Logger in de haven
van IJmuiden vergaan.
Het Bettoftiikste
Kapitein en 2 mannen met brug en al over
boord geslagen.
Tien opvarenden gered
vier verdronken
R- P*
Duitsch stoomschip
Crethe Glad in nood.
De school vliegt.
Wind.
54e Jaargang No. 16364
Verschijnt dagelijlcs, Behalve op Zon- en Feestdagen
Dinsdag 27 October 1936
HAARLEM S DAGBLAD
Directie: JP. VV. PEEREBOOM
en ROBERT PEEREBOOM.
OITGAVE LOURENS COSTER MAATSCHAPPIJ VOOR
COURANT-UITGAVEN EN ALGEMEENE DRUKKERIJ N.V.
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM.
ABONNEMENTEN: per week ƒ0.25, per maand 1.10, per 3 maanden
ƒ3.25, franco per post ƒ3.55, losse nrs. ƒ0.06. Geïllustreerd Zondagsblad:
per week 0.05, p. maand 0.22, p. 3 mnd. 0.65, franco p. post 0.72J4.
Bureaux: Groote Houtstraat 93 Drukkerij: Zuider Buitenspaarne 12
Telefoon Nos-: Directie 13082 Hoofdredactie 15054 Redactie 10600
Drukkerij: 10132, 12713 Administratie: 10724, 14825 Postgiro 38810
Bijkantoor: Soendaplein 37, Haarlem-Noord, Telefoon 12230.
ADVERTENTIëN 1—5 regels 1.75, elke regel meer 10.35. Reclames
ƒ0.60 per regel. Tarieven regelabonnementen op aanvraag. Vraag en
aanbod 1—4 regels f 0.60. elke regel meer ƒ0.15. Onze Groentjes zie
hoofd rubriek.
Gratis Ongevallenverzekering voor betalende abonnés. Levenslange ongeschiktheid 600.-, Overlijden ƒ600.-. Verlies van Hand, Voet of Oog ƒ400.-, Duim
Idem voor Abonnés op het Geïllustreerd Zondagsblad: - Levenslange ongeschiktheid ƒ2000.-, Overlijden ƒ600.-, Verlies van Hand, Voet of Oog 400.-, Ver
Alles indien het gevolg van een ongeval en volgens gratis ten kantore van dit blad verkrijgbare vo
250.-, Wijsvinger f 150.-, Elke andere vinger 50.-, Arm- of Beenbreuk 30.-,
lies Duim ƒ75.-. Verlies Wijsvinger ƒ75.-. Verlies andere vinger 30.-.
orwaarden.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VEERTIEN BLADZIJDEN.
HAARLEM, 27 October.
De Vier Gebroeders.
Deze titel zal velen bekend voorkomen. Na
tuurlijk. Zij hebben hem zeker wel eens als
scheepsnaam zien prijken op het gangboord
van de een of andere dikke, diepliggende
tjalk, traag voortschuivend door een Hol-
landsche ringvaart of wetering, in zonlicht-
spetterend water gezoomd met wuivende, riet-
wallen. Dan waren De Vier Gebroeders een
beeld van rust en vrede en ook van nijverheid,
schoon niet van overhaaste activiteit.
Welnu, ik waag een stout gebaar en breng
den naam van dit klein en vredig Hollandsch
tafereel over op de vier landen in Europa's
Noorden, gezamenlijk bekend als Scandinavië,
Denemarken, (met IJsland), Finland, Noor
wegen en Zweden geven inderdaad als Vier
Gebroeders een prachtig, helaas uniek voor
beeld van internationale vriendschap en
samenwerking aan een verscheurd Europa.
Onze Stockholmsche correspondent schrijft
daarover in een artikel in dit nummer. Ik raad
u aan het met aandacht te lezen. Het is in
dezen tijd wel zeer opwekkende lectuur. Het
is ook een krachtig argument tegen den
„Geist der stets verneint" van de sceptici,
want het bewijst .wat men kan bereiken met
goeden wil ook als men in het verleden vele
ernstige conflicten gehad heeft. De historie
der Scandinavische landen wemelt van con
flicten. Maar men heeft hun nawerking in
het Heden en in de toekomst welbewust be
streden. C. G. B. deelt mede in zijn artikel,
dat op den „Nordens Dag" (de Dag van het
Noorden) die vandaag in gansch Scandinavië
officieel gevierd wordt, het rapport der ge
schiedkundigen verschijnt die op initiatief van
de vereenigingen .Norden" de herziening van
de geschiedenisboeken hebben voorbereid. Niet
alleen fouten maar ook beschouwingen, die
tot animositeit tusschen de landen aan
leiding zouden kunnen geven, zullen daarmee
worden uitgeschakeld. Bestaan er op weten-
schappelijken grond geschillen tusschen de
historici, dan zullen de meeninigen naast el
kaar in al de schoolboeken worden vermeld.
Dit is zeer -zeker opbouwend, cultureel werk
van het hoogste belang.
Op dezen dag spreken de vier staatshoofden
drie koningen en een president radio
redevoeringen uit, aan de Scandinaafsche
eenheid gewijd. Een eenheid, die niet op een
militair, mifar op een cultureel verbond is ge
grondvest. Tooneel, muziek, film, radio zijn
alle in volle actie voor den Nordens Dag. Mi
nisters van Buitenlandsche Zaken zijn aan 't
boompje verwisselen en spreken in eikaars
landen. In de restaurants worden de nationale
gerechten van al de Vier Gebroeders geser
veerd. En het overige moet u maar lezen in
het Stockholmsche artikel.
„Saamhoorigheidsgevoel sterker band dan
pacten en verdragen", zet onze correspondent
in den „kop". Dat is een waarheid,, die weinig
bewijsvoering behoeft. Het kunstige kleinste
gemeene veelvoud van inzichten, dat diplo
maten in elkaar knutselen en daarna triom
fantelijk met den naam van „pact" of „ver
drag" betitelen mist altijd, weer den hechten
grondslag waarop het rusten moest: het ge
loof der betrokken volken in de noodzaak van
hun samenwerking, het saamhoorigheidsge
voel.
De viering van „Nordens Dag" in Scandi
navië bewijst dat men niet werkeloos moet af
wachten of dit saamhoorigheidsgevoel mis
schien wel ereis bij toeval, door een onvoor
ziene vriendelijkheid van het Lot ontstaan zal,
maar dat men het moet aankweeken en
krachtig in die richting blijven streven. Waar
om wordt dergelijk prachtig werk van blij
vende waarde alleen in Noord-Europa en niet
in andere streken van dit verscheurde we
relddeel ondernomen? Waarom, bijvoorbeeld,
zou een dergelijke gemeenschappelijke cul-
tureele actie niet door Nederland en België
ondernomen kunnen worden bij wijze van be
scheiden proef om de groote gedachte verder
te dragen in Europa? Die vraag stel ik met
nadruk. Ik ben er trouwens zeker van dat de
Pers in de hoogste mate tQt een dergelijke
nieuwe saamhoorigheid zou kunnen bijdra
gen, evenals de pers in Scandinavië dat doet.
Op het a.s. congres (te Weenen) van de
internationale vereeniging van Uitgevers van
Dagbladen (Fiadej) zal de bestrijding van
tendentieuse en schadelijke berichtgeving
over de landen onderling aan de orde ko
men. Een dergelijke overeenkomst bestaat
reeds tusschen Nederland, Zwitserland en
Polen, die elkaar evenwel weinig onrecht ple
gen te doen. Wanneer zullen de tussehenlig-
gende landen er zich bij aansluiten? En ik
moet vermelden dat een Vereeniging van Di
recteuren van Dagbladen invier Bal-
kanlanden is opgericht, die zich o.a. de ont
wikkeling van de litteraire, wetenschappe
lijke en kunst-betrekkingen tusschen dit vier-
In den mond van de haven is de log
ger SCH 68 vergaan. Vier visschers,
allen nog jonge kerels, hebben in het
gezicht van de haven hun zeemans
graf gevonden. Ongeveer een half uur
voordat de logger in den mond van de
haven zonk, waren drie leden van de
bemanning, waaronder schipper J. den
Heyer, met brug en al van boord ge
slagen en verdronken.
Om half tien ongeveer merkt de kustwacht,
dat de logger, toen deze zich vlak vóór de ha
ven bevond, noodseinen gaf. De logger was
toen dicht bij de Noorderpier. Bijna was het
schip binnen, maar even voor het zoover was,
kwam het tragische einde.
Onmiddellijk nadat de kustwacht het nood
sein opmerkte, waarschuwde deze bureau
Wijsmuller en de reddingscommissie, zoodat
spoedig de „Nestor" in haar kielzog gevolgd
door de Neeltje Jacoba naar buiten voer. Of
schoon het geheele drama zich feitelijk bin
nen de pieren voltrok, hadden beide schepen,
waarbij zich later nog de „Junior" voegde, het
zwaar te verantwoorden, daar de Westerstorm
groote brekers de haven injoeg.
Toen de Nestor bij den logger kwam,
was het achterschip reeds geheel on
der water. De opvarenden, die zich op
dit deel van het schip hadden bevon
den, dieven in de kokende branding.
Zij werden spoedig met behulp van uit
geworpen lijnen door de Nestor opge
pikt.
Doordat de zeeën de drenkelingen de haven
instuurden, konden zij spoedig worden ge
red. Bij allen ging dit echter niet even ge
makkelijk.
„Op dat oogenblik", vertelde ons kapitein de
Koe van de Nestor, „stak het voorschip van
den logger nog boven water uit. De „Nestor"
stoomde zoo dicht mogelijk naar het vaar
tuig toe, doch moest daarbij de grootst mo
gelijke voorzichtigheid in acht nemen om te
voorkomen zelf op de Noorderpier te wor
den geworpen. Gelukkig was. toen de log
ger door een hevigen breker den genadeslag
kreeg en in de diepte verdween, de sleepboot
dichtbij. Opnieuw werden de lijnen uitge
gooid en spoedig hadden wij allen, die we za
gen drijven, aan boord. Eén van hen was er
erg aan toe. Deze dreef met 'n zwemvest om in
zee en toen men hem met moeite aan boord
had gehaald, was hij meer dood dan levend.
Inmiddels had ook de „Neeltje Jacoba" een
man. die achter de Nestor dreef opgepikt.
De „Nestor" had 9 man gered. De bemanning
bestonden uit 14 leden. Vier menschen
moesten dus verdronken zijn.
Drie opvarenden waren reeds
eerder van boord geslagen.
Van één der schipbreukelingen, die voor-
loopig werden ondergebracht in het schaft
lokaal „De Leeuw", vernamen wij nog eenige
bijzonderheden. Hij vertelde ons, dat onge
veer een half uur voordat de logger ten on-
tal (Griekenland, Roemenië, Turkije en Joe-
go-Slavië) ten doel stelt alsmede „een scherp
optreden tegen het publieeeren van onjuiste
berichten en tendentieuze mededeelingen,
die oneenigheid tusschen de landen van de
Balkan-entente zouden kunnen verwekken".
Ook wil men gemeenschappelijk maatregelen
nemen tegen onjuiste aanvallen op de Pers
van de landen, die niet bij de entente zijn
aangesloten
Ziehier dus, nota bene in den Balkan, een
onderdeel van het Scandinaafsche streven na
gevolgd. Natuurlijk is men in Scandinavië veel
verder. En in West- en Centraal Europa? Daar
zetelen de groote verdeeldheden, de groote ge
varen en de groote scepticismen van Europa!
Het voorbeeld van De Vier Gebroeders in
het Noorden is schoon en hopelijk heilzaam.
Men kan er zijn voordeel mee doen. Tenzij
men een Europeeschen oorlog aanlokkelijker
vindt. Aangezien dat blijkbaar niet zoo is, zij
de aandacht er op gevestigd dat een beter
alternatief bestaat danniks doen.
De moord in den IJpolder.
Gerechtshof spreekt den verdachte vrij.
AMSTERDAM, 27 October. Het
gerechtshof heeft vandaag den arbei
der C. S., verdacht van doodslag, ge
pleegd op den boerenarbeider Gerrit
Vermeulen bij diens woning in den
Grooten IJpolder, vrijgesproken.
der ging reeds drie opvarenden waren over
boord geslagen. Dezen, nl. de schipper J. den
Heyer, de stuurman W. Verbaan en de ma
troos P. Vink, stonden op de brug, toen deze
door een zware zee werd meegesleurd.
Aan hun redding viel niet te denken, daar
het overslaande water dit verhinderde.
De haringlogger SCH 68 behoorde toe aan
reederij A. den Duik, te Scheveningen.
Wij vernemen nog, dat de Neeltje Jacoba
aanvankelijk niet kon uitvaren, omdat zij op
een deel der losse bemanning, de z.g. vletter-
lui moest wachten.
Tenslotte is de boot met Katwijksche vrij
willigers aan boord voor haar reddingstaak
vertrokken.
Het vierde slachtoffer is de matroos
P. Kuit, die vermoedelijk direct na het
omslaan van den logger is verdronken.
Ontzettend hebben de menschen
op liet ontredderde schip geleden.
Niemand geloofde meer in de redding.
Reeds voordat de menschen in het
water geraakten, waren zij geheel
uitgeput, zoodat men zich kan inden
ken in welken toestand zij aan boord
van de sleepboot kwamen.
Daar werden zij met de bekende gastvrij
heid ontvangen en allen werd direct gele
genheid gegeven zich te verwarmen.
Een der drenkelingen, die in zorgwekken-
den toestand werd opgepikt, werd per zie
kenauto naar het RÓode Kruis Ziekenhuis
vervoerd.
Een ontzaglijk groote menigte was op den
kop van de Visschershaven aanwezig, toen de
ramp geschiedde en velen hebben den logger
in de diepte zien verdwijnen. Een zucht van
verlichting steeg op toen men hoorde, dat tien
van de opvarenden gered waren.
Hulp niet beschikbaar.
Omstreeks kwart over 10 werden in IJmui
den noodseinen opgevangen van een Duitsch
stoomschip, dat 13 mijl van IJmuiden in nood
verkeert, doordat het roer gebroken is.
Omtrent den toestand van het Duitsche
tankschip Grethe Glad, dat reeds den hee-
len morgen noodseinen geeft op ongeveer 13
mijl van IJmuiden vernemen wij nader, dat
deze steeds gevaarlijker wordt. Het schip
drijft stuurloos rond en geeft voortdurend
noodseinen.
De sleepboot Witte Zee, die van Hoek van
Holland was uitgevaren ter assisteering, is
teruggeroepen om een ander vaartuig, het
Duitsche bootje „Kurt" dat bij Hoek van
Holland in nood verkeert, hulp te verleenen.
Aangezien in IJmuiden geen goede
zeesleepbooten beschikbaar zijn, en
ook de Neeltje Jacoba doordat de
schroef onklaar is geraakt niet kan
uitvaren, vreest men, dat het schip
zal stranden, terwijl ook voor de op
varenden nog geen reddingsmate
riaal beschikbaar is.
Een leeraar is iemand die weet dat hij
alles weet.
Aan deze grondstelling twijfelt geen verstan
dig mensch en dus zeker geen leeraar. Toen
hij als beginneling voor de klas stond was hij
zich af en toe wellicht vaag bewust dat er
leemten bestonden in zijn kennis, maar dat
onplezierige gevoel is hij in den loop der tijden
wel kwijt geraakt. Hij weet alles en daarmee
uit. Vraag mij om nu maar bij mijn eigen
vak te blijven alle achtentwintig soorten
bijwoordelijke bepalingen of alle Dirken van
het Hollandsche Huis op een rijtje mét de
jaartallen en ik zal u het antwoord niet schul
dig blijven. En niet alleen dat ik het weet,
ik besef ook hoe jammer het voor u is dat gij
het niet weet. Kennis is macht en velen
zijn dank zij de valmachine van Atwood hoog
gestegen of hebben aanzienlijke betrekkingen
verworven door hun uitgebreide kennis van
het theorema van Stewart. En hoe zouden zij
die wetenschap ooit hebben verworven zonder
den alwetenden leeraar?
Midden in de gewijde beslotenheid van onze
school staan opeens twee frissche kerels,
door de K.L.M. naar ons toegezonden om de
jongens eens wat te vertellen over vliegtuigen
en luchtwegen. De leeraar was juist van plan
het voorwoordelijk gezegde nog eens te repe-
teeren of de drama's van Vondel of de mede-
werkende-voorwerpsz-in, maar hij schikt zich.
Achter in de klas kiest hij een plaats en zet
zich tot luisteren.
Het wordt geen lezing, het wordt geen voor
dracht, het wordt een les. Een doodgewone
les met vinger opsteken en: heeft iedereen
het begrepen? en: zeg, hou jij je mond eens,
ik heb je toch niets gevraagd?
Er wordt gewerkt met kaarten en met mo
dellen.
Hier heb ik een vliegtuig. Welk is het?
De vingers vliegen de lucht in. De leeraar kijkt
een beetje verbaasd. Het is een heel gewoon
vliegtuig, er staat geen naam op.
De F. 36, klinkt het van alle kanten.
Niet allemaal tegelijk! Natuurlijk, de
F. 36 Waarom?
Waarom? In 's hemelsnaam waarom?
denkt de leeraar.
Maardaar komen links en rechts de be
wijzen aanvliegen. De een weet dit, de ander
weet dat. Brave knaapjes, wien je anders met
moeite een half antwoord uit de keel haalt,
zitten nu het heele uur met hun vinger in de
lucht.
Hoe zit dat nu met het landingsgestel
van de Fokker en van de Douglas? Wie kan
me een sleepantenne op het bord teekenen?
Welke route volgde Ekins, toen hij om de
wereld vloog? Wat is een China-clipper? Hoe
wordt het hoogteroer bediend? Wat versta
je nu eigenlijk onder „lift"?
Het duizelt den armen leeraar. Hij heeft nog
niet één keer zijn vinger kunnen opsteken.
Hij weet heelemaal niet wat een koplastig
toestel is en hoe een aileron eigenlijk werkt,
waarom Ekins 2 dagen in Manilla moest blijven
en waar de W.C.'s in een Fokker zijn. Maar de
jongens weten het en ze weten nog veel meer.
Ze spelen heelemaal niet met potloodjes, ze
laten geen linealen vallen, ze kijken zelfs niet
naar buiten en zijn him heele horloge ver
geten.
Heel goed! prijst de nieuwe docent; zeg,
jij weet er aardig wat van! Tegen wien heeft
hij het? Is het werkelijk Jan? Jan, die de
vorige week nog een onvoldoende proefwerk
heeft gemaakt over Paus Innocentius n en die
schreef: Het Latijnse Reik werd gestigt in
1200? Nu zit hij met een kleur van trots te
kijken en zijn vinger is alweer klaar om de
lucht in te vliegen, sneller dan de snelste
KL.M.-er.
Hoe komen we aan de letters op het
vliegtuig?
Nou, dat weet iedereen. Natuurlijk, stol
je voor dat je dat niet eens wist. Zelfs de
leeraar heeft het idee, dat hij daar indertijd
eens wat over gelezen heeft. Maar om het nu
zoo een, twee, drie te zéggen
Nou, als iedereen het weet, zal ik het
daar maar niet verder over hebben, zegt de
K.L.M.-docent en gelukkig overziet hij den
leerling daar links in den hoek, die zich een
beetje verstopt achter het aardige meisje
voor hem omdat hij de eenige is die zijn
vinger niet op kan steken.
Hoe komen we aan die letters? Maakt de
K.L.M. zelf die combinaties of hoe zit dat?
Ja, mijn Hemel, denkt de leeraar. wie doet
dat? De K.L.M. zeker niet, anders zou hij het
niet vragen. Het Rijk zeker. Maar wie van het
Wij krijgen wel, in deze dagen.
Haast permanent, maar toch „bij vlagen",
Gevoeld bij dag, gehoord bij nacht,
Met herfstig onbesuisde kracht,
Uit een ik-weet-niet-wat geboren,
Meedoogenloos den wind van voren,
Van achteren en soms op zij.
In een onstuimig herfstgetij.
Hij rukt en rammelt aan de ruiten,
Die zich vermeten, hem te stuiten,
Hij scheurt het reeds vergeelde blad
Van boomen, blaast ze op het pad,
Hij loeit om hoeken, fluit door kieren.
Komt door de schoorsteen gaten gieren.
Hij fiert -een feest van hol geweld,
Over de stad en 't open veld
Men voelt, en 't lijkt niet overdreven,
Dat in den tijd, dien wij beleven,
Men toch al te veelvuldig vindt
Wat men beschouwen mag als wind.
Wij mogen ons wat schrapper zetten,
Om 't ergste onheil te beletten.
Maar verder valt er niets te doen.
Het is nu eenmaal windseizoen.
En elke wind zal overdrijven.
Er zal zelfs niets van achterblijven.
Dan in de Bilt een statistiek,
Dus d' aangewezen politiek.
Is hier. al is het dan geen fraaie,
Een politiek van laat maar waaien.
P. GASUS.
Rijk? De Koningin waarschijnlijk niet.
Dus
Ook in de klas is aarzeling. Maar Jan, Jan
van het Latijnse Reik dat gestigt was, Jan
wipt haast uit zijn bank van enthousiasme.
Het bureau voor Luchtvaart van het
Departement van Waterstaat-
De leeraar is nu heel klein. Zulke kleine
leeraren zie je zelden.
De bel gaat. Maar Kees heeft nog wat te
vragen over de bagageruimten in de vleugels
en Jaap over de mogelijkheid hier in Neder
land Douglas-vliegtuigen te bouwen en Jan
over de oliedrukpomp van het landingsgestel
en de leeraar profiteert van de gelegenheid
en sluipt weg. Hij is zoo klein, dat niemand
hem ziet.
P. H. SCHRÖDER.
SOLISTEN-CONCERT.
Ten bate van het Steunfonds tot Huisvesting
van Ouden van Dagen der Haarlemsche Doops
gezinde Gemeente wordt Donderdagavond 29
October a.s. in de Doopsgezinde Kerk een
solistin-concert gegeven.
Medewerkenden zijn mevr. C. A. Stroink,
alt; Fr. Althuizen (viool) en Jacob Bijster
(orgel)
AMERIKAANSCHE BRILLEN
BIJ KEIP
GROOTE HOUTSTRAAT NAAST LUXOR
(Adv. Ingez. Med.)
HEDENMORGEN IS IN' DE IIAVEN VAN
IJMUIDEN EEN LOGGER VERGAAN; ITER
OPVARENDEN ZIJN VERDRONKEN.
pag. 1
Een Duitsch tankschip drijft voor LTmuiden
stuurloos rond; er is geen hulp beschikbaar
pag. 1
Dr. P. H. Schroder: De school vliegt.
pag. 1
De burgeroorlog in Spanje: De troepen van
Franco naderen het Escuriaal.
pag 4
Duitscli-Italiaansche samenwerking met de
Kleinte Entente?
pag. 4
Prins Bernhard is benoemd tot Grootkruis
in de Orde van den Nederlandschen Leeuw.
pag. 3
Het rapport Verschuur acht de winstmarge
voor den kolenhandel te groot.
Dag. 3
Te Utrecht is Maandagavond een vergadering
door N. S. B.-ers verstoord.
pag. 3
Er zal in 1937 geen R. A. I.-tentoonstelling
worden gehouden.
pag. 3
De regeering heeft een wetsontwerp inge
diend tot herberekening van de Indische
pensioenen.
pag. 10
ARTIKELEN ENZ.
R. P. De vier Gebroeders.
Een Hondenleven: Geraakt.
pag. 1
pag. 3
Van onzen correspondent te Stockholm: De
Scandinavische samenwerking.
pag. 4
J. B. Schuil over „Het hart".
pag. 11
K. de Jong: Kunstkring Heemstede.
pag. 11
Schaakrubriek.
pag. 9
Criticus: Nederlandsch voetbal.
Langs de Straat: J. C. E.: Droevig einde.0 9
pag. 11
De Burgerlijke Stand van Haarlem is opge
nomen op pag. 7.