Tweede Kamer beoordeelt het regeeringsbeleid. Een Hondenleven Familiedrama te Venlo De Pachtwet wordt gemetamorfoseerd DONDERDAG 29 OCTOBER 1936 HAASIEM'S DAGBCAD zijnde Fragmenten uit het Dagboek van een Teckel, den Baas toegeblaft, Vlieuwe. Suie. Bezoek bij Donar. De Baas en ik hebben samen een bezoek aan Donar gebracht. Het was geen succes en ze zeggen allemaal dat dat mijn schuld is. Toch hebben ze moeten lachen Donar is een groot. dik. jong compromis tusschen een herdershond en een boxer. Dat zijn althans de hoofdtypen die hij in zich vereenigt. Er komen er nog een stuk of wat bij, maar het zou vervelend worden die alle maal op te sommen. Ik had hem al eens eerder bezocht en toen ging het goed. Hij toonde zich wel niet slim, maar tenminste beleefd. Ook heeft zijn Baas een kolossaien tuin, met veel heesters en struiken. We renden er een half uurtje door, vlak naast elkaar, en hij liet mij de volière zien.... een groot hok vol vogels. Jammer genoeg was de deur dicht. Maar Donar ging tegen het rasterwerk liggen en toen kwam er een nijdige vogel met een hoerastaart die hem net. zoo lang in zijn rug pikte, uit kwaadheid, tot Donar's lijf-vloo er aan stierf. Hij was dus in elk geval slimmer dan die vogel, een goudfazant of zooiets. en we lach ten samen den nijdas hartelijk uit. Dat was het eerste bezoek, dat zooals ge zegd slaagde. Donar toonde gepaste defe rentie jegens den adel, in mijn persoontje vertegenwoordigd. De tweede visite begon al dadelijk heel anders. Wij gingen het huis binnen, de Baas deed een kamerdeur open en zei: er is niemand. Hij lette slecht op. Eer hij uitge sproken was stormde ik al naar een grooten stoel, waarop drie katten zaten, die een trio bliezen zoodra ze mij ontwaarden. De mid delste zag er al heel raar uit: die leek veeren Inplaats van haren te hebben. Zonder aar zeling, onmiddellijk bezield door den prachti- gen Moed die ons geslacht kenmerkt heette mijn grootvader niet Karei de Stoute? wierp ik mij met éen koenen sprong plus daverenden blaf op den stoel, midden tus schen hen in. De heele bende krijschte en sloeg al haar nagels naar mij uit. Het zou een onvergetelijk gevecht geworden zijn als de Baas mij niet haastig in mijn nekvel gegre pen had. Meteen .zag ik Donar, die op zijn achterpooten tegen de tuindeuren stond, naar binnen keek en blafte als een razende. „Ha", dacht ik. „dan wij maar!" Het werd blijkbaar een teleurstelling voor den Baas. Die had nieuwe vriendschapsuitin gen verwacht. Maar waarom zouden wij con sequenter dan menschen zijn? Die beginnen ook wel eens als vrienden en eindigen als vijanden. De Baas deed de tuindeuren open en ter- vijl de katten achter ons aankrijschten sto ven Donar en ik het grasveld op. Middenin bleven wij beiden staan. ..Stomme krompoot". zei hij. „waarom terg jij onze katten? Dat zullen ze op mij wre ken „Ellendige herderboxdikzak", antwoordde ik. „die scheldwoorden zul jij bezuren!" En ik beet hem flink in zijn fricandeau. Het kunnen ook zijn kalfsoesters geweest zijn. Meteen waren wij slaags. Bazen snelden toe en plukten ons van elkaar. Donar was heelemaal wild van opwinding en stond te trillen als een espenblad. Aan zijn riem moesten ze hem vasthouden. „Blijf je toch bedaard", zei ik. „Toon toch wat zelfbeheer- sching! Verraad je afkomst niet ook nog op deze wijze! Het uiterlijk is heusch al genoeg". Iedere kef was als een striemende zweep slag en hij blafte dus als een razende en werd steeds nerveuzer. „Weet je wat", zei zijn Baas. „laten we Donar's meisje halen. Daar zal Tom het wel mee kunnen vinden". En hij stuurde een van zijn kinderen er op uit. Ik zette me alvast schrap. Al gauw kwam het kleine meisje terug met een groote sloome herder, die Hera bleek te heeten. Na den dondergod de oppergodin Ik stoof met een woedenden grauw op haar los en zij gaf een gilletje, maakte rechtsom keert en nam de beenen. In volle snelheid joeg ik haar den heelen tuin door tot zij hij gend van angst door een gat in de schut ting verdween. Waarop mijn triomfantelijke en waardige terugkeer, met opgeheven hoof de en een ironischen glimlach op mijn fijn- besneden snuit, door alle aanwezigen met een hoeraatje werd begroet. Alleen Donar vond het niet aardig. Integendeel: hij was nu helscher dan ooit en blafte als een wilde. Echtpaar en drie kinderen overleden. Oorzaak van het gebeurde onbekend „Tom", zei mijn Baas, „het is nu genoeg. Meer dan genoeg. Ga mee!" Ik moest wel. Door het schutting-gat blafte de angstige Hera mij na. Op het grasveld bulkte Donar. Door het glas van de tuindeu ren keken drie venijnig-krijschende katten- koppen. En de eenige die rustig bleef, statig en kalm, welbewust van zijn superioriteit bo ven al dit vulgus profanum, was Ik! Zonder riem schreed ik heen, achter mijn Baas aan. Mijn hoofd droeg ik in den nek, mij welbe wust van de zege. „Je hebt je slecht gedragen. Tom", zei de Baas toen we in de auto zaten. Ik keek naar het huis en snoof lang en minachtend. ..Opschepperij", zei de Baas. „Anders niet". Hij had natuurlijk weer gelijk. Maar het is zoo aangenaam den boel eens wat op te scheppen Vermoedelijk hebben Donar en de kat ten en Donar's meisje er allemaal een slape- loozen nacht van gehad. Ik niet Ik sliep als een roos. Geen roosje zonder doornen, moe ten ze maar denken Woensdagavond heeft zich te Venlo een zeer ernstig familiedrama afge speeld. Het dienstmeisje van den heer G. werd omstreeks acht uur uitgezon den voor een boodschap naar den dokter. Bij haar terugkeer vond zij de deur van de woning gesloten. Op haar herhaaldelijk bellen werd opengedaan door de schoonmoeder van den heer G. In huis kwam zij tot de ontstellen de ontdekking, dat de drie kinderen door revolverschoten waren gedood, terwijl men ook de ontzielde licha men van mevrouw G. en haar echt genoot aantrof. De schoonmoeder was ook gewond. De commissaris van politie stelde, na ge waarschuwd te zijn, onmiddellijk met enkele rechercheurs een onderzoek in de woning van den heer G. in. Op de eerste verdieping vond men in de badkamer het lijk van den heer G. met een schotwonde in het hoofd. Naast hem lag een revolver, welke nog patronen bevatte. In de nabijheid vond men ook de echtgenoote van den heer G. Zij had twee doodelijke schotwonden in het hoofd, doch vertoonde nog teekenen van leven. Verder onderzoek wees uit, dat in de ka mer boven de salon de drie kinderen van het echtpaar G. door schotwonden in het hoofd ernstig getroffen waren. De twaalfja rige Piet was reeds overleden. De twee ande re kinderen, de vijfjarige Jan en de zes maan den oude Klaas waren eveneens doodelijk ge wond en overleden vrij spoedig. De toestand van mevr. G. was intusschen zoo ernstig geworden, dat deze hopeloos werd geacht. Kort na tien uur is ook zij overleden. Omtrent de motieven, welke tot dit ver schrikkelijk drama hebben geleid, tast men volkomen in het duister. Van eenige oneenig- heid in het gezin van den heer G. was geen sprake. Om ruim acht uur had de familie zich aan tafel begeven voor den avondmaaltijd. Tijdens het eten van de soep werd de moeder van mevr. G. plotseling onwel. Dit werd zoo ernstig, dat het dienstmeisje werd weggezon den om doktershulp te halen. Toen zij terug keerde met den huisarts van de familie G„ bleek de woning gesloten te zijn. Ook aan de achterzijde kon men niet binnenkomen. Door kloppen en bellen kreeg men tenslotte gehoor en werd de deur geopend door de moeder van mevrouw G. Zij was bloedend aan het hoofd gewond, hetgeen terstond het vermoeden deed rijzen, dat er iets niet in orde moest zijn. Zij was zeer ontsteld en uit haar verklaringen kon worden afgeleid, dat de heer G. gescho ten had. De toestand van de schoonmoeder van den heer G. was niet onmiddellijk ernstig. Onder den indruk van het gebeurde kon zij echter niet veel inlichtingen verstrekken. Tot laat in den nacht heeft de politie het onderzoek voortgezet. Het parket te Roer mond is gewaarschuwd. Aantal service-stations aan groote wegen beperkt? De oprichting van auto-servicestations aan roote wegen zou volgens de Tel. voortaan door het rijk slechts worden toegelaten onder be paalde omstandigheden en onder zekere voor waarden of in een bepaalde zone op zekeren afstand van den weg. De vestiging van servicestations aan groote wegen is een aangelegenheid geworden van zoo ingrijpend verkeersbelang, dat het rijk meent zich in dezen niet afzijdig te kunnen houden. De bedoeling der regeering is een regeling te treffen om in de eerste plaats te voorkomen, dat op hoofd verkeerswegen meer uitgangen zullen uitkomen, dan thans reeds het geval is. Devaluatie schiep onzekerheid. Tekort op begrooting-1937 grooter dan Al millioen. Verschenen is het voorloopig verslag over het hoofdstuk 1 der rijksbegrooting 1937. (Al- gemeene beschouwingen) Daaraan is ontleend: Zeer vele leden meenden hun be schouwingen ditmaal te moeten aan vangen met uiting te geven aan hun blijdschap over de verloving van Prinses Juliana. Men verklaarde zeer te zijn getrof fen door het bijzondere, hartelijke karakter van de hulde, die het ge- heele Nederlandsche volk bij die ge legenheid aan de koninklijke familie heeft gebracht. Voor zoover dit nog noodig was, is thans wel overtuigend gebleken, dat het Neder landsche volk geen nieuwe vormen in zijn staatsbestel behoeft om zich een eenheid te gevoelen. De oorspronkelijke begrootingsstukken kunnen thans, naar vele leden meenden, niet meer dienen als grondslag voor een gedach- tenwisseling met de regeering over haar huidig en toekomstig economisch en finan cieel beleid. De wijziging in de monetaire politiek heeft tot gevolg, dat de begrootings- positie een andere wordt. In de hier bedoelde omstandigheden vond een belangrijk deel dezer leden aanleiding als zijn oordeel uit te spreken, dat op dit oogenblik van een min of meer breede theo retische bespreking van de economische en financieele politiek, welke de regeering tot 26 September heeft gevoerd en voornemens was ook daarna nog te voeren, behoort te worden afgezien. Positie van het Kabinet verbeterd. De positie van het kabinet schijnt voor het oogenblik belangrijk verbeterd te zijn. Men zou kunnen zeggën dat thans voor de tweede maal de gulden het kabinet-Colijn heeft ge red. In 1935 deed hij dat door zich te laten herstellen in 1936 door zich te laten depre- oieeren, Intusschen was het voor deze leden zeer de vraag, of de positie van het kabinet in derdaad voor langer dan zeer korten tijd versterkt zal blijken te zijn. Een aantal leden, die wezen op het Plan van den Arbeid voor het voeren van een krachtige conjunctuur-stimuleerende poli tiek. stelden er prijs op uitdrukkelijk te ver klaren. dat zij in geen enkel opzicht bereid zijn tot het aangaan van eenige politieke verbintenis met de links-extremistische groep, ondanks de uitnoodigingen tot sa menwerking in een eenheidsfront of een volksfront, die deze groep telkens weer tot hen richt. Verscheidene andere leden zich aansluitend aan hetgeen door het lid der Kamer, den heer Goseling, werd gezegd, stelden er prijs op, de thans te volgen richtlijnen aldus sa men te vatten: a. De regeering zal met het verleden moe ten breken. Zij zal de door haar noodgedwon gen op monetair gebied genomen maatregelen niet alleen monetair-technisch moeten uit- HANDELSINSTITUUT BALTUSSEN JANSWEG 42 HAARLEM TELEF. 15548 OPLEIDING TOT ALLE PRAKTIJK-EXAMENS Lessen in Fransch, Duitsch en Engelsch; Steno „Groote" (Ned. en de Mod. Talen) en Machine schrijven. Vraagt gratis prospectus. Uitsluitend GEDIPLOMEERDE KRACHTEN. (Adv. Ingez. Med.) voeren, maar doelbewust economisch en so ciaal moeten richten, tot versterking van de positie van ons land naar binnen en naar buiten. b. Er zal een bewuste, typische politiek van conjunctuur-stimuleering moeten worden ge volgd. Daarin ligt ook de beste, maar dan ook de afdoende waarborg, dat sociale af takeling en sociale afbraak worden beëindigd en voorkomen. Op deze basis waren de leden, hier aan het woord, bereid aan dit kabinet een slot-ver- trouwenscrediet te geven. Mocht het gebeurde op monetair gebied er toe leiden, dat de samen werking tusschen de politieke par tijen in ons land wordt vergemakke lijkt. dan zouden sommige leden dat toejuichen. Een reden om het tegen woordige kabinet thans hun vertrou wen op te zeggen, zagen zij niet. Wat de toekomst betreft, achtten zij een zoo breed mogelijke samenwerking, met uitsluiting nochtans van de ex tremistische partijen, zeer gewenscht. Andere leden waren van meening, dat, als de balans van het regeeringsbeleid in de af- geloopen jaren wordt opgemaakt, allerminst een zoo scherpe critiek gerechtvaardigd blijkt, als op dat beleid van verschillende zij den werd geoefend. De oorzaak van de crisis lag buiten be reik van de regeering. De gevolgen heeft zij naar beste weten getemperd en verzacht. In dit verband meenden deze leden er ook op te moeten wijzen, hoe wij in deze moeilijke tijden hebben ervaren, welke waarde de con- stitutioneele monarchie heeft voor ons volk Dank zij onze grondwet, die den koning on schendbaar verklaart en de verantwoordelijk heid bij de ministers legt. staat de Kroon boven de partijen. Het strekt tot verheuge nis. dat ook groepen, die vroeger de waarde en beteekenis daarvan nauwelijks of niet erkenden, deze meer en meer zijn gaan be seffen en thans blijk geven mede te willen werken, het geheele volk zich in eenheid om de Kroon te doen scharen. Voorts meenden deze leden erop te moe ten wijzen, dat wel in het oog zal dienen te worden gehouden, dat de depreciatie nu een maal voor- en nadeelen met zich brengt en dat het onmogelijk is de voordeelen te be houden. indien men in alle gevallen, waar in nadeelen optreden, daarvoor compensatie wil bieden. Dat de regeering gedeeltelijk is teruggeko men op de kort te voren door haar aange brachte wijzigingen in den werkloozensteun. had de onverdeelde instemming van een deel dezer leden niet. Samenwerking tusschen rechtsche partijen. Deze leden zagen in het herstel van de vroegere samenwerking tusschen de partijen ter rechterzijde den besten waarborg voor een juiste toepassing en goede werking van ons parlementaire stelsel. Of dit mogelijk is kan thans nier worden beoordeeld. Opneming van de sociaal-democraten in een regeeringscom- binatie zou. afgezien van principieele bezwa ren daartegen, naar hun meening slechts be vorderlijk zijn aan den groei van de N.S.B. Sociaal-democratische ministers zouden dan mede soortgelijke maatregelen moeten nemen, als het kabinet-Colijn heeft genomen. Dat zou bovendien den communisten wind in de zeilen geven en de groei van de communis tische beweging zou op zijn beurt weer de N. S. B. versterken. Tekort van f 93 millioen geraamd. Vele leden, die erop wezen, dat vroe ger met betrekking tot de dekking van een tekort wel eens is gespi'oken van en „noodverband", meenden, dat de wijze, waarop ditmaal een groot deel van het tekort is wegge werkt, doet denken aan een „doekje voor het bloeden". Er wordt een tekort geraamd van 47 mil lioen, waarvoor dan een dekkingsplan is aan gegeven. Maar om tot dit tekort van 47 mil TWEEDE KAMER Vele amendementen aangenomen. DEN HAAG Woensdag. Minister v. Sc ha ik moest vandaag z'n oor deel geven over een aantal amendementen. Daar was het voorstel-d e Geer om den rech ter bevoegd te doen zijn een pas gesloten overeenkomst te vernietigen maar niet te wijzigen wegens „buitensporigheid" van het bedongene of omdat z.i. de pachter geen rede lijk bestaan vindt onder het aanvankelijk aan gegane contract. De heer v. d. Heuvel (a.r.) wilde in art. 9 laten vastleggen, dat de rechter in geval van een pachtcontract met „buiten sporige" bepalingen het contract moet ver nietigen. En voorts wilde hij art. 25 zoo redi- geeren, dat een z.g.n. erfpachter niet tusschen- tijds verandering der overeenkomst n.l. ver laging van den pachtprijs, zal kunnen vorde ren, zelfs zonder dat er veranderde omstandig heden zijn ingetreden, alleen al omdat anders de pachter geen redelijk bestaan meer zou hebben. Tenslotte lag er 't amendement- Hiemstra, om te eischen, dat niet 2 doch slechts 1 jaar te voren een vor dering tot pachtverlaging moet worden inge diend, eer een door den rechter toegewezen verlaging gaat werken. Minister v. S c h a i k mocht er op wijzen, dat zoover de rechter iets in het contract zou kun nen veranderen, dit alleen t.a.v. de „buiten sporige" bepalingen mogelijk zou wezen, deze verdediging baatte hem al evenmin als zijn kritiek op het systeem-de Geer. waardoor nam de Kamer diens amendement op art 8 aan de kantonrechter alle contracten zou moeten toetsen aan de vraag of de pachter een redelijk bestaan zal vinden. Het minst bezwaarlijk scheen de Minister het amendement-Hiemstra te vinden, dat er z. h. st. doorging wat ook het geval was met het amendement-de Geer. De heer v. d. Heuvel kwam eveneens als overwinnaar uit den strijd, maar hij zege vierde wat minder gemakkelijk. Met 6023 vereenigde zich de Kamer met zijn amendement op art. 9, waartegen zich met de socialisten en de communisten, ook de hee- ren IJsselmuiden (R.K.), v. Houten (chr. dem.) en Mr. Arts (R.K.D.) keerden. Nog ge ringer was de meerderheid, die het amende ment-v. d. Heuvel op art. 25 hielp aannemen, want tegenover 45 voorstanders lieten 38 af gevaardigden het „tegen" looren; nu was de R.K. oppositie tot liefst 14 van de 25 aanwe zige leden dezer fractie uitgegroeid. Hierna volgde een vrij lange discussie naar aanleiding van het streven van den heer v. d. Heuvel (a.-r.) om een aantal omslach tige voorschriften van de wet niet van toe passing te doen zijn op zeer kleine stukjes pachtgrond, die als regel elk jaar opnieuw verhuurd worden en wel aan landarbeiders om er aardappelen of groenten op te telen. Al die rompslomp zou er anders maar toe leiden, dat vele verpachters dergelijke kleine terreintjes niet zouden willen verhuren, wat voor de arbeiders in kwestie te betreuren ware. Terwijl de a.-r. afgevaardigde het oog had op stukjes grond kleiner dan een halve H.A. en met een pachtprijs lager dan f 100 oer jaar bepleitte de heer Bakker <c-h/> ■^en verlaging van deze cijfers hij wilde het amendement laten slaan op grond van een geringere oppervlakte dan 25 Are en een jaarlij ksche pachtsom beneden f 50. De heer v. d. Sluis (s.-d.) vreesde moei lijkheden en misbruiken, als men het ont werp aldus zou wijzigen, terwijl de heer v. Koever den (r.-k.) het denkbeeld-Bakker steunde en bovendien voor dergelijke kleine stukjes grond het vereischte van een schrif telijk contract gehandhaafd wilde zien. Nadat o.m. de heeren Loerakker (r.-k.) Louwes (lib.) en Eb els (v.-d.) in soort gelijken zin hadden gesproken, brak de Mi nister een lans voor het schriftelijk contract, waaraan men z.i. diende vast te houden ter wijl hij verder nog een tusschenoplossing aan de hand deed. zonder deze echter zelf voor te stellen. Bij zitten en opstaan nam de Ka mer het in den geest van wat de heer v. Koe ver den aanbevolen had. gewijzigde amendement v a. Heuvel aan. Dit Kamerlid had ook succes met zijn voorstel, waardoor slechts met machtiging van den rechter tot het op kosten van den verpachter doen ver richten van de noodzakelijke reparaties zal kunnen worden overgegaan. Minister v. Sc ha ik bleek later op den middag wat toeschietelijker te zijn tegenover den ijverig amendeerenden heer v. d. Heuvel. Diens voorstel om met betrekking tot het z.g.n. „remissie-recht" den rechter in te schakelen, ten einde t,e voorkomen, dat de pachter eigenmachtig een aftrek van de door hem te betalen pachtsom toepast „we gens buitengewone omstandigheden", nam hij over. Art. 28 van het wetsontwerp verbiedt den pachter de bestemming van het gepachte ge heel of ten deele te veranderen De heer Droes en (r.-k.) was tegen zulk een absoluut verbod, mede met 't oog op het scheuren var; grasland. Daarom wenschte hij hiervoor eer, machtiging van den rechter nadat deze eerst den verpachter gehoord heeft terwijl de rechter dan aan die mach tiging voorwaarden zou kunnen verbinden. Met 4544 nam de Kamer dit amendement aan. Zfj bleef vervolgens steken in het arti kel 'en de daarop ingediende amendemen ten i dat looot over al of niet laten voort duren van de pacht. Hierop komen we mor- i gen terug. E. v. R lioen te komen is eerst ruim 14 millioen van den gewonen dienst naar den kapitaaldienst overgebracht en zijn de middelen naar ma tige schatting 6 millioen hoog er geraamd dan, naar de uitkomsten van het loopende jaar te oordeelen, gerechtvaardigd is. Het eigenlijke tekort bedraagt dus 67 millioen. Hiermede is men er intusschen nog niet. De regeering deelt mede. dat, indien men de rijksuitkeering aan het werkloosheidssubsidie- fonds op de thans geldende basis had ge raamd. het aan dat fonds uit te keeren bedrag van 53 millioen met 20 a 25 millioen had moe ten zijn verhoogd. Daar hiervoor geen dekking was te vinden, heeft men dit niet gedaan, maar in de eerste plaats de normen, waarnaar in 1937 de uitkeeringen aan de gemeenten zullen worden gedaan, verlaagd, en in de twee de plaats het tekort van 7.5 millioen, dat ook dan nog in het fonds zal resteeren, als zooda nig, dus als een ongedekt tekort van het werkloc-sheidssubsidiefonds, aanvaard. Het spreekt vanzelf, dat dit laatste materieel een tekort op de rijksbegrooting is en derhalve nog bij het boven becijferde tekort van 67 millioen moet worden opgeteld. Ditzelfde geldt trouwens ook van het overige gedeelte van de „20 a 25 millioen" waarmede bij solide raming de storting in het werkloosheids- subsidiefonds had moeten zijn verhoogd. De regeering onderstelt en terecht de mo gelijkheid. dat de gemeenten de korting op de rijksuitkeering voor de werkloosheidsuitgaven niet zullen kunnen dragen, en stelt daarom In uitzicht, dat het rijk de betreffende gel den aan de gemeenten zal leenen tegen een rente van 3 pet. Dit komt hierop neer, dat ook deze uitgaven uitmakende het verschil tus schen .,.20 a 25 millioen" en 7,5 millioen, zeg 15 millioen zullen overgebracht worden van den gewonen dienst naar den kapitaal- dienst, hetzij dan dien van de gemeenten of van het rijk. Bij een reëel opgezette begroo ting vormt zonder twijfel ook deze 15 mil lioen een deel van het tekort. Tenslotte moet ook nog hetzelfde gezegd worden van de 3,5 millioen. welke de regeering blijkens de mil- lioenennota te laag raamt voor uitkeering aan noodlijdende gemeenten, met de toezegging dat cok dit in orde zal komen door aan de daartoe getroffen gemeenten geld te leenen tegen 3 pet. rente. Ook hier is sprake van een overboeking van wat van nature een gewone uitgaaf is. naar den kapitaaldienst van ryk of van gemeenten. Alles bijeengenomen, kwamen deze leden tot de conclusie, dat het eigenlijke tekort op de begrooting voor 1937 niet 47 millioen bedraagt, doch 47 plus 20 plus 7.5 plus 15 plus 3,5 is 93 millioen. Enkele leden, die zich mede aansloten bij de opvatting, dat het tekort in werkelijkheid aanzienlijk grooter is dan in de millioenen- nota is aangegeven, meenden, dat bij het in de boven weergegeven beschouwingen ge noemde aanwijsbare tekort nog moet worden opgeteld het bedrag, dat reeds tevoren op de uitgaven is bespaard door middel van het stopzetten van de stortingen in sociale fond sen, de uittrekking van aflossingen, het ach terwege laten van afschrijvingen en het overbrengen van verschillende posten naar den kapitaaldienst. Ernstig bezwaar bestond bij vele leden in het. algemeen tegen die bezuinigings- en dekkingsmaatregelen der regeering. welke daarop neerkomen, dat steeds meer lasten op de gemeenten worden afgeschoven. Te onjuister achtten zij een zoodanige afschui ving, wijl een groot deel der gemeenten sinds lang reeds meer dan overbelast ls. Van verschillende zijden werd er op aan gedrongen, dat de regeering van de hierbe- doe'.de maatregelen zal afzien. Verscheidene leden waren van oordeel, dat bij de liquidatie van de landbouwcrisismaat regelen de uiterste behoedzaamheid behoort te worden betracht. Concentratie bij het onderwijs. Verscheidene leden, behoorende tot ver- 1 schillende politieke groepen gaven uitdruk king aan hun ernstige teelurstelling met be trekking tot den gang van zaken bij het on derwijs. Deze leden erkenden, dat er bij het openbaar lager onderwijs vele dwergscholen voorkwamen, die zonder al te groot bezwaar konden worden opgeheven. Daarnaast zijn echter veel openbare scholen opgeheven, die naar hun oordeel volkomen reden van be staan hadden en wier verdwijning leidt tot een geestelijke verarming in vele dorpsge meenschappen. waarin zij een plaats van be teekenis vervulden. Verschillende der hier aan het woord zijnde leden hadden destijds de concentratieplannen van den vo- rigen minister van onderwijs loyaal gesteund, in de verwachting, dat een concentratie van scholen ook bij het bijzonder onderwijs niet achterwege zou blijven. Zij betreurden het. dat thans deze verwachting nog niet is vervuld en dat de ingestelde staats commissie nog niet met haar rapport is gereed gekomen. Gevraagd werd. of de regeering in den onbevredigenden gang van zaken geen aanlei ding kan vinden, thans zelfstandig met maatregelen te komen, gelijk zij had toege zegd te zullen doen voor het geval de staats commissie er niet in mocht slagen op korten termijn met de noodige voorstellen gereed te komen. Verscheidene leden drongen aan op ver der gaande ver«levV1ng van 's rijks defensie. Onze Volkenbondsplicht, Verscheidene leden gingen uit van de overtuiging, dat in het Nederland sche volk een dieue gehechtheid aan den vrede leeft. Zij meenden dat Ne derland. zoowel ter wille van den vrede als voor het behoud van zijn eigen onafhankelijkheid, al het mo gelijke moet doen om den Volken bond in stand te houden en te ver sterken Ons !and moet daarom be reid zijn ten volle ziln Volkenbonds plichten te vervullen De defensie politiek van ons land behoort naar het gevoelen dezer leden op de bevor dering van de collectieve veiligheid waarvan ook het lot van ons volk af hangt. te zijn eericht Katholieken in benoemingen achteruitgezet. Sommige leden meenden een woord te moeten wijden aan het aandeel, dat bij be noemingen aan het katholieke volksdeel te beurt valt. De natuurlijke en geschiedkun dige oorzaken welke in dezen tot een ach terstand hebben geleid en gedeeltelijk nog leiden, waren hun bekend. Zij hielden daar mede ten volle rekening. Ook wenschten zij de goede trouw bij het doen van benoemin gen niet in twijfel te trekken. Zij meenden er echter wel de aandacht op te moeten ves tigen, dat indien men bewust den toestand op dit gebied zou handhaven, van welks be staan uit de in den laatsten tijd gepubli ceerde gegevens is gebleken, er een moment zou kunnen komen, waarop het geloof in de goede trouw zijn volkomenheid zou moeten verliezen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5