De Landverrader Groote dijkverzakking FEUILLETON Naar het Engelsch bewerkt door THEA BLOEMERS. (Nadruk verboden). ..27) Gladys merkte het en vroeg: Doet u dat zooveel plezier? Nu, om de waarheid niet te kort te doen moet ik u zeggen, dat de heer Peacock geen uitgesproken sympathie van mij was. En waarom niet? Omdat hij weigerachtig bleef de nieuwe spoorlijn over de gronden van Borough- bridge te laten loopen. Daar geef ik hem groot gelijk in. Montleven zweeg maar kon toch een lich te ontstemming over dit antwoord niet ver bergen. Heeft u zich veel verlaat? vroeg Gladys om het gesprek een andere wending te ge ven. Een groot half uur, onderhand. Als het niet te veel gevergd is, zou ik aanstonds graag even telefoneeren. Ga gerust uw gang. het doet mij genoe gen u van dienst te" kunnen zijn. Ik ben u zeer verplicht: ik hoop. dat de gelegenheid niet lang op zich zal laten wach ten, dat ik u een wederdienst kan bewijzen. Dat kunt u het best, door gevolg te ge ven aan het verzoek, dat u vandaag zal be reiken, Montleven wilde nog iets in het midden brengen, maar Gladys gaf aan den toege- snelden portier order de auto voor te rijden. In de portierswoning telefoneerde Mont leven. dat hij oponthoud had. maar zoo spoe dig mogelijk terug zou komen. De .Cadilac" was inmiddels voorgereden door een der stalknechten, tevens chauffeur, en Montleven kon instappen. Hij draaide een oogenblik en keerde zich naar Gladys. U bewijst mij werkelijk een grooteren dienst, dan u vermoeden kunt, gravin. Wie zou niet graag iemand met zoo'n hopelooze uitdrukking op het gezicht als u daareven hadt, helpen? lachte zij. Zij stak hem haar hand toe. Als eenig antwoord liet de ingenieur zijn besmeurde handen zien. Hij boog en stapte in. Toen de wagen wegsuisde, voelde én hij én Gladys een vaag gevoel van spijt, dat hun handen elkaar niet hadden geraakt. Gladys liep het bordes op. Het kostte haar eenige moeite de auto niet te blijven na kijken. Tante Clare, Mary en Gladys zaten rege lingen te treffen voor het aanstaande bal, dat gegeven moest worden. Maar van het regelen kwam niet veel te recht. Op de eerste plaats hadden tante Clare en Mary niet veel begrip van hetgeen er ge beuren moest, want behalve een bal zou er een driedaagsch jachtfeest worden georga niseerd en dus moest voor logeergelegenheid van de gasten, een veertigtal werden er ver wacht op Boroughbridge, worden gezorgd en vervolgens waren hun gedachten met andere zaken bezig. Tante Clare peinsde veel over haar Lon- densche leven, dat nu voorbij scheen, maar er waren oogenblikken, waarop ze beslist be hoefte had aan een praatje met een van haar oude, vertrouwde buurdames. Ze overdacht, of ze nog niet eens. zoo nu en dan een paar daagjes terug zou gaan Maar of Gladys het goed zou vinden? Mary, die nog erg wit zag en met vrees den nieuwen avond tegemoet za°\ dacht veel aan hetgeen haar overkomen was in de biblio theek. Ondanks het spottend aandringen van den majoor was ze er niet toe te bewegen geweest om overdag nog eens in het vertrek binnen te gaan. Maar nog meer dacht ze aan „hem". Ze miste zoo erg zijn opbeuren den lach; Richard zou haar vast niet kinder achtig vinden, noch gelooven, dat ze zich vergist had. En Gladys? Die dacht aan hetgeen Kate haar gezegd had, over haar vader, haar grootvader en haar grootmoeder en ookover het trou wen. Ze voelde opeens sterk de behoefte aan de krachtige, kameraadschappelijke hulp van een man. Een man, die haar lief had, een man om lief te hebben. Ze verlangde er opeens heel sterk naar. Zoo spon het drietal, ieder voor zich, zijn gedachten verder. Toen het half elf was geworden, stelde Gladys voor naar bed te gaan. Jones bracht de dames nog een glas wijn, en daarna zocht tante Clare, die van alles onkundig was gebleven, haar vertrekken op. Gladys nam Mary weer mee. Deze kon er nog niet toe besluiten om alleen den nacht door te brengen. Maar omdat de gravin nog een plan ten uitvoer wilde brengen, liet ze Daisy haar vriendin nog wat gezelschap houden en ging zelf wederom naar de benedenverdieping. Daar begaf ze zich naar het middenge deelte van het kasteel, liep een aantal gan gen door en stelde zich toen achter een der zware pilaren, die daar het gewelf schoor den, op. Wat ze verwachtte gebeurde. Tegen elf uur verscheen de majoor in de gang met zijn on afscheidelijk koffertje. Zonder de jonge gra vin op te merken, liep hij langs haar heen. Hij ging nog eenige meters verder, bleef staan en schoof daarna, tot onbeschrijfelijke verbazing van Gladys een steen weg. scheen op een knop of veer te drukken en verdween achter den steenen muur die een weinig juist voldoende om een man door te laten, naar binnen was gedraaid. Ze wachtte nog een oogenblik of ze iets verdachts hoorde, toen sloop ze op haar tee- nen weg. Vast besloot ze met niemand hierover te spreken, ook den majoor er niet naar te vra gen. Ze wilde zelf de oplossing vinden. Dat er iets niet in orde was, leek haar nu wel zeker. Maar wat? En waarom? ACHTSTE HOOFDSTUK. De heer Jones, buttler van het kasteel Bo roughbridge, beleefde zijn gloriedag. In zijn vijf-en-twintigjarigen diensttijd had hij nog slechts éénmaal een officieel feest meege maakt en toen bekleedde hij nog de nederige positie van „duvelstoejager". Thans was dit veranderd. Hij was opge klommen tot den voornamen en belangrij ken buttlersrang en zag vandaag een groote verantwoordelijkheid op zijn hoekige schou ders gelegd. Maar hij was voor zijn taak berekend. Zorgvuldig had hij degenen, die aan hem weer ondergeschikt waren, uitgelegd wat zij te doen en te laten hadden, er voor gezorgd, dat de zalen in orde werden gebracht en werden versierd, dat de logeerkamers een „groote beurt" kregen, dat de benoodigde spijzen en dranken werden ingeslagen, kort om, hij voelde zich als ceremoniemeester achter de schermen en was er buitengewoon trotsch op, dat zijn nieuwe meesteres hem duidelijk had laten blijken, dat zijn bevoegd heden ditmaal veel verder reikten dan zij doorgaans in het gewone dagelijksche leven plachten te doen. Drie weken lang had hij dé uiterste zorgen aan de voorbereidingen besteed. Met de gravin zelf had hii alles tot in de kleinste onderdeelen geregeld, hij had haar. 't moest in alle bescheidenheid worden gez°gd. aan verschillende uitstekende denkbeelden ge holpen, die ongetwijfeld het feest "tot eer beurtenis van den eersten rang in de Engel- sche aristocratie zouden verheffen en nu de belangrijke datum eindelijk was aangebro ken, mocht hij eerlijk getuigen, dat, voor zoover het aan hem had gelegen, alles tot in de puntjes in orde was. Hij vreesde slechte dat het onhandig optreden van het vrouwe lijke dienstpersoneel nog een mislukking kon brengen. Daarom liep hij het kasteel met spiedende oogen rond, of alles volgens zijn aanwijzingen en natuurlijk ook volgens die van de graving zelf in orde was ge bracht, of hier of daar nog niet het een of ander moest worden verzet of veranderd, of dat wellicht op het laatste oogenblik nog ingrijpende veranderingen moesten worden aangebracht. De kans bestond immers, dat ter elfder ure nog genoodigden zouden be danken of zouden blijken toch te komen. Gladys zag niet zonder vermaak de be drijvigheid van haar goeden, een beetje ijde- len, Jones aan, maar ze had een goede hulp aan hem en waardeerde zijn ijver. Soms werd het haar wat lastig, als hij met zijn honderden kleinigheden aan kwam zetten en over de nietigste dingen met groo- ten ernst een half uur zou hebben blijven doorpraten, als de gravin hem niet had belet de sluizen van zijn welsprekendheid nog lan ger open te laten staan. Haar hoofd stond heelemaal niet naar bals en partijen en nog minder naar de verwikkelingen, die de voorbereiding van dergelijke .feestelijkhe den nu eenmaal noodzakelijkerwijze mee- 3r waren bijna drie weken verloopen sinds den bewusten avond, waarop ze den majoor in den muur had zien verdwijnen. Sinds dien geloofde ze vast dat Mary in de biblio theek goed had gezien en ze twijfelde er niet aan of het een hield verband met het ander. (Wordt vervolgd). Te Katwijk had Dinsdag de teraardebestelling plaats yan den K.L.M.-mecanicien J. Verkerk, een der slachtoffers der ramp van de .Lijster" op Croydon. Zeer vele collega's en belang stellenden woonden de droeve plechtigheid bij De dijk van de Biezelingerpolder aan de Wester Schelde op Zuid Beveland is over een lengte van ongeveer 170 meter weggezakt. Bovenstaande toto geeft een beeld van de aangerichte schade Het huwelijksgeschenk van de Belgische vluchte lingen aan H. K. H. Prinses Juliana en Z. D. H. Prins Bernhard, bestaande uit drie kristallen vazen en een mand met Brusselsch kant, werd Dinsdag- middaa ten Daleïze Noordeinde aangeboden De gouden veder, waarvan H. K. H. Prinses Juliana zich zoowel bij den ondertrouw als bij het onderteekenen der huwelijksacte zal bedienen Prinses Elisabeth zur Lippe, die bruids meisje zal zijn bij het huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana en Z. D. H. Prins Bernhard Jong Volendam schenkt zijn bijdrage voor het aan H- K. H. Prinses Juliana aan te bieden geschenk van de Neder- landsche schooljeugd Op het oogenblik, dat op alle scholen Dinsdag de Inzameling voo. het geschenk aan H. K. H. Prinses Juliana en Z. D. H. Prins Bern hard plaats had, werd namens het Comité der Nederlandsche schooljeugd ten paleize Noordeinde te den Haag aan de Prinses een bloemstuk aangeboden H. K. H. Prinses Juliana en Z. D. H. Prins Bernhard hebben Dinsdagavond aangezeten aan het diner, dat door den vice-president van den Raad van State, jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland, in .Huize Anjema" te den Haag werd aangeboden. De aankomst der vorstelijke personen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1936 | | pagina 10