Bij Ruwe handen De strenge winter, die voorspeld is. Twee oud-Hollandsche gevelsteenen. D I N S D AG 12 JANUARI 1937 HAARLEM'S DAGBLAD 3 Danktelegram van de Prinses. Aan den Gouverneur-Generaal. De gouverneur-generaal van Ned. Indië ontving het volgende telegram •an Prinses Juliana: „Zeer erkentelijk voor alle bewijzen van medeleven van Ned. Indië met ons groote geluk en voor de ons namens de Ned. Indische regeering en de be volking aangeboden gelukwenschen. betuigen wij uwe Excellentie daar voor onzen warmen dank, ook voor uw persoonlijke gelukwenschen en die van mevrouw van Starkenborgh. Wij wen- schen nogmaals uiting te geven aan onze groote dankbaarheid voor den prachtigcn armband, namens Indië geschonken, en voor de talrijke blijken van medeleven, waarvoor wij verzoe ken onzen welgemeenden dank aan de bevolking over te brengen. Juliana." Reflectoren in trottoirbanden? A. N. W. B. beveelt ze aan ter afteekening van den wegkant bij donker. Bij donker is het dikwijls uiterst moeilijk te zien. waar de grens van de wegverharding is. Het gevolg hiervan is dat men onwillekeurig te veel naar het midden van den weg rijdt, met alle nadeelen en gevaren daaraan ver bonden. De A. N. W. B. heeft thans tot den minister van Waterstaat en tot Gedeputeerde Staten der provinciën het verzoek gericht, de toepas sing te willen bevorderen van een nieuwe me thode van geleiding van het verkeer bij avond, welke speciaal in aanmerking komt bij wegen met verhoogde zij bermen, trottoirs, e. d. Hierbij worden in de zijkanten der trottoir banden op regelmatige afstanden paarsge wijze roode en witte reflectoren aangebracht, welke zoo geplaatst zijn dat men aan zijn rechterhand alleen de roode, aan zijn linker hand de witte ziet. Op een dergelijken weg ziet de automobilist de verharding dus rechts met roode-, luiks met witte kaatslichten af gebakend. Diner aan Indische deputaties aangeboden. Door de regeering. De minister van staat, voorzitter van den ministerraad, dr. H. Colijn heeft Maandag avond in de fraai versierde Ridderzaal te 's-Gravenhage een honderdtal genoodigden verzameld tot een maaltijd, mede ter eere van de delegaties der zelfbesturen uit Neder landsch-Indië, die in verband met het vor stelijk huwelijk hier te lande verblijven en die voltallig aanwezig waren. Bij den aanvang van den maaltijd stelde minister Colijn een dronk in op het Koninklijk Suis. Later op den avond hield de minister een redevoering waarin hij alle aanwezigen na mens de regeering toesprak en in het bijzon der Z.H. Pangeran Adipati Ario Mangkoe Negoro. „Gij hebt, aldus de minister, thans aan uw zoo lang reeds gekoesterden wensch gevolg kunnen geven om, vergezeld van uwe gemalin en uwe dochter, als hoofd van uw huis in persoon aan Hare Majesteit de Koningin hulde te betuigen. Maar in niet mindere mate geldt mijn wel komstgroet u, leden der deputaties van Zijne Vorstelijke Hoogheid den Soesoehoenan van Soerakarta, Hunne Hoogheden den Sultan van Jogjakarta, het hoofd van het Pakoe Alam- sche huis en de Sultan Van Langkat en van den zelf bestuurd er van Koealoe-Ledong. De regeering waardeert ten zeerste uwe aanwezigheid hier te lande gedurende de na tionale plechtigheden en feestelijkheden, waarin het Koninklijk Huis zoo nauw is be trokken. Uit verre landen van tropenweelde en zonne schijn zijt gij, landsgrooten. in dit gure jaarge tijde hierheen gekomen om, hetzij in eigen naam, hetzij uit naam van uwe vorstelijke lastgevers, geschenken aan te bieden aan het hooge bruidspaar, dat onlangs in den echt is verbonden; maar ook om getuigenis af te leggen van uw aller onwankelbare trouw aan uwe hooge souvereine en van uwe innige ver knochtheid aan het Koninklijk Huis. Namens de regeering dank ik u voor de door u betoonde, zoo bijzondere belangstelling, welke getuigenis aflegt van uwe diep gevoelde loyauteit. De minister verzocht den dank der regee ring ook over te brengen aan de vorsten die delegaties naar Nederland hadden afgevaar digd, en sprak den wensch uit dat het verblijf der Indische gasten hun blijdschap mocht heb ben opgeleverd. Minister Colijn gewaagde nog van den nood der tijden, die een tijdlang tot stilstand had gedwongen, waardoor de taak in Indië moest worden ingeperkt. Maar thans licht het achter de donkere wolken en wij zullen de tijdelijk onderbroken taak met kracht voort zetten. Tenslotte stelde de minister een 'dronk in op de Indische gasten en de prosperiteit van Indië, de parel aan de kroon van het konink rijk. Deze dronk werd beantwoord door Z.H, den Mangkoe Negoro, die in enkele woorden uit drukking gaf aan de gevoelens vaar erkente lijkheid en dankbaarheid welke hem en zijn gemalin in deze dagen vervulden. Dankbaar voor de warme hartelijkheid en voor de zorg welke hun van alle kanten zijn ten deel ge vallen. Erkentelijk voor het thans beleefde begrip omtrent de saamhoorigheid en de een heid van allen die leven en hier bezigde spr. een Javaansch zinnebeeld „in de boom- schaduw" van het Koninklijk Huis van Oranje Nassau. Met een „Lang leve 'de Koningin, lang leve het vorstelijke bruidspaar" eindigde spreker zijn korte rede. Daarna werd het woord gevoerd door Pan geran Ario Soerjohamidjojo die namens den Soesoehoenan van Soerakarta verzekerde dat de vereeren de uitnoodiging een diepen indruk op zijn delegatie had gemaakt. Onder teeke nen van bijval stelde spr. een dronk in op de Nederlandsche regeering. Nadat Pangeran Ario Soerjohamidjojo in welgekozen bewoordingen namens den Sultan van Djokja had dankgezegd voor de Holland- sche sympathie en gastvrijheid stelde deze een dronk in op den minister-president. Daarna voerde nog het woord Pangeran Ario Praboe Soeriodilogo namens Z.H. prins Pako? Alam VII en Tengkoe Kamil namens de delegatie van Z.H. den Sultan van Langkat. Nietigverklaring van goud- clausules. Geen goede rechtsgrond. Vele Kamerleden achten echter het wetsontwerp noodzakelijk. Aan het Vooiioopig Verslag over het wets ontwerp houdende maatregelen tot nietig verklaring van goudclausules in bepaalde overeenkomsten is het volgende ontleend; Sommige leden verklaarden, dat zij tegen de strekking van het ont werp bezwaar hadden, omrM. voor het nietig verklaren van gov 'ausu- les in bepaalde overeenkomsten huns inziens geen goede rechtsgrond be staat. Het ontweip is in deze trouwens niet consequent. Het beperkt de vernietiging van de goudclausules tot „binnenlandsche" over eenkomsten en handhaaft de werking dezer clausules dus zoo dikwijls de crediteur voor 26 September 1936 in het buitenland beta ling ontvangen moest. Ook dus indien de cre diteur woont in Frankrijk of in Zwitserland, waar hij voor de gedeprecieerde guldens nog meer francs ontvangt dan voor 26 Septem ber j.l. Naast de gevallen, waarin geen bevoordee ling van den schuldeischer plaats heeft, zijn er, waarin wel de schuldeischer een zeker voordeel heeft, doch de schul denaar geen werkelijk nadeel van de goudclausule ondervindt. Overigens meenden de hier aan het woord zijnde leden, dat het argument van de be voordeeling van den schuldeischer, indien het juist ware, nooit zou mogen leiden tot algeheele vernietiging van goudclausules, doch hoogstens tot opschorting van de wer king daarvan. Niemand weet immers, met welk percentage het binnenlandsche prijs peil binnenkort tijd zal blijken te zijn ge stegen. Het argument van de ongerechtvaardigde bevoordeeling" van den crediteur gaat dus, zoo meenen deze leden, in vele gevallen niet op. omdat de feitelijke vooiwaarden daar voor ontbreken. Doch ook waar dit wel aan wezig zijn, waar dus voor den crediteur wel een zeker voordeel en voor den debiteur wel een zeker ïiadeel uit de goudclausule voort vloeit, kan dit geen grond opleveren om die clausule nietig te verklaren. Als tweeden rechtsgrond voor de vernieti ging van goudclausules, zoo vervolgden deze leden, noemt de memorie van toelichting de ontwrichtende werking van deze clausules op het binnenlandsche economisch verkeer. Ook deze rechtsgrond kwam hun niet sterk voor. Feiten, welke de beweerde ontwrichtende werking zouden moeten aantoonen, worden in de memorie van toelichting trouwens ook nauwelijks aangevoerd. De waardedaling en de vermindering van de opbrengst van onroerend goed, zoo meen den deze leden, hebben een veel meer ont wrichtende werking gehad dan de goudclau sule thans zou kunnen hebben. Is dit voorstel reeds door het ontbreken van een goede principieele basis zwak gefun deerd, de basis, waarop het rust, wordt naar het oordeel van de hier aan het woord zijnde leden nog ver-zwakt, doordat het ontwerp op den regel, dat goudclausules worden vernie tigd, verschillende uitzonderingen toestaat. Het ontwerp, zoo betoogden deze leden ver der, beperkt zich tot goudclausules in over eenkomsten, aangegaan vóór de depreciatie van den gulden. Ook dit is een uitzondering op den regel, dat goudclausules worden ver nietigd. Mocht na eenigen tijd de depreciatie van den gulden b.v. 40 pet. bedragen, zullen dan niet de beweerde ongerechtvaardigde be voordeeling van den crediteur en de mogelijk heid van ontwrichting van het verkeer op nieuw als rechtsgronden worden gebruikt om de nu uitdrukkelijk van de vernietiging uit gesloten goudclausules in nieuwe overeen komsten alsnog te vernietigen? Vele leden konden zich met het voorstel tot vernietiging van de goudclausules in bepaalde overeen komsten over het geheel genomen zeer wel vereenigen. Zij waren met de regeering van oordeel, dat de nieuwe toestand, ontstaan door het loslaten van den gouden standaard, wettelijke maatregelen tot nietigver klaring van goudclausules in be paalde overeenkomsten noodzakelijk maakt. Daarmede wilde men intusschen niet ge acht worden te hebben toegegeven, dat de gevolgen van iedere depreciatie onder alle omstandigheden voor rekening van den schuldeiseher behooren te komen. Sommige leden waren van oordeel, dat het niet juist is, alle goudclausules, voorkomende in bepaalde categorieën van overeenkomsten, zonder uitzondering nietig te verklaren. De voorkeur zouden zij geven aan een regeling, waarbij van geval tot geval door den rechter zou dienen te worden beslist, of, en zoo ja, in hoeverre een goudclausule gehandhaafd kan blijven, een regeling dus, anin of meer over eenkomende met die van de crisispachtwet of die van dé crisishypótheekaflossingswet. Verscheidene andere leden konden deze meening niet deelen. Het door de regeering gekozen systeem achtten zij het eenig bruik bare. Een vergelijking niet de crisispachtwet of de crisishypótheekaflossingswet gaat naar hun oordeel niet op, omdat die wetten be trekking hebben op bepaalde groepen van personen, die door de economische omstan digheden in bijzondere mate getroffen zijn. Intusschen konden sommige leden hoe wel zij zelf met de algemeene werking van het voorstel geheel instemden niet na laten er hun bevreemding over uit te spre ken. dat zulk een voorstel van dit kabinet is uitgegaan. Het betreft hier immers een generaal wettelijk ingrijpen in privaatrech telijke verhoudingen, waartegenover dit ka binet altijd een principieel afwijzende hou ding heeft aangenomen. Tegen de uitzondering, opgenomen in ar tikel 4 ten aanzien van de ter beurze van Amsterdam in de prijscourant van de ver- eeniging voor den Effectenhandel genoteerde geldleeningen. maakten vele leden ernstig bezwaar. De argumenten, die voor deze uit zondering in de memorie van toelichting worden aangevoerd, noemden zij uiterst zwak. Dat een bedongen goudclausule met een lager rentepercentage doet genoegen nemen, is een omstandigheid, welke niet alleen ver bonden is aan obligaties doch evenezeer aan hypotheken en andere geldleeningen. Er is niet de minste reden, aldus deze léden, om i dit element uitsluitend bij obligaties naar verzacht en geneest Doos 30, Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten IIWIM li iiaw (Adv. lngez. Med.) voren te brengen en er daar een uitzonde ringsmotief uit te construeeren. Eindelijk gaven een aantal leden als hun oordeel te kennen, dat de regeering met haar voorsteilen op dit gebied te laat komt. Bij het optreden van dit 'kabinet was alle hoop gevestigd op de uitkomsten van de eco nomische wereldconferentie te Londen. Toen deze mislukte en het kabinet de aansluiting van Nederland bij een wereldgoudblok be vorderde, ware naar de meening van deze leden onmiddellijk een wettelijk verbod van goudclausules in overeenkomsten, behoo- rende tot de binnenlandsche economische sfeer, op zijn plaats geweest. Minder werkloozen te Amsterdam dan eind 1935. Aan het eind van December 1936 stonden bij de arbeidsbeurs te Am sterdam 56.659 werkloozen ingeschre ven, tegen 58.728 aan het eind van het jaar 1935. Een vermindering dus met 2054 „Hertog Hendrik" en „O. 16" vertrokken. Maandagmorgen twaalf uur hebben H.Ms. „Hertog Hendrik" en H.Ms. „O. 16" de ha ven van Nieuwediep verlaten, respectievelijk voor het maken van een drïemaandelijksche reis naar de Middellandsche Zee en naar den Atlantischen Oceaan. Zooals men weet, maakt prof. dr. F. A. Ve iling Meinesz deze reis van de „O 16" mee. JAPANSCHF KATÖENFABRIEK IN N. GUINEA? Wij lezen in het „Soer. Hbld." van 2 Jan.: Volgens berichten uit Japan is het waar schijnlijk dat binnen afzienbaren tijd een katoenfabriek zal wonden opgericht in Nieuw Guinea door de Kanegafuchi Spinning Cy. een van de Big Three-Maatschappij en in Japan .en Dit voornemen maakt deel uit van een groot plan voor de toepassing van de „Zuidelijk economische politiek" van Japan. De heer Minora Nisbimura, ex-directeur 'van de Kanebo Service Station en thans in specteur van het Kanegafuchi-concert, zal in deze maand uit Japan vertrekken voor het maken van een inspectiereis door de Phi- lippijnen en Nederlandsch-Indië. Het voor naamste doel van deze reis is het instellen van een onderzoek naar de mogelijkheid van het openen van katoenplantages in deze landen en het oprichten van een katoenfa briek in Nieuw-Guinea. Volgens de Jiji leent Nieuw-Guiinea zich bij uitstek voor de uitvoering van de plannen van den heer Minora Nishimura. Indien de bevindingen van den heer Nishi mura gunstig zijn, zal de directeur van ge noemd concern, spoedig een bezoek brengen aan Nederlandsch-Indië ter nadere uitwer king van deze plannen. Het ocncern zal dan een speciale afdeeling in het- leven roepen voor het beheer van de nieuwe onderneming in Nieuw-Guinea. DOOR HOLLENDE PAARDEN VOORT GESLEEPT. Maandagmiddag is te Haarle (gem. Hel- lendoorn (O.) de landbouwersknecht M„ die twee paarden naar de weide bracht, gestrui keld. Hij viel, waarna de paarden op hol sloegen. Doordat M. het touw, waaraan bij de paarden leidde, om het middel had ge bonden. werd hij door de voorthollende die ren over den bevroren zandweg meegesleurd. M. werd zoo zwaar gewond, dat twee ge- neesheeren, die spoedig aanwezig waren, zijn toestand hopeloos inzagen. Acht gewonden bij auto- botsing. Toestand van twee van hen ernstig. Maandagavond om negen uur is een vracht auto van den Amsterdamschen kolenhande laar Goes welke in zeer snellen vaart den oostelijken oprit van de Merwedebrug bij Muiden opreed, vermoedelijk ten gevolge van het verblindend licht van een tegenlig ger in botsing gekomen met dezen wagen, een personen auto van den heer T. uit Apel doorn, waarin behalve de heer en mevrouw T. vier kinderen waren gezeten. Met een geweldigen klap vlogen de wagens tegen elkaar. Beide auto's werden totaal ver nield. De motorrijder H. M. uit Amsterdam, die vlak achter den kolenauto reed, kwam in de ruine terecht en bezeerde een knie. Ernsti ger was het gesteld met den bestuurder van den kolenauto, de pl.m. 23-jarige G.; zijn lin kerarm werd geheel verbrijzeld. De zwaar bloedende man werd met een juist passee- renden trein van de Gooische tram naar Diemen vervoerd, waar dr. Hartman een voorloopig verband legde. Met dezelfden tramtrein werd het slacht offer meegevoerd tot den overweg aan de Linnaeusstraat. te Amsterdam, waar de ge neeskundige dienst den man overnam en naar het O. L. Vrouwe-gasthuis vervoerde Daar heeft men den verbrijzelden arm ge amputeerd. Van de zes inzittenden van den personen auto werd mevrouw T. zwaar gewond. Nadat dr. Niekerk uit Muiden haar de eerste hulp had verleend, is zij naar een ziekenhuis ver voerd. De heer T. en de vier kinderen, die alle kleinere snijwondjes opliepen, zijn met een andere auto naar Apeldoorn verder geisisd. Het verkiezingsprogram der S. D. A. P. Het partijbestuur der SD.A.P. stelt ter be handeling op het Congres, volgens Het Volk, het volgende verkiezingsprogram voor 1937 voor: Het partijbestuur is van oordeel, dat dit maal niet een lang en in allerlei bijzonder heden uitgewerkt verkiezingsprogram moet worden samengesteld. Meer dan ooit zal de eerstvolgende verkiezingsstrijd zijn een strijd over groote beginselen. Het verkiezingspro gram zal zich moeten bepalen tot de aanwij zing van de groote dingen, waarom het bij den strijd nu gaat. Voor zoover uitwerking van de voorgestelde punten noodig is, zal deze geschieden in de mondelinge en schrif telijke toelichtingen, die vóór en in den ver kiezingsstrijd ruimschoots zullen worden ge geven. Overeenkomstig het bepaalde in de grond slagen voor de samenwerking tusschen S.D. A.P. en N.V.V., vastgesteld in het congres van 1928, is omtrent het ontwerp-verkiezingspro gram overleg gepleegd met het N.V.V. en is overeenstemming op het onderstaande pro gram verkregen. I. Krachtige handhaving der democratie tegen fascisme en communisme; H. Economisch herstel, ordening en ar beidstijdverkorting volgens het Plan van den Arbeid; IH. Wederopbouw en verbetering van het onderwijs en van de sociale zorg, inzonder heid voor werkloozen en ouden van dagen; TV. Versterking van den Volkenbond in het -belang van den vrede. Heeft Prof. Cassiopée zich vergist? De Fransche Professor Cassiopée had dezen zomer voorspeld dat de winter van 1936/37 zoo buitengewoon streng zou zijn als sinds menschenheugenis niet was voorgekomen. Dit laatste was niet onmogelijk, want voor eerst herinnert men zich over het algemeen niet welke winter nu wel de strengste was, dien men heeft meegemaakt, maar bovendien zou hij gelijk zijn aan dien van 1564, over welk jaar U en ik zich vermoedelijk wel niets meer zullen herinneren. Deze Fransche prof. kwam tot zijn Conclu sie, omdat volgens zijn berekening de weers gesteldheden zich om de 372 jaar herhalen. Hij ging nog verder en profeteerde, dat de vorst zou beginnen op 30 December en met enkele korte onderbrekingen zou aanhouden tot 7 Maart. De koudste dag zou vermoedelijk 7 Januari zijn. Het noemen van bepaalde datums is profes sor's fiasco geworden; dat had hij niet moeten doen. Vooral de voor ons onvergetelijke 7de Januari 1937 zal de aanleiding zijn om zijn mogelijke latere voorspellingen voor altoos te wantrouwen! Intusschen heeft een Engelschman een bui tengewoon zachten winter voorspeld en zoo blijft de menschheid tusschen hoop en vreeze heen en weer slingeren. Toch staan o.i. de kansen voor een gedeeltelijke rehabilitatie van den Franschen professor nog niet hopeloos. Ook de Zweedsche weerkundige Sahdström uit Stockholm heeft eenige maanden geleden een strengen winter voorspeld. Hij was daar bij echter niet zoo onvoorzichtig bepaalde datums te noemen en ook over den duur laat hij zich niet uit. Hij grondt zijn voorspellingen op verschillen de verschijnselen in het dierenrijk. De palin gen b.v. zijn buitengewoon vroeg naar zee ge trokken, ook de spreeuwen zijn eerder dan gewoonlijk afgereisd, de sneeuwhoenders kre gen reeds in het midden van September witte veeren (vier weken vroeger dan anders). Ook de buitengewoon overvloedige bessenoogst meent Sandström als symptoom van een zeer strengen winter te moeten verklaren. Het is reeds lang bekend, dat vele dieren een hevige koude „voelen aankomen". Dieren b.v.. die zich ingraven, doen dit dieper naar mate een- strenge winter dreigt. De trekvogels ma ken vroeger dan gewoonlijk toebereidselen voor de reis naar het Zuiden. Dit verschijnsel is nog steeds niet afdoende verklaard, maar het is een feit, dat het be staat. In de zoogenaamde volksweerkunde kan men herhaaldelijk voorbeelden van een dergelijke weervoorspelling aantreffen: wanneer de bijen vroeg in het najaar de korven sluiten (de (tilgate" dicht maken, zegt men in den Ach terhoek) komt er een strenge winter. Wanneer de spinnen vlijtiger weven, kan men vorst verwachten, Uit dit verschijnsel trokken de Franschen in den winter van 1794/95 profijt, toen men generaal Pichegru kon voorspellen, dat hij nu spoedig over de bevroren Hollandsche wateren het land kon binnenrukken. Zoo zijn er tal van voorbeelden voor alle jaargetijden. De officieele weerkunde bemoeit zich hiermede niet en is zeer voorzichtig in het geven van voorspellingen op langen termijn. Bovendien, wat voor Zweden geldt, behoeft nog niet toepasselijk te zijn op onze streken. De Golfstroom als profeet. Toch is er één verschijnsel, dat steun geeft aan de Fransche en Zweedsche voorspelling, namelijk de afwijking in den Golfstroom, die men dezen zomer heeft waargenomen en die een voorbode pleegt te zijn van hevige koude. Zooals men waarschijnlijk weet, is de zoo genaamde warme Golfstroom, die in de Golf van Mexico ontstaat en die ten slotte langs de Noorsche kusten spoelt, de reden dat sommige havens in het hooge Noorden toch ijsvrij kunnen zijn en dat in die streken niet het strenge klimaat heerscht, dat men daar zou verwachten. Wie zal gelijk krijgen? Voorloopig leven we op weerkundig gebied' nog van dag tot dag. We kijken naar den ba rometer en naar „de Bilt voorspelt W. S. De Barrevoeteren de „Olyphant". HAARLEM Maandag. In vroeger eeuwen had elk huis een gevel steen of een uithangteeken. Daaraan kende ieder het huis. Dikwijls lag hier de oorsprong van den familienaam van den bewoner. Meer en meer verdwijnen die oude kenteekenen, worden vaak zelfs niet meer opgemerkt en wanneer er nieuwe worden aangebracht, dan is dat meestal ter versiering. Schreef bijvoorbeeld maar niet aan Mijnheer Jansen in het Wapen van Enkhuizen of iets van dien aard. Groote kans, dat uw brief als onbestelbaar terug komt. Eén uitzondering is er evenwel: „Bar revoeter". Onze brievenbestellers kennen na tuurlijk allemaal de Barrevoetestraat, tus schen Botermarkt en Zijlvest en brengen na eenig zoeken uw brief terecht, omdat ze die straat kennen en in dit ook voor hen onbe kende adres „Barrevoeter" daarmee verband zoeken. Heusch is het de moeite wel waard dien ge velsteen in het winkelgebouw hoek Barrevoe testraat^—Botermarkt te gaan bekijken. Op deze plaats stond eenmaal de kapel van een klooster. Daar waren in lang vervlogen eeuwen de Karmelietessen gevestigd. Weinig in ge tal waren de Karmelietennonnenkloosters in deze gewesten. Het oudste, bekend onder den naam van: „Convent van Jerusalem" verrees te Haarlem. Het verlof, door den Parochie pastoor (aan de Groote of St. Bavokerk) Dirk van Wassenaar gegeven aan Bave Dirksen en haar medezusters op het Nieuwland ('t Nieuwe landje loopt evenwijdig met de Raaks en mondt tegenover de Jacobijnestraat op de Oude Gracht uit) om de orde der Karmelieten aan te nemen en een klooster te stichten, is van het jaar 1465. Uit de geschiedenis van de vestiging van het Karmelietessenklooster te Rotterdam blijkt, dat men van de Haarlemsche nonnen een goeden dunk had. Toen ten jare 1482 door een elftal vrouwen en onder vergunning van Aalbrecht Jansz van Haarlem. Vicaris van den Provinciaal voor Neder-Duitschland, te Rot terdam een Karmelietessenklooster gesticht werd. werden daarbij de volgende voorwaar den gesteld: le dat aan de drie Haarlemsche zusters onder deze elf het bestuur van het nieuwe gesticht verblijven zou en 2e. dat al de zusters zich geheel zouden houden aan de regelen, door die van Haarlem in acht ge nomen. Een „oude" gevelsteen zult u aan treffen in den gevel van het 17 eeuw- sche Hollandsche renaissancehuis aan de Bakenessergracht en wel in den zijgevel aan de Wijdesteeg. Een 25 jaar geleden zat den ouden gevel steen van de voormalige bierbrouwerij de Olifant, die daar eenmaal ter plaatse gevestigd was, in de huiska mer der bewoners. Nu is die steen in- metseld. Het eerst vond ik „De Olifant" vermeld in de transportregisters van Heemstede. Op 26 Februari 1629 n.l. geeft Adriaan Cornelis Kiès tot een vrijen eigen aan Aechtgen Pietersdr, Brouwster in den Olyphant binnen Haerlem, naergelate weduwe van Cornelis Claesz. van Dijcke een stuk weiland van drie morgen en anderhalf hout, etc, etc. Als Adriaan Pauw, de bekende Raadspensio naris, Heer van Heemstede in November 1631 land koopt voor 't graven van 's Heeren Zand- vaart, belendt dit aan dat van de genoemde weduwe Van Dijcke, in zijn leven Brouwer in de Oliphant. 16 Maart 1633 heeft Fop Huy- bertsz. opgedragen aan de Eerbare Aechtgan Pietersdr. weduwe van C. Clz. van Dijcke, brouwer in de Oliphant, zeker kuysinge en erve aan 't dorp ofte plein van Heemstede.. De opvolger van deze vrouw ontmoeten wij 10 Maart 1634 weer in het Schoutenhuis te Heemstede. Dan verkoopt Gerrit Gerritsdr., brouwer in de Oliphant binnen Haarlem op Jacob Huggen een windoliemolen met ge reedschappen, huis en alle 't geene daertoe jegenwoordich behoorende is, mitsgaders een nieuwe weyschap en een thuyn met een thuynhusken aan het Sparen. Een poosje later zien we 't al. Willem Jansz. Jeruzalem onder Heemstede transporteert op Gerrit Gerritsz. Schouten, Brouwer in den Oliphant binnen Haarlem een losrente van 36 gulden. Hij verbindt daartoe zekere opstal van huizing, boomgaard en beplanting, waar jegenwoordig „Jeruzalem" uithangt op grond, van 't St. Elisabeths Gasthuis staande op 't Crayenest. Het ging vroeger vaak n.l. zoo: Een waard of herbergier kocht wel bier en tapte ook wel uit, maar de z.g. neringrijke her berg bracht niet genoeg in 't laatje. Dan volgde mettertijd een ousting of maenbrief, d.i. een soort hypotheek. De acte van Schout en Schepenen vermeldde precies de schuld, eischer en schuldenaar, som, rente, regeling van aflossing van het pand. Meestal volgde daarop na eenige jaren, dat de bierbrouwer den waard, aan wien hij zijn bieren had ge leverd zijn huis liet verkoopen of het zelf uit de hand kocht, waarmee dan heel vaak de herbergier of waard van eigenaar huurder werd. In dit verband wordt ook hier die naam genoemd van den brouwer uit „De Olyphant" binnen Haarlem, het huis met onzen gevel steen. BEGRAFENIS Mr. J. H. TELDERS. Gistermiddag is op de begraafplaats Oud Eik en Duinen, onder groote belangstelling, voor al van de zijde der magistratuur en de balie, het stoffelijk overschot van mr. J. H. Telders, oud-landsadvocaat en oud-deken van de orde van advocaten bij den Hoogen Raad, in het familiegraf bijgezet. De oudste zoon deelde aan de groeve mede. dat het de wensch van zijn vader was geweest, dat aan het graf niet zou worden gesproken. Hij dankte daarop de talrijke aanwezigen voor de betoonde belang stelling. KWESTIE OM EEN ORANJEBOOM. Op 7 Januari, den huwelijksdag van Prinses Juliana en Prins Bernhard. werd door de schooljeugd te Dreumel. met medewerking van het feest-comité een met oranje appeltjes ver sierde herinneringsboom geplant bij het schoolplein. Op last van het gemeentebestuur is de boom. omdat genoemd terrein te hard was. verplaatst naar den tuin van het ge meentehuis. Zondagochtend was de boom verdwenen. Het bleek later, dat de gemeente veldwachter den boom had verwijderd. Hij had hem in beslag genomen en in een arrestanten- lokaal geplaatst, aangezien hij meende het gebruiksrecht te bezitten van den tuin van het gemeentehuis. Tegen den voorzitter van het feestcomité zou de veldwachter Droces- verbaal laten opmaken. De voorzitter van het feetcomité heeft zich in verband met deze kwestie tot den brigade commandant van de rij ksveldwacht gewend, teneinde den boom terug te krijgen-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5