rr Tentoonstelling van Arti, Amsterdam. De Ned. Indische Thee Bekwame Colporteurs DINSDAG 10 NOVEMBER 1936 H A A R E E M'S D A G B G 'A D HET TOONEEL. Cenfraal Tooneel. Professor Dr. Hiob Pratorius. Cees Laseur heeft met Cor van der Lugt Melsert gemeen, dat hij een gelukkige hand heeft in de keuze zijner stukken. Mannen in het Wit, Afkloppen, Oude Liefde, Meisjes- Lyceum, Het Voorste Legioen en nu weer Professor Dr. Hiob Pratorius, het zijn stuk ken. die alle succes hebben gehad. Nu is dit succes ongetwijfeld ook voor een groot deel te danken aan de opvoeringen, welke Het Centraal Tooneel ervan gegeven heeft, ja. het lijkt mij zelfs vrij zeker, dat in een min der sterke bezetting en bij minder goede regie enkele van deze stukken zooals Oude Liefde. Afkloppen en ook het gisteren speelde Pratorius weinig of niets bij ons publiek zouden hebben gedaan. Dit beteekent natuurlijk een warm com pliment aan het adres van Laseur. Hij heeft bewezen een uitstekenden kijk op zijn spelers te hebben en weet daardoor de rollen steeds weer treffend goed te verdeelen. En in zijn kunstzinnige regie toont hij den stijl, waarin het stuk gespeeld moet worden, heel zuiver aan te voelen en het spel van zijn artisten zeer fijn op elkaar af te stemmen. Dit is oorzaak, dat de opvoeringen onder zijn leiding een zoo geacheveerden, prettigen en vooral artistiek verzorgden indruk maken. Neem de voorstelling van gisteren! Ik wil slechts een enkel klein detail noemen om te bewijzen, hoe Laseur met kleinigheden „stemming" weet te wekken. Wanneer de huishoudster van Sherlock Holmes Pe- ronne Hosang binnen komt en vertelt, dat er een man voor 't raam heen en weer loopt, heeft zij door de manier waarop zij dat doet, de komst van de mysterieuse figuur van Shunderson prachtig voorbereid Een kleinigheid, zult u zeggen, maar zulke klei nigheden zijn beslissend voor den totaal-in druk van de opvoering. Ook hier te Haarlem heeft Prof. Dr. Kiob Pratorius, evenals te Amsterdam, een zeer groot succes gehad. Met zijn humor en zijn levensblijheid heeft Pratorius ook het Haar- lemsche publiek veroverd. Wat ik in dit stuk zoo bewonder is, dat het met al zijn hocus pocus zoo veel levenswijsheid geeft. Curt Goetz blijft aldoor in den lichten toon, maar ondertusschen geeft hij meer ernst dan me nig schrijver in een zwaarwichtig drama en men vergeeft hem daardoor sommige grove onwaarschijnlijkheden. Zoo zal wel niemand er aan gelooven, dat één rechter Shunderson ter dood zou veroordeelen, wanneer hij den man. om wien hij onschuldig 15 jaar tucht huisstraf heeft ondergaan, in drift doodt. Twee maal achtereen een zoo groote rech terlijke dwaling in één stuk is wat te veel ge vergd van ons goed geloof. Voortreffelijk was ook nu weer de opvoe ring. Vooral Laseur was in de titelrol wel bij zonder goed op dreef. Het scheen mij toe, dat de stampvolle zaal het was een abonne mentsvoorstelling inspireerend op hem werkte. Prachtig was hij in zijn geestdriftig! redevoering tot de studenten, van een ver- rukkelijken humor in de kliniek, mooi be- heerscht in zijn houding tegenover de leden van den eereraad. waarin hij zijn opmerkin gen zoo fijn-ironisch telkens plaatste. Onmiddellijk na hem noem ik Schwab, die een sterk suggestieven Shunderson ga Mary Dresselhuys, licht, pétillant en geestig als Violetta, Een bijna volmaakte opvoering, die ik feil loos zou kunnen noemen, wanneer Cor Her mus in het eerste tafereel niet zoo onverstaan baar had gesproken. Hermus beet de woorden telkens zoo af, dat je steeds moest raden, wat hij zei, Deze klacht was gisteren algemeen, en dit onverstaanbaar spreken was voor het pu bliek te meer irriteerend, omdat het daardoor de draad die immers Sherlock Holmes af wikkelt niet kon volgein. „Laten de jonge acteurs toch in de eerste plaats zorgen, dui delijk te spreken! Er is niets zoo fnuikend dan dat je de menschen op het tooneel niet ver staat!" heeft mevrouw Mann de actrice van wie je elk woord, ook wanneer zij fluisterde, verstond eens zeer terecht in een interview gezegd. Prof. Dr. Hiob Pratorius had een uitbundig succes. Voor de abonné's was het een prachtige avond, J. E. SCHUIL evenzeer opgevallen zijn. zoo de herkomst ons niet was bekend geweest. De tachtigjarige heer Visser uit Zandvoort is op zijn verjaardag gehuldigd door eminente oudleerlingen als Bobeldijk en Luns; op deze expositie van Arti is hem een eereplaats inge ruimd voor een zestal werken, waardoor hij door het publiek feitelijk pas ontdekt wordt. Zijn er nog wel veel die zulke fijngeestige en technisch wonderknappe portretjes kunnen lithographeeren als de beide zelfportretjes hier vertoond, die de intelligente snaakschheid hebben van Allebé's kop van den ouden Greiver? Is dat portret van den „Ouwe Dirk' niet prima-teekenwerk, het geaquarelleerde „Danseresje" niet vlot gewasschen en de Mar- nixbrug niet vol jonge levendigheid van obser vatie en rijk aan onopgesmukte kundigheid? Misschien is ook bij dezen Visser wel te veel, wat des kunstenaars was, aan den docent op geofferd, doch zijn leerlingen zullen hem daar. voor erkentelijk blijven. Dat deze tachtig jarige zich nog immer Jan Visser Junior tee kent, moge bewijzen dat hij zich nog jonger voelt dan andere vischverschalkers en dat hij van zins is ons nog wel eens met iets te ver rassen. De derde attractie is de prijs voor het één of ander, door Arti toegekend aan Sehulman en Monnickendam, tezamen en eerlijk te dee- len. Van den eerste hebben wij waarlijk wel eens belangrijker werk te zien gekregen; Mon nickendam is in zijn „Feestdag in de Syna goge" geheel op dreef, geheel zich zelf en een sterk artist, zijn felle op het rood ingestelde kleurigheid zet ieder nieuw werk van hem direct afzonderlijk, maar ook merkt men hoe hij een overdadig gevulde compositie toch vol maakt in de hand houdt en de figuratie juist weet te binden. Monnickendam bezit humor, hoe zeldzaam is dat bij de schilders van van daag! Hoe typeert hij het onwenninge, toch gedurfde staan van dien jongen Jood met den hoogen hoed op in het centrum van zijn com positie! Hoe geestig is de gebogen gang van dat oude heertje rechts, dat zich haast naar den katheder, alsof daar zonder hem de zaak geen voortgang hebben kan. Maar Monnicken dam moet oppassen er geen Ensor-eske zotten van te maken, de zittende Jood links op den voorgrond heeft iets van een Fratellini en dat zal wel zijn bedoeling niet zijn op dezen hoo gen feestdag, Ook in dit nieuwste werk beves tigt M. mijn inzicht dat hij een onzer origi neelste talenten is, die de hem toekomende waardeering nog lang niet voldoende ver kreeg. Na aan de attracties onze aandacht gege ven te hebben zoeken we onze notities na "en vermelden nog een enkele opvallendheid bui ten het gebruikelijke. Onder de jongeren noem ik Van Tongeren. Dat het rijmt is mijn schuld niet, maar zijn beide uitvoerige teekeningen van Molen-interieurs zijn opmerkenswaard. Polderman uit Apeldoorn zond een drietal aquarellen waarvan vooral de Watermolen te St. Maria Horebeke aantrekkelijk is: zuiver gewasschen aquarellen met een fluweelig jlauw, dat aan het weergaloos handige, Lim- burgsc'ne werk van Jules Brouwers herinnert. Mooi werk van dezen oud-Haarlemmer, die hier geen slecht figuur slaat. Een fijn gekleur de penteekening van de Oostkerk in Middel burg zond Hofker: illustratief maar knap. Eigener van karakter is de schriftuur van Teixeira de Mattos die onder andere dingen ook oude huisjes laat zien. Een boerenerf door Van Mever was mij iets nieuws en iets bijzonders en van vele beken den zag ik werk dat noch minder noch meer was dan wat wij gewoon zijn van hen te waar- deeren. Zoodat wij het dus voor dit maal on besproken laten. J. H. DE BOIS. H.M. de Koningin exposeert. De tachtigjarige Jan Visser gehuldigd. Monnickendam en Sehulman onderscheiden. De tentoonstelling van aquarellen, teekenin gen en beeldhouwwerken in Arti, welke Za terdagmiddag geopend werd, mag zich in een paar attracties verheugen, zonder welke ze als geheel een tamelijk gemelijk aspect zou ver- toonen. Bij de tweehonderd kunstwerken te vertoonen, waarvan misschien driekwart ge deelte alleen voor de makers ervan interes sant is, kan wijzen op een gemis aan eerste rangskrachten, die er niet zijn of zich afzijdig houden, maar ook op een te groote gemakke lijkheid van toelating der werken van hen, die niet tot die eersterangs groep behooren. Het wil ons voorkomen dat in dit genootschap de selectie minder streng dan in vroeger jaren wordt toegepast. Waarvan het gevolg is dat een tentoonstelling als deze gevaar loopt op de verzameling van een tweederangs schilde rijenwinkel te gaan gelijken. Men kan zich af vragen wie dan wel in onze eerste en oudste kunstgenootschappen het peil moet handha ven als de daar leidende artisten het niet zelf doen? Doch per slot van rekening is dat hun zaak en niet die van critiek op publiek. De ver gelijking met een kunstwinkel is trouwens al funest voor wat in wezen toch een hooger instituut moet zijn. Zoeken wij dus de lichtpunten in deze duis tere materie. Daartoe behoort dat de mede werking, door Hare Majesteit de Koningin aan deze expositie verleend, niet uitsluitend als attractie door de zeer bijzondere positie der hooge vervaardigster behoeft aanvaard te worden. Men kan zelfs verder gaan en zeggen dat de ernst en toewijding waarmee onze Vorstin zich met de kunstbeoefening bezig houdt, tot resultaten leidde die ver boven het gebruikelijke peil van dilettantisme uitgaan en een aantal professionals gemakkelijk achter zich laten. Ook in haar ontspanningsarbeid blijkt onze Koningin haar karakter te mani festeeren: vooral de beide gekleurde teeke- 3remière van de Rembrandtfilm te Londen. Laughton speelde de hoofdrol met groote toewijding. Prachtig werk van regisseur Alexander Korda. (Van onzen correspondent.) LONDEN, C November. ningen met Noorweegsche motieven (uit 1932) oo bezitten soliditeit en houding. Ze zouden ons weergeeft. Het is in deze film zoo zeer het ge- Woensdagavond heeft de pers in Londen in het Leicester Theater de lang verbeide Rem brandtfilm kunnen zien. De zoogeheeten we reldpremière heeft Vrijdagavond in dit thea ter plaats en over enkele dagen zal Den Haag voor Nederland de primeur hebben van de voorstelling. Ons land zal dus spoedig kun nen «ordeelen en wij kunnen volstaan met onze indrukken in het kort weer te geven. De tekst van Carl Zuckmayer geeft soms een wat fantastischen draai aan de feiten van Rem brandt's leven in de periode van omstreeks 1635 tot kort voor zijn dood. maar wijkt niet al te hevig van de historische juistheid af, voor zoover deze bekend is. Een filmverhaal verlangt uiteraard de medewerking der fan tasie en kan nooit een historisch document zijn. De wijze waarop het verhaal in de woor den is gegeven, is het loffelijkste in de film. Er zijn passages van prevelende overpeinzing die voortreffelijk door Laughton gezegd rechtstreeks naar het hart gaan. Niet het minst geldt dit voor de weergave van de ge schiedenis van Koning Saul, terwijl de oude bedelaar en Titus poseeren voor -„David harp spelend voor Saul", het vermaarde doek in het Mauritshuis Niet het harpspel van David maar Rembrandt's verhaal van Saul doet den ouden bedelaar tranen in de oogen krijgen en den mantel naar de oogen brengen. Het is een aangrijpend stuk film geworden, het hoogte punt in Alexander Korda's leiding, die bijna overal getuigt van liefde en ontzag voor het onderwerp. Het Nederlandsche binnenhuis van den tijd in de tooneelen van Rembrandt's woning in Amsterdam verrassend reëel voor onze oogen teruggebracht. De vloeren, de stevige meubels, de huishoudelijke gebruiksvoorwer pen en het spel van het licht in ramen en wanden, dat alles is Pieter de Hoogh. Maar geen Vermeersche stadsgezichten staan er tegenover om het evenwicht en de harmonie te geven, die de beste weergave van ons ze ventiende eeuwsche stadsleven eischt. De bui- tentooneelen van Amsterdam, gracht en kade, zijn het zwakst, zijn. te overvloedig besneeuwd en missen overtuiging. Het riviertje van Den ham en de hulpmiddelen van Denham zijn hier tekortgeschoten. Na tekst en tooneelen de personen. Charles Laughton speelt Rembrandt met groote toewij ding en de cameraman heeft geen middelen onbeproefd gelaten om het te laten zien. De gevierde acteur is voor 95 percent van den duur van de film op het doek. soms over de gansche oppervlakte met het hoofd alleen, soms ten voeten uit, soms in een belangrijk fragment. „Starring" kan zelden zoo terdege zijn doorgezet, als op deze film Maar wij kijken tevergeefs uit naar de persoonlijkheid van den Rembrandt der dozijnen zelfportretten. Het is wel bekend, dat Charles Laughton altijd meer Charles Laughton is dan de figuur, die hij I val aai men Rembrandt gaat zien in de rol van Charles Laughton. Het is misschien on billijk hem dit te verwijten of het misprijzend te doen gelden in een oordeel over de film. Maar voor ons gevoel verminderde het niet temin de waarde van de voorstelling. Gertrud Lawrence geeft een knappe vertolking van de „heibeiende" huishoudster Geertje Dirks en Elsa Lanchester is een teere Hendrickje Stof fel. Zij zijn niet de stoere Hollandsche vrou wen van het tijdperk maar beider spel is zoo goed. dat men geen bezwaar heeft tegen de ranke moderne figuren en gezichten. Het be zwaar geldt wel voor de jongedames met de geplukte wenkbrauwen in het vroolijk gezel schap waarin Rembrandt op zijn ouden dag verzeild raakt (waar hij in zijn make-up treffende gelijkenis vertoont met Rembrandt's zelfportret als oud man met den tulband op het hoofd) en waar men hem voor een maal vijf gulden geeft, die hij gebruikt voor het aanschaffen van meer verfstof en penseelen. De Londensche pers looft de film in super- la tieve termen. „Voor zuivere schoonheid" zegt de Daily Express, „is Rembrandt een van de grootste films, die wij ooit hebben gezien". De Daily Telegraph vindt, dat de film bijna alles heeft, dat voor een waarlijk grootsche film noodig is De vertolking van Laughton wordt algemeen als „superbe" geprezen. De Times, de ontzettende moeilijkheden waarvoor Laughton was geplaatst beseffend en erken nend dat hij tekort moest schieten, is niette min ook vol lof over zijn vertolking en over de film in haar geheel. A. K. VAN R. „Beeldenstormers" in Londen. Werken van Jacob Epstein moeten het ontgelden. Onze Londensche correspondent schrijft ons: Het gebouw van de Underground in West minster is in Londen het het beste voorbeeld van de nieuwe architectuur, die haar effec ten zoekt in een harmonisch samenstel van strakke geometrische vlakken en brokken. De versiering aan de gevels is nagenoeg beperkt tot twee beeldhouwwerken in diep relief boven de twee belangrijkste ingangen, voorstellin gen van „Dag" en „Nacht" en van de hand vanJacob Epstein. Ze zijn kenschetsend voor dezen beeldhouwer, wat grotesk, sterk expres sief en mystiek in aandoening. Een dezer stukken „Dag", voorstellende een zittende man met een kind met opgeheven armen staande tusschen zijn knieën, is enkele dagen geleden geschonden met een bijtende blauwe verf, die er blijkbaar op was aangebracht door flesschen met het goedje gevuld er tegen aan te werpen. Het beeld heeft er weinig door geleden. De blauwe kleur kon met hard was- schen (met wat de Engelschen noemen „elle boogsmeersel") worden verwijderd en de bijtende invloed van het strooperig vocht was niet ernstig genoeg om het beeld blijvend te kunnen schenden. Enkele dagen later ontdekten de park wachters in Hyde Park daar vroeg in den ochtend, dat het gedenkteeken voor den romancier-natuurkundige W. H. Hudson, ge plaatst in een broedplaats voor vogels, een zelfde onheusche behandeling had ontvangen als „Dag". Dit gedenkteeken is versierd met een voorstelling van Rima, de heldin van Hudson's Green Mansions. Deze Rima is ook een werk van Epstein. Zij is herhaaldelijk slachtoffer geweest van yernielzucht. Eenige jaren geleden vond mén "öf> een ochtend het beeld (ook in diep relief op een plaat van Portlandsteen) geheel bedekt met teer en veeren. Het is herhaaldelijk onooglijk ge maakt met verf in een verscheidenheid van kleuren. Maar het heeft over alle aanvallen gezegevierd. Dit geldt ook voor den jongsten aanval. Het schijnt, dat de jongste epidemie van beeldenstormerij in Londen uit andere drif ten in de gemeenschap is voortgesproten dan het geval was met vroegere. Ze is in de eerste plaats niet tot het werk van Epstein beperkt gebleven en in de tweede plaats heb ben de vandalen thans hun stempel op hun kwaadaardigen en dommen arbeid gedrukt De stempel is een swastika. Epstein is een Jood en dat verklaart wellicht de aanwezig heid van de swastika. Maar er was- ook een swastika op den Tivoli-hoek. Deze hoek is een stuk van het nieuwe gebouw van de Bank van Engeland (architectonisch minder bevre digend dan het gebouw van de Underground) Deze hoek heeft een overwelfden doorgang waarvan voetgangers in de drukke Princes' Street en het even drukke Lothbury gebruik kunnen maken en aldus den hoek kunnen af snijden. De hoek en de peperdure '/rond zijn de vorige week door het bestuur van de Bank van Engeland plechtig afgestaan aan den Lord Mayor van de City voor openbaar ge bruik. Het is een stuk monumentale archi tectuur, waaraan niemand aanstoot kan nemen, hetgeen wellicht niet kan worden ge zegd van Epstein's scheppingen. Maar ook aan dezen Tivoli-hoek hebben de bedrijvers van het blauwe vandalisme hun ongewensch- te aandacht geschonken. PRIJSVRAGEN TEYLER'S GODGELEERD GENOOTSCHAP. Directeuren van Teyler's Stichting en de leden van Teyler's Godgeleerd Genootschap deelen mede, dat vóór 1 Januari 1936 één antwoord is ingekomen op de prijsvraag: Er wordt gevi-aagd een historisch-critisch onderzoek naar den invloed van Sebastian Franck op het geestelijk leven in de Neder landen van de zestiende en zeventiende eeuw. Het antwoord kon voor bekroning niet in aanmerking komen. Uitgeschreven blijven de volgende prijs vragen: I. Om beantwoord te worden vóór 1 Januari 1937: Een historisch-critische beschouwing van de ideeën onsterfelijkheid en eeuwig leven in haar onderlinge verhouding. II. Om beantwoord te worden vóór 1 Januari 1938: Er wordt gevraagd een geschrift over de idee Harmonie en daarmee verwante voor stellingen in het godsdienstig en wijsgeerig leven der oude volken. Nieuw uitgeschreven wordt vóór 1 Januari 1939 een prijsvraag over: III. De Christelijk-oecumenlsche gedachte, historisch toegelicht. De antwoorden, die ten hoogste dertig dui zend woorden mogen bevatten, moeten wor den ingezonden vóór 1 Januari, opdat zij vóór 1 November daaraanvolgend beoordeeld kun nen zijn De verhandelingen moeten gezonden wor den aan het Fundatiehuis van wijlen den heer P. Teyler van der Hulst te Haarlem. CÏ.FBKAMPIOENSCHAPPEN HAART,. DAMCLUB. •.laandagavond werden d" wedstrüden om ::-j clubkampioenschappen 19361937 der Haarlemsche Damclub voortgezet. Hieronder volgen de uitslagen: Restrictie-kwestie. Tot de belangrijkste consumptieartikelen behoort onze thee: een product, hetwelk in niet minder dan drie en twintig landen wordt geproduceerd. De Aziatische landen nemen daarbij de belangrijkste plaats in en China stond aanvankelijk aan den top. met ongeveer de helft van de totale productie. Daarop volgen Britsch-Indië met 22. Ceylon met 13. Ned.-Indië met 9 en Japan met 5 pro cent. De totaal beplante oppervlakte met thee in de wereld bedraagt ongeveer 4 mil- lioen acres met een wereldproductie van bijna 2000 millioen Engelsche ponden per jaar. De ontwikkeling van den werelduitvoer van thee in de 20ste eeuw dient beschouwd te worden vóór en na de ingevoerde restrictie. In het begin breidde deze export zich sterk uit. Te genover een gemiddelde van 625 millioen Eng. ponden over de jaren 1900—1904 staat een gemiddelde van 858 millioen Eng. ponden over de periode 19141919. De ophooping van voorraden, de verminderde koopkracht en de algeheele verwarring gedurende de oorlogs periode waren ooi-zaak, dat deze export tus schen 19201924 tot 723 millioen Eng. pon den daalde. Daarna trad een verbetering in zoodat het gemiddelde tusschen de jaren 1925 en 1932 steeg tot 989 millioen Eng. ponden. Het jaar 1933 beteekende een keerpunt. Toen kwam tusschen Britsch-Indië, Ceylon en Ned. Indië de restrictie-overeenkomst tot stand met de bedoeling den uitvoer van thee voor een vijfjarige periode te regelen. In enkele kringen heeft men van deze overeenkomst gunstige resultaten verwacht. Deze zijn maar ten deele werkelijkheid geworden, waarbij niet uit het oog verloren mag worden, dat niet alle productielanden zich aansloten. Het In ternational Tea Committee, als leidend or gaan bij deze restrictie-regeling, was aan vankelijk niet ontevreden over het bereikte resultaat. Na een vermindering van den uit voer met 15 procent over het jaar 1933-1934 werd deze in het tweede jaar op 12,5 procent gesteld, om daarna verhoogd te worden tot 17,5 procent. Blijkens een officieele mededeeling van het Comité was het restrictiepercentage in de eerste twee jaren te gering, doch zou een grooter percentage de theecultuur niet heb ben gesteund. Het bleek wel, dat China en Formosa zorg den voor de aanvulling der voorraden. Dat ging lijnrecht in tegen de bedoeling van het restrictie-plan. Vandaar dat pogingen werden gedaan de afzijdige landen tot de overeen komst te doen toetreden. Dat mislukte. Alleen stemden Britsch Oost-Afrika en de Engel sche koloniën er in toe om een grens vast te stellen voor de totale met thee beplante oppervlakte. Tot eenig resultaat van belang leidde deze toezegging niet. Er bleven meer dere lekken. De niet bij de restrictie aange sloten landen gingen hun uitvoer vergrooten. De betere prijzen waren daaraan debet. He laas verminderde de consumptie in verschil lende landen. Het gevolg was een vermeer dering der voorraden. Vooral Japan heeft van deze positie geprofiteerd; de uitvoer van thee uit dit land steeg aanmerkelijk. Daartegen over verminderde de export van Britsch-In dië en Ned.-Indië in 1935 vergeleken bij 1934. In dit verband mag ook de positie van Rusland in de vóór en na-oorlogsche periode niet onopgemerkt gelaten worden. Persoonlijk heb ik in de Kaukasus-omgeving het een en ander gezien van de Russische thee-cultuur. Het streven om het thee-verbruik in Sovjet- Rusland te dekken door eigen productie be staat in sterke mate. doch deze Russische cultuur staat technisch nog verre achter bij onze Indische theecultuur. Toch zal men dit Russische pogen nauwkeurig moeten gade slaan. Dit land is een belangrijke thee-ver bruiker. Voor den oorlog importeerde Rus land 132 millioen Eng. ponden, welk kwan tum in 1923—1924 tot 13 millioen Eng. ponden was gedaald om in 1928-1929 tot 65 millioen Eng. ponden te stijgen en in 1933 een hoe veelheid van ruim 42 millioen Eng. ponden te bereiken. Intusschen loopt de eerste restrictieperiode ten einde. Het restrictiepercentage voor het laatste jaar moet nog worden vastgesteld, ter- wijl ongetwijfeld ook van gedachten gewisseld zal worden over de vraag, of men al of niet een nieuwe periode wenscht in te gaan. Uit de officieele gegevens blijkt, dat het restrictie jaar 1936-1937 inging met een zeer aanzien lijke „carry-over" ten bedrage van circa 27,3 millioen Eng. ponden. De in totaal voor het jaar 1936—1937 beschikbaar komende hoe veelheid thee bedraagt, behalve de reeds ge noemde 27.3 millioen ponden, de exportquota der restrictielanden bij 17y2 procent restrictie, tezamen te schatten op 660 millioen ponden en de export van China, Japan, For mosa en de overige landen, welke worden ge raamd op in totaal 169 millioen ponden. Te zamen komt ter beschikking der consumptie 856 millioen Engelsche ponden thee. Tegenover dit cijfer dient men de gege vens omtrent het wereldverbruik te plaatsen. Dit bedroeg over de kalenderjaren 1933. 1934 en 1935 resp.: 866. 854 en 874 millioen ponden, terwijl de wereldexport over die jaren resp. 849, 863 en 841 millioen ponden bedroeg. In deze periode verminderde dus de we reldvoorraad met circa 41 millioen ponden. Uit te maken becijferingen meent men het toekomstige restrictiepercentage 4 pet. lager te kunnen stellen dan in de voorafgaande periode, waarbij dan rekening is gehouden met het geheel wegvallen van de „carry-over" en de vermindering van den voorraad tot een normaal peil. Bij de beoordeeling der vraag of een nieuwe resrictiepoging na de eerste aan te bevelen is, dient rekening te worden gehouden met het feit, dat het verloop van het wereldverbruik sedert 1932 zich weinig gunstig heeft ont wikkeld. Engeland en zijn dominions verbrui ken ongeveer 2/3 van de consumptie. Het verbruik per hoofd der bevolking is er reeds groet, terwijl de bevolkingsvermeerdering er niet beduidend is. Een belangrijke consump tievermeerdering is niet te verwachten. Het zelfde geldt ook voor andere landen, terwijl slechts gehoopt wordt op een belangrijke af- zet-toename in de Vereenigde Staten van Amerika Wat Europa betreft kan vastge steld worden, dat de koffie nog altijd de volksdrank bij uitnemendheid is. De intensie ve reclame voor een meerder thee verbruik zal natuurlijk invloed hebben, maar het wijzigen van een ingewortelde levensgewoonte is uiterst moeilijk. Daarin kan misschien een zeer langdurige actie geleidelijk iets verande ren. MOLLERUS. BEZOEK AAN DE HAAS' AZIJNFABRIEKEN. Hedenochtend bracht een dertital leerlingen van de huishoudschool „Laan van Meerder- voort" uti den Haag, onder leiding van mej. Jas, een bezoek aan de Haas' Azijn fabrieken te Haarlem. Onder leiding van den directeur den heer S. Schönhuth werden de verschillende afdee- lingen van het bedrijf bezichtigd TAFELTENNIS. (Heeren) VICTORIA—ZANDVOORT (8—2). Holswider was de beste speler van Zand voort. Tegen Victoria won hij twee partijen n.l. tegen Lobbes en Van Wijk. Vooral tegen eerstgenoemde was een mooie partij. In de eerste set hadden ze om beurten de leiding. In de tweede set nam Holswider een voor sprong. dien hij niet meer afstond. De derde ging weer gelijk op. Holswider won deze partij met 2022. 2114 en 2220. Heldring en Paap speelden erg zwak: zij verloren dan ook hun partijen met groot verschil. Voor het dubbelspel waren 3 sets noodig. Lobbes en Brongers wonnen van Holswider en Hildring met 2114, 1621, 2112. T.Ü.G.—n.T.T.C. 4 (10—0). Van der Werff verloor van Abbevé met 2114, 2220. Smit stelde wat teleur. Tegen Wille wist hij maar 3 en 6 tegenpunten te maken en tegen Abbevé 6 en 5. Een mooie partij was BijlmerAbbevé. Dit was een gelijk opgaande strijd, die door Ab bevé in 3 sets gewonnen werd. Het dubbelspel was ook een aardige partij. Nadat Abbevé en Wille de eerste set gewon nen hadden met 2112. waren zij er in de tweede set geheel uit. Bijlmer en v. d. Werff profiteerden hier goed van en wonnen deze set met 2110. De derde set was spannend. Tenslotte wonnen Wille en Abbevé met 2117, zoodat H.T.T.C. 4 geen enkel tegenpunt had gemaakt. BAMA—T.O.G. 2 (3—7). T.O.G. 2 behaalde met 7—3 de zege. Verbooy verloor twee partijen, n.l. tegen Smit en Jan sen. Van Hessels won hij. Ook nu speelde De Jong weer vlot; zijn drie overwinningen mo gen er dan ook wezen. Van Dam deed niet voor De Jong onder en won evenzoo drie par tijen. Het dubbelspel wonnen Smit en Jansen (Barna) van Van Dam en De Jong. De derde set had een spannend verloop. Toen de stand 168 voor JansenSmit was, dacht men dat het spoedig afgeloopen was. Van Dam en De Jong haalden echter keurig op. Tenslotte moesten zij toch in SmitJansen hun meer deren erkennen; zij verloren met 2118. 14— 21, 21—18. Tweede klasse: Victoria 2Hillegom 10—O T.O.G. 3—T.O.G. 4 4—6 Derde klasse: T.O.G. 5Barna 3 3—7 Dames: I Barna 2Barna 3 91 GYMNASTIEK. CONCORDIA. De wedstrijden voor heeren van Concordia, waarvoor als onderdeelen telden een vrije oefening, brug, paard, ringen, rek en een paardsprong, gaven als uitslag: Eerste afdeeiing: 1. C. ter Pelle 46 pnt., 2. C. Boeree 37 pnt. 3. D. Blokker 36 pnt. Tweede afdeeiing: 1. J. Branksma 46 pnt., 2. G. Andree 45.5 pnt., 3a C. Pater 43 pnt. Ondertrouwd: H. CAT.FF Wcdr. van J. Keizer R. STOPPELMAN Wed. van M. IZwarteer Amsterdam: van Eeghenstr. -18 Haarlem: Kinderhuissingel 104 10 November 1936 Huwelijksvoltrekking Dinsdag 24 November 1936 in do Synagoge Begijnestraat te Haarlem, om 12.30 uur Toekomstig adres: Klnderhuls- slngel 104, Haarlem Volstrekt eenige en algemeene kennisgeving Heden overleed plotseling onze innig geliefde Vrouw, Moeder, Behuwd- en Groot moeder Trijntje Huisman- gcb. Zuldcnia, n den ouderdom van 80 jaar. T. HUISMAN Enschedé: H. BRANDS— HUISMAN A. J. BRANDS Utrecht: H. HUISMAN C. W. F. HUISMAN— v. d. HOEF en Kleinkinderen Haarlem, 9 Nov. 1936 M. v. Heemskerkstraat IA De teraardebestelling zal plaats hebben op Donder dag 12 November a.s. te 11.45 uur op de Algemeene Begraafplaats. Ingang Kle- .erlaan. Heden overleed te Am sterdam mijn geliefde Zoon Jacobus Johannis van Arum in den leeftijd van 47 jaar. Haarlem, 7 Nov. 1936 Doelstraat 42 CHRIST. VAN ARUM Frans - Duits - Engels Conv. en Berlitz Meth., d. Dame. Tevens specialo opl. voor verbl. In 't buitenl. in eenige maanden Privaatles 4.50 p. m„ 2 p. 3. Br. Mej. N. GROOTENBOER Spaarne 5 zwart Tel. 17093 gevr. voor pl. v. gewild art. teg. vergoeding en prov. Aanmelding Woensdag 1011 u„ Gr. Houtstr. no. 183 zwart, Haarlem. Zonder colp-vergunning aanm. overbodig. Op netten stand kl. bovenwoning of 2e verd. gevr., door Heer all. Br. G 5753 Bur. van dit Blad,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 3