GELD EN LIEFDE
Ministerieel bezoek op Schiphol.
r
FEUILLETON
Roman van HUGO BETTAUER.
(Nadruk verboden.)
13)
Hij kwam terug en deelde mede, dat dien
zelfden avond in het pavk aan de Rohrerhütte
een groot zomeravondfeest zou worden ge
geven, waaraan een schoonheidswedstrijd ver
bonden was. De mooiste onder de aanwezige
dames zou een platina armbandhorloge be
zet met diamanten krijgen, de tweede prijs-
winster een gouden taschje, enz.
Natuurlijk besloot Fred het feest te be
zoeken. Misschien vond hij daar wat hij zocht.
En al was het dan niet voor Garrick, dan
toch zeer zeker voor zich zelf. En weer
zuchtte Fred diep:
„Arme Henry jij wacht met spanning
in New-York op de beste en mooiste vrouw
ter wereld en ik nu, ik neem nu eenmaal
ook met op één na de knapste en iets minder
dan de beste, genoegen".
Het was een heerlijke, zachte, door een
volle maan verlichte zomeravond, de weilan
den rondom de Rohrerhütte straalden in het
licht van groote electrische booglampen, rijen
lampions slingerden zich van boom tot boom.
een vroolijke opgewekte menschenmenigte
bewoog zich in het restaurant en over de
boschwegen, muziek, gelach, gezang en
vroolijk gefluister vervulden de lucht en Fred
deed deze vroolijkheid bepaald goed, in ver
gelijking met het oorverdoovende lawaai van
een volksfeest in New York. Het publiek was
in den waren zin van het woord gemengd.
Gefortuneerde heeren dronken met hun da
mes onder de boomen en in de daarvoor in
gerichte tenten champagne en wijn; burger-
menschen amuseerden zich bij groote potten
bier niet minder; bankdirecteuren beant
woordden joviaal den groet hunner employés,
tooneelsterren, beroemde schrijvers, schilders,
diplomaten en studenten, kortom alle Ween-
sche volksklassen waren vertegenwoordigd.
Die schoonheidswedstrijd leek Fred geen
zuivere koffie. Het kwam niet zoozeer op de
schoonheid dan wel op de financiën aan.
Wie de meeste stembiljetten bezat, kreeg den
eersten prijs. Maar die biljetten waren te
koop. Er waren er tienduizend in 't geheel
verkrijgbaar. Een mismaakte, die dus vijf
duizend en één coupons gekocht had, zou de
eerepalm worden toegekend.
Edoch het geheel was zóó schitterend
georganiseerd en de stemming liet zóó weinig
te wenschen over, dat Fred dit kleine zwen-
deltje ten slotte maar over het hoofd zag.
De schoonheidswedstrijd.
Tegen twaalf uur zou de telling der bil
jetten plaats hebben en precies om midder
nacht zou de schoonheidskoningin op het
podium verschijnen en onder luide fanfares
haar eereprijs uit handen van het comité
in ontvangst nemen.
Reeds lang vóórdien wist men, wie de
gelukkige zou zijn. Een dochter van een melk
boer uit Wahring, het type van de zooge
naamde „fesehe", maar niet bepaald mooie
Weensche, was met haar geheelen aanhang,
ouders, personeel en vereerders verschenen
en allen wedijverden in den aankoop van
biljetten, zoodat juffrouw Kathi al spoedig
een heel mandje met stembliefjes gevuld
had.
Fred Holme had zijn dienaar Gaston, die
bijna evengoed Duitsch als Fransch sprak,
meegenomen en deze handige knaap aan
wien werkelijk een goede detective verloren
was gegaan, was al spoedig achter de geschie
denis van juffrouw Kathi gekomen. Haar
vader had door melkvervalsching en-gros en
door een reeks van overtredingen der wetten
op den melkhandel, tijdens den oorlog een
aardig vermogen bijeen vergaard, zoodat hij
thans de gelukkige eigenaar was van een
groote boerenhofstede in het echttiende dis
trict. Bovendien had hij een broer die hoofd
ambtenaar was en zoo slaagde hij er dan in,
dank zij deze en andere connecties, alle
bouwverordeningen ten spijt, te midden van
de villawijk, waarin zijn boerderij lag, een
machinaal bedrijf op te richten, een hoogen
schoorsteen op het gebouw te zetten en met
rook en roet de heele omgeving te bederven.
Dringende protesten der wanhopige om
wonenden hadden geen enkel resultaat. Zij
stieten op een onwrikbaren muur van bevoor
rechting; de buren moesten zich het leven
laten vergallen, dat opdat de melkvervalscher
zijn bezit zou kunnen vermeerderen.
En nu zou zijn dochter tot schoonheids
koningin worden uitgeroepen, een onderschei
ding, die haar evenmin toekwam als een
raaf den naam zangvogel.
Fred lachte hartelijk, toen Gaston hem dit
verhaal van zijn nasporingen deed en hij
dacht de heele wereld: is toch comedie. Of
het nu dollars betreft of kronen als het
zoo te pas komt maakt men uit recht onrecht
en uit een vette gans een paradpsvogel.
Terwijl Fatty zich met deze, niet bepaald
hartverheffende, maar toch wel juiste be
schouwing bezig hield, ging hem een jong
paar voorbij.' En Fatty onderbrak zijn over
peinzing, sperde oogen en mond open en
staarde het meisje bewonderend aan.
Iets liefelijkers meende hij nog niet te
hebben gezien. Dit meisje scheen den bak-
vischleeftijd nauwelijks voorbij te zijn: uit
het rose, ovale gezichtje keken diepblauwe
groote oogen dwepend de wereld in, het slanke
figuurtje viel in het effen, witte jurkje waar
over een zijden doek was gedrapeerd, nog
meer op, en het kort geknipte haar was van
een lichtend en toch weer mat goudblond
zooals dat slechts één op de millioen blon
dines heeft.
Fatty maakte rechtsomkeert en achter
volgde het paar. Waarachtig, dit was het
mooiste meisje, dat hij ooit gezien had. En
er ging van deze blonde, jonge schoonheid een
sfeer van beminnelijkheid, bevalligheid en
kuischheid uit, waardoor iedereen bleef staan
om haar vol aandacht na te oogen!
Zij scheen arm te zijn. Met kennersblik
monsterde Fred haar van onder tot boven.
Geen ring, geen halskettinkje, geen armband
als opschik. Het witte japonnetje was van de
goedkoopste soort, evenals de lakpumps aan
de kleine, smalle voetjes.
Fred bleef in het gedrang heel dicht ach
ter het meisje en den knappen, maar even
eens zeer armelijk gekleeden jongeman aan
haar zijde en hoorde plotseling eenige woor
den, die zijn warme belangstelling' opwek
ten. Het meisje keek haar metgezel guitig
van terzijde aan en zei:
„Zeg Rolf, we hadden de worst eigenlijk
niet zoo gauw moeten opeten. Ik heb een ge
weldigen honger, weet je".
„Ja kind, ik ook, maar ik heb geen cent
op zak. Wat moeten we daar nu tegen doen?"
Franzi lachte luidkeels.
„Niks malle jongen; een beetje vasten zal
ons niet schaden. Ik heb nog wel wat, maar
ik zou toch niet graag al m'n geld uitgeven;
morgen komt er ook nog een dag".
Fred was ontroerd door den eenvoud van
dit meisje, maar hij was tevens ontstemd.
Verdraaid, dacht hij, nu vind ik eindelijk
een meisje, dat zoo mooi is als Venus, wan
neer de schijn niet bedriegt ook braaf en
goed. maar nu blijkt ze al een vereerder te
hebben, die bovendien nog een zeer knappe
jongeman is. Wat moet ik nu doen? Onder
zijn duiven schieten? Dat zou een gemeene
streek zijn!
Maar reeds het volgende oogenblik begon
hij te twijfelen aan de juistheid van deze op
vatting.
De jongeman, dien zij Rolf noemde, zei:
,Het arme kind heeft honger en ik kan haar
liet eens iets te eten aanbieden" en daarbij
'.egde hij zijn arm om Franzi's schouders en
rok haar liefkozend naar zich toe.
Maar Franzi rukte zich heftig los.
„Laat dat toch, Rolf! De menschen kijken
ons allemaal aan. Of wil je, dat ze ons voor
een verliefd paar houden, hoewel we dat
heelemaal niet zijn! Als je niet wilt, dat ik
boos word. moet je trachten te wennen aan
de gedachte, dat je niet meer voor me kunt
zijn dan een broer".
Fatty's hart sprong op van vreugde. En hij
besloot het paar niet meer uit het oog te
verliezen.
Op het eigenlijke feestterrein ontstond be
weging. Een heer betrad het podium en brul
de door een megafoon:
„Over een kwartier begint de telling der
coupons. De dames, die een behoorlijk aantal
coupons hebben, gelieven aan hier te komen
om die te laten tellen".
De rijke dochter van den melkboer baande
zich met van opwinding vuurroode wangen
een weg door de menigte en zwaaide, zeker
van haar overwinning, met haar mandje, dat
tot den rand met roode stembriefjes was ge
vuld.
Fred, die achter het knappe meisje stond,
hoorde, hoe haar metgezel woedend brom
de:
„Die gans daar krijgt den prijs en jij, die
de mooiste bent, moet straks met leege han
den naar huis. Dat noemt men rechtvaar
digheid!"
Het antwoord hoorde Fred niet, want zijn
gedachten werden opeens door iets anders
afgeleid. Hij pakte Gaston, die 'naast hem
stond, bij den arm. duwde hem een pak
dollarbiljetten in de hand en riep hem toe:
„Loop vlug alle kiosken af en koop alle nog
verkrijgbare stembiljetten op. Het komt er
niet op aan hoeveei. duizend, tienduizend,
honderdduizend! Ik moet alles hebben wat
over is".
Gaston stond heel eventjes paf. keek naar
het blonde meisje, zag hoe Fred haar met
zijn oogen bijna verslond en begreep. Hij
baande zich met moeite een weg door al het
volk, dat zich nu om de tribune begon te ver
dringen.
(Wordt vervolgd).
Prins Bernhard (x) bracht Woensdag een bezoek aan de
Rotterdamsche haven en aan verschillende groote industrie-
bedrijven in de Maasstad
Belgische en Luxemburgsche leiders van het toeristenwezen, die de reis
mogelijkheden naar Nederland onderzoeken, waren Woensdag te den Haag
de gast van den A.N.W.B. V.l.n.r.P. Duchaine (België), Edo Bergsma
(voorz. van den A.N.W.B.), J. R. Snouck Henkemans (namens het Haagsche
gemeentebestuur) en Andre Wolff (Luxemburg)
Jhr. dr. Ch. H. de Stuers, wetenschap
pelijk assistent bij het Rijksmuseum te
Amsterdam, is benoemd tot conser
vator aan dit museum
Prof. dr. B. J. O. Schrieke te den Haag,
die voorgesteld is voor de benoeming
tot buitengewoon hoogleeraar in de
Koloniale Volkenkunde aan de Amster-
damsche universiteit
De Groote1 of St. Jacobskerk te den Haag, waarin het huwelijk
van H K. H. Prinses Juliana en Prins Bernhard zal worden in
gezegend
Het groote viaduct te Overschie in den rijksweg
Rotterdam—den Haag wordt Zaterdag zonder
officieele plechtigheid voor het snelverkeer open
gesteld
De bedrijvigheid op het eiland Tholen in verband met de mosselenvangst is
thans groot. De gevangen mosselen worden eerst -gezaaid", n.l. in een
bepaald water geworpen, om na enkele dagen weder te worden opgehaald
(boven); onder: een delicatesse
Woensdag maakte minister
jhr. ir. Van Lidth de Jeude een
proefvlucht mee met de nieuwe
Douglas DC 3, de -Ibis"