De bouw van de beurs te Rotterdam. Voorbereidingen voor 7 Januari.
De Landverrader
Eén der laatste snapshots van de werkzaamheden aan den bouw van de
nieuwe beurs te Rotterdam, die in de toekomst één der fraaiste gebouwen
van de Maasstad zal worden
H. K. H. Prinses Juliana en Z. D. H. Prins Bernhard bij aankomst aan het
Duitsche gezantschapsgebouw te den Haag, waar de Koninklijke familie Dinsdag
een bezoek aan den Duitschen gezant bracht
nieuwd in verband met het aanstaand huwelijk van H. K. H. Prinses
Juliana met Prins Bernhard. Een gedeelte der nieuwe installatie wordt
de kerk binnengebracht
De nieuwe spoorweghefbrug over het in aanleg zijnde kanaal Koe
hoorn—Alkmaar is deze week in gebruik genomen. Deze brug ligt in
de speciaal aangelegde spoorlijn van de groetenveiling te Noord
Scharwoude naar het station aldaar
Een overzicht der aangevoerde exemplaren op de stamboekvee-ten
toonstelling in Agricultural Hall te Londen
De burgemeester van Wateringen, de heer A. J. Verhoeven (met
ambtsketen), vierde Dinsdag zijn 25-jarig ambtsjubileum, bij welke
gelegenheid de jubilaris door zijn gemeente met zang en geschenken
gehuldigd werd
.Hands off our King". Een snapshot
in de omgeving van het Parlements
gebouw te Londen, dat de stemming
der laatste dagen in Engeland
demonstreert
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt door
THEA BLOEMERS.
(Nadruk verboden).
21)
i— Ik ben heel blij dat je het gedaan hebt,
hoor. Maar ik houd van veranderen en dan
moet je mij weer behulpzaam zijn.
Het vooruitzicht om mee te mogen meu
bels uitkiezen, stemde Daisy vroolijk
en ze verklaarde zich heel ingenomen met
het voorstel.
Na een half uur verscheen gravin Bo
rough-bridge aan den eersten maaltijd in
haar stamslot. Behalve de notaris en de ma
joor zat niemand mee aan.
In stilte wenschte Gladys zich het gezel
schap van Mary. De heeren aten zwijgend
en namen geen notitie van elkander.
Om de stilte, die eenigermate pijnlijk werd,
te verbreken, vroeg de gastvrouw, of de no
taris het slot reeds eerder had gezien.
Neen, mylady. De zaken, die ik de eer
had voor uw heer grootvader te moeten be
handelen, werden steeds besproken op mijn
kantoor in Londen.
TJ moet mij maar veel van mijn groot
vader vertellen, noodigde Gladys den ma
joor uit. U hebt hem immers heel goed ge
kend?
Dat heb ik, bromde de majoor en hij
liet zijn hand in zijn borstzak dalen. Hij
haalde er een portefeuille uit en liet den
brief zien. dien de oude graaf Borough-
bridge uit Madrid hem geschreven had en
waarin hij hem verzocht ook na zijn dood
het beheer over zijn goederen, alsmede de
voogdijschap over zijn kleindochter op zich
te willen nemen.
De brief werd zoowel door Gladys als door
den notaris met belangstelling gelezen.
Ik ben altijd de vertrouweling van graaf
Edward geweest, snauwde de majoor. Be
halve natuurlijk meneer Branton, die niet
minder. Na deze woorden barstte hij in een
vervaarlijk gelach los.
Gladys keek hem met onverholen verba
zing aan.
Neemt u me niet kwalijk, mylady wij
oudgedienden praten nu eenmaal als kanon
nen en lachen als heele batterijen. Let u er
alsublieft niet op, het is een vervelende ge
woonte van mij, maar ik ben te oud om ze
af te leer en.
Gladys bracht het onderwerp van gesprek
op iets anders Ze vroeg den majoor of het
juist was, dat hij haar kamers had inge
richt en of deze inderdaad veel overeen
komst vertoonden met die der familie Ha
milton.
Toen de heer Peacock op beide vragen be
vestigend antwoordde, kon de notaris een
glimlach niet bedwingen, maar gelukkig
wérd het alleen door Gladys opgemerkt, die
zich haastte hetzelfde aan den majoor te
zeggen, als ze Daisy had verklaard.
Na de lunch nam de heer Branton af
scheid. Hij drukte Gladys nog eens op het
hart in geval, dat zij zijn bijstand noodig
mocht hebben, onverwijld naar Warwick
Lane te komen.
Gladys beloofde het gaarne en bracht hem
tot aan haar eigen auto, waarmede zij haar
raadsman naar het station deed terug
brengen.
ZESDE HOOFDSTUK.
Gravin Boroughbridge had zich na de
lunch onmiddellijk in haar vertrekken terug
getrokken en zich daarna in den loop van
ien middag mer de verschillende personen
iie een leidende functie vervulden in het
dagelijksch beheer van het kasteel, op haar
kamer onderhouden.
Zij had daarbij den indruk gekregen, dat
over het algemeen de menschen geheel voor
hun taak waren berekend, zoodat zij het
bestuur der uitgebreide slothuishoudïng ge
rust aan hen kon overlaten. Zelf zou zij zich
belasten met het geven van algemeene op
drachten en met dagelij ksche aanwijzingen,
die bijzonder van belang konden zijn.
Om te beginnen had zij afgeschaft een
gewoonte die in zwang was gekomen sinds
Boroughbridge niet meer door een lid uit
het geslacht daadwerkelijk werd beheerd, nl.
gebruiken van het avondmaal tegen zes uur
in den avond.
Gladys voerde als regel in, dat voortaan
om half één een warme lunch zou worden
geserveerd, om half vijf zou er een „koude
boterham" worden gebruikt, terwijl om acht
uur gedineerd zou worden.
Haar bevelen wekten niet de minste ver
wondering. Blijkbaar had men wel verwacht
dat de nieuwe meesteres eenige hervormin
gen zou invoeren.
Maar niet alleen met de belangen van het
huis hield Gladys zich bezig. De meeste tijd
verging eigenlijk met het aanhooren der
verschillende klachten en grieven, die de
leden van het personeel, meestal tegen elkan
der hadden.
Met tact legde de gravin eenige oude,
overigens onbeduidende veeten bij en tegen
den avond had zij weer eenige vertrouwde
vrienden meer op haar slot.
Het avondmaal gebruikte zij de eerste
maal alleen. De majoor had zich laten ver
ontschuldigen wegens een zakenafspraak,
die hij te Ashfort had.
Zij had zich Inwendig vermaakt met het
onbewogen gezicht van den buttler Jones,
die de verschillende gerechten opdiende. Ge-
ruischloos droeg hij schalen en borden af
en aan en met kennis van zaken keek hij
toe. dat door de twee dienstmeisjes alles
orecies op tijd werd binnengebracht.
Na hei avondmaal bleef Gladys nog eeni-
gen tijd door de eetzaal drentelen terwijl zij
van een tros druiven snoepte en de collectie
moderne schilderijen, waaronder enkele zeer
kostbare „Gauguin's", bewonderde. Als ter
loops vroeg zij daarbij aan Jones: Is ma
joor Peacock veel voor zaken weg?
Jawel mevrouw zeer dikwijls.
Dus hij eet hier ni^-t vaak?
Neen mevrouw, dat gebeurt maar zel
den.
Gladys kon het zich begrijpen, dat de oude
heer er weinig plezier in had op zijn eentje
hier lederen avond te moeten eten en dus
het smoesje verzon „voor zaken" naar de
stad te moeten; maar of dit wel verstandig
was met het oog op het personeel? Onge
twijfeld maakten de meeste bedienden een
goeden en betrouwbaren indruk, maar hoe-
vele malen is het al niet voorgekomen, dat
men van de afwezigheid van den heer des
huizes of van zijn plaatsvervanger gebruik
maakte om wat al te kwistig met diens geld
en goed om te springen.
Is de majoor gewend op het slot te
overnachten?
Jawel mevi'ouw. Tegen half elf komt
de heer Peacock steeds thuis. Zijn kamers
zijn in de uiterste vertrekken van den lin
kervleugel.
Het is goed Jones. Dank je.
Wenscht mevrouw nog thee boven ge
bracht te hebben?
Dank je. Zeg Daisy alleen, dat zij mij
tegen half elf een warme citroenkwast
brengt.
Het zal gebeuren, mevrouw. Ik wensch
u goeden nacht.
Dank je, Jones. Insgelijks.
Maar toen op het vastgestelde uur het
kamermeisje met den bestelden drank boven
kwam, was de gravin al in diepen slaap ge
zonken.
De gebeurtenissen van den eersten dag
hadden haar blijkbaar toch te veel vermoeid,
om lang wakker te kunnen blijven....
Den volgenden dag, een Zaterdag, ver
scheen Gladys vroeg beneden. Er was nog
nergens een mensch te ontdekken en met
ergernis stelde zij vast, dat om zeven uur
alles nos doodstil in het kasteel wa« <v!i<>er
stond op het binnenplein een der staljon
gens de paarden te borstelen. Maar dat was
dan ook alle „leven" dat waarneembaar was.
Ze besloot te wachten op de dingen die
komen zouden.
Het werd bij half acht, voor zich een sla
perig bediendengezicht vertoonde in de be
nedenvertrekken. De man schrok zóó, dat
hij rechtsomkeerd maakte en terug holde
naar het bijgebouw, dat voor het personeel
bestemd was, om daar iedereen met veel la
waai wakker te gaan maken.
Niemand scheen er rekening mee te heb
ben gehouden, dat gravin Boroughbridge wel
eens niet tot het gilde der langslapers zou
kunnen behooren. In een kwartier tijds was
het een gedraaf en gehol door het gebouw,
alsof de Koning van Engeland in hoogst
eigen persoon dien dag op bezoek zou ko
men. Wit van angst kwam de eerste huis
houdster haar verontschuldigingen aanbie
den. Gladys maakte haar niet veel verwij
ten, alleen deelde zij mede, dat van morgen
af iedereen om half zeven aan zijn dagtaak
moest zijn. Ook Jones, die het ontbijt klaar
kwam zetten, deed mislukte pogingen om
even onbewogen als anders te kijken. In zijn
hart was hij bevreesd voor een hevigen uit
brander. Gladys liet echter ook aan hem
haar ontstemming niet merken maar infor
meerde slechts, hoe laat de majoor gewend
was te ontbijten. Uit de verklaringen van den
buttler begreep zij, dat de heer Peacock zich
des morgens vergenoegde met om elf uur
een kop chocolade te gebruiken. Voor dien
tijd sliep hij. Ze besloot ook hieraan voor
goed een einde te maken en liet Jones den
majoor wekken met de mededeeling, dat de
gravin het zeer op prijs zou stellen, indien
hij haar om tien uur naar het station wilde
vergezellen, want er zouden gasten komen.
Natuurlijk was de majoor om tien uur pre
sent!
(Wordt vervolgd)'.