De nieuwe vleugel van het
Haarlemsche Stadhuis.
Het rapport der commissie.
ZATERDAG 19 DECEMBER 1936
HAARDE M'S D "A G B E A D
TÏ
De commissie (bestaande uit de heeren Mr.
Th. A. Wesstra (gemeentesecretaris), voor
zitter, Ir. Jos. Tli. J Cuypers (architect te
Roermond), Ir. G. Friedhoff (destijds archi
tect te Amsterdam) Ir. M. H. Maas (directeur
van Openbare Werken en A. P. Smits (archi
tect te Aerdenhout) die door B. en W. be
noemd werden om de ontwerpen voor een
nieuwen stadhuis vleugel te beoordeelen. heeft
het volgende rapport uitgebracht:
De opgaaf, waarvoor de aan de prijsvraag
deelnemende architecten gesteld werden, was
moeilijk. Het ging er om ."een nieuwen vleu
gel te ontwerpen aan een oud gebouwencom
plex, dat door de merkwaardig levendige
wijze, waarop het in den loop der eeuwen
onder leiding van zeer bekwame bouwmees
ters is uitgegroeid zonder zijn bruikbaarheid
te verliezen, gerekend mag worden te behoo-
ren tot de belangrijkste monumenten der
Nederlandsche Architectuur. De oplossing, die
de deelnemers hebben gemeend voor het
vraagstuk te moeten geven, getuigt bij allen
van een grooten eerbied voor Haarlem's oude
raadhuis. Voor de toewijding, waarmede zij
hun plannen hebben ontworpen en nader
uitgewerkt, heeft de Commissie alle waar
deering.
De opmerkingen, waartoe de bestudeering
der plannen de Commissie aanleiding gaf,
mogen hier in beknopten vorm en in alpha-
betfsche volgorde van de namen der archi
tecten volgen.
Plan F. A. Eschauzier.
De architect heeft getracht, door een ge
voelige behandeling van de samenstelling
der uitwendige vormen, den nieuwen vleugel
harmonisch op te nemen in de sfeer van het
bestaande gebouwencomplex. Tot op zekere
hoogte is hij daarin geslaagd.
De belangrijkste bouwmassa ligt aan de
Koningstraat; aan de smalle Jacobijnestraat
is een lage vleugel geprojecteerd. Door dezen
opzet en door de vlakke, rustige, een eigen
karakter hebbende gevels wordt een harmo
nische aansluiting aan het bestaande gebouw
verkregen.
Tegen de indeeling echter zijn verschillende
bezwaren in te brengen. Vooreerst liggen de
beide in het nieuwe gebouw onder te bren
gen secretarie-afdeelingen op 5 niveau's, het
geen zoowel voor den dienst hinderlijk als
voor het publiek onoverzichtelijk is. Voorts
is de ligging van de centrale verwarming on
gunstig; de kolen moeten door de ambtena
ren-ingang en door de vestibule naar de ko-
lenbergplaats gedragen worden, terwijl de
stationneerende kolenauto het verkeer in de
Jacobijnestraat blokkeert. Verder is de ont
worpen represen catie-ruimte als zoodanig
overbodig. De ontworpen hoofdingang is als
toegang tot den nieuwen vleugel te grootsch;
als hoofdingang voor het geheele stadhuis is
ze niet °eschikt, daar goede verbindingen met
het oude gebouwencomplex ontbreken.
i - v. iio van het vtn Krijgen van een groo
ten inrit voor auto's, welke op die plaats niet
noodig en uit een oogpunt van verkeer zelfs
ongewenscht is, kwam ontwerper er toe, de
historische Pandpoort op te offeren, hetgeen
te betreuren is, alhoewel er een waardevol
detail voor in de plaats is gekomen.
Plan G. H. Holt.
De architect, heeft zijn gebouw gescheiden
gehouden van het oude gebouw, hetwelk hij
door teruglegging van de rooilijn beter tot
zijn recht wil doen komen. Hoewel deze eer
bied voor het oude gebouw te respecteeren
is, komt daardoor een scheiding tusschen het
oude en het nieuwe gebouw tot stand, die de
eenheid van het geheel niet ten goede komt.
In het oude complex zijn verschillende aan-
en verbouwen op zeer intensieve wijze met en
door elkaar tot stand gekomen, waardoor het
geheel zijn merkwaardige bekoring heeft ver
kregen. De nieuwe aanbouw daarentegen
wordt een op zichzelf staand geheel, dat zich
in schaal niet gelukkig aansluit bij het be
staande complex en niet tot een harmonische,
eenheid daarmee samengroeit.
Ook de wijze van accentueering der mas
sa's, nl. het doorloopen van .de kap van den
vleugel aan de Koningstraat naar dien aan
de Jacobijnestraat, is een vreemd element
en niet in overeenstemming met het wezen
van het oude complex, waarvan de onderdee
len wat dat betreft een zelfde karakter be
zitten. Door het zeer karakteristieke verschil
tusschen Koningstraat en Jacobijnestraat
bevredigt bovendien de gelijke hoogte van de
vleugels aan die beide straten niet.
De indeeling is over het algemeen gunstig
te noemen. De ligging der bureauruimten is
zoowel voor den dienst als voor het publiek
zeer overzichtelijk. De verlichting van de bu
reau's is hier en daar minder srunstig. Dat
alle ambtenaren van de 6e Afdeeling via de
Afdeeling Verkiezingen binnenkomen, is min
der juist. De ligging der loketten ten opzichte
van de bijbehoorende afdeelingen is niet
overal practlsch.
Plan A. J. Kropholler.
Dit plan vertoont vrijwel dezelfde karakte
ristiek van het plan Holt. Dezelfde algemeene
opmerkingen zijn hierbij dan ook te maken.
De architect heeft het door hem ontwomen
nieuwe gebouw nog meer geisoleerd van het
oude gebouwencomplex door een open hof er
tusschen te projecteeren, zoowel aan de Ko
ningstraat als aan de Jacobijnestraat- Daar
door ontstaat een geheel op zichzelf staand
gebouw, dat niet een harmonisch geheel met
het oude gebouw vormt, hetgeen, vooral van
de Groote Markt af, een minder fraai gezicht-
oplevert. Verder is de Jacobijnestraat een
straat zonder zijwand geworden, waardoor
het Prinsenhof als rustpunt in het stadsbeeld
aesthetisch in waarde achteruit is gegaan.
Het gebouw zelf acht de Commissie, zoowel
wat de massa als de schaal betreft, te zwaar
in verhouding tot het bestaande complex en
de omgeving, waardoor het een te overheer-
schend element zal worden.
Wat de indeeling betreft, kan gezegd wor
den, dat de ligging der afdeelingen en loket
ten voldoende is. zoowel voor den dienst als
voor het publiek. De inwendige verbinding
van het nieuwe met het bestaande gebouw-
heeft echter plaats langs een weinig overzich
telijken en vrij grooten omweg, hetgeen voor
het gebruik door ambtenaren en publiek be
zwaarlijk is.
De verlichting van de bureau's kan in het
algemeen niet zeer gunstig genoemd worden
De ligging, verlichting vorm van de
reserve-kantoorruimten zijn ongunstig.
Tot het gedeelte van het bestaande gebouw,
dat in dit plan gesloopt moet worden, be
hoort een vleugel, welke aansluit bij den
ouden kloosterhof. Verdwijning ervan zou,
waar de noodzakelijkheid daarvan niet is ge
bleken, te betreuren zijn.
Plan Ir. A. J. van der Steur.
In dit plan is de aansluiting met het oude
gedeelte doelbewust nagestreefd. De groe
peering van de bouwmassa's is in het alge
meen in overeenstemming met het karakter
van het bestaande complex. De open ruimte
in de Jacobijnestraat tusschen het oude en
nieuwe gedeelte met den schoorsteen van de
centrale verwarming geeft een straatbeeld,
dat minder geslaagd is, hetgeen naar de mee
ning dei* Commissie op weinig ingrijpende
wijze te verbeteren zou zijn
De planindeeling voldoet zeer goed aan de
gestelde eischen. De inwendige verbinding tus
schen het oude- en nieuwe gedeelte is uitste
kend. Dat de Pandpoort als toegang tot het
nieuwe gedeelte zal gaan dienen en daardoor
in beteekenis zal toenemen, is toe te juichen.
De architectuur van de gevels is niet in alle
opzichten wei-overwogen. Het gebruik van
geschagelde raamreeksen past minder goed
bij het karakter van het bestaande complex.
Het zoeken naar verlevendiging van den ge
vel door verscbVaiving van muurvlakken en
raamopeningen ten opzichte van elkaar kan
van verrassende werking zijn, zoo ook het
spreken van bepaalde partijen in den gevel.
Bij den ouden Raadhuisvleugel aan de
Marktzijde is dit levendige karakter echter
voor een groot deel ontstaan door de verande
ringen, welke in den loop der tijden hebben
plaats gevonden, terwijl de in iater tijd aan
gebouwde vleugel aan de Zijlstraatzijde in we
zen zeer regelmatig is, doch door de behan
deling en vormgeving evenzeer een levendieen
aanblik biedt, die daardoor zoo goed harmo
nieert met het anderen gedeelte van het Raad
huis.
De detailleering is nog niet op een zoodanig
peil gekomen, dat deze boven het persoon
lijke element wordt opgeheven. Vereenvoudi
ging en meerdere beheersching in schaal der
onderdeelen acht de Commissie zeker ge-
wenscht.
Plan F. H. T. Zwiers.
Waar Eschauzier's ontwerp voor wat zijn
gevelindeeling betreft, meer op het 18e eeuw-
sche principe is ingesteld, heeft de architect
Zwiers aansluiting gezocht bij de beweeglijk
heid van het bestaande complex, waarbij de
afwisseling in de gevels te verdedigen is met
de planindeeling. De ontwerper heeft blijkbaar
doelbewust gezocht naar een vormgeving, die
ook wat de onderdeelen betreft, aansluit bij
die van het bestaande raadhuis en tevens
heeft hij getracht, aan de architectuur een
eigen karakter te geven. Daardoor heeft deze
architectuur wellicht meer dan bedoeld is, een
neiging tot het Renaissancistische gekregen,
hetgeen evenwel niet in overeenstemming is
met den natuurlijken groei van het bestaande
geheel.
De straatwand langs de Jacobijnestraat is
zeer verbrokkeld, wat wel de verlichting van
de bureau's ten goede komt, doch de sfeer van
dit straatje en het daaraan grenzende Prin
senhof in hun wederzij dsche verhouding na-
deelig beïnvloedt.
De planindeeling is zeer geslaagd te noe
men en voldoet geheel aan de gestelde
eischen. Een inwendige verbinding van het
nieuwe gedeelte met het westelijk deel van
het oude raadhuis, zooals die in het plan-Van
der Steur voorkomt, ontbreekt hier echter.
De Commissie merkt op, dat bij een verge
lijking van de bouwkosten der verschillende
plannen een zelfde eenheidsprijs voor alle
plannen door haar is aangehouden. Daarbij
zijn afzonderlijk beschouwd de kelderruimten,
de hoofdverdiepingen (beganegrond en 1ste
verdieping) en de kapverdieping.
Indien voor deze categoriën als prijs per
M3. aangenomen wordt resp. f8, f 12 en f 10,
dan blijken volgens een voor alle plannen op
dezelfde wijze uitgevoerde inhoudsberekening
de bouwsommen te bedragen:
plan Eschauzier
plan Holt
plan Kropholler
plan Van der Steur
plan Zwiers
f 89.000,—
f 106.000,—
f 88.000,—
f 93.000,—
f 106.000,—
Ten overvloede zij nog opgemerkt, dat deze
bedragen, mede door de thans aan sterke ver
andering onderhevig zijnde prijzen der bouw
materialen, slechts een vergelijkende waarde
hebben.
De Commissie is van meening, dat feitelijk
bij geen der plannen de architect aan het
nieuwe gedeelte een geheel eigen karakter
heeft gegeven, zooveel mogelijk het aesthe
tisch peil van de verschillende, in den loop der
tijden tot stand gekomen onderdeelen van het
bestaande gebouwencomplex benaderend,
daarmee èèn harmonisch geheel uitmakend en
waarbij tevens een aan alle eischen beant
woordende planindeeling bereikt werd. Dit
wil echuer niet zeggen, dat de Commissie dan
ook geen plan voor uitvoering zou willen aan
bevelen daarvoor zijn er in bet werk der in
zenders te veel goede qualiteiten aanwezig.
Als voornaamste eisch vooropstellend, dat
de nieuwe vleugel harmonisch moet aanslui
ten aan het bestaande gebouw en daarmee
èèn geheel moet uitmaken, meent de Commis
sie, dat de plannen van de architecten Holt
en Kropholler niet voor aanbeveling in aan
merking kunnen komen. Zooals hiervoor reeds
uiteengezet is, vormt de door hen ontworpen
uitbreiding te zeer een op zichzelf staand ge
bouw, waardoor geen saamhoorigheid van het
geheel bereikt is.
De meerderheid der Commissie is voorts van
meening, dat, hoe zeer zij ook de aesthetische
qualiteiten van het plan-Eschauzier waardeert,
dit plan evenmin aanbevolen kan worden. De
bezwaren voornamelijk tegen de planindeeling,
zijn daarvoor te belangrijk. Een der leden acht
de architectonische qualiteiten van dit plan
echter zoo geslaagd, dat hij. na grondige her
ziening der plan-indeeling, de opdracht aan
dezen architect zou durven aanbevelen.
Wat de twee overblijvende plannen aangaat,
meent de Commissie, dat beide wat de indee
ling betreft vele goede eigenschappen bezitten
Deze plannen voldoen aan de gestelde eischen
en waarborgen het verkrijgen van een doel
matig gebouw. Een der leden acht het ver
schil tusschen beide plannen zeer gering en
zou, indien mogelijk, beide inzenders in de ge
legenheid gesteld willen zien. hun gevelarchi
tectuur nader te bestudeeren, waarna dan een
definitieve keuze zou kunnen worden gedaan.
De meerderheid der Commissie acht echter de
architectonische opvatting van het plan Van
der Steur juister dan die van het plan Zwiers.
JDe bijzonder gunstige verbinding met het
(Adv. ingez. Med.)
oude gebouw en de rustige straatwand aan de
Jacobijnestraat geven haar dan ook aanlei
ding het plan-Van der Steur aan te bevelen.
Evenwel is de Commissie in haar geheel van
meening. dat met het plan-Van der Steur een
goede oplossing van het vraagstuk te verkrij
gen is. zoodat dus de leden, die een minder-
heidsmeening hebben uitgesproken, zich met
het voorstel van de meerderheid kunnen ver
eenigen.
De commissie schrijft verder:
Ingevolge het verzoek van B. en W. heeft de
Commissie nog kennis genomen van de vier
ingezonden plannen van architecten, die daar
voor geen uitnoodiging hadden ontvangen.
Deze plannen geven de Commissie geen aan
leiding haar advies, dat over de ontwerpen
van de vijf uitgenoodigde architecten uitge
bracht is, te herzien. Er is bij de vier onge
vraagde ontwerpen geen plan, dat het peil van
de plannen van een der uitgenoodigde archi
tecten zoo dicht benadert, dat een bestudee
ring tot in details haar aanbevelenswaardig
voorkwam.
Toegevoegd secretaris van de commissie
was Ir. F. Ottevangers van Openbare Werken.
Reeds hebben wij medegedeeld, dat het col
lege van B. en W. zich bij het advies der com
missie hebben aangesloten.
B. en W. deelen daarom aan den
raad mede, dat zij voornemens zijn aan
Fr. A. J. van der Steur, architect te
Amsterdam, het maken van een uitge
werkt plan op te dragen.
De Tentoonstelling.
Zooals wij reeds mededeelden worden de 5
ontwerpen tentoongesteld in de tentoonstel
lingszaal van het Frans Halsmuseum van 21
tot 29 dezer en wel van 10 tot 3 uur (2de Kerst
dag 123 uur). De toegang is op het Klein
Heiligland.
Tevens zullen de 4 ontwerpen van de niet
uitgenoodigde architecten worden tentoonge
steld voor zoover de inzenders daartegen geen
bezwaar hebben.
Op 21 en 22 Dec. is de tentoonstelling alleen
voor genoodigden toegankelijk. Het publiek
heeft toegang van 23 December af.
De Luchtbescherming
Haarlem.
te
Nog geen gelden op de begrooting voor 1937
uitgetrokken.
De Commissaris van Politie te Haarlem,
die als hoofd van den Luchtbeschermingsdienst
optreedt, deelde ons in een kort onderhoud
dat wij met hem hadden, mede, dat hij reeds
eenigen tijd gereed is met de voorbereidende
werkzaamheden voor de organisatie van dien
dienst.
Met de practische uitwerking daarvan moet
evenwel gewacht worden tot de gemeente
raad het geld daarvoor beschikbaar stelt. Op
de dezer dagen gepubliceerde begrooting voor
1937 is nog geen post uitgetrokken, maar dit
kan nog bij een aanvulling geschieden.
Zonder geld zoo vervolgde de heer
Tenckinck is niets te doen. Dit zal ieder
begrijpen als men hoort dat
m Haarlem ongeveer 5000 personen
noodig zullen zijn om bij den Luchtbe
schermingsdienst een rol te spelen.
Dit personeel er hebben zich al heel wat
vrijwilligers voor aangemeld moet nu ge
oefend worden, maar om dit te kunnen doen
moet over geld beschikt kunnen worden.
Daarop is nu het wachten.
De vergrooting van het
Haarlemsche Politiebureau.
Wat er thans uitgevoerd zal worden.
De gemeenteraad van Haarlem heeft, zooals
wij eenige weken geleden hebben medegedeeld,
op voorstel van B. en W. den aankoop bekrach
tigd van de huizen in de Smedestraat tusschen
het Politiebureau en de Lange Wijngaard
straat.
De Politie heeft dringend behoefte aan meer
ruimte. Voorloopig zal die gevonden worden
dcor een eenvoudige verbouwing van den
leegstaanden winkel naast het bureau. Daarin
zullen kamers gemaakt worden voor den
hoofdinspecteur van den stadsdienst, den in
specteur van het vervoer en den inspecteur
voor het behandelen van verschillende aan
vragen. De winkelpui zal vervangen worden
door een muur met gewone ramen, zoodat het
cachet van winkel van het perceel verdwijnt.
In het midden van het te verbouwen per
ceel komt een breede gang. die gebruikt zal
worden vnor fietsenbertrolaats Dar> verdwij
nen de fietsen uit de smalle gang van het
thans bestaande bureau.
De politie heeft ook behoefte aan een groo-
tere garage, daar de tegenwoordige garage in
de Lange Wijngaardstraat veel te kleir ge
worden is. Voorloopig wordt daarin. In ver
band met de beschikbare geldmiddelen, nog
geen voorziening getroffen.
Kerk en Vrede.
Kerst-getuigenisavond.
De afdeeling Haarlem en Omstreken van
„Kerk en Vrede" hield Vrijdag in de Lutersche
Kerk haar jaarlijkschen Kerst-getuigenis
avond over het onderwerp: „Christus' kerk
tegen eiken oorlog".
Ds. G. J. Duyvendak, Luth. predikant
te Haarlem, opende de bijeenkomst op de ge
bruikelijke wijze, waarna de aanwezigen
staande zongen „Daar is uit 's werelds duist're
wolken".
Ds. Duyvendak sprak een kort welkomst
woord. Hij dankte den Kerkeraad voor de be
reidwilligheid, om het kerkgebouw voor dezen
getuigenis-avond af te staan. „Kerk en Vrede"
is er dankbaar voor, dat deze bijeenkomst in
een kerkgebouw plaats kon hebben. „Kerk en
Vrede" moet niet n a a s t de kerk worden uit
gebouwd. Die twee behooren één te zijn. De
kerk wil het verwijt ontgaan, dat ze zich van
niets aantrekt, alsof er geen wolkje aan de
lucht is. De oorlog mag nooit in verband met
het evangelie worden gebracht. Het Kerstfeest
leert ons te leven als kinderen van één Vader;
als voorwerp van Gods liefde, onverschillig van
welken rang of stand. Men moet het wagen
met God, eindigde spreker, dan zal hij het
wél met ons maken.
Ds. R. H. Oldeman, Hervormd predikant te
Santpoort, zei, dat hij tien jaar geleden een
kerkdienst had bijgewoond, waarbij de predi
kant vroeg, of wij eigenlijk nog Kerstfeest
mochten vieren, want de cijfers begonnen te
spreken van de slachtoffers van den massa
moord; er kwamen steeds meer films, die aan
duidelijkheid niets te wenschen overlieten. Er
ging toen een huivering door de heele wereld
en de kreet weerklonk; „Nooit meer!" Wij
voelden dat we allen schuld hadden en wilden
het gaarne weer goed maken. Er werden over
al vredesvereenigingen opgericht en getuige
nis-bijeenkomsten gehouden. En nu zijn we
tien jaar verder. De kreet „Nooit meer" is
helaas verstomd; er kwamen andere leuzen
voor in de plaats, zooals: „de oorlog is voor
den man en het moederschap voor de vrouw".
Nimmer is de oorlogsdreiging zoo groot ge
weest. als in dezen tijd. Wij schudden de ver
antwoordelijkheid van ons af. Laten we het
maar eerlijk bekennen: we hebben verloren.
Wat maalt men tegenwoordig om een handje
vol we des vrienden, die den oorlog willen ver
bannen? De oorlogsgod Mars staat gereed om
aan te vallen en Jezus Christus weent aan het
kruis over de wereld en den mensch. De aan
vallen op de kerk geschieden niet meer in
het duister, maar openlijk. Hier en daar wor
den de kerken neergehaald; men trapt op het
hart van Christus. Men lacht om Christendom
en kerk. En we hebben eigenlijk niet beter ver
diend. De kerk heeft haar taak verwaarloosd
De kerk heeft van Christus een caricatuur ge
maakt. We mogen niet kwaad zijn op Hitier.
Mussolini en op de oorlogsindustrieën, want
de kerk is niet tusschenbeide gekomen. In
tegendeel. zei spreker, de kerk heeft geheuld
met Mars en de wapenen gezegend. En na den
kerkdienst werden bij een kopje koffie de aan-
deelen van de staalindustrieën bestudeerd
Mogen we nog Kerstfeest vieren? Zal het
hart niet schreien als men aanstonds zijn
kinderen hoort zingen van „Vrede op aarde,
in menschen een welbehagen"? Men weet im
mers, dat hun lichaampjes later stukgereten
zullen worden.
Neen, het Christendom mag niet in dienst
staan van den oorlog, want oorlog is zonde
en een misdaad tegen de menschheid. Men
weet immers wat ons te wachten staat als
de oorlog losbarst. Christus heeft zich niet
met het. zwaard verdedigd, maar met het
kruis. Wij moeten dat voorbeeld volgen, ook
al is er veel moed voor noodig. Is er, vroeg
spreker, iets oramenschelijkers en afschuwe
lij kers denkbaar, dan een burgeroorlog, waar
familieleden en vrienden elkaar afslachten,
zooals men dat nu in Spanje doet? Moeten
we het nog langer toelaten, dat men de twee
partijen daar tegen elkaar laat ophitsen? En
de Volkenbond, de verstandige jongen, pro
beert zich nu een houding te geven. Dat God
ons toch vooral voor een burgeroorlog mag
bewaren. Oorlog en kerk zijn onvereenig-
baar en ook de voorbereiding daartoe. Men
moet kiezen: vóór den Christus of tegen den
Christus. Een andere keus is er niet. Wat
be tee kent het Christendom als zulke onmen-
schelijke dingen mogelijk zijn? Wee den
mensch. die Christus huldigt met de lippen,
maar kruisigt met de daad. Christus' kerk
tegen den oorlog! God wil het!", zoo eindigde
spreker.
Dr. M. van der Voet, Hervormd predi
kant te Haarlem-Noord en lid van het
hoofdbestuur van „Kerk en Vrede", merkte
op, dat de Vredesvorst in dezen tijd op de
vlucht wordt gejaagd. Hij kan op aarde geen
rustplaats meer vinden. Het cynisme neemt
hand over hand toe. Men verwacht tegen
woordig meer van bruut geweld, dan van
een verzoenend woord. De oorlogsindustrie
bloeit en de oorlogsgedachte groeit, ook dooi
de schuld van de groote wereldpers, die ons
telkens oorlogsillustraties te aanschouwen
geeft „Kerk en Vrede" moet een heilig pro
test tegen de huidige oorlogsdreiging laten
weerklinken. Men mag niet neen zeggen.
„Kerk en Vrede" moet protesteeren tegen
den geest in deze eeuw; tegen de zonde van
eiken oorlog, met alle kracht, die in ons is.
Geprotesteerd moet vooral worden tegen
den oorlog, die gemoderniseerd en geperfec
tioneerd is, zooals de luchtoorlog met al zijn
verschrikkingen, waarvan we al zooveel heb
ben gelezen, maar waarvan we de gevolgen
gelukkig nog niet aan den lijve hebben ge
voeld. Spreker herhaalt wat hij al eens eer
der gezegd heeft en waarvoor hij smadelijk
uitgelachen is, namelijk dat tegen den lucht
oorlog geen enkel verdedigingsmiddel baat.
Dat is zijn eerlijke meening. rustend op
reëele gronden. Een luchtoorlog zou ook voor
ons land een funeste en vreeselijke uitwer
king hebben. Ons protest daartegen moet
scherp zijn. Aan zulk een misdrijf mogen we
nooit in Gods naam meedoen. De luchtoor
log is uit den duivel, evenals elke andere
oorlog. Toen het conflict tusschen Italië en
Abessynïë losbarstte, werd een oogenblik ge
vreesd, dat er een Volkenbondsoorlog zou
komen. Gelukkig is dat niet gebeurd, want
die zou volgens "spreker stellig een wereld
brand tengevolge hebben gehad. Wel hoopt
hij dat men nog eens, zij het ook In een verre
toekomst, mag spreken van een politioneel
optreden van den Volkenbond „Wij moeten",
zoo eindigde Dr. Van der Voet. ..door alle
oorlogsgeruchten heen blijven letten op Hem,
die zijn leven als Vredesvorst gegeven heeft.
In Christus zullen we tenslotte overwinnen".
Spreker wekte hen. die dif nog niet gedaan
hebben, op om lid van „Kerk en Vrede" te
worden.
De bijeenkomst, werd met gemeenschappe
lijk gezang en dankgebed gesloten.
BEN OF MIN GEN W B'SDOM TI
De Bisschop van Haarlem heeft benoemd
tot Kapelaan: te Lisse (H. Agatha): den Wel
eerw. heer W A. Nirolaas: tot assL-ten* te
Haarlem «H.E Elisabeth en Barbara»: den
Weleerw. heer J. J. Hetem; te Haarlem (H.
Liduina)den Weleerw. heer M. J. Wenners.
HUURT UW PRIMO
voor 60 cent per week.
ALLE REPARATIES VRIJ.
ALLE ONDERHOUD VRIJ.
ALLE SLIJTAGE VRIJ.
Geen waarborgsom.
De STOFZUIGER CENTR. HAGEMAN
GED. OUDE GRACHT 52 Telef. 12762
(Adv. Ingez. Med.)
GOED ZIET men
eerst dan
Met een bril van
FEDERMANN
GR. HOUTSTRAAT 37, TELEFOON 11059
Leverancier van alle Ziekenfondsen.
(Adv. ingez. Med.)
Het 50-jarig bestaan van
„Amicitia Juncti".
Feestavond in den Stadsschouwburg.
Vrijdagavond hebben de Haarlemsche gym®
nasiasten de kroon gezet op de viering van het
tiende lustrum van .Amicitia Juncti" (het
letterkundig gezelschap van leerlingen van
het Haarlemsche Gymnasium) met een
feestavond in den Stadsschouwburg, die klonk
als een klok.
De jubileerende vereeniging had zich geen
gemakkelijke taak gesteld met de opvoering
van het tooneelspel „Ferdinand Huyck", door
Anna van Gogh—Kaulbach geschreven naar
het bekende boek van Jacob van Lennep. Deze
opvoering werd natuurlijk gegeven voor een
„uitverkocht huis". Onder de aanwezigen wa
ren o.m. de burgemeester van Haarlem, de
heer C. Maarschalk en mevrouw: de wethou
der van onderwijs, de heer A. G. Boes, het
eerelid prof. Swaen. die vroeger zulke nauwe
ralaties met „Amicitia Juncti" had. de rector
van 't gymnasium, dr. C. Spoelder en vele
leeraren en ouders.
Op dezen bijzonderen avond kon, nadat de
voorzitter van „Amicitia Juncti", de heer E.
van Beusekom. een kort openingswoord had
gesproken en het Amicitia-lied gezongen was
(het klonk wel wat te bescheiden!) maar niet
zoo dadelijk met het stuk begonnen worden.
Want eerst kwam de president-curator, mr.
Th. A. Wesstra, het bestuur namens curato
ren hartelijk gelukwenschen. Spr. vestigde er
de aandacht op. dat de vereeniging op dat
hoog peil is gehouden, waarop een gymna
siale vereeniging behoort te staan. Amicitia
is, gedragen door de sympathie van rector,
leeraren en ouders een levende en bloeiende
vereeniging. Houdt den geest in uw vereeni
ging frisch en vaardig, dan zal het Amici
tia Juncti goed blijven gaan. zoo eindigde mr.
Wesstra, die namens curatoren nieuwe insignes
voor het bestuur aanbood en ze den bestuurs
leden omhing.
Namens de leeraren sprak de conrector, dr.
G. Ras. woorden van gelukwensch, den kame-
raadschappelijken geest tusschen leeraren en
leerlingen prijzend, die heerscht in die groote
familie, die „het gymnasium op het Prinsen
hof" heet. Spr. uitte er zijn vreugde over, dat
zoovele oud-leerlingen aanwezig waren en
bood net bestuur een groote krans aan.
Namens de Gymnasiale Muziekvereni
ging L.I.N.O.S. voerde het woord de voorzit
ter, de heer Pit en bood een presentielijst,
op oud-Hollandsch papier en leeren
band aande heer A. van der Most
van Spijk wees er op, dat het Zaterdag ver
schenen nummer van de gymnasiale Courant
Mirabile Lectu, geheel opgedragen is aan het
bestuur en bood van deze opdracht een oor
konde aan; tenslotte voerde namens de lus
trum-commissie de voorzitter, de heer R. A.
van Valkenburg, het woord.
Toen verdwenen de bestuursleden van het
tooneel en spoedig daarop woonden wij bij,
wat er gedurende een hevig onweer gebeurde
in den koepel op 't buiten van den heer
Blaek.
In de opvoering van „Ferdinand Huyck"
onder regie van Adriaan van Hees (dr. Schro
der heeft zich slechts korten tijd met de
regie kunnen belasten), viel zeer veel te prij
zen. Wij zeiden reeds, dat de uitvoerenden zich
een moeilijke opgaaf gesteld hadden en al was
duidelijk te bemerken dat er onder de speel
sters en spelers eenige meer-geroutineerden
en ook verschillende niet-geroutineerden wa
ren, het is toch bewonderenswaardig wat de
regie ook met deze laatsten had weten te
bereiken. De voorstelling liep bijna voortdu
rend vlot en wat een aardig effect maakte
de gelagkamer in een herberg buiten Naarden
in het tweede bedrijf, waarin bovendien de
leerlingen in de zaal in de oubollige figuur
van den waard uit „De Rustende Jager"
(waarvan de vertolker op het programma als
N. N. was aangeduid) hun rector herkenden,
die zijn rol met verve speelde!
Het gaat niet aan. in een kort bestek het
dertigtal medespelenden te bespreken. Allen
deden hun uiterste best en dat de een wat
meer kon bereiken dan de ander speekt van
zelf. Bijzonder troffen ons de zwierige too-
neelfiguur van Lodewijk Blaek; de buitenge
woon goed uitgebeelde tante Letje die een
welverdiend open doekje kreeg en de waar
dige oude heer Huyck. hoofdschout van Am
sterdam Het spel van Ferdinand Huyck zelf
ofschoon over het algemeen goed. was wel
wat vlak; Helding, de poëet, toonde de ver-
eischte dwaasheid. Het was een lieve, nobele
Henriëtte Blaek. die tenslotte haar Ferdinand
kreeg, door toedoen van haar nicht Amelia,
die in dit stuk wel wat a! ïe vaak door haar
vader de kamer wordt uitgestuurd.
Te betreuren was. dat niet altijd genoeg „de
zaal in" gesproken werd; hierdoor ging nu en
dan wel iets verloren.
Van de costuums was buitengewoon veel
werk gemaakt. Toen het applaus na het laat
ste bedrijf was weggestorven en de dames-uit
voerenden bloemen"gekregen hadden, sloot dr.
Spoelder dit eerste, zoo goed geslaagde ge
deelte van den feestavond met een geestige
speech, waarin hij o.m. zelde, dat het nog
niet was voorgekomen, dat de burgemeester
een opvoering van Amicitia had bijgewoond
en dat de wethouder van onderwijs bloemen
had gezonden voor de medespelende dames.
Spr. dankte allen voor de gave prestaties, die
niettegenstaande onervarenheid. geleverd
waren in een stuk, dat misschien wel iets
boven de macht van jeugdige krachten ligt.
Allen hebben den naam van de school weer
hoog gehouden.
In het bijzonder huldigde spr. den heer Adr.
van Hees ah eer» «rpdu'dtqr voiv>o*-d»nd pp
En daarna gingen allen naar de Concertzaal
voor het bal, dat tot laat duurde.
Tn aanmerking genomen de stemming,
waarin de uitmuntend" onvoerln" "an ^er-
Jinahd Huyck" de jongelui had gebracht,
durven we gerust te zeggen: het zal goed ge
weest zijn.