H.D.«
Dit is een
genot van A tot Z
Behandeling der begrootingen.
SG
Iftewsdtuift.
DONDERDAG 3 DECEMBER 1936
HAAREEM'S DAGBEA'D
8
Provinciale Staten
Algemeene beschouwingen over de Ziekenhuizen.
Woensdagmiddag kwart voor twee werden
door de Staten van Noord-Holland de alge
meene beschouwingen over de provinciale
begrooting voor 1936 voortgezet.
Replieken.
De heer Klaas de Vries (V.-D.) is
dankbaar voor de toezegging van Ged. Staten
ten aanzien van het buitengewoon onderwijs.
Spreker acht het van beteekenis, te weten
wat beter zou zijn: belastingverlaging of tien
procent korting van de subsidies. Hij vraagt
hierover de meening van Ged. Staten. Het
spijt hem, dat bij de algemeene beschouwin
gen zooveel ruimte aan de N.S.B. is toebe
deeld.
De heer De Rij ke (N.S.B.) merkt op, dat
Ged. Staten niet hebben geantwoord op vra
gen van hem en zijn vrienden. Dat had hij
ook niet verwacht. Hij kan verder van een
communist niet begrijpen, dat hij beweert
dat men bij een film wel teekenen van goed
keuring, maar niet van afkeuring mag ge
ven. Spreker is het daarmee niet eens. Hij
meent het recht te hebben gehad om te
protesteeren tegen de film .Jieldenkermis"
De N.S.B. is tegen de leuze van de Fransche
revolutie: „vrijheid, gelijkheid en broeder
schap" en zij bevindt zich daarbij in goed
gezelschap, namelijk van Groen van Prin-
sterer, die gezegd heeft, dat beperking van
vrijheid noodig kan zijn, als het belang van
den Staat dit eischt. Verder handhaaft spre
ker hetgeen hij in eerste instantie gezegd
heeft.
De heer Seegers (comm.) komt er te
gen op, dat van de zijde van Ged. Staten
niet de noodige ernst is betracht bij de be
antwoording van de gestelde vragen. Dit
schaadt de behartiging van de belangen der
provincie.
De heer De Jong Schouwenburg
(Chr.-Hist.) bestrijdt den heer De Rijke en
merkt op dat Groen van Prinsterer geens
zins voorstander van den totalitairen staat
en het leidersprincipe was.
De heer Vlekke (N.S.B.) zal niet aarze
len om. wanneer iemand een onwaarheid
over de N.S.B. uitspreekt, dit een leugen tè
noemen
Tijdens zijn repliek wordt het onrustig in
de vergadering. De heer Asscher (V. B.)
en Kuip er (R.-K.) verwijten den heer
Vlekke. leugens te spreken.
De heer Vlekke handhaaft zijn bewerin
gen en merkt op, dat de heer Asscher in zijn
politieke loopbaan wel meer onwaarheid
heeft gesproken. Verder critiseert hij nog
eens de handelingen van de R.-K. Staats
partij en de S.D.A.P.
De heer Re in a ld a (S.D.A.P.) zegt, dat
Is komen vast te staan dat de N.S.B. zich
van het besturen van de provincie niet veel
aantrekt. Wel hebben haar woordvoerders
gecritiseerd en haar beginselen getracht te
verdedigen. Spreker acht het goed, dat dit
debat in het openbaar is gevoerd, omdat nu
volgens hem overduideijk is gebleken de
groote onwaarachtigheid van deze beweging.
Het was niets anders dan gebrek aan argu
mentatie. De N.SB. tracht door een grooten
mond en scherpte van strijd bij het Neder-
landsche publiek voet te krijgen. Intusschen
hebben de Staten wel wat beter werk te
doen, dan de zaak van de N.S.B. te bespre
ken.
De heer Lambooy (R.-K.) dankt Ged.
Staten voor hun antwoord, al is hij het met-
hen, wat de ramingen betreft, niet eens
Spreker keurt de wijze van debatteeren der
N.SB. af en ontzegt haar het recht, om wat
andere leden beweren, leugens te noemen.
Spreker prijst het in de S.D.A.P., dat zij een
nieuwen koers is ingeslagen, al zal het haar
misschien moeite genoeg gekost hebben. De
S.D_A.P. beoogt ook. evenals de R.-K. Staats
partij. samenwerking als het belang van het
land dit eischt. Het zal aan de N.S.B. niet
gelukken, hier een wig tusschen te steken.
De heer Sneevliet (Rev, Soc.) zegt, dat
de N.S.B. van geluk mag spreken, dat zij nog
niet in de gelegenheid is, in gemeenteraden
van gedachten te wisselen, want dan zou nog
meer dan in de Prov. Staten blijken, welk een
gebrek aan innerlijke kracht en aan gedegen
overtuiging de N.S.B. kenmerkt. Hij komt ver
der op tegen de uitdrukking van den heer De
Rijke, die gezegd heeft, dat alleen de heer
De Jong Schouwenburg een fatsoenlijke rede
heeft uitgesproken. Hij tart den heer De Rijke
te bewijzen dat spreker met zijn woorden on
fatsoenlijk zou zijn geweest. Volgens spreker
is alleen reeds de naam nationaal-socialisme
een leugen, want de beweging is noch natio
naal noch socialistisch.
De heer De Bruin (N.S.B.) verwijt den
heer Sneevliet politiek onfatsoen en leugen.
Spreker houdt vol, dat overal verwording te
constateeren is. De heer Reinalda heeft over
de zweep van Troelstra gesproken. Spreker
zegt, dat wanneer Troelstra nog leefde, hij
inderdaad zijn zweep zou laten knallen, maar
over de handelingen van de S.DJLP. in 1936.
De heer Romme (R.K.) bestrijdt eveneens
den heer Vlekke. Spreker is het met den heer
Lambooy eens, die beweerd heeft, dat het
confessioneele onderwijs in Nederland ver
loren zou zijn, als de NjSB. ooit aan de macht
zou komen.
De heer Van der Walle (S.D.A.P.) ont
zegt aan de N.S.B. het recht, te spreken van
verwording. Hij schetst wat de S.D.A.P. in
samenwerking met de R.K. Staatspartij in
den loop der jaren tot stand heeft gebracht
zooals verkorting van arbeidstijd, verbetering
van onderwijs, ziekteverzekering enz., dingen
waarvan de NS.B. volgens spreker, niets weet.
De N.S.B. wil nu vernielen, wat de partijen
door samenwerking hebben verkregen. Spreker
verklaart met nadruk, dat het koningshuis in
Nederland hem wat liever en meer waard
is, dan de dictatuur van den leider der N.S.B.,
dat kleine mannetje, de heer Mussert
De heer Asscher V.B.)„U moest eigen
lijk de namen van onze Koningin en van
Mussert niet tegelijk uitspreken!"
De heer Van der Waerden (S.D.A.P.)
verdedigt tegenover den heer De Rijke, wat
spreker als rapporteur van het algemeen ver
slag gedaan heeft. Spreker heeft dit werk ook
dit jaar naar zijn beste weten en zoo onpar
tijdig mogelijk verricht. Het doet spreker
daarom goed, dat hem daarvoor van andere
zijde hulde is gebracht. De N.S.B. heeft den
geestelijken strijd naar beneden gehaald. Zn
poost van het Nederlandsche volk een kudde
te maken maar dat zal haar niet lukken.
Soreker wordt er onpasselijk van de men-
schen van ,.hou-zee" het Wilhelmus, dat mooie
vrijheidslied, te hooren zingen. Dat mogen
N.S.B.'ers die de tyrannie willen brengen, niet
doen. Men doet onrecht aan den grooten vrij
heidsheld Willem van Oranje, hem te willen
spannen voor de wals van de N.S.B., waarmee
deze de vrijheid wil onderdrukken. Als Wil
lem van Oranje nog leefde, dan zou spreker
als oprecht republikein zich gaarne onder hem
scharen.
De duplieken.
De heer Polak (S.D.A.P.) (Ged. Staten)
zegt gaarne den heer Dam toe, een door dit
lid gevraagde lijst over de nog loopende borg
tochten te zullen overleggen. Tot de afge
vaardigden der N. S. B. zegt spreker, dat hij
ook gaarne critiek van die zijde zal beant
woorden, wanneer dit maar op zakelijke
wijze geschiedt en niet zooals zij in deze zit
ting hebben gedaan.
De heer Witteman (R.-K.) (Ged. Sta
ten) is bereid, te overwegen een voorstel be
treffende het medezeggenschap bij Georga
niseerd Overleg in te dienen, zonder eerst de
resultaten van elders af te wachten.
De heer Bomans (R.-K.) (Ged. Staten)
verwerpt het verwijt, dat hij de zaken niet
ernstig zou behandelen. Mocht zijn antwoord
soms humoristisch zijn, niemand zal toch
kunnen ontkennen, dat hij altijd de vragen
zakelijk beantwoordt. Ten aanzien van de
werkloosheid onder de jeugd beschikt de pro
vincie helaas over te weinig middelen, om die
met de gewenschte kracht te bestrijden. En
dat doet Ged. Staten leed. Dit college tracht
voor de werklooze jeugd steeds nieuwe werk-
objecten te vinden; er gaat geen Maandag
voorbij, of in de vergadering van het college
vraagt, dit vraagstuk de aandacht.
De heeren Mie he Is (S.D.A.P.) en Kooi
man (V.D.) dupliceeren ook nog in het kort
en handhaven hetgeen zij in eersten termijn
gezegd hebben.
Algemeene beschouwingen over de
Ziekenhuizen.
De heer Heijermans (S.D.A.P.) bepleit
een eenhoofdige leiding in de directie der
ziekenhuizen.
De heer Van Leasen (V.D.) zegt, dat de
vrouwen, die haar heele leven lang het moei
lijke werk van krankzinnigenverplegen ver
richten. recht hebben op een kamer, waarin
zij zich eens kunnen terugtrekken. De ar-
beidstherapie in Medemblik moet ook, even
als in de andere ziekenhuizen, mogelijk wor
den gemaakt. Daarvoor bestaat daar weinn
gelegenheid.
De heer Pothuis (S.D.A.P.) wijst op het
_;roote verschil in verpleegprijzen in de drie
ziekenhuizen.
De heer Saj et (S.D.A.P.) spreekt den
wensch uit, dat in de ziekenhuizen te Medem
blik en Bakkum ook over een outillage be
schikt kan worden, zooals in Santpoort, om
spoedig tuberculosegevallen te ontdekken .Het
aantal sterfgevallen te Santpoort was in 1935
daardoor veel minder dan in 1931.
De heer Baars (A.R.) Is er erkentelijk voor,
dat er meer uniformiteit is gekomen in de
begrootingen en verslagen der ziekenhuizen.
Ten opzichte van de voor- en nazorg Ls dat
niet het geval. Daar had ook wel wat meer
eenheid in mogen komen. Er bestaat vol
lens spreker ook geen reden, om het zieken
huis te Medemblik, wat de verpleging be
treft te schuwen.
De heer Mich els (S.D.A.P.) (Ged. Sta
ten) beantwoordt de gemaakte opmerkingen.
Met de vergelijking van de verpleegprijzen
moet men voorzichtig zijn. want er bestaan
vele oorzaken voor het verschil. Ook de kosten
der voeding zijn niet gelijk. De vervoerkosten
naar Medemblik zijn ook hooger. Als er ech
ter een der drie ziekenhuizen zou moeten ver
dwijnen, dan zal dit Medemblik moeten we
zen. De voor- en nazorg is voor Ged. Staten
voortdurend een punt van overweging ge
weest, maar een oplossing hebben zij nog niet
kunnen vinden. Zij zullen er echter hun be
langstelling aan blijven wijden.
Hiermee zijn de algemeene beschouwingen
over de ziekenhuizen afgeloopen. De balan
sen, exploitatierekeningen en begrootingen
van deze ziekenhuizen worden zonder hoofde
lijke stemming goedgekeurd.
De vergadering wordt te half zes verdaagd
tot Donderdagmorgen half elf.
llll!li![llllllillllllllllll]||l[|||l!llllll!ll!lllllim
m VERTELL
IJs en Liefde.
door J. P. BAUé.
Stuntelig stond ze aan de kant van de baan,
balancerend op één schaats, terwijl de andere
alleen nog door een teenriempje vastgehouden
zielig naast haar voet bengelde. Ze blies zich
de verkleumde vingertjes warm, en hulpeloos
als een gewond vogeltje keek ze in het rond.
Frans Herberts zag hier dé kans van zijn
leven en met een durf, die hem zelf ver-
sde, greep hij die kans aan. Frans be
hoorde tot dat bescheiden ras, dat bloost, als
een lief, jong meisje, zij het ook toevallig,
naar hem kijkt. En toch hoe dikwijls had hij
zijn vrienden al niet benijd, wier verhalen
van amoureuse avontuurtjes hem altijd stil
en mijmerig maakten. En óók nijdigop
zichzelf, dat hij zoo'n stumper was. Dat hij al
beefde van niet te onderdrukken emotie, nog
vóór hij een meisje had aangesproken.
Maar in dat meisje daar zag hij een soort
lotgenoote. Haar hulpelooze blik wakkerde
zijn moed aan en met twee vlugge streken
stond hij naast haar. Stond de „ijs-étiquette"
niet toe, of nóg sterker, schreef die eigenlijk
niet voor, dat je elkaar, en in de allereerste
plaats de dames behulpzaam moest zijn?
Beleefd nam Frans zijn hoed af en hij
verwonderde zich over zijn vastheid-van-stem
toen hij vroeg:
„Zal ik u misschien even helpen?"
Hij wachtte haar antwoord niet eens af;
reeds lag hij op één knie, en met ijver bond
hij het schaatsje onder.
Een dankbare blik uit haar donkere oogen
beloonde hem. En het deed zijn moed stij
gen.
„Hebt u er ietst op tegen, een baantje met
mij te rijden?", hoorde hij zichzelf vragen.
Het meisje lachte verlegen.
„Ik vrees, dat ik uw plezier zal bederven,
meneer", zie ze. „Ik ben een beginnelinge.
Maar als de opoffering u niet te groot is,
dan graag".
„Opoffering. Hij lachte. Een opoffering
noemde ze het. Verbeeld je, een maand sala- i
ris had hij er voor over, te mogen rijden met
een meisje als zij. 't Was een snoezig kindje,
ST. NICOLAAS-MATINéE IN HET
REMBRANDT THEATER.
Zaterdagmiddag 5 December zal in de spe
ciale St. Nicolaas-matinée van het Rembrandt
Theater mevr. Hester G. C. JanssenKlenke
een voorstelling geven met haar moderne
poppentheater, onder aanwezigheid van St.
Nicolaas en Knecht, welke laatste surprises
zullen uitdeelen.
van onze vele mooie Bonbondoozen:
een echt Sinterklaas-cadeau
En dan zijn er nog onze verrukke
lijke chocoladeletters: een
(Adv. lngez. Med.)
AANRIJDING.
In verband met het ongeluk op den Kruis
weg, waarbij mej. v. d. W., onderwijzeres wo
nende te Heemstede, door een personenauto,
die tusschen twee passeerende autobussen
doorreed, werd aangereden, met het gevolg dat
ze tegen den grond sloeg en onder geneeskun
dige behandeling moest worden gesteld, ver
nemen we. dat haar toestand bevredigend is.
Centrale Tandheelkundige
Kliniek.
KENAUPARK 26 A TELEFOON 12644
KUNSTTANDEN EN GEBITTEN
ZIEKENFONDSTARIEF.
SPREEKUREN 911 en 12, Dinsdags
avonds 6.30—8.30
(Adv lngez. Medj
ze zag er uit, of ze zoo van een Engelsch
plaatje was weggeloopen. Haar elegant figuur
tje, dat in het kwieke sportcostuumpje uit
stekend tot zijn recht kwam, haar roode
mondje haar donzige, rose-gekleurde, poeder-
looze wangen, haar coquet mutsje en de ziel
volle oogen, Frans wist niet, wat hij het
meest bewonderde.
En toen zij, eerst langzaam en onzeker, maar
toen de juiste maat gevonden was, steeds
beter over het spiegelgladde ijs gleden, voelde
Frans zich een koning, een soort ijsvorst, die
zijn Doornroosje in haar kristallen ijspaleis
ontdekt en haar daaruit verlost had.
Van één baantje kwam een tweede, een
derdeEn Frans voelde zich hoe langer hoe
meer op zijn gemak. Zijn .beschermelinge"
ontpopte zich als het liefste, aardigste wezen
tje. dat Frans ooit ontmoet had. Zij reden
en praatten honderduit zaten zoo nu en dan
knusjes in een koek-en-zoopie, dronken slemp
en hoewel het nog steeds vroor, dat het knap
te, voelde Frans, dat hij hoe langer hoe meer
.ontdooide".
De conversatie vlotte wonderwel, en toen
eindelijk de avond alles in zijn donkere scha
duwen hulde en het uur des af scheids was
aangebroken, kwam het hem voor, of hij Bep-
pie op het ijs werd je gauw vertouwelijk
en sprak je al heel snel van Beppie en Frans
reeds jaren kende.
Toen hij Bep met een stevigen handdruk
verliet, had Frans Herberts voor het eerst in
zijn leven een afspraakje met een meisje ge
maakt
Toen hij Bep dien avond om half negen
ontmoette, was het weer plotseling omgesla
gen. Een vieze, naargeestige regen maakte
de straten gevaarlijk glibberig. Even had
Frans gevreesd, dat zij daardoor niet komen
zou. maar hij had een zucht van verlichting
geslaakt, toen hij haar kittig figuurtje op
zich af zag komen. Schat, die ze was! Zou
hij eindelijkHij durfde de gedachte niet
verder uit te spinnen, maar hij voelde, dat
zijn geluk van haar afhing, van dat lieve
kindje, dat hij hulpeloos aan den kant dei-
ijsbaan ontdekt enopgepikt had. Een
meisje uit duizenden
Frans was er even verlegen mee waarheen
ze zouden gaan. Hij had gehoopt op een flinke
gezonde wandeling, maar met dit weer was
het loopen levensgevaarlijk. Aarzelend sloeg
hij daarom voor „een café met een strijkje"
te bezoeken. Je kón niet weten, misschien
hield ze wel niet van die wufte vermaken. Hij
zelf was er trouwens ook allesbehalve dol op.
Maar ze vond het direct goed.
Even later stapten zij een groot café bin-
GÜNTHER-BALLET TE HAARLEM.
Het vermaarde Güntherballet, dat onder
auspiciën van imperessario Ernst Krauss met
groot succes een tournée door ons land maakt,
zal op 16 December te Haarlem in den Stads
schouwburg optreden.
PERSONALLA.
Aan de R.K. Handelshoogeschool te Tilburg
is geslaagd voor het doctoraal examen in de
economische en sociale wetenschappen, de
heer P. M. L. Willemsen te Haarlem.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
(Inlichtingen over gevonden voorwerpen aan
het bureau van politie Smedestraat, uitsluitend
tusschen 11 en 13 uur).
Terug te krijgen bij: Politiebureau, Smede
straat, handschoenen en ceinturen; Grieksch
boek; Oerlemans, Helmbrekersteeg 8 rd., brei
werk; Viehof, Tetterodestraat 6, paarlencol-
lier; Kroder, Sperwerstraat 43, portemonnaie
met inhoud; Postkantoor, Ged. Oude Gracht,
parapluie; Woltering, Zocherstraat 64, para-
plule; Hubertsen, Populierstraat 7, rijwiel
plaatje; Kollerie, Gr. Houtstraat 97, dasspeld;
Harren, Assendelverstraat 17, tasch met in
houd; Senff, Verspronckweg 93, tasch met in
houd; v. Elk, Zomerluststraat 7, tasch met in
houd; v. Soest, Bissch. Ottostraat 11. zak met
kolen.
nen, waar zij door een loeiende saxophoon
begroet werden. Hij slaagde er in een knus
hoekje te vinden en bestelde aan den toe
schietenden kellner een kleintje koffie. Een
oogenblik was hij verwonderd, dat Bep aan
een likeurtje den voorkeur gaf, doch het lieve
lachje, dat haar bestelling vergezelde, en de
opmerking, „dat het wat verwarmde met die
kou, deed zijn lichte verbazing verdwijnen.
In aanbidding keek hij naar het leuke on
deugende meisjessnoetje. Wat was ze lief!
De muziek, die donderend een bekende
melodie inzette, leidde zijn aandacht af. Er
werd warempel ook gedanst. Jammer, dat
mondaine gespring beviel hem maar half. Hij
wilde juist een sarcastische opmerking over
de tegenwoordige verdwazing lanceeren, toen
hij Beppie's extatischen blik ontmoette.
„Zullen we?", noodigde ze hem vroolijk
uit.
Het was of een illusie hem ontglipte. Zij
Beppie, wilde meedoen aan dat dwaas gehup-
pel? Zijn lach verstarde en benepen bekende
hij: „Ik.,., ehkan alleen walsen".
„Meen je 't heusch?" Bep zat perplex.
Doch vóór Frans een gloeiende rede tegen
de moderne dansen had kunnen afsteken, boog
een ander voor z ij n Bep, en met een vluch
tig: „Je permitteert?" was ze opgesprongen
en heupwiegend verdween ze tusschen de
voortschuifelende dansers.
Bleek leunde Frans op zijn elleboog. Een
ellendig gevoel maakte zich van hem meester,
de jazzmuziek hinderde hem, en het gewrie
mel voor z'n oogen bezorgde hem hoofdpijn
Daar ging z'n avond!
Een klap op z'n schouder deed hem op
schrikken. Een vriend stond met uitgestoken
hand voor hem.
„Kerel, Frans, wat overkomt jou? Hoe kom
jij hier zoo verdwaald?" En dan met een ge
heimzinnige fluistering en een veelbeteeke-
nend knipoogje: „En dat in zulk edel gezel
schap. O, jij huichelaar, warom heb je ons
nooit gezegd, dat je de charmante Beppie
kende?"
Heftig schoof Frans op zijn stoel achteruit
„Beppie? Wat bedoel je?", zei hij heesch.
„Ken je haar?"
„Of ik haar ken? Die is goed. Wie kent
Beppie niet, de snoezige buffetjuffrouw uit
de „Drie Tonnetjes"! Heeft ze een vrijen
avond?"
Bleek zat Frans op z'n stoel. Vreemd, z'n
geluk lag plots aan scherven. Benauwd was
was het hier, om te stikken. En in een zenuw
achtige haast, zonder op z'n vriend acht te
slaan, glipte hij het café uit, achtervolgd door
een snerpende saxophoon-kreet
I
Dingen die we hadden...;
kunnen zeggen.
De dingen die we haddenkunnen zeg
gen zijn bijna ongelimiteerd! Zij omvatten de
uitgezochtste collectie onaangenaamheden en
de streelendste loftuitingen.
Over de onaangenaamheden die we had
den kunnen zeggen kunnen we beter zwijgen!
Laten we blij zijn dat wij ze niet hebben
geuit.
Maar de loftuitingen die wij achterwege lie
ten. laten wij het daar eens over hebben!
Er was eens een vader, die een hartig
woordje sprak tot zijn zoon op den avond voor
den dag dat het jongemensch voor het eerst
naar kantoor zou gaan.
Beste jongen, sprak die vader onthou
één ding: doe je werk zoo goed mogelijk en
verwacht nooit dat iemand je daarvoor zal
prijzen. Als het goed is hoor je niks en als het
niet goed is nou dan hoor je het gauw ge
noeg!
Wat die vader zei klonk min of meer cy
nisch.
Maar hij had gelijk.
Hij had helaas gelijk.
Als het goed is hoor je niets en als het niet
goed is hoor je het gauw genoeg.
Waarom moet ik mijn personeel prijzen?
vroeg onlangs een huisvrouw. Ze weten wel
dat ik tevreden over hen ben. IK ZEG IM
MERS NIETS
Helaas! Hoevelen hebben die ik-zeg-immers-
niets houding tot de hunne gemaakt in het
leven.
Een prijsjeeen woord van waardee
ring? een kleine loftuiting? och wat kan een
ander dat nu schelenhet is niet de moeite
waardhet is zoo onbelangrijk. Men merkt
immers wel of gij tevreden zijt. Met zulke piet
luttigheden kunt gij u niet ophouden. En gij
zwijgt. Gij zegt niet het woord van aanmoe
diging en waardeering.
Wij zwijgenen niemand wordt aange
spoord door den lof, waarmede wij zoo karig
omgaan alsof het een kostbaar goed was,
waarvan wij noode scheiden kunnen.
Niet de moeite waard? Onbelangrijk?
Integendeel! Het is verbazingwekkend welk
een reusachtig verschil zulke pietluttigheden-
die-er-niet-op-aankomen in de huiselijke at
mosfeer maken.
Diep in ons hart weten wij dat allemaal op
perbest. Hoe vaak hunkeren wij naar een
woord van aanmoediging en waardeering van
onze huisgenooten. Waarom zeggen zij het nu
niet eens een enkel keertje, dat zij het op prijs
stellen dat wij ze onafgebroken voor hen bezig
zijn.
En wijwaarom zeggen wij zulke dingen
niet?
Wij zeggen het nietJa waarom niet?
Tjawe zijn te moe of te humeurig of té
onverschillig of te verlegen of te wat anders.
Eigenlijk weten we het zelf niet precies. We
zeggen het niet omdatnu jadaarom
nietzoo maar
Velen onzer zouden graag groote moeilijke
„erge" dingen willen doen ten bate van het
algemeen welzijn.... ten bate van de maat
schappij Maar zoo maar gewoon af en toe
een woord van waardeering of bewondering
tegen je huisgenooten zeggendat lijkt
zoo onbelangrijk en zoo heel ver verwijderd
van het gewichtig iets dat maatschappelijk
belang heet.
En toch heeft het er wel degelijk mee te
maken.
Een prettige opgewekte atmosfeer in het ge
zin, in stand gehouden door duidelijk geuite
waardeering en vriendelijke woorden, is van
veel meer belang dan menigeen zoo opper
vlakkig beschouwd zou meenen.
Het is niet alleen thuis dat de dingen, die
ongezegd blijven, zich wreken. Ook daarbui
ten in de maatschappij krijgen wij zoo heel
vaak de gelegenheid anderen een beetje zon te
schenken in hun vaak dor en kil leven. En
telkens als wij dat nalaten, worden de scha
duwen een beetje dieper. Laten wij asjeblieft
niet zeggen: wat-kan-het-een-ander-nu-sche-
len-wat-ik-vind, want dat is een akelige nare
vervelende dooddoener, geboren uit laksheid
en gemakzucht.
Woorden van lof werken opwekkend, stalend
en krachtgevend als zonneschijn.
En daar hebben wij allemaal zonder uitzon
dering zoo'n groote behoefte aan.
AMY GROSKAMP—TEN HAVE
ONDERWIJS.
B. en W. van Haarlem dragen voor ter be
noeming tot tijdelijk leeraar. voor het tijdvak
van 19 November 1936 t/m 30 September 1937,
aan de Gemeentelijke avondschool voor nij
verheidsonderwijs J. A. L. Kusters.
BIJZONDER ONDERWIJS.
B. en W. van Haarlem stellen aan den
raad voor:
a. Afwijzend te beschikken op het verzoek
om vergoeding, ingevolge art. 100 der Lager-
onderwijswet 1920, over 1935 aan het Bestuur
der R.K. bijzondere lagere school aan de Cru-
quiusstraat 2;
b. Aan de Besturen van de hieronder ver
melde scholen, over het jaar 1935, ingevolge
artikel 100 der Lager-onderwijswet 1920, een
vergoeding toe te kennen, R.K. School, An-
toniestraat 28 f 1.164; Chr. School, Velser-
straat 55 (L.O.) f 815,66
NED. BOND TOT HET REDDEN VAN
DRENKELINGEN.
De droeve lijst
In het tijdvak van 28 October tot 28 No
vember 1936 verdronken in ons land: 7 jon
gens beneden 16 jaar, 1 meisje idem. 27 man
nen en 3 vrouwen. Bij auto's, die te water
reden, verdronken 3 bestuurders te zamen
41 dooden.
In het zelfde tijdvak werden gered: 2 jon
gens beneden 16 jaar, 1 meisje idem. 9 mannen
en 2 vrouwen, te zamen 14 gered. Van dit
14-tal werden 7 zwemmend gered. 1 wist zich
zwemmend te redden, 5 door middel van hand
reiking en 1 met behulp van een reddingshaak.
Uit te water gereden auto's (11 in getal) wer
den gered of wisten zich veilig te stellen 19
drenkelingen, in totaal gered 33.
Het aantal auto's dat de water is gereden,
is nu reeds hooger dan in 1935 en óók hooger
dan in 1934. Het aantal geredden is óók hoo
ger, dat van de dooden tot nu toe lager, dan
de vorige jaren.