Nuttige Nietigheden.
Psychologie van de opruiming.
Nieuwe Uitgaven.
DONDERDAG 21 JANUARI 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
lö
Kentering der tijden: de „hyena-vrouwen" verscheurden
elkander, de nieuw-zakelijken doen zaken! Enkele practische
tips voor haar, die gaan winkelen: overleg is 't halve werk!
Sensatie op sensatie flitst en tintelt door de
vrouwenwereld! Nauwelijks immers zijn we
bekomen van onze gezellige spanning bij het
luisteren naar de radio-uitzendingen, 'die het
huwelijk onzer geliefde Prinses aan den volke
kond deden, met alle joyeuze entourage van
bruidstoilet, gouden koets, gejuich en gejubel
uit den Haagnauwelijks beginnen onze
hartelijke en uitbundige wenschen voor het
geluk van die hooge Vrouwe, die toch één van
óns is, te verklinken, ofeen nieuw onder
werp van gesprek kondigt zich aan en wordt
met enthousiasme aangegrepen!
Uitverkoop, of zooals het thans officieel
heeten moet opruiming! Neen, niet alleen
een onderwerp van gesprek, maar een prikkel
tot de d aad (wat in het leven nog altijd véél
belangrijker is!) doemt hier voor ons op.
We hebben er dit jaar lang op moeten wach
ten. dat de overbekende enorme borden met
't woord: „Opruiming" aan de gevels der groote
warenhuizen verschenen, ruim een week later
dan anders maar we hebben 't nauwelijks ge
merkt. omdat die andere emotie onze harten
gevangen hield
Maar nü is 't dan zoover, nu hebben wij
vrouwen weer onzen zin. We mogen weer in
de file staan, tot het paleis onzer droomen ge
opend wordt, we mogen grabbelen en graaien
in bergen lapjes, we mogen onze echtgenooten
tot wanhoop drijven door met totale ne
gatie hunner overige ongetwijfeld voortreffe
lijke kwaliteiten! slechts voor de komende
vier weken als lastdieren te benutten, we mo
gen het geduld van den verkooper, die zich in
het zweet zijns aanschijns temidden van onze
zwaaiende armen en parapluies op de been
tracht te houden, bestormen om „allemaal 't
zelfde lapje"we mogen.stop!
Is het in den kersverschen jare 1937 eigen
lijk nog wel zóó gesteld met het verschijnsel
der opruiming?
Eerlijk gezegd, dames, ik geloof er niets
vanal is de voorstelling van de vrouwen
die op het beroemde voorbeeld uit Schiller's
Glocke tot hyena's worden op het gezicht
van een stapel kleurige coupons, wèl humoris
tisch en al heeft onze teekenares het aller
leukst in beeld gebracht!
Maar de werkelijkheid is totaal anders. Het
verschijnsel „opruiming" als we 't in onze
psychologisch-gewichtige eeuw nog maar eens
zoo plechtig mogen uitdrukken! heeft lang
zamerhand een omzwenking doorgemaakt van
kinderlijk vrouwenvermaak tot serieuze wer
kelijk nuttige bezigheid en de moderne dame,
die thans in Januari een paar dagen van haar
kostbaren tijd «nutrekt om te gaan winkelen,
is werkelijk een héél ander type geworden dan
de „koopjesjaagster" van vroeger.
Deze laatste heugt ons nog als de dag van
gisteren. Meestal was 't een buu'rvrouw met
véél temperament, die haar huis altijd „oer-
knus", maar nooit zoo erg netjes had, die
iederen dag verscheen in een ander blousje,
dat ze zelf haastig „in elkaar had gegooid",
die vreeselijk lief en goedhartig was, maar
haar mond geen moment kon stilhouden, en
die je altijd afschuwelijk stond op te houden,
als ze in den tuin over de heg geleund, haar
uiteenzettingen over het leven in 't algemeen
en over de „koopjes" in 't bijzonder begon af
te steken.
Eerst was die „gelukkige", die altijd met de
allervoortreffelijkste „occasions" aan kwam
dragen voor minstens de helft goedkooper dan
welke andere buurvrouw of kennis ook, je een
steen des aanstoots en een traan van zelf
verwijt want als je 't ook eens wou probee-
ren om in een uitverkoop het allergoedkoopste
weg te halen dan zag je al van tevoren haar
spottend opgetrokken lip bij de verpletterende
uitspraak: „Kindlief, wel aardig, maar véél te
duur!" en dan zonk al bij voorbaat de moed in
de schoenen. Totdat op zekeren dag je eigen
man (ja, waar mannen toch al niet goed voor
kunnen zijn!) je op zijn kalme manier de
oogen opende door (als je in volslagen uitver-
koops-inoedeloosheid terneer zat) de opmer
king te maken: „En tóch ga jij heel wat beter
gekleed dan die wervelwind van hiernaast en
goedkooper ook, daar wil ik om wedden!"
Toen ben je gaan nadenken enwonder
baarlijk, maar hij had gelijk! Je bent werkelijk
gaan inzien, dat de echte ouderwetsehe „koop
jesjaagster" bijna nooit degelijk, charmant,
onberispelijk gekleed gaat! Daarvoor be
schouwt ze het heele opruimingsverschijnsel
té veel als een gokje, als een kans op de hon
derdduizend", daarvoor houdt ze té weinig het
hoofd koel, laat ze zich té veel meesleepen dooi
de uitverkoop-roes! En 'daaromis 't een
zegen voor de maatschappij, dat deze prikke
lende werveldwind-gestalte „de koopjesjaag-
ster" besig is, radicaal te verdwijnen!
Hoe komt dit? Wel natuurlijk in de eerste
plaats omdat wij vrouwen niet zoo kinderlijk
meer zijn, omdat wehm!langzamer
hand volwassen worden. Omdat we ons
een nieuwe zakelijkheid hebben aangemeten,
die ons véél bekoorlijker staat dan onze oude
kinderlijke koopjesverrukking! En ook komt
het natuurlijk door den verstandigen maat
regel van den wetgever, die de opruimings
periode heeft afgebakend tot enkele weken
per jaar en meer niet.aldus een nuchter,
zakelijk verschijnsel in 't leven roepend in-
plaats van de voortdurende, enerverende span
ning van „koopjes 't heele jaar door."
We weten nu, waar we aan toe zijn! We
weten, dat de groote magazijnen gedurende
deze vier weken zooveel mogelijk hun voor
raad kwijt moeten om weer nieuw te kunnen
aanschaffen. We weten, dat wekenlange, se
rieuze inventariseering en voorbereiding aan
deze opruiming zijn voorafgegaan, dat alles
vooral confectie, die een tikje incourant,
niet meer modieus, niet geheel frisch meer is.
vooral overgeschoten lappen natuurlijk en
verder alles, wat in den loop van 't vol-seizoen
is blijven liggen stukken lager is geprijsd
dan gewoonlijk, maar dat een opruiming geen
liefdadigheids-instelling en geen loterij is.
Alle waar is naar z'n geld, dit moeten we ons
vooral in deze weken goed inprenten!
En laten we dan maar kalm erop los trekken
om „koopjes te halen"Maar vooral kalm!
Laten we in de eerste plaats maar geen
moeite doen om in de file te gaan staan, want
wat geeft het? Zou juist de „jumper met het
kleine weeffoutje", die voor ons bestemd is, in
de eerste vijf minuten wegvliegen? Zouden de
allerbeste zijden kousen, waarvan we ge
droomd hadden, er om tien urn- al niet meer
zijn? Welnee, lieve dames, er is tijd van leven!
Een der groote warenhuizen te Amsterdam
bijv., waar we eens even ons licht opstaken
over de opruimingsperiode, heeft in alle groote
steden, waar zij gevestigd is, een honderdtal
extra verkoopsters geëngageerd, die u mét den
gewonen staf, vlot en vlug zullen afhelpen, en
het blijkt telkens weer, dat de middagen het
drukste zijn. De meeste vrouwen hebben dus
werkelijk het „gokinstinct", de „sensatie van de
honderdduizend" verloren en wachten kalm
haar beurt af.
En waarom ook niet.? Laten we in dit opzicht
nu eens echt „nieuw zakelijk" zijn-
Laten we(ja, waarom deze psychologi
sche bespiegeling niet geëindigd met een paar
practische opmerkingen?) laten we in de eer
ste plaats wanneer we ons willen opmaken
om ter opruiming te gaan eens riist-ig een
uurtje doorbrengenneen niet voor de
etalages, maar voor onze eigen kleerkast.
Laten we er een stuk papier en een potlood
bijnemen en precies noteeeren wélke onder
deden van onze garderobe aanvulling of ver
nieuwing behoeven. Is die bontkraag nog
frisch? Zijn er jurken bij, die schreeuwen om
een nieuw kraagje, een aardig knoopengami-
tuur, een corsage? Hoe is onze kousenla voor
zien? Hebben we de juiste tinten bij ieder
toiletje of
Nu de linnenkast? Raken we soms door onze
onder kleeding heen? Zouden een paar pyja
mas enkele camisooltjes, wat zakdoeken ons
welkom zijn? En hoe staat het met de bezit
tingen van echtgenoot en kinderen, als we die
hebben?
Onze huishoudkast volgt als vanzelf. Hebben
die stapels lakens, sloopen, theedoeken, hand
doeken, waschhandjes een kleine versterking
hunner gelederen noodig? En tenslottezijn
er misschien jarigen „in aantocht", die een
aardig handwerk, een andere kleinigheid, een
bijzondere attentie op prijs zouden stellen?.
't Wordt een middag van 'diep gepeins mis
schien. maai-de hersens werken en het
potlood doet goede diensten En als we klaar
zijn met onze overpeinzingen en tegelijkertijd
een beetje stijf en koud geworden van 't hur
ken bij de kasten, dan gaan we nog een extra
half uurtje doorbrengen beneden bij de warme
kachel. We schenken ons dan een kop thee in
en noteeren op onze lijst de prijzen, die we
voor de verschillende „koopjes" desnoods wil
len besteden. Dan gaan we eens aan 't reke
nen en kijken of die begrooting ons budget niet
te boven gaat.
Misschien moet er geschrapt worden, mis
schien zal een minder belangrijk ding moeten
sneuvelen voor iets, dat we dringend noodig
hebben
En daneen frissche dag genomen
liefst één waarop we 't niet zoo erg druk heb
ben en goed uitgerust zijn en ter opruiming
getogen! We hebben, in deze kalme stemming
en met deze zakelijke basis, zoo niet honderd,
dan toch zeker tachtig procent kans, dat we
werkelijk profijt hebben van onzen tocht en
zullen niet zóó gemakkelijk ten prooi vallen
aan den „opruimingsroes", die heusch ook in
onzen tijd nog niet dood is. maar die op den
loer ligt om vrouwen tot hyena's en wat
erger is! tot volslagen dwazen te maken!
Al is 't dan ook weer niet zoo héél erg, als we
eens met een enkel „spotkoopje" thuis komen,
waarvan we ons na twee dagen verwonderd
afvragen: „Maar waarom heb ik dat nu toch
gekocht?"
De vrouw b 1 ij f t nu eenmaal vrouw.Ge
lukkig maar!
RECEPTEN.
Risotto.
Benoodigd: 250 gr. rijst, 9 d-L. water, 5 bouil
lonblokjes, 60 gr. boter. 1 groote ui, 4 lepels
tomatenpurée, 50 gr. geraspte kaas.
De ui fijnbakken en in de boter lichtgeel,
fruiten. De rijst toevoegen en even meebak-
ken. Dan het water met de daarin opgeloste
bouillonblokjes er bij gieten en de rijst gaar
koken 0/2 uur). De tomatenpurée erdoor roe
ren. De rijst opdoen in een dekschaal en ge
raspte kaas erbij geven, óf de kaas door de
rijst roeren en van de tomaten purée, met wat
bouillon verdund, tomatensaus maken en deze
erbij dienen.
Knolselder ijsoep.
Benoodigd: 1 groote selderij knol met wat
groen groen eraan, V/2 L. water, 4 bouillon
blokjes, 40 gr. boter.
De selderij knol in plakken snijden, deze
schillen en in blokjes snijden, wasschen en
gaar koken in het water (V2 water). Door een
zeef wrijven en van dit vocht, waarin men de
bouillonblokjes oplost, met boter en bloem een
gebonden soep maken. Vijf minuten laten door
koken en afmaken met het fijngehakte selde-
rijgroen. Gebakken broodjes erbij geven.
Libellen-vlucht
Een kleine zwerm van de vlucht kleurige Li
bellen, die dagelijks uit de drukkerijen van de
firma Bosch en Keuning te Baarn dwarrelt, is
op onzen tafel neergestreken. Aardige, kleuri
ge boekjes, keurig gedrukt en met een voor de
geringe afmetingen en prijs, vaak verrassen
den inhoud.
Vincent van Gogh, door H. A. Ger-
retsen.
Een boekje over van Gogh, zooals er al zoo
veel in den laatsten tijd verschenen zijn. Dit
deeltje heeft het voordeel in slechts zestien
pagina's een beknopt overzicht te geven van
Van Gogh's werk en leven. Vooral zijn leven
wordt, zoo uitvoerig als het boekske het toe
laat, geschetst. Tot slot volgt er een zestiental
reproducties op glanzend papier.
De doortocht, door Muus Jacobse
Een bundel gedichten, voornamelijk sonnet
ten, van den jongen dichter Muus Jacobse.
Muus Jacobse is een der bekendste onder de
jongere Protestantsche dichters en deze klei
ne bundel mag wel representatief voor zijn
werk genoemd worden. Hij bevat een aantal
Bijbelsche portretten en symbolische gedich
ten, waaronder we het bittere sonnet „Het
kind" aantreffen, waarvan we hier de kwa
trijnen citeeren:
Ons is geen toekomst en geen keus gelaten:
Wij moeten voort, verward en hulpeloos,
In een cultuur van films en radio's
En, soms, wat over het verleden praten.
Niemand ontkomt er aan alleen het kind
Is nog hetzelfde als voor duizend jaren:
Nieuw en verwonderd ligt het rond te staren
Alsof de wereld pas vandaag begint.
Het is geen gaaf en volmaakt gedicht, het
rijmwoord radio's is zelfs gezocht en gewild
modern. Maar toch spreekt er iets uit, van de
verwarring van dezen tiid.
Voor de beginnende breisters onder ons, die
toch graag een zelfgemaakt cadeautje aan
baby willen geven, is dit eenvoudig en toch
aardig en practlsch babyjasje een gemakkelijk
modelletje. Het is gebreid van witte krimp-
vrije babywol (4 draads) met pennen no. 3.
Noodig zijn 100 gram. Het jasje wordt in één
stuk gebreid. Denken we ons de zijnaad en
de mouwnaad opengeknipt en het heele jasje
plat gelegd. We beginnen bij de linkermouw
en zetten 40 st. op. Nu breien we 10 ribbels,
daarna 8 pennen afwisselend 1 pen r. 1 pen
aver., dan weer 7 ribbels, dan 12 pennen afwis
selend 1 pen r„ 1 p. aver, en nu nog 13 ribbels.
De mouw is hiermede af en nu zetten we er
aan weerszijden 40 st. bij op. Nu afwisselend
1 pen r. 1 pen aver., 1 pen r. Daarna 2 ribbels.
Nu weer 15 pennen afwisselend 1 pen r„ 1 pen
aver., dan weer 14 ribbels. Nu komen we bij de
halsuitsnijding. We breien 58 st. recht, kanten
4 st. af en breien weer 58 st. recht. Nu de laat
ste 58 st. (voorkant) afwisselend 1 pen r., 1 pen
aver, breien, maar telkens aan de halskant
2 st. tezamen. Als de rechte bies 8 toeren lang
is, dit gedeelte afkanten. De overige 58 st. (van
de rug) 17 keer afwisselend 1 pen recht, 1 pen
aver, breien en dan aan de halskant er 4 st.
bij opzetten. Nu zetten we, om de andere voor
kant te krijgen op een aparte pen 50 st. op en
meerderen-bij elke pen aan de bovenkant 1 st.
bij tot er 58 st. op staan. Nu steken we deze
58 st. bij de verkregen 62 st. op en breien met
deze 120 st. de rest van het jasje op dezelfde
manier af als de eerste helft natuurlijk
spiegelbeeldig. De aangebreide mouwtjes en
zijnaden naaien we dicht en als u het geheel
omgehaakt hebt met lichtblauw of rose, en
een leuk zijden lintje door het halsje hebt
geregen, zult u er verbaasd over staan, wat een
aardig jasje u met een minimum van inspan
ning gemaakt hebt.
SP. TH.
Een uitstekend voorbehoedmiddel tegen
wintervoeten is het dragen van fijne wollen
onderkousen onder de zijden of van wollen
sokjes. Dit laatste staat aardiger. Weersta de
verleiding om „boven op de kachel" te kruipen,
trek op koude dagen liever een extra wollen
jakje, lijfje of vest aan of leg, als u langen tijd
stil moet zitten, een plaid over uw knieën. Di
recte warmte veroorzaakt wintervoeten of ver
ergert ze
die zóó degelijk zijn, dat we ze niet weg mogen
doen en tochneen, eerlijk gezegd zit er
„kraak noch smaak" aan. Misschien dat een
frisch, kantig en kundig geknipt garnituur
van lichtbeige of oudrose zijden piqué of moiré
hier uitkomst geeft! Dit zal vooral voortreffe
lijk staan in rose op zwart of marineblauw, in
beige op groen of bruin.
5e. En dan die andere „vervelende" jurk?
Wat- ermee te beginnen? Wel, laten we die
maar eens grondig onderhanden nemen! We
tornen de mouwen eruit en geven het klee-
dingstuk een geheel nieuw cachet door een
paar wijde mouwen van gebloemde toile of
zijde met bijpassend, modern boordje, dat na
tuurlijk stevig gevoerd moet worden!
Wedden, dat zelfs „hij" niet merkt, welk
oud paardje we van stal hebben gehaald! t
VEGETARISCHE MENU'S,
(ter vervanging der gewone).
Witte boonen.
Zure saus.
Aardappelen.
Wentelteefjes.
Vruchten.
Veldsla met biet.
Gekookte aardappelen.
Botersaus.
Eieren.
Warme broodpudding met vanillesaus.
Knolselderijsoep
Wortelen.
Aardappelen.
Botersaus.
Gort met rozijnen.
Risotto.
Sla.
Sneeuwpudding met abrikozensaus.
BEZORGDE MOEDERS
's Zomers geen zon
's Winters geen zon
Laat Uw kinderen HOOGTEZON-
BEHANDELING geven.
Minimum 75 ct. per behandeling.
GEZONDH.-SCHOONH.-INSTITUUT
C. VINKKRIJGSMAN,
Gedipl. Verpl. Huid-, Schoonli.-Specialiste,
WAGENWEG 2 A rood TELEF. 15694
(Adv. Ingez. Med.)
EENVOUDIG BABYJASJE.
Zondag:
Groentesoep.
Gebraden eend.
Appelcompóte.
Aardappelen.
Roomstruif.
Maandag:
Karbonaden.
Schorseneeren.
Aardappelen.
Chocoladevla.
Dinsdag:
Runderrollade.
Koolraap.
Aardappelen.
Vanillevla met appel
moes.
Woensdag:
Haché.
Roode kool.
Aardappelen.
Flensjes.
Donderdag
Kerrysoep.
Biefstuk.
Aardappelen.
Spruitjes.
Griesmeelschotelt j e.
Vrijdag:
Stokvïsch.
Rijst.
Gebakken uien.
Mosterdsaus.
Vruchtensla.
Zaterdag:
Stamppot van snij-
boonen.
Rookworst.
Maïzenapudding met
bessensapsaus.
Gelukkig wordt in onze dagen het aantal
Hollandsche vrouwen, dat zich goed weet te
kleeden, hoe langer hoe grooter, alleen één
ding, dat vooral de Francaise kenmerkt, heeft
onze landgenoote nog altijd niet in zóó hooge
mate. Wij bedoelen die verrukkelijke eigen
schap, die mode- en vrouwenkenners aandui
den met: „l'Amour du chiffon". De liefde, de
voortdurende zorg, de gedachtenconcentratie
om steeds weer met een kleinigheidtje een toi
let, dat lang genoeg geboeid heeft, op te fris-
schen, op te fleuren, „bij 'te kleuren", een
nieuw cachet, een pittige charme te verlee-
nen!
Maar al te vaak nog blijven we wanneer
we eenmaal een costuumpje naar onzen zin,
laat ons zeggen in October, hebben uitgeko
zen, hierin tot Maart of April rondloopen. En
het is dan wel nog uitstekend, het past en zit
ons nog steeds keurig, maar tochen pas
sant, wist u dat kleeren óók moe kunnen wor
den? Dat de veerkracht van een langen tijd
gedragen costuumpje afgaat en dat het ons
dankbaar is. als het eens een poosje in de
kast mag uitrusten? En als we 't dan te voor
schijn halen, hoe geheel anders lijktneen
Is het dan weer!
Daarom, dames, die verstandig zijt en een
klein tikje van „l'Amour du chiffon" in uw
hart voelt branden: Verfrischt uw kleeding
voortdurend, houdt ze veerkrachtig door af
wisseling, door variatie, door kleine aanvul
lingen, die zóó stimuleerend kunnen werken,
óók op uw eigen stemming!
We willen u deze week eens helpen door een
paar echte „nuttige nietigheden" aan de
hand te doen. Onze teekening laat zien:
le. Hoe van een lapje zwart of grijs astra
kan, dat nu werkelijk in alle opruimingen te
kust en te keur te krijgen is, een pittig gar
nituur van mutsje en das kan worden ge
maakt.
Eerst natuurlijk nauwkeurig meten, hoeveel
astrakan u noodig heeft en erop letten, dat
u degelijke kwaliteit koopt. Houdt u een paar
strookjes over, welnu: die staan keurig als
versiering van de handschoenkappen. Astra
kan zal straks, wanneer we tegen het voor
jaar gaan een ideale overgangsdracht vor
men tusschen de warme bontkraag en het
pakje met de zijden shawl, dat nu nog 'veel
te kil isi
2e. Verder een beetje voor binnenshuis n.l. een
stevige lap geruiten zijde ook te kust en te
keur tusschen de coupons! om er dit zeer
moderne bolero-jakje van te maken. De kop-
mouwen zijn nog altijd bijzonder modern en
de nieuwe vetersluiting biedt gelegenheid om
een paar chique lange knoopen, zooals ze te
genwoordig zoozeer en vogue zijn, met succes
toe te passen. Zijde of tafzij is bovendien een
bijzonder prettige, vroolijke dracht voor da
gen, dat de bitterste koude voorbij is en de
zon zoo tegen het eind van Februari wat
meer kracht begint te krijgen!
Se. Wéér een aardig garnituur en nu van
losgeweven wollen stof, dus iets minder mas
sief dan de astrakan-combinatie. Ongetwijfeld
tikt u zoo'n leuk gestippeld lapje liefst wat
beschaafd van tint en toch vroolijk! „op
den kop". Een ideaalidee om een mantelpakje,
dat er wat somber is gaan uitzien, nieuw leven
in te blazen. Let ook eens op het pittige veer
tje!
4e. Nu komen we aan de eigenlijke „verfris-
sching" van onze jurken. Er kunnen soms van
die vervelende gewaden in de kast hangen,
Appelcompóte.
Benoodigd: 4 goudreinetten, 2 d.L. kersen
wijn. 2 d.L. water,citroenschil en sap, 40 gr.
suiker, een weinig sago.
De appeltjes netjes schillen, boren en in de
helft snijden. Het water met suiker en citroen
schil aan de kook brengen in een platte pan.
De appelen erin leggen en als ze zacht'zijn
eruit scheppen en in een compöteschaal leg
gen (liefst een ondiepe)De wijn toevoegen
aan het kookwater. Dit vocht tamelijk dun
binden met de sago, op smaak afmaken met
citroensap, zeven en op de appelen schenken.
De appelen garneeren door op elk boorgaatje
een geconfijt kersje te leggen.
Roomstruif.
Benoodigd: 2 eieren, 45 gr. bloem. 50 gr.
suiker, 1 dJL. melk, 40 gr. boter, zout, vanille
of citroensap.
De dooiers uitroeren met de suiker, zout,
bloem, melk; 20 gr. gesmolten boter toevoegen
en hiervan een glad beslag maken.
Het smaakje erbij doen en het stijfgeklopte
eiwit er luchtig mee vermengen. 10 gr. boter in
een niet te groote koekepan laten smelten* de
boter tegen den rand van de pan laten loopen.
De helft van het beslag erin scheppen en de
koek op een zacht vuur (astbestplaatje) in
plm. 10 minuten gaar en lichtbruin bakken
aan één kant. Uit de pan laten glijden en
van de rest boter en beslag een tweede koek
bakken. Deze met den ongebakken kant op
den ongebakken kant van de eerste leggen, de
koek met poedersuiker bestrooien en in punten
gesneden opdienen.
Enkele aardige ideetjes voor den opruimingstijd.