Bij Koning Boris op bezoek.
De Volkenbondsvergadering
en het Ontwapeningsvraagstuk.
ZATERDAG 10 OCTOBER 1936
HAARDE M'S DAGBLAD
17
Bulgarye's vorst is meer filosoof dan regent.
In 1932 moest de Volkenbond de
Helpende hand bieden om een
dreigend staatsbankroet in het
Baikanland te vermijden.
I ulgarije is een arm land. De munteen
heid is er de lew, theoretisch ongeveer
zes en vijftig cent. Voor iets minder
dan een rijksdaalder heeft men in het
grootste hotel van Sofia een uitstekende ka
mer met privé-bad en ontbijt. Doch dat is een
weelde, die zich maar weinigen kunnen ver
oorloven. De salarissen zijn er laag, een ge
neraal verdient als hoogste salaris ongeveer
honderd gulden per maand, een minister niet
heelemaai drie honderd. En de koning ont
vangt ruim 80.000 gulden per jaar, hetgeen
voor de in deplorabelen toestand verkeerende
staatsfinanciën een ongelooflijk hooge som is.
Gelukkig land voor reizigers althans!
Want de Bulgaren zijn het armste volk van
Europa, en de crisis dreigde tot een staats
bankroet te leiden. Gelukkig stak in April 1932
de Volkenbond Bulgarije de helpende hand
toe door het een leening te verschaffen, nadat
het in Maart van hetzelfde jaar reeds de be
taling van zijn schulden had moeten staken.
Hoe komt men van Boekarest naar Sofia?
Dat is waaldijk geen eenvoudige kwestie. Want
Roemenië is een vredelievend land, en ook
Bulgarije koestert geen booze plannen, maar
tochmen vertrouwt elkaar niet. En bijge
volg is er geen brug over de Donau, die een
prachtige, natuurlijke grens tusschen beide
landen vormt. En als men dus van Roemenië
naar Bulgarije wenscht te gaan wordt men in
een groote roeiboot over de rivier gevaren.
Hetgeen een gevaarlijke expeditie was. niet
zoo zeer wegens de rivier dan wel door de zeer
wrakke schuit. Maar de Balkan is nu eenmaal
arm. en dat merkt men telkens opnieuw.
Sofia heeft ruim 200.000 inwoners, het is be
roemd om zijn Nieuwe Alexander kathedraal,
een prachtig bouwwerk, dat met zijn vele
koepels een der schoonste Grieksch-orthodoxe
kerken van den Balkan is. Het uiterlijk van
de stad is zeer modern, niet zoo echter dat der
menschen, die haar bevolken. Voor een groot
deel dragen ze nog dezelfde drachten, die er
ook voor honderd en twee honderd jaar in
zwang waren. Dikke, kleurige gewaden, die
helaas meestal te vies zijn dat men van de
bonte tinten kan genieten.
De souverein van dit land, koning
Boris III, is de benige vorst van den
Balkan, die zich zonder zwaarbewa
pend geleide op straat durft te ver-
toonen. Als een eenvoudig mensch
wandelt hij te midden van zijn onder
danen, groet vriendelijk en kent er
velen bij den naam.
Soms choqueert hij zijn gansche hofhouding
door een gemoedelijk praatje te beginnen met
een li monade ver kooper of een van de weinige
schoenpoetsers die er zijn. In 1933 is hij in
het huwelijk getreden met een Italiaansche
prints, die hem een dochtertje, geschonken
heeft.
Het zesde interview!
Alom bemind om zijn eenvoud, gaat deze
toch niet zoo ver dat men hem .,mir nichts.
dir nichts" interviewen kan. Dat duurt een
langen tijd, en dan blijkt nog, dat de jour
nalist zich uitermate gelukkig mag prijzen dat
hij ontvangen wordt. Want hij is de zesde re
porter, dien de koning gedurende zijn twee en
veertig- levensjaren ontvangen heeft.
Z.M. heeft een uitermate sympathiek uiter
lijk. Een hoog voorhoofd, vriendelijke, don
kere oogen. een volle snor onder een lange,
rechten neus. Hij was in 'n eenvoudig colbert-
costuum gekleed en liet me tegenover hem in
een fauteuil voor een der vensters plaats ne
men. De koning beheerscht een groot aantal
talen, Fransch. Duitsch, Engelsch, Italiaansch
en diverse Slavische.
Koning Boris is meer filosoof dan regeerend
vorst. Dat kan hem eendeels gevaarlijk wor
den. nu door de crisis ook in Bulgarije de ver
houdingen zich toespitsen. Hij geniet de op
rechte liefde van zijn volk. doch onder de po
litici zijn er velen, die gaarne misbruik zou
den maken van zijn besluiteloosheid, en reeds
heeft hem een paleisrevolutie bedreigd.
De koning heeft tijdens den oorlog zelf aan
het front gediend, en wat was natuurlijker
dan dat ons gesprek over de kansen op een
nieuwen oorlog ging
..Moge God het verhoeden", zei Z.M., en aan
zijn stem was te hooren, dat hij meende wat
hij uitsprak.
„Het is mij en mijn volk groote of
fers waard om een nieuwen wereld
brand te voorkomen. Want wij kennen
zijn ellende. Bulgarije was bijna zes
en twintig maanden langer in oorlog
dan de andere landen, en het heeft
ons slechts schade en onnoemelijk
leed gebracht".
Ik vertelde hem van de meening
veler staatslieden, dat revisie van de
vredesverdragen oorlog zou beteekc-
nen.
Hij luisterde opmerkzaam toe en gaf toen
als zijn oordeel te kennen:
„Het is mogelijk dat zij gelijk hebben. Doch
niemand zal kunnen ontkennen dat het hard
Verkeersonderwijs aan dienst
plichtigen.
Eenigen tijd geleden verzocht de K.N.A.C.
aan den minister van Defensie te bevorde
ren. dat aan de militieplichtigen tijdens hun
eersten oefeningstijd eenvoudig verkeerson-
derwiis zal worden gegeven
Dit" voorstel heeft weerklank gevonden bij
de autoriteiten van land- en zeemacht. Nu
de ingrijpende wijzigingen van het motor
en rïjwielregelment zijn afgekomen zal door
de K.N-A.C. een eenvoudige geillustrèerde
kleine wegcode worden samengesteld en gra
tis beschikbaar worden gesteld voor het ver
keersonderwijs aan dienstplichtigen.^ Het
boekje zal dan met de specifiek militaire be
palingen worden aangevuld. Het wordt nl.
mogelijk geacht aan de hand daarvan aan
de miliciens tijdens hun eersten oefenings
tijd het een en ander over het verkeer op
den weg bij te brengen.
is voor een staat om groote gebiedsdeelen te
moeten missen. En 't recht om op vreedzame
wijze op herstel van geleden onrecht aan te
dringen zal men toch niemand kunnen ont
zeggen. Maar een nieuwen oorlog daarvoor te
riskeerenneen, dat zou niet goed zijn.
Onrecht kan men niet door nieuw geweld on
gedaan maken".
Koning Boris van Bulgarije.
Ook Bulgarije heeft door den oorlog veel
gebied verloren, onder meer Zuid-West Tra-
cië, en al de in het begin van den strijd ver
overde gebieden.
Het is dan ook van de grootste beteekenis
voor de rust en den vrede op den Balkan, dat
Bulgarije niet op een luidruchtige wijze, zoo
als Hongarije teruggave van het verloren ge
bied eischt.
Integendeel. Bulgarije en Joego-Slavië heb
ben de laatste jaren steeds vriendschappelij-
ker betrekkingen aangeknoopt, zoodat ook
hieruit de oprechte vredeswil van het land
blijkt. Moge het onder leiding van zijn gelief
den monarch, ook de binnenlandsche moei
lijkheden te boven komen!
K. A.
((Alle rechten voorbehouden),
(Nadruk verboden.)
NIEUWE UITGAVEN.
A.B.C., Tijdschrift voor Hollandsche
jongens en meisjes.
Het eerste nummer van dit nieuwe kinder
blad, dta ongetwijfeld bij de jeugd in den
smaak zal vallen, maakt een uiterst verzorg
den en smaakvollen indruk. Talrijke mooie
foto's en teekeningen lichten den tekst op
prettige wijze toe, terwijl er zorgvuldig voor
gezorgd is, die onderwerpen te behandelen,
welke de belangstelling van het kind hebben.
De eerste aflevering bevat oa. bijdragen van
D. C. Reijendam, Kees Hana, Ed. de Nève en
Bets van Lonkhuyzen.
VRIJZINNIG-DEMOCRATISCHE JONGEREN
ORGANISATIE.
Op Zaterdag 17 October houdt bovenge
noemde Jongerenorganisatie een propagan-
da-feestavond in de buitensocieteit „Dreef-
zicht", waar Dr. A. J. van Leusen, Statenlid
te Velsen, het woord zal voeren. Medewer
king verleenen o.a. het zangkwartet „The
Croacking Nightingales" en het dansorkest
„The Rimacs"
Het huwelijk van Prinses
Juliana.
Het huwelijk tusschen Prinses Juliana en
Prins Bernard van Lippe Biesterfeld zal waar
schijnlijk op het einde van Januari of begin
Februari 1937 te 's Gravenhage worden geslo
ten. Aldus verklaarde Vrijdagavond generaal-
majoor J. C. Wagner op een bijeenkomst van
het Haagsch Comité voor Volksfeesten e.a. ter
bespreking van de plannen der feestviering.
„KUNST ZIJ ONS DOEI/'.
Dezer dagen had in het Waaggebouw aan het
Spaarne de jaarlijksche algemeene ledenver
gadering plaats van „Kunst zij ons Doel".
Aan de beurt van aftreden waren de hee-
ren: H. F. Boot, R. Heiloo en Jan Wiegman,
respectievelijk voorzitter, penningmeester en
commissaris van de kunstbeschouwingen.
Allen werden herkozen.
Uit het jaarverslag blijkt, dat het aantal
werkende leden in het afgeloopen vereeni-
ginesjaar wederom is toegenomen en thans
108 bedraagt.
De teekenavonden, die Woensdags- en Za
terdagsavonds worden gehouden, zijn weder
begonnen Zaterdag 3 October.
Geen prijsstijging van
bruinbrood.
Het ligt ln de bedoeling van de re
geering maatregelen te treffen, dat
ook een prijsverhooging van bruin
brood zal kunnen worden voorkomen.
Er is daarom een regeling in voorbe
reiding, waardoor de bereiders van
tarwemeel in de gelegenheid zullen
worden gesteld om de T. C.-tarwe te
gen een gereduceerden prijs te ont
vangen.
Op een bespreking, welke heden met de mo
lenaarsbonden zou worden gehouden, zullen de
definitieve voorstellen worden vastgesteld,
waarna verwacht mag worden, dat deze nieu
we regeling a.s. Maandag in werking zal kun
nen treden.
CENTRAAL TOONEEL.
Professor Dr. Hiob Praforius
„Wat 'n interessant stuk! En wat 'n pracht-
figuur is die dokter Pratorius! Ik zou dat
stuk best nog eens voor 'n tweede maal,willen
zien!"
,,'n Onmogelijk stuk! En wat 'n rare kwibus
van 'n dokter! Nee, da's niks voor mij!"
Ziedaar twee uitspraken, die ik na de pre
mière door het gezelschap van Laseur van
„Professor Dr. Hiob Pratorius" in het Cen
traal Theater onmiddellijk na elkander van
twee dames hoorde. Voor mij was dit verschil
van oordeel volkomen begrijpelijk. De eerste
zeer levendige dame heeft veel gevoel
voor humor, terwijl de tweede 'n echt
nuchter type daarvan totaal gespeend is
en omdat dokter Pratorius overloopt van
humor, kon de tweede hem niet. de eerste
daarentegen zoo hartelijk waardeeren.
Ik vermoed zoo. dat het oordeel der dok
toren over dezen collega ook zeer verschillend
zal zijn, al naar hun geaardheid. Ik vrees,
dat velen vooral de hoog-ernstigen, die over
weinig fantasie beschikken evenals de
tweede dame dokter Pratorius 'n kwibus
zullen vinden. n charlatan. Welke dokter
staat nu bij de radio te dirigeeren in zijn
kamer, alsof hij 'n heel orkest voor zich
heeft? En wie kruipt er nu als arts ten ple-
ziere van zijn patientje bij een ziek kind in
bed? En ik ben er wel zeker van, dat de meeste
doktoren het met de meerderheid van den
eereraad, die over Dr. Pratorius recht spreekt,
eens zal zijn, en een dokter, die een schoen
winkel houdt en zich voor kwakzalver uit
geeft, omdat hij weet. dat het gros der men
schen zich liever door 'n kwakzalver dan door
een geneesheer met 'n doktersbul laat behan
delen en daar meer baat bij vindt, onwaardig
zullen vinden om langer als eerbaar collega
te worden erkend. En zij zullen misschien ook
wel eens hun hoofd schudden over de manier,
waarop dokter Pratorius in zijn kliniek met
zijn patiënten omspringt.
Maar er zullen er ook zijn. die bij het zien
van dokter Pratorius in hun hart zullen moe
ten bekennen, dat deze arts 'n groote mate
van levenswijsheid en menschenkennis bezit
en dat het voor vele doktoren goed zou zijn,
wanneer zij iets van dr. Pratorius hadden.
„U hadt kunstenaar en niet dokter moe-
DE DOOD VAN JULIUS VON GOEMBOES. Het stoffelijk overschot van den
Hongaarschen minister-president, die in een sanatorium in Beieren overleed,
werd met militair eerbetoon te München uitgeleide gedaan.
(Van onzen Geneefschen correspondent.)
GENèVE, 7 October 1936.
Sinds September 1931 had de Volkenbonds
vergadering haar „derde" commissie, die van
1920 af steeds die was geweest, wier debatten
het meest de openbare belangstelling trokken,
niet meer in het leven geroepen. In plaats
van zes groote commissies, waarin iedere de
legatie vertegenwoordigd is, werden er in de
jaren van 1932 tot en met 1935 nog slechts
vijf gevormd. De „derde", die zich met het
ontwapeningsvraagstuk had bezig te houden,
bestond vier jaren lang niet meer. In de eer
ste jaren was het een gevoel van betamelijk
heid jegens de staten, die wèl aan de Ont
wapeningsconferentie deelnamen, doch geen
leden van den Volkenbond zijn, dat de Volken
bondsvergadering ertoe bewoog van de benoe
ming van een derde commissie af te zien. De
Volkenbondsstaten wilden geen onder-onsjes
in het leven roepen, wilden geen afzonderlijke
besprekingen over onderwerpen, die voor ge
meenschappelijk overleg op de Ontwapenings
conferentie bestemd waren. In de laatste
jaren was het een gevoel van onmacht, dat
ons van de derde commissie beroofde. Hoe kon
men nog van ontwapening spreken, waar
Duitschland (en daarna ook Italië met het
oog op den in voorbereiding zijnden oorlog
tegen Abessynië) uit alle macht aan het her
bewapenen waren?
De gedelegeerden van de Scandinavische
staten en van Nederland op de Zeventiende
Volkenbondsvergadering hebben weten te ver
hinderen, dat het een vaste gewoonte zou
worden geen derde commissie meer te benoe
men. Op hun voorstel heeft de tegenwoordige
Volkenbondsvergadering tot de wedergeboorte
der derde commissie besloten. Wij hebben
deze week voor het eerst sinds 1931 weder een
ontwapeningsdebat, zij het ook een zeer be
scheiden, in de Volk«mbondsvergadering ge
had.
Twee redenen hebben de regeeringen der
bovengenoemde kleine stoten ertoe bewogen
dit jaar de wederbijeenroeping der derde com
missie te verlangen. Ir. de eerste plaats wilden
zij verhinderen, dat iedere gedachte aan be
wapeningsbeperking en bewapeningsvermin
dering uit de internationale politiek zou ge
schrapt worden. De derde commissie heeft de
juistheid van dit standpunt der kleine staten
erkend. Zij heeft in een vanmiddag eenstem
mig aangenomen resolutie verklaard dat de
pogingen ten gunste van bewapenmgsbeper-
king en bewapeningsvermindering moeten
„voortgezet en bespoedigd" worden. De dérde
commissie heeft tevens in haar rapport aan de
De wedergeboorte van de „derde commissie" der Volken-
bondsvergadering. Het ontwapeningsvraagstuk blijft op
de agenda van den Volkenbond staan. De „aanstaande"
wederbijeenkomst van het Bureau der Ontwapenings
conferentie. Wellicht te behandelen onderwerpen.
voltallige Volkenbondsvergadering eraan her
innerd. dat art. 8 van het Volkenbondsverdrag
den Volkenbondsstaten de verplichting van
een vermindering der bewapening oplegt en
dat deze verplichting onder alle omstandig
heden blijft voortbestaan. De Volkenbond mag
zich niet afwenden van deze taak. hoe moei
lijk de verwezenlijking daarvan ook moge zijn.
De Volkenbond moet de kwestie der ontwape
ning op zijn agenda houden, totdat eindelijk
een bevredigende oplossing aan dit vraagstuk
gegeven zal zijn. De Volkenbondsvergadering
hoopt, dat van deze verklaringen een goede
psychologische werking zal uitgaan, die een
aanmoediging zal zijn voor de duizenden van
goeckm wil in alle landen, die voor de zaak
van de ontwapening arbeiden, om bij hun
streven te volharden en niet in vertwijfeling
den strijd op te geven.
De tweede reden, waarom de delegaties van
Denemarken. Finland. Nederland. Noorwegen
en Zweden de wedergeboorte der derde com
missie verlangden, was de beangstigende be
wapeningswedloop. die thans aan den gang is.
Hun gedachtengang was in dit opzicht dezelfde
als die van den Franschen Minister-President
Léon Blum Deze verklaarde Zaterdagavond
aan de Volkenbondsjournalisten, dat Frank
rijk de wederbijeenkomst van het Bureau der
Ontwapeningsconferentie heeft verlangd juist
met het oog op dezen bewapeningswedloop,
waaraan Frankrijk thans ook meedoet, doch
waarvan het zoo spoedig mogelijk hoopt be
vrijd te worden. Ongetwijfeld maakt de tegen
woordige bewapeningswedloop een kans op
succes van pogingen, om althans tot bewape
ningsbegrenzing te komen, nog moeilijker dan
voorheen. Doch de aan dezen bewapenings
wedloop verbonden vredesgevaren en finan-
cieele lasten maken juist pogingen, om een
einde eraan te maken, des te noodzakelijker.
Dit was de gedachtengang, die zoowel de
Fransche regeeering als die der kleinere sta
ten tot een initiatief bewoog, om de ontwape
ningsbesprekingen weder op gang te brengen.
Het ziet intusschen niet ernaar uit. dat een
ernstige poging, om althans tot bewapenings
begrenzing en dus tot een beëindiging van
den bewapeningswedloop te komen heel spoe
dig zal ondernomen worden. Want in de Derde
Commissie heeft alléén Paul-Boncour. en dan
nog heel schuchter en terloops, over de mo
gelijkheid van nieuwe besprekingen over een
„begrenzing der luchtmachten" gesproken.
Niemand viel Boncour echter bij en over be
perking van leger en vloot werd in het ge
heel niets gezegd. Zelfs de vertegenwoordigers
der kleine staten bleken van oordeel, dat de
Ontwapeningsconferentie bij de door hen ge-
wenschte hervatting van haar werkzaamheden
voorloopig de kwestie van bewapeningsver
mindering en zelfs die van bewapeningsbe
perking maar moet laten rusten en zich bepa
len moet tot een behandeling van andere on
derdeden van het ontwapeningsvraagstuk,
wier regeling als een bemoedigende inleiding
tot verder werk zou kunnen beschouwd wor
den.
Deze opvatting werd vrij algemeen gedeeld.
Het bleek de overtuiging van vrijwel de ge-
heele commissie te zijn. dat het Bureau der
Ontwapeningsconferentie eerst de kwestie van
de openbaarheid der militaire uitgaven zou
moeten aan de orde stellen. Indien hiervoor
een conventie zou kunnen worden tot stond
gebracht, hetgeen bij een algemeenen goeden
wil gemakkelijk zou kunnen geschieden, daar
alle technische voorstudies reeds volbracht
zijn, dan zou het moeilijker onderwerp van de
reglementeering van en het toezicht op de
wapenfabricage en den wapenhandel kunnen
onder handen genomen worden, En als ook dit
werk gelukken zou, zou tot de schepping van
een Permanente Ontwapeningscommissie kun
nen besloten worden, die toezicht op de loyale
naleving dezer conventies zou moeten houden.
En als ook deze taak volbracht zou zijn, dan
zouden de behaalde successen op deze kleine
gebieden wellicht het internationale vertrou
wen zoo versterkt hebben, dat men eindelijk
weder eens zijn krachten aan de grootere
taak van eerst begrenzing en daarna vermin
dering van bewapening zou kunnen beproe
ven!
Dit is de gang van zaken, die men zich in de
derde commissie der Volkenbondsvergadering
met betrekking tot de hervatting van het werk
der Ontwapeningsconferentie heeft voorge
steld. De beslissing hieromtrent ligt echter
niet bij de Volkenbondsvergadering, doch bij
het Bureau der Ontwapeningsconferentie,
waarin ook Japan en de Vereenigde Staten
van Amerika vertegenwoordigd zijn.
Men had aanvankelijk gedacht, dat dit
Bureau nog in deze maand zou bijeenkomen.
Vandaag bleek echter plotseling uit het door
Lange (Noorwegen) in overleg met andere
gedelegeerden opgestelde rapport der derde
commissie, dat dit niet meer de bedoeling is.
Het rapport, dat op dit punt geheel stilzwijgend
werd aangenomen, verklaart toch, dat de da
tum van bijeenroeping in zeer groote mate
zal afhangen van de „onderhandelingen waar
over thans zooveel gesproken wordt" Dit zijn
natuurlijk de onderhandelingen tusschen Bel
gië Duitschland, Engeland, Frankrijk en Ita
lië over een nieuw Locarno-verdrag. Men
schijnt dus alle hoop nog niet te hebben op
gegeven, dat deze onderhandelingen bevredi
gend zullen eindigen en dat Duitschland dan
weder aan het werk der Ontwapenmgsconfe-
rentie zal willen deelnemen Voorloopig zal
het Bureau der Ontwapeningsconferentie dus
nog wel niet bijeenkomen En of men lust zal
hebben, om bij een eventüeele mislukking der
Locarno-besprekingen dan toch zonder
Duitschland weder aan het ontwapeningswerk
te gaan? De hervatting van het werk der
Ontwapeningsconferentie, die in het begin
dezer maand een spoedige zekerheid scheen, is
vandaag weder heel wat twijfelachtiger ge- 1
worden!
B. DE JONG VAN BEEK EN DONK. I
ten worden!" zegt de voorzitter van den
eereraad tot Pratorius.
„Een arts. die geen kunstenaar is, is geen
goed arts!" is zijn antwoord daarop.
„Bij u sterf je gemakkelijk!" zegt 'n oud
vrouwtje in zijn kliniek. Dat komt. omdat
Pratorius iets van zijn levensblijheid, zijn
humor en zijn wijsheid over dood en leven
op zijn patiënten overbrengt.
'n Charlatan? Och ja, 'n klein beetje wel,
maar hij heeft ook veel van den kunstenaar,
die met zijn fijn-intuïtief gevoel soms meer
bereikt dan de dokter met enkel de weten
schap. Deze dokter Pratorius zegt prachtige
dingen en groote levenswijsheden eerst op
het college tot de studenten en later tot
de doktoren, die in den eereraad over hem
oordeelen. En hij is een heerlijk-zonnig
mensch. die van zijn zonnigheid veel mee
deelt aan zijn patiënten cn ook aan ons. toe
schouwers in de zaal.
Neen, ik ben het, als ik over dit stuk na
denk. niet eens met de nuchtere dame. ik
ga daarentegen geheel accoord met het
jonge vrouwtje, dat zoo'n groot gevoel voor
humor heeft. 'r. Interessant stuk en 'n pracht
figuur, die dokter Pratorius!
Dat Curt Götz de Zwitsersche schrijver
van wien de H.T.C. o.a. zijn Hocus Pocus en
Het Schouwtooneel Het Gelukspoppetje heeft
gespeeld de geschiedenis van Dr Pratorius
en de geheimzinnige oorzaak van zijn dood
aan Sherlock Holmes en Dr. Watson in han
den heeft gegeven, komt. omdat Curt Gotz
iets van Dr. Pratorius zelf heeft en dus weet
dat je om den titel van zijn vroeger stuk
te gebruiken met wat „hocus pocus" de
aandacht van het groote publiek het beste
vast houdt. Dus ook 'n beetje charlatan, deze
Curt- Götz? Ja zeker. Hij geeft iets van 'n
thriller, met alles wat daarbij behoort: het
raadsel van een geheimzinnigen dood. een
levend lijk, 'n geestigen, schranderen Sherlock
Holmes maar dat is slechts voor- en naspel.
Het middengedeelte is dikwijls van groot en
ernst, ondanks of beter misschien juist óm
zijn miiden humor. Wat de oorzaak is van
den dood van den levensblijden dokter
Pratorius en zyn zonnig Spaansch vrouwtje
en in hoeverre de mysterieuse figuur van
S'nunderson het levend lijk daaraan
schuld is of niet, wil ik niet verraden, omdat
dit een der elementen van de spanning in dit
stuk is, dat verdwijnt, als het geheim wordt
opgelost.
Het Centraal Tooneel heeft van dit interes
sante stuk een voortreffelijke opvoering ge
geven. Laseur heeft vol liefde zijn schouders
onder Professor Dr. Hiob Pratorius" gezet, als
regisseur zoowel als acteur. Hij heeft het
thriller-gedeelte met al zijn geheimzinnigheid
alle recht gedaan maar niet minder 't ern
stiger deel, dat den geschiedenis van Dr.
Pratorius bevat. En hij heeft de titelrol met
groote toewijding prachtig gespeeld.
Hij gaf aan dezen arts een groote levens
blijheid en een heerlijken humor mee, die aan
stekelijk werkte op zijn omgeving behalve
dan op de van humor verstoken doktoren
en op de zaal. Zijn rede tot de studenten,
waarin hij verkondigde, dat zij allen moesten
zoeken naar de microbe van de domheid,
sprak hij met overtuiging en gloed uit en te
gen zijn patiënten in de kliniek was hij van
ec-n zoo beminnelijke zonnigheid, dat je het
gezegde van het vrouwtje: Wat is 't gemakke
lijk sterven bij u! volkomen begreep. Ook als
aangeklaagde voor de leden van den eereraad
was Laseur de domineerende figuur en zei hij
den dikwijls zeer geestigen en soms heel scher
pen tekst zonder emphase of pathos met
warmte en fijnen humor.
Het sxuk zal hoop ik nog wel eens te
Haarlem worden gespeeld en ik zal dan gele
genheid hebben ook over het spel der anderen
uitvoerig te schrijven: Laat ik daarom mogen
volstaan met te zeggen, dat Mary Dressel-
huis een merkwaardig knappe creatie gaf van
een levendige Spaansche, zoo pétillant en
gloedvol, dat zij niet alleen dokter Pratorius
veroverde, dat Cor Hermus Sherlock zoo gees
tig speelde, dat de wensch bij ons boven
kwam hem nog eens in die rol te zien. dat
Hermann Schwab weer overtuigend bewees,
dat de ouderen meester waren in het roman
tische genre en dat Chris Baay, Gysbert Ter-
steeg en Gerard Schild mooie, scherpe types
van "de doktoren, leden van den eereraad,
gaven. Jan van Ees was een goede Dr. Watson.
Deze avond was een triomf voor Laseur. Het
publiek heeft hem zoovel voor de pauze als
aan het slot met warm applaus gehuldigd.
J. B. SCHUIL.
Meyer Hamel's Revue
„Kom je ook 's kijken?"
Voor de revuegezelschappen is ook zoo
langzamerhand het vet van de soep. Te ver
wonderen is dit niet. Wij hebben er de laat
ste jaren te veel van gekregen. En laten
wij 't maar bekennen, het blijft altijd zoo
wat hetzelfde: 'n paar komieken, 'n zanger,
'n zangeres, 'n danspaar, 'n stelletje girls en
de noodige finales, en daar blijft het steeds
bij. Variaties weten de schrijvers van revues
er blijkbaar niet in te brengen. Het groote
gebrek is, dat de tegenwoordige revues geen
eigenlijken inhoud hebben en steeds weer als
los zand aan elkaar hangen. Het was giste
ren bij de eerste opvoering van Meyer Ha
meis Revue: „Kom je ook eens kijken?" in
onzen Stadsschouwburg dan ook verre van
vol en toch zou dit revue-gezelschap beter
hebben verdiend, want in het soort was het
lang niet slecht. Sylvain Poons is altijd wel
'n grappig komiek en Kees Pruis is als lied
jes-zanger vooral in Haarlem 'n popuiair
man. De aankleeding was smaakvoller en ge
tuigde van meer distinctie dan bij de meeste
andere revues wij zonderen de revue van
mevrouw Bouwmeester hiervan uit en het
ballet stond ongetwijfeld op een hooger peil
dan wij in één andere revue zelfs in de
beste van Nederland te zien krijgen. Zoo
werd de Bolero van Ravel sterk rhythmisch,
met een steeds stijgenden climax gedanst en
dit ballet maakte ook indruk door de werke
lijk zeer fraaie, suggestieve costuums.
De Geheimen der Zee was een voortreffe
lijk revue-nummer en bekoorde door kleur
en aankleeding. De 2 finales Sterren van
het Witte Doek en Rood-Wit-Blauw moch
ten er ook qua „Ausstattung" zijn. Zoo viel
er voor het oog heel wat te genieten.
Het aandeel, dat Sylvain Poons en Kees
Pruis in deze revue hadden, was vrij groot,
maar ae komische scènes muntten nu niet
bepaald uit door ge'est en entrain Wij heb
ben Poons en ook Kees Pruis wel eens beter
op dreef gezien. Sommige sketches zooals
Bennie krijgt extra les en Snelfotografie
waren ook veel te gerekt. In Naam der Wet
was daarentegen we! «en aardige persiflage
op de vele verbodsbepalingen in ons goede
vaderland
Het niet talrijk publiek heeft zich echter
ook bij de komische scènes best geamuseerd.
Er is veel en hartelijk gelachen, zoodat „Kom
je ook eens kijken?" bij de eerste opvoering
te Haarlem zeker succes heeft gehad. Laten
wij dus voor het gezelschap hopen, dat de
Haarlemmers van avond en mor°en aan de
uitnoodiging van Meyer Hamel gevolg geven
en in groote getale komen, want nog eens
„te kijken" is er veel
J. B. SCHUIL,