Het Geiukligtin de Sneeuw Het vertrek van Hr. Ms. kruiser „De Ruyter" naar Ned. Indië. Hr. Ms kruiser .De Ruyter" vertrok Dinsdag uit Nieuwediep naar Ned. Oost Indië. Het schip verlaat de haven, uitgeleide gedaan door een groote menigte Het afscheid voor het vertrek van Hr. Ms. kruiser .De Ruyter", die Dinsdag de haven van Nieuwediep verliet op weg naar de Oost De Nederlandsche Pluimvee-Nobelprijs voor 1936 die dit jaar werd toegekend aan den heer E. Ostermann te Baarn, werd Dinsdagavond aan den winnaar in diens woonplaats uitgereikt De heer Ostermann (rechts) neemt den grooten zilveren beker in ontvangst Zou hei ijs houden? De ministers Gelissen en Deckers vertrokken Dinsdagavond uit den Haag voor hun bezoek aan Noorwegen en Zweden op uitnoodiging der regeeringen van deze landen. Even voor het vertrek aan het station S.S. Het Alcazar te Toledo, zooals het zich thans boven de stad verheft na de vernieling tengevolge van het beleg Op de Scheepswerf G. de Vries Lentsch Jr. te Amsterdam is een jacht voor Engelsche rekening in aanbouw. Wanneer dit te water is gelaten, wordt op dezelfde plaats de kiel gelegd voor het jacht, dat door de Nederlandsche bevolking als nationaal huwelijksgeschenk aan H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard is aangeboden FEUILLETON Een Wintersportroman. van PETER KRAYENBÜHL. (Nadruk verboden.) 21) O, Dieter, onnoozele dwaas en Parsival Ben je dan blind voor de gevoelens van een eenzame vrouw als deze? Begrijp je dan niet, wat er daarbinnen in Petra omgaat.... dat jij de eerste bent, die sinds jaren meer voor haar beteekent dan allen, met wien ze in haar eenzaamheid in aanraking kwamdat je iets'in haar hebt wakker gemaakt, wat voor dien niemand ooit gelukt is Dieter staat alweer op zijn ski's en maakt, juist aanstalten om te verstrekken, als plot seling de deur weer opengaat. Deze brief heb ik hier ln de buurt ge vonden. Misschien kan je daar beneden dege ne vinden, die hem verloren heeft Het is een velletje blauw postpapier, waar van het couvert ontbreekt. Dieter heeft geen gelegenheid meer om het nauwkeurig te bezien, want een blik op zijn horloge overtuigt hem, dat hij zich moet haasten, als hij nog op tijd wil komen voor de les. Aan middageten kan hij zelfs al niet meer denken Binnen een paar minuten heeft hij het ho tel bereikt. Haastig voorziet hij zich in de keuken van een paar boterhammen en dan spoedt hij zich naar de skibabies. die zich reeds op het oefenterrein verzamelen. Hij doet zijn plicht, Dieter, maar hy be merkt weldra, dat dit te weinig is. Zijp hoofd loopt echter om van het vele, dat zich dezen dag reeds heeft afgespeeld. Tal van vragen zijn er. waarop hij nog steeds geen bevredi gend antwoord weet Als Dieter zich later na de les op zijn kamer van zijn trainingspak ontdoet, herinnert hij zich plotseling den brief. Hij moet hem lezen om er achter te komen wien het epistel toe behoort. En hij leest: „Mijn lieve kind, ik dankje voor je brief. Ik kon de helft niet lezen; Seilenz heeft er een geheelen avond over gedaan vóór we alles ontcijferd hadden. Hij leek me wat down en ik heb me er dan ook ernstig ongerust over gemaakt. Waar moet dat heen? Ik ken dien man niet. Seilenz vond, dat je wat voorzichtiger moet zijn; als je je een maal geeft, dan geef je je wat al te gemakkelijk en kan je niet meer terug en dat je dien griffier zoo voor de mal houdt, vind ik al heel onaardig van je. Zóó ken ik je toch werkelijk niet. Weet de baron, dat je zwakke longen hebt? Misschien ben je het zelf al ver geten! Seilenz vertrekt morgen naar een congres in Venetië. Op den terugreis denkt hij je te komen opzoeken. Ik stuur dezen brief aangeteekend in verband met het geld dat ik zal insluiten. Houd je goed. mijn kind. Ik geloof niet in dien baron. Als steeds, je Moeder." Dieter weet reeds, dat deze brief aan Bri gitte Clamor toebehoort. Desondanks leest hij ook de volgende, door een andere hand ge schreven regels: „Lieve Brigitte, je schrijft geen let ters. maar hanepooten. 't Is eenvoudig onleesbaar. Hebben jullie daar in dat nest geen schrijfmachine'' Hoe lang denk je nog in St.-Valentin te blijven? Laat het me telegrafisch weten, als je voor den 12en vertrekt. In het andere ge val verheug ik me er over je spoedig te rug te zien. Pas op voor baronnen, juris ten en ski-hazen en vergeet niet je Ernst S." Dieter begeeft zich onmiddellijk op weg om Brigitte den brief te brengen. Op haar kamer is zij niet en als hij haar evenmin op den daktuin vindt, zoekt hij haar op de veranda, die rondom het hotel loopt en aan den rech tervleugel tot een lighal is uitgebouwd. Nauwelijks echter heeft hij deze bereikt, als een toornig-huilerige stem tot hem door dringt. Weet u, wat u bentEen beul bent u, een gemeene beul! U weet evengoed als ik, dat u mij kwelt. En zij weet het ook Dieter gaat op het geluid van de stem af; het Saksisch dialect is onmiskenbaar. Een raam is half geopend en geeft Dieter gele genheid een blik te werpen in Girsholm's ka mer. De baron ligt nonchalant op den divan, blijkbaar ten volle genietend van zijn Dunhill en hij kijkt den razenden dr. Muschle spottend aan. Deze laatste blijkt al heel gauw aan het eind van zijn driftbui en laat zich wanhopig op een stoel vallen. Nu moet ik toch heusch een hartig woordje met u praten, meneer Muschle, zegt hij na een korte pauze, zonder zijn houding noemenswaardig te veranderen. U bent een dwaze ouwe heer met lichtelijk kindsche neigingen en zoowel mij. als juffrouw Brigitte bent u zoo totaal onverschillig, dat geen haar op ons hoofd er aan denkt u ook maar een handbreed in den weg te leggen, laat staan te kwellen, zooals u blijkbaar veronderstelt! Uw eigenaardige houding is me al eerder op gevallen. u maakt zich eenvoudig belachelijk voor het hotelpersoneel en ik kan u daarom dit wel zeggen: als u het nog een maal in uw hoofd haalt men een dergelijke scène te maken, laat ik u door den portier op het Sa- tanshorn zetten. Misschien, dat u daar een beetje afkoelt Dr. Muschle is bleek geworden tot onder zijn weinige haarwortels en Die ter verwacht, dat hij den brutaal-openhartigen baron diens iriteerende monocle uit het oog zal slaan. Er gebeurt echter niets'van dien aard. Dr. Muschle heeft het hoogtepunt van zijn woede reeds bereikt en mist nu de kracht voor een lichamelijke reactie Als u mij belooft u voortaan wat ver standiger te gedragen, dan zal ik u helpen over dit dwaze regressie-verschijnsel heen te komen, vervolgt Girsholm zijn „hartig woordje" en Die ter, die aanvankelijk onvrij willig getuige was van deze onverkwikkelijke scène, hoort thans geïnteresseerd toe. Dat u ziek bent, meneer Muschle, zult u zelf wel kunnen begrijpen. Als een boeren paard van de ploeg wegloopt om in het cir cus hooge school te gaan demonstreeren, raakt hij spoedig van streek en dan wordt hij ziek. Hoort u eigenlijk wel, wat ik zeg Kunt u het niet wat korter maken? Aan al die phrases heb ik niets! keft Muschle, op half weemoedigen, half smeekenden toon. Dieter voelt neiging om weg te loopen. zoo schaamt hij zich bij al zijn medelijden voor dit sieraad van zijn geslacht. Hier meneer Muschle Dieter ziet hoe de baron een klein, wit stukje papier uit zijn portefeuille opdiept. Gaat u daarmee naar uw kamer, vlijt u zich behaaglijk op bed neer, neemt u er maar een flink snuifje van en in een minimum van tijd bent u uw leed vergeten, begrepen? Ja, maar dat is niet schadelijk Ach wat, schadelijk! En man als u! En wat ben ik u daarvoor schuldig? Mijn middelen zijn beperkt. Ditmaal geef ik het u nog gratis en voor het vervolg zullen we het wel eens worden, weest u maar niet bang. Dieter heeft genoe. gehoord en maakt zich. ijlings uit de voeten." Als hij nu eens den baron op staanden voet liet axresteeren? Door wien door den dorpsveldwachter? Maar wat een opschudding zou dat geven in het hotel! Hij weet zijn verontwaardiging te bedwin gen en overlegt wat hem te doen staat. Ein delijk besluit hij tot het meest voor de hand liggende, gaat naar de derde étage, waar Muschle's kamer niet ver van de zijne ligt, klopt en maakt aanstalten om naar binnen te gaan. De deur blijkt echter gesloten te zijn. Een dringend bevel hem binnen te laten heeft evenwel resultaat. Dr. Muschle, die zich reeds van jas en vest heeft ontdaan, staat plotseling voor hem en een enkele blik over tuigt Dieter, dat het gevouwen papiertje nog onaangeroerd op tafel ligt. Hij neemt het op en bergt het zorgvuldig in zijn vestzak. Muschle stijgt het bloed naar de wangen en van louter verlegenheid vermag hij geen woord uit te brengen. Wij kennen elkaar toch, dr. Muschle, niet waar? vraagt Dieter. U bent toch jurist, niet? Misschien herinnert u zich dan ook wel, dat er bepaalde wetten bestaan tegen het ge bruik van verdoovende middelen? Hoe weet u Dat gaat u geen lor aan, zegt Dieter grof. Ik zal er voor zorgen, dat men het niet meer zoo goed met u meent, als die baron daar beneden. Maar verder wensch ik me ook niet meer om u te bekommeren. Dat is toch maar boter aan de galg gesmeerd, als u op dergelijke dingen ingaat Dieter keert zich om zonder verder nog een woord aan den totaal overrompelden griffier te verliezen en loopt beneden tegen den ba ron aan, die juist zijn kamer verlaat. (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 10