Nuttige Nietigheden. Psychologie van de opruiming. Nieuwe Uitgaven. DONDERDAG 21 JANUARI 1937 HAARLEM'S DAGBLAD lö Kentering der tijden: de „hyena-vrouwen" verscheurden elkander, de nieuw-zakelijken doen zaken! Enkele practische tips voor haar, die gaan winkelen: overleg is 't halve werk! Sensatie op sensatie flitst en tintelt door de vrouwenwereld! Nauwelijks immers zijn we bekomen van onze gezellige spanning bij het luisteren naar de radio-uitzendingen, 'die het huwelijk onzer geliefde Prinses aan den volke kond deden, met alle joyeuze entourage van bruidstoilet, gouden koets, gejuich en gejubel uit den Haagnauwelijks beginnen onze hartelijke en uitbundige wenschen voor het geluk van die hooge Vrouwe, die toch één van óns is, te verklinken, ofeen nieuw onder werp van gesprek kondigt zich aan en wordt met enthousiasme aangegrepen! Uitverkoop, of zooals het thans officieel heeten moet opruiming! Neen, niet alleen een onderwerp van gesprek, maar een prikkel tot de d aad (wat in het leven nog altijd véél belangrijker is!) doemt hier voor ons op. We hebben er dit jaar lang op moeten wach ten. dat de overbekende enorme borden met 't woord: „Opruiming" aan de gevels der groote warenhuizen verschenen, ruim een week later dan anders maar we hebben 't nauwelijks ge merkt. omdat die andere emotie onze harten gevangen hield Maar nü is 't dan zoover, nu hebben wij vrouwen weer onzen zin. We mogen weer in de file staan, tot het paleis onzer droomen ge opend wordt, we mogen grabbelen en graaien in bergen lapjes, we mogen onze echtgenooten tot wanhoop drijven door met totale ne gatie hunner overige ongetwijfeld voortreffe lijke kwaliteiten! slechts voor de komende vier weken als lastdieren te benutten, we mo gen het geduld van den verkooper, die zich in het zweet zijns aanschijns temidden van onze zwaaiende armen en parapluies op de been tracht te houden, bestormen om „allemaal 't zelfde lapje"we mogen.stop! Is het in den kersverschen jare 1937 eigen lijk nog wel zóó gesteld met het verschijnsel der opruiming? Eerlijk gezegd, dames, ik geloof er niets vanal is de voorstelling van de vrouwen die op het beroemde voorbeeld uit Schiller's Glocke tot hyena's worden op het gezicht van een stapel kleurige coupons, wèl humoris tisch en al heeft onze teekenares het aller leukst in beeld gebracht! Maar de werkelijkheid is totaal anders. Het verschijnsel „opruiming" als we 't in onze psychologisch-gewichtige eeuw nog maar eens zoo plechtig mogen uitdrukken! heeft lang zamerhand een omzwenking doorgemaakt van kinderlijk vrouwenvermaak tot serieuze wer kelijk nuttige bezigheid en de moderne dame, die thans in Januari een paar dagen van haar kostbaren tijd «nutrekt om te gaan winkelen, is werkelijk een héél ander type geworden dan de „koopjesjaagster" van vroeger. Deze laatste heugt ons nog als de dag van gisteren. Meestal was 't een buu'rvrouw met véél temperament, die haar huis altijd „oer- knus", maar nooit zoo erg netjes had, die iederen dag verscheen in een ander blousje, dat ze zelf haastig „in elkaar had gegooid", die vreeselijk lief en goedhartig was, maar haar mond geen moment kon stilhouden, en die je altijd afschuwelijk stond op te houden, als ze in den tuin over de heg geleund, haar uiteenzettingen over het leven in 't algemeen en over de „koopjes" in 't bijzonder begon af te steken. Eerst was die „gelukkige", die altijd met de allervoortreffelijkste „occasions" aan kwam dragen voor minstens de helft goedkooper dan welke andere buurvrouw of kennis ook, je een steen des aanstoots en een traan van zelf verwijt want als je 't ook eens wou probee- ren om in een uitverkoop het allergoedkoopste weg te halen dan zag je al van tevoren haar spottend opgetrokken lip bij de verpletterende uitspraak: „Kindlief, wel aardig, maar véél te duur!" en dan zonk al bij voorbaat de moed in de schoenen. Totdat op zekeren dag je eigen man (ja, waar mannen toch al niet goed voor kunnen zijn!) je op zijn kalme manier de oogen opende door (als je in volslagen uitver- koops-inoedeloosheid terneer zat) de opmer king te maken: „En tóch ga jij heel wat beter gekleed dan die wervelwind van hiernaast en goedkooper ook, daar wil ik om wedden!" Toen ben je gaan nadenken enwonder baarlijk, maar hij had gelijk! Je bent werkelijk gaan inzien, dat de echte ouderwetsehe „koop jesjaagster" bijna nooit degelijk, charmant, onberispelijk gekleed gaat! Daarvoor be schouwt ze het heele opruimingsverschijnsel té veel als een gokje, als een kans op de hon derdduizend", daarvoor houdt ze té weinig het hoofd koel, laat ze zich té veel meesleepen dooi de uitverkoop-roes! En 'daaromis 't een zegen voor de maatschappij, dat deze prikke lende werveldwind-gestalte „de koopjesjaag- ster" besig is, radicaal te verdwijnen! Hoe komt dit? Wel natuurlijk in de eerste plaats omdat wij vrouwen niet zoo kinderlijk meer zijn, omdat wehm!langzamer hand volwassen worden. Omdat we ons een nieuwe zakelijkheid hebben aangemeten, die ons véél bekoorlijker staat dan onze oude kinderlijke koopjesverrukking! En ook komt het natuurlijk door den verstandigen maat regel van den wetgever, die de opruimings periode heeft afgebakend tot enkele weken per jaar en meer niet.aldus een nuchter, zakelijk verschijnsel in 't leven roepend in- plaats van de voortdurende, enerverende span ning van „koopjes 't heele jaar door." We weten nu, waar we aan toe zijn! We weten, dat de groote magazijnen gedurende deze vier weken zooveel mogelijk hun voor raad kwijt moeten om weer nieuw te kunnen aanschaffen. We weten, dat wekenlange, se rieuze inventariseering en voorbereiding aan deze opruiming zijn voorafgegaan, dat alles vooral confectie, die een tikje incourant, niet meer modieus, niet geheel frisch meer is. vooral overgeschoten lappen natuurlijk en verder alles, wat in den loop van 't vol-seizoen is blijven liggen stukken lager is geprijsd dan gewoonlijk, maar dat een opruiming geen liefdadigheids-instelling en geen loterij is. Alle waar is naar z'n geld, dit moeten we ons vooral in deze weken goed inprenten! En laten we dan maar kalm erop los trekken om „koopjes te halen"Maar vooral kalm! Laten we in de eerste plaats maar geen moeite doen om in de file te gaan staan, want wat geeft het? Zou juist de „jumper met het kleine weeffoutje", die voor ons bestemd is, in de eerste vijf minuten wegvliegen? Zouden de allerbeste zijden kousen, waarvan we ge droomd hadden, er om tien urn- al niet meer zijn? Welnee, lieve dames, er is tijd van leven! Een der groote warenhuizen te Amsterdam bijv., waar we eens even ons licht opstaken over de opruimingsperiode, heeft in alle groote steden, waar zij gevestigd is, een honderdtal extra verkoopsters geëngageerd, die u mét den gewonen staf, vlot en vlug zullen afhelpen, en het blijkt telkens weer, dat de middagen het drukste zijn. De meeste vrouwen hebben dus werkelijk het „gokinstinct", de „sensatie van de honderdduizend" verloren en wachten kalm haar beurt af. En waarom ook niet.? Laten we in dit opzicht nu eens echt „nieuw zakelijk" zijn- Laten we(ja, waarom deze psychologi sche bespiegeling niet geëindigd met een paar practische opmerkingen?) laten we in de eer ste plaats wanneer we ons willen opmaken om ter opruiming te gaan eens riist-ig een uurtje doorbrengenneen niet voor de etalages, maar voor onze eigen kleerkast. Laten we er een stuk papier en een potlood bijnemen en precies noteeeren wélke onder deden van onze garderobe aanvulling of ver nieuwing behoeven. Is die bontkraag nog frisch? Zijn er jurken bij, die schreeuwen om een nieuw kraagje, een aardig knoopengami- tuur, een corsage? Hoe is onze kousenla voor zien? Hebben we de juiste tinten bij ieder toiletje of Nu de linnenkast? Raken we soms door onze onder kleeding heen? Zouden een paar pyja mas enkele camisooltjes, wat zakdoeken ons welkom zijn? En hoe staat het met de bezit tingen van echtgenoot en kinderen, als we die hebben? Onze huishoudkast volgt als vanzelf. Hebben die stapels lakens, sloopen, theedoeken, hand doeken, waschhandjes een kleine versterking hunner gelederen noodig? En tenslottezijn er misschien jarigen „in aantocht", die een aardig handwerk, een andere kleinigheid, een bijzondere attentie op prijs zouden stellen?. 't Wordt een middag van 'diep gepeins mis schien. maai-de hersens werken en het potlood doet goede diensten En als we klaar zijn met onze overpeinzingen en tegelijkertijd een beetje stijf en koud geworden van 't hur ken bij de kasten, dan gaan we nog een extra half uurtje doorbrengen beneden bij de warme kachel. We schenken ons dan een kop thee in en noteeren op onze lijst de prijzen, die we voor de verschillende „koopjes" desnoods wil len besteden. Dan gaan we eens aan 't reke nen en kijken of die begrooting ons budget niet te boven gaat. Misschien moet er geschrapt worden, mis schien zal een minder belangrijk ding moeten sneuvelen voor iets, dat we dringend noodig hebben En daneen frissche dag genomen liefst één waarop we 't niet zoo erg druk heb ben en goed uitgerust zijn en ter opruiming getogen! We hebben, in deze kalme stemming en met deze zakelijke basis, zoo niet honderd, dan toch zeker tachtig procent kans, dat we werkelijk profijt hebben van onzen tocht en zullen niet zóó gemakkelijk ten prooi vallen aan den „opruimingsroes", die heusch ook in onzen tijd nog niet dood is. maar die op den loer ligt om vrouwen tot hyena's en wat erger is! tot volslagen dwazen te maken! Al is 't dan ook weer niet zoo héél erg, als we eens met een enkel „spotkoopje" thuis komen, waarvan we ons na twee dagen verwonderd afvragen: „Maar waarom heb ik dat nu toch gekocht?" De vrouw b 1 ij f t nu eenmaal vrouw.Ge lukkig maar! RECEPTEN. Risotto. Benoodigd: 250 gr. rijst, 9 d-L. water, 5 bouil lonblokjes, 60 gr. boter. 1 groote ui, 4 lepels tomatenpurée, 50 gr. geraspte kaas. De ui fijnbakken en in de boter lichtgeel, fruiten. De rijst toevoegen en even meebak- ken. Dan het water met de daarin opgeloste bouillonblokjes er bij gieten en de rijst gaar koken 0/2 uur). De tomatenpurée erdoor roe ren. De rijst opdoen in een dekschaal en ge raspte kaas erbij geven, óf de kaas door de rijst roeren en van de tomaten purée, met wat bouillon verdund, tomatensaus maken en deze erbij dienen. Knolselder ijsoep. Benoodigd: 1 groote selderij knol met wat groen groen eraan, V/2 L. water, 4 bouillon blokjes, 40 gr. boter. De selderij knol in plakken snijden, deze schillen en in blokjes snijden, wasschen en gaar koken in het water (V2 water). Door een zeef wrijven en van dit vocht, waarin men de bouillonblokjes oplost, met boter en bloem een gebonden soep maken. Vijf minuten laten door koken en afmaken met het fijngehakte selde- rijgroen. Gebakken broodjes erbij geven. Libellen-vlucht Een kleine zwerm van de vlucht kleurige Li bellen, die dagelijks uit de drukkerijen van de firma Bosch en Keuning te Baarn dwarrelt, is op onzen tafel neergestreken. Aardige, kleuri ge boekjes, keurig gedrukt en met een voor de geringe afmetingen en prijs, vaak verrassen den inhoud. Vincent van Gogh, door H. A. Ger- retsen. Een boekje over van Gogh, zooals er al zoo veel in den laatsten tijd verschenen zijn. Dit deeltje heeft het voordeel in slechts zestien pagina's een beknopt overzicht te geven van Van Gogh's werk en leven. Vooral zijn leven wordt, zoo uitvoerig als het boekske het toe laat, geschetst. Tot slot volgt er een zestiental reproducties op glanzend papier. De doortocht, door Muus Jacobse Een bundel gedichten, voornamelijk sonnet ten, van den jongen dichter Muus Jacobse. Muus Jacobse is een der bekendste onder de jongere Protestantsche dichters en deze klei ne bundel mag wel representatief voor zijn werk genoemd worden. Hij bevat een aantal Bijbelsche portretten en symbolische gedich ten, waaronder we het bittere sonnet „Het kind" aantreffen, waarvan we hier de kwa trijnen citeeren: Ons is geen toekomst en geen keus gelaten: Wij moeten voort, verward en hulpeloos, In een cultuur van films en radio's En, soms, wat over het verleden praten. Niemand ontkomt er aan alleen het kind Is nog hetzelfde als voor duizend jaren: Nieuw en verwonderd ligt het rond te staren Alsof de wereld pas vandaag begint. Het is geen gaaf en volmaakt gedicht, het rijmwoord radio's is zelfs gezocht en gewild modern. Maar toch spreekt er iets uit, van de verwarring van dezen tiid. Voor de beginnende breisters onder ons, die toch graag een zelfgemaakt cadeautje aan baby willen geven, is dit eenvoudig en toch aardig en practlsch babyjasje een gemakkelijk modelletje. Het is gebreid van witte krimp- vrije babywol (4 draads) met pennen no. 3. Noodig zijn 100 gram. Het jasje wordt in één stuk gebreid. Denken we ons de zijnaad en de mouwnaad opengeknipt en het heele jasje plat gelegd. We beginnen bij de linkermouw en zetten 40 st. op. Nu breien we 10 ribbels, daarna 8 pennen afwisselend 1 pen r. 1 pen aver., dan weer 7 ribbels, dan 12 pennen afwis selend 1 pen r„ 1 p. aver, en nu nog 13 ribbels. De mouw is hiermede af en nu zetten we er aan weerszijden 40 st. bij op. Nu afwisselend 1 pen r. 1 pen aver., 1 pen r. Daarna 2 ribbels. Nu weer 15 pennen afwisselend 1 pen r„ 1 pen aver., dan weer 14 ribbels. Nu komen we bij de halsuitsnijding. We breien 58 st. recht, kanten 4 st. af en breien weer 58 st. recht. Nu de laat ste 58 st. (voorkant) afwisselend 1 pen r., 1 pen aver, breien, maar telkens aan de halskant 2 st. tezamen. Als de rechte bies 8 toeren lang is, dit gedeelte afkanten. De overige 58 st. (van de rug) 17 keer afwisselend 1 pen recht, 1 pen aver, breien en dan aan de halskant er 4 st. bij opzetten. Nu zetten we, om de andere voor kant te krijgen op een aparte pen 50 st. op en meerderen-bij elke pen aan de bovenkant 1 st. bij tot er 58 st. op staan. Nu steken we deze 58 st. bij de verkregen 62 st. op en breien met deze 120 st. de rest van het jasje op dezelfde manier af als de eerste helft natuurlijk spiegelbeeldig. De aangebreide mouwtjes en zijnaden naaien we dicht en als u het geheel omgehaakt hebt met lichtblauw of rose, en een leuk zijden lintje door het halsje hebt geregen, zult u er verbaasd over staan, wat een aardig jasje u met een minimum van inspan ning gemaakt hebt. SP. TH. Een uitstekend voorbehoedmiddel tegen wintervoeten is het dragen van fijne wollen onderkousen onder de zijden of van wollen sokjes. Dit laatste staat aardiger. Weersta de verleiding om „boven op de kachel" te kruipen, trek op koude dagen liever een extra wollen jakje, lijfje of vest aan of leg, als u langen tijd stil moet zitten, een plaid over uw knieën. Di recte warmte veroorzaakt wintervoeten of ver ergert ze die zóó degelijk zijn, dat we ze niet weg mogen doen en tochneen, eerlijk gezegd zit er „kraak noch smaak" aan. Misschien dat een frisch, kantig en kundig geknipt garnituur van lichtbeige of oudrose zijden piqué of moiré hier uitkomst geeft! Dit zal vooral voortreffe lijk staan in rose op zwart of marineblauw, in beige op groen of bruin. 5e. En dan die andere „vervelende" jurk? Wat- ermee te beginnen? Wel, laten we die maar eens grondig onderhanden nemen! We tornen de mouwen eruit en geven het klee- dingstuk een geheel nieuw cachet door een paar wijde mouwen van gebloemde toile of zijde met bijpassend, modern boordje, dat na tuurlijk stevig gevoerd moet worden! Wedden, dat zelfs „hij" niet merkt, welk oud paardje we van stal hebben gehaald! t VEGETARISCHE MENU'S, (ter vervanging der gewone). Witte boonen. Zure saus. Aardappelen. Wentelteefjes. Vruchten. Veldsla met biet. Gekookte aardappelen. Botersaus. Eieren. Warme broodpudding met vanillesaus. Knolselderijsoep Wortelen. Aardappelen. Botersaus. Gort met rozijnen. Risotto. Sla. Sneeuwpudding met abrikozensaus. BEZORGDE MOEDERS 's Zomers geen zon 's Winters geen zon Laat Uw kinderen HOOGTEZON- BEHANDELING geven. Minimum 75 ct. per behandeling. GEZONDH.-SCHOONH.-INSTITUUT C. VINKKRIJGSMAN, Gedipl. Verpl. Huid-, Schoonli.-Specialiste, WAGENWEG 2 A rood TELEF. 15694 (Adv. Ingez. Med.) EENVOUDIG BABYJASJE. Zondag: Groentesoep. Gebraden eend. Appelcompóte. Aardappelen. Roomstruif. Maandag: Karbonaden. Schorseneeren. Aardappelen. Chocoladevla. Dinsdag: Runderrollade. Koolraap. Aardappelen. Vanillevla met appel moes. Woensdag: Haché. Roode kool. Aardappelen. Flensjes. Donderdag Kerrysoep. Biefstuk. Aardappelen. Spruitjes. Griesmeelschotelt j e. Vrijdag: Stokvïsch. Rijst. Gebakken uien. Mosterdsaus. Vruchtensla. Zaterdag: Stamppot van snij- boonen. Rookworst. Maïzenapudding met bessensapsaus. Gelukkig wordt in onze dagen het aantal Hollandsche vrouwen, dat zich goed weet te kleeden, hoe langer hoe grooter, alleen één ding, dat vooral de Francaise kenmerkt, heeft onze landgenoote nog altijd niet in zóó hooge mate. Wij bedoelen die verrukkelijke eigen schap, die mode- en vrouwenkenners aandui den met: „l'Amour du chiffon". De liefde, de voortdurende zorg, de gedachtenconcentratie om steeds weer met een kleinigheidtje een toi let, dat lang genoeg geboeid heeft, op te fris- schen, op te fleuren, „bij 'te kleuren", een nieuw cachet, een pittige charme te verlee- nen! Maar al te vaak nog blijven we wanneer we eenmaal een costuumpje naar onzen zin, laat ons zeggen in October, hebben uitgeko zen, hierin tot Maart of April rondloopen. En het is dan wel nog uitstekend, het past en zit ons nog steeds keurig, maar tochen pas sant, wist u dat kleeren óók moe kunnen wor den? Dat de veerkracht van een langen tijd gedragen costuumpje afgaat en dat het ons dankbaar is. als het eens een poosje in de kast mag uitrusten? En als we 't dan te voor schijn halen, hoe geheel anders lijktneen Is het dan weer! Daarom, dames, die verstandig zijt en een klein tikje van „l'Amour du chiffon" in uw hart voelt branden: Verfrischt uw kleeding voortdurend, houdt ze veerkrachtig door af wisseling, door variatie, door kleine aanvul lingen, die zóó stimuleerend kunnen werken, óók op uw eigen stemming! We willen u deze week eens helpen door een paar echte „nuttige nietigheden" aan de hand te doen. Onze teekening laat zien: le. Hoe van een lapje zwart of grijs astra kan, dat nu werkelijk in alle opruimingen te kust en te keur te krijgen is, een pittig gar nituur van mutsje en das kan worden ge maakt. Eerst natuurlijk nauwkeurig meten, hoeveel astrakan u noodig heeft en erop letten, dat u degelijke kwaliteit koopt. Houdt u een paar strookjes over, welnu: die staan keurig als versiering van de handschoenkappen. Astra kan zal straks, wanneer we tegen het voor jaar gaan een ideale overgangsdracht vor men tusschen de warme bontkraag en het pakje met de zijden shawl, dat nu nog 'veel te kil isi 2e. Verder een beetje voor binnenshuis n.l. een stevige lap geruiten zijde ook te kust en te keur tusschen de coupons! om er dit zeer moderne bolero-jakje van te maken. De kop- mouwen zijn nog altijd bijzonder modern en de nieuwe vetersluiting biedt gelegenheid om een paar chique lange knoopen, zooals ze te genwoordig zoozeer en vogue zijn, met succes toe te passen. Zijde of tafzij is bovendien een bijzonder prettige, vroolijke dracht voor da gen, dat de bitterste koude voorbij is en de zon zoo tegen het eind van Februari wat meer kracht begint te krijgen! Se. Wéér een aardig garnituur en nu van losgeweven wollen stof, dus iets minder mas sief dan de astrakan-combinatie. Ongetwijfeld tikt u zoo'n leuk gestippeld lapje liefst wat beschaafd van tint en toch vroolijk! „op den kop". Een ideaalidee om een mantelpakje, dat er wat somber is gaan uitzien, nieuw leven in te blazen. Let ook eens op het pittige veer tje! 4e. Nu komen we aan de eigenlijke „verfris- sching" van onze jurken. Er kunnen soms van die vervelende gewaden in de kast hangen, Appelcompóte. Benoodigd: 4 goudreinetten, 2 d.L. kersen wijn. 2 d.L. water,citroenschil en sap, 40 gr. suiker, een weinig sago. De appeltjes netjes schillen, boren en in de helft snijden. Het water met suiker en citroen schil aan de kook brengen in een platte pan. De appelen erin leggen en als ze zacht'zijn eruit scheppen en in een compöteschaal leg gen (liefst een ondiepe)De wijn toevoegen aan het kookwater. Dit vocht tamelijk dun binden met de sago, op smaak afmaken met citroensap, zeven en op de appelen schenken. De appelen garneeren door op elk boorgaatje een geconfijt kersje te leggen. Roomstruif. Benoodigd: 2 eieren, 45 gr. bloem. 50 gr. suiker, 1 dJL. melk, 40 gr. boter, zout, vanille of citroensap. De dooiers uitroeren met de suiker, zout, bloem, melk; 20 gr. gesmolten boter toevoegen en hiervan een glad beslag maken. Het smaakje erbij doen en het stijfgeklopte eiwit er luchtig mee vermengen. 10 gr. boter in een niet te groote koekepan laten smelten* de boter tegen den rand van de pan laten loopen. De helft van het beslag erin scheppen en de koek op een zacht vuur (astbestplaatje) in plm. 10 minuten gaar en lichtbruin bakken aan één kant. Uit de pan laten glijden en van de rest boter en beslag een tweede koek bakken. Deze met den ongebakken kant op den ongebakken kant van de eerste leggen, de koek met poedersuiker bestrooien en in punten gesneden opdienen. Enkele aardige ideetjes voor den opruimingstijd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 8