H.D.« Dit is een genot van A tot Z Behandeling der begrootingen. SG Iftewsdtuift. DONDERDAG 3 DECEMBER 1936 HAAREEM'S DAGBEA'D 8 Provinciale Staten Algemeene beschouwingen over de Ziekenhuizen. Woensdagmiddag kwart voor twee werden door de Staten van Noord-Holland de alge meene beschouwingen over de provinciale begrooting voor 1936 voortgezet. Replieken. De heer Klaas de Vries (V.-D.) is dankbaar voor de toezegging van Ged. Staten ten aanzien van het buitengewoon onderwijs. Spreker acht het van beteekenis, te weten wat beter zou zijn: belastingverlaging of tien procent korting van de subsidies. Hij vraagt hierover de meening van Ged. Staten. Het spijt hem, dat bij de algemeene beschouwin gen zooveel ruimte aan de N.S.B. is toebe deeld. De heer De Rij ke (N.S.B.) merkt op, dat Ged. Staten niet hebben geantwoord op vra gen van hem en zijn vrienden. Dat had hij ook niet verwacht. Hij kan verder van een communist niet begrijpen, dat hij beweert dat men bij een film wel teekenen van goed keuring, maar niet van afkeuring mag ge ven. Spreker is het daarmee niet eens. Hij meent het recht te hebben gehad om te protesteeren tegen de film .Jieldenkermis" De N.S.B. is tegen de leuze van de Fransche revolutie: „vrijheid, gelijkheid en broeder schap" en zij bevindt zich daarbij in goed gezelschap, namelijk van Groen van Prin- sterer, die gezegd heeft, dat beperking van vrijheid noodig kan zijn, als het belang van den Staat dit eischt. Verder handhaaft spre ker hetgeen hij in eerste instantie gezegd heeft. De heer Seegers (comm.) komt er te gen op, dat van de zijde van Ged. Staten niet de noodige ernst is betracht bij de be antwoording van de gestelde vragen. Dit schaadt de behartiging van de belangen der provincie. De heer De Jong Schouwenburg (Chr.-Hist.) bestrijdt den heer De Rijke en merkt op dat Groen van Prinsterer geens zins voorstander van den totalitairen staat en het leidersprincipe was. De heer Vlekke (N.S.B.) zal niet aarze len om. wanneer iemand een onwaarheid over de N.S.B. uitspreekt, dit een leugen tè noemen Tijdens zijn repliek wordt het onrustig in de vergadering. De heer Asscher (V. B.) en Kuip er (R.-K.) verwijten den heer Vlekke. leugens te spreken. De heer Vlekke handhaaft zijn bewerin gen en merkt op, dat de heer Asscher in zijn politieke loopbaan wel meer onwaarheid heeft gesproken. Verder critiseert hij nog eens de handelingen van de R.-K. Staats partij en de S.D.A.P. De heer Re in a ld a (S.D.A.P.) zegt, dat Is komen vast te staan dat de N.S.B. zich van het besturen van de provincie niet veel aantrekt. Wel hebben haar woordvoerders gecritiseerd en haar beginselen getracht te verdedigen. Spreker acht het goed, dat dit debat in het openbaar is gevoerd, omdat nu volgens hem overduideijk is gebleken de groote onwaarachtigheid van deze beweging. Het was niets anders dan gebrek aan argu mentatie. De N.SB. tracht door een grooten mond en scherpte van strijd bij het Neder- landsche publiek voet te krijgen. Intusschen hebben de Staten wel wat beter werk te doen, dan de zaak van de N.S.B. te bespre ken. De heer Lambooy (R.-K.) dankt Ged. Staten voor hun antwoord, al is hij het met- hen, wat de ramingen betreft, niet eens Spreker keurt de wijze van debatteeren der N.SB. af en ontzegt haar het recht, om wat andere leden beweren, leugens te noemen. Spreker prijst het in de S.D.A.P., dat zij een nieuwen koers is ingeslagen, al zal het haar misschien moeite genoeg gekost hebben. De S.D_A.P. beoogt ook. evenals de R.-K. Staats partij. samenwerking als het belang van het land dit eischt. Het zal aan de N.S.B. niet gelukken, hier een wig tusschen te steken. De heer Sneevliet (Rev, Soc.) zegt, dat de N.S.B. van geluk mag spreken, dat zij nog niet in de gelegenheid is, in gemeenteraden van gedachten te wisselen, want dan zou nog meer dan in de Prov. Staten blijken, welk een gebrek aan innerlijke kracht en aan gedegen overtuiging de N.S.B. kenmerkt. Hij komt ver der op tegen de uitdrukking van den heer De Rijke, die gezegd heeft, dat alleen de heer De Jong Schouwenburg een fatsoenlijke rede heeft uitgesproken. Hij tart den heer De Rijke te bewijzen dat spreker met zijn woorden on fatsoenlijk zou zijn geweest. Volgens spreker is alleen reeds de naam nationaal-socialisme een leugen, want de beweging is noch natio naal noch socialistisch. De heer De Bruin (N.S.B.) verwijt den heer Sneevliet politiek onfatsoen en leugen. Spreker houdt vol, dat overal verwording te constateeren is. De heer Reinalda heeft over de zweep van Troelstra gesproken. Spreker zegt, dat wanneer Troelstra nog leefde, hij inderdaad zijn zweep zou laten knallen, maar over de handelingen van de S.DJLP. in 1936. De heer Romme (R.K.) bestrijdt eveneens den heer Vlekke. Spreker is het met den heer Lambooy eens, die beweerd heeft, dat het confessioneele onderwijs in Nederland ver loren zou zijn, als de NjSB. ooit aan de macht zou komen. De heer Van der Walle (S.D.A.P.) ont zegt aan de N.S.B. het recht, te spreken van verwording. Hij schetst wat de S.D.A.P. in samenwerking met de R.K. Staatspartij in den loop der jaren tot stand heeft gebracht zooals verkorting van arbeidstijd, verbetering van onderwijs, ziekteverzekering enz., dingen waarvan de NS.B. volgens spreker, niets weet. De N.S.B. wil nu vernielen, wat de partijen door samenwerking hebben verkregen. Spreker verklaart met nadruk, dat het koningshuis in Nederland hem wat liever en meer waard is, dan de dictatuur van den leider der N.S.B., dat kleine mannetje, de heer Mussert De heer Asscher V.B.)„U moest eigen lijk de namen van onze Koningin en van Mussert niet tegelijk uitspreken!" De heer Van der Waerden (S.D.A.P.) verdedigt tegenover den heer De Rijke, wat spreker als rapporteur van het algemeen ver slag gedaan heeft. Spreker heeft dit werk ook dit jaar naar zijn beste weten en zoo onpar tijdig mogelijk verricht. Het doet spreker daarom goed, dat hem daarvoor van andere zijde hulde is gebracht. De N.S.B. heeft den geestelijken strijd naar beneden gehaald. Zn poost van het Nederlandsche volk een kudde te maken maar dat zal haar niet lukken. Soreker wordt er onpasselijk van de men- schen van ,.hou-zee" het Wilhelmus, dat mooie vrijheidslied, te hooren zingen. Dat mogen N.S.B.'ers die de tyrannie willen brengen, niet doen. Men doet onrecht aan den grooten vrij heidsheld Willem van Oranje, hem te willen spannen voor de wals van de N.S.B., waarmee deze de vrijheid wil onderdrukken. Als Wil lem van Oranje nog leefde, dan zou spreker als oprecht republikein zich gaarne onder hem scharen. De duplieken. De heer Polak (S.D.A.P.) (Ged. Staten) zegt gaarne den heer Dam toe, een door dit lid gevraagde lijst over de nog loopende borg tochten te zullen overleggen. Tot de afge vaardigden der N. S. B. zegt spreker, dat hij ook gaarne critiek van die zijde zal beant woorden, wanneer dit maar op zakelijke wijze geschiedt en niet zooals zij in deze zit ting hebben gedaan. De heer Witteman (R.-K.) (Ged. Sta ten) is bereid, te overwegen een voorstel be treffende het medezeggenschap bij Georga niseerd Overleg in te dienen, zonder eerst de resultaten van elders af te wachten. De heer Bomans (R.-K.) (Ged. Staten) verwerpt het verwijt, dat hij de zaken niet ernstig zou behandelen. Mocht zijn antwoord soms humoristisch zijn, niemand zal toch kunnen ontkennen, dat hij altijd de vragen zakelijk beantwoordt. Ten aanzien van de werkloosheid onder de jeugd beschikt de pro vincie helaas over te weinig middelen, om die met de gewenschte kracht te bestrijden. En dat doet Ged. Staten leed. Dit college tracht voor de werklooze jeugd steeds nieuwe werk- objecten te vinden; er gaat geen Maandag voorbij, of in de vergadering van het college vraagt, dit vraagstuk de aandacht. De heeren Mie he Is (S.D.A.P.) en Kooi man (V.D.) dupliceeren ook nog in het kort en handhaven hetgeen zij in eersten termijn gezegd hebben. Algemeene beschouwingen over de Ziekenhuizen. De heer Heijermans (S.D.A.P.) bepleit een eenhoofdige leiding in de directie der ziekenhuizen. De heer Van Leasen (V.D.) zegt, dat de vrouwen, die haar heele leven lang het moei lijke werk van krankzinnigenverplegen ver richten. recht hebben op een kamer, waarin zij zich eens kunnen terugtrekken. De ar- beidstherapie in Medemblik moet ook, even als in de andere ziekenhuizen, mogelijk wor den gemaakt. Daarvoor bestaat daar weinn gelegenheid. De heer Pothuis (S.D.A.P.) wijst op het _;roote verschil in verpleegprijzen in de drie ziekenhuizen. De heer Saj et (S.D.A.P.) spreekt den wensch uit, dat in de ziekenhuizen te Medem blik en Bakkum ook over een outillage be schikt kan worden, zooals in Santpoort, om spoedig tuberculosegevallen te ontdekken .Het aantal sterfgevallen te Santpoort was in 1935 daardoor veel minder dan in 1931. De heer Baars (A.R.) Is er erkentelijk voor, dat er meer uniformiteit is gekomen in de begrootingen en verslagen der ziekenhuizen. Ten opzichte van de voor- en nazorg Ls dat niet het geval. Daar had ook wel wat meer eenheid in mogen komen. Er bestaat vol lens spreker ook geen reden, om het zieken huis te Medemblik, wat de verpleging be treft te schuwen. De heer Mich els (S.D.A.P.) (Ged. Sta ten) beantwoordt de gemaakte opmerkingen. Met de vergelijking van de verpleegprijzen moet men voorzichtig zijn. want er bestaan vele oorzaken voor het verschil. Ook de kosten der voeding zijn niet gelijk. De vervoerkosten naar Medemblik zijn ook hooger. Als er ech ter een der drie ziekenhuizen zou moeten ver dwijnen, dan zal dit Medemblik moeten we zen. De voor- en nazorg is voor Ged. Staten voortdurend een punt van overweging ge weest, maar een oplossing hebben zij nog niet kunnen vinden. Zij zullen er echter hun be langstelling aan blijven wijden. Hiermee zijn de algemeene beschouwingen over de ziekenhuizen afgeloopen. De balan sen, exploitatierekeningen en begrootingen van deze ziekenhuizen worden zonder hoofde lijke stemming goedgekeurd. De vergadering wordt te half zes verdaagd tot Donderdagmorgen half elf. llll!li![llllllillllllllllll]||l[|||l!llllll!ll!lllllim m VERTELL IJs en Liefde. door J. P. BAUé. Stuntelig stond ze aan de kant van de baan, balancerend op één schaats, terwijl de andere alleen nog door een teenriempje vastgehouden zielig naast haar voet bengelde. Ze blies zich de verkleumde vingertjes warm, en hulpeloos als een gewond vogeltje keek ze in het rond. Frans Herberts zag hier dé kans van zijn leven en met een durf, die hem zelf ver- sde, greep hij die kans aan. Frans be hoorde tot dat bescheiden ras, dat bloost, als een lief, jong meisje, zij het ook toevallig, naar hem kijkt. En toch hoe dikwijls had hij zijn vrienden al niet benijd, wier verhalen van amoureuse avontuurtjes hem altijd stil en mijmerig maakten. En óók nijdigop zichzelf, dat hij zoo'n stumper was. Dat hij al beefde van niet te onderdrukken emotie, nog vóór hij een meisje had aangesproken. Maar in dat meisje daar zag hij een soort lotgenoote. Haar hulpelooze blik wakkerde zijn moed aan en met twee vlugge streken stond hij naast haar. Stond de „ijs-étiquette" niet toe, of nóg sterker, schreef die eigenlijk niet voor, dat je elkaar, en in de allereerste plaats de dames behulpzaam moest zijn? Beleefd nam Frans zijn hoed af en hij verwonderde zich over zijn vastheid-van-stem toen hij vroeg: „Zal ik u misschien even helpen?" Hij wachtte haar antwoord niet eens af; reeds lag hij op één knie, en met ijver bond hij het schaatsje onder. Een dankbare blik uit haar donkere oogen beloonde hem. En het deed zijn moed stij gen. „Hebt u er ietst op tegen, een baantje met mij te rijden?", hoorde hij zichzelf vragen. Het meisje lachte verlegen. „Ik vrees, dat ik uw plezier zal bederven, meneer", zie ze. „Ik ben een beginnelinge. Maar als de opoffering u niet te groot is, dan graag". „Opoffering. Hij lachte. Een opoffering noemde ze het. Verbeeld je, een maand sala- i ris had hij er voor over, te mogen rijden met een meisje als zij. 't Was een snoezig kindje, ST. NICOLAAS-MATINéE IN HET REMBRANDT THEATER. Zaterdagmiddag 5 December zal in de spe ciale St. Nicolaas-matinée van het Rembrandt Theater mevr. Hester G. C. JanssenKlenke een voorstelling geven met haar moderne poppentheater, onder aanwezigheid van St. Nicolaas en Knecht, welke laatste surprises zullen uitdeelen. van onze vele mooie Bonbondoozen: een echt Sinterklaas-cadeau En dan zijn er nog onze verrukke lijke chocoladeletters: een (Adv. lngez. Med.) AANRIJDING. In verband met het ongeluk op den Kruis weg, waarbij mej. v. d. W., onderwijzeres wo nende te Heemstede, door een personenauto, die tusschen twee passeerende autobussen doorreed, werd aangereden, met het gevolg dat ze tegen den grond sloeg en onder geneeskun dige behandeling moest worden gesteld, ver nemen we. dat haar toestand bevredigend is. Centrale Tandheelkundige Kliniek. KENAUPARK 26 A TELEFOON 12644 KUNSTTANDEN EN GEBITTEN ZIEKENFONDSTARIEF. SPREEKUREN 911 en 12, Dinsdags avonds 6.30—8.30 (Adv lngez. Medj ze zag er uit, of ze zoo van een Engelsch plaatje was weggeloopen. Haar elegant figuur tje, dat in het kwieke sportcostuumpje uit stekend tot zijn recht kwam, haar roode mondje haar donzige, rose-gekleurde, poeder- looze wangen, haar coquet mutsje en de ziel volle oogen, Frans wist niet, wat hij het meest bewonderde. En toen zij, eerst langzaam en onzeker, maar toen de juiste maat gevonden was, steeds beter over het spiegelgladde ijs gleden, voelde Frans zich een koning, een soort ijsvorst, die zijn Doornroosje in haar kristallen ijspaleis ontdekt en haar daaruit verlost had. Van één baantje kwam een tweede, een derdeEn Frans voelde zich hoe langer hoe meer op zijn gemak. Zijn .beschermelinge" ontpopte zich als het liefste, aardigste wezen tje. dat Frans ooit ontmoet had. Zij reden en praatten honderduit zaten zoo nu en dan knusjes in een koek-en-zoopie, dronken slemp en hoewel het nog steeds vroor, dat het knap te, voelde Frans, dat hij hoe langer hoe meer .ontdooide". De conversatie vlotte wonderwel, en toen eindelijk de avond alles in zijn donkere scha duwen hulde en het uur des af scheids was aangebroken, kwam het hem voor, of hij Bep- pie op het ijs werd je gauw vertouwelijk en sprak je al heel snel van Beppie en Frans reeds jaren kende. Toen hij Bep met een stevigen handdruk verliet, had Frans Herberts voor het eerst in zijn leven een afspraakje met een meisje ge maakt Toen hij Bep dien avond om half negen ontmoette, was het weer plotseling omgesla gen. Een vieze, naargeestige regen maakte de straten gevaarlijk glibberig. Even had Frans gevreesd, dat zij daardoor niet komen zou. maar hij had een zucht van verlichting geslaakt, toen hij haar kittig figuurtje op zich af zag komen. Schat, die ze was! Zou hij eindelijkHij durfde de gedachte niet verder uit te spinnen, maar hij voelde, dat zijn geluk van haar afhing, van dat lieve kindje, dat hij hulpeloos aan den kant dei- ijsbaan ontdekt enopgepikt had. Een meisje uit duizenden Frans was er even verlegen mee waarheen ze zouden gaan. Hij had gehoopt op een flinke gezonde wandeling, maar met dit weer was het loopen levensgevaarlijk. Aarzelend sloeg hij daarom voor „een café met een strijkje" te bezoeken. Je kón niet weten, misschien hield ze wel niet van die wufte vermaken. Hij zelf was er trouwens ook allesbehalve dol op. Maar ze vond het direct goed. Even later stapten zij een groot café bin- GÜNTHER-BALLET TE HAARLEM. Het vermaarde Güntherballet, dat onder auspiciën van imperessario Ernst Krauss met groot succes een tournée door ons land maakt, zal op 16 December te Haarlem in den Stads schouwburg optreden. PERSONALLA. Aan de R.K. Handelshoogeschool te Tilburg is geslaagd voor het doctoraal examen in de economische en sociale wetenschappen, de heer P. M. L. Willemsen te Haarlem. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. (Inlichtingen over gevonden voorwerpen aan het bureau van politie Smedestraat, uitsluitend tusschen 11 en 13 uur). Terug te krijgen bij: Politiebureau, Smede straat, handschoenen en ceinturen; Grieksch boek; Oerlemans, Helmbrekersteeg 8 rd., brei werk; Viehof, Tetterodestraat 6, paarlencol- lier; Kroder, Sperwerstraat 43, portemonnaie met inhoud; Postkantoor, Ged. Oude Gracht, parapluie; Woltering, Zocherstraat 64, para- plule; Hubertsen, Populierstraat 7, rijwiel plaatje; Kollerie, Gr. Houtstraat 97, dasspeld; Harren, Assendelverstraat 17, tasch met in houd; Senff, Verspronckweg 93, tasch met in houd; v. Elk, Zomerluststraat 7, tasch met in houd; v. Soest, Bissch. Ottostraat 11. zak met kolen. nen, waar zij door een loeiende saxophoon begroet werden. Hij slaagde er in een knus hoekje te vinden en bestelde aan den toe schietenden kellner een kleintje koffie. Een oogenblik was hij verwonderd, dat Bep aan een likeurtje den voorkeur gaf, doch het lieve lachje, dat haar bestelling vergezelde, en de opmerking, „dat het wat verwarmde met die kou, deed zijn lichte verbazing verdwijnen. In aanbidding keek hij naar het leuke on deugende meisjessnoetje. Wat was ze lief! De muziek, die donderend een bekende melodie inzette, leidde zijn aandacht af. Er werd warempel ook gedanst. Jammer, dat mondaine gespring beviel hem maar half. Hij wilde juist een sarcastische opmerking over de tegenwoordige verdwazing lanceeren, toen hij Beppie's extatischen blik ontmoette. „Zullen we?", noodigde ze hem vroolijk uit. Het was of een illusie hem ontglipte. Zij Beppie, wilde meedoen aan dat dwaas gehup- pel? Zijn lach verstarde en benepen bekende hij: „Ik.,., ehkan alleen walsen". „Meen je 't heusch?" Bep zat perplex. Doch vóór Frans een gloeiende rede tegen de moderne dansen had kunnen afsteken, boog een ander voor z ij n Bep, en met een vluch tig: „Je permitteert?" was ze opgesprongen en heupwiegend verdween ze tusschen de voortschuifelende dansers. Bleek leunde Frans op zijn elleboog. Een ellendig gevoel maakte zich van hem meester, de jazzmuziek hinderde hem, en het gewrie mel voor z'n oogen bezorgde hem hoofdpijn Daar ging z'n avond! Een klap op z'n schouder deed hem op schrikken. Een vriend stond met uitgestoken hand voor hem. „Kerel, Frans, wat overkomt jou? Hoe kom jij hier zoo verdwaald?" En dan met een ge heimzinnige fluistering en een veelbeteeke- nend knipoogje: „En dat in zulk edel gezel schap. O, jij huichelaar, warom heb je ons nooit gezegd, dat je de charmante Beppie kende?" Heftig schoof Frans op zijn stoel achteruit „Beppie? Wat bedoel je?", zei hij heesch. „Ken je haar?" „Of ik haar ken? Die is goed. Wie kent Beppie niet, de snoezige buffetjuffrouw uit de „Drie Tonnetjes"! Heeft ze een vrijen avond?" Bleek zat Frans op z'n stoel. Vreemd, z'n geluk lag plots aan scherven. Benauwd was was het hier, om te stikken. En in een zenuw achtige haast, zonder op z'n vriend acht te slaan, glipte hij het café uit, achtervolgd door een snerpende saxophoon-kreet I Dingen die we hadden...; kunnen zeggen. De dingen die we haddenkunnen zeg gen zijn bijna ongelimiteerd! Zij omvatten de uitgezochtste collectie onaangenaamheden en de streelendste loftuitingen. Over de onaangenaamheden die we had den kunnen zeggen kunnen we beter zwijgen! Laten we blij zijn dat wij ze niet hebben geuit. Maar de loftuitingen die wij achterwege lie ten. laten wij het daar eens over hebben! Er was eens een vader, die een hartig woordje sprak tot zijn zoon op den avond voor den dag dat het jongemensch voor het eerst naar kantoor zou gaan. Beste jongen, sprak die vader onthou één ding: doe je werk zoo goed mogelijk en verwacht nooit dat iemand je daarvoor zal prijzen. Als het goed is hoor je niks en als het niet goed is nou dan hoor je het gauw ge noeg! Wat die vader zei klonk min of meer cy nisch. Maar hij had gelijk. Hij had helaas gelijk. Als het goed is hoor je niets en als het niet goed is hoor je het gauw genoeg. Waarom moet ik mijn personeel prijzen? vroeg onlangs een huisvrouw. Ze weten wel dat ik tevreden over hen ben. IK ZEG IM MERS NIETS Helaas! Hoevelen hebben die ik-zeg-immers- niets houding tot de hunne gemaakt in het leven. Een prijsjeeen woord van waardee ring? een kleine loftuiting? och wat kan een ander dat nu schelenhet is niet de moeite waardhet is zoo onbelangrijk. Men merkt immers wel of gij tevreden zijt. Met zulke piet luttigheden kunt gij u niet ophouden. En gij zwijgt. Gij zegt niet het woord van aanmoe diging en waardeering. Wij zwijgenen niemand wordt aange spoord door den lof, waarmede wij zoo karig omgaan alsof het een kostbaar goed was, waarvan wij noode scheiden kunnen. Niet de moeite waard? Onbelangrijk? Integendeel! Het is verbazingwekkend welk een reusachtig verschil zulke pietluttigheden- die-er-niet-op-aankomen in de huiselijke at mosfeer maken. Diep in ons hart weten wij dat allemaal op perbest. Hoe vaak hunkeren wij naar een woord van aanmoediging en waardeering van onze huisgenooten. Waarom zeggen zij het nu niet eens een enkel keertje, dat zij het op prijs stellen dat wij ze onafgebroken voor hen bezig zijn. En wijwaarom zeggen wij zulke dingen niet? Wij zeggen het nietJa waarom niet? Tjawe zijn te moe of te humeurig of té onverschillig of te verlegen of te wat anders. Eigenlijk weten we het zelf niet precies. We zeggen het niet omdatnu jadaarom nietzoo maar Velen onzer zouden graag groote moeilijke „erge" dingen willen doen ten bate van het algemeen welzijn.... ten bate van de maat schappij Maar zoo maar gewoon af en toe een woord van waardeering of bewondering tegen je huisgenooten zeggendat lijkt zoo onbelangrijk en zoo heel ver verwijderd van het gewichtig iets dat maatschappelijk belang heet. En toch heeft het er wel degelijk mee te maken. Een prettige opgewekte atmosfeer in het ge zin, in stand gehouden door duidelijk geuite waardeering en vriendelijke woorden, is van veel meer belang dan menigeen zoo opper vlakkig beschouwd zou meenen. Het is niet alleen thuis dat de dingen, die ongezegd blijven, zich wreken. Ook daarbui ten in de maatschappij krijgen wij zoo heel vaak de gelegenheid anderen een beetje zon te schenken in hun vaak dor en kil leven. En telkens als wij dat nalaten, worden de scha duwen een beetje dieper. Laten wij asjeblieft niet zeggen: wat-kan-het-een-ander-nu-sche- len-wat-ik-vind, want dat is een akelige nare vervelende dooddoener, geboren uit laksheid en gemakzucht. Woorden van lof werken opwekkend, stalend en krachtgevend als zonneschijn. En daar hebben wij allemaal zonder uitzon dering zoo'n groote behoefte aan. AMY GROSKAMP—TEN HAVE ONDERWIJS. B. en W. van Haarlem dragen voor ter be noeming tot tijdelijk leeraar. voor het tijdvak van 19 November 1936 t/m 30 September 1937, aan de Gemeentelijke avondschool voor nij verheidsonderwijs J. A. L. Kusters. BIJZONDER ONDERWIJS. B. en W. van Haarlem stellen aan den raad voor: a. Afwijzend te beschikken op het verzoek om vergoeding, ingevolge art. 100 der Lager- onderwijswet 1920, over 1935 aan het Bestuur der R.K. bijzondere lagere school aan de Cru- quiusstraat 2; b. Aan de Besturen van de hieronder ver melde scholen, over het jaar 1935, ingevolge artikel 100 der Lager-onderwijswet 1920, een vergoeding toe te kennen, R.K. School, An- toniestraat 28 f 1.164; Chr. School, Velser- straat 55 (L.O.) f 815,66 NED. BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN. De droeve lijst In het tijdvak van 28 October tot 28 No vember 1936 verdronken in ons land: 7 jon gens beneden 16 jaar, 1 meisje idem. 27 man nen en 3 vrouwen. Bij auto's, die te water reden, verdronken 3 bestuurders te zamen 41 dooden. In het zelfde tijdvak werden gered: 2 jon gens beneden 16 jaar, 1 meisje idem. 9 mannen en 2 vrouwen, te zamen 14 gered. Van dit 14-tal werden 7 zwemmend gered. 1 wist zich zwemmend te redden, 5 door middel van hand reiking en 1 met behulp van een reddingshaak. Uit te water gereden auto's (11 in getal) wer den gered of wisten zich veilig te stellen 19 drenkelingen, in totaal gered 33. Het aantal auto's dat de water is gereden, is nu reeds hooger dan in 1935 en óók hooger dan in 1934. Het aantal geredden is óók hoo ger, dat van de dooden tot nu toe lager, dan de vorige jaren.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 10