Verkade's
Regeermg gaf te weinig leiding
R,
in Grondwetsherziening.
Octrooi Ned. Bank.
Snipverkouden?
LANGE BESCHUITJES
15 jaar geëischt tegen
chauffeur.
UROL. verzacht en geneest
WOENSDAG 27 JANUARI 1937
HA'ARIE M'S DAGBEAB
3
TWEEDE KAMER
Oordeel van den R. K. fractieleider.
Ir. Albarda voor persvrijheid.
DEN HAAG Dinsdag.
Als Mr. Go se ling (R.K.) het grondwets-
debat inleidt, zitten achter de Ministerstafel,
niet alleen Mr. de Wilde, die voor de verde
diging der herzieningsvoorstellen zorg zal dra
gen, maar oolc diens ambgenoot van Justitie
en, niet te vergeten Minister Colijn. De aan
wezigheid van laatstgenoemed, die er na zijn
vacantie-reisje best uit
ziet, mag men beschou
wen als aanduiding,
dat men hier tenslotte
gelijk hoort bij po
gingen tot wijziging
van onze hoogste
staatswet met Ka
binetsvoorstellen te
doen heeft. Daarom
was de aanwezigheid
van den Minister-Pre
sident op haar plaats.
En dat Mr. v Schaik
eveneens was versche
nen, lag voor de hand,
waar deze onder-voorzitter van den door den
Minister van Binnenlandsche Zaken gepresi
deerde l^erzieningsstaatscommissie was ge
weest.
De woordvoerder van de R. K. fractie stipte
allereerst aan, dat de a.s. Kamerverkiezingen
waarlijk niet over de revisie-ontwerpen zullen
loopen. Daarvoor hebben deze te weinig om
het lijf. Spr. acht het een gemis, dat de voor
stellen vrijwel niets van de denkbeelden van
den dag bevatten. De opzet is te nuchter, te
cerebraal geweest en dit ligt o.m. aan het feit,
dat de Regeering met opzet niet reeds vroeg
tijdig de leiding heeft genomen om eens na
te gaan, wat er heden ten dage in groote lij
nen in ons staatsbestel wellicht voor wijziging
In aanmerking zou komen.
Intuschen zijn er elementen in onze staats
inrichting die ongetwijfeld gehandhaafd die
nen te worden. Ook de afgevaardigde is hier
van overtuigd en in dit verband noemt hij ons
constitutioneel koningschap, ons parlemen
tair stelsel, de vrijheden, welke het erfdeel
van ons volk zijn, als fundamenten onzer
staatsinrichting, die in eere moeten blijven.
Na de Grondwetsherziening wacht 'n vol
gend Kabinet nog een taak, want ook in de
gewone wetgeving kan men voor eventueel ge-
wenschte aanpassing van het staatsbestel aan
veranderde omstandigheden en opvattingen
zorg dragen. Aldus Mr. Goseling, die het ver
volgens had over het vraagstuk van „rnach-
tigings-wetgeving" d.w.z. de bevoegdheid van
den wetgever tot overdracht van wetgevende
macht aan een ander orgaan) dat thans bui
ten deze herzienings-voorstellen is gebleven.
In de toekomst zal
men wellicht ook moe
ten trachten aan een
dergglijken gang van
zaken grondwettelij-
ken grondslag te ver-
leenen. Tenslotte ging
Mr. Goseling's belang
stelling bovenal uit
naar de te scheppen
regeling inzake de in
stelling van openbare
lichamen voor beroep
en bedrijf. Ten opzich
te hiervan willen in-
tusschen deze spreker
en zijn vrienden nadere voorschriften in de
Grondwet doen vastleggen, waartoe zij amen
dementen hebben ingediend. Deze ordening
en ten deele ook wel corporatie-kampioenen
voelen heel wat meer voor een „Bedrijfs-
Kamer" dan Ir. Albarda (s.d.), die naast
zijn voorliefde voor een samenstelling van de
Staten-Generaal op de huidige basis ook zijn
vurige liefde voor de drukpersvrijheid tot
uiting bracht.
Bedenkelijk achtte hij de opvatting blijk
baar ook in het Regeerings-kamp wel door
sommigen gekoesterd als zou een verschij
ningsverbod voor een dagblad ook onder de
bestaande, z.i. gelukkig niet binnen de her
ziening betrokken, grond we ts-bepaling (art. 7).
mogelijk zijn. Als nog vermeld is, dat de s.d.
fractie-leider voorstander bleek te zijn van een
aan de Eerste Kamerleden toe te kennen
„schadeloosstelling", kan in één adem met zijn
betoog voor handhaving der drukpersvrijheid
aangestipt worden, dat Mr. Rutgers v. Ro
zenburg (c.h.) het juist betreurde, dat de
Regeering het op dit
punt door de herzie-
nin gs- commissie voor
gestelde, niet in haar
ontwerpen heeft opge
nomen, iets wat even
eens den plattelander
Mr. Vervoorn zou
hebben toegelachen,
van wien we nog no
teerden. dat hij niets
voor ordening voelt. Ds.
Lingbeek (Herv.
Ger.) betreurde het,
dat onze Grondwet niet
meer, gelijk eertijds,
het „protestantsche karakter" van ons volk
onderstreept, door te verlangen, dat het staats
hoofd tot deze godsdienstige richting behoort.
De Bijbel moest weer op. de openbare school
verschijnen, onze hoogste staatswet diende
waarborgen tegen de heerschappij van Rome
te bevatten; de oude Geuzenvlag hoog ziet
daar in 't kort de zin van dit betoog weerge
geven.
4. W. Albard» (S.D.A.PJ
EERSTE KAMER.
Regeeringsvoorstel goedgekeurd.
De heer de Marchant et d'Ansem-
b o u r g (nat. soc.) begon een politiek bokspar-
tijtje met het R.K. Tweede Kamerlid Mr. Teu-
lings, die volgens hem gefaald had. door niet
genoeg te blijven staan op meer toezicht van
de Regeering op het beleid van het bankbe-
stuur en zich te vergenoegen met de toezeg
ging van Minister Oud om een staatscommissie
in te stellen teneinde te onderzoeken op welke
wijze het beleid van 't Bankbestuur dienst
baarder te maken ware aan algemeene wel-
vaartspolitiek. Minister Oud betreurde, dat
spreker volkomen gezwegen had over de ma
nier. waarop z.i. de Nederlandsche Bank ge
organiseerd moest worden om het algemeen
belang meer tot zijn recht te doen komen. De
Minister wees er op, dat de staatscommissie
juist advies zou moeten uitbrengen over wat er
wellicht te verbeteren ware t.o.v. het- bank
wezen in het algemeen. Intusschen, ook al zou
de staatscommissie radicale veranderingen
aangaande het statuut van onze centrale bank
gewenscht achten, dan ware het nog volkomen
onpractisch geweest het octrooi gelijk de
heer de Marchant et d'Ansembourg gaarne ge
zien had slechts voor een jaar te verlengen.
De Minister meende overigens in 't betoog van
den nat. soc. afgevaardigde een overschatting
van het Parlement op te merken, iets wat niet
bepaald van dien kant te verwachten ware.
Zonder hoofdelijke stemming (de nat. soc.
fractie liet aan teekenen, dat ze tegen was),
ging het wetsontwerp er door.
E. v. R.
De stranding van de „Sirenes".
Raad voor de Scheepvaart achtte zee kiezen
niet verantwoord.
De Raad voor de Scheepvaart heeft uit
spraak gedaan inzake dé stranding van het
Noorsche stoomschip „Sirenes" Gp de Neder
landsche kust bij Kallantsoog tijdens storm
weer.
De Raad is van oordeel, dat deze stranding
is veroorzaakt door den storm, waardoor dit in
ballast varende schip niet van de kust was te
houden. In zooverre m-oet van force majeure
worden gesproken.
De meening van den loods, dat het schip niet
gestrand zou zijn, wanneer het niet geankerd
had, is naar 's Raads oordeel van allen grond
ontbloot.
Met dit al is echter niet gezegd, dat in alle
opzichten is gehandeld zooals gehandeld had
moeten worden. Immers, hier doet zich de
vraag voor, of het wel verantwoord was om
onder de heerschende omstandigheden zee te
kiezen.
De Raad is van oordeel, dat deze vraag ont
kennend beantwoord moet worden. De loods
had -hierbij als adviseur van den kapitein
moeten optreden en hem op het gevaarlijke
van den toestand van een geballast schip
dicht bij de Hollandsche kust- bij een storm uit
Westelijke, richting moeten wijzen.
Schiphol krijgt een luchtvaart
museum.
Hoewel nog geen definitieve mededeelingen
kunnen worden gedaan, staat het thans vast,
dat een nationaal luchtvaartmuseum zal wor
den gevestigd op onze nationale luchthaven
„Schiphol", waar dit uitnemend' op zijn plaats
zal zijn.
De gemeente Amsterdam werkt krachtig
mede aan het tot stand kc-men der plannen,
zoodat thans binnen afzienbaren tijd de op
lossing kan worden verwacht en nu het oogen-
blik gékomen is waarop begonnen kan wor
den met het verzamelen van datgene, wat in
het museum zou kunnen worden opgenomen.
De Kon. Ned. Vereeniging voor luchtvaart
roept allen d'ie meenen over voorwerpen te
beschikken, die voor opneming in het museum
in aanmerking zouden kunnen komen, op om
daarvan, met een korte omschrijving dier
voorwerpen, mededeeling te doen aan het al
gemeen secretariaat dier vereeniging Anna
Paulownaplein 3, 's-Gravenhage en daarbij
te vermelden of, en zoo ja, onder welke voor
waarden, zij die zouden willen afstaan.
Dampo in beide neusgaten en de ge
neeskrachtige dampen diep inademen.
Pot 50, Doos 30 ct. Bij Apoih. en Drogisten.
'ampo daar lucht Je van opl
(Adv. Ingez. Med.)
Kunst in Haarlem en daarbuiten.
JAN VOERMAN SENIOR.
Jan Voerman, dé Hattemsche kluizenaar,
is Zaterdag tachtig jaar geworden en dit
mag ons aanleiding zijn iets over hem te
vertellen. Dat doen we bij een reproductie
van een dier fijne rozenaquarellen, die zich
in Haarlemsch particulier bezit bevindt.
Vaak zag men, een dertig jaar geleden, in
de vitrines van den Amsterdamschen en
Haagschen kunsthandel aquarellen van dit
door Voerman vaak gevarieëerd onderwerp
en zij werden door artisten zoowel als door
het publiek gul bewonderd. Want zij had
den een eigen karakter van groote distinctie,
een groote zuiverheid van teekening en een
kleur-ensemble, dat dikwijls een achttiende-
eeuwsche teederheid bezat.
Toch was deze fase in Voerman's kunst
eerst op zijn rijperen leeftijd zoo gegroeid;
zijn aanvangswerk had wel steeds een kun
dig kunstenaar getoond, maar wat men la
ter een „typfschen Voerman" zou noemen
was daar nog niet in te onderkennen ge
weest. Hij was op zijn negentiende jaar naar
de Amsterdamsche Academie gegaan, heeft
daar een viertal jaren gewerkt en daarna
nog een jaartje op de veel vrijere Academie
van Antwerpen onder Verlat gearbeid. Hij
debuteert feitelijk als schilder van interieur
met figuren en gaat daarna tot het land
schap over. Vroeg werk uit die jaren heeft
een eenigszins Fransch cachet. Het doet aan
de Barbizonschool denken, niet zoozeer nog
aan Corot of Daubigny in hun vlotte atmos
feerschildering, dan wel aan de soliede de-
tailweergeving van een Rousseau of Jules
Dupré. Er is dan in Voerman al die voorlief
de voor exactheid, die hem. te Hattem
vestigd. zijn typischen kant zal doen ont
wikkelen. Maar wij kennen reeds uit die
vroegere, impressionistische periode van hem
een aantal landschappen, die sterk en klaar
geschilderd zijn als het vroege werk van
Witsen en Tholen onder de Hollanders.
Voerman is een Kampenaar van geboorte.
Naar den streek van de IJsel, de zilveren ri
vier tusschen vlakke landen, waarboven
hooge luchten met lichtende wolken zich
strekken, ging zijn verlangen terug na den
studietijd. Misschien lag het in zijn wezen
1 zich uit het leven der groote steden terug
Buiten koud en
guur binnen
gezellig met cho
colade of thee en
Verkade's Lange
Beschuitjes. 12ct.
per pakje. Met een
platen-bon voor
het album „Waar
wij wonen".
Nadat de gemeenteraad van Rotterdam Dins
dagmiddag had besloten tot den aanleg van
een vierbanigen tunnel onder de Maas met een
totale rijbreedte van 14 meter, bevattende een
rijweg van 8 meter breed voor autoverkeer en
een weg, voorloopig voor wielrijders en voet
gangersverkeer bestemd, ter breedte van 6 me
ter. een en ander met financieele hulp van
het rijk, heeft hij het besluit genomen den
bouw van dezen tunnel op te dragen aan een
combinatie van aannemers, bestaande uit M.
J. van Hattum's havenwerken N.V.; W. Blan
kenvoort Czn. Aannemingsmaatschappij; de
N.V. Nederlandsche Aannemingsmaatschappij
v.h. firma H. Boerma; de N.V. Christiana en
Nielsen's gewapend beton Maatschappij en de
N.V. Internationale gewapend betonbouw,
zulks voor een prijs, onder goedkeuring van
den minister van Waterstaat nader overeen
te komen tusschen B. en W. en genoemde aan
nemerscombinatie.
(Adv. Ingez. Med.)
De wijziging van de Grondwet.
Vervallenverklaring lidmaatschap Kamer,
Staten en Raden.
De heer Vervoorn heeft zijn amendement
gewijzigd in dien zin, dat hij thans voorstelt
de schadeloosstelling der Tweede Kamerleden
te bepalen op 3000 per jaar en hun pen
sioenen op 90 's jaars voor elk zittingjaar
met een maximum van 1800.
De heer Schouten c.s. hebben eenige amen
dementen ingediend, waarvan de strekking is
om overeenkomstig het advies van de staats
commissie de beslissing in zake het vervallen
verklaren van het lidmaatschap der Kamers,
Staten en Raden te doen nemen door den
Raad van State.
De heer Coops c.s. hebben amendementen
ingediend, om het vervallen verklaren van
het lidmaatschap van Kamers, Staten en Ra
den in handen te leggen van den Hooge Raad.
De heer Suring c.s. stellen voor het derde
lid van art. 90 aan te vullen met de volgende
bepaling:
Het pensioen wordt, volgens regels bij de
wet te stellen, verminderd, indien daarnaast
inkomsten of pensioen ingevolge het beklee-
den van een ambt of het vervullen van een
betrekking worden genoten.
Begrafenis Ph. Kok.
Op de begraafplaats Oud- Eik en Duinen te
's Gravenhage is Dinsdagmiddag het stoffelijk
overschot van den heer Ph. Kok, directeur
van verschillende maneges, laatstelijk direc
teur van de Haarlemsche Manege, ter aarde
besteld.
Tot de belanghebbenden behoorden de hui
dige directeur der Haarlemsche Manege,, L.
van Weezei, de secretaris der Nederlandsche
Arabierenclub, L. Hazen, mede namens den
voorzitter, den heer Hoyer, de directeur der
Ned. Stoomvaart Mij. „Ocean" P. C. Adrian,
de redacteur van „Het Paard, W. F. Smits,
A. van Hoboken, gedelegeerde van het „Con
cours Hippique in Nederland", de directeur
van de sigarettenfabriek „Chapchal Frères",
de heer Hoek, alsmede de heeren mr. E. A.
Crokart, H. J. M. Crokart. Taets van Ameron-
gen, van der Kuijlen, M. Staal en vele sport
vrienden.
Aan de geopende groeve heeft de heer Can-
negieter, namens „Huize Tony" een kort af
scheidswoord gesproken, waarna een zoon be
dankte voor de eer, zijn vader bewezen.
Er waren verscheidene bloemstukken, waar
onder een van de Haarlemsche Manege.
Maastunnelplan goedgekeurd.
Bouw aan combinatie van aannemers
opgedragen
Meubelhandelaar met bijl gedood.
De „Hendrika Johanna"
terecht.
Van het Groningsche motorschip
Hendrika Johanna", dat met een la
ding haver op weg is van Delfzijl naar
Aalborg en over welks lot men en
kele dagen in ongerustheid verkeerde
is bericht ontvangen, dat het schip be
houden in Listerfjord in Noorwegen
is aangekomen. De vertraging is ver
oorzaakt door het slechte weer, waar
door het schip lichte schade kreeg aan
de zeilen.
Nederlanders „grens-
Duitschers"?
Aanduiding in Duitsch boek.
Vragen aan de regeering.
Het Tweede-Kamerlid Van der Waerden
heeft aan oen ministers van Buitenlandsche
Zaken gevraagd:
1. Is het den minister bekend, dat in het
„Jungvolk Jahrbuch" 1937. uitgegeven door
de Duitsche „Relchsjugend Führung", welk
jaarboek als een officieele uitgave van de
Duitsche regeering moet worden beschouwd
of althans met zulk een uitgave anoet wor
den gelijkgesteld, op bliz. 203 o.a. het volgende
voorkomt:
Duitschers buiten Duitschland.
„In Duitschland zelf wonen 65 millioen
Duitschers. Daarenboven woont buiten onze
grenzen nog de helft van de rijksbevolking.
Deze 33 imillioen menschen zijn even goed
Duitschers als wij.
De „grens-Duitschers":
Denemarken 50.000 Noord-Sleeswijk (Ver
sailles).
Nederland 7.000.000 zelfstandige Staat se
dert 1648.
België 50.000 Eupen-Malmedy (Versailles)
enz.
2. Is de minister bereid de Duitsche regee
ring te verzoeken er zorg voor te dragen, dat
in een volgende editie van dit jaarboek de
inwoners van Nederland niet langer als
grens-Duitschers" en .Duitschers even goed
als wij" worden aangemerkt?
Ruwe handen
Ruwe huid. Schrale lippen
Doos 30 en 60 ct. Bij Apothekers en Drogisten.
(Adv. Ingez. Med.)
WUlimillllllllllllllllilllilllll!!!»
Jan Voerman: Theerozen op wijnglas.
te trekken om onvermijdelijke invloeden te
ontgaan hij zal geen society-mensch ooit
geweest zijn en in het vereenigingsleven van
Arti of Pulchri speelt hij geen rol, anders
dan als incidenteel en dan zeer gewaardeerd
exposant op hunne tentoonstellingen. Mis
schien ook voelde hij intijds dat het groote
woord in het impresssionistisch landschap
voorloopig gezegd was en zocht hij voor de
beelding van de schoonheid der natuur en
der dingen een gecomprimeerder en exacter
vormhoe het zij, hij vestigde zich buiten
alle rumoer der beweging in het rustige Hat
tem. waar hij aan den horizon de torens der
steden van zijn geboortegrond kon waarne
men. en kwam er slechts bij zeldzame ge
legenheden vandaan.
Intusschen was hij begonnen te aquarel-
leeren. Nu komen die vele waterverfteeke-
ningen met roode, witte en mat-gele rozen
in kristallen bak of simpel glas. zuivere
portretten dier teere bloemen, met hun vou
wen en plooien in de zijige blaadjes. En dat
alles tegen een eenvoudigen. weinig bewo
gen achtergrond, die alleen in zooverre niet
neutraal was. dat hij met de kleurigheid der
bloemen prachtig harmonieerde. In die dan
ontstaande reeksen komen pracht-exempla-
ren van aquarellen voor. waarin de exact
heid van den bloemenportrettist vermengd is
met een salonachtige verfijndheid van het
kleurgeheel. Voerman heeft dan een gansch
eigen uitdrukkingswijze bereikt, die hij dan
verder ook in zijn IJsel-landschappen zal
gaan ontwikkelen. Die krijgen een haast phi-
losophisch-beschouwend karakter, imaar het
blijft toen altijd een echte schilder die phi-
losopheert. Hij vat zijn indrukken samen in
enkele lineaire hoofdvormen en vult met
haast vlakke kleur die hoofdvormen in. ze
dan langzaam-aan weer opwerkend met
lichten en reflexen, met toetsjes en aandui
dingen tot het echt-typische Voerman-land
schap zich vertoont, waarin de gespannen
heid eener Japansche houtsnee met de kleur-
verzadigdheid van een Hollandsch schilderij
vereenigd schijnen.
Voerman's kunst is een ikunst apart in de
na-Haagsche productie ten onzent. Hij heeft
jaren van groote waardeering gekend en
telkens wanneer imen zijn werk weer eens
tegen komt kan men dat begrijpen en bil
lijken Iemand als de critica G. H. Marius,
die met heel haar wezen aan de Haagsche
school verknocht was. sprak over Voerman
als over een verklaarden, abstracten Jan van
Goyen. Zeker is ook Voerman, zelfs in zijn
abstracties, door-en-door Hollander geble
ven en dat zal wel de reden zijn waarom zijn
levenswerk ook voor nu en later nog betee-
kenis behouden zal. Omdat, zooals men dat
eens ook van Eduard Karsen. zijn slechts
een paar jaar jongeren kunstbroeder, ge
zegd heeft, het glaasje waaruit hij dronk een
klein glaasje was. doch een glaasje dat zijn
eigen, dat van hém was.
Jan Voerman, de uiterst bekwame litho
graaf van bloemen, planten en kalenders, de
teekenaar ook der bekende Verkade-plaat-
jes. is de zoon van den thans tachtigjarigen
artist, van wien hij de ernst en de liefde
voor een goed vakmanschap geërfd zal
hebben
J. H. DE BOIS.
Verslagene daarna in het water
geworpen.
De rechtbank te Utrecht behandelde Dinsdag
de strafzaak tegen den 23-jarigen chauffeur
monteur H. S.. verdacht van moord op zijn
vroegeren vriend en zakenrelatie, den 21-
jarigen meubelhandelaar Martinus Hendrikus
van Hal.
De gruwelijke moord, die op 21 Augustus j.l.
is gepleegd, ligt nog versch in het geheugen.
Maandagavond 24 Augustus, tegen het in
vallen van de duisternis zagen eenige land
bouwers een lijk in het Merwedekanaal drij
ven. Het bleek het lichaam te zijn van den
meubelhandelaar van H. uit Utrecht. De politie
nam het lijk in beslag. Het was duidelijk, dat
hier aan een ernstig misdrijf moest worden
gedacht.
Het slachtoffer was meer dan eens in gezel
schap gezien van den 23-jarigen S., die niet
al te gunstig bij de politie stond aangeschre
ven. Deze man was eveneens te Utrecht woon
achtig, doch toen de politie zich aan de wo
ning vervoegde bleek hij niet thuis te zijn. In
den nacht na het vinden van het lijk werd hij
echter gearresteerd ten huize van zijn ouders
te Vaassen. Intusschen was uit het sectie
rapport onomstootelijk vast komen te staan,
dat van H. vermoord was. Ook stond vast, dat
de verslagene geld bij zich moest hebben ge
had, dat hij eenige dagen tevoren in het bij-
zitn van den verdachte had gewisseld. Een rij
wiel van den meubelhandelaar werd bij de
Rotterdamsche brug in het Merwedekanaal ge
vonden.
De arrestant ontkende aanvankelijk; zelfs
toen hij met den verslagene geconfronteerd
werd bleef hii halstarrig zijn onschuld vol
houden. Zijn alibi, waarin een hiaat van en
kele uren voorkwam, klopte. Anders werd zijn
houding echter, toen zijn ondervragers, de
Amserdamsche commissaris van politie E. C.
J. Staal, en diens Utrechtsche ambtgenoot W.
A. Brandt hem opheldering vroegen van het
:ebruik van een bijl. die hij enkele dagen voor
den moord had geleend van kennissen in
Utrecht en den dag daarna had teruggebracht.
Volledige bekentenis.
S. zag blijkbaar in, dat ontkennen niet meer
kon baten nu het vuur hem zoo na aan de
schenen was gelegd. Hij kwam met een vol
ledige bekentenis voor den dag: hij had Van
Hal vermoord en later in het Merwedekanaal
;eworpen om den indruk van een ongeluk te
wekken.
Tusschen den dader en zijn slachtoffer be
stond een ernstig meeningsverschil over een
geldkwestie. Verdachte beweerde, dat hij geld
van Van Hal te vorderen had. Deze weigerde
te betalen.
Op den noodlottigen dag. Vrijdag 21 Augus
tus. stelde de chauffeur zijn slachtoffer voor de
kwestie uit de wereld te helpen door met een
auto een plezierritje te maken en rustig de
zaak te regelen, 's Avonds om 6 uur troffen
beide mannen elkaar en later te ongeveer
9 uur ging de meubelhandelaar, die per
fiets was. mede naar de woning van S. aan de
Laan van Nieuw Guinea, waar deze een kamer
gehuurd had.
Daar is de noodlottige geldkwestie weer ter
sprake gekomen. De chauffeur raakte door het
dolle heen. Met een mes bracht hij zijn vroege
ren vriend talrijke steken aan hoofd en hals
toe. Tenslotte greep hij de bijl en gaf hem den
genadeslag.
Koelbloedig overleg.
De chauffeur nam een juten zak, bond die
den man om het hoofd en wond het lichaam
in een beddetijk. Onder begunstiging van het
avondlijke duister in de stille buurt heeft hij
het lichaam de trap afgedragen en in de auto
getild. Na een stuk omgereden te hebben be
sloot hij zijn luguber en last in het Merwede
kanaal bij Amsterdam te laten zakken. De
juten zak en de beddetijk verborg hij in een
sloot in de nabijheid, waar de Amsterdamsche
politie ze ook heeft aangetroffen.
De chauffeur reed naar Utrecht terug en
bracht eerst de auto naar een garage. Toen
moest hij de fiets van den ongelukkigen meu
belhandelaar nog kwijt. Ten einde den schijn
te wekken, dat het slachtoffer nabij Utrecht
was verdronken, heeft hij het rijwiel bij de
Rotterdamsche brug in het Merwedekanaal
laten zakken.
Nadat hij zijn kamer had opgeruimd is deze
koelbloedige verdachte naar Vaassen gegaan,
om onderdak bij zijn ouders te zoeken.
Verd. herhaalde ter Utrecht-zitting zijn be
kentenis. Hij ontkende het plan gehad te heb
ben van H. te dooden. Toen deze echter wei
gerde de geldkwestie te regelen is hij kwaad
geworden en heeft hem neergeslagen. Daarna
heeft hij uit de keuken de bijl en het mes ge
haald. Hij ontkende geld van Van H. te heb
ben gestolen.
Een getuige-deskundige achtte verd. ver
minderd toerekeningsvatbaar.
De officier van justitie kwam tot de con
clusie, dat doodslag bewezen was en requireer-
de een gevangenisstraf van vijftien jaar en ter
beschikkingstolling van verd. van de regeering.
De verdediger, mr. Muller Massis, drong aan
op een clemente straf.
Zakkenroller ontsnapt.
Eenigen tijd geleden werden drie interna
tionale zakkenrollers te Groningen gearres
teerd. Zij werden naar Assen overgebracht,
omdat de politie daar ook nog een appeltje
met hen had te schillen.
Dinsdagavond zouden zij door de politie van
Assen naar Groningen worden teruggebracht,
doch op het emplacement van het station As
sen wist een van hen te ontsnappen. De man
is nog niet gevonden. De beide anderen heb
ben hun bestemming te Groningen bereikt.
Eerbewijzen aan officier in
burger.
Wettelijke regeling van kwestie gevraagd.
Het Tweede-Kamerlid Van der Waerden
heeft aan de ministers van Justitie en van
Defensie het volgende gevraagd:
1. Zijn de ministers niet van oordeel, dat,
nu ten gevolge van een sententie van het
hoog militair gerechtshof voor de praktijk
is komen vast te staan, dat volgens de be
staande wettelijke voorschriften een militair
verplicht is eerbetoon te bewijzen aan iede-
ren willekeurigen burger, die, onder voorge
ven een militair superieur te zijn. zulks ver
langt. er alle aanleiding voor den wetgever
bestaat tot ingrijpen, ten einde aan dezen
onhoudbaren toestand een einde te maken?
2. Zijn de ministers bereid de totstandko
ming van wettelijke bepalingen van deze
strekking te bevorderen?