ÜtDAG&WOIMID
sL
NAAR NEERLANDIA.
Indië viert vorstelijk huwelijk.
luvniein, VAN HAARLEM'S DAGBLAD
ZATERDAG 30 JANUARI 1937
HAARIE M'S DAGBLAD
De Ned. Herv. Kolonie benoorden Edmonton.
Na onzen dag van gevangenschap door re
gen en wind in de tiepie van Buckskin Pete,
haalde een morgenzonnetje ons vroeg uit de
veeren. De rivier was gestegen, de stroom dus
nog wat sterker en vol moed staken we om
half negen van wal. Met dezen stroom, zei Pe
ter, ben je in drie uur in Fort Assiniboine. Wij
hebben er zes en een half uur over gedaan,
vrijwel aan één stuk door roeiende, twee keer
hebben we neg gehorlepiept, over de grind-
banken gehobbeld, twee keer sloeg het water
nog over de schouders van mijn voorman. Zes
heele menschen hebben we gezien in dit stuk
rivier, dat toch al in de bewoonde wereld heet
te liggen. Om drie uur maakte ik vast bij de
veerpont van Assiniboine op 20 mijl van Barr-
Huis van een boer te Neerlandia-Alberta.
head, dat op zijn beurt weer 14 mijl verwijderd
ligt van Neerlandia, een der meest Holland
sche nederzettingen in heel Canada. Daar
heeft een groep Nederlanders allen tezamen
de hand gelegd op zoo'n vierkant stuk park-
land. zooals het hier heet, op voorwaarde dat
daar alleen Hollanders zouden komen. Thans
wonen er 75 gezinnen en komen 's Zondags
250 a 300 man in het kerkje bijeen. Maar zoo
ver waren we nog niet. Om 4 uur was alles
uitgepakt, de boot uit elkaar genomen en in
gepakt (geen krasje te zien op de bootshuid!
Bravo Berger!) eneen auto gevonden die
ons even naar Neerlandia zou brengen. Vier
endertig mijl, een kleine 6i) KM., twee uur rij
den! Jawel, maar als je het glijdende moet
doen. Zoo'n modderpoel heb ik nog nooit eer
der weg hooren noemen! Ik zal u het verhaal
van spade en slipkettingen maar besparen, u
alleen melden, dat wij om 4 uur vertrokken en
om half tien aankwamen achter op het erf
van een wildvreemden Hollandschen kolonist.
Ik kende zijn naam dOQr het Algemeen Ne-
deriandsch Verbond, dat tracht ook deze Ca-
nadeesche Hollanders voor het stamverbond te
behouden. Maar dat was genoeg, Alleraardigst
zijn we daar ontvangen en het kostte moeite
het echtpaar te overtuigen, dat zij ons niet
hun eigen slaapkamer mochten afstaan, maar
wij veel liever in onze eigen tentjes hier of
daar in de klaverwei gingen slapen. In een
echte Hollandsche klaverwei, met mooie witte
klaver! Want je ziet hier wel heel wat anders
dan op een Hollandsche boerderij in Neder
land. Hier staan 15 koeien en een stuk of acht
paarden. Maar de volgende klaverwei is Al
falfa, luzemeklaver, die ze bij ons gemalen
zonneschijn noemen, om het hooge vitamine
gehalte. Even verder staat de haver. Mijn gast
heer verdwijnt er in tot aan zijn schouders en
het veld rekt naar den horizont. Hier en
•daar staat de witte honigklaver er nog boven
uit, die hier ook veel als wisselgewas gezaaid
wordt en evenals de luzerne een uitstekend
krachtvoer oplevert. Want krachtvoer in den
vorm van lijnkoeken en dergelijke heeft de
Canadeesche boer niet en brengt het toch tot
30 Liter melk per dag, al is dat misschien een
uitzondering. De melk wordt niet als zoodanig
verkocht. De room wordt afgeslingerd en twee
maal per week naar de stad gezonden, de on-
dermelk gaat naar de koeien en varkens. Var
kens houdt iedere boer, zooveel hij wil er
slacht wanneer hij zin heeft. Wat een ideaal
land, niet?
En als je zoo eens met de menschen praat
na kerkti,jd en eens hoort, wat de winterpro
visie voor een flink gezin is met zes volwassen
kinderen, die alle hard meewerken voor den
kost en voor die baat. Wat vooral opvalt is
steeds weer, dat alles zoo in het groot gaat.
Groote velden met één gewas, zaaien, maaien,
oogsten, alles met groote machines, vaak door
vijf paarden getrokken. Elke zoon of dochter
een rijpaard, een geweer, en.ruimte om dat
alles te gebruiken. In verloren hoekjes op het
land groeit hout genoeg om den heelen win
ter ferm te stoken; onze gastheer had boven
dien een kolenmijntje op eigen terrein, een
meter of zes onder den grond. En zou er nog
eens gebrek aan brandstof zijn, het hout heeft
hier geen waarde. Overal in de vrije bosschen
ligt het voor het weghalen. Als je een mooi
kampplaatsje hebt gevonden op jacht, hak je
een spar van 20 M. hoog om, om wat dennetak-
ken te krijgen, waarmee de vloer van de hut-
belegd wordt. Volgend jaar is dat dan weer
makkelijk brandhout. Het „we leven vrij, we
leven biij". lijkt wel nergens zóó op te gaan
als op de boerderij in Canada. Natuurlijk zijn
er ook zorgen: groote droogte, nattigheid of
te vroege vorst kunnen den oogst doen mis
lukken, maar te eten hebben ze allemaal en
goed ook en meestal schiet er nog genoeg over
om de landrente te betalen, het huis te verbe
teren, nieuwe gereedschappen te koopen en
vrouw en dochters in de fijne bullen te zetten.
Want de Hollandsche boerendochters in Cana
da kleeden zich net zooals u en de uwen. Per
manent Wave, hoedje scheef, zijden kousen,
lichte zomermantel. Zoo van een modeplaatje
weggeloopen. Ik heb ze zelfs met geschoren
wenkbrauwen gezien in het kerkje in Neerlan
dia, waar Zondagmiddag een 250 gemeente
leden bijeen waren, ze kwamen van heinde en
ver, per auto, per buggy oftewel open dogcar.
per „democrate" zooals ze een open boeren
wagen hier noemen. Twee stoelen voorin, voor
den baas en zijn vrouw en de kinders staand er
achter. Twee flinke paardjes er voor en zoo
maar door de modder heen, die een' voet dik
op alle wegen lag. Maar ze kwamen. En ze
komen eiken Zondag, meest twee keer, om
naar het woord van Dr. van der Woude te
luisteren. Ze maken een praatje na, gaan eens
met familie of vrienden mee naai- huis. De
Zondag is aan Godsdienst en gezin gewijd. En
■oor den winkel komen ze nóg wel eens in den
loop van de week. Die blijft 's Zondags geslo
ten, anders dus als op onze boerendorpen vaak
het geval is, waar Zondag na kerktijd
zoo'n mooie gelegenheid is voor de ver afwo-
nenden om inkoopen te doen. Dat is allemaal
in orde in Neerlandia. De winkel ook, die is
coöperatief en dat geeft natuurlijk veel ge
mak en een groote besparing.
Twee keer in de week rijdt een groote
vrachtauto naar de stad dat is naar Ed
monton voor de room en wat gx-oenten en
vruchten en vrachtgoed. Het graan en even
tueel hooi en zoo, wordt meest 's winters per
slede naar het naastbij gelegen spoorstation
Barrhead gebracht. Dan is het vervoer langs
den weg het zekerst, het makkelijkst en het
goedkoopst. De onverharde zandwegen, die
elke regenbui in een reeks modderpoelen
herschept, zijn dan meest stijf bevroren en
meest met eenige voeten sneeuw bedekt. Dat
wordt door velen wel als een bezwaar ge
voeld, de lange en zeer strenge winter. In
het gemengde bedrijf gaat het nog het best.
Daar is 's wintei-s in den stal nog heel wat
v/erk met veevoeren en melken enz. En de
vrouw heeft meestal wel voor genoeg in
maak gezorgd, om den winter wat eten be
treft. makkelijk door te komen. Want al
werken de vrouwen hier niet op het land,
omdat er zooveel van het werk machinaal
gebeurt, daarom zitten ze toch nog niet stil.
Ze maken hun eigen brood, eigen jam, eigen
koekjes, als die er zijn moeten Ook eigen
worst, eigen i-ookvleesch zelfs. En allemaal
even 'lekker hoor, dat weet ik bij ondervin
ding, dank zij de gastvrijheid van de familie
Ingeversen. Een ding vind ik jammer! En
dat is. dat er geen plaats oneer is in Neer
landia. Nog wel is niet alle land bebouwd,
hier en daar ligt nog een hoekje maar dat
wordt heel vei-standig, gereserveerd voor het
jongere geslacht, waarvan sommigen al niet
eens meer tevreden zijn met zoo'n hoekje,
maar' liever uitzwermen, het Noorden in,
naar de Peace-river-country. Daar is nog
ruimte genoeg, zitten nog slechts een paar
beginnelingen; het klimaat schijnt er dooi
de nabijheid van de bergen nog weer een
tikje beter te zijn. de grond goed. dus vooruit
maar weer!
En zoo gaat het hier al geruimen tijd.
Naast de eigenlijke prairie, die in hoofdzaak
voor graanlandbouw op zeer groote schaal
gebruikt wordt, ligt hier het zoogenaamde
parkland, boschjes afwisselend met natuur
lijke stukjes weiland, waar heel wat wild
hooi verzameld kan worden. Ideaal terrein
voor de gemengde boerderij. Edmonton was
het uitgangspunt; in 1901 was het een stad
je -van 2500 inwoners, meest levende in ver
band met den pelshandel der Hudson Bay
Company. Er is wat mijnbouw, o.a. steenkool.
Een groote vlucht nam de stad echter eerst
toen de kolonisten het parkland rondom be
gonnen te ontginnen. In 1911 waren-er 25000
inwoners tienmaal zooveel. Nu zijn er een
dikke 100.000, een stad als Haarlem dus,
maar er zijn maar een stuk of tien huizen
van .meer dan een verdieping. Verder heel
veel houtbouw en alles ingericht op de pro
vincie, op landbouw en veeteelt dus. Wij
trokken ook van Neerlandia naar Edmonton.
Eerst nog wat filmen van het boerenbedrijf,
dan om 1 uur weg, vier uur aan Jade
mensch wikt.
's Morgens stortregen en motregen en
mist. Niets te doen op fotografisch gebied.
En 's middags. De auto was niet nieuw en
daardoor hadden we driemaal ondei-weg een
lekke band! Maar dat we. om 1 uur vertrok
ken, 's nachts om half twaalf pas aankwa
men dit lag toch wel voor verreweg het
grootste gedeelte aan den wea. Over de eer
ste zes mijl deden wij anderhalf uur. Met
slipkettingen hoor. Alle voorzorgsmaatrege
len waren genomen. Maar ik héb ook zelden
zóó in de modder gezeten.
Ondertusschen overal waar je keek. hetzelf
de beeld, kleine boerderijen, landbouw en vee
teelt, 150 K.M. lang. En dat heele prairie- en
parklandschap zou in boerderijen omgezet
zijn, als hier ook niet een paar groote stuk
ken waren afgescheiden voor Nationaalpark,
voor natuurmonument. Dit was vooral wen-
schelijk, omdat met de prairie ook twee zeer
interessante dieren op het punt stonden te
verdwijnen, n.l. de wapiti of te wel het reuzen-
hert en de Amerikaansche Bison. Terwijl de
prairie, toen de blanken voor het eerst naar
het Westen kwamen, millioenen van deze die
ren herbergde, die sinds vele eeuwen de In
dianen hadden gevoed, zag de blanke kans in
20 jaar tijd dit kolossale wild vrijwel geheel
uit te roeien, n.l. van 18701890. Als door een
toeval bleven een paar kalveren gespaard, die
zich sterk vermenigvuldigden. Een kudde, af
komstig van 4 kalveren en nog eens twee op
een ander plaats, werd door het Canadeesche
Gouvernement aangekocht toen ze ruim 600
stuks telde. De beste Cowboys hadden vijf
jaar wei-k om dit stelletje te vangen en over
te brengen naar Buffalo park, dat een 200
K.M. van Edmonton ligt, ongeveer 100 K.M.
in het vierkant groot is en waar de kudde zich
sinds 1914 heeft vermeerderd tot- 5000 a 6000
stuks. Dat is eigenlijk te veel, zelfs voor deze
reusachtige uitgestrektheid. Tegenwoordig
worden dan ook wanneer de dieren in den
hei-fst naar een apart deel van het park wor
den overgebracht, waar ze dan in den winter
genoeg voedsel vinden, meteen een aantal
jongere dieren afgezonderd en in een spe
ciaal abattoir geslacht. Gemiddeld een 1000
per jaar, wat natuurlijk. daar het vleesch zeer
lekker en de huid zeer bruikbaar is. een mooie
bron van inkomsten voor het park opievert.
Maar dank zij al deze maatregelen heb ik
nog een groot stuk prairie kunnen zien, zóó
als het 100 en 1000 jaar geleden ook was. Heu
velachtig pai-klandschap, met overal de brui
ne groepen Bisons. Toch hebben we vier uur
rondgereden dwars door en over alles heen.
tot we eindelijk de groote kudde vonden en
voor de lens van de filmcamera konden bren
gen. En we hebben de reuzen-herten gezien
en gefilmd, afstekend tegen den helverlichte
prairiehorizont. Het was weer een mooie dag!
Maar rondom het park is ook rijkdom, rijkdom
van graanland, even verder ligt....den Haaj
hier Haque genoemd.
Ook alweer Hollandsche kolonisten, en zoo
zullen wij er straks nog meer vinden.
VAN DER SLEEN.
Geslaagde feestelijkheden ondanks het slechte weer.
Zal het monument van Pieter Elberfeld verdwijnen
Een Indische corresponded, schrijft ons
d,d. 20 Januari uit Batavia:
Reeds zijix wij weer meer dan een week
teruggekeerd in den tredmolen des levens en
snellen weer verder langs de gebeurtenissen
van allen dag, doch nog lang zullen de dagen
der prinselijke bruiloft ons in het geheugen
liggen als een van de meest geslaagde reeks
van feestelijkheden, die in de laatste tien
tallen jaren hier plaats vonden. Wel zullen
Indische feesten zelden in die mate zijn te
gengewerkt door Pluvius als dezer dagen,
want eiken dag weer kroop een grauwe voch
tige morgen boven de stad uit en ontlastten
zich urenlang uit laaghangende wolken zware
stortbuien. Zoodra was het niet even droog,
of de straten waren weer dichtbevolkt.
De ontelbare vlaggen hingen slap neer in
de natte buien, de versieringen waren in vele
gevallen volkomen verregend, de vetpotjes
waren half uitgedoofd en toch bracht in het
glimmende asfalt de feeërieke verlichting dei-
talrijke gebouwen nog een bijzonderen noot.
Nauwelijks trachtte echter de zon even vóór-
den ondergang door de dikke wolken te bo
ren, of overal kwamen de ontelbare belang
stellenden als bijen uit den korf om de ver
schillende feestelijkheden bij te wonen. Een
bijzondere Japansche optocht, waarvoor de
costuums uit Japan waren gekomen, trok een
grooten toevloed van menschen. Bij een
langen Chineeschen optocht in de beneden
stad waren tienduizenden kijkers zoowel op
straat als in de dichtbevolkte eethuizen, waai
de menschen met vollen mond over de balcons
hingen! Naar het Stadhuisplein richtte zich
een historische stoet van de oude Amster-
damsche Poort af, waar men vele bekende
ingezetenen van de stad verzameld zag. Een
en ander zal trouwens op de vele filmopna
men ook in Holland „in woord en beeld" te
genieten zijn.
De versierde sociëteiten hielden uitgebreide
feestdiners en waren in den vroegen morgen
veelal nog gevuld met late feestgangers, die
zich het ontbijt goed lieten smaken. Uit de
groote hotels kwamen tot diep in den nacht
voortdurend muziekklanken, die den meest
luien bezoeker in de goede stemming brach
ten. Een dat is zoo voortgegaan, van Woens
dagavond af tot Zondag, toen een fantastisch
vuurwerk op de Jachtclub in Priok het einde
van de feestelijkheden, die ondanks het slech
te weer in de prachtigste Oranjestemming
waren volgehouden, aankondigde. Zij zullen in
de gedachten blijven als geen ander feest ooit
te voren en het nationaal gevoel tezamen
met de saamhoorigheid is weer in bijzondere
mate versterkt.
Indië-als-eenheid voelt den band met Ne
derland zeer sterk, maar zij voelt ook een ho
mogene eenheid, die historisch is gegroeid
een eigen ontwikkeling doormaakt, en met
een eigen geest wordt geïnsereerd. De band
met het Rijk, waarvan Indië deel uitmaakt, is
er een van gemeenschappelijke ideeën en be
langen, toegewijd aan de nationale goede
zaak. Dat hierbij wel eens verschil van mee
ning omtrent, de uitwerking dezer ideeën tot
uiting komt en is gekomen, behoeft zeer zeker
niet blijvend te leiden tot een bewust niet-
I begrijpen doch slechts te beteekenen, dat dit
groot-nationaal gevoel niet maar zonder hor-
De kerk gaat uit in Neerlandia,
ten of stooten, doch door de choque des opi
nions, het bereikbaar ideaal zal behalen.
Kleinheid van Indische zijde blijkt bijvoor
beeld in het voorstel van een bepaalde fractie
uit Batavia's gemeenteraad, waarbij de kwes
tie van de verwijdering van het „monument"
van Pieter Elberfeld weer ter sprake is ge
bracht. Als wij het woord monument tusschen
aanhalingsteekens plaatsen beduidt dit alléén,
dat de toeristen, die telken jare bij scheepsla
dingen op Java gelost worden, en langs de
weinige overgebleven historische plekken van
Batavia, zooals het Kanon en de Amsterdam-
sche Poort, worden rondgeleid, ook bij dit
gedenkteeken en den ouden muur langs den
Jacatraweg moeten stilhouden om het verhaal
van den hier in 1722 ter dood gebrachten
„verrader'' van Batavia, die alle Europeanen
in de stad wilde vermoorden, aan te hooren.
Dat dit gedenkteeken op zichzelf geen bui
tengewone reclame is voor onze rechtspraak
of blijk geeft van te groote piëteit onzer voor
gangers, is toe te geven. Men spreekt zelfs
over het herstel van een gerechtelijke dwa
ling. Doch men vergete niet, dat tenslotte
overal meerdere historische voorwerpen, wan
neer men deze op den keper gaat beschou
wen, geenszins een bewijs zijn van even roem
rijke daden! Daarom lijkt ons het voorstel
om dit monument, dat nu reeds twee eeuwen
daar ten voorbeeld moet strekken aan ieder,
die weten wil hoe het den verraders in het
algemeen zal vergaan, te verwijderen, niet
weinig overdreven. Gevoeligheden worden er
niet mee gekwetst en de simpele toerist zou
door de verwijdering ervan er nog iets achter
gaan zoeken.
Thans wordt het over dien boeg gegooid,
dat de op het monument voorkomende in
scriptie van dusdanige wetenschappelijke
waarde zou zijn. dat het noodzakelijk in een
museum zal moeten worden bewaard. Vrees
echter, zooals van sommige zijden is gesug
gereerd, dat -deze gedenkplaat door ras- of
andere sentimenten het voorwerp van ver
nieling zou kunnen worden, bestaat er ons
inziens niet. Het is dan ook te hopen, dat de
Regeering die hierin uiteindelijk de beslis
sing heeft door een nota van een ambte
naar met een frisch hoofd dusdanig wordt
overtuigd, dat dit historisch overblijfsel van
een onzer zij het niet dadelijk meest
roemruchte daden blijft op de plaats, waar
het eenmaal was opgesteld en niemand kwaad
doet.
Onlangs is de Indische kiesrecht-commissie
gereed gekomen met haar rapport, dat enkele
interessante voorstellen inhoud betreffende
de verkiezingen hier te lande. Zooals waar
schijnlijk algemeen bekend, bestaat in In
dië namelijk niet het evenredig kiesrecht zoo
als in Nederland, doch heeft men er in hoofd
zaak de getrapte verkiezingen, waarvan de
regeling echter enkele verbeteringen be
hoefde. Unaniem was 'het oordeel, dat in de
Indische maatschappij eenigerlei vorm van
organische vertegenwoordiging practisch niet
mogelijk was en de bestaande stelsels reeds
voldoende gelegenheid geven voor een orga
nische samenstelling der raden.
Ingrijpende wijziging stelt de commissie voor
ten aanzien van het bestaande meerder
heidsstelsel voor de stadsgemeenteraden in
dien zin, dat zij dit voor de Europeanen wil
zien gewijzigd in een gematigd evenredig
heidsstelsel, gecorrigeerd door een aanvullend
benoemingsrecht van den Gouverneur-Gene
raal. Ten aanzien van de Inheemschen be
stond omtrent de wijziging geen eenheid van
gevoelen, doch zou men eventueel tot een in
wijken verdeeld meerderheidsstelsel zijn toe
vlucht willen nemen.
Een andere, en ook den Nederlandschen le
zers wel belangstelling inboezemende, bijzon
derheid uit het rapport is het voorstel om al
gemeen aan de Nedeiiandsche vrouw het ac
tief kiesrecht toe te kennen, dat tot nu toe
alleen nog in zeer beperkten vorm voor de
regentschapsraden bekend was. Ten aanzien
van de toekenning van deze bevoegdheid aan
de Inheemsche en Uitheemsche vrouw staak
ten de stemmen. De Regeering echter heeft
zich speciaal hieromtrent nog haar oordeel
voorbehouden en daarmede is de kans wel
zeer gering geworden, dat men tot invoering
van dit actief kiesrecht zal komen. Wat be
treft het passief kiesrecht van de vrouw, dat
nu nog alleen voor voor den Volksraad be
staat, en dat de commissie bij verkiezingen
voor de stadsgemeenteraden aan alle onder-
danengroepen thans wil toegekend zien is
meer kans dat dit wordt aanvaard. Echter
wordt niet verwacht, dat dit veel succes zal
opleveren, daar het passieve kiesrecht veel
van haar beteekenis verliest bij gemis aan
een actief kiesrecht. Daarbij komt dat de
rol van de vrouw in Indië, althans bij de Euro-
peesche samenleving, in de politieke partijen
nog zoo gering is, dat men niet mag verwach-
ten, dat van die zijde candidaten nullen wor
den gesteld, of voldoende mannen op een
niet-politieke vrouw zullen stemmen
Waarmede dit vrouwenkiesrechtvoorstcl wel
van de baan zal zijn.
Binnen drie weken na de sluiting van het
jaar kunnen reeds enkele samenvattende ge
gevens verstrekt worden over het jaar 1936,
die een beeld geven van de ontwikkeling van
het motorverkeer in Indië. Uit deze cijfers
zijn tevens enkele belangrijke conclusies te
trekken. Zoo was de economische opleving der
Buitengewesten, die in 1937 door het weg
vallen van het bevolkingsrubberuitvoerrecht
nog in versterkte mate zaf plaats hebben, zich
reeds in 1936 aan het afteekenen in een be
langrijke stijging van het aantal automobie
len. In Palembang kwamen bijv. 120 nieuwe
autobussen het wegverkeer intensiveeren en
waren er typisch staaltje 1107 autobus
sen ingeschreven tegen 1102 personenwagens.
De toestanden in Djambi worden teekenend
weergegeven door de mededeeling, dat aldaar
133 vrachtauto's waren ingeschreven tegen
slechts 124 personenauto's.
Op geheel Sumatra reden er ultimo 1936
bijna 4400 autobussen tegen 1500 op Java. wel
een bewijs hoe aldaar het busverkeer de plaats
inneemt van het spoor- en tramverkeer op
Java. Ook het vrachtautoverkeer nam in alle
deelen van de buitengewesten tot bijna met
tien procent toe. Driewielers de bekende
demmo's zijn echter aan het afnemen, en
ook motorrijwielen, doch alleen voor Java,
want de toeneming daarvan in de Buitenge
westen is nog groot. Ondanks de scherpe con
currentie van de spoor nam ook het aantal
vrachtauto's in alle drie provincies van Java
nog toe, zij het, dat dit in Midden-Java het
minst welvarende gedeelte het kleinste was.
In West-Java was de stijging van alle motor
voertuigen met 1048 het grootst, gevolgd door
Oost-Java met 1030 en midden-Java met 300.
Djocjakarta en Socrakarta geven nagenoeg
gelijk blijvende cijfers te zien.
Hieruit ziet men algemeen dat de cijfers van
de in Indië aanwezig zijnde motorvoertuigen
in tegenstelling met de dieptejaren van de
crisis, een regelmatige stijging vertoonen en
een bewijs, zijn voor de conclusie, dat de
slechtste jaren thans voorbij zijn.
(Nadruk verboden)
Oefening 53. We gaan
met de voeten ongeveer
drie kwart meter uit el-
/0\h kaar staan en laten bei-
//yfA de armen losjes voor het
lichaam langs heen en
™-**" weer slingeren. De zwaai
kan breeder gemaakt
worden, door beurtelings
een knie te buigen (Oef.
53 a) of door het heele
lichaam mee te laten
gaan (Oef. 53 b). Nog be
ter verloopt de oefening
als we aan het begin van iederen zwaai de
beweging even extra aanzetten en de armen
dan volkomen laten uitslingeren. Het wordt
dan een schitterende ontspanningsoefening
voor arm- en schouderspieren. Daar juist veel
slechte houdingen veroorzaakt worden door
het verloren gaan van het vermogen om spier
groepen te ontspannen, zijn deze oogenschijn-
lijk zoo eenvoudige oefeningen van het hoog
ste belang. Deze oefening twintig maal her
halen. Oefening 54.
Weer staan we met de beenen wijd uit el
kaar, maar nu in voorwaartsche richting. We
buigen naar voren en reiken met beide han
den zoo ver we kunnen. Het voorste been
wordt daarbij gebogen. Geleidelijk wordt het
lichaam opgericht, waarna het ver achterover-
helt. In den laatste stand wordt het ach
terste been gebogen. (Zie teekening). Hét
lichaamsgewicht wordt dus eerst gedragen
door het voorste been. dan door beide en ten
slotte door het achterste been. Voor alle zeker
heid vermelden we nog even dat de voeten
niet mogen verschuiven. De oefening eischt
nogal wat inspanning, dus zes maal herhalen
is wel genoeg. Maar.iederen dag natuurlijk!
Voor we verder gaan worden eerst oefeningen
36 en 10 gerepeteerd; dan pas is Oefening 55
aan de beurt.
Dit is een zeer
zware oefe
ning, vooral
voor de buik
spieren. Uit
nemend voor
de slanke lijn!
Gaat u eens
op den rug liggen; de beenen volkomen ge
strekt, Nu langzaam één been optillen. Zoo
dra dat been weer teruggaat, komt het an
dere naar boven. De moeilijkheid is nu, deze
oefening tienmaal uit te voeren, zonder dat
de voeten den grond raken. Is het u te zwaar,
dan neemt u na elke oefening even rust.
Maar denkt u vooral aan een regelmatige
ademhaling?
Oefening 56.
Uit zittende houding achterover rollen. Pro
beert u nu eens zóó snel terug te rollen, dat u,
zonder hulp van uw handen, overeind komt.
Blijkt het, na veel vergeefsche moeite onmo
gelijk, clan kunt u het eens probeeren met ge
kruiste beenen; het is namelijk iets gemak
kelijker.
JULES KAMMELJER, Lich. Opv. M.O,