'n tweede maal,willen zien!" ,,'n Onmogelijk stuk! En wat 'n rare kwibus van 'n dokter! Nee, da's niks voor mij!" Ziedaar twee uitspraken, die ik na de pre mière door het gezelschap van Laseur van „Professor Dr. Hiob Pratorius" in het Cen traal Theater onmiddellijk na elkander van twee dames hoorde. Voor mij was dit verschil van oordeel volkomen begrijpelijk. De eerste zeer levendige dame heeft veel gevoel voor humor, terwijl de tweede 'n echt nuchter type daarvan totaal gespeend is en omdat dokter Pratorius overloopt van humor, kon de tweede hem niet. de eerste daarentegen zoo hartelijk waardeeren. Ik vermoed zoo. dat het oordeel der dok toren over dezen collega ook zeer verschillend zal zijn, al naar hun geaardheid. Ik vrees, dat velen vooral de hoog-ernstigen, die over weinig fantasie beschikken evenals de tweede dame dokter Pratorius 'n kwibus zullen vinden. n charlatan. Welke dokter staat nu bij de radio te dirigeeren in zijn kamer, alsof hij 'n heel orkest voor zich heeft? En wie kruipt er nu als arts ten ple- ziere van zijn patientje bij een ziek kind in bed? En ik ben er wel zeker van, dat de meeste doktoren het met de meerderheid van den eereraad, die over Dr. Pratorius recht spreekt, eens zal zijn, en een dokter, die een schoen winkel houdt en zich voor kwakzalver uit geeft, omdat hij weet. dat het gros der men schen zich liever door 'n kwakzalver dan door een geneesheer met 'n doktersbul laat behan delen en daar meer baat bij vindt, onwaardig zullen vinden om langer als eerbaar collega te worden erkend. En zij zullen misschien ook wel eens hun hoofd schudden over de manier, waarop dokter Pratorius in zijn kliniek met zijn patiënten omspringt. Maar er zullen er ook zijn. die bij het zien van dokter Pratorius in hun hart zullen moe ten bekennen, dat deze arts 'n groote mate van levenswijsheid en menschenkennis bezit en dat het voor vele doktoren goed zou zijn, wanneer zij iets van dr. Pratorius hadden. „U hadt kunstenaar en niet dokter moe- DE DOOD VAN JULIUS VON GOEMBOES. Het stoffelijk overschot van den Hongaarschen minister-president, die in een sanatorium in Beieren overleed, werd met militair eerbetoon te München uitgeleide gedaan. (Van onzen Geneefschen correspondent.) GENèVE, 7 October 1936. Sinds September 1931 had de Volkenbonds vergadering haar „derde" commissie, die van 1920 af steeds die was geweest, wier debatten het meest de openbare belangstelling trokken, niet meer in het leven geroepen. In plaats van zes groote commissies, waarin iedere de legatie vertegenwoordigd is, werden er in de jaren van 1932 tot en met 1935 nog slechts vijf gevormd. De „derde", die zich met het ontwapeningsvraagstuk had bezig te houden, bestond vier jaren lang niet meer. In de eer ste jaren was het een gevoel van betamelijk heid jegens de staten, die wèl aan de Ont wapeningsconferentie deelnamen, doch geen leden van den Volkenbond zijn, dat de Volken bondsvergadering ertoe bewoog van de benoe ming van een derde commissie af te zien. De Volkenbondsstaten wilden geen onder-onsjes in het leven roepen, wilden geen afzonderlijke besprekingen over onderwerpen, die voor ge meenschappelijk overleg op de Ontwapenings conferentie bestemd waren. In de laatste jaren was het een gevoel van onmacht, dat ons van de derde commissie beroofde. Hoe kon men nog van ontwapening spreken, waar Duitschland (en daarna ook Italië met het oog op den in voorbereiding zijnden oorlog tegen Abessynië) uit alle macht aan het her bewapenen waren? De gedelegeerden van de Scandinavische staten en van Nederland op de Zeventiende Volkenbondsvergadering hebben weten te ver hinderen, dat het een vaste gewoonte zou worden geen derde commissie meer te benoe men. Op hun voorstel heeft de tegenwoordige Volkenbondsvergadering tot de wedergeboorte der derde commissie besloten. Wij hebben deze week voor het eerst sinds 1931 weder een ontwapeningsdebat, zij het ook een zeer be scheiden, in de Volk«mbondsvergadering ge had. Twee redenen hebben de regeeringen der bovengenoemde kleine stoten ertoe bewogen dit jaar de wederbijeenroeping der derde com missie te verlangen. Ir. de eerste plaats wilden zij verhinderen, dat iedere gedachte aan be wapeningsbeperking en bewapeningsvermin dering uit de internationale politiek zou ge schrapt worden. De derde commissie heeft de juistheid van dit standpunt der kleine staten erkend. Zij heeft in een vanmiddag eenstem mig aangenomen resolutie verklaard dat de pogingen ten gunste van bewapenmgsbeper- king en bewapeningsvermindering moeten „voortgezet en bespoedigd" worden. De dérde commissie heeft tevens in haar rapport aan de De wedergeboorte van de „derde commissie" der Volken- bondsvergadering. Het ontwapeningsvraagstuk blijft op de agenda van den Volkenbond staan. De „aanstaande" wederbijeenkomst van het Bureau der Ontwapenings conferentie. Wellicht te behandelen onderwerpen. voltallige Volkenbondsvergadering eraan her innerd. dat art. 8 van het Volkenbondsverdrag den Volkenbondsstaten de verplichting van een vermindering der bewapening oplegt en dat deze verplichting onder alle omstandig heden blijft voortbestaan. De Volkenbond mag zich niet afwenden van deze taak. hoe moei lijk de verwezenlijking daarvan ook moge zijn. De Volkenbond moet de kwestie der ontwape ning op zijn agenda houden, totdat eindelijk een bevredigende oplossing aan dit vraagstuk gegeven zal zijn. De Volkenbondsvergadering hoopt, dat van deze verklaringen een goede psychologische werking zal uitgaan, die een aanmoediging zal zijn voor de duizenden van goeckm wil in alle landen, die voor de zaak van de ontwapening arbeiden, om bij hun streven te volharden en niet in vertwijfeling den strijd op te geven. De tweede reden, waarom de delegaties van Denemarken. Finland. Nederland. Noorwegen en Zweden de wedergeboorte der derde com missie verlangden, was de beangstigende be wapeningswedloop. die thans aan den gang is. Hun gedachtengang was in dit opzicht dezelfde als die van den Franschen Minister-President Léon Blum Deze verklaarde Zaterdagavond aan de Volkenbondsjournalisten, dat Frank rijk de wederbijeenkomst van het Bureau der Ontwapeningsconferentie heeft verlangd juist met het oog op dezen bewapeningswedloop, waaraan Frankrijk thans ook meedoet, doch waarvan het zoo spoedig mogelijk hoopt be vrijd te worden. Ongetwijfeld maakt de tegen woordige bewapeningswedloop een kans op succes van pogingen, om althans tot bewape ningsbegrenzing te komen, nog moeilijker dan voorheen. Doch de aan dezen bewapenings wedloop verbonden vredesgevaren en finan- cieele lasten maken juist pogingen, om een einde eraan te maken, des te noodzakelijker. Dit was de gedachtengang, die zoowel de Fransche regeeering als die der kleinere sta ten tot een initiatief bewoog, om de ontwape ningsbesprekingen weder op gang te brengen. Het ziet intusschen niet ernaar uit. dat een ernstige poging, om althans tot bewapenings begrenzing en dus tot een beëindiging van den bewapeningswedloop te komen heel spoe dig zal ondernomen worden. Want in de Derde Commissie heeft alléén Paul-Boncour. en dan nog heel schuchter en terloops, over de mo gelijkheid van nieuwe besprekingen over een „begrenzing der luchtmachten" gesproken. Niemand viel Boncour echter bij en over be perking van leger en vloot werd in het ge heel niets gezegd. Zelfs de vertegenwoordigers der kleine staten bleken van oordeel, dat de Ontwapeningsconferentie bij de door hen ge- wenschte hervatting van haar werkzaamheden voorloopig de kwestie van bewapeningsver mindering en zelfs die van bewapeningsbe perking maar moet laten rusten en zich bepa len moet tot een behandeling van andere on derdeden van het ontwapeningsvraagstuk, wier regeling als een bemoedigende inleiding tot verder werk zou kunnen beschouwd wor den. Deze opvatting werd vrij algemeen gedeeld. Het bleek de overtuiging van vrijwel de ge- heele commissie te zijn. dat het Bureau der Ontwapeningsconferentie eerst de kwestie van de openbaarheid der militaire uitgaven zou moeten aan de orde stellen. Indien hiervoor een conventie zou kunnen worden tot stond gebracht, hetgeen bij een algemeenen goeden wil gemakkelijk zou kunnen geschieden, daar alle technische voorstudies reeds volbracht zijn, dan zou het moeilijker onderwerp van de reglementeering van en het toezicht op de wapenfabricage en den wapenhandel kunnen onder handen genomen worden, En als ook dit werk gelukken zou, zou tot de schepping van een Permanente Ontwapeningscommissie kun nen besloten worden, die toezicht op de loyale naleving dezer conventies zou moeten houden. En als ook deze taak volbracht zou zijn, dan zouden de behaalde successen op deze kleine gebieden wellicht het internationale vertrou wen zoo versterkt hebben, dat men eindelijk weder eens zijn krachten aan de grootere taak van eerst begrenzing en daarna vermin dering van bewapening zou kunnen beproe ven! Dit is de gang van zaken, die men zich in de derde commissie der Volkenbondsvergadering met betrekking tot de hervatting van het werk der Ontwapeningsconferentie heeft voorge steld. De beslissing hieromtrent ligt echter niet bij de Volkenbondsvergadering, doch bij het Bureau der Ontwapeningsconferentie, waarin ook Japan en de Vereenigde Staten van Amerika vertegenwoordigd zijn. Men had aanvankelijk gedacht, dat dit Bureau nog in deze maand zou bijeenkomen. Vandaag bleek echter plotseling uit het door Lange (Noorwegen) in overleg met andere gedelegeerden opgestelde rapport der derde commissie, dat dit niet meer de bedoeling is. Het rapport, dat op dit punt geheel stilzwijgend werd aangenomen, verklaart toch, dat de da tum van bijeenroeping in zeer groote mate zal afhangen van de „onderhandelingen waar over thans zooveel gesproken wordt" Dit zijn natuurlijk de onderhandelingen tusschen Bel gië Duitschland, Engeland, Frankrijk en Ita lië over een nieuw Locarno-verdrag. Men schijnt dus alle hoop nog niet te hebben op gegeven, dat deze onderhandelingen bevredi gend zullen eindigen en dat Duitschland dan weder aan het werk der Ontwapenmgsconfe- rentie zal willen deelnemen Voorloopig zal het Bureau der Ontwapeningsconferentie dus nog wel niet bijeenkomen En of men lust zal hebben, om bij een eventüeele mislukking der Locarno-besprekingen dan toch zonder Duitschland weder aan het ontwapeningswerk te gaan? De hervatting van het werk der Ontwapeningsconferentie, die in het begin dezer maand een spoedige zekerheid scheen, is vandaag weder heel wat twijfelachtiger ge- 1 worden! B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. I ten worden!" zegt de voorzitter van den eereraad tot Pratorius. „Een arts. die geen kunstenaar is, is geen goed arts!" is zijn antwoord daarop. „Bij u sterf je gemakkelijk!" zegt 'n oud vrouwtje in zijn kliniek. Dat komt. omdat Pratorius iets van zijn levensblijheid, zijn humor en zijn wijsheid over dood en leven op zijn patiënten overbrengt. 'n Charlatan? Och ja, 'n klein beetje wel, maar hij heeft ook veel van den kunstenaar, die met zijn fijn-intuïtief gevoel soms meer bereikt dan de dokter met enkel de weten schap. Deze dokter Pratorius zegt prachtige dingen en groote levenswijsheden eerst op het college tot de studenten en later tot de doktoren, die in den eereraad over hem oordeelen. En hij is een heerlijk-zonnig mensch. die van zijn zonnigheid veel mee deelt aan zijn patiënten cn ook aan ons. toe schouwers in de zaal. Neen, ik ben het, als ik over dit stuk na denk. niet eens met de nuchtere dame. ik ga daarentegen geheel accoord met het jonge vrouwtje, dat zoo'n groot gevoel voor humor heeft. 'r. Interessant stuk en 'n pracht figuur, die dokter Pratorius! Dat Curt Götz de Zwitsersche schrijver van wien de H.T.C. o.a. zijn Hocus Pocus en Het Schouwtooneel Het Gelukspoppetje heeft gespeeld de geschiedenis van Dr Pratorius en de geheimzinnige oorzaak van zijn dood aan Sherlock Holmes en Dr. Watson in han den heeft gegeven, komt. omdat Curt Gotz iets van Dr. Pratorius zelf heeft en dus weet dat je om den titel van zijn vroeger stuk te gebruiken met wat „hocus pocus" de aandacht van het groote publiek het beste vast houdt. Dus ook 'n beetje charlatan, deze Curt- Götz? Ja zeker. Hij geeft iets van 'n thriller, met alles wat daarbij behoort: het raadsel van een geheimzinnigen dood. een levend lijk, 'n geestigen, schranderen Sherlock Holmes maar dat is slechts voor- en naspel. Het middengedeelte is dikwijls van groot en ernst, ondanks of beter misschien juist óm zijn miiden humor. Wat de oorzaak is van den dood van den levensblijden dokter Pratorius en zyn zonnig Spaansch vrouwtje en in hoeverre de mysterieuse figuur van S'nunderson het levend lijk daaraan schuld is of niet, wil ik niet verraden, omdat dit een der elementen van de spanning in dit stuk is, dat verdwijnt, als het geheim wordt opgelost. Het Centraal Tooneel heeft van dit interes sante stuk een voortreffelijke opvoering ge geven. Laseur heeft vol liefde zijn schouders onder Professor Dr. Hiob Pratorius" gezet, als regisseur zoowel als acteur. Hij heeft het thriller-gedeelte met al zijn geheimzinnigheid alle recht gedaan maar niet minder 't ern stiger deel, dat den geschiedenis van Dr. Pratorius bevat. En hij heeft de titelrol met groote toewijding prachtig gespeeld. Hij gaf aan dezen arts een groote levens blijheid en een heerlijken humor mee, die aan stekelijk werkte op zijn omgeving behalve dan op de van humor verstoken doktoren en op de zaal. Zijn rede tot de studenten, waarin hij verkondigde, dat zij allen moesten zoeken naar de microbe van de domheid, sprak hij met overtuiging en gloed uit en te gen zijn patiënten in de kliniek was hij van ec-n zoo beminnelijke zonnigheid, dat je het gezegde van het vrouwtje: Wat is 't gemakke lijk sterven bij u! volkomen begreep. Ook als aangeklaagde voor de leden van den eereraad was Laseur de domineerende figuur en zei hij den dikwijls zeer geestigen en soms heel scher pen tekst zonder emphase of pathos met warmte en fijnen humor. Het sxuk zal hoop ik nog wel eens te Haarlem worden gespeeld en ik zal dan gele genheid hebben ook over het spel der anderen uitvoerig te schrijven: Laat ik daarom mogen volstaan met te zeggen, dat Mary Dressel- huis een merkwaardig knappe creatie gaf van een levendige Spaansche, zoo pétillant en gloedvol, dat zij niet alleen dokter Pratorius veroverde, dat Cor Hermus Sherlock zoo gees tig speelde, dat de wensch bij ons boven kwam hem nog eens in die rol te zien. dat Hermann Schwab weer overtuigend bewees, dat de ouderen meester waren in het roman tische genre en dat Chris Baay, Gysbert Ter- steeg en Gerard Schild mooie, scherpe types van "de doktoren, leden van den eereraad, gaven. Jan van Ees was een goede Dr. Watson. Deze avond was een triomf voor Laseur. Het publiek heeft hem zoovel voor de pauze als aan het slot met warm applaus gehuldigd. J. B. SCHUIL. Meyer Hamel's Revue „Kom je ook 's kijken?" Voor de revuegezelschappen is ook zoo langzamerhand het vet van de soep. Te ver wonderen is dit niet. Wij hebben er de laat ste jaren te veel van gekregen. En laten wij 't maar bekennen, het blijft altijd zoo wat hetzelfde: 'n paar komieken, 'n zanger, 'n zangeres, 'n danspaar, 'n stelletje girls en de noodige finales, en daar blijft het steeds bij. Variaties weten de schrijvers van revues er blijkbaar niet in te brengen. Het groote gebrek is, dat de tegenwoordige revues geen eigenlijken inhoud hebben en steeds weer als los zand aan elkaar hangen. Het was giste ren bij de eerste opvoering van Meyer Ha meis Revue: „Kom je ook eens kijken?" in onzen Stadsschouwburg dan ook verre van vol en toch zou dit revue-gezelschap beter hebben verdiend, want in het soort was het lang niet slecht. Sylvain Poons is altijd wel 'n grappig komiek en Kees Pruis is als lied jes-zanger vooral in Haarlem 'n popuiair man. De aankleeding was smaakvoller en ge tuigde van meer distinctie dan bij de meeste andere revues wij zonderen de revue van mevrouw Bouwmeester hiervan uit en het ballet stond ongetwijfeld op een hooger peil dan wij in één andere revue zelfs in de beste van Nederland te zien krijgen. Zoo werd de Bolero van Ravel sterk rhythmisch, met een steeds stijgenden climax gedanst en dit ballet maakte ook indruk door de werke lijk zeer fraaie, suggestieve costuums. De Geheimen der Zee was een voortreffe lijk revue-nummer en bekoorde door kleur en aankleeding. De 2 finales Sterren van het Witte Doek en Rood-Wit-Blauw moch ten er ook qua „Ausstattung" zijn. Zoo viel er voor het oog heel wat te genieten. Het aandeel, dat Sylvain Poons en Kees Pruis in deze revue hadden, was vrij groot, maar ae komische scènes muntten nu niet bepaald uit door ge'est en entrain Wij heb ben Poons en ook Kees Pruis wel eens beter op dreef gezien. Sommige sketches zooals Bennie krijgt extra les en Snelfotografie waren ook veel te gerekt. In Naam der Wet was daarentegen we! «en aardige persiflage op de vele verbodsbepalingen in ons goede vaderland Het niet talrijk publiek heeft zich echter ook bij de komische scènes best geamuseerd. Er is veel en hartelijk gelachen, zoodat „Kom je ook eens kijken?" bij de eerste opvoering te Haarlem zeker succes heeft gehad. Laten wij dus voor het gezelschap hopen, dat de Haarlemmers van avond en mor°en aan de uitnoodiging van Meyer Hamel gevolg geven en in groote getale komen, want nog eens „te kijken" is er veel J. B. SCHUIL,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 19