V Pickwick als opera Nuttige geschenken DONDERDAG 26 NOVEMBER 1936 HAARDE M'S DAGBCAB 10 KUN/T IN LEÏÏEREN^J MUZIEK. Muziekschool van „Toonkunst Uitvoering door leerlingen. Ten bate van het studiefonds der school had in de aula van het Kennemer Lyceum te Overveen een leerlingenuitvoering plaats, die ons van het onderwijs aan de muziekschool aan de Nieuwe Gracht wederom een hoogen dunk heeft gegeven. Wanneer wij daar hoo ren uitvoeren o.m. vioolconcerten van Nardi- ni, van Mendelssohn, pianosonaten van Haydn en Mozart, Variazionen van Beethoven, liede ren (duetten) en aria's hooren zingen van César Franck en Jomelli en daar onmiddellijk bijvoegen dat wij deze werken niet alleen hebben gehoord, maar ook muzikaal hebben genoten, dan mag dit terecht gelden als een lofbetuiging aan de wijze van onderwijs geven. Maar meen nu niet, dat wij naar deze mu ziek van de grootmeesters der toonkunst heb ben zitten hunkeren, terwijl in den vooravond de jongere leerlingen van de school hun pro gramma afwerkten. Ik voor mij heb met alle interesse elk nummer van het programma (ook de stukjes van niet meer dan acht ma ten) beluisterd; stukken die met veel kennis van zaken waren uitgekozen, om het persoon lijke in den leerling, ook in den kleinste, naar voren te brengen. Voor de heel jonge muzikanten en de meer gevorderden was ge kozen uit Jul. Röntgen, Voormolen, Th. Lack, Carroll, Johanna Veth, om maar eenige na men te noemen. En om mijn bedoeling kort uiteen te zetten met één enkel voorbeeld: een ferme, kordate jongen heeft aan een Allegro van Th. Lack ruim genoeg om er in te too- nen: zijn goeden aanslag en houding aan het instrument; zij'n begrip van nuance en fra seering; zijn mooi rhythme; z-ijn goede con centratie; in één woord: zijn mooi uitgroeien de muzikaliteit. Om al deze dingen te doen uitkomen, bleek het gebruik van het pedaal nog volstrekt niet noodig. En van al deze mooie eigenschappen heeft elk der jonge leerlingen, de één meer. de an der minder getoond, maar elk van hen toch zien wij voor een volgend maal gaarne terug en dan verwed ik een lief ding, dat het resul taat van die nauwgezette pianostudie heel duidelijk is te bemerken. Mej. Bekkers en mej. Korteweg. de heeren Althuizen en Jac. Zwaan, die het voorrecht hebben, de grond slagen te mogen leggen voor wat in ons leven een zoo groote plaats Inneemt, zullen later bij deze leerlingen ongetwijfeld in dankbare herinnering blijven. Wilden wij van het nog restende program ma: klaviersonate van Mozart (leeraar de heer Vincent), sonate van Haydn (leeraar de heer Karei de Jong), Variazionen van Beet hoven op. 34 (leeraar de heer Liirsen), Beet hoven-variaties in G (leeraar de directeur) tot in finesses gewagen, dan zou dit verslag heel lang moeten worden. Zoo zullen wij ook moe ten volstaan met de zangleerlingen van mej. Brockmann te prijzen om prachtig verzorgde uitspraak van Fransch. Italiaansch en Duitsch niet alleen, maar ook om de, van pure muzikaliteit tintelende voordracht der duet ten, en niet te vergeten: van Jowelli's „La Calandrina". Het vioolconcert van Mendelssohn (le deel) vormde in zijn puur-muzikale en warm-door- voelde voordracht- het schoone slot van dezen avond. Een andere leerling van den heer De Clerck had te voren uitgevoerd Sonate in D van Nardini. Ook hier deed het innerlijk sen timent in de voordracht ons deze muziek rechtstreeks genieten. Tenslotte droegen de keurige „begeleidingen" aan den vleugel (en niet te vergeten: ook die der vocale voor drachten) zeer bij tot het handhaven van het muzikale peil dezer interessante prestaties. G. J. KALT Het mannenkoor „Caecilla" zong enkele nummers, die wederom gelegenheid gaven het mooie materiaal, dat dit ensemble nog steeds bezit, te bewonderen. De samenklank was vaak zeer schoon. Waarom in „Le Ménestrel" het woord „chantez" door invoeging van een rust als ..cha-antez" gezongen werd is me niet dui delijk geworden. De uitspraak van het Duitsch in „Waldeinsamkeit" had ook beter gekund. Die compositie van Sendel is overigens al zeer slap en zoetig, en als de tenoren de lange hooge c crescendo zingen, nog wel op het woord „still" blijft er van de „Stille" weinig over. Na de pauze hebben „Caecilia" en „Apollo" voortreffelijk samengewerkt. De dirigent Kok bleek ook het koor goed in de hand te hebben De drie zangen van Schubert klonken frisch en goed genuanceerd. In één daarvan kwam een op de uitspraak van sommige woorden „Hoil" b.v. na zeer verdienstelijk ge zongen barytonsolo voor. „Die grosse Stunde" van den avond was de samenwerking van Apollo met zustervereeni- gingen uit Amsterdam en IJmuiden en met enkele blazers der H. O. V. Het groote ensem ble klonk zeer bevredigend en soms zelfs ver rassend goed, zoo b.v. het hobo-recitatief met begeleiding van hooge mandoline-accoorden. Overigens was dat stuk van Kons. Wölki nogal melig van inhoud en het was maar goed dat het geen Stunde speeltijd in beslag nam. „Apollo" en zijn dirigent mogen nog veel succes boeken bij hun zeer te waardeeren ar beid. K. DE JONG Belangrijk muzikaal werk van Albert Coates. correspondent schrijft Arbeiders Mandolineclub „Apollo" JUBILEUMCONCERT. „Apollo", dat zijn gewone jaarlijksche uit voeringen in het Caecilia-zaaltje in de Jans straat pleegt te geven, heeft Woensdagavond zijn 20-jarig bestaan herdacht door een feest- concert in de groote zaal van het gemeentelijk Concertgebouw en mocht die zeer goed bezet zien. Dat deed ons veel genoegen voor de ver- eeniging, die onder de bij uitstek deskundige leiding van Joh. B. Kok zich ontwikkeld heeft tot een ensemble, dat we in het kleine zaaltje reeds meermalen met veel genoegen beluisterd hebben, maar welks musiceeren in de groote zaal nog beter tot zijn recht kwam. De acoustiek der groote ruimte integreerde als 't ware de differentialen der getokkelde klan ken, zoodat het. vooral op eenigen afstand van het podium, soms was alsof we een strijk orkest hoorden. En als we er nu nog bij zeg gen. dat in alle nummers, die het orkest speel de, de rythmiek uitstekend verzorgd was; dat in alle nuances het klankevenwicht, bij alle ritardando's en accelerando's de eenheid van het samenspel bewaard bleef en dat het or kest bij de samenwerking met koor- en solo zang zich een willig en bruikbaar instrument in de hand van den leider toonde, dan be grijpt men hoe verdienstelijk Joh. B. Kok zich ten opzichte van „Apollo" gemaakt heeft en dan begrijpt men dat het bestuur en de le den hem, die nu 12y2 jaar „Apollo" geleid heeft, ter gelegenheid van dit koperen jubi leum ook hebben willen huldigen. Zij hebben dit gedaan door hartelijke woorden en door de aanbieding van een bureaulamp. Maar ook de jubileerende club is gehuldigd door afgevaardigden van zusterclubs en arbei- dcrsvereenigingen. Hoewel de voorzitter van „Apollo" de sprekers verzocht had kortheid te betrachten, werd er toch nog menig vriende lijk en ook menig ernstig woord gezegd. Het is begrijpelijk dat op de cultureele waarde der muziek, die niet het minst groot in deze tij den van dictatuur, oorlogszucht en werkloos heid genoemd werd, vooral de nadruk werd gelegd. En feestgaven ontbraken natuurlijk ook niet. Er waren bloemstukken, er waren ook geschenken van meer practischen aard. De arbeidersbeweging liet door haren voor zitter een enveloppe aanbieden, de werkende leden deden zulks bij monde van Mevr. Da niels: de oud-leden lieten zich evenmin on betuigd. En wijl de voorzitter van „Apollo" in zijn openingswoord op de moeilijke financiee- le omstandigheden der vereeniging gewezen had, kon men er zeker van zijn dat die ge schenken in couvert bij hem welkom waren. Het eerste nummer van 't programma werd door Jong-Apollo, dat zijn de adspirant-leden. vlot en aardig gespeeld. Daania kwamen de grooten met een in muzikaal opzicht zeer onbeteekenende Ouverture van Maciocchi, ge volgd door drie stukjes van Kok: „Herfst", eenigszins in modernen trant. „Spelende Kin deren", verwant met den stijl van Bizet i' diens „Jeux d'Enfants" en „De Zee", en voort met een naar Cimarosa bewerkte „Sinfonia" Onze Londensche ons: Albert Coates heeft zijn vaderland een nieuwe opera gegeven. En het is geen klei nigheid. Het zijn de wederwaardigheden van Mr. Pickwick en zijn kornuiten wederwaar digheden, die zeer verscheiden waren van om geving en van aard, zooals het gezelschap zelf zeer verscheiden was die Coates ons in vocaal-dramatische vormen heeft voorgezet. Kenners van Pickwick, dat meesterstuk van Dickensiaansche karakterteekening en fan tasie, zullen meenen dat Coates zich een on uitvoerbare taak heeft gesteld. Maar de opera zal hun meevallen, al is het libretto weinig meer dan een schaduw van het boek. Toch worden nagenoeg alle avonturen van het Pickwick-gezelschap of in de vertooning en in de muziek en den zang aangeduid of recht streeks ten tooneele gebracht. In een opvoe ring, die tot minder dan drie uren beperkt moet zijn, moet uiteraard bij zooveel ambi tie om Dickens het zijne te geven de samen hang teloorgaan. Er zijn niet minder dan twaalf tooneelen, elk tooneel een fragment van avontuur, het geheel als een bloemlezing uit Pickwick, uit knipsels van de manoeuvres in Rochester, van het samenzijn in Dingley Dell, van de gebeur tenissen in de herberg Het Witte Hart. Het proces is aangegeven in de gangen van het gerechtshof en in de stem van den rechter, die de uitspraak van de jury vraagt. Wij zien meer van de gevangenis, de binnenplaats. Pickwick's aankomst en zijn kamer in de ge- var-genis. Muzikale intermezzo's beproeven meer gevallen aan te geven, den cricketwed strijd. Jingle's schaking van Rachel. Het zal wel afhangen van den aard van persoonlijke Dickensvereering, hoe men de behandeling van het boek opvat. Wij hoorden in de pauze, dat velen het een mishandeling vonden. Maar hoe kon men verwachten, dat de geur en de kleur van de Pickwick Papers zich konden la ten vertalen in actie en zang op het tooneel? Voor ons gevoel was de nieuwe kennismaking verrassend en boeiend, daar wij ons hadden voorgenomen ons den avond niet te laten be derver door de voorstellingen, die de lectuur van het boek had gewekt of door de herinne ringen aan het intellectueel genot dat de kos telijke typeeringen, zij het die van de'manoeu- vres van Rochester zij het die van Dingley Dell. ons hadden verschaft. Misschien schiet het libretto meer tekort dan men had mogen hopen. Maar men heeft te doen met een belangrijk muzikaal werk en er zijn gedeelten in de muziek, die voorbe stemd zijn onsterfelijk te worden. De muziek van de gevangenisscènes is even aandoenlijk van klank als fijn van orkestratie en dat geldt voor veel. Er zijn eenige melodieën in de opera die den hoorder blijven achtervolgen en die hij zal blijven verbinden aan de per sonen van Sam Weller. Snodgrass en Jingle. Een tekortkoming is, dat Pickwick zelf in de muziek niet kan worden gehoord. Niet minder dan 44 personen waren voor de bezetting noo dig. een groot koor niet meegerekend. En het orkest was rijk genoeg aan spelers en instru menten om Strauss in zijn hoogsten muzi- kalen overmoed te kunnen dienen. De aan kleeding van tooneelen en personen vanAubrey Hammond was in één woord verrukkelijk. Deze alleen heeft lijn en stijl. De belang rijke rest is fragmentarisch en vele fragmen ten bevredigen door hun schoonheid. De on effenheid is ook in de muziek, die ons soms deed denken aan Ravel, ook wel aan Strauss, maar ook aan de Italiaansche operacomponis ten in hun zangerigste stemmingen. HET TOONEEL. Rederijkerskamer „Pius" HAAR ANDERE MAN. Het is een aardig groepje spelers van de Amsterdamsche Rederijkerskamer „Pius", dat in de laatste jaren elk seizoen een opvoering te Haarlem pleegt te geven ten bate van „De Kleine Theresia-Stichting" en het is waarlijk geen wonder, dat op deze liefdadigheidsavon den de schouwburg steeds stampvol is. Want het Is niet alleen om het goede doel, maar ook om het zeer verdienstelijke spel van deze di lettanten, dat de Haarlemmers de voorstel lingen van „Pius" bezoeken. Gisteren kwamen de Amsterdammers met „Haar andere Man", een kluchtig blijspel van Larry E. Johnson, dat Het Schouwtooneel hier eenige jaren geleden reeds heeft gespeeld. Het is een „comedy of errors", veroorzaakt door een hyperroman tisch jong vrouwtje, dat een verren oom de meest fantastische verhalen over haar huwe lijk heeft opgedischt en hem wijs heeft ge maakt. dat zij een butler, een keukenprinses, ostbaar tafelzilver. Liberty,gordijnen en een nan met goud-blond haar en blauwe oogen bezit, terwijl zij in werkelijkheid niet anders heeft dan een dood-gewonen echtgenoot zon der een sou, die in niets gelijkt op het van I hem gegeven portret. Wanneer oom dan on- j verwachts zijn bezoek aankondigt, is Leiden natuurlijk in last, maar het vrouwtje weet haar man te bewegen voor butler te spelen en een wild-vreemden heer om de rol van den echtgenoot met de goud-blonde haren en de blauwe oogen te vervullen en als wij eenmaal zoo ver zijn, dan is het hek van den dam voor de vergissingen, welke van dit oogenblik af met sneltreinvaart elkaar opvolgen. Larry E. Johnson zoekt zijn komische effec ten dus in verwarringen en malle situaties, precies zooals de beproefde Fransche en Duit- sche kluchtspelschrijvers van vroegere jaren het deden, maar hij weet toch een nieuw en aardig komisch element in zijn stuk te bren gen met het romantische vrouwtje, dat haar inspiraties in de bioscoop krijgt en telkens weer nieuwe verwikkelingen, zoo ontleend aan het witte doek, in haar eigen milieu schept. Het is een biyspelletje als geschreven voor dilettanten en ik vermoed zoo, dat wanneer andere amateurs-vereenigingen dit vermake lijk spel van vergissingen in de gaten krijgen, wij „Haar andere Man" nog heel dikwijls op de planken te zien zullen krijgen. De lach was gisteravond geen oogenblik uit de zaal en dat was niet alleen aan het stuk maar ook aan het spel van de Amsterdamsche dilettan ten te danken. „Plus" heeft van deze klucht een zeer vlotte en amusante vertooning gegeven. Deze ver eeniging beschikt niet alleen over goede spelers, maar ze bezit in den heer Wim Rade- maker ook een regisseur, die zijn taak serieus opvat. Men ziet dat aan allerlei kleine details in de opvoering en merkt het vooral aan het zeer levendige, vlug&e tempo, waarin gespeeld wordt. Hiaten kwamen behalve éénmaal een te laat komen van Jerry niet voor, de spe lers namen den dialoog telkens voortreffelijk van elkaar over en er was een samenspel, dat prettig aandeed en van ernstige voorbereiding getuigde. En ook het individueel spel dezer dilettanten valt te loven. Zwakke plekken waren er zoo goed als niet in deze voorstelling. Lena Kley- böcker.bleek een pétillante actrice met char me, die het hyper-romantische vrouwtje zeer levendig en met veel fantasie speelde. Zij speelde haar rol tot het laatste toe geestig en met entrain en gaf in de slotscène aan haar verbeelding dezelfde vrije loop als in het be gin. zoodat zij de rol tot het einde toe op peil hield. Elly Rotteveel, die de hulpvaar dige vriendin in het stuk was, bewoog zich gemakkelijk op de planken en was een zeer goede tweede plan figuur. Van Jo Raassen van de Berg was het spel als Florence wat meer aangeleerd en het deed niet zoo natuur lijk aan, als van de andere dames, maar het was toch nog meer dan voldoende voor een dilettante. En kortweg uitstekend was Jo Lobbes in de rol van Stella, de dienstbode. Zelden heb ik een dilettante zoo droog-ko- misch en toch zoo raak haar tekst hooren lanceeren, zoodat elke zin over het voetlicht kwam. Het publiek heeft om deze dienstmaagd geschaterd en toch werd het effect geen en kele maal met bas-komieke middelen bereikt. Mijn compliment. Wim Rademaker speelde zelf den „geleen den man" en hij deed dit met verve en aplomb. Piet Raassen was als de ware echt genoot wat eenzijdig. In het droog-komische was hij uitstekend, maar hij bleef onder alle situaties wel wat al te onbewogen. Uit deze rol is nog wel wat meer te halen. Jan Meyer was de oom in de rol, die vroeger door Ezer- man gespeeld is geworden. Ook hij was voor al in zijn stille spel heel verdienstelijk. Wim Wijstman wist relief te geven aan het epi sodische rolletje van den boef en Henk Wijst man was zeer vermakelijk als de gemoede lijke brigadier van politie. De Amsterdammers hebben de Haarlem mers tranen doen lachen en wij zijn hun daarvoor dankbaar. En zij hebben bovendien een goed werk verricht met hun gaven in dienst te stellen voor de „onverzorgde zui gelingen". die dank zij hen weer beter verzorgd kunnen worden. Het bestuur van den jubileerenden Drukkers Studiekring „Haarlem". V. 1. n. r.: de heeren: A. v. Ham, bibliothecaris, J. Bos, secretaris. Joh. Vissers, voorzitter, G. A. van Deenen, penningmeester, C. A. Roest, tweede voorzitter. OVERHEMDEN SPORTHEMDEN SPORTVESTEN LEEREN JASSEN LEEREN HANDSCHOENEN WOLLEN VESTEN, SLIPOVERS en LUMBERJACKETS. SOKKEN VAK- en ONDERKLEEDING koopt men het beste in de Speciaalzaak VAK Kt e OINGMAGAJVM fAARL AAR STEEG 1. TEL: 11043 (Adv. Ingez. Med.) AAN DE GEVOLGEN VAN EEN AANRIJDING OVERLEDEN. De 84-jarige weduwe S.-De H„ die Zater dag 14 November op den Koudenhorn door een vrachtauto werd aangereden, toen zi plotseling den weg overstak en die met een diepe hoofdwond naar het Sint Elisabeth Gasthuis werd vervoerd, is Woensdagavond half negen aldaar aan de gevolgen overleden. RECHTBANK Inbreker of Fransch spion? Verdachte zegt, contra-spionnage gepleegd te hebben. J. B. SCHUIL. HET AFSCHEID VAN DEN HEER JAN OVER. De heer Jan Over, over wiens onderwijzers loopbaan wij uitvoeriger berichtten in het laatst der maand Augustus (toen de raad hem eervol ontslag verleende) gaat met ingang van 1 December het onderwijs verlaten en de 30ste November zal dus zijn laatste school dag zijn. Men heeft gemeend dien dag niet ongemerkt voor hem te moeten laten voorbij gaan en zoo is er een huldiging op beschei den schaal voorbereid. Het officieele gedeelte zal bestaan in een receptie in de schooi aan het Weltevreden plein op Maandag 30 November, 's morgens om 11 uur en ongetwijfeld zullen velen deze gelegenheid om van den heer Over afscheid te nemen, niet willen verzuimen. Des middags zal in een feestelijke bijeen komst de scheidende onderwijzer gelegenheid hebben om van de leerlingen afscheid te ne men en des avonds heeft de Oudercommissie een bijeenkomst belegd, waar zij van haar waardeering voor het werk van den heer Over wil laten blijken. Door het opvoeren van een tooneelstukje en het uitvoeren van eenige gymnastische oefeningen zullen de leerlingen der hoogste klasse er aan meewerken om de ;ezelligheid van dezen avond te verhoogen. OPMERKINGEN VAN LEZERS ONTZAGLIJK LAWAAI BIJ HET STRATEN- MAKEN. Eén onzer lezei's vestigde onze aandacht er op, dat de gemeente Haarlem niet het voor beeld geeft in de anti-lawaaicampagne. Want zij heeft een machine aangeschaft, zoo schrijft hij, die bij het repareeren van straten het zand aanstampt. Door middel van samen geperste lucht geschiedt dit. De compressor, die op een auto is opgesteld, maakt een „helsch lawaai", zooals onze abonné schrijft. Hij vraagt of dit door het aanbrengen van technische veranderingen niet verminderd kan worden. Wij hebben ons er zelf eens van overtuigd dat de door inzender bedoelde machine inder daad een ontzaglijk lawaai maakt, zoo zelfs dat in de naaste omgeving van het werkende apparaat een gesprek onmogelijk is. Maar ge woonlijk blijft de compressor niet lang ach tereen op dezelfde plaats. Den geheelen dag rijdt hij van Noord naar Zuid en van Oost naar West door de stad en gewoonlijk A'ragen de werkzaamheden op één en dezelfde plaats slechts een half uur a drie kwartier. De kwel ling is dus niet van langen duur. Bovendien geeft het apparaat groote voordeelen. Aan stamping van den grond op deze wijze voor komt het verzakken van de straat, wanneer er werkzaamheden aan zijn verricht. Technische veranderingen ter vermindering van het la waai zijn onmogelijk. Men zal zich eens in de zooveel jaar. wanneer de compressor voor de deur komt. een uurtje lang door het lawaai moeten laten kwellen. „Geboren te Toulon, zonder bekende woon- of verblijfplaats hier te lande, thans gedeti neerd". Verdachte is Franschman, een tolk be middelt tusschen hem en de rechtbank, doch haar werk is weinig, want verdachte zwijgt als het graf. Hij zou in den nacht, van 1314 October een huis aan den Heeren weg te Lisse zijn binnen geklommen door een raam. Hij zou een kast hebben opengemaakt. Op dat oogenblik had de bewoner, de heer N., gerucht gemaakt, waarop de indringer de vlucht genomen had. De heer N. wordt gehoord. Hij heeft geluid gehoord, is naai1 beneden gegaan en heeft voetsporen gevonden, wat schelpkalk en zand. Het tuinpad om het huis was met schelpen be dekt. Een kast in de salon stond open. „Verdachte, hebt u iets te vragen?" (Dit wordt vertaald). Verdachte zwijgt. „Bekent gij, dat dit alles zoo gebeurd is?" Stilte. Stemt gij erin toe, dat getuige W. niet ge hoord worclt? Stilte. Dan houdt Mr. Paardekooper Overman een kort requisitoir waarin hij vier maanden ge vangenisstraf eischt. De eisch wordt vertaald, doch verdachte verroert zich niet. Dan is het woord aan den verdediger Mr. B. W. Stomps. Pleidooi. Mr. Stomps doet mededeeling van een brief, die verdachte aan hem heeft geschreven. Hij herroept hierin alles wat hij voor den Rechter Commissaris heeft bekend. Hij geeft inlich tingen over zijn persoon, die zijn verblijf zou den rechtvaardigen. Hij schrijft, dat hij een neef is van president Lebrun en deputé voor het departement du Var. Hij beschuldigt den heer N. van spionnage en is het huis binnen gedrongen om tegenspionnage te bedrijven. „Wat wij hiervan moeten gelooven, wil ik hier niet bespreken. Maar in ieder geval meen ik, dat deze zaak verdient te worden terug gewezen naar den Rechter Commissaris, het zij om deze beweringen te onderzoeken, hetzij om een onderzoek in te stellen naar de geest vermogens van dezen man." In ieder geval verzocht pleiter, wanneer de rechtbank hiermee niet mee kan gaan, geen toepassing van straf en onmiddellijke uit wijzing. Het ondeugdelijke middel. Vrijspraak geëischt. De zaak tegen den handelaar in het feilloos middel tegen aanslag van autoruiten, een Amsterdammer, die vervolgd wordt voor op lichting, ls heden voortgezet. Bij de behandeling was afgegaan op het procesverbaal van de marechaussée, waarin niet stond dat de hoofdgetuige, die eigenlijk de gedupeerde was, stokdoof was. Daardoor was de oplichting niet te bewijzen. De officier van justitie zeide, dat hij het be treurde, dat hij deze zaak niet tijdig aan de instructie had overgelaten. Tijdens de terug wijzing naar den Rechter-Commissaris was er al niets meer aan te doen. Spreker conclu deerde tot vrijspraak. De verdediger, mr. Stomps sloot zich hierbij aan. Postbeambte verduisterde. Een voorwaardelijke straf ondanks ernst van het feit. Een postbeambte uit Beverwijk stond te recht wegens verduistering. Hij had een tekort van f 943 in de postwissel kas veroorzaakt. Het wasbegonnen met een tekort in de postzegel- kas, daarna had ook de postwissel kas er in de jaren '34, '35 en '36 aan moeten gelooven. Het was den man makkelijk gemaakt, omdat de klacthten weer bij hem kwamen. Als het spande, of als er controle was, moest de giro- kas te hulp komen. Het geld is thans terugbe taald. De officier van Justitie wees er in zijn re quisitoir op, dat dergelijke vergrijpen bij de posterijen streng beoordeeld worden. In dit geval is er echter wel eenige reden om cle mentie toe te passen. eVrdachte toont berouw, hij heeft het geld terug betaald. Spr. requireerd een voorwaar delijke straf van zes maanden. De verdediger, Mr. H. O. Drilsma sloot zich hierbij aan en voegde hieraan toe, dat men verdachte wel had vrijgelaten, omdat er voor preventieif weer geen reden is, te meer waar de officier een voorwaardelijke straf vraagt. Op dit verzoek werd afwijzend beschikt. Uitspratk over 14 dagen WIELRIJDER AANGEREDEN. In de Duvenvoordestraat wilde iemand Woensdagavond 7.45 uur op zijn fiets stap pen. Mede door de slechte verlichting werd dit te laat opgemerkt door den bestuurder van een auto, met het gevolg dat de wielrij der werd aangereden. Hij kreeg een hersen schudding. Door leden van den Ongevallen- dienst werd hij per ziekenauto naar het Zie kenhuis St. Johannes de Deo vervoerd. De auto werd voorloopig in beslag genomen. De politie stelt een onderzoek in. Drukkers Studiekring „Haarlem". Zaterdag 28 November zal het 25 jaar gele den zijn dat alhier werd opgericht de Druk kers-Studiekring Haarlem. Na een voorberei dende vergadering werd het bestuur gekozen, waarvan o.m. deel uitmaakten Joh. Vissers en C. A. Roest, die tot heden nog zitting hebben, Vissers als voorz., Roest als 2e voorz. Het aan tal kringleden was bij de oprichting 40. Dat is zoo ongeveer het getal der leden gebleven. Het spreekt vanzelf dat velen gingen, doch ook velen kwamen en trachtten in de weke- lijksche bijeenkomst op Maandagavdnd el kander voor te lichten en raad te verschaffen in de dagelijksche moeilijkheden waaraan het typografenvak zoo rijk is. Lezingen en excur sies behooren mede tot het werk van den Kring. Het mag den studiekring zeker als een verdienste worden aangerekend dat hij steeds zorgt voor gezellen die zich belasten met het onderwijs aan de Avond-Vakschool en dat al gedurende circa 15 jaar. Menig jong gezel is daar een goed vakman geworden. Het jubi leum wordt herdacht met Zaterdagmiddag een receptie en des avonds een cabaretavond voor leden met hun dames. Autobotsing op de Leidsche- vaart. Twee auto's en een huls ernstig gehavend. Zooals wij gisteren gemeld hebben is op de Leidschevaart na een autobotsing één der wa gens het trottoir opgereden en tegen den voorgevel van een huls gebotst. Welk een ver woesting werd aangericht, is duidelijk op onze foto te zien. Hedenmiddag reed op de Leidschevaart in de richting van de stad een auto, bestuurd door den heer IJ. met een vaart van 50 a 60 K.M. Uit de Leidschestraat kwam een auto, bestuurd door den heer d. G. Hoewel deze laatste auto kalm reed, was op het kruispunt toch een botsing niet te voorkomen. De auto uit de Leidschestraat reed den anderen wagen links achter aan. De aangereden auto maakte een halven draai om en botste tegen het per ceel 126. Beide auto's werden zwaar bescha digd, terwijl ook aan het genoemde perceel schade werd toegebracht. De inzittenden van de beide auto's kwamen er zonder letsel af. De politie stelt een onderzoek in naar de oorzaak. De verwoesting, die aan het perceel Leid schevaart 126 is aangericht, is aanzienlijk. De voorgevel is bij een der ramen van de be nedenverdieping geheel ingedrukt. De echt- genoote van den bewoner bevond zich op het oogenblik van de botsing op de bovenver dieping. Plotseling hoorde zij een hevigen slag. Ze spoedde zich naar beneden en trof daar in de voorkamer een ontzaglijke ravage aan. Eenige meubelstukken waren door de stee- nen. die naar binnen gevallen waren, geheel vernield. Het ongeluk trok. zooals te begrijpen was, veel bekiiks. De beide auto's zijn weggesleépt en door de politie in beslag genomen. (Reeds in een deel der vorige oplaag opge nomen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 8