GELD EN LIEFDE
Het Grieksche s.s. „Kathariotisa dat tengevolge van den jongsten Zuidwesterstorm zijn voormast verspeelde, is Woensdag Het Duitsche s.s. .Jessica", dat door een breuk in de schroefas hulpeloos op de Noordzee ronddreef, ii
de Rotterdamsche haven binnengeloopen met veel moeite door de sleepboot .Utrecht van IJmuiden naar Amsterdam gesleept
Franklin D. Roosevelt met zijn familie
voor zijn woning tijdens het bekend
worden van den uitslag der presidents
verkiezing, waarbij Roosevelt overwin
naar bleef
Ter herdenking van den Wapenstilstanddag legde da
Engelsche gezant sir Charles Montgomery. Woens
dag te den Haag op de graven der in ons land over
leden Engelsche geïnterneerde soldaten een krans
Het Duitsche s.s. .Westernland" is Dinsdag in de haven van
Southampton aangekomen met aan boord den eenigen over
levende van de ramp der Duitsche vrachtboot .Isis"
De ramp van de .Isis". De reeds
grootendeels stukgeslagen reddingboot
van het Duitsche vrachtschip met den
eenigen overlevende, Fritz Roethke op
het oogenblik, dat de .Westernland"
langszij komt, om hem op te pikken
De herdenking van den Wapensiilsianddag in Engeland. Een overzichi van de
indrukwekkende plechiigheid bij de Cenoiaaf in Whitehall te Londen
m
»StlÏ3
Achter de tralies op de internationale
kattententoonstelling, welke deze week
te Croydon is gehouden
FEUILLETON
Roman van HUGO BETTAUER.
(Nadruk verboden.)
25)
Verlangen naar jou dus, geen Inkomsten en
geen vooruitzichten voor de toekomst. Toen
krabbelde ik op een goeden dag een paar
dubbeltjes bij elkaar, reisde met een boemel
treintje derde klasse naar Triest en bad en
smeekte den kapitein van de „Marta Wahing-
ton", zoo lang en zoo dringend dat hij mij
tenslotte als aardappelschiller aan boord nam.
Gedurende de reis sloot ik vriendschap met
de matrozen, wier portretten ik schilderde, zoo
dat zij mij als wederdienst, bij aankomst in
pas niet van een Amerikaansch visum was
New York aan land smokkelden, omdat mijn
voorzien.
Veertien dagen geleden ben ik, met slechts
één dollar op zak aangekomen en dadelijk
ben ik jou gaan opzoeken. Toen ik het paleis
zag, werd ik gewoon duizelig van bewon
dering. Ik wilde je bezoeken en vragen
mij een of ander baantje te bezorgen, maar
je was niet thuis en met de grootste moeite
kon ik uitvisschen. waar je je ophield. Je weet
het, ik ken geen woord Engelsch en boven
dien zie ik er een beetje sjofel uit.
Wat moest ik beginnen? Je een brief schrij
ven? Dan zou je mij geld gestuurd hebben en
dat wilde ik niet. Mijn verlangen naar jou.
liet mij geen rust. Ik moest en wilde je zien
en spreken, wat het ook mocht kosten. Na
kort beraad ging ik op stap en de paar hon
derd kilometer tot hier heb ik te voet afge
legd.
Dat heeft veertien dagen geduurd. Onder-
Weg heb ik de boerderijen langs den weg
bezocht en den boeren mijn verfkwast en
schildermap laten zien en hen met gebaren
te verstaan gegeven, dat ik voor logies en
voeding, bereid was de heele familie te schil
deren.
Dat ging heel best, ik behoefde geen hon
ger te lijden en heb vrijwel overal kunnen
overnachten, maar mijn schoenen hielden den
marsch niet uit en vielen tenslotte uit el
kaar.
Gisteravond laat nog, ben ik in Newport
aangekomen en toen zag ik dat er bij jullie
groot feest was. Urenlang heb ik achter het
hek gestaan en het vuurwerk en al die deftige
dames en heeren gadegeslagen. Alleen jou zag
ik niet. Tot je plotseling met twee heeren
langs het hek kwam.
Toen was ik niet meer te houden, ik ging
naar het poorthuis, belde en verzocht toege
laten te worden. Maar de negerportier ver
stond mij niet, hield mij voor een landlooper
en gaf mij een opstopper tegen de borst, zoo
dat ik achterover tuimelde.
Ik wilde en zou je spreken. Toen dacht ik:
als het door de poort niet gaat, moet ik op
een andere manier zien binnen te komen en
ik begon over het hek te klimmen. Nauwe
lijks was ik er bovenop, met een been reeds
naar binnen, toen met een verschrikkelijk ge
blaf twee honden toeschoten en tegen mij
opsprongen. Wat er verder gebeurde weet ik
niet. En nu lig ik hier in een weelderig ver
trek en zit jij aan mijn bed en ben je zeker
heel boos op mij".
Franzi liepen de tranen over de wangen
„Neen Rolf, ik ben heelemaal niet boos op
je. Integendeel ik ben blij, dat je hier bent.
Ik zal je verzorgen tot je weer geheel en al
hersteld bent en dan blijf je kalm in Amerika
waar je zeker een beroemd schilder zult wor
den".
Rolf lachte vergenoegd als een kleine jon
gen. Daarna werd hij weer ernstig.
,-En je man? Wat zal hij' er wel van zeg
gen?"
„Henry is een hoogstaand en goed mensch.
Ik zal hem alles vertellen en hij zal je gaarne
helpen".
Rolf sliep weer in, Franzi liet hem aan de
zorgen van de verpleegster en ging naar haar
echtgenoot, die juist in zijn vliegmachine
wilde stijgen om met Fred naar New York
terug te vliegen. Inderhaast vertelde Franzi
hem de geschiedenis van haar vriend. Fred
knikte om een en ander te bevestigen.
.Ben brave jongen. We zullen hem wel weer
op de been helpen".
Garrick's gelaat bleef onbewogen. Mede
lijden en jalouzie streden in zijn binnenste,
zonder dat men dat uiterlijk kon waarnemen.
Zijn ridderlijke gevoelens kregen tenslotte de
overhand.
,.Doe wat je zelf meent dat goed is, Frances.
Jouw vriend is natuurlijk ook de mijne en
als zoodanig staat de jonge schilder onder
mijn bescherming. Pijnlijk vind ik het alleen
dat de kranten weer eens wat sensatie over
ons kunnen maken".
Toegevende aan een opwelling, sloeg Franzi
den arm om haar echtgenoot en vleide zij
haar blonde hoofd tegen zijn borst. Teeder
boog hij zich voorover en kuste haar op het
voorhoofd.
Hij had goed gezien. De couranten publi
ceerden heele kolommen vol bijzonderheden
over het gebeurde en zelfs maakte een handig
theater-directeur een melodrama uit het ge
val.
Garrick trok zich echter meer en meer van
zijn vrouw terug en het gebeurde dat hij niet
eens op Zaterdag naar Newport kwam. En als
hij kwam en dan zag hoe Franzi in gezelschap
van den herstellenden jeugdvriend opnieuw
'n vroolijk en onschuldig meisje werd, voelde
hij zijn hart ineenkrimpen en begreep hij, dat
het liefelijke wezen hem meer en meer ont
glipte.
Franzi reist naar Weenen.
Rolf, de schilder uit Weenen maakte in
Amerika opgang. Zijn merkwaardige avontuur
had de aandacht op hem gevestigd, de fan
tasie van vele gaande gemaakt en daarbij
kwam, dat hij door Franzi in de society werd
geïntroduceerd.
In September, toen Newport, zooals gewoon
lijk om dien tijd, leeg liep en het seizoen in
New York weer begon, hingen op de eerste
New Yorksche kunsttentoonstelling eenige
van Rolf's werken, die zeer de aandacht, trok
ken en in de pers bijzonder gunstig werden
beoordeeld. En zoo kreeg hij veel meer op
drachten dan hij kon aannemen en was hij
hard op weg de meest gezochte potretschïlder
van Amerika te worden.
Nauwelijks had hij met de hulp van Gamck
een mooi atelier ingericht, of de voornaamste
milliardaïrsdochter liet haar portret door hem
schilderen. Het was Cissy O'Grady, de dochter
van een schatrijken zeepfabrikant, een beeld
schoon, excentriek meisje van negentien
jaar.
Rolf had het portret na vier maal poseeren
kunnen afmaken, maar dat wilde hij niet.
Cissy trok hem aan, hij geraakte geheel on
der den indruk van haar bekoorlijkheid en
daarom schilderde hij haar nu al drie weken
lang dagelijks. Geen van beiden werd dit
eindelooze poseeren moede. Onder het schil
deren leerde zij hem Engelsch, lachte om
zijn malle uitspraak, maar verheugde zich
tevens over de flinke vorderingen die hij
maakte.
Zijn vrijen tijd bracht Rolf bijna geheel
bij Franzi door. Hij ging met haar wandelen,
was dikwijls gast aan tafel en meer en meer
herleefde tusschen hen beiden de van kinds-
af bestaande vriendschap van broer tot zus
tor.
Garrick zag dat gebeuren, maar begreep
het verkeerd. Hij was ervan overtuigd, dat
zijn vrouw hem niet bedroog maar even sterk
was zijn overtuiging, dat zij den kameraad
uit haar kinderjaren lief had En deze ge
dachte kwelde den zellbewusten. heerschzuch-
tigen man en maakte hem nog meer in zich
zelf gekeerd en nog scherper in zijn woorden.
Gewend om alle, ook de moeilijkste en in
gewikkeldste gevallen te ontwarren, nam hij
na een langen, innerlijken strijd in den herfst
een besluit. Het toeval wilde, dat hij eens
met Lilian, die hem voor zakelijke aangelegen
heden had opgezocht, en met Frod in zijn
kantoor alleen was. Het gesprek kwam op den
jongen schilder en Lilian maakte een boos
aardige opmerking. Garrick sprong op, ging
naar het venster, keek naar hei straatge
woel onder hem en herinnerde zich, hoe hij
twee jaren geleden in den nacnt uit zijn
raam gekeken en het besluit genomen had
aan zijn eenzaamheid een einde te maken.
Vervuld van bitterheid, drong het tot hem
door. dat hij thans weer geheel alleen was,
ja dat hij een tot eeuwige eenzaamheid ver
oordeelde scheen te zijn. En toen stond een
nieuw besluit.bij hem vast.
Hij wendde zich tot Lilian en Fred en zei
kalm en onbewogen:
„Ik maak een eind aan de geschiedenis
Ik wil noch de rol van den ongelukkigen
echtgenoot, noch die van een tyran spelen.
Frances bemint het jongmensch, derhalve wil
ik haar niet in den weg staan. Zij zal hem
hebben".
Fred stond verschrikt op; Lilian had moeite
haar vreugde te verbergen.
Garrick ging voort:
„Frances heeft bovendien verlangen naar
Weenen. Ik zal haar daarom naar haar ge
boortestad laten gaan en als ze daar is aan
gekomen, zal ik haar schrijven, dat zij niet
weer terug behoeft te komen, maar zoodra
de echtscheiding is uitgesproken, den schilder
kan trouwen. Natuurlijk zal ik voor haar be
hoorlijk zorgen".
Fred, wien het zweet op het voorhoofd
parelde, sloeg met zijn vuist op tafel
(Wordt vervolgd).