RDAGAVOND 2~ Blijft Fit! Yoho National Parks. H.D.* BIJVOEGSEL VAN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 28 NOVEMBER 1936 H A A R L" E M'S D A G B E A D 13 Een prachtig landschap. Een bergpas van slechts 2000 nieter hoog brengt ons de waterscheiding tusschen Atlan- tischen en Pacifischen Oceaan. Even verder liggen de Yoho-camp-grounds bij Field, een heerlijk stuk dennenbosch aan den oever van de snelstroomende Yoho-rivier, die ijskoud en dik-troebel is. Eenige uren geleden was dat voorbijsnellende water nog gletscherijs. Wij slaan onze tentjes vlak naast de rivier op, dan hoor je de beren niet zoo rond je tent, daar het gebruis van de rivier alles overstemt. Maal ais de avond valt vluchten we wat hooger op voor de geweldige koude, die de rivier mee brengt. Midden in de kampeerplaats is een groote open plek. Aan den rand daarvan staan weer kookhuizen, waschplaatsen enz. in het midden een groot half open gebouw, natuur lijk heelemaal als blokhut opgetrokken en daaruit klinkt telkens helder gelach op. Links en rechts brandt een groot houtvuur onder een schouw en daaromheen zitten op houten banken de gasten. Een merkwaardig stel. En- gelschen, Ieren, Ganadeezen, Amerikanen, allemaal zwervers en trekkers per auto of te voet. Er zijn er uit Californië en van Hawaiï en ieder vertelt van zijn reizen, door Europa en Britsch-Indië, de Himalaya en de Anden. Edelhert, bij Banff. Het haardvuur warmt heerlijk en het gesprek vlot steeds tusschen zooveel bereisde men- schentot de ruggen koud worden en naar den donsdeken verhuizen. Half acht is de auto voor. Acht uur begint onze wandeling bij Hector aan het Waptameer. Pal Zuid gaat het, de bergen in, die reeds van verre lokken met steile rotswanden, door gletschers ge kroond. Het is nog heerlijk koel in het den nenbosch. Een heerlijke frissche heldere berg beek kruist telkens onzen weg, die af en toe langs kleine meren gaat, door moerassige wei landen omgeven. Overal vroolijk zonlicht, vroo- lijke kleuren van Aster en Wilgenroosje en van de Indianenverfkwast, een gloeiend roode Castilleja-soort. Een buizerd kringt in de blauwe lucht, een mooie specht vliegt van stam tot stam. Maar er moet meer te zien zijn. Overal staan hertenspore'n op den weg. Een maal kruist een hinde ons pad, even later zien we ze grazen op een lekplaats, waar het moeras gebrand heeft en een zoutaschkorstje achterbleef. Langzaam stijgt het pad, dat ons naar O'Hara moet brengen, nu eens door open bosch vol bloemen, waar een paai- jaar gele den een boschbrand gewoed heeft, dan door oerwoud, dennenbosch, sparrenbosch eigenlijk, te vergelijken met de mooiste bosschen aan den Noordrand der Alpen. Het is meest Spruce, wat hier groeit, slechts enkele echte sparren en ook de laatste ceders. Die boomsoort is zoodat uitgeroeid om het kostbare hout, dat wij vooral kennen in den vorm van sigaren kistjes, maar dat hier overal zeer gewaar deerd wordt, omdat het door zijn rijkdom aan cederolie zoo geschikt is voor buitenwerk, vooral, dakbedekking. En juist in dat mooie oude bosch staat plotseling een prachtige reebok midden op het pad. Wij zagen hem het eerst en stonden het eerst stil. Toen zag hij ons. De tengere pooten bogen door als voor een plotselingen sprongen strekten zich weer. We stonden zoo doodstil. Wijd staken de ooren uit, wijdopen snoven de neusgaten, maar de wind was ons gunstig. Aarzelend één, twee, dan vier stappen vooruit. Daar staat hij weer, als uit hout gesneden! Hij stampt met den voorpoot; een dreigement. Ik heb al op 8 meter ingesteld, maar de eerste beweging om de camera naar het oog te bren gen is al te veel. Meteen zwenkt het prachtige diertje en verdwijnt met een grooten sprong in 't bosch. In volle vaart, volkomen geruisch- loos. Wij hebben een kwartier gewacht, maar zijn nieuwsgierigheid was minder dan zijn angst. Het was een bok! Wel had een eek hoorn ondertusschen geleerd mij de rozijnen uit de vingers vandaan te halen en had een mees wat broodkruimels aan onze voeten op gepikt. Van Hector naar Lake O'Hara is een wan deling van 8 Mijl. Een goede 2V2 uur dus en een doorloopend genot. Lake O'Hara is inder daad het neusje van de zalm. Prachtig helder, blauwgroen van tint. omgeven door eerst dennenbosch, dan steile rotswanden, dan overal neerhangende gletschers. Kleine zang vogeltjes, mooi gestreepte eekhoorntjes, kleine prairiehonden overal leven en beweging bij het rimpelende meer of het geklater van de berg beken, die er in storten. Aan den overkant bruisen zeven watervallen naast elkaar om laag over een steilen rotswand. Ze lijken uit een puinhelling te vloeien. Dan zal daar een meer achter liggen .Gaan kijken! Een echt pad is er niet, wel een richting, waar al eens eerder een paar geiten en misschien een val lenzetter overge-klauterd is. Een knusse klim partij d.us, die ons werkelijk gauw boven de puinbank bij het meertje brengt, dat weer gevoerd wordt door drie bergbeken, die neer komen bruisen over een weide vol Parnas- kruid en Steenbreek, Silene en andere typische Alpenplanten. Stappend gaat het omhoog, een steenig gedeelte, wéér een meertje. En weel een steile wand, waar een nauw zichtbaar pad tegenaanslingert en dan staan wij weer in zoo'11 dalketel, waar van alle kanten groote gletschers in neervloeien, vaak afkalvend in het meer, waardoor kleine ijsbergen ontstaan. Wolken drijven langs de toppen en het spel van licht en schaduw op den gletscher boeit ©ven sterk als de prachtige, roode, groene en grijze tinten in den rotswand. Als de zon daalt zitten wij op het balkon van het blokhut hotelletje, dat de Canadian-Pacific hier deed bouwen. De groote gletscher tegenover ons kleurt roze, de rotswanden rood en paars en blauwachtig in de schaduwen. Tot een wolken massa op komt zetten en de hoop op een hel deren maannacht verdwijnt. Wij schikken aan om het haardvuur. Weer Amerikanen. Canadeezen. Engelschen. Maar het gesprek gaat over zaken, politiek, toe komstellende. De echte genotteraars zitten nog buiten, voor hun tent. Dit is eigenlijk al weer t e veel beschaving voor ons, een volgen den keer gaat de tent mee omhoog, al gun ik de C.P.R. wel een klant. Laat al wie naar Indië gaat maar vast het plan vastzetten om over Canada terug te komen. Voor Indisch- menschen met verlof is het hier een ideaal oord! De Bungalow ligt 6600 meter hoog, dus hoog genoeg om een malaria definitief kwijt te raken. En er zijn nog meer mooie wande lingen dan naar Lake Oesa. Er ligt nog zoo'n gletschermeer, omsloten door steile rotswan den op een IV2 uur loopen van het hotelletje. Wij deden er 2V2 uur over, maar speelden ver stoppertje niet een paar heele groote mar motten, zooiets als een heele groote kater, met prachtige geie halskraag, verder donkerbruin, vooral zeer donker aan den kop. Ze kunnen zoo heerlijk boven op een rotsblok in de zon liggen en dan maar heel voorzichtig naderen. Ik filmde ze op 5 meter afstand, voor een wild dier niet slecht. En dan de Gophers, die kleine prairiehondjes, die in een ontelbaar aantal voorkomen, dezelfde die ons brood en onze jam opat. Overal hoor je ze fluiten, zie je ze wegtollen, maar altijd even later weer te voorschijn komen, even rondkijken en dan rustig gaan grazen. Een eenige sport om ze zoo dicht te naderen dat de Movex-camera op 2 meter afstand zijn werk kon doen Het meertje was weer een lust om te zien, de omgeving een bloemenparadijs en tegelijk het beloofde land voor den Alpinist. Ik heb nu zachtjes aan heel wat gezien in de wereld, maar noch de Himalaya, noch de Anden in Zuid-Amerika geven zulke prachtige land schapsbeelden als de Canadian Rockies. Dat komt vooral door de buitengewoon mooie meertjes, die overal liggen. Daardoor komt Zwitserland er nog het dichtste bij. al zijn de meeste Zwitsersche meren veel grooter. De Blausee bij Kandersteg, zou een typisch voor beeld van een Canadeesch bergmeertje kunnen zijn. Maar dan komt nog de groote vraag, wat ge liever tegen komt op uw weg, een Sennerin of een beer, wat ge mooier vindt in het land schap een der prachtige Tyrolsche kerktoren tjes of een kudde edelherten. Ik kan Tyrol en Zwitserland zeer waardeeren. Tot nu toe beschouwde ik het uitzicht van de Riitli over het meer van Lüzern naar Fluelen als een der mooiste plekjes van de aarde, maar thans moet dat plaats maken voor het O'hara meer, met den waterval der zeven zusters en de prachtige gletsehervelden van Mount Lefroy er achter! Wij wandelen terug naar Hector. Daar wacht ons een auto. De chauffeur is een oud-trapper. Een der laatste vallenzetters, die 30 jaar ge leden bevers ving, waar ze nu uitgestorven zijn. Hij kent zijn land. Wijst ons nog de plaatsen der martervallen, de eigendomstee- kens der vallenzetters, stopt even bij een plekje, waar de elanden zouden komen lek ken en waarempel daar staat een jong vrouw tje rustig te drinken. Terugrijdende leert hij ons cowboyliedjes en hoe je hier pannekoeken bakt. Een heerlijk type. En dan maar weer naar het kamp. Theezetten, brievenschrijven, bagage sorteeren, want morgen hebben we voor de variatie eens een 100 mijl autorit dooi de Columbiavallei naar Radium Hot Springs. En daar begint de mooiste bergweg van Ca nada, de Banff-Windermere road. Benieuwd of hij werkelijk zoo mooi is. Zelf gaan kijken is het beste. Dl'. W. G. N. VAN DER SLEEN. -- Het Hoedje. BEKT LOVEN. Met meer dan gewone belangstelling las Karei Kiela de suggestieve advertentie nu al voor de vierde maal over; Zoo juist verschenen het onge ëvenaarde kunstwerk van professor Ben Ali. Dè wonderen der verbor gen krachten. De inhoud van dit bij zondere werk, vertelt u den kortsten weg om eer en aanzien te verwerven. Het geeft u een dosis zelfvertrou wen in alles wat u onderneemt. Hebt u iets op het hart, dat u niet durft uit te spreken, lees dan dit boek, dat u den weg wijst, welken gij moet vol gen, om succes te hebben Het waren de laatste regels van de an nonce, die Karei deden besluiten, het in te- rassante boekwerk aan te schaffen en nog geen week later was hij er van overtuigd, dat de kunst om iemand te hypnootiseeren geen geheimen meer voor hem bezat. Hij sloeg het boek dicht, nadat hij de voornaam ste formules voor het aanstaande experi ment, dat hij wilde ondernemen, grondig had ingestudeerd. Maar toch was hij zoo verstandig, zichzelf niet te overschatten en daarom schreef hij de woorden in zijn zak boekje. Hedwig Moorman zou nu in ek geval zijn dwingende oogen en zijn krachtigen wil niet kunnen weerstaan en van zijn invloed zou hij gebruik maken, haar te vragen, wat hij in normalen toestand niet aandurfde. Karei Kiela had Hedwig grenzeloos lief. maar zijn bescheiden, eenigszins terug ge trokken karakter, hadden hem tot nu toe be let, met zijn verlangens voor den dag te komen. Professor Ben Ali had het duidelijk ge zegd. Slechts vijf procent van het mensch- dom was niet te hynotiseeren en van deze verborgen eigenschap wilde hij gebruik ma ken, om Hedwig te vragen, zijn vrouw te worden. De pendule op den schoorsteenmantel wees reeds twee uur in den nacht, toen hij ein delijk zijn bed opzocht. Den volgenden dag had hij met zijn vriend en broeder van Hed- wich afgesproken, de laatste nieuwigheden van de televisie in practijk te brengen en bij die gelegenheid zou hij wel kans zien het meisje onder zijn invloed te brengen. Vroegtijdig begaf hij zich naar de woning van de familie Moorman. Voor de zekerheid had hij het zakboekje met de formules bij zich gestoken, om in geval van nood even poolshoogte te nemen. Hedwig zat met een boek op haar schoot in een fauteuil, toen een zachte klop op de deur haar deed opschrikken en haastig het boek in een kastje deed zetten. „Mag ik binnen komen?" vroeg een haar welbekende stem. „Ik ben hetKarei". Een ondeugend glimlachje speelde om haar lippen en vlug nam zij een modern hoedje in haar hand, alsof ze juist van plan was weg te gaan. „Kom maar binnen, jongen", zei ze. ter wijl ze de deur voor hem opende. „Ik was juist van plan wat te gaan wandelen, maar nu jij er bent, zal ik wel thuis moeten blij ven, om voor gastvrouw te spelen. Moeder is gisteren op reis gegaan. Heb je nieuws?" Ze legde het hoedje voorzichtig op een stoel en ging weer in de fauteuil zitten. „Nieuws?" deed hij vragend. „Wat zou ik voor nieuws 'hebben? Er is tegenwoordig zoo veel te doen op allerlei gebied, dat je het niet bij kunt houden. Ik. ben tegenwoordig stevig aan het studeeren". Ze lachte smakelijk. „Studeeren?Jij! „Ja ikzei hij droog. 1 „En waarin dan wel?" „In de verborgen machten der natuur. Ik bestudeer de beginselen der hypnose; tele pathie en magnetisme; catalepsie enzoo- voort. Een buitengewoon interessant werk". Waterval in de Paradijs-vallei. „En ben je al gevorderd?" vroeg ze met geveinsde belangstelling. Hij trok een ernstig gezicht. „Dat zou ik denken. Stel je voor, Hedwig. Ik ben in staat, jou geheel onder mijn wil te brengen. Ik kan jou hypnotiseeren." Zij kon een lachje van ongeloof niet te rugdringen, hoewel ze graag in zijn kennis wilde gelooven, maar het gelukte haar niet. „Och kom „Toch is het zoo", zei hij terwijl zijn oogen onafgebroken de hare kruisten. Hij keek haar aan, zooals professor Ben Ali het voor schreef en dan moest het gelukken. Ze knipperde met haar oogleden en vroeg zacht: „Waarom kijk je mij zoo aan. Karei?" „Ach, zoo maar", lachte hij. „Niets bij zonders hoor. Maar ik moet je iets vragen. Heb je slaap?" „Of ik slaap heb? Hoe kom je daarbij? Ik heb vannacht heerlijk geslapen". „Je ziet er zoo moe en slaperig uit", ant woordde hij met een vreeselijke grafstem, die hij een week lang grondig beoefend had volgens de gegevens "uit het boek. „Ik vind het beter, als je een poosje sla pen gaat". Ze richtte zich een weinig op. „En waarom vind je dat beter?" „Omdat ik het wilik wil dat je slaapt. Zie je wel?Je oogleden trillen al. Als ik nu mijn hand opsteek, dan moet jij het ook doen". „O bedoel je dat?" fuisterde zij. „Wel, als ik je er een plezier mee doen kan, waarom dan niet?" Gelukkig ontging hem den spottender) blik want anders zou wellicht zijn hypnotische kracht als sneeuw voor de zon verdwenen zijn. Hij stak zijn arm omhoog en het meisje deed hem gewillig na. ,,'t Gaat uitstekend", meende de jonge man. „Even volhouden. Mijn wil is sterker dan de hare. Toen sprak hij met verheffing van stem: „Slaap Vergeefs probeerde zij weerstand te bie den. Een glimlach trok over het blozende ge laat en langzaam sloten zich haar oogleden. Het slanke lichaam gleed achterover in den stoel. Karei haalde diep ademeen oogenblik van angstige stilte. „Slaap je?"vroeg hij nauwelijks hoor baar. „Ja, dank je", lispelde ze. „Ook wel te rus ten". Om zich niet in de formules te vergissen, haalde hij zijn zakboekje te voorschijn. „Nu slaapt gij", las hij. ..Gij slaapt vast... heel vast.... zoolang als ik wilGij zult alles doen. wat ik verkies en gij zult naar waarheid antwoorden op al mijn vragen". Het hoofd van het meisje ging zacht op en neer, bij wijze van instemming met zijn woor den en ze prevelde: „Uw dienares". De jongeman beschouwde deze woorden als een bewijs van ondergeschiktheid aan zijn wil en langzaam maar duidelijk vervolgde hij. terwijl hij het boekje raadpleegde: „Uw ademhaling wordt dieperde bloedsomloop trageruw hartslag lang zamer Hier moest hij een bladzijde omslaan. „Nu voelt gij uw ledematen verstijven gij zij t als een steenen in dien toestand zult gij blijven, zoolang ik het wil Eensklaps hield hij op. „Wat was dat nu? Verstijven?Als een steen?.... Daar had hij per ongeluk twee bladzijde tegelijk omgeslagen en nu was hij met de catalepsie, de algeheele verstijving, bezig. Daar had professor Ben Ali toch uit drukkelijk tegen gewaarschuwd. Als eerste proefneming was dat uiterst gevaarlijk. Het was hoogst waarschijnlijk, dat de proef zou mislukken en de proefnemer niet in staat zou zijn, het medium weer tot bewustzijn te brengen. „Verschrikkelijk.... wat moet ik nu begin nen?"jammerde hij. „Wat is hier te te doen?" vroeg eensklaps een stem achter hem. „Wat doe je?" Het was Eduard Moorman, die was bin nengekomen en nu de vreemde situatie in oogenschouw nam. „O Eddy".stotterde Karei. „Het is ver schrikkelijk. „Luister ,ik zal het je uitleggen. I(k heb Hedwig gehypnotiseerd, maar ik heb mij in de formules vergist en haar per ongeluk doen verstijven. Nu weet ik de for mule niet, om haar weer tot bewustzijn te brengen". „Ezelskop!riep de ander met ontzet ting. „Hoe durf je het te wagen, tot zulke ge vaarlijke experimenten over te gaan. Waar om heb je dat gedaan? Welke bedoelingen heb je er mee?" „Snap je dat niet?" viel Karei geërgerd uit. „Ik wilde haar in den slaap vragen of ze van mij hield en met mij wil trouwen. Meis jes zijn in dat opzicht een beetje verlegen. Je weet dan niet. of ze ja of neen zeggen". „Nu ik moet zeggen, dat je het buiten gewoon ezelachtig hebt aangelegd", zei zijn vriend boos. Hij keek zijn zuster aandachtig aan. „Hedwig", zei hij. „Slaap je werkelijk, of is het maar gekheid?" Het meisje zweeg als het graf. „Ze slaapt echt", wendde Eduard zich tot zijn vriend. „Ik geloof, dat het een hopeloos geval is". Hij wendde zich opnieuw tot zijn zuster. „Zeg, Hedwigik heb vanmorgen Alida Bergsma gezien. Ze heeft een beeldig japon netje en een leuk hoedjeom van te wa tertanden De sclioone slaapster bewoog zich niet. „Als ik maar op de formule kon komen", peinsde Karei. Eduard keek hem een oogenblik strak aan, alsof hij hem op zijn beurt, wilde hypnoti seeren. Toen gleed een glimlach over zijn gelaat, terwijl hij sprak: „O o, Karei, wat ben je toch een uilskui ken. Eerst maak je Hedwig in slaap en nu dat weer". „Wat nu weer?" riep de ander verschrikt. ,Maar ezelskop, voel je dan niet. dat je boven op het nieuwe hoedje van Hedwig bent gaan zitten?" Als door den bliksem getroffen, sprongen twee menschen tegelijk op. Hedwig en Karei. Eduard barstte in schaterlachen uit. „Ik heb de formule gevonden!" riep hij verheugd. „Bedaar maar. lieve zuster. Er is niets gebeurd. Je hoedje ligt volmaakt on beschadigd op den stoel, maar de formule ■werkt snel en afdoende". Karei en het meisje keken elkaar aan. „Je hebt dus in het geheel niet geslapen?" vroeg hij zacht verwijtend. „Je hebt alles ge- hoord? Alles wat ik tegen Eduard gezegd heb?" Lachend keek ze hem aan. „Alles heb ik gehoord, domme jongen. Dacht je nu werkelijk, dat. jouw wil sterker was dan de mijne? Ik heb alles gehoord, maar die belangrijke vraag, die je mij wilde doen, heb ik niet gehoord". De jongeman kleurde tot over zijn ooren, maar toch scheen het voorval hem tot da den geïnspireerd te hebben, toen hij ant woordde „Neen, die vraag heb ik nog niet kunnen doen, omdat die vreeselijke toestand van verstijving het niet toeliet, maar nu alles weer gewoon is, kan ik haar herhalen". „En als ik dan eens weigerde?" Karei wees op het hoedje, dat rustig op een stoel lag. „Dan maak ik de formule van Eduard tot werkelijkheid en ga met mijn volle gewicht op je hoedje zitten, zoodat het zoo plat is als een scholletje". Gelijktijdig liep hij op den stoel toe en maakte aanstalten te gaan zitten. „Zeg eens neen, als je durft „Niet doen. Kareiniet doenje bent een beul, als je op mijn hoedje gaat zitten, maar je zult je zin hebben. Ik zal niet neen zeggen. Je weet, dat ik niet buiten het hoedje kan". „O, dan is het in orde", meende de jonge man en hun oogen boorden zich weer in elkaar, maar ditmaal niet om elkaar te hyp notiseeren. Ja, dokter, dat doet hij nou altijd met ther mometers. Hij is glasblazer van z'n vak, ziet u. (Everybody's Weekly.) Oefening 21. Voor we deze week met zwaar dere oefeningen begin nen, springen we ons eerst een beetje los. Een been ongedwongen Hoog gekruist opgooien terwijl dat been de hoogte in gaat, maken we op het andere been Ben hup je. Daarna met het andere been het zelfde. Dit regelmatig afwisselen en ministens twee minuten volhouden. Doet u het vooral soepel en veerkrachti! Oefening 22 is een uitstekende oefening voor versterking van de spieren aan de voorzijde van het lichaam. Zittend met de voeten als steun onder den rand van een kast, langzaam gaan liggen, waarbij de rug recht blijft. Daarna weer terug trekken. Voorloopig vijf maal; na een paar dagen wat vaker. Als u deze oefening met veel inspanning doet, zult u merken dat u geneigd bent de ademhaling in te houden. Dat is ver keerd en zelfs niet zonder gevaar. Hóé sterk uw aandacht ook geconcentreerd is op ie oefening, tóch mag vooral een diepe en regel matige ademhaling niet vergeten worden! Oefening 23 is een prachtige lenig- en slankmakende oefe ning. Beenen onge veer een meter uit elkaar en het lichaam ver voor over. In deze hou ding de armen slin geren in de richting van de pijltjes op de teekening. Het lichaam moet zóó diep gebogen zijn, dat de handen tel kens dicht langs den grond strijken. Deze oefening krachtig, maar toch vooral niet stijf, twintig maal herhalen. Tenslotte e enoefe- ning (Nummer 24), waarbij alle spieren in actie zijn'. We gaan met de beenen ver uit elkaar staan en reiken met een hand zoover moge lijk zijwaarts. Daar- langzaam tempo een heel grooten cirkel voor het lichaam langs in de lucht beschrijven. Enkels, knieën, heupen, romp mogen zooveel gebogen worden als u wilt; de eenige beperking is, dat de voeten op dezelfde plaats moeten blijven staan. Deze cirkel tien maal, afwisselend met linker en rechter arm nog iéts grooter te maken dan den vorige Heusch, er kunnen altijd nog wel een paar milimeters bij! Juist dat allerlaatste stukje, dat er met de grootst mogelijke moeite nog bij gemaakt kan worden, is van zoo heel veel belang. JULES KAMMELTER, Lich. Opv. M.O,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 15