Een Hondenleven
Qtoot uettOGHMH Ut
Coutanteutedtme
Geneve en de Handelsbelemmeringen
ZATERDAG 10 OCTOBER 1936
HAAULE M'S DAGBLAD
3
zijnde Fragmenten,
uit het Dagboek
Initiatief.
Ze nemen mij den laatsten tijd niet vaak ge
noeg meer mee uit wandelen. Dat is vervelend.
Geen enkele hond maakt graag wandelingen
alleen, behalve dan in die bijzondere tijdvak
ken, waarin geen weg hem te lang is om het
huis van de geliefde te bereiken. Ik heb net
weer zoo'n aberratie achter den rug en vraag
mij vol verbazing af, hoe het mogelijk was dat
ik mij zoo druk maakte en zooveel kilometers
eenzaam aflegde terwille vanhoe heet
die teef nou ook weer? Vanmorgen kwam ik
haar tegen en we keken allebei dadelijk naar
iets anders. Zij in een vuilnisbak, ik naar een
slagersfiets met een mand eraan.
Zonder menschelijk gezelschap ga ik niet
verder van huis dan een kilometer hoogstens.
En dat beperkte gebied is mij wat al te be
kend. De straten, de huizen, de tuinen, de
honden, de katten, de kippen, het voetbal
veld, de oude meneer op zijn .ochtendwande
ling die soms klontjes in zijn jaszak heeft
ik ken ze allemaal door en door. Ook den po
litieagent, maar ik loop altijd een andere
ronde dan hij. Wat geeft de surveillance
anders?
Gisteren schoot mij plotseling te binnen dat
als de menschen mij niet meenamen ik toch
eigenlijk wel met hen mee kon gaan. Zooiets
noemen ze, geloof ik, initiatief. De Baas legde
het laatst den kleinen jongen uit omdat hij
nooit uit eigen beweging zijn handen gaat
wasschen en ik dacht toen al: zit daar niet
iets voor mij ook in? Een goedbedoelde po
ging tot pooten-wasschen in de moddersloot
langs het voetbalveld bleek geen succes, zoo
dat het in andere richting gezocht diende te
worden. En plotseling schoot mij daar dan te
binnen, dat ik best het nuttige met het aan
gename zou kunnen vereenigen door mijzelf
mee uit wandelen te nemen.
Nu, tot dusver is het een succes. De heele
familie vindt het alleraardigst, 's Morgens be
gon ik achter de fiets van de' Vrouw aan. en
pas in de stad merkte zij dat zij gezelschap
had. Zij vond het allerliefst en ik ontsnapte
precies zeventien maal rakelings aan den
dood. Het is niet te ontkennen dat de riem,
die ik vroeger zoo prefereerde, veiliger is.
Maar deze methode heeft het voordeel dat er
meer avontuur in zit.
's Middags rende ik achter de auto van den
Baas aan en merkte opnieuw dat zoo'n ding
nog harder kan loopen dan een teckel. De he
mel weet hoe het 'm dat lapt. Je kunt het
vragen zooveel je wilt en je er een ongeluk
tegen blaffen, maar het geeft geen antwoord
behalve een dom gesnor als een groote spin
nende kat, of een soort noodkreet als een var
ken dat een schop krijgt. In zijn hok zegt
het nooit iets. Heelemaal nooit. Het is blijk
baar bij afwisseling levend en dood.
Tarwerichtprijs wordt niet
verhoogd.
Voor 1937 belangrijke wijzi
gingen te wachten.
Naar aanleiding van de vragen van het
Tweede-Kamerlid Droesen betreffende ver
hooging van den tarwerichtprijs. heeft de mi
nister van landbouw en visscherij geantwoord,
dat deze vragen zijn ingezonden vóór de
waardeverlaging van den gulden had plaats
gehad. Deze verlaging en de daarop gevolgde
regeeringsmaatregelen hebben ten gevolge
gehad, dat in de onderlinge verhouding dei-
graanprijzen wijziging is gekomen. Voor het
gouduitvoerverbod was ingesteld en bij de
toen geldende prijsverhoudingen was er on
getwijfeld reden om, zooals de heer Droesen
stelde, te verwachten dat de uitzaai van tarwe
voor het oogstjaar 1937 aanzienlijk zou afne
men Daarbij moge niet worden vergeten, dat
de prijzen van rogge en speciaal die van
gerst toen vrij aanzienlijk waren opgeloo-
pen boven die, welke de minister had gegaran
deerd. Door de op de depreciatie gevolgde
maatregelen is aan deze bijzondere aantrek
kelijkheid van den gerstprijs een einde ge
maakt. De positie van den haverbouw is thans
wel iets gunstiger geworden. Het prijsverloop
van dit gewas wordt zeer nauwlettend door
den minister gevolgd.
Ook in het jaar 1937 dienen de landbouwers
rekening te houden met de prijzen, zooals de
minister die voor den tijd van drie jaar heeft
gegarandeerd, en dienen zij niet uit te gaan
van de hoogere prijzen voor gerst en rogge,
die slechts korten tijd hebben gegolden.
Bij de tegenwoordige prijsverhoudingen op
de wereldmarkt is het zonder eenigen twijfel
in het belang van het land, dat de tarwever-
bouw niet wordt ingekrompen. Men dient
evenwel te bedenken, dat deze prijsverhou
dingen allerminst vastliggen, daar de moge
lijkheden van verschuivingen verre van denk
beeldig zijn.
Bij de vóór de depreciatie van den gulden
geldende prijsverhoudingen stelde de vervan
ging van tarwe door andere granen inderdaad
zwaardere eischen aan het landbouwcrisis
fonds. Door de thans genomen maatreeelen
is dit sindsdien gewijzigd. Voor het oogstjaar
1937 durft de minister geenerlei voorspelling
te doen.
De minister vreest, zooals uit het boven
staande volgt, een omzetting van den uitzaai
niet. Hij vertrouwt, dat de landbouwers vol
doende rekening zullen houden met het ge
geven antwoord en niet tot een ov«gang,
als in de vragen wordt verondersteld, zullen
besluiten.
In verband hiermede heeft de mi
nister niet het voornemen den tarwe
richtprijs te verhoogen. De onzekere
toestand voor het jaar 1937 maakt, dat
hij tot zijn spijt nog geen toezeggingen
voor het jaar 1937 kan doen. Wel ligt
het niet in zijn voornemen, belangrijke
wijzigingen aan te brengen en, zoodra
de toestand gestabiliseerd is, hoopt hij
nader zijn standpunt bekend te maken.
Den Haag maakt groote
plannen.
Voor het a.s. vorstelijke huwelijk.
In de historische Ridderzaal te 's-Gra-
venhage zijn Vrijdagavond onder auspiciën
van het Haagsch comité voor volksfeesten de
vertegenwoordigers van een groot aantal ver-
eenigingen, corporatien buurt- en wijkcom-
missiën bijeengekomen ter bespreking van
plannen voor de Haagsche feestviering bij
het huwelijk van Prinses Juliana en Prins
Bern hard.
De voorloopige gedachtengang van het co
mité is deze:
Wanneer de minister van Justitie zich naar
het koninklijk paleis zal hebben begeven, om
streeks 11 uur in den ochtend, voor de acte
van aanteekening. dan zullen carillonspel.
klokgelui en artillerieschoten weerklinken.
Namens het comité zal aan Prinses en Prins
een penhouder worden aangeboden versierd
met de wapens van de beide vorstenhuizen.
Vervolgens zullen de vereenigingen in staat
worden gesteld handteekeningen te plaatsen
in registers van geschept papier.
Vereenigingen met banieren een 400 a
500 zullen den vaandelgroet brengen en zullen
met hun vaandels in de stad een rondgang
maken. Er zal een collecte worden gehouden,
en er zullen feesten voor kinderen en ouden
van dagen worden gegeven. De schooljeugd
zal ten getale van 65000 meedoen. Muziek- en
zang-uitvoeringen zullen worden gehouden.
Niet minder dan 160 algemeene vereenigingen
52 zang-, 23 muziek-, 35 gymnastiek- en
sport-, 59 vakvereenigingen. 13 winkeliersver-
èenigingen en 18 buurtverenigingen plus nog
een aantal bijzondere organisaties zullen
actief medewerken. Tooneel- en bioscoopvoor
stellingen en een eere-avond zullen worden
gehouden. De straat versiering zal zoodanig
moeten zijn, dat de residentie één bloemen
tuin zal gelijken. De illuminatie zal des avonds
een bijzonder cachet geven aan onze histori
sche gebouwen, pleinen en lanen. Indien de
weersomstandigheden daarvoor gunstig zijn,
dan zullen ook ijsfeesten worden georgani
seerd. Een grootsch vuurwerk zal den feestdag
besluiten.
Het propaganda-comité van Miami in
Florida, maakt reeds vele jaren met
succes reclame onder de Amerikaansche
touristen.
Zoo groot is haar vertrouwen in cou
rantenreclame, dat zij voor het volgend
jaar 55.000 voor courantenreclame op
haar begrooting plaatste.
Reeds twee sporen te Woerden
vry.
Het opruimingswerk van de bij het spoor
wegongeluk bij Woerden vernielde rijtuigen
is thans zoover gevorderd, dat na Vrijdag
avond acht uur over twee sporen wordt ge
reden, zoodat de dienst zonder vertraging
van beteekenis kan functionneeren.
MAIL VOOR DE MARNIX VAN
ST. ALDEGONDE.
Blijkens nadere mededeeiingen vertrekt
het mailschip Marnix van St. Aldegonde
eerst op Maandag 12 October a.s. van Ge
nua, zoodat de mailverzending uit Nederland
thans op Zondag plaats heeft.
De correspondentie welke met deze mail
moet worden verzonden, moet uiterlijk he
denavond Amsterdam bereiken.
Het koninklijk bezoek aan
Rotterdam.
De Koninklijke familie is Vrijdagmiddag
ook op het Stadhuis ontvangen, waar de Ko
ningin, Prinses Juliana en Prins Bernhard
door den burgemeester, mr. P. Droogleever
Fortuyn zijn toegesproken. Daarna werd de
rijtoer door de stad voortgezet, waarbij de
vorstelijke personen overal luide werden toe
gejuicht. Bij het vertrek heeft de Koningin
aan den burgemeester verklaard ten zeerste
getroffen te zijn door de vele blijken van
meeleven, welke de Rotterdamsche burgerij
heeft getoond. Zij heeft dit bezoek alleraar
digst gevonden en het was Haar bijzonder
opgevallen, hoe ordelijk alles was toegegaan,
ondanks de omstandigheid, dat de stoet zulk
een langen weg had af te leggen en bet po
litietoezicht uiteraard op alle punten niet
zoo intensief kon zijn. Het publiek bleek dui
delijk ten volle te hebben meegewerkt aan
de voortreffelijke maatregelen van orde,
welke de politie had genomen en dit heeft
de Koningin bijzonder geapprecieerd
De Prinses en de Prins waren eveneens ten
zeerste ingenomen met dit bezoek. De tal-
looze blijken van hartelijke sympathie, welke
zij allerwegen in ontvangst kregen te ne
men heeft hun verwachtingen nog verre
overtroffen. Voor de vele bewijzen van de
liefde en trouw waren zij dan ook zeer er
kentelijk.
Prins Bernhard was zeer getroffen ook door
de schoonheid van de Rotterdamsche haven
De Prins heeft tot den burgemeester gezegd,
dat hij zoo spoedig mogelijk~nog eens te Rot
terdam hoopte te komen. Juist in verband
met zijn studiën over de economische struc
tuur van ons land leek hem een tweede en
uiteraard wat rustiger bezoek aan de haven
van Rotterdam zeer gewenscht. De Rotter
damsche haven bleek een zeer diepe aindruk
op den Prins te hebben gemaakt.
Maar de baas liet er mij mee in terugrijden
hij was niet ver weggegaan, anders had ik
geen adem meer over gehad en de kussens
zijn zacnt genoeg.
's Avonds weer een uitstapje. Ditmaal met
Lotte en haar vriend. Hij heet Kees. We
kuierden naar een dorpje dat de Zilk heet. Ik
liep er een tuin in en vond daar een enorm
varken. Nooit tevoren zooiets gezien. Een half
uur heb ik er tegen staan blaffen. Lotte en
Kees mochten alleen binnen als ze ieder een
dubbeltje betaalden en dat hadden ze er niet
voor over. Tenslotte gingen ze weg en ik rende
mijlen om ze in te halen. Het duurde nogal
lang vanwege drie ruzies onderweg met Zilk-
sche honden. En dat Wereldvarken kunnen ze
van mij cadeau krijgen: een bijzonder leelijk
beest. Daar betalen de menschen nou een
dubbeltje voor terwijl de meesten, zegt de
Baas, nog nooit in het Frans Halsmuseum zijn
geweest, dat volgens hem erg mooi moet zijn.
Wonderlijk.
Vanmiddag 't is Zondag heb ik mij
zelf met den Baas mee laten gaan naar de
roeivereniging. Zoo noemen ze een raar groen
huis, erg groot, met een toren en vlaggen er
bovenop en een steile trap aan den buiten
kant. Daar ben ik afgevallen. Toen kwamen
ze met een boot aandragen en ik gleed uit in
mijn haast om weg te komen en tuimelde in
het Spaarne. Het is niet smakelijk. Het geurt
te veel naar vuilnisbak (het onbruikbare
daarin, bedoel ik).
Na deze emoties namen de Baas en Bob mij
mee uit varen in een ding, dat ze een wherry
noemden. Ik beoefende deze sport voor het
eerst. Hard gaat het niet. Je kunt er bij slapen
tot je een sohipperskees ontmoet, die zijn
schip als een dolle op en neer rent van woede
omdat hij een anderen hond ziet, en keft als
een gek. Ik zei niets terug en verbaasde mij.
Wat wou-ie eigenlijk? Is het water soms van
hem? Mag een ander er niet op varen? Moes
ten wij soms allebei overboord springen en
elkaar in het Spaarne bevechten? Dit leek
mij overdreven initiatief. Ik viel dus weer
in slaap, maar al gauw voeren er drie eenden
voorbij die mij wakker snaterden. Net droom
de ik dat ik bij Oma op den divan sliep en zij
ineens de radio aanzette. „The Boswell Sis
ters, Tom", zei zij. Toen werd ik wakker van
het lawaai.
Het is niet rustig op het water. Net zoomin
als op het land. Je komt in deiningen terecht
waar je zeeziek van wordt. Varende auto's
doen dat om je te tergen. Juffrouwen sturen
in andere booten en roepen Hup-twee, Hup-
twee, Hup-twee tot in het eindelooze. Nie
mand geeft er antwoord op. Vogels vliegen
over je heen en roepen Grutto, Grutto, Grutto,
tot in het eindelooze. Daar geeft ook niemand
antwoord op.
En al die nattigheid om je heen is erg
eentonig.
Ik slaap liever thuis.
Orde heerschte aan boord
van de Marnix.
Tijdens den brand geen paniek
onder de passagiers.
Een onderhoud met Kapitein Potjer.
Zou het hun gelukken, de baan vrij te maken?
(Van een specialen A. N. P. verslaggever)
Vrijdag is de Marnix van St. Aldegonde m
de haven van Genua aangekomen.
Toen wij dadelijk daarop aan boord klom
men. troffen wij den gezagvoerder, kapitein
Potjer op de brug, waar men druk oezig was
met de manoeuvres om het schip veilig langs
zij de Ponte Dei Mille te brengen. Nadat de
Marnix goed en wel gemeerd lag en de kapi
tein de vele werkzaamheden verricht had, die
de aankomst in een haven met zich brengt en
vooral na een reis als deze. was hij zoo wel
willend een en ander van de lotgevallen van
de Marnix te vertellen.
,.Op de eerste wacht van den 7den October,
dat is tusschen acht en twaalf uur des avonds,
zoo ving kapitein Potjer zijn relaas aan, be
vonden wij ons in zwaar stormweer met or
kaanvlagen. Er was een zeer hooge en wilde
zee, waarin het schip zwaar stampte en
slingerde en voortdurend kregen wij water
en stortzeeën over dek en luiken. Terwijl ik
om 8.10 uur op de brug stond, werd door den
officier van de wacht en mij een brandlucht
waargenomen. Tevens zagen wij rook uit een
luchtkoker komen. De geheele brandweer werd
direct uitgepord en alle diensten werden ge
waarschuwd. Dikke rookwolken kwamen uit
de luchtkokers van luik twee.
Groot alarm.
Wij maakten groot alarm, sloten alle brand
deuren en waterdichte schotten, de sloepen
werden klaargemaakt om gevierd te worden.
Om half elf vond ik het veiliger het S.O.S.-
sein te geven, dat onmiddellijk beantwoord
werd door verschillende schepen in de Mid-
dellandsche Zee en talrijke kuststations. Ook
Scheveningen en Landsend hoorden ons. Het
Britsche oorlogsschip „Codrington", dat te
Palma op Majorca Jag, seinde, dat het met
30-mïjls vaart naar ons toe stoomde, het ge
heele scheepsradioverkeer op de 600 metergolf
werd te onzen behoeve stilgelegd. Om de trek
king in het schip met het oog op den brand
zoo gering mogelijk te houden, heb ik direct
besloten voor den wind te houden en met het
oog op een eventueel aanloopen van Ajaccio
voeren wij in Noord-Oostelijke richting.
Daar kon ik eerder zijn dan een der schepen
die aan mijn oproep beantwoord hadden, mij
zou kunnen bereiken.
Wij hebben de „Codrington" om 2.20 uur be
dankt en geseind, dat zij naar Palma kon te-
rugkeeren.
Ondertusschen was met het blusschingsverk
begonnen. Wij waren zoo gelukkig de vuur
haard in ruim 2 spoedig te ontdekken. Er
werden zeven gaten in het benedendek ge
brand en het ruim werd natuurlijk gesloten
gehouden. Wij gebruikten zwavelzuurgas voor
de blussching. Donderdagochtend kwamen wij
te Ajaccio aan. waar wij op de reede ten an
ker gingen. Daar maakten wij een regeling
met het Fransche marine-vaartuig Perseve
rance, dat met acht slangen vijfhonderd ton
water per uur kon geven. Wij hadden zelf
water in het ruim gepompt. Toen het vrijwel
vol water was. was de brand gebluscht. Don
derdagmiddag om 4 uur begonnen wij met
eigen middelen het ruim weer leeg te pom
pen".
Geen paniek.
„En de passagiers, kapitein, hoe reageer
den die?"
„Er was geen sprake van paniek", zeide de
heer Potjer. „Er heerschte een kalme stem
ming onder de passagiers. Natuurlijk hebben
wij medegedeeld dat er een brand was en de
passagiers werden van alles op de hooogte ge
houden.
Om tien uur Woensdagavond moest ieder
een, die te bed lag, opstaan en. de passagiers
kwamen met een zwemvest bij zich in de dek
salons. Natuurlijk waren velen onder den in
druk van het zware stormweer en het gewel
dige slingeren en stampen van het schip ver
oorzaakten veel zeeziekte. Het viel sommigen
moeilijk om op de been te blijven. Voor de be
manning heb ik niets dan lof. zeide kapitein
Potjer. In alle diensten heeft zij zich uitste
kend geweerd. Vrijdagochtend zijn «ij uit
Ajaccio vertrokken. Ik had eerst gedacht, dat
wij niet zoo vroeg klaar zouden zijn met ieeg-
pompen en daarom had ik reeds een excursie
in Ajaccio voor de passagiers georganiseerd.
Zoo'n verzetje mochten zij wel hebben na
zulk een bewogen nacht. Door het vroege
vertrek is het uitstapje echter, laat ik maar
zeggen in het water gevallen".
„En de oorzaak van den brand, kapitein?"
„Ja, dat is nog moeilijk te zeggen. Er zat een
partij van 250 kisten lucifers in het ruim.
Vermoedelijk zal hier de brand ontstaan zijn".
Het eerste S. O. S.-sein.
Wij spraken nog even met den chef-radïo-
telegrafist Beerman Het was de eerste keer,
dat hij het S.O.S.-sein had moeten uitzenden.
Hij was er over verbaasd, dat de oproep van
vele zijden zoo vlug beantwoord werd. Al wa
ren de schepen nog vrij ver verwijderd, het
gaf toch een gevoel van veiligheid dat hulp,
indien deze noodig mocht zijn, direct kwam
opdagen.
Op de Marnix was weinig van den brand te
bespeuren. Er hing nog een rooklucht nabij
het. ruim en bij een blik daarin kon men
heel in de diepte zien wat vuur en water van
de lading hadden gemaakt. Zaterdag gaat al
les eruit en zal wel blijken hoe de toestand is.
Dank van de passagiers
De directie van de stoomvaart maatschap
pij „Nederland" deelt mede het volgende tele
gram van de „Marnix van St. Aldegonde" te
hebben ontvangen:
„Passagiers van alle klassen vereenigen zich
in dankbare huldebetuiging voor kalm en
waardig optreden van kapitein met zijn staf
en bemanning in gevaarvolle uren, waarin
„Marnix zich bevonden heeft en verzoeken
u hieraan publiciteit te willen geven".
BRIGADIER F. J. BULTERMAN
Vrijdagavond is in alle stilte het stoffelijk
overschot van den zoo tragisch overleden
brigadier van het Leger des Heils F. J. Bul-
terman in Den Haag aangekomen en naar
de zaal van net Leger des Heils aan de Prin
sengracht overgebracht, waar het stoffelijk
overschot gedekt door de vlag van het Leger
is opgebaard.
Op de kist liggen de uniformpet van den
ontslapene en een van de twee bijbels, welke
hij bij zich droeg, toen de dood hem ver
raste. fde andere werd met het stoffelijk
overschot in de kist gesloten) alsmede een
krans van de Nederlandsche Spoorweeen.