Wijziging dienstplichtwet
voorgesteld.
De zieke wereld en de nieuwe dokter
Den Haag wordt
steeds feestelijker
ZATERDAG 2 JANUARI 1937
HAARDE M'S DSGBEAD
3
Van de schoone vijver en het
leelijke Binnenhof. Tribune
plaatsen en de theorie van
vraag en aanbod. De eene
verrassing na de andere.
De feestvlam op het Juliana van Stolberg
plein flakkert in de granieten kom van het
monument. Overdag is dat in de helderheid
Van een wintermorgen een zeer onwezelijk ge
zicht en 's avonds en 's nachts werpt dat won
derlijke, onvermoede schijnsels op de huizen
rondom; dansende, koortsige figuren van licht
op de statige, deftige, onaandoenlijke gevels
waar referendarissen, hoofdofficieren en
rente-trekkers hun zéér voorzichtigen en keu-
rigen Haagsche slaap slapen.
Terwijl dat soort heeren onder zijn smette-
looze lakens kruipt, lééft de stad nog. Het is
dan nog druk op straat van de menschen, die
maar niet genoeg kunnen krijgen van de
mooie lichtjes en die telkens weer nieuwe
schoonheid gaan ontdekken, want versierd
Den Haag groeit nog steeds er er komen al
maar meer nieuwe wonderlijkheden-van-vuur
tegen den donkeren avondhemel bij. Ik ga u
niet alles opnoemen, maar wél wil ik toch
zeggen hoe prachtig het nu aan den Hof
vijver is, waar hooge lichtende zuilen staan
die een breed bekken dragen, waaruit de
laaie, onvermoeide, grillige gasvlammen naar
boven slaan. Zulke gasverlichting, ongesti
leerd, boeiend, geestig en ook wel angstwek
kend voor wie het geheim van het vuur weten
te zien, is de prachtigste van alle: een open
baring tusschen alle verstrakking en verstild-
heid van het toch wel echt kunstmatige elec-
trische licht van velerlei vorm en in velerlei
En gisteravond heeft voor het eerst de
lichtfontein uit het donkere vijvervlak gespro
ken. Een prachtig en werkelijk sprookjesachtig
gezicht: dat vuur, spuitend uit de diepe duis
ternis, ópwaaiend tegen het zwart van de Bin
nenhof-gebouwen aan den waterkant.
Met de kenschetsing „sprookjesachtig"
dient men overigens voorzichtig te zijn. Dat
is een gemeenplaats die veel te gemakkelijk
uit veler journalistieke pen vloeit. Er moest
op zulke gemeenplaatsen van overheidswege
boete gesteld zijn. Het „oranjezonnetje", „de
duizendkoppige massa" en de „sprookjesach
tige" ditten en datten zouden dan zeldzamer
en geloofwaardiger zijn. Want nu heb ik bij
voorbeeld al ergens gelezen dat ook het Bin
nenhof „sprookjesachtig" versierd is. Naar
mijn smaak is er een r teveel in dit woord op
deze plaats. „Spookjesachtig" ware meer vol
gens de waarheid. Want ik weet nu wel, dat
er over smaken niet te twisten valt, maar
d i t hier toegepaste vandalisme moet toch
iedereen treffen, die ook maar een klein
beetje goeden smaak bezit, ik zou haast zeg
den die beschaving bezit. Want ons
iinnenhof is in zijn stilte en zijn oudheid,
in de schoonheid zijner gebouwen, al „van
nature" zoo schoon dat het verschrikkelijk is
©m te zien hoe een voluit wanstaltige ver
siering van gestileerde huiz-enhooge wapen
emblemen vloekt met die natuurlijke schoon
heid. Hoe voor de hooge rankheid van de
Ridderzaal, twee houten-en-linnen gevallen de
harmonische eenheid van dit prachtige ge
bouw volmaakt ontwrichten, terwijl er dan
zoowaar nog een dennenpaadje gemaakt is,
met net-echte kaarsen van electrisch licht, en
de poortjes die het majestueuze plein afslui
ten van binnen verlicht zijn, alsof het een pof
fertjes-kraam gold.
Den Haag is nu werkelijk een mooie stad en
telkens wanneer ik door zijn verluchte en ver
lichte straten dwaal ben ik verrukt, maar het
Binnenhof is érg, daar helpt geen liever-
moederen en geen gemeenplaats aan.
Ge hebt zeker reeds gelezen dat de tribune
plaatsen een flink stuk in prijs zijn afgesla
gen. Ik heb dit voorspeld. Iedereen die eenig
begrip heeft had dit kunnen voorspellen.
Want wie kan nu zóó maar vijfentwintig of
zelfs tien gulden missen. Verreweg het groot
ste percentage van alle menschen leeft immers
van een keurig en precies uitgebalanceerd
budget, waar slechts bij de bevoorrechten
eenige speling toelaatbaar is. En het zijn
alleen maar de zéér bevoorrechten, die niet
op een papiertje van tien gulden behoeven te
kijken. Het ging dus heelemaal niet met de
verhuring der plaatsen en de exploitanten
(waarvan de meesten óók veel te veel betaald
hebben voor grondhuur) konden niet anders
doen dan drastisch pr ijs verlagenzegenrijke
en de gemeenschap ten goede komende wer
king van de theorie van vraag en aanbod.
Ik ben wèl benieuwd of het nü zal gaan.
Zeker is het dat bijna overal, ook in parti
culiere huizen en groote gebouwen, nog plaat
sen beschikbaar zijn. Maar ik geloof toch wel
dat ge u nü wel moet haasten om er bijtijds
bij te zijn.
Alles wijst er Intusschen op dat de 7e Janu
ari, wanneer het weer wil meewerken, een
prachtige dag zal worden voor allen die zullen
toestroomen naar de residentie.
Wij, bevoorrechte Hagenaars, vallen nu
reeds van de eene verrassing in de andere: het
officiersbal bijvoorbeeld is prachtig geslaagd:
vele honderden waren in de Ridderzaal, die
wel verwonderd geweest zal zijn over de jazz
band klanken die er tot vroeg in den morgen
„niet van de lucht" waren, tezamen tot één
schittering van uniformen en avondtoiletten.
En de rijtoer die de vorstelijke personen
langs de dertigduizend leden van aller
lei vereenigingen Dinsdag gemaakt hebben
was een zegetocht, een waarlijk ontroerende
getuigenis van liefde en aanhankelijkheid die
iedereen, die daar getuige van was, ten diep
ste getroffen moet hebben.
Mr. E. ELI AS.
Landbouwer van zijn geld
beroofd.
Door drie mannen overvallen.
Op Oudejaarsavond heeft zich in de ge
meente Hippolytushoef (Wieringen) een
overval met berooving voorgedaan, waarvan
de ongeveer 50-jarige landbouwer J Snooy
te Hippolytushoef het slachtoffer is gewor
den.
S. begaf zich omstreeks zeven uur met een
lantaarn in de hand op weg naar den koe
stal. die aan zijn woning grenst. Plotseling
zag hij zich geplaatst tegenover drie man
nen, die hem de lantaarn uit zijn hand sloe
gen.' Vervolgens werd S. gekneveld, terwijl
de overvallers hem gelastten zijn geld over te
geven. S., geheel onthutst, gaf zijn beurs,
waarin zich een bedrag van f 160 bevond,
aan de mannen over, waarop deze in allerijl
verdwenen.
De politie meent een spoor van de daders
te hebben gevonden.
Soen een paar vrienden
GeluKKig Nieuwjaar wenscher
'Nou...'
^OpoNxe eeuwige
Vriendschap
De betere vooruitzichten", waar zoo lang naar is uitgekeken, zijn erl Mogen deze voor U allen in 1937 werkelijkheid worden. Wij,
van onzen kant, zullen U in 1937 weer het allerbeste, wat U op ons gebied kunt krijgen, voorleggen en hopen, dat U ieder naar Uw
eigen smaak er veel van zult genieten. Voor de pijprookersonze beroemde IBIS SHAG, onze geurige ENGELSCHE MIXTURES en
onze van ouds bekende BAAI. Voor de sigarettenrookersonze fijne GOLDEN en SILVER SHAGS en natuurlijk ook IBIS SHAG.
Voor hen, die van een „pruimpje" houden: onze onvolprezen B.Z.K. en ROLTABAK. En probeert U in 1937 ook eens onze KOFFIE
en THEEI Ook hiervoor geldt, als voor al onze producten„DOBBELMANN, LEKKER MAN!"
(Adv. lngez. Med.)
Eerste oefentijd bij de marine
zes maanden verlengd.
Drie herhalingsoefeningen.
Beperking vrijstellingen voor
broederdienst.
Ingediend is een wetsontwerp tot
wijziging van de dienstplichtwet, welk
wetsvoorstel blijkens de memorie van
toelichting strekt ter voldoening aan
de in de troonrede van dit jaar aan
gekondigde herziening van enkele be
palingen der dienstplichtwet en waar
aan drieërlei doel ten grondslag ligt,
n.l.:
1. Wijziging van den eerste-oefe-
ningstijd voor de dienstplichtigen der
zeemacht;
2. Uitbreiding van het aantal her
halingsoefeningen
3. Het scheppen van de mogelijk
heid om, ingeval bij een nadere wet
wordt besloten tot verhooging van de
lichtingsterkte, deze verhooging spoe
dig te kunnen invoeren.
De regeering is tot de overtuiging gekomen,
dat het noodig is, de materieelreserve van de
voor Indië noodig geoordeelde maritieme
macht althans ten deele in Nederland beschik
baar te houden voor oefeningsdoeleinden.
Daarnevens is het noodzakelijk, met het oog
op de kosten, het beroepspersoneel voor de
zeemacht niet grooter te doen zijn dan on
vermijdelijk is.
In verband met een en ander zal de maxi
mum sterkte aan in werkelijken dienst zijnde
dienstplichtigen bij de zeemacht ongeveer
anderhalf maal zoo groot moeten worden als
zij thans is. Dit kan worden bereikt, hetzij
door verhooging van het contigent der zee
militie, hetzij door verlenging van den duur
der eerste oefening met 6 maanden. Het laat
ste verdient de voorkeur, voornamelijk om
dat bij verhooging van het contigent de re
serve voor oorlogstijd zou worden vergroot,
zonder dat daaraan behoefte bestaat.
Het getal gegadigden voor den zee
dienst is jaar op jaar, ook na de op
1 Januari 1936 ingevoerde verlenging
van oefentijd, zóó groot, dat de ver
wachting alleszins gewettigd is, dat de
thans voorgestelde verlenging de ani
mo voor dezen dienst bij de dienst
plichtigen niet zal doen dalen.
Voor de kustwachters wordt een verlenging
van den bestaanden oefentijd met 2 maan
den raadzaam geacht.
Ten aanzien van de herhalingsoefeningen
wordt in herinnering gebracht, dat in 1922
door de invoering van de dienstplichtwet en
het vervallen van de landweerwet het getal
herhalingsoefeningen voor dienstplichtigen
is verminderd van 3 tot 2.
Het ligt nu in de bedoeling voor het
gros der dienstplichtigen drie her
halingsoefeningen van 13 dagen in te
voeren.
Zooals reeds eerder is medegedeeld
maakt de regeering een wetsvoorstel
gereed om eerlang te kunnen geraken
tot verhooging van de lichtingsterkte.
Een verhooging van eenige beteekenis
zal echter niet kunnen worden verkre
gen zonder het getal personen, dat
naar het tegenwoordige stelsel recht
op vrijstelling wegens broederdienst
geniet, te verminderen.
Om de belemmeringen weg te ne
men, welke men in verband met reeds
verleende vrijstellingen aanwezig zou
kunnen achten om reeds voor de lich
tingen 1938 en 1939 een noodig geoor
deelde versterking toe te passen, wordt
thans een bepaling voorgesteld, die
beoogt, aan de vrijstellingen wegens
broederdienst, reeds verleend voor de
lichting 1938 en alsnog te verleenen
voor de lichting 1939, in afwachting
van een nadere wettelijke voorziening
een slechts voorloopig karakter te ge
ven. In dit geval zal er door den wet
gever een grootere vrijheid bestaan om
de vrijgestelden, voor zooveel noodig,
alsnog een bestemming te geven tot
gewoon dienstplichtige.
Ik hoop, dat u mij nu eindelijk eens zult'opknappen. Al dat staal, dat Uw voorgangers mij als „versterkend" middel
hebben gegeven, ligt me te zwaar op de maag.
Dr. Colijn over belangrijke
problemen.
De kwestie der Duitsche koloniale
verlangens.
In een onderhoud hetwelk de correspondent
van de „Agence économique et financière" met
dr. Colijn 'gehad heeft, werd door den minis
ter-president gelegenheid gegeven kennis te
nemen van zijn zienswijze omtrent eenige be
langrijke problemen, die bij de jaarwisseling
de aandacht trekken.
Ten aanzien van den internationalen poli-
tieken toestand kwam de minister tot de slot
som dat het hem alles bij elkaar genomen
voorkomt dat men voorshands voor het uit
breken van een Europeeschen of wereld-oorlog
niet beducht hoeft te zijn. In verband met
het probleem der Duitsche koloniale verlan
gens merkte dr. Colijn op dat Duitschland
streeft naar koloniaal bezit omdat het dan
een deel zijner grondstoffen in eigen valuta
betrekken kan en zich daardoor geen vreemde
deviezen hoeft te verschaffen.
Men begrijpt echter, zoo ging hij voort, dat
ook dat probleem niet zou bestaan indien de
monetaire en handelspolitieke verhoudingen
gezond waren, zooals dit het geval was voor
den wereldoorlog. Zoodoende komt men ook
bij dit probleem weer terug tot de stelling dat
de groote wrijvingsvlakken in de wereld slechts
zullen verdwijnen bij een gezond monetair
stelsel gepaard aan een gezonde handelsbewe
ging. Het onderwerp monetaire moeilijkheden
leidde vanzelf tot een beschouwing in vogel
vlucht van wat er zich te dien aanzien en
tevens in economisch opzicht momenteel in
Duitschland voordoet. Er zij slechts vermeld,
dat minister Colijn als zijn overtuiging uit
sprak, dat de zorgen der voormannen in het
Duitsche rijk thans wel heel groot moeten
zijn en dat er dan ook heel wat staatsmans-
beleid noodig zal wezen om zonder gevaarlijke
experimenten de economische en financieele
moeilijkheden, die men thans doormaakt te
overwinnen.
Wat in het algemeen de internationale mo
netaire situatie aangaat, gaf dr. Colijn te
verstaan, dat deze tengevolge van verschil
lende factoren nog geenszins een stabiel ka
rakter vertoont. Een oplossing van de mone
taire problemen is ten slotte alleen op deug
delijke wijze te bereiken als eindelijk het ge
zond verstand in de wereld zal gaan zegevie
ren, en men zal overgaan tot herstel van een
vrijer ruilverkeer.
De minister moest echter tevens constatee-
ren, dat helaas de wereld hiervoor nog niet
rijp schijnt te zijn.
Met betrekking tot den economisch-finan-
cieelen toestand in Nederland merkte dr. Colijn
op dat de moeite, die het kost om den gulden
niet te doen stijgen, nog eens duidelijk bewijst,
dat op zich zelf beschouwd hier te lande de
preciatie niet noodig was, doch men moest
daartoe onder de bekende omstandigheden
wel overgaan, aangezien men nu eenmaal niet
in zijn eentje bridge kan spelen.
Ontegenzeggelijk valt er ook in Nederland
een opleving waar te nemen, echter geheel
en al los van de depreciatie, want ook daar
vóór kon men dit verschijnsel reeds consta-
teeren, wat o.m. mede uit de werkloosheids
cijfers bleek. Die opleving is natuurlijk ver
blijdend, maar zij mag toch geen aanleiding
geven om nu maar opeens te meenen dat wij
er zijn.
Zoo dient men er zich ook rekenschap van
te geven, dat zij ten deele samenhangt met
een zich elders voordoende credietinflatie.
Voorzichtig financieel beleid, aldus de con
clusie van den minister-president, blijft dus
vereischt.
Centrale Tandheelkundige
Kliniek.
KENAUPARK 26 A TELEFOON 12644
KUNSTTANDEN EN GEBITTEN
ZIEKENFONDSTARIEF.
SPREEKUREN 9—11 en 1—2, Dinsdags-
avonds 6.30—8.30
(Adv. Ingez. Med.)
Hedel's „gang" staat terecht.
Wegens brandstichting, diefstal, inbraak,
vernieling en heling.
De rechtbank te Den Bosch nam Oudejaars
dag in behandeling de Hedelsche misdrijven,
bestaande uit zes brandstichtingen en vier uit
lokkingen daarvan, een geval van heling en
een geval van vernieling, waarvoor zes ver
dachten zijn gedetineerd in het huis van be
waring te Den Bosch.
Aan den 28-jarigen bakker M. A. van S uit
den Bosch zijn vijf feiten ten laste gelegd, n.L
een inbraak, diefstal, drie brandstichtingen en
een geval van vernieling. Tegen hem eischte
de officier van justitie, mr. van den Burg acht
jaar gevangenisstraf.
Tegen den 47-jarigen petroleumventer M.
Q. te Hedel wegens tweemaal uitlokken van
brandstichting en heling vier jaar gevange
nisstraf.
Tegen de vrouw van M. Q„ de 43-jarige P.
van den B. wegens tweemaal uitlokken tot
brandstichting, subs, medeplichtigheid hier
aan, eveneens vier jaar.
Tegen den 22-jarigen manufacturier B. S.,
wegens brandstichting en inbraak, voor het
eerste feit twee jaar en 6 maanden, voor het
tweede een jaar en zes maanden.
Voorts werd tegen den 23-jarigen kapper H-
V., wegens dieftal twee jaar en wegens
brandstichting 8 maanden geëischt en ten
slotte tegen den 30-jarigen kantoorbediende
P. S. uit Hedel wegens medeplichtigheid aan
brandstichting 6 maanden, waarvan 4 voor
waardelijk met een oroeftud van drie jaar.
„IBIS" WEER OP SCHIPHOL TERUG
Donderdagmiddag te 15.20 is het K. L. M.-
vliegtuig „Ibis" de D.C.3, die voor de bijzon
dere kerstvlucht naar Indië was vertrokken,
op Schiphol geland.
Het vliegtuig heeft de Nieuwjaarspost uit
Nederlandsch Indië medegebracht.
„Nationaal luchtvaart
laboratorium".
Rijksstudiedienst wordt een stichting.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets
ontwerp, dat de bedoeling heeft den huidigen
rijksstudiedienst voor de luchtvaart om te zet
ten in een stichting genaamd: Nationaal
Luchtvaart Laboratorium. De noodzaak heeft
zich namelijk doen gevoelen, niet alleen het
departement van Waterstaat, doch ook andere
departementen, zoomede de luchtvaartindus
trie en de particuliere gebruikers, rechtstreeks
bij de leiding van dat apparaat te betrekken
en mede in de kosten te doen bijdragen.
Het ligt in het voornemen der re
geering een commissie in te stellen,
welke met de overheidscontrole op
luchtvaartmaterieel zal worden be
last in dier voege, dat zij zal hebben te
adviseeren betreffende elke uitreiking,
verlenging enz. van bewijzen van
luchtwaardigheid.