Lintbebouwing wordt geregeld RT 'ireo/t Dader van roofmoord aangehouden? Zaterdag worden Noord en Zuid nauwer verbonden Nieuwe Moerdijkbrug wordt in gebruik genomen. Belangrijke economische gevolgen. WOENSDAG 9 DECEMBER 1936 HAARDE M'S D A G B E A D 3 TWEEDE KAMER Binnen een paar dagen zal een voorstel het licht zien. Octrooi Nederlandsche Bank gewijzigd. De venters bij het Staatsvisschers- havenbedrijf te IJmuiden. Verr. a DEN HAAG Dinsdag. Met één stem meerderheid f3938) werd de motie van mevrouw Bakker-Nort (v-d.), die ten doel had Minister Slotemaker te bewegen alsnog terug te komen op de op heffing van de Rijkskweekschool te Oost burg aangenomen. De linkerzijde plus de Staatk. Gereformeerden, Ds. Lingbeek (Herv. Stp.) en de chr.-dem. v. Houten behaalden al dus de overwinning. Maar het blijft de vraag, of Oostburg reden heeft zich hierover te verheugen, want wat de Minister de vorige week opmerkte, doet vermoeden, dat hij de opheffing zal hand haven, aangezien die past in het geheele kader van de ten deze getroffen maatrege len. Het wetsontwerp in zake het gewijzigde octrooi der Neder landsche Bank ging er thans zonder hoofdelijke stemming door. Veertien dagen geleden had Minister Oud, toen de Kamer een paar wenschen op haar hart bleek te hebben, aanhouding verzocht. Hij moest alvorens die verlangens te bevre digen toch nog eerst eens overleg plegen met den President-Directeur der Bank, Mr. Trip. Thans kwam het jawoord in den vorm van enkele in het ontwerp nog aangebrachte ver anderingen. Daardoor zal nu de termijn ge durende welke het octrooi, nadat .opzegging heeft plaats gehad, nog blijft doorloopen tot 3 jaar beperkt zijn: Ir. v. d. Waerden, die een amendement had, dat dezen termijn op 2 jaar gesteld wilde zien, mocht wel niet heelemaal voldaan zijn, tenslotte nam hij met deze regeling genoegen zoodat hij z'n amendement introk. Verder zullen nu in geval van opzegging van het octrooi van de eerste 10 millioen reserve de Staat en de Bank elk de helft krijgen en van de rest de Staat 3/4, de Bank 1/4. Bij de algemeene beschouwingen over Waterstaat drongen o.m. de heeren E b e ls (v.-d.) en K r ij g e r (c.-h.) aan op spoed met het toegezegde ontwerp inzake de lint bebouwing. Voorts hoorden we pleidooien voor een goede regeling van het toezicht op het wegverkeer en op strenge straffen voor verkeersovertredingen. Wat de kwestie van de lintbebou wing betreft kon Minister v. L i d t h de Jeude de Kamer verblijden met de mededeeling dat het verlangde voorstel binnen enkele dagen het licht zal zien. Verder zal hij eerst eens aanzien of de pas verzwaarde straffen voor verkeersovertredingen voldoende uitwerking zullen hebben, terwijl de Minister er voorts op wees, dat te verwachten valt, dat de sinds kort ingestelde Rijks-verkeersinspec- tie het toezicht op het verkeer vol doende zal waarborgen. Er is thans een ton voor uitgetrokken en nu moet men maar eens zien, hoever men daarmee zal komen. Bij de afdeeling „Waterstaat" vangt als gebruikelijk het heen-en-weer getrek door ons lieve vaderland aan. Zoo vertoefde de v. d. E b e 1 s in Overijsel, toen hij het had over het proces dat tegen het waterschap Herfte gaande is in verband met door het voorloopig bestuur gesloten geldleeningen. Boven een beslissing door middel van regle- ments-herziening verkiest spr. (die hierin later bijval kreeg van Mr. v. Dijke (a.-r.) een rechterlijke uitspraak, waarna hij naar de Wadden-eilanden en met name naar Ameland trok. De jongste stormen hebben duidelijk de noodzaak van verbeteringen aangetoond. Ook de heer L o u w e s vond dat daar te weinig voor de zeeweringen wordt gedaan. De heer K rij g e r (C.h.) Ls dankbaar, dat de Minister de gronden aan de Buurserbeek binnen het gebied van 't waterschap van de Schipbeek heeft ge trokken, waardoor 't mogelijk is groote ver beteringen in de af watering aan te bren gen. Met een spronge tje komt deze afgevaar digde dan bij de in loophavens in Zeeland terecht, d.w.z. hij den aanleg daarvan, waarmee hij nu gaarne een begin gemaakt zou zien. Dit in verband met den veerdienst over de Westerschelde naar Kruin ingen. Nadat de heer v. Baren (a.r.) de aan dacht gevestigd heeft op de groote ellende welke vooral de kleine eigenaren dikwijls on dervinden van de al te rigoureuze inning van waterschapslasten reist Ir. Bongaerts (R.K.) naar den voormaligen Heugenschen overlaat, in Zuid-Limburg waar zich moeilijk heden met de opruiming van bcomen en heggen voordoen. De Minister had het na den eten makkelijk. Hier een vriendelijke opmerking, daar een ge ruststellende verzekering en klaar was minis ter v. Lidth de Jeude. Want op zijn beleid had men feitelijk geen enkele aanmerking van be- teekenis uitgeoefend. A.'les te samen genomen had trouwens het heele „debat" niet veel om het lijf gehad. Er zij dan ook, waar we ove rigens in hoofdzaak een mondelinge uitgave J. M. Krijger Jr. (Chr.H.) van de Memorie van Antwoord aanhoorden, zoodat verwijzing naar dat stuk voldoende is, alleen aangestipt, dat er volgens den bewinds man voor ongerustheid over de duinen op Ameland geen reden bestaat. De storm heeft er wel een beetje huis gehouden, maar zoo heel erg toch niet. De duinen worden daar goed onderhouden. Het Rijk besteedt daarvoor jaarlijks zelfs 579 gulden per K.M., d.w.z. op een na het hoogste bedrag in heel 't land voor duinherstel uitgegeven; ook zorgt het behoor lijk voor de zeedijken. Wat de inloophavens in het Zeeuwsche be treft, moesten de heeren bedenken, dat die kwestie wat lang duurt, doordat o.m. ook de afdeeling loodswezen gehoord moet worden in verband met het feit dat de scheepvaart op Wester- en Ooster-Schelde nogal gevaarlijk is. Bij het mijnwezen ook weer de gewone klan ken (de heeren K r ij g e r, v. D ij k, A m e 1 i n k, Drop, v. d. Waerden en de Limburgers Bongaerts en Hermans) met de be kende punten: saneering van den kolenhandel en „ordening" in het mijnbedrijf. In mijn werk-geverskringen neemt de sympathie voor het denkbeeld om in plaats van de contact commissie een Bedrijfsraad in het leven te roe pen meer en meer toe. De Minister deelt die zienswijze, staat zelf evenmin afkeerig tegen over deze gedachte. De saneering meent hij thans gerust aan belanghebbenden zelf te kunnen overlaten, nu er een marge is tusschen kost- en ver koopsprijs. Overigens kan men er staat op maken, dat tegen eenzijdigheid in dezen ge waakt wordt, wat mogelijk is doordat de Re geering, indirekt, een woordje mee kan spre ken. n.l. via de staatsmijnen, die immers ook partij bij de zgn. kolenconventie zijn. Opnieuw kan de Minister nog eens betoo- gen, dat in zekeren zin het rapport-Verschuur over heel den toestand in het mijnbedrijf door de feiten achterhaald is, dank zij de daar ge lukkig ingetreden opleving. In verband met het staatsvisschersha ven- bedrijf had Ir. v. Dis (Staatk. Ger.) uiting gegeven aan de vrees van de venters, dat zij nu zij van den afslag geweerd worden, de visch te düur zouden moeten betalen. Mi nister v. Lidth zag de zaak niet zoo somber in, wees er op, dat de Directeur van het be drijf alleen tot die we- xr- g. n. ran dï« ring was overgegaan omdat er bij den afslag te weinig plaats is. Volgens den Minister behoeven de venters niet beducht te wezen, dat zij door dezen maatregel gedupeerd zullen worden. Nadat Waterstaat en aanhang er z.h.st. door was, kwam waarlijk nog heel laat de begroo ting van het Verkeersfonds aan de orde. Daar over morgen nog iets. E. v. R. Rijdt niet in file op gladde wegen. Waarschuwing van de K. N. A. C. In verband met de gevaren welke de automobilisten in dezen tijd loo- pen bij plotseling opvriezen van we gen, welke kort te voren nog nat wa ren, acht de K. N. A. C. het nuttig vooral te wijzen op de gevaren, voort vloeiende uit de gewoonte van velen om in file te rijden. In vele gevallen wordt vooral bij avond, wanneer men voor een gesloten spoorwegovergang of brug heeft moeten wachten, een file gevormd, waarbij de auto's vlak achter elkander blijven rijden. Het is duidelijk, dat daarin groote geva ren schuilen, omdat wanneer een der voorste wagens plotseling moet rem men en zou slippen de daarachter rijdende bestuurders vrijwel niet meer in staat zijn een botsing te voorkomen. De K. N. A. C. maant dus nogmaals tot uiterste voorzichtigheid. Iwijd 7.oo mei! Een snelwerkend en succesvol mid del bij aandoe ningen der adem halingsorganen, verkoudheden, ca tarrh, kinkhoest, bronchitis en griep. Onmiddellijk merkt U verlichting! Flacons a fl.50 en 90 ct. (Adv. ingez. Med.) Amsterdamsche politie meent den man in handen te hebben. De Amsterdamsche politie heeft in den afgeloopen nacht te om streeks twee uur op een bovenhuis in de Jordaan den vermoedelijken da der gearresteerd van den mysterieu- sen moord met berooving, welke de zer dagen in de groote Bickerstraat aan het licht is gekomen. De gearresteerde is de 28-jarige man, wiens opsporing door de politie was verzocht. AAN BLOEDVERGIFTIGING OVERLEDEN Het zestienjarige dochtertje van de fami lie W. te Beek (L.) is eenige dagen geleden zoo onvoorzichtig geweest een puistje open te krabben. Dinsdag is het meisje te Sittard tengevolge van de daardoor ontstane bloed vergiftiging overleden. Het Vorstelijk Huwelijk. Van de afgestane plaatsen moet opgave worden gedaan. De burgemeester van 's Gravenhage heeft in verband met het voorgenomen huwelijk van prinses Juliana en prins Bernhard van Lippe-Biesterfeld bepaald: 1. Dat ieder, die ter gelegenheid van de trouwplechtigheid eenige plaats in of ruimte van een woning, perceel, kamer of ander vertrek, werk- of bergplaats of gebouw, ge legen aan- of uitzicht gevende op den weg, dien de bruidstoet zal volgen, afstaat of heeft afgestaan, al of niet tegen betalen, verplicht is hiervan ten spoedigste schriftelijk mede deeling te doen aan den hoofdcommissaris van politie, onder opgave van de namen, voornamen, geboortedatum, nationaliteit en woonplaats van de personen, die van de af gestane ruimte gebruik zullen maken. 2. Dat de bevelen der politie, te geven in 't belang van de openbare orde en veiligheid, terstond zullen moeten worden opgevolgd. Ter nadere toelichting van bovenstaande bekendmaking van den burgemeester kan nog worden medegedeeld, dat zij die kijk plaatsen in gebouwen gehuurd hebben of bij kennissen den stoet zullen gadeslaan, recht streeks van de politie een kaart zullen ont vangen. Op vertoon van deze kaart worden zij in de gelegenheid gesteld het desbetref fend perceel te bereiken. Op welk tijdstip men uiterlijk in dit perceel aanwezig zal moeten zijn, wordt nader bekend gemaakt. W, ie iets te vragen of aan te bieden heeft, doet dit het best door een advertentie (Groentje) in Haarlem's Dagblad. Dat is door de jaren voor Haarlemmerseen vast en zeer juist besef geworden. Van daar dat 1936 het totaal van 45000 zeker flink zal overschrijden. Maakt U er ook gebruik van? In het Bisschoppelijk Museum. De kleine, provinciale musea hebben tegen woordig iets vóór op sommige groote in de hoofdsteden, waar men de moderner idee van het „levende" museum is toegedaan en waar van tijd tot tijd de inhoud van een aantal zalen of van een ganschen vleugel soms, ver wisseld wordt of opgeborgen. Het voordeel van die kleinere verzamelingen is dan, dat men er tenminste zeker van is er die zaken te zullen terugvinden, waarvoor men er is heengegaan. In de groote collecties, waar men aan re organisaties der wanden, en aan een zekere bewegelijkheid van het bezit groote opvoed kundige waarde toekent, komt het vaak voor, dat juist het kunstwerk, waarvoor men de reis aanvaardde, in dépot is opgeborgen of aan een andere instelling is uitgeleend. Voor die bewegelijkheid van het kunstbezit is na tuurlijk van alles te zeggen, maar voor de spijkervastheid, die elders betracht wordt kan men ook gevoelen. Iets anders is het, wan neer door uitbreiding van de beschikbare ruimte de vertoonde voorraad kan worden ver groot. Dat is in groote zoowel als in kleine musea toe te juichen. Het Bisschoppelijk Museum in de Jansstraat verkeert in dat ge lukkige geval. De groote suite en kamer na melijk, die gelijkvloers in het voorgebouw ge legen zijn en tot voor kort voor andere doel einden in gebruik waren, zijn vrij gekomen en thans tot gezellige prentenkabinetten om- getooverd, waarin een deel van het prenten- bezit van deze instelling, royaal omlijst, langs de wanden kon worden opgehangen. In vi trines konden nu ook zeldzame en fraaie exemplaren uit de boekerij van het museum toegankelijker worden gemaakt voor den be- i zoeker en door een en ander is dit nu nog veel aantrekkelijker geworden, voor wie in schilder- en prentkunst belang stelt. Wij zul len over die collectie misschien nog wel eens uitvoeriger te praten komen, doch voorloopig er de aandacht op vestigen dat er thans in de Jansstraat ook een interessante verzame ling graphische werken van oude Duitschers, Hollanders en Italianen te bezichtigen is. Werk van Dürer, Lucas etc. zal altijd den liefheb ber kunnen boeien. Uit de schilderijenverzameling hebben wij voor deze aanteekeningen nog al eens mogen putten. En reeds van vroegere bezoeken da teerde onze wensch een zeer mooi schilderijtje uit één der bovenzaaltjes, in het rubriekje van het Haarlemsch kunstbezit op te nemen. Het is de in ovale omlijsting gehouden Geeseling van Christus, aan Thomas de Keyser toege schreven en er bestaat niet het minste be zwaar, die toeschrijving te accepteeren welk kleine werk ik één der aantrekkelijkste bezittingen van het Bisschoppelijk Museum acht. Het is een gaaf stukje zeventiende- eeuwsche peinture. waarvan de sterke teeke- r.ing van de hoofdfiguur opvalt. Er is daarin een gezond realisme aan het woord, dat men later bij modernen als Courbet in zijn naakt figuren, zal terugvinden. Voor den tijd van het ontstaan is de voorstelling ook tamelijk vrij van conventie. De gebogen figuur in den achtergrond, die de roede opraapt, geeft aan het voorgestelde een ongezochte levendigheid. In het koloriet zou men iets van Spaanschen invloed willen zien, in de structuur iets van den beeldhouwer die Thomas de Keyser's vader geweest is. Want tot nog niet zoo heel lang geleden was van Thomas niet veel meer bekend, dan dat hij de zoon van zijn vader, den beroemden beeldhouwer-architect Hendrik de Keyser was. En kon men van Thomas slechts een j reeks zeer fraaie patriciersportretten zich herinneren, die in de laatste dertig jaren zelfs J Cijfers om van te duizelen Den belangrijksten schakel vor mend van de nieuwe verbinding tus schen het Noorden en Zuiden des lands zal de thans voltooide brug over het Hollandsch Diep bij Moer dijk, welke Zaterdag a.s. door de Ko ningin voor het verkeer zal worden opengesteld, tot in lengte van dagen getuigen van het technisch kunnen van den tijd, waarin zij werd ge bouwd. Aan de belangrijke plaats, welke haar kan worden toegekend in de groote prestaties, die in den loop der jaren door Nederlandsche ingenieurs op het gebied der waterbouwkunde verricht zijn, wordt bovendien luister bijgezet door het feit, dat de con structie van dit machtig bouwwerk haar beslag heeft gekregen in een periode van groote economische de pressie, waardoor de moed en het doorzettingsvermogen van den recht- geaarden Nederlander, die ten spijt van den ongunst der tijden niet ver saagt en den blik op een betere toe komst gericht houdt, op treffende wijze worden gesymboliseerd. Technische bijzonderheden. Naar ir. W. J. H. Harmsen, hoofdingenieur directeur van den Rijkswaterstaat in de di rectie bruggen, in het herinneringsboek, dat ter gelegenheid van het feit dezer jongste overbrugging is verschenen, mededeelt, over spant de nieuw Moerdijkbrug (waarvan het werkterrein van de rivier werken, na op 5 April 1933 te zijn aanbesteed, op 20 Februari 1934 voltooid was) het Hollandsch Diep met tien vakwerkbruggen, elk honderd meter lang, waardoor deze geweldige constructie mede de langste brug voor gewoon verkeer in ons land is. Het water, dat, tot aan het tijdstip van den bouw der 600 M. stroomop waarts gelegen spoorbrug, 2 K.M. breed was, is thans tot op de helft van zijn oorspronkelijke breedte te ruggebracht. Bij den aanleg van den spoorweg in de jaren 1869-1872 werd aan den Noordelijken oever een eer ste afdamming over 600 M. gemaakt. Bij de uitvoering van de nieuwe brug werd de rivier door vooruitbrengen van den Noordelijken oever nog maals met 400 M. versmald. De onderbouw bestaat uit 9 pijlers en 2 landhoofden. Deze zijn gefundeerd op palen van gewapend beton, waarvan de punt tot 20 a 22 M. N.A.P. is weggeheid. Het heiwerk werd uitgevoerd binnen kuipen van stalen damwand. welke tot boven den hoogsten wa terstand reikten en die na het voltooien van het bouwwerk onder water werden afgebrand op omstreeks 6 M. NA.P. Na het inheien der palen werd tusschen de paalkoppen onder water een betonkoek gestort, waardoor een dichte, tegen water druk bestand zijnde bodem in de kuip werd verkregen. Na het verharden van dit beton werd vervolgens de put drooggemalen en op veilingen bij Frederik Muller voorkwamen. Dat hij als portrettist hoog gewaardeerd is blijkt uit het feit dat zijn werk gecopieerd werd.Een dergelijke oude copie naar een por tretje van een iid der Fabricius-familie kan men in het Frans Halsmuseum vinden, doch het biedt uit den aard der zaak weinig hou vast ter vergelijking met de Geeseling, waar over wij spreken. Dit laatste werk bevindt zich reeds sinds de jaren zeventig van de vorige eeuw in Haarlemsch bezit toen het door pastoor Gompertz, een kunstminnend geeste lijke dier dagen werd verworven. Thomas de Keyser was, als gezegd, zoon van den Amsterdamschen stadsarchitect Hen- drick de Keyser, werd in die stad geboren en begraven en leefde er van 1596 tot 1667. Hij heeft dus in zijn lange leven een uitgebreid oeuvre kunnen tot stand brengen. Een mono graphic over hem, zooals die over zijn vader wel bestaat, kennen wij echter niet. J. H. DE BOIS. werd aangevangen met het aanbrengen van de fundeeringsplaat van gewapend beton. Daarop werd het pijlerlicnaam. in hoofd2aak bestaande uit stampbeton met een beklee ding van Zweedsch graniet, opgetrokken. De twee pijlerkoppen, waarop de opleggingen van de bruggen rusten, zijn weder samen gesteld van gewapend beton. De ruimte tus schen de twee pijlerkoppen is benut om on der den geheelen bovenbouw van de over brugging twee verrijdbare inspectiewagens te kunnen laten doorloopen. De bovenkanten van de pijlers en landhoofden zijn gelegen op een cirkelboog met een koorde van om streeks 1000 M. en een pijl van 2 M.: de doorvaarthoogte onder de brug varieert dien tengevolge van 7 M. aan de uiteinden tot 9 M. in het midden. De 10 overspanningen, te zamen wegende omstreeks 8.500 000 K.G.. zijn binnen een tijdsruimte van ongeveer 18 maanden ge monteerd en geplaatst. Nadat een overspan ning op de bouwplaats was aangevoerd, be hoefde alleen nog het betondek te worden aangebracht en èenig klinkwerk te worden verricht. Nabij het zuidelijk landhoofd bevindt zich een viaduct in gewapend beton, waarmede de Klaverpoldersche dijk wordt overspan nen. De toegangswegen tot de brug verkrij gen een totoale lengte van bijna 5 K.M., nl. aan de noordzijde 1.2 K.M. en aan de zuid zijde 3.6 K.M. De verharding van den rijweg bestaat ge deeltelijk, vooral in de opritten, uit een klin- kerkeibestrating en voor het overige uit een verharding van hoogovenslakken met een slijtlaag van steenslag. De ter weerszijden gelegen rijwielpaden worden van een betontegelbestrating voor zien. Het is de bedoeling op de toegangswegen van de brug later twee gescheiden verkeers- banen te leggen. Voorloopig wordt met den aanleg van een der banen, breed 6.25 M. vol staan' met uiteraard breedere aansluitingen onmiddellijk bij de brug. Aan de Brabant- sche zijde is de grondslag van het wegli- chaam over een groot gedeelte zeer slap. Het hier verrichte grondwerk was daardoor naar verhouding zeer omvangrijk en tijdroovend. Tenslotte kan gezegd worden, dat geduren de den brugbouw geen tegenslagen van eenig belang zijn voorgekomen. De bouw is vlot en in betrekkelijk korten tijd verloopen, ge heel uitgevoerd door Nederlandsche aanne mersfirma's en. met uitzondering van die grondstoffen, die hier te lande niet worden vervaardigd, geheel met Nederlandsch ma teriaal. Cijfers. Voor wie van cijfers houden moge dienen dat ten behoeve van de rivierwerken totaal verwerkt werden 3.270.000 M3. zand en 20.000 M3. klei. Aan den ondei-bouw werden ver werkt 20.000 M3 beton, 41.000 M. betonpalen, 17.000 M2, stalen damwand, 600.000 K.G. wa peningsijzer, 47.000 M2. zinkstokken, 16.000 scheepston stortsteen en 860 M3. natuur- Wat den bovenbouw betreft, hieraan wer den verwerkt 9.000.000 K.G. staal, terwijl 1.1 millioen klinknagels werden geslagen. Het verfoppervlak bedraagt 100.000 M2. Aan de toegangswegen werden verwerkt 315.000 M3. zand en 16.000 M3. klei. In totaal is met de bouwkosten een bedrag van f 4.300.000 gemoeid geweest. Het verkeer zal wel sterk toenemen. Hoe belangrijk het verkeer over den Moer dijk reeds thans is blijke uit de volgende ge gevens: het aantal auto's, dat door middel van het veer bij Moerdijk werd overgezet, is als volgt: in 1932: 164.753 luxe auto's, en 46.265 vrachtauto's. In 1935: 192.277 luxe auto's, en 49.133 vrachtauto's. Ongetwijfeld is zelfs na de opening van de Moerdijkbrug een veel grootere toeneming van het verkeer te verwachten dan na die van de brug bij Zalt-Bommel. Immers, de verkeersweg over de Moerdijkbrug vormt de voornaamste verbinding van de haven Rot terdam met het zuiden van het land en met België. Economische gevolgen zullen belangrijk zijn. Dat van de opheffing van de natuurlijke scheiding tusschen het noorden en. zuiden des lands door de opening van de Moerdijk brug belangrijke economische gevolgen te verwachten zijn. ook internationaal, moge het volgende aantoonen. Industrieel Noord-Brabant, dat de neiging had zich voor het vervoer harer producten over zee meer tot Antwerpen en de andere Belgische zeehavens te wenden dan in het verleden kan. nu ook de handicap van plaats kosten en loodsgelden geheel of gedeeltelijk is weggewerkt, voor de Nederlandsche zee havens herwonnen worden, dank zij de be sparing aan tijd en kosten, die de vaste oeververbindingen opleveren. Naast het terugwinnen van het verlorene zal uiteraard acquisitie van nieuw achter land ten zeerste in de hand worden gewerkt. Te denken is hier aan Noord- en Zuid-T im- burg en het West-Duitsche industrie- en landbouwgebied. Door de nieuwe brug is verder een ople ving te verwachten van het toerisme Wielrijder verleende ffeen voorrang. Doodelijk verkeersongeluk. Dinsdag reed een personen-"'* stuurd door den heer B. uit w-"" richting Zevenhuizen gemeente I-ck Uit een zijweg kwam de 78-jarige w* >r Turksma. landbouwer te Zevenhuizen De man verleende den autobestuurder geen voorrang en werd door de auto gegrepen, hoewel de bestuurder nog trachtte uit te wij ken en hierdoor tegen een boompje reed. De wielrijder werd vrijwel op slag gedood.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 5