RDAGAVOND
2~
Blijft Fit!
Yoho National Parks.
H.D.*
BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 28 NOVEMBER 1936
H A A R L" E M'S D A G B E A D
13
Een prachtig landschap.
Een bergpas van slechts 2000 nieter hoog
brengt ons de waterscheiding tusschen Atlan-
tischen en Pacifischen Oceaan. Even verder
liggen de Yoho-camp-grounds bij Field, een
heerlijk stuk dennenbosch aan den oever van
de snelstroomende Yoho-rivier, die ijskoud en
dik-troebel is. Eenige uren geleden was dat
voorbijsnellende water nog gletscherijs. Wij
slaan onze tentjes vlak naast de rivier op, dan
hoor je de beren niet zoo rond je tent, daar
het gebruis van de rivier alles overstemt. Maal
ais de avond valt vluchten we wat hooger op
voor de geweldige koude, die de rivier mee
brengt. Midden in de kampeerplaats is een
groote open plek. Aan den rand daarvan staan
weer kookhuizen, waschplaatsen enz. in het
midden een groot half open gebouw, natuur
lijk heelemaal als blokhut opgetrokken en
daaruit klinkt telkens helder gelach op. Links
en rechts brandt een groot houtvuur onder
een schouw en daaromheen zitten op houten
banken de gasten. Een merkwaardig stel. En-
gelschen, Ieren, Ganadeezen, Amerikanen,
allemaal zwervers en trekkers per auto of te
voet. Er zijn er uit Californië en van Hawaiï
en ieder vertelt van zijn reizen, door Europa
en Britsch-Indië, de Himalaya en de Anden.
Edelhert, bij Banff.
Het haardvuur warmt heerlijk en het gesprek
vlot steeds tusschen zooveel bereisde men-
schentot de ruggen koud worden en naar
den donsdeken verhuizen. Half acht is de auto
voor. Acht uur begint onze wandeling bij
Hector aan het Waptameer. Pal Zuid gaat
het, de bergen in, die reeds van verre lokken
met steile rotswanden, door gletschers ge
kroond. Het is nog heerlijk koel in het den
nenbosch. Een heerlijke frissche heldere berg
beek kruist telkens onzen weg, die af en toe
langs kleine meren gaat, door moerassige wei
landen omgeven. Overal vroolijk zonlicht, vroo-
lijke kleuren van Aster en Wilgenroosje en
van de Indianenverfkwast, een gloeiend roode
Castilleja-soort. Een buizerd kringt in de
blauwe lucht, een mooie specht vliegt van
stam tot stam. Maar er moet meer te zien zijn.
Overal staan hertenspore'n op den weg. Een
maal kruist een hinde ons pad, even later
zien we ze grazen op een lekplaats, waar het
moeras gebrand heeft en een zoutaschkorstje
achterbleef.
Langzaam stijgt het pad, dat ons naar
O'Hara moet brengen, nu eens door open
bosch vol bloemen, waar een paai- jaar gele
den een boschbrand gewoed heeft, dan door
oerwoud, dennenbosch, sparrenbosch eigenlijk,
te vergelijken met de mooiste bosschen aan
den Noordrand der Alpen. Het is meest Spruce,
wat hier groeit, slechts enkele echte sparren
en ook de laatste ceders. Die boomsoort is
zoodat uitgeroeid om het kostbare hout, dat
wij vooral kennen in den vorm van sigaren
kistjes, maar dat hier overal zeer gewaar
deerd wordt, omdat het door zijn rijkdom aan
cederolie zoo geschikt is voor buitenwerk,
vooral, dakbedekking. En juist in dat mooie
oude bosch staat plotseling een prachtige
reebok midden op het pad. Wij zagen hem het
eerst en stonden het eerst stil. Toen zag hij
ons. De tengere pooten bogen door als voor
een plotselingen sprongen strekten zich
weer. We stonden zoo doodstil. Wijd staken
de ooren uit, wijdopen snoven de neusgaten,
maar de wind was ons gunstig. Aarzelend
één, twee, dan vier stappen vooruit. Daar
staat hij weer, als uit hout gesneden! Hij
stampt met den voorpoot; een dreigement. Ik
heb al op 8 meter ingesteld, maar de eerste
beweging om de camera naar het oog te bren
gen is al te veel. Meteen zwenkt het prachtige
diertje en verdwijnt met een grooten sprong
in 't bosch. In volle vaart, volkomen geruisch-
loos. Wij hebben een kwartier gewacht, maar
zijn nieuwsgierigheid was minder dan zijn
angst. Het was een bok! Wel had een eek
hoorn ondertusschen geleerd mij de rozijnen
uit de vingers vandaan te halen en had een
mees wat broodkruimels aan onze voeten op
gepikt.
Van Hector naar Lake O'Hara is een wan
deling van 8 Mijl. Een goede 2V2 uur dus en
een doorloopend genot. Lake O'Hara is inder
daad het neusje van de zalm. Prachtig helder,
blauwgroen van tint. omgeven door eerst
dennenbosch, dan steile rotswanden, dan
overal neerhangende gletschers. Kleine zang
vogeltjes, mooi gestreepte eekhoorntjes, kleine
prairiehonden overal leven en beweging bij het
rimpelende meer of het geklater van de berg
beken, die er in storten. Aan den overkant
bruisen zeven watervallen naast elkaar om
laag over een steilen rotswand. Ze lijken uit
een puinhelling te vloeien. Dan zal daar een
meer achter liggen .Gaan kijken! Een echt
pad is er niet, wel een richting, waar al eens
eerder een paar geiten en misschien een val
lenzetter overge-klauterd is. Een knusse klim
partij d.us, die ons werkelijk gauw boven de
puinbank bij het meertje brengt, dat weer
gevoerd wordt door drie bergbeken, die neer
komen bruisen over een weide vol Parnas-
kruid en Steenbreek, Silene en andere typische
Alpenplanten. Stappend gaat het omhoog, een
steenig gedeelte, wéér een meertje. En weel
een steile wand, waar een nauw zichtbaar pad
tegenaanslingert en dan staan wij weer in
zoo'11 dalketel, waar van alle kanten groote
gletschers in neervloeien, vaak afkalvend in
het meer, waardoor kleine ijsbergen ontstaan.
Wolken drijven langs de toppen en het spel
van licht en schaduw op den gletscher boeit
©ven sterk als de prachtige, roode, groene en
grijze tinten in den rotswand. Als de zon daalt
zitten wij op het balkon van het blokhut
hotelletje, dat de Canadian-Pacific hier deed
bouwen. De groote gletscher tegenover ons
kleurt roze, de rotswanden rood en paars en
blauwachtig in de schaduwen. Tot een wolken
massa op komt zetten en de hoop op een hel
deren maannacht verdwijnt.
Wij schikken aan om het haardvuur. Weer
Amerikanen. Canadeezen. Engelschen. Maar
het gesprek gaat over zaken, politiek, toe
komstellende. De echte genotteraars zitten
nog buiten, voor hun tent. Dit is eigenlijk al
weer t e veel beschaving voor ons, een volgen
den keer gaat de tent mee omhoog, al gun ik
de C.P.R. wel een klant. Laat al wie naar
Indië gaat maar vast het plan vastzetten om
over Canada terug te komen. Voor Indisch-
menschen met verlof is het hier een ideaal
oord! De Bungalow ligt 6600 meter hoog, dus
hoog genoeg om een malaria definitief kwijt
te raken. En er zijn nog meer mooie wande
lingen dan naar Lake Oesa. Er ligt nog zoo'n
gletschermeer, omsloten door steile rotswan
den op een IV2 uur loopen van het hotelletje.
Wij deden er 2V2 uur over, maar speelden ver
stoppertje niet een paar heele groote mar
motten, zooiets als een heele groote kater, met
prachtige geie halskraag, verder donkerbruin,
vooral zeer donker aan den kop. Ze kunnen
zoo heerlijk boven op een rotsblok in de zon
liggen en dan maar heel voorzichtig naderen.
Ik filmde ze op 5 meter afstand, voor een wild
dier niet slecht. En dan de Gophers, die kleine
prairiehondjes, die in een ontelbaar aantal
voorkomen, dezelfde die ons brood en onze
jam opat. Overal hoor je ze fluiten, zie je ze
wegtollen, maar altijd even later weer te
voorschijn komen, even rondkijken en dan
rustig gaan grazen. Een eenige sport om ze
zoo dicht te naderen dat de Movex-camera op
2 meter afstand zijn werk kon doen
Het meertje was weer een lust om te zien,
de omgeving een bloemenparadijs en tegelijk
het beloofde land voor den Alpinist. Ik heb nu
zachtjes aan heel wat gezien in de wereld,
maar noch de Himalaya, noch de Anden in
Zuid-Amerika geven zulke prachtige land
schapsbeelden als de Canadian Rockies. Dat
komt vooral door de buitengewoon mooie
meertjes, die overal liggen. Daardoor komt
Zwitserland er nog het dichtste bij. al zijn de
meeste Zwitsersche meren veel grooter. De
Blausee bij Kandersteg, zou een typisch voor
beeld van een Canadeesch bergmeertje kunnen
zijn. Maar dan komt nog de groote vraag, wat
ge liever tegen komt op uw weg, een Sennerin
of een beer, wat ge mooier vindt in het land
schap een der prachtige Tyrolsche kerktoren
tjes of een kudde edelherten. Ik kan Tyrol
en Zwitserland zeer waardeeren. Tot nu toe
beschouwde ik het uitzicht van de Riitli over
het meer van Lüzern naar Fluelen als een der
mooiste plekjes van de aarde, maar thans
moet dat plaats maken voor het O'hara meer,
met den waterval der zeven zusters en de
prachtige gletsehervelden van Mount Lefroy
er achter!
Wij wandelen terug naar Hector. Daar wacht
ons een auto. De chauffeur is een oud-trapper.
Een der laatste vallenzetters, die 30 jaar ge
leden bevers ving, waar ze nu uitgestorven
zijn. Hij kent zijn land. Wijst ons nog de
plaatsen der martervallen, de eigendomstee-
kens der vallenzetters, stopt even bij een
plekje, waar de elanden zouden komen lek
ken en waarempel daar staat een jong vrouw
tje rustig te drinken. Terugrijdende leert hij
ons cowboyliedjes en hoe je hier pannekoeken
bakt. Een heerlijk type. En dan maar weer
naar het kamp. Theezetten, brievenschrijven,
bagage sorteeren, want morgen hebben we
voor de variatie eens een 100 mijl autorit dooi
de Columbiavallei naar Radium Hot Springs.
En daar begint de mooiste bergweg van Ca
nada, de Banff-Windermere road. Benieuwd
of hij werkelijk zoo mooi is. Zelf gaan kijken
is het beste.
Dl'. W. G. N. VAN DER SLEEN.
--
Het Hoedje.
BEKT LOVEN.
Met meer dan gewone belangstelling las
Karei Kiela de suggestieve advertentie nu al
voor de vierde maal over;
Zoo juist verschenen het onge
ëvenaarde kunstwerk van professor
Ben Ali. Dè wonderen der verbor
gen krachten. De inhoud van dit bij
zondere werk, vertelt u den kortsten
weg om eer en aanzien te verwerven.
Het geeft u een dosis zelfvertrou
wen in alles wat u onderneemt. Hebt
u iets op het hart, dat u niet durft
uit te spreken, lees dan dit boek, dat
u den weg wijst, welken gij moet vol
gen, om succes te hebben
Het waren de laatste regels van de an
nonce, die Karei deden besluiten, het in te-
rassante boekwerk aan te schaffen en nog
geen week later was hij er van overtuigd,
dat de kunst om iemand te hypnootiseeren
geen geheimen meer voor hem bezat. Hij
sloeg het boek dicht, nadat hij de voornaam
ste formules voor het aanstaande experi
ment, dat hij wilde ondernemen, grondig
had ingestudeerd. Maar toch was hij zoo
verstandig, zichzelf niet te overschatten en
daarom schreef hij de woorden in zijn zak
boekje.
Hedwig Moorman zou nu in ek geval zijn
dwingende oogen en zijn krachtigen wil niet
kunnen weerstaan en van zijn invloed zou
hij gebruik maken, haar te vragen, wat hij
in normalen toestand niet aandurfde.
Karei Kiela had Hedwig grenzeloos lief.
maar zijn bescheiden, eenigszins terug ge
trokken karakter, hadden hem tot nu toe be
let, met zijn verlangens voor den dag te
komen.
Professor Ben Ali had het duidelijk ge
zegd. Slechts vijf procent van het mensch-
dom was niet te hynotiseeren en van deze
verborgen eigenschap wilde hij gebruik ma
ken, om Hedwig te vragen, zijn vrouw te
worden.
De pendule op den schoorsteenmantel wees
reeds twee uur in den nacht, toen hij ein
delijk zijn bed opzocht. Den volgenden dag
had hij met zijn vriend en broeder van Hed-
wich afgesproken, de laatste nieuwigheden
van de televisie in practijk te brengen en
bij die gelegenheid zou hij wel kans zien het
meisje onder zijn invloed te brengen.
Vroegtijdig begaf hij zich naar de woning
van de familie Moorman. Voor de zekerheid
had hij het zakboekje met de formules bij
zich gestoken, om in geval van nood even
poolshoogte te nemen.
Hedwig zat met een boek op haar schoot
in een fauteuil, toen een zachte klop op de
deur haar deed opschrikken en haastig het
boek in een kastje deed zetten.
„Mag ik binnen komen?" vroeg een haar
welbekende stem. „Ik ben hetKarei".
Een ondeugend glimlachje speelde om haar
lippen en vlug nam zij een modern hoedje in
haar hand, alsof ze juist van plan was weg
te gaan.
„Kom maar binnen, jongen", zei ze. ter
wijl ze de deur voor hem opende. „Ik was
juist van plan wat te gaan wandelen, maar
nu jij er bent, zal ik wel thuis moeten blij
ven, om voor gastvrouw te spelen. Moeder is
gisteren op reis gegaan. Heb je nieuws?"
Ze legde het hoedje voorzichtig op een
stoel en ging weer in de fauteuil zitten.
„Nieuws?" deed hij vragend. „Wat zou ik
voor nieuws 'hebben? Er is tegenwoordig zoo
veel te doen op allerlei gebied, dat je het
niet bij kunt houden. Ik. ben tegenwoordig
stevig aan het studeeren".
Ze lachte smakelijk.
„Studeeren?Jij!
„Ja ikzei hij droog. 1
„En waarin dan wel?"
„In de verborgen machten der natuur. Ik
bestudeer de beginselen der hypnose; tele
pathie en magnetisme; catalepsie enzoo-
voort. Een buitengewoon interessant werk".
Waterval in de Paradijs-vallei.
„En ben je al gevorderd?" vroeg ze met
geveinsde belangstelling.
Hij trok een ernstig gezicht.
„Dat zou ik denken. Stel je voor, Hedwig.
Ik ben in staat, jou geheel onder mijn wil
te brengen. Ik kan jou hypnotiseeren."
Zij kon een lachje van ongeloof niet te
rugdringen, hoewel ze graag in zijn kennis
wilde gelooven, maar het gelukte haar niet.
„Och kom
„Toch is het zoo", zei hij terwijl zijn oogen
onafgebroken de hare kruisten. Hij keek
haar aan, zooals professor Ben Ali het voor
schreef en dan moest het gelukken.
Ze knipperde met haar oogleden en vroeg
zacht:
„Waarom kijk je mij zoo aan. Karei?"
„Ach, zoo maar", lachte hij. „Niets bij
zonders hoor. Maar ik moet je iets vragen.
Heb je slaap?"
„Of ik slaap heb? Hoe kom je daarbij? Ik
heb vannacht heerlijk geslapen".
„Je ziet er zoo moe en slaperig uit", ant
woordde hij met een vreeselijke grafstem,
die hij een week lang grondig beoefend had
volgens de gegevens "uit het boek.
„Ik vind het beter, als je een poosje sla
pen gaat".
Ze richtte zich een weinig op.
„En waarom vind je dat beter?"
„Omdat ik het wilik wil dat je slaapt.
Zie je wel?Je oogleden trillen al. Als
ik nu mijn hand opsteek, dan moet jij het
ook doen".
„O bedoel je dat?" fuisterde zij. „Wel, als
ik je er een plezier mee doen kan, waarom
dan niet?"
Gelukkig ontging hem den spottender) blik
want anders zou wellicht zijn hypnotische
kracht als sneeuw voor de zon verdwenen
zijn. Hij stak zijn arm omhoog en het meisje
deed hem gewillig na.
,,'t Gaat uitstekend", meende de jonge
man. „Even volhouden. Mijn wil is sterker
dan de hare.
Toen sprak hij met verheffing van stem:
„Slaap
Vergeefs probeerde zij weerstand te bie
den. Een glimlach trok over het blozende ge
laat en langzaam sloten zich haar oogleden.
Het slanke lichaam gleed achterover in den
stoel.
Karei haalde diep ademeen oogenblik
van angstige stilte.
„Slaap je?"vroeg hij nauwelijks hoor
baar.
„Ja, dank je", lispelde ze. „Ook wel te rus
ten".
Om zich niet in de formules te vergissen,
haalde hij zijn zakboekje te voorschijn.
„Nu slaapt gij", las hij. ..Gij slaapt vast...
heel vast.... zoolang als ik wilGij zult
alles doen. wat ik verkies en gij zult naar
waarheid antwoorden op al mijn vragen".
Het hoofd van het meisje ging zacht op en
neer, bij wijze van instemming met zijn woor
den en ze prevelde:
„Uw dienares".
De jongeman beschouwde deze woorden als
een bewijs van ondergeschiktheid aan zijn
wil en langzaam maar duidelijk vervolgde
hij. terwijl hij het boekje raadpleegde:
„Uw ademhaling wordt dieperde
bloedsomloop trageruw hartslag lang
zamer
Hier moest hij een bladzijde omslaan.
„Nu voelt gij uw ledematen verstijven
gij zij t als een steenen in dien toestand
zult gij blijven, zoolang ik het wil
Eensklaps hield hij op.
„Wat was dat nu? Verstijven?Als een
steen?.... Daar had hij per ongeluk twee
bladzijde tegelijk omgeslagen en nu was hij
met de catalepsie, de algeheele verstijving,
bezig. Daar had professor Ben Ali toch uit
drukkelijk tegen gewaarschuwd. Als eerste
proefneming was dat uiterst gevaarlijk. Het
was hoogst waarschijnlijk, dat de proef zou
mislukken en de proefnemer niet in staat
zou zijn, het medium weer tot bewustzijn te
brengen.
„Verschrikkelijk.... wat moet ik nu begin
nen?"jammerde hij.
„Wat is hier te te doen?" vroeg eensklaps
een stem achter hem. „Wat doe je?"
Het was Eduard Moorman, die was bin
nengekomen en nu de vreemde situatie in
oogenschouw nam.
„O Eddy".stotterde Karei. „Het is ver
schrikkelijk. „Luister ,ik zal het je uitleggen.
I(k heb Hedwig gehypnotiseerd, maar ik
heb mij in de formules vergist en haar per
ongeluk doen verstijven. Nu weet ik de for
mule niet, om haar weer tot bewustzijn te
brengen".
„Ezelskop!riep de ander met ontzet
ting. „Hoe durf je het te wagen, tot zulke ge
vaarlijke experimenten over te gaan. Waar
om heb je dat gedaan? Welke bedoelingen
heb je er mee?"
„Snap je dat niet?" viel Karei geërgerd uit.
„Ik wilde haar in den slaap vragen of ze
van mij hield en met mij wil trouwen. Meis
jes zijn in dat opzicht een beetje verlegen.
Je weet dan niet. of ze ja of neen zeggen".
„Nu ik moet zeggen, dat je het buiten
gewoon ezelachtig hebt aangelegd", zei zijn
vriend boos. Hij keek zijn zuster aandachtig
aan.
„Hedwig", zei hij. „Slaap je werkelijk, of
is het maar gekheid?"
Het meisje zweeg als het graf.
„Ze slaapt echt", wendde Eduard zich tot
zijn vriend. „Ik geloof, dat het een hopeloos
geval is".
Hij wendde zich opnieuw tot zijn zuster.
„Zeg, Hedwigik heb vanmorgen Alida
Bergsma gezien. Ze heeft een beeldig japon
netje en een leuk hoedjeom van te wa
tertanden
De sclioone slaapster bewoog zich niet.
„Als ik maar op de formule kon komen",
peinsde Karei.
Eduard keek hem een oogenblik strak aan,
alsof hij hem op zijn beurt, wilde hypnoti
seeren. Toen gleed een glimlach over zijn
gelaat, terwijl hij sprak:
„O o, Karei, wat ben je toch een uilskui
ken. Eerst maak je Hedwig in slaap en nu
dat weer".
„Wat nu weer?" riep de ander verschrikt.
,Maar ezelskop, voel je dan niet. dat je
boven op het nieuwe hoedje van Hedwig bent
gaan zitten?"
Als door den bliksem getroffen, sprongen
twee menschen tegelijk op. Hedwig en Karei.
Eduard barstte in schaterlachen uit.
„Ik heb de formule gevonden!" riep hij
verheugd. „Bedaar maar. lieve zuster. Er is
niets gebeurd. Je hoedje ligt volmaakt on
beschadigd op den stoel, maar de formule
■werkt snel en afdoende".
Karei en het meisje keken elkaar aan.
„Je hebt dus in het geheel niet geslapen?"
vroeg hij zacht verwijtend. „Je hebt alles ge-
hoord? Alles wat ik tegen Eduard gezegd
heb?"
Lachend keek ze hem aan.
„Alles heb ik gehoord, domme jongen.
Dacht je nu werkelijk, dat. jouw wil sterker
was dan de mijne? Ik heb alles gehoord,
maar die belangrijke vraag, die je mij wilde
doen, heb ik niet gehoord".
De jongeman kleurde tot over zijn ooren,
maar toch scheen het voorval hem tot da
den geïnspireerd te hebben, toen hij ant
woordde
„Neen, die vraag heb ik nog niet kunnen
doen, omdat die vreeselijke toestand van
verstijving het niet toeliet, maar nu alles
weer gewoon is, kan ik haar herhalen".
„En als ik dan eens weigerde?"
Karei wees op het hoedje, dat rustig op
een stoel lag.
„Dan maak ik de formule van Eduard tot
werkelijkheid en ga met mijn volle gewicht
op je hoedje zitten, zoodat het zoo plat is
als een scholletje".
Gelijktijdig liep hij op den stoel toe en
maakte aanstalten te gaan zitten.
„Zeg eens neen, als je durft
„Niet doen. Kareiniet doenje bent
een beul, als je op mijn hoedje gaat zitten,
maar je zult je zin hebben. Ik zal niet neen
zeggen. Je weet, dat ik niet buiten het
hoedje kan".
„O, dan is het in orde", meende de jonge
man en hun oogen boorden zich weer in
elkaar, maar ditmaal niet om elkaar te hyp
notiseeren.
Ja, dokter, dat doet hij nou altijd met ther
mometers. Hij is glasblazer van z'n vak, ziet u.
(Everybody's Weekly.)
Oefening 21. Voor we
deze week met zwaar
dere oefeningen begin
nen, springen we ons
eerst een beetje los.
Een been ongedwongen
Hoog gekruist opgooien
terwijl dat been de
hoogte in gaat, maken
we op het andere been
Ben hup je. Daarna met
het andere been het
zelfde. Dit regelmatig afwisselen en ministens
twee minuten volhouden. Doet u het vooral
soepel en veerkrachti!
Oefening 22 is een
uitstekende oefening
voor versterking van
de spieren aan de
voorzijde van het
lichaam. Zittend
met de voeten als
steun onder den
rand van een kast, langzaam gaan liggen,
waarbij de rug recht blijft. Daarna weer terug
trekken. Voorloopig vijf maal; na een paar
dagen wat vaker. Als u deze oefening met veel
inspanning doet, zult u merken dat u geneigd
bent de ademhaling in te houden. Dat is ver
keerd en zelfs niet zonder gevaar. Hóé sterk
uw aandacht ook geconcentreerd is op ie
oefening, tóch mag vooral een diepe en regel
matige ademhaling niet vergeten worden!
Oefening 23 is een
prachtige lenig- en
slankmakende oefe
ning. Beenen onge
veer een meter uit
elkaar en het
lichaam ver voor
over. In deze hou
ding de armen slin
geren in de richting
van de pijltjes op de
teekening. Het
lichaam moet zóó
diep gebogen zijn,
dat de handen tel
kens dicht langs den
grond strijken. Deze oefening krachtig, maar
toch vooral niet stijf, twintig maal herhalen.
Tenslotte e enoefe-
ning (Nummer 24),
waarbij alle spieren
in actie zijn'. We
gaan met de beenen
ver uit elkaar staan
en reiken met een
hand zoover moge
lijk zijwaarts. Daar-
langzaam
tempo een heel
grooten cirkel voor het lichaam langs in de
lucht beschrijven. Enkels, knieën, heupen,
romp mogen zooveel gebogen worden als u
wilt; de eenige beperking is, dat de voeten op
dezelfde plaats moeten blijven staan. Deze
cirkel tien maal, afwisselend met linker en
rechter arm nog iéts grooter te maken dan den
vorige Heusch, er kunnen altijd nog wel een
paar milimeters bij! Juist dat allerlaatste
stukje, dat er met de grootst mogelijke moeite
nog bij gemaakt kan worden, is van zoo heel
veel belang.
JULES KAMMELTER,
Lich. Opv. M.O,