Concentratie openbare scholen besproken.
Militaire rangen
Prins Bernhard.
DE WERELD-JAMBOREE IN NEDERLAND
ZATERDAG 5 DECEMBER 1936
HAARDE M'S DAGBEAD
3
Dr. M 11 e r (R.-K.) die later ook nog
den bijval van den heer Tilanus (c.-h.)
kreeg was het hiermee eens, vroeg overi
gens het volgend jaar de vrije jeugdorgani
saties, welke dit jaar achter het net vis-
schen, weer met financieelen steun te hel
pen. De Minister erkent, dat het zaak is er
voor te zorgen, dat de Jamboree-organisatie
ten spoedigste in orde komt. Daarover spant
hij zich zelf thans in en zoo noodig, zal hij
niet voor krasse maatregelen terug deinzen.
Bij de afdeeling „Kunst en Wetenschap
pen" bepleit Dr. M 11 e r (R.-K. nog eens
behartiging van de belangen van werklooze
kunstenaars, terwijl hij er verder over klaagt
dat men niet voldoende zorgt voor behoor
lijke vertegenwoordiging van onze religieuse
kunst op de Parijsche tentoonstelling 1937.
Maar dan moet de Regeering ook voor ad
vies bij de hiervoor aangewezen katholieke
organisaties terecht komen 90 pet. der
Nederlandsche religieuse kunst is katholiek
Mr. Boon (lib.) keurt af, dat er in ons
archiefwezen te veel met vrijwillige, niet-
bezoldigde, krachten wordt gewerkt. Gebrek
aan geld, is ook hier het troostelooze ant
woord van den Minister, die eigenlijk het
zelfde bezwaar ontmoet, t.a.v. de werklooze
kunstenaars. De kwestie van de- vertegen
woordiging der R.-K. kunstenaars-organisa
ties zal de Minister nog eens met Dr. Möller
in een onder-onsje nagaan. Z.h.st. neemt de
Kamer de heele begrooting aan, waarna we
Sinterklaasversjes konden gaan maken.
E. v. R.
GOEDKOOPE KERST- EN NIEUWJAARS -
TELEGRAMMEN EN -GESPREKKEN.
Evenals vorige jaren biedt de P. T. T.-
dienst weder de mogelijkheid tot verzending
van extra-goedkoope Kerst- en Nieuwjaars-
telegrammen (van 14 December tot en met
6 Januari) en tot het voeren van dito ge
sprekken (van 21 December tot en met 4
Januari)Algemeene voorwaarde is, dat de in
houd van telegram of gesprek betrekking heeft
op het Kerstfeest, c.q. de jaarwisseling.
TWEEDE KAMER
Pleidooi voor instandhouding van de
Kweekschool te Oostburg.
Tweede Indische delegatie in
ons land.
Van den Sultan van Jogjakarta
Ter bijwoning van het huwelijk van de
Prinses.
Met den D-trein, welke om 8.02 aan het
Staatsspoorstation te 's Gravenhage arri
veert, is Vrijdagavond de tweede deputatie
uit Ned. Indië, afgevaardigd door Z. H. den
Sultan van Jogjakarta in verband met het
huwelijk van Prinses Juliana in de konink
lijke residentie aangekomen.
Van deze deputatie maken deel uit de
oudste dochter van den Sultan, de Ratoe
Pembajoen met haar echtgenoot Pangeran
Ario Pakiningrat en de zoon van den Sultan
Pangeran Ario Poeroebojo, kapitein bij den
generalen staf van het Kon. Ned. Indische
leger. Dit gezelschap is, evenals dat van den
Mangkoe Negoro, met den Mamix van Bata
via naar Genua gereisd, maar heeft enkele
dagen aan de Riviera vertoefd.
De eerste, die uit den trein stapte was de
Pangeran Ario Poeroebojo. In de wachtkamer
had de officieele begroeting plaats.
Na daar enkele oogenblikken verwijld te
hebben begaf de deputatie, waarbij zich ook
gevoegd had de heer H. J. van Mook, hoofd
ambtenaar bij het departement van econo
mische zaken in Nederlandsch-Indië met
verlof, die aan de delegaties, met uitzonde
ring van die van den Mangkoe Negoro is toe
gevoegd, en die het gezelschap tot Utrecht
tegemoet was gereisd, per auto naar haar tij
delijk verblijf in den Haag.
DE ST. NICOLAASVERRASSING VOOR
GEPENSIONNEERDEN DER K. H. L.
AMSTERDAM, 4 December. Hedenmorgen
is op het kantoor van den Koninklijken Hol-
landschen Lloyd aan de Oostelijke Handels
kade de uitbetaling begonnen van een gedeelte
van het tegoed dat de gepensionneerden van
den K. H. L. hebben.
Deze uitbetaling geschiedde door de B. E.
N. A. S., als voorschot op het tegoed der ge
pensionneerden als concurrenten-crediteu
ren in den boedel van den K. H. L. en moet be
schouwd worden als de St. Nicolaas verrassing,
waarover de minister in de Kamer heeft ge
sproken.
Het bedrag, dat wordt uitbetaald, komt over
een met vier maanden pensioen.
Collectieve arbeidsovereen
komsten.
Wetsontwerp tot algemeen verbindend en
onverbindend verklaring ingediend.
Ingediend is- een wetsontwerp tot het alge
meen verbindend en onverbindend verklaren
van bepalingen van collectieve arbeidsovereen
komsten.
Aan de memorie van toelichting wordt het
volgende ontleend:
De minister van sociale zaken heeft, na
zijn optreden, aanvankelijk gemeend, bij het
treffen van een regeling op het gebied van
de verbindendverklaring van collectieve ar
beidsovereenkomsten zich in zooverre te moe
ten beperken, dat niet de loonen, maar wel
andere bepalingen van collectieve arbeids
overeenkomsten zich in zooverre te moeten
beperken, dat niet de loonen, maar wel andere
bepalingen van collectieve arbeidsovereenkom
sten zouden kunnen worden verbindend ver
klaard. Hij heeft, overeenkomstig de door
hem gedane toezeggingen, de mogelijkheid
daarvan nader onder de oogen gezien. Daarbij
is hij tot de overtuiging gekomen, dat op
deze wijze een oplossing, welke voldoenden
steun biedt aan het instituut van de col
lectieve arbeidsovereenkomst, niet verkregen
kan worden. In het thans aangeboden wets
ontwerp is daarom de mogelijkheid tot ver
bindendverklaring van bepalingen, welke op
de loonen betrekking hebben niet uitgesloten
De collectieve arbeidsovereenkomsten zijn
naar het oordeel van de regeering, voor den
behoorlijken gang van het bedrijfsleven, het
bevorderen van de samenwerking tusschen
werkgevers en arbeiders en het scheppen van
redelijke arbeidsvoorwaarden van zoo groote
beteekenis gebleken, dat het wegruimen van
belemmeringen, die haar verdere ontwikkeling
in den weg staan, van groot maatschappelijk
nut is te achten.
VERLENGING VAN DE KORTING OP DE
INDISCHE PENSIOENEN.
Ingediend is een wetsontwerp verlenging
van de tijdelijke korting op de Indische pen
sioenen. Voorgesteld wordt de werkings
duur van de huidige wet, welke tot 1 Januari
1937 loopt, te verlengen tot 1 Mei 1937.
Dit wetsontwerp is ingediend, omdat het
aanhangige ontwerp van wet tot herbereke-
ning van Indische pensioenen zeer waar
schijnlijk niet vóór 1 Januari tot wet zal kun
nen worden verheven. Een bepaling is opge
nomen, dat zij, wier pensioenen door de herbe
rekening zouden stijgen, deze verhooging met
terugwerkende kracht tot 1 Januari 1937 uit
gekeerd zullen krijgen.
Bij land-, zeemacht en
Indische leger.
De Staatscourant van Vrijdag be
vat de volgende Koninkl. Besluiten:
Wij, Wilhclmina, bij de gratie Gods,
Koningin der Nederlanden enz., heb
ben goedgevonden en verstaan:
den aanstaanden gemaal van onze
beminde dochter Hare Koninklijke
Hoogheid Prinses Juliana, Zijne Door
luchtige Hoogheid Prins Bernhard
van Lippe-Biesterfeld, te benoemen
tot luitenant ter zee 1ste klasse (ka
pitein) a la suite van de Koninklijke
marine, en tot kapitein (ritmeester)
a la suite van de Koninklijke land
macht.
Onze minister van defensie is be
last met de uitvoering van dit besluit,
waarvan akte zal worden gezonden
aan Zijne Doorluchtige Hoogheid
voornoemd en dat voorts in afschrift
zal worden medegedeeld aan den
Raad van State, aan de Algemeene
Rekenkamer en aan den chef van ons
Militaire Huis.
Bij Koninklijk Besluit van 4 De
cember 1936 no. 17 is aan Zijne Door
luchtige Hoogheid Prins Bernhard
van Lippe-Biesterfeld de titulaire
rang verleend van kapitein (ritmees
ter) bij het Koninklijk Nederlandsch-
Indisch legen
Regeling auto-personenvervoer
Spoedig wetsontwerp te
wachten.
De kwestie van Amerikaansche vliegtuigen bij
de K. L. M.
DEN HAAG Vrijdag.
De nacht brengt den wijzen raad. Aldus een
van de oude Grieken afkomstige spreuk. De
leider van de Nederlandsche Communisten
had gemeend haar te kunnen waar maken,
door tusschen Donderdagavond en Vrijdag
morgen, toen de meeste afgevaardigden in
Morpheus' armen lagen, maar hij zich nog in
's lands vergaderzaal op zijn post bevond, een
een plechtige verkla
ring af te leggen, die
hierop neerkwam, dat
de communisten hun
standpunt t.a.v. de fi-
nancieele gelijkstelling
van openbaar en bij
zonder onderwijs ver
vullen. Zij zullen hun
vroegeren strijd tegen
die gelijkstelling sta
ken. Dit om aldus het
samengaan van alle
democraten tegen het
fascisme te vergemak- Dr. B w Moll.r
kelijken. Op plechtig -
vermakelijke manier kondigde Mr. v. D ij k e n
(a.r.) hierop aan, dat de verklaring van den
communistischen fractieleider, die overigens
volkomen ingaat tegen doel en beginselen van
het communisme, geen verandering zal teweeg
brengen in het standpunt der anti-revolutio
nairen. Mi'. Wester man (nationaal) kreeg
het met den heer Wijnkoop aan den stok, aan
gezien hij dezen, in verband met z'n verkla
ring, vertegenwoordiger van Sovjet-Rusland
noemde. Bom. Persoonlijk feit. De heer Wijn
koop verwees naar zijn door de Kamer goed
gekeurde geloofsbrieven, waaruit blijkt dat hij
geen vertegenwoordiger van een vreemde mo
gendheid. maar van het Nederlandsche volk
is. Mr. Westerman nam hiervan acte, trok dus
z'n woorden in, er echter aan toevoegende, dat
sommige Wijnkoopsche uitlatingen hem wel
eens anders hadden doen denken!
De heer Kersten (St. Ger.) had het weer
te kwaad met de kloosterlingen. Reeds het be
noemen van hen tot onderwijzers acht hij
principieel ontoelaatbaar. Een gruwel was hem
natuurlijk ook, dat met behulp van overheids
geld, door de „kloosterscholen" ontvangen ook
be "'en in die scholen worden aangekocht.
Schending derhalve
aldus dit lid van het
gebod „Gij zult u geen
IIP* *11111 gesneden beeld of ge
lijkenis maken." Ten
slotte drong spr. er met
klem op aan, dat Pro-
testantsehe onderwij -
zers bij onderwijzers
examens niet onder het
mes van Roomsche
examinatoren zullen
komen!
Een niet heel pret-
nootje bracht de heer
Ter Laan (s.d.) in
h. debat, toen hij te kennen gaf, dat outf
it ister Marchant zich tijdens z'n Minister
schap, vermoedelijk tengevolge van de zich toen
bij hem voltrekkende wijziging van levens- en
godsdienstovertuiging (overgang naar de R. K.
Kerk) had laten beheerschen bij het door hem
ten voordeele van het bijzonder onderwijs
gevoerde beleid. Met kracht kwamen zoowel
Mr. Jo ekes (v.d.) als Dr. Möller (R.K.) te
gen een dei-gelijke betichting in het geweer.
Deze laatste spreker brak een lans voor meer
cultureels opvoeding- bij het geschiedenis
onderwijs. Hoe erg het vroeger wel is geweest
kregen we op hoogst koddige manier te hoo
ien. Aardig was ook de anecdote in verband
met 's heeren Kersten's afschuw van beelden
voorgedragen van 'n Amsterdamschen jon
gen die op Thorbecke's standbeeld „Aanzien
doet gedenken" schreef, waarna een Room
sche jongen er onder zette „Als aanzien ge
denken doet, Dan zijn de Paapsche beelden
goed."
Eindelijk kwam Müiister Slotemaker de
Bruine aan het woord. Het ontslag der ge
huwde onderwijzeressen is gebaseerd op een
wet, welke den bewindsman een taak heeft
opgedragen, die zich in menig opzicht niet voor
objectieve beoordeeling leent. In den breede
verdedigt de Minister zijn beleid op dit punt.
Ware de wet, gelijk die verleden jaar aan
hangig werd gemaakt, aangenomen dan zou
Minister Slotemaker bereid zijn geweest ver
goeding toe te kennen zooals de aangekon
digde motie van mevr. de V r i e sB ruins
vraagt aan de onderwijzeressen die ontsla
gen worden. Overigens kon hij er op wijzen,
dat de gezinsomstandigheden ten volle in aan
merking zijn genomen. In tal van opzichten
is daarmee rekening gehouden. Daarnaast ie
'n motie-de Vries—Bruins onnoodig en onge-
wenscht.
Van den nood der jonge, werklooze onder
wijzers voor wie een aantal afgevaardigden
het hadden opgenomen, is de Minister ten
volle overtuigd. Maar daaraan valt er juist
alles te zeggen voor beperking van de onder
wijzers-opleiding en voor de opheffing van
18 kweekscholen.
De veelvuldig gecritiseerde opheffing van
de kweekschool te Oostburg beteekend wer
kelijk niet, dat Den Haag dat arme Zeeuwsch
Vlaanderen zou vergeten, gelijk spr. nader
aantoonde, terwijl hij er ook op kon wijzen,
dat tot die opheffing besloten is in overleg
met den Onderwijsraad.
Nadat de Minister allerlei puntjes had be
sproken en o.m. invoering van 't landbouw-
verlof ongewenscht had genoemd, kwam ook
hij tegen de opmerking van den heer Laan
op. als zou Minister Marchant zich bij z'n
concentratiebeleid door z'n R.-K. gevoelens
hebben laten beheerschen. Wat de gevallen
betreft van opgeheven operibare scholen, die
misschien weer hersteld moeten worden,
kon de Minister meedeelen, dat er schot zit
in het daarover aan den gang zijnde onder
zoek.
Terwijl mevr. de Vries-Bruins het na
's Ministers uiteenzetting maar beter vond
haar motie in haar taschje te houden, haal
de mevr. Bakker-N or t er juist een ten'
'behoeve van de Oostburgsche kweekschool
voor den dag. Doch haar fractie-leider Mr.
Joekes verzocht den Minister te willen
toezeggen de zaak nog eens ernstig te over
wegen en met den Onderwijsraad te over
leggen in welk geval het beter zou zijn, de
motie in te trekken ten einde een onzuivere
stemming te voorkomen. Die toezegging ont
snapte echter niet aan de ministerieele lip
pen, zoodat mevr. Bakker-Nort haar nog een
beetje gewijzigde motie, handhaafde. Daar
over zal de Kamer Dinsdag stemmen.
Mr. Boon (lib.) greep den post ten be
hoeve van de Padvinders-Wereld-Jamboree
aan om den Minister dringend te verzoeken
het noodige te doen. opdat er een einde zal
komen aan de befaamde ruzie onder de on-
oi'ganisatorisch te werk gaande organisato
ren.
Aan de Memorie van Antwoord bv..reffende
de begrooting van het Verkeersfonds, wordt
het volgende ontleendi:
Blijkens paragraaf 47 der wet van 29 Nov.
1935, wordt de daar omschreven bevoegdheid
der Kroon tot regeling van vervoeraangelegen-
heden bij algemeenen maatregel van bestuur
niet uitgeoefend dan na raadpleging van de
centrale commissie van advies en bijstand
voor het verkeersfonds. Waar het een uiterst
ingewikkelde materie betreft, is langdurige
voorbereiding onvermijdelijk. Onlangs is van
de commissie een voorstel ontvangen omtrent
regeling van auto-personenvervoer, het ont
werp van een algemeenen maatregel van be
stuur. waaromtrent het advies van den Raad
van State is ontvangen, zal spoedig zijn be
slag kunnen krijgen.
Voorts stelt de minister zich voor to bevor
deren, dat zoo spoedig mogelijk een wets
ontwerp wordt voorbereid, ter vervanging van
dezen algemeenen maatregel van bestuur.
De minister hoopt, dat een regeling van het
goederenvervoer, welke door de commissie
wordt voorbereid, binnenkort zal kunnen tot
stand komen. Hij acht neit uitgesloten, dat
deze reeds dadelijk in bedoeld wetsontwerp
zou kunnen worden opgenomen.
De regeering kan op grond van de beschik
bare gegevens, de meening, dat het terugloo-
pen van het aantal auto's een gevolg zou zijn
van te zwaren belastingdruk op het benzine-
motorverkeer, niet deelen. Naar hare meening
is de economische crisis hoofdoorzaak.
Zoolang niet blijkt, dat het verbruik van
benzine in sterke mate den ongunstigsten in
vloed ondervindt van de prijsstijging tenge
volge van monetaire maatregelen, bestaat
voor verlaging van de benzinebelasting, welke
een specifiek recht is, dat door depreciatie van
den gulden niet gestegen is, weinig grond.
Vervanging van de belastingen door enkel
voudige heffing op benzine verdient geen
aanbeveling.
Overwogen v/ordt de mogelijkheid, de mo
torrijtuigenbelasting ook per maand of per
twee maanden te betalen.
Naar de meening van den minister bestaat
niet voldoende grond om de motorrijtuigen
belasting te verlagen voor motorrijtuigen, die
niet dan binnen een beperkt gebied gebruikt
worden.
Het ligt in het voornemen geheel of gedeelte
lijk op rijkskosten ook andere bruggen dan
die, welke begrepen zijn in het plan tot ver
snelden bruggenbouw, uit te voeren. Als zoo
danig kunnen worden vermeld de brug over
de Dieze te 's-Hertogenbosch en de Hoornbrug
te Rijswijk. In daarvoor in aanmerking ko
mende gevallen zal het rijk het aanleggen van
tunnels en het verbetoren van traversen door
bebouwde kommen bevorderen, terwijl binnen
kort de indiening van voorstellen aan de sta-
ten-generaal mag worden verwacht in ver
band met de financiering van tertiaire wegen.
Dat van een derde vijfjarig werkplan voor
den wegenbouw zou zijn afgezien, berust op
een misverstand.
Wat de interne gezondmaking van het spoor
wegbedrijf betreft zal de minister met. kracht
blijven streven naar verdere bezuiniging en
versobering.
Het ligt in de bedoeling tien districten van
de rijksverkeersinspectie in te stellen, met de
leiding waarvan rijksinspecteurs van het ver
keer worden belast, welke zooveel noodig wor
den bijgestaan door adjunct-inspecteurs.
De administratieve ambtenaren van het
Rijkstoezicht op de spoorwegen kunnen naai
de rijksverkeersinspectie overgaan, terwijl het
in de bedoeling ligt om de nieuwe ambtenaren
hetzij op arbeidscontract, hetzij in tijdelij-
ken dienst aan te stellen.
Hoewel ook de minister betreurt, dat het
subsidie aan de K. L. M, nog niet op een lager
bedrag kan worden geraamd dan voor de
jaren 1935 en 1936, moet echter in aanmer
king worden genomen, dat het luchtnet, het
welk door de K. L. M. wordt geëxploiteerd in
omvang en belangrijkheid voortdurend toe
neemt.
De tot dusverre door de K.L.M. gevolgde
gedragslijn waarbij deze maatschappij steeds
kon beschikken over de beste vliegtuigtypen
welke geproduceerd worden, terwijl hare oude
vliegtuigen tegen behoorlijke prijzen aan klei
nere ondernemingen verkocht werden, geeft
den minister geen aanleiding tot ongemoeid
omtrent het financieele beheer van de I
in dit opzicht.
Ook de minister zou er de voorkeur aan ge
ven. indien de K. L. M. zich minder op de
Amerikaansche vliegtuigindustrie zou behoe-
I ven te oriënteeren. De regeering zal niet na
laten, waar mogelijk, de belangen van de Ne-
derlandsche vliegtuigindustrie te bevorderen.
„Zou dat de goede daad van den dag zijn?"