Bij Ruwe
handen
De strenge winter,
die voorspeld is.
Twee oud-Hollandsche
gevelsteenen.
D I N S D AG 12 JANUARI 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
3
Danktelegram van de Prinses.
Aan den Gouverneur-Generaal.
De gouverneur-generaal van Ned.
Indië ontving het volgende telegram
•an Prinses Juliana:
„Zeer erkentelijk voor alle bewijzen
van medeleven van Ned. Indië met ons
groote geluk en voor de ons namens
de Ned. Indische regeering en de be
volking aangeboden gelukwenschen.
betuigen wij uwe Excellentie daar
voor onzen warmen dank, ook voor uw
persoonlijke gelukwenschen en die van
mevrouw van Starkenborgh. Wij wen-
schen nogmaals uiting te geven aan
onze groote dankbaarheid voor den
prachtigcn armband, namens Indië
geschonken, en voor de talrijke blijken
van medeleven, waarvoor wij verzoe
ken onzen welgemeenden dank aan de
bevolking over te brengen.
Juliana."
Reflectoren in trottoirbanden?
A. N. W. B. beveelt ze aan ter afteekening van
den wegkant bij donker.
Bij donker is het dikwijls uiterst moeilijk te
zien. waar de grens van de wegverharding is.
Het gevolg hiervan is dat men onwillekeurig
te veel naar het midden van den weg rijdt,
met alle nadeelen en gevaren daaraan ver
bonden.
De A. N. W. B. heeft thans tot den minister
van Waterstaat en tot Gedeputeerde Staten
der provinciën het verzoek gericht, de toepas
sing te willen bevorderen van een nieuwe me
thode van geleiding van het verkeer bij avond,
welke speciaal in aanmerking komt bij wegen
met verhoogde zij bermen, trottoirs, e. d.
Hierbij worden in de zijkanten der trottoir
banden op regelmatige afstanden paarsge
wijze roode en witte reflectoren aangebracht,
welke zoo geplaatst zijn dat men aan zijn
rechterhand alleen de roode, aan zijn linker
hand de witte ziet. Op een dergelijken weg
ziet de automobilist de verharding dus rechts
met roode-, luiks met witte kaatslichten af
gebakend.
Diner aan Indische deputaties
aangeboden.
Door de regeering.
De minister van staat, voorzitter van den
ministerraad, dr. H. Colijn heeft Maandag
avond in de fraai versierde Ridderzaal te
's-Gravenhage een honderdtal genoodigden
verzameld tot een maaltijd, mede ter eere van
de delegaties der zelfbesturen uit Neder
landsch-Indië, die in verband met het vor
stelijk huwelijk hier te lande verblijven en
die voltallig aanwezig waren.
Bij den aanvang van den maaltijd stelde
minister Colijn een dronk in op het Koninklijk
Suis.
Later op den avond hield de minister een
redevoering waarin hij alle aanwezigen na
mens de regeering toesprak en in het bijzon
der Z.H. Pangeran Adipati Ario Mangkoe
Negoro.
„Gij hebt, aldus de minister, thans aan uw
zoo lang reeds gekoesterden wensch gevolg
kunnen geven om, vergezeld van uwe gemalin
en uwe dochter, als hoofd van uw huis in
persoon aan Hare Majesteit de Koningin hulde
te betuigen.
Maar in niet mindere mate geldt mijn wel
komstgroet u, leden der deputaties van Zijne
Vorstelijke Hoogheid den Soesoehoenan van
Soerakarta, Hunne Hoogheden den Sultan van
Jogjakarta, het hoofd van het Pakoe Alam-
sche huis en de Sultan Van Langkat en van
den zelf bestuurd er van Koealoe-Ledong.
De regeering waardeert ten zeerste uwe
aanwezigheid hier te lande gedurende de na
tionale plechtigheden en feestelijkheden,
waarin het Koninklijk Huis zoo nauw is be
trokken.
Uit verre landen van tropenweelde en zonne
schijn zijt gij, landsgrooten. in dit gure jaarge
tijde hierheen gekomen om, hetzij in eigen
naam, hetzij uit naam van uwe vorstelijke
lastgevers, geschenken aan te bieden aan het
hooge bruidspaar, dat onlangs in den echt
is verbonden; maar ook om getuigenis af te
leggen van uw aller onwankelbare trouw aan
uwe hooge souvereine en van uwe innige ver
knochtheid aan het Koninklijk Huis.
Namens de regeering dank ik u voor de door
u betoonde, zoo bijzondere belangstelling,
welke getuigenis aflegt van uwe diep gevoelde
loyauteit.
De minister verzocht den dank der regee
ring ook over te brengen aan de vorsten die
delegaties naar Nederland hadden afgevaar
digd, en sprak den wensch uit dat het verblijf
der Indische gasten hun blijdschap mocht heb
ben opgeleverd.
Minister Colijn gewaagde nog van den
nood der tijden, die een tijdlang tot stilstand
had gedwongen, waardoor de taak in Indië
moest worden ingeperkt. Maar thans licht het
achter de donkere wolken en wij zullen de
tijdelijk onderbroken taak met kracht voort
zetten.
Tenslotte stelde de minister een 'dronk in
op de Indische gasten en de prosperiteit van
Indië, de parel aan de kroon van het konink
rijk.
Deze dronk werd beantwoord door Z.H, den
Mangkoe Negoro, die in enkele woorden uit
drukking gaf aan de gevoelens vaar erkente
lijkheid en dankbaarheid welke hem en zijn
gemalin in deze dagen vervulden. Dankbaar
voor de warme hartelijkheid en voor de zorg
welke hun van alle kanten zijn ten deel ge
vallen. Erkentelijk voor het thans beleefde
begrip omtrent de saamhoorigheid en de een
heid van allen die leven en hier bezigde
spr. een Javaansch zinnebeeld „in de boom-
schaduw" van het Koninklijk Huis van
Oranje Nassau.
Met een „Lang leve 'de Koningin, lang leve
het vorstelijke bruidspaar" eindigde spreker
zijn korte rede.
Daarna werd het woord gevoerd door Pan
geran Ario Soerjohamidjojo die namens den
Soesoehoenan van Soerakarta verzekerde dat
de vereeren de uitnoodiging een diepen indruk
op zijn delegatie had gemaakt. Onder teeke
nen van bijval stelde spr. een dronk in op de
Nederlandsche regeering.
Nadat Pangeran Ario Soerjohamidjojo in
welgekozen bewoordingen namens den Sultan
van Djokja had dankgezegd voor de Holland-
sche sympathie en gastvrijheid stelde deze een
dronk in op den minister-president.
Daarna voerde nog het woord Pangeran
Ario Praboe Soeriodilogo namens Z.H. prins
Pako? Alam VII en Tengkoe Kamil namens
de delegatie van Z.H. den Sultan van Langkat.
Nietigverklaring van goud-
clausules.
Geen goede rechtsgrond.
Vele Kamerleden achten echter het
wetsontwerp noodzakelijk.
Aan het Vooiioopig Verslag over het wets
ontwerp houdende maatregelen tot nietig
verklaring van goudclausules in bepaalde
overeenkomsten is het volgende ontleend;
Sommige leden verklaarden, dat
zij tegen de strekking van het ont
werp bezwaar hadden, omrM. voor
het nietig verklaren van gov 'ausu-
les in bepaalde overeenkomsten huns
inziens geen goede rechtsgrond be
staat.
Het ontweip is in deze trouwens niet
consequent. Het beperkt de vernietiging van
de goudclausules tot „binnenlandsche" over
eenkomsten en handhaaft de werking dezer
clausules dus zoo dikwijls de crediteur voor
26 September 1936 in het buitenland beta
ling ontvangen moest. Ook dus indien de cre
diteur woont in Frankrijk of in Zwitserland,
waar hij voor de gedeprecieerde guldens nog
meer francs ontvangt dan voor 26 Septem
ber j.l.
Naast de gevallen, waarin geen bevoordee
ling van den schuldeischer plaats heeft, zijn
er, waarin wel de schuldeischer een
zeker voordeel heeft, doch de schul
denaar geen werkelijk nadeel van de
goudclausule ondervindt.
Overigens meenden de hier aan het woord
zijnde leden, dat het argument van de be
voordeeling van den schuldeischer, indien
het juist ware, nooit zou mogen leiden tot
algeheele vernietiging van goudclausules,
doch hoogstens tot opschorting van de wer
king daarvan. Niemand weet immers, met
welk percentage het binnenlandsche prijs
peil binnenkort tijd zal blijken te zijn ge
stegen.
Het argument van de ongerechtvaardigde
bevoordeeling" van den crediteur gaat dus,
zoo meenen deze leden, in vele gevallen niet
op. omdat de feitelijke vooiwaarden daar
voor ontbreken. Doch ook waar dit wel aan
wezig zijn, waar dus voor den crediteur wel
een zeker voordeel en voor den debiteur wel
een zeker ïiadeel uit de goudclausule voort
vloeit, kan dit geen grond opleveren om die
clausule nietig te verklaren.
Als tweeden rechtsgrond voor de vernieti
ging van goudclausules, zoo vervolgden deze
leden, noemt de memorie van toelichting de
ontwrichtende werking van deze clausules op
het binnenlandsche economisch verkeer. Ook
deze rechtsgrond kwam hun niet sterk voor.
Feiten, welke de beweerde ontwrichtende
werking zouden moeten aantoonen, worden in
de memorie van toelichting trouwens ook
nauwelijks aangevoerd.
De waardedaling en de vermindering van
de opbrengst van onroerend goed, zoo meen
den deze leden, hebben een veel meer ont
wrichtende werking gehad dan de goudclau
sule thans zou kunnen hebben.
Is dit voorstel reeds door het ontbreken
van een goede principieele basis zwak gefun
deerd, de basis, waarop het rust, wordt naar
het oordeel van de hier aan het woord zijnde
leden nog ver-zwakt, doordat het ontwerp op
den regel, dat goudclausules worden vernie
tigd, verschillende uitzonderingen toestaat.
Het ontwerp, zoo betoogden deze leden ver
der, beperkt zich tot goudclausules in over
eenkomsten, aangegaan vóór de depreciatie
van den gulden. Ook dit is een uitzondering
op den regel, dat goudclausules worden ver
nietigd. Mocht na eenigen tijd de depreciatie
van den gulden b.v. 40 pet. bedragen, zullen
dan niet de beweerde ongerechtvaardigde be
voordeeling van den crediteur en de mogelijk
heid van ontwrichting van het verkeer op
nieuw als rechtsgronden worden gebruikt om
de nu uitdrukkelijk van de vernietiging uit
gesloten goudclausules in nieuwe overeen
komsten alsnog te vernietigen?
Vele leden konden zich met het
voorstel tot vernietiging van de
goudclausules in bepaalde overeen
komsten over het geheel genomen
zeer wel vereenigen. Zij waren met
de regeering van oordeel, dat de
nieuwe toestand, ontstaan door het
loslaten van den gouden standaard,
wettelijke maatregelen tot nietigver
klaring van goudclausules in be
paalde overeenkomsten noodzakelijk
maakt.
Daarmede wilde men intusschen niet ge
acht worden te hebben toegegeven, dat de
gevolgen van iedere depreciatie onder alle
omstandigheden voor rekening van den
schuldeiseher behooren te komen.
Sommige leden waren van oordeel, dat het
niet juist is, alle goudclausules, voorkomende
in bepaalde categorieën van overeenkomsten,
zonder uitzondering nietig te verklaren. De
voorkeur zouden zij geven aan een regeling,
waarbij van geval tot geval door den rechter
zou dienen te worden beslist, of, en zoo ja, in
hoeverre een goudclausule gehandhaafd kan
blijven, een regeling dus, anin of meer over
eenkomende met die van de crisispachtwet
of die van dé crisishypótheekaflossingswet.
Verscheidene andere leden konden deze
meening niet deelen. Het door de regeering
gekozen systeem achtten zij het eenig bruik
bare. Een vergelijking niet de crisispachtwet
of de crisishypótheekaflossingswet gaat naar
hun oordeel niet op, omdat die wetten be
trekking hebben op bepaalde groepen van
personen, die door de economische omstan
digheden in bijzondere mate getroffen zijn.
Intusschen konden sommige leden hoe
wel zij zelf met de algemeene werking van
het voorstel geheel instemden niet na
laten er hun bevreemding over uit te spre
ken. dat zulk een voorstel van dit kabinet
is uitgegaan. Het betreft hier immers een
generaal wettelijk ingrijpen in privaatrech
telijke verhoudingen, waartegenover dit ka
binet altijd een principieel afwijzende hou
ding heeft aangenomen.
Tegen de uitzondering, opgenomen in ar
tikel 4 ten aanzien van de ter beurze van
Amsterdam in de prijscourant van de ver-
eeniging voor den Effectenhandel genoteerde
geldleeningen. maakten vele leden ernstig
bezwaar. De argumenten, die voor deze uit
zondering in de memorie van toelichting
worden aangevoerd, noemden zij uiterst
zwak.
Dat een bedongen goudclausule met een
lager rentepercentage doet genoegen nemen,
is een omstandigheid, welke niet alleen ver
bonden is aan obligaties doch evenezeer aan
hypotheken en andere geldleeningen. Er is
niet de minste reden, aldus deze léden, om
i dit element uitsluitend bij obligaties naar
verzacht en geneest
Doos 30, Tube 45 ct. Bij Apoth. en Drogisten
IIWIM li iiaw
(Adv. lngez. Med.)
voren te brengen en er daar een uitzonde
ringsmotief uit te construeeren.
Eindelijk gaven een aantal leden als hun
oordeel te kennen, dat de regeering met
haar voorsteilen op dit gebied te laat komt.
Bij het optreden van dit 'kabinet was alle
hoop gevestigd op de uitkomsten van de eco
nomische wereldconferentie te Londen. Toen
deze mislukte en het kabinet de aansluiting
van Nederland bij een wereldgoudblok be
vorderde, ware naar de meening van deze
leden onmiddellijk een wettelijk verbod van
goudclausules in overeenkomsten, behoo-
rende tot de binnenlandsche economische
sfeer, op zijn plaats geweest.
Minder werkloozen te
Amsterdam dan eind 1935.
Aan het eind van December 1936
stonden bij de arbeidsbeurs te Am
sterdam 56.659 werkloozen ingeschre
ven, tegen 58.728 aan het eind van het
jaar 1935. Een vermindering dus met
2054
„Hertog Hendrik" en „O. 16"
vertrokken.
Maandagmorgen twaalf uur hebben H.Ms.
„Hertog Hendrik" en H.Ms. „O. 16" de ha
ven van Nieuwediep verlaten, respectievelijk
voor het maken van een drïemaandelijksche
reis naar de Middellandsche Zee en naar den
Atlantischen Oceaan.
Zooals men weet, maakt prof. dr. F. A. Ve
iling Meinesz deze reis van de „O 16" mee.
JAPANSCHF KATÖENFABRIEK IN
N. GUINEA?
Wij lezen in het „Soer. Hbld." van 2 Jan.:
Volgens berichten uit Japan is het waar
schijnlijk dat binnen afzienbaren tijd een
katoenfabriek zal wonden opgericht in Nieuw
Guinea door de Kanegafuchi Spinning Cy.
een van de Big Three-Maatschappij en in
Japan .en
Dit voornemen maakt deel uit van een groot
plan voor de toepassing van de „Zuidelijk
economische politiek" van Japan.
De heer Minora Nisbimura, ex-directeur
'van de Kanebo Service Station en thans in
specteur van het Kanegafuchi-concert, zal
in deze maand uit Japan vertrekken voor
het maken van een inspectiereis door de Phi-
lippijnen en Nederlandsch-Indië. Het voor
naamste doel van deze reis is het instellen
van een onderzoek naar de mogelijkheid van
het openen van katoenplantages in deze
landen en het oprichten van een katoenfa
briek in Nieuw-Guinea.
Volgens de Jiji leent Nieuw-Guiinea zich bij
uitstek voor de uitvoering van de plannen
van den heer Minora Nishimura.
Indien de bevindingen van den heer Nishi
mura gunstig zijn, zal de directeur van ge
noemd concern, spoedig een bezoek brengen
aan Nederlandsch-Indië ter nadere uitwer
king van deze plannen. Het ocncern zal dan
een speciale afdeeling in het- leven roepen
voor het beheer van de nieuwe onderneming
in Nieuw-Guinea.
DOOR HOLLENDE PAARDEN VOORT
GESLEEPT.
Maandagmiddag is te Haarle (gem. Hel-
lendoorn (O.) de landbouwersknecht M„ die
twee paarden naar de weide bracht, gestrui
keld. Hij viel, waarna de paarden op hol
sloegen. Doordat M. het touw, waaraan bij
de paarden leidde, om het middel had ge
bonden. werd hij door de voorthollende die
ren over den bevroren zandweg meegesleurd.
M. werd zoo zwaar gewond, dat twee ge-
neesheeren, die spoedig aanwezig waren, zijn
toestand hopeloos inzagen.
Acht gewonden bij auto-
botsing.
Toestand van twee van hen ernstig.
Maandagavond om negen uur is een vracht
auto van den Amsterdamschen kolenhande
laar Goes welke in zeer snellen vaart den
oostelijken oprit van de Merwedebrug bij
Muiden opreed, vermoedelijk ten gevolge
van het verblindend licht van een tegenlig
ger in botsing gekomen met dezen wagen,
een personen auto van den heer T. uit Apel
doorn, waarin behalve de heer en mevrouw
T. vier kinderen waren gezeten.
Met een geweldigen klap vlogen de wagens
tegen elkaar. Beide auto's werden totaal ver
nield. De motorrijder H. M. uit Amsterdam,
die vlak achter den kolenauto reed, kwam in
de ruine terecht en bezeerde een knie. Ernsti
ger was het gesteld met den bestuurder van
den kolenauto, de pl.m. 23-jarige G.; zijn lin
kerarm werd geheel verbrijzeld. De zwaar
bloedende man werd met een juist passee-
renden trein van de Gooische tram naar
Diemen vervoerd, waar dr. Hartman een
voorloopig verband legde.
Met dezelfden tramtrein werd het slacht
offer meegevoerd tot den overweg aan de
Linnaeusstraat. te Amsterdam, waar de ge
neeskundige dienst den man overnam en
naar het O. L. Vrouwe-gasthuis vervoerde
Daar heeft men den verbrijzelden arm ge
amputeerd.
Van de zes inzittenden van den personen
auto werd mevrouw T. zwaar gewond. Nadat
dr. Niekerk uit Muiden haar de eerste hulp
had verleend, is zij naar een ziekenhuis ver
voerd. De heer T. en de vier kinderen, die alle
kleinere snijwondjes opliepen, zijn met een
andere auto naar Apeldoorn verder geisisd.
Het verkiezingsprogram der
S. D. A. P.
Het partijbestuur der SD.A.P. stelt ter be
handeling op het Congres, volgens Het Volk,
het volgende verkiezingsprogram voor 1937
voor:
Het partijbestuur is van oordeel, dat dit
maal niet een lang en in allerlei bijzonder
heden uitgewerkt verkiezingsprogram moet
worden samengesteld. Meer dan ooit zal de
eerstvolgende verkiezingsstrijd zijn een strijd
over groote beginselen. Het verkiezingspro
gram zal zich moeten bepalen tot de aanwij
zing van de groote dingen, waarom het bij
den strijd nu gaat. Voor zoover uitwerking
van de voorgestelde punten noodig is, zal
deze geschieden in de mondelinge en schrif
telijke toelichtingen, die vóór en in den ver
kiezingsstrijd ruimschoots zullen worden ge
geven.
Overeenkomstig het bepaalde in de grond
slagen voor de samenwerking tusschen S.D.
A.P. en N.V.V., vastgesteld in het congres van
1928, is omtrent het ontwerp-verkiezingspro
gram overleg gepleegd met het N.V.V. en is
overeenstemming op het onderstaande pro
gram verkregen.
I. Krachtige handhaving der democratie
tegen fascisme en communisme;
H. Economisch herstel, ordening en ar
beidstijdverkorting volgens het Plan van den
Arbeid;
IH. Wederopbouw en verbetering van het
onderwijs en van de sociale zorg, inzonder
heid voor werkloozen en ouden van dagen;
TV. Versterking van den Volkenbond in
het -belang van den vrede.
Heeft Prof. Cassiopée
zich vergist?
De Fransche Professor Cassiopée had
dezen zomer voorspeld dat de winter
van 1936/37 zoo buitengewoon streng
zou zijn als sinds menschenheugenis
niet was voorgekomen.
Dit laatste was niet onmogelijk, want voor
eerst herinnert men zich over het algemeen
niet welke winter nu wel de strengste was, dien
men heeft meegemaakt, maar bovendien zou
hij gelijk zijn aan dien van 1564, over welk
jaar U en ik zich vermoedelijk wel niets meer
zullen herinneren.
Deze Fransche prof. kwam tot zijn Conclu
sie, omdat volgens zijn berekening de weers
gesteldheden zich om de 372 jaar herhalen.
Hij ging nog verder en profeteerde, dat de
vorst zou beginnen op 30 December en met
enkele korte onderbrekingen zou aanhouden
tot 7 Maart. De koudste dag zou vermoedelijk
7 Januari zijn.
Het noemen van bepaalde datums is profes
sor's fiasco geworden; dat had hij niet moeten
doen. Vooral de voor ons onvergetelijke 7de
Januari 1937 zal de aanleiding zijn om zijn
mogelijke latere voorspellingen voor altoos te
wantrouwen!
Intusschen heeft een Engelschman een bui
tengewoon zachten winter voorspeld en zoo
blijft de menschheid tusschen hoop en vreeze
heen en weer slingeren.
Toch staan o.i. de kansen voor een
gedeeltelijke rehabilitatie van den
Franschen professor nog niet hopeloos.
Ook de Zweedsche weerkundige Sahdström
uit Stockholm heeft eenige maanden geleden
een strengen winter voorspeld. Hij was daar
bij echter niet zoo onvoorzichtig bepaalde
datums te noemen en ook over den duur laat
hij zich niet uit.
Hij grondt zijn voorspellingen op verschillen
de verschijnselen in het dierenrijk. De palin
gen b.v. zijn buitengewoon vroeg naar zee ge
trokken, ook de spreeuwen zijn eerder dan
gewoonlijk afgereisd, de sneeuwhoenders kre
gen reeds in het midden van September witte
veeren (vier weken vroeger dan anders). Ook
de buitengewoon overvloedige bessenoogst
meent Sandström als symptoom van een zeer
strengen winter te moeten verklaren.
Het is reeds lang bekend, dat vele dieren een
hevige koude „voelen aankomen". Dieren b.v..
die zich ingraven, doen dit dieper naar mate
een- strenge winter dreigt. De trekvogels ma
ken vroeger dan gewoonlijk toebereidselen voor
de reis naar het Zuiden.
Dit verschijnsel is nog steeds niet afdoende
verklaard, maar het is een feit, dat het be
staat.
In de zoogenaamde volksweerkunde kan men
herhaaldelijk voorbeelden van een dergelijke
weervoorspelling aantreffen: wanneer de bijen
vroeg in het najaar de korven sluiten (de
(tilgate" dicht maken, zegt men in den Ach
terhoek) komt er een strenge winter.
Wanneer de spinnen vlijtiger weven, kan
men vorst verwachten, Uit dit verschijnsel
trokken de Franschen in den winter van
1794/95 profijt, toen men generaal Pichegru
kon voorspellen, dat hij nu spoedig over de
bevroren Hollandsche wateren het land kon
binnenrukken.
Zoo zijn er tal van voorbeelden voor alle
jaargetijden. De officieele weerkunde bemoeit
zich hiermede niet en is zeer voorzichtig in het
geven van voorspellingen op langen termijn.
Bovendien, wat voor Zweden geldt, behoeft
nog niet toepasselijk te zijn op onze streken.
De Golfstroom als profeet.
Toch is er één verschijnsel, dat steun geeft
aan de Fransche en Zweedsche voorspelling,
namelijk de afwijking in den Golfstroom, die
men dezen zomer heeft waargenomen en die
een voorbode pleegt te zijn van hevige koude.
Zooals men waarschijnlijk weet, is de zoo
genaamde warme Golfstroom, die in de Golf
van Mexico ontstaat en die ten slotte langs de
Noorsche kusten spoelt, de reden dat sommige
havens in het hooge Noorden toch ijsvrij
kunnen zijn en dat in die streken niet het
strenge klimaat heerscht, dat men daar zou
verwachten.
Wie zal gelijk krijgen?
Voorloopig leven we op weerkundig gebied'
nog van dag tot dag. We kijken naar den ba
rometer en naar „de Bilt voorspelt
W. S.
De Barrevoeteren de
„Olyphant".
HAARLEM Maandag.
In vroeger eeuwen had elk huis een gevel
steen of een uithangteeken. Daaraan kende
ieder het huis. Dikwijls lag hier de oorsprong
van den familienaam van den bewoner. Meer
en meer verdwijnen die oude kenteekenen,
worden vaak zelfs niet meer opgemerkt en
wanneer er nieuwe worden aangebracht, dan is
dat meestal ter versiering. Schreef bijvoorbeeld
maar niet aan Mijnheer Jansen in het Wapen
van Enkhuizen of iets van dien aard. Groote
kans, dat uw brief als onbestelbaar terug
komt. Eén uitzondering is er evenwel: „Bar
revoeter". Onze brievenbestellers kennen na
tuurlijk allemaal de Barrevoetestraat, tus
schen Botermarkt en Zijlvest en brengen na
eenig zoeken uw brief terecht, omdat ze die
straat kennen en in dit ook voor hen onbe
kende adres „Barrevoeter" daarmee verband
zoeken.
Heusch is het de moeite wel waard dien ge
velsteen in het winkelgebouw hoek Barrevoe
testraat^—Botermarkt te gaan bekijken. Op
deze plaats stond eenmaal de kapel van een
klooster. Daar waren in lang vervlogen eeuwen
de Karmelietessen gevestigd. Weinig in ge
tal waren de Karmelietennonnenkloosters in
deze gewesten. Het oudste, bekend onder den
naam van: „Convent van Jerusalem" verrees
te Haarlem. Het verlof, door den Parochie
pastoor (aan de Groote of St. Bavokerk) Dirk
van Wassenaar gegeven aan Bave Dirksen en
haar medezusters op het Nieuwland ('t Nieuwe
landje loopt evenwijdig met de Raaks en
mondt tegenover de Jacobijnestraat op de
Oude Gracht uit) om de orde der Karmelieten
aan te nemen en een klooster te stichten, is
van het jaar 1465.
Uit de geschiedenis van de vestiging van
het Karmelietessenklooster te Rotterdam
blijkt, dat men van de Haarlemsche nonnen
een goeden dunk had. Toen ten jare 1482 door
een elftal vrouwen en onder vergunning van
Aalbrecht Jansz van Haarlem. Vicaris van den
Provinciaal voor Neder-Duitschland, te Rot
terdam een Karmelietessenklooster gesticht
werd. werden daarbij de volgende voorwaar
den gesteld: le dat aan de drie Haarlemsche
zusters onder deze elf het bestuur van het
nieuwe gesticht verblijven zou en 2e. dat al
de zusters zich geheel zouden houden aan de
regelen, door die van Haarlem in acht ge
nomen.
Een „oude" gevelsteen zult u aan
treffen in den gevel van het 17 eeuw-
sche Hollandsche renaissancehuis aan
de Bakenessergracht en wel in den
zijgevel aan de Wijdesteeg. Een 25
jaar geleden zat den ouden gevel
steen van de voormalige bierbrouwerij
de Olifant, die daar eenmaal ter
plaatse gevestigd was, in de huiska
mer der bewoners. Nu is die steen in-
metseld.
Het eerst vond ik „De Olifant" vermeld in de
transportregisters van Heemstede. Op 26
Februari 1629 n.l. geeft Adriaan Cornelis Kiès
tot een vrijen eigen aan Aechtgen Pietersdr,
Brouwster in den Olyphant binnen Haerlem,
naergelate weduwe van Cornelis Claesz. van
Dijcke een stuk weiland van drie morgen en
anderhalf hout, etc, etc.
Als Adriaan Pauw, de bekende Raadspensio
naris, Heer van Heemstede in November 1631
land koopt voor 't graven van 's Heeren Zand-
vaart, belendt dit aan dat van de genoemde
weduwe Van Dijcke, in zijn leven Brouwer in
de Oliphant. 16 Maart 1633 heeft Fop Huy-
bertsz. opgedragen aan de Eerbare Aechtgan
Pietersdr. weduwe van C. Clz. van Dijcke,
brouwer in de Oliphant, zeker kuysinge en
erve aan 't dorp ofte plein van Heemstede..
De opvolger van deze vrouw ontmoeten wij
10 Maart 1634 weer in het Schoutenhuis te
Heemstede. Dan verkoopt Gerrit Gerritsdr.,
brouwer in de Oliphant binnen Haarlem op
Jacob Huggen een windoliemolen met ge
reedschappen, huis en alle 't geene daertoe
jegenwoordich behoorende is, mitsgaders een
nieuwe weyschap en een thuyn met een
thuynhusken aan het Sparen.
Een poosje later zien we 't al. Willem Jansz.
Jeruzalem onder Heemstede transporteert op
Gerrit Gerritsz. Schouten, Brouwer in den
Oliphant binnen Haarlem een losrente van
36 gulden. Hij verbindt daartoe zekere opstal
van huizing, boomgaard en beplanting, waar
jegenwoordig „Jeruzalem" uithangt op grond,
van 't St. Elisabeths Gasthuis staande op 't
Crayenest. Het ging vroeger vaak n.l. zoo:
Een waard of herbergier kocht wel bier en
tapte ook wel uit, maar de z.g. neringrijke her
berg bracht niet genoeg in 't laatje. Dan volgde
mettertijd een ousting of maenbrief, d.i. een
soort hypotheek. De acte van Schout en
Schepenen vermeldde precies de schuld,
eischer en schuldenaar, som, rente, regeling
van aflossing van het pand. Meestal volgde
daarop na eenige jaren, dat de bierbrouwer
den waard, aan wien hij zijn bieren had ge
leverd zijn huis liet verkoopen of het zelf
uit de hand kocht, waarmee dan heel vaak de
herbergier of waard van eigenaar huurder
werd.
In dit verband wordt ook hier die naam
genoemd van den brouwer uit „De Olyphant"
binnen Haarlem, het huis met onzen gevel
steen.
BEGRAFENIS Mr. J. H. TELDERS.
Gistermiddag is op de begraafplaats Oud Eik
en Duinen, onder groote belangstelling, voor
al van de zijde der magistratuur en de balie,
het stoffelijk overschot van mr. J. H. Telders,
oud-landsadvocaat en oud-deken van de orde
van advocaten bij den Hoogen Raad, in het
familiegraf bijgezet. De oudste zoon deelde
aan de groeve mede. dat het de wensch van
zijn vader was geweest, dat aan het graf niet
zou worden gesproken. Hij dankte daarop de
talrijke aanwezigen voor de betoonde belang
stelling.
KWESTIE OM EEN ORANJEBOOM.
Op 7 Januari, den huwelijksdag van Prinses
Juliana en Prins Bernhard. werd door de
schooljeugd te Dreumel. met medewerking van
het feest-comité een met oranje appeltjes ver
sierde herinneringsboom geplant bij het
schoolplein. Op last van het gemeentebestuur
is de boom. omdat genoemd terrein te hard
was. verplaatst naar den tuin van het ge
meentehuis. Zondagochtend was de boom
verdwenen. Het bleek later, dat de gemeente
veldwachter den boom had verwijderd. Hij had
hem in beslag genomen en in een arrestanten-
lokaal geplaatst, aangezien hij meende het
gebruiksrecht te bezitten van den tuin van
het gemeentehuis. Tegen den voorzitter van
het feestcomité zou de veldwachter Droces-
verbaal laten opmaken.
De voorzitter van het feetcomité heeft zich
in verband met deze kwestie tot den brigade
commandant van de rij ksveldwacht gewend,
teneinde den boom terug te krijgen-