ÜtDAG&WOIMID sL NAAR NEERLANDIA. Indië viert vorstelijk huwelijk. luvniein, VAN HAARLEM'S DAGBLAD ZATERDAG 30 JANUARI 1937 HAARIE M'S DAGBLAD De Ned. Herv. Kolonie benoorden Edmonton. Na onzen dag van gevangenschap door re gen en wind in de tiepie van Buckskin Pete, haalde een morgenzonnetje ons vroeg uit de veeren. De rivier was gestegen, de stroom dus nog wat sterker en vol moed staken we om half negen van wal. Met dezen stroom, zei Pe ter, ben je in drie uur in Fort Assiniboine. Wij hebben er zes en een half uur over gedaan, vrijwel aan één stuk door roeiende, twee keer hebben we neg gehorlepiept, over de grind- banken gehobbeld, twee keer sloeg het water nog over de schouders van mijn voorman. Zes heele menschen hebben we gezien in dit stuk rivier, dat toch al in de bewoonde wereld heet te liggen. Om drie uur maakte ik vast bij de veerpont van Assiniboine op 20 mijl van Barr- Huis van een boer te Neerlandia-Alberta. head, dat op zijn beurt weer 14 mijl verwijderd ligt van Neerlandia, een der meest Holland sche nederzettingen in heel Canada. Daar heeft een groep Nederlanders allen tezamen de hand gelegd op zoo'n vierkant stuk park- land. zooals het hier heet, op voorwaarde dat daar alleen Hollanders zouden komen. Thans wonen er 75 gezinnen en komen 's Zondags 250 a 300 man in het kerkje bijeen. Maar zoo ver waren we nog niet. Om 4 uur was alles uitgepakt, de boot uit elkaar genomen en in gepakt (geen krasje te zien op de bootshuid! Bravo Berger!) eneen auto gevonden die ons even naar Neerlandia zou brengen. Vier endertig mijl, een kleine 6i) KM., twee uur rij den! Jawel, maar als je het glijdende moet doen. Zoo'n modderpoel heb ik nog nooit eer der weg hooren noemen! Ik zal u het verhaal van spade en slipkettingen maar besparen, u alleen melden, dat wij om 4 uur vertrokken en om half tien aankwamen achter op het erf van een wildvreemden Hollandschen kolonist. Ik kende zijn naam dOQr het Algemeen Ne- deriandsch Verbond, dat tracht ook deze Ca- nadeesche Hollanders voor het stamverbond te behouden. Maar dat was genoeg, Alleraardigst zijn we daar ontvangen en het kostte moeite het echtpaar te overtuigen, dat zij ons niet hun eigen slaapkamer mochten afstaan, maar wij veel liever in onze eigen tentjes hier of daar in de klaverwei gingen slapen. In een echte Hollandsche klaverwei, met mooie witte klaver! Want je ziet hier wel heel wat anders dan op een Hollandsche boerderij in Neder land. Hier staan 15 koeien en een stuk of acht paarden. Maar de volgende klaverwei is Al falfa, luzemeklaver, die ze bij ons gemalen zonneschijn noemen, om het hooge vitamine gehalte. Even verder staat de haver. Mijn gast heer verdwijnt er in tot aan zijn schouders en het veld rekt naar den horizont. Hier en •daar staat de witte honigklaver er nog boven uit, die hier ook veel als wisselgewas gezaaid wordt en evenals de luzerne een uitstekend krachtvoer oplevert. Want krachtvoer in den vorm van lijnkoeken en dergelijke heeft de Canadeesche boer niet en brengt het toch tot 30 Liter melk per dag, al is dat misschien een uitzondering. De melk wordt niet als zoodanig verkocht. De room wordt afgeslingerd en twee maal per week naar de stad gezonden, de on- dermelk gaat naar de koeien en varkens. Var kens houdt iedere boer, zooveel hij wil er slacht wanneer hij zin heeft. Wat een ideaal land, niet? En als je zoo eens met de menschen praat na kerkti,jd en eens hoort, wat de winterpro visie voor een flink gezin is met zes volwassen kinderen, die alle hard meewerken voor den kost en voor die baat. Wat vooral opvalt is steeds weer, dat alles zoo in het groot gaat. Groote velden met één gewas, zaaien, maaien, oogsten, alles met groote machines, vaak door vijf paarden getrokken. Elke zoon of dochter een rijpaard, een geweer, en.ruimte om dat alles te gebruiken. In verloren hoekjes op het land groeit hout genoeg om den heelen win ter ferm te stoken; onze gastheer had boven dien een kolenmijntje op eigen terrein, een meter of zes onder den grond. En zou er nog eens gebrek aan brandstof zijn, het hout heeft hier geen waarde. Overal in de vrije bosschen ligt het voor het weghalen. Als je een mooi kampplaatsje hebt gevonden op jacht, hak je een spar van 20 M. hoog om, om wat dennetak- ken te krijgen, waarmee de vloer van de hut- belegd wordt. Volgend jaar is dat dan weer makkelijk brandhout. Het „we leven vrij, we leven biij". lijkt wel nergens zóó op te gaan als op de boerderij in Canada. Natuurlijk zijn er ook zorgen: groote droogte, nattigheid of te vroege vorst kunnen den oogst doen mis lukken, maar te eten hebben ze allemaal en goed ook en meestal schiet er nog genoeg over om de landrente te betalen, het huis te verbe teren, nieuwe gereedschappen te koopen en vrouw en dochters in de fijne bullen te zetten. Want de Hollandsche boerendochters in Cana da kleeden zich net zooals u en de uwen. Per manent Wave, hoedje scheef, zijden kousen, lichte zomermantel. Zoo van een modeplaatje weggeloopen. Ik heb ze zelfs met geschoren wenkbrauwen gezien in het kerkje in Neerlan dia, waar Zondagmiddag een 250 gemeente leden bijeen waren, ze kwamen van heinde en ver, per auto, per buggy oftewel open dogcar. per „democrate" zooals ze een open boeren wagen hier noemen. Twee stoelen voorin, voor den baas en zijn vrouw en de kinders staand er achter. Twee flinke paardjes er voor en zoo maar door de modder heen, die een' voet dik op alle wegen lag. Maar ze kwamen. En ze komen eiken Zondag, meest twee keer, om naar het woord van Dr. van der Woude te luisteren. Ze maken een praatje na, gaan eens met familie of vrienden mee naai- huis. De Zondag is aan Godsdienst en gezin gewijd. En ■oor den winkel komen ze nóg wel eens in den loop van de week. Die blijft 's Zondags geslo ten, anders dus als op onze boerendorpen vaak het geval is, waar Zondag na kerktijd zoo'n mooie gelegenheid is voor de ver afwo- nenden om inkoopen te doen. Dat is allemaal in orde in Neerlandia. De winkel ook, die is coöperatief en dat geeft natuurlijk veel ge mak en een groote besparing. Twee keer in de week rijdt een groote vrachtauto naar de stad dat is naar Ed monton voor de room en wat gx-oenten en vruchten en vrachtgoed. Het graan en even tueel hooi en zoo, wordt meest 's winters per slede naar het naastbij gelegen spoorstation Barrhead gebracht. Dan is het vervoer langs den weg het zekerst, het makkelijkst en het goedkoopst. De onverharde zandwegen, die elke regenbui in een reeks modderpoelen herschept, zijn dan meest stijf bevroren en meest met eenige voeten sneeuw bedekt. Dat wordt door velen wel als een bezwaar ge voeld, de lange en zeer strenge winter. In het gemengde bedrijf gaat het nog het best. Daar is 's wintei-s in den stal nog heel wat v/erk met veevoeren en melken enz. En de vrouw heeft meestal wel voor genoeg in maak gezorgd, om den winter wat eten be treft. makkelijk door te komen. Want al werken de vrouwen hier niet op het land, omdat er zooveel van het werk machinaal gebeurt, daarom zitten ze toch nog niet stil. Ze maken hun eigen brood, eigen jam, eigen koekjes, als die er zijn moeten Ook eigen worst, eigen i-ookvleesch zelfs. En allemaal even 'lekker hoor, dat weet ik bij ondervin ding, dank zij de gastvrijheid van de familie Ingeversen. Een ding vind ik jammer! En dat is. dat er geen plaats oneer is in Neer landia. Nog wel is niet alle land bebouwd, hier en daar ligt nog een hoekje maar dat wordt heel vei-standig, gereserveerd voor het jongere geslacht, waarvan sommigen al niet eens meer tevreden zijn met zoo'n hoekje, maar' liever uitzwermen, het Noorden in, naar de Peace-river-country. Daar is nog ruimte genoeg, zitten nog slechts een paar beginnelingen; het klimaat schijnt er dooi de nabijheid van de bergen nog weer een tikje beter te zijn. de grond goed. dus vooruit maar weer! En zoo gaat het hier al geruimen tijd. Naast de eigenlijke prairie, die in hoofdzaak voor graanlandbouw op zeer groote schaal gebruikt wordt, ligt hier het zoogenaamde parkland, boschjes afwisselend met natuur lijke stukjes weiland, waar heel wat wild hooi verzameld kan worden. Ideaal terrein voor de gemengde boerderij. Edmonton was het uitgangspunt; in 1901 was het een stad je -van 2500 inwoners, meest levende in ver band met den pelshandel der Hudson Bay Company. Er is wat mijnbouw, o.a. steenkool. Een groote vlucht nam de stad echter eerst toen de kolonisten het parkland rondom be gonnen te ontginnen. In 1911 waren-er 25000 inwoners tienmaal zooveel. Nu zijn er een dikke 100.000, een stad als Haarlem dus, maar er zijn maar een stuk of tien huizen van .meer dan een verdieping. Verder heel veel houtbouw en alles ingericht op de pro vincie, op landbouw en veeteelt dus. Wij trokken ook van Neerlandia naar Edmonton. Eerst nog wat filmen van het boerenbedrijf, dan om 1 uur weg, vier uur aan Jade mensch wikt. 's Morgens stortregen en motregen en mist. Niets te doen op fotografisch gebied. En 's middags. De auto was niet nieuw en daardoor hadden we driemaal ondei-weg een lekke band! Maar dat we. om 1 uur vertrok ken, 's nachts om half twaalf pas aankwa men dit lag toch wel voor verreweg het grootste gedeelte aan den wea. Over de eer ste zes mijl deden wij anderhalf uur. Met slipkettingen hoor. Alle voorzorgsmaatrege len waren genomen. Maar ik héb ook zelden zóó in de modder gezeten. Ondertusschen overal waar je keek. hetzelf de beeld, kleine boerderijen, landbouw en vee teelt, 150 K.M. lang. En dat heele prairie- en parklandschap zou in boerderijen omgezet zijn, als hier ook niet een paar groote stuk ken waren afgescheiden voor Nationaalpark, voor natuurmonument. Dit was vooral wen- schelijk, omdat met de prairie ook twee zeer interessante dieren op het punt stonden te verdwijnen, n.l. de wapiti of te wel het reuzen- hert en de Amerikaansche Bison. Terwijl de prairie, toen de blanken voor het eerst naar het Westen kwamen, millioenen van deze die ren herbergde, die sinds vele eeuwen de In dianen hadden gevoed, zag de blanke kans in 20 jaar tijd dit kolossale wild vrijwel geheel uit te roeien, n.l. van 18701890. Als door een toeval bleven een paar kalveren gespaard, die zich sterk vermenigvuldigden. Een kudde, af komstig van 4 kalveren en nog eens twee op een ander plaats, werd door het Canadeesche Gouvernement aangekocht toen ze ruim 600 stuks telde. De beste Cowboys hadden vijf jaar wei-k om dit stelletje te vangen en over te brengen naar Buffalo park, dat een 200 K.M. van Edmonton ligt, ongeveer 100 K.M. in het vierkant groot is en waar de kudde zich sinds 1914 heeft vermeerderd tot- 5000 a 6000 stuks. Dat is eigenlijk te veel, zelfs voor deze reusachtige uitgestrektheid. Tegenwoordig worden dan ook wanneer de dieren in den hei-fst naar een apart deel van het park wor den overgebracht, waar ze dan in den winter genoeg voedsel vinden, meteen een aantal jongere dieren afgezonderd en in een spe ciaal abattoir geslacht. Gemiddeld een 1000 per jaar, wat natuurlijk. daar het vleesch zeer lekker en de huid zeer bruikbaar is. een mooie bron van inkomsten voor het park opievert. Maar dank zij al deze maatregelen heb ik nog een groot stuk prairie kunnen zien, zóó als het 100 en 1000 jaar geleden ook was. Heu velachtig pai-klandschap, met overal de brui ne groepen Bisons. Toch hebben we vier uur rondgereden dwars door en over alles heen. tot we eindelijk de groote kudde vonden en voor de lens van de filmcamera konden bren gen. En we hebben de reuzen-herten gezien en gefilmd, afstekend tegen den helverlichte prairiehorizont. Het was weer een mooie dag! Maar rondom het park is ook rijkdom, rijkdom van graanland, even verder ligt....den Haaj hier Haque genoemd. Ook alweer Hollandsche kolonisten, en zoo zullen wij er straks nog meer vinden. VAN DER SLEEN. Geslaagde feestelijkheden ondanks het slechte weer. Zal het monument van Pieter Elberfeld verdwijnen Een Indische corresponded, schrijft ons d,d. 20 Januari uit Batavia: Reeds zijix wij weer meer dan een week teruggekeerd in den tredmolen des levens en snellen weer verder langs de gebeurtenissen van allen dag, doch nog lang zullen de dagen der prinselijke bruiloft ons in het geheugen liggen als een van de meest geslaagde reeks van feestelijkheden, die in de laatste tien tallen jaren hier plaats vonden. Wel zullen Indische feesten zelden in die mate zijn te gengewerkt door Pluvius als dezer dagen, want eiken dag weer kroop een grauwe voch tige morgen boven de stad uit en ontlastten zich urenlang uit laaghangende wolken zware stortbuien. Zoodra was het niet even droog, of de straten waren weer dichtbevolkt. De ontelbare vlaggen hingen slap neer in de natte buien, de versieringen waren in vele gevallen volkomen verregend, de vetpotjes waren half uitgedoofd en toch bracht in het glimmende asfalt de feeërieke verlichting dei- talrijke gebouwen nog een bijzonderen noot. Nauwelijks trachtte echter de zon even vóór- den ondergang door de dikke wolken te bo ren, of overal kwamen de ontelbare belang stellenden als bijen uit den korf om de ver schillende feestelijkheden bij te wonen. Een bijzondere Japansche optocht, waarvoor de costuums uit Japan waren gekomen, trok een grooten toevloed van menschen. Bij een langen Chineeschen optocht in de beneden stad waren tienduizenden kijkers zoowel op straat als in de dichtbevolkte eethuizen, waai de menschen met vollen mond over de balcons hingen! Naar het Stadhuisplein richtte zich een historische stoet van de oude Amster- damsche Poort af, waar men vele bekende ingezetenen van de stad verzameld zag. Een en ander zal trouwens op de vele filmopna men ook in Holland „in woord en beeld" te genieten zijn. De versierde sociëteiten hielden uitgebreide feestdiners en waren in den vroegen morgen veelal nog gevuld met late feestgangers, die zich het ontbijt goed lieten smaken. Uit de groote hotels kwamen tot diep in den nacht voortdurend muziekklanken, die den meest luien bezoeker in de goede stemming brach ten. Een dat is zoo voortgegaan, van Woens dagavond af tot Zondag, toen een fantastisch vuurwerk op de Jachtclub in Priok het einde van de feestelijkheden, die ondanks het slech te weer in de prachtigste Oranjestemming waren volgehouden, aankondigde. Zij zullen in de gedachten blijven als geen ander feest ooit te voren en het nationaal gevoel tezamen met de saamhoorigheid is weer in bijzondere mate versterkt. Indië-als-eenheid voelt den band met Ne derland zeer sterk, maar zij voelt ook een ho mogene eenheid, die historisch is gegroeid een eigen ontwikkeling doormaakt, en met een eigen geest wordt geïnsereerd. De band met het Rijk, waarvan Indië deel uitmaakt, is er een van gemeenschappelijke ideeën en be langen, toegewijd aan de nationale goede zaak. Dat hierbij wel eens verschil van mee ning omtrent, de uitwerking dezer ideeën tot uiting komt en is gekomen, behoeft zeer zeker niet blijvend te leiden tot een bewust niet- I begrijpen doch slechts te beteekenen, dat dit groot-nationaal gevoel niet maar zonder hor- De kerk gaat uit in Neerlandia, ten of stooten, doch door de choque des opi nions, het bereikbaar ideaal zal behalen. Kleinheid van Indische zijde blijkt bijvoor beeld in het voorstel van een bepaalde fractie uit Batavia's gemeenteraad, waarbij de kwes tie van de verwijdering van het „monument" van Pieter Elberfeld weer ter sprake is ge bracht. Als wij het woord monument tusschen aanhalingsteekens plaatsen beduidt dit alléén, dat de toeristen, die telken jare bij scheepsla dingen op Java gelost worden, en langs de weinige overgebleven historische plekken van Batavia, zooals het Kanon en de Amsterdam- sche Poort, worden rondgeleid, ook bij dit gedenkteeken en den ouden muur langs den Jacatraweg moeten stilhouden om het verhaal van den hier in 1722 ter dood gebrachten „verrader'' van Batavia, die alle Europeanen in de stad wilde vermoorden, aan te hooren. Dat dit gedenkteeken op zichzelf geen bui tengewone reclame is voor onze rechtspraak of blijk geeft van te groote piëteit onzer voor gangers, is toe te geven. Men spreekt zelfs over het herstel van een gerechtelijke dwa ling. Doch men vergete niet, dat tenslotte overal meerdere historische voorwerpen, wan neer men deze op den keper gaat beschou wen, geenszins een bewijs zijn van even roem rijke daden! Daarom lijkt ons het voorstel om dit monument, dat nu reeds twee eeuwen daar ten voorbeeld moet strekken aan ieder, die weten wil hoe het den verraders in het algemeen zal vergaan, te verwijderen, niet weinig overdreven. Gevoeligheden worden er niet mee gekwetst en de simpele toerist zou door de verwijdering ervan er nog iets achter gaan zoeken. Thans wordt het over dien boeg gegooid, dat de op het monument voorkomende in scriptie van dusdanige wetenschappelijke waarde zou zijn. dat het noodzakelijk in een museum zal moeten worden bewaard. Vrees echter, zooals van sommige zijden is gesug gereerd, dat -deze gedenkplaat door ras- of andere sentimenten het voorwerp van ver nieling zou kunnen worden, bestaat er ons inziens niet. Het is dan ook te hopen, dat de Regeering die hierin uiteindelijk de beslis sing heeft door een nota van een ambte naar met een frisch hoofd dusdanig wordt overtuigd, dat dit historisch overblijfsel van een onzer zij het niet dadelijk meest roemruchte daden blijft op de plaats, waar het eenmaal was opgesteld en niemand kwaad doet. Onlangs is de Indische kiesrecht-commissie gereed gekomen met haar rapport, dat enkele interessante voorstellen inhoud betreffende de verkiezingen hier te lande. Zooals waar schijnlijk algemeen bekend, bestaat in In dië namelijk niet het evenredig kiesrecht zoo als in Nederland, doch heeft men er in hoofd zaak de getrapte verkiezingen, waarvan de regeling echter enkele verbeteringen be hoefde. Unaniem was 'het oordeel, dat in de Indische maatschappij eenigerlei vorm van organische vertegenwoordiging practisch niet mogelijk was en de bestaande stelsels reeds voldoende gelegenheid geven voor een orga nische samenstelling der raden. Ingrijpende wijziging stelt de commissie voor ten aanzien van het bestaande meerder heidsstelsel voor de stadsgemeenteraden in dien zin, dat zij dit voor de Europeanen wil zien gewijzigd in een gematigd evenredig heidsstelsel, gecorrigeerd door een aanvullend benoemingsrecht van den Gouverneur-Gene raal. Ten aanzien van de Inheemschen be stond omtrent de wijziging geen eenheid van gevoelen, doch zou men eventueel tot een in wijken verdeeld meerderheidsstelsel zijn toe vlucht willen nemen. Een andere, en ook den Nederlandschen le zers wel belangstelling inboezemende, bijzon derheid uit het rapport is het voorstel om al gemeen aan de Nedeiiandsche vrouw het ac tief kiesrecht toe te kennen, dat tot nu toe alleen nog in zeer beperkten vorm voor de regentschapsraden bekend was. Ten aanzien van de toekenning van deze bevoegdheid aan de Inheemsche en Uitheemsche vrouw staak ten de stemmen. De Regeering echter heeft zich speciaal hieromtrent nog haar oordeel voorbehouden en daarmede is de kans wel zeer gering geworden, dat men tot invoering van dit actief kiesrecht zal komen. Wat be treft het passief kiesrecht van de vrouw, dat nu nog alleen voor voor den Volksraad be staat, en dat de commissie bij verkiezingen voor de stadsgemeenteraden aan alle onder- danengroepen thans wil toegekend zien is meer kans dat dit wordt aanvaard. Echter wordt niet verwacht, dat dit veel succes zal opleveren, daar het passieve kiesrecht veel van haar beteekenis verliest bij gemis aan een actief kiesrecht. Daarbij komt dat de rol van de vrouw in Indië, althans bij de Euro- peesche samenleving, in de politieke partijen nog zoo gering is, dat men niet mag verwach- ten, dat van die zijde candidaten nullen wor den gesteld, of voldoende mannen op een niet-politieke vrouw zullen stemmen Waarmede dit vrouwenkiesrechtvoorstcl wel van de baan zal zijn. Binnen drie weken na de sluiting van het jaar kunnen reeds enkele samenvattende ge gevens verstrekt worden over het jaar 1936, die een beeld geven van de ontwikkeling van het motorverkeer in Indië. Uit deze cijfers zijn tevens enkele belangrijke conclusies te trekken. Zoo was de economische opleving der Buitengewesten, die in 1937 door het weg vallen van het bevolkingsrubberuitvoerrecht nog in versterkte mate zaf plaats hebben, zich reeds in 1936 aan het afteekenen in een be langrijke stijging van het aantal automobie len. In Palembang kwamen bijv. 120 nieuwe autobussen het wegverkeer intensiveeren en waren er typisch staaltje 1107 autobus sen ingeschreven tegen 1102 personenwagens. De toestanden in Djambi worden teekenend weergegeven door de mededeeling, dat aldaar 133 vrachtauto's waren ingeschreven tegen slechts 124 personenauto's. Op geheel Sumatra reden er ultimo 1936 bijna 4400 autobussen tegen 1500 op Java. wel een bewijs hoe aldaar het busverkeer de plaats inneemt van het spoor- en tramverkeer op Java. Ook het vrachtautoverkeer nam in alle deelen van de buitengewesten tot bijna met tien procent toe. Driewielers de bekende demmo's zijn echter aan het afnemen, en ook motorrijwielen, doch alleen voor Java, want de toeneming daarvan in de Buitenge westen is nog groot. Ondanks de scherpe con currentie van de spoor nam ook het aantal vrachtauto's in alle drie provincies van Java nog toe, zij het, dat dit in Midden-Java het minst welvarende gedeelte het kleinste was. In West-Java was de stijging van alle motor voertuigen met 1048 het grootst, gevolgd door Oost-Java met 1030 en midden-Java met 300. Djocjakarta en Socrakarta geven nagenoeg gelijk blijvende cijfers te zien. Hieruit ziet men algemeen dat de cijfers van de in Indië aanwezig zijnde motorvoertuigen in tegenstelling met de dieptejaren van de crisis, een regelmatige stijging vertoonen en een bewijs, zijn voor de conclusie, dat de slechtste jaren thans voorbij zijn. (Nadruk verboden) Oefening 53. We gaan met de voeten ongeveer drie kwart meter uit el- /0\h kaar staan en laten bei- //yfA de armen losjes voor het lichaam langs heen en ™-**" weer slingeren. De zwaai kan breeder gemaakt worden, door beurtelings een knie te buigen (Oef. 53 a) of door het heele lichaam mee te laten gaan (Oef. 53 b). Nog be ter verloopt de oefening als we aan het begin van iederen zwaai de beweging even extra aanzetten en de armen dan volkomen laten uitslingeren. Het wordt dan een schitterende ontspanningsoefening voor arm- en schouderspieren. Daar juist veel slechte houdingen veroorzaakt worden door het verloren gaan van het vermogen om spier groepen te ontspannen, zijn deze oogenschijn- lijk zoo eenvoudige oefeningen van het hoog ste belang. Deze oefening twintig maal her halen. Oefening 54. Weer staan we met de beenen wijd uit el kaar, maar nu in voorwaartsche richting. We buigen naar voren en reiken met beide han den zoo ver we kunnen. Het voorste been wordt daarbij gebogen. Geleidelijk wordt het lichaam opgericht, waarna het ver achterover- helt. In den laatste stand wordt het ach terste been gebogen. (Zie teekening). Hét lichaamsgewicht wordt dus eerst gedragen door het voorste been. dan door beide en ten slotte door het achterste been. Voor alle zeker heid vermelden we nog even dat de voeten niet mogen verschuiven. De oefening eischt nogal wat inspanning, dus zes maal herhalen is wel genoeg. Maar.iederen dag natuurlijk! Voor we verder gaan worden eerst oefeningen 36 en 10 gerepeteerd; dan pas is Oefening 55 aan de beurt. Dit is een zeer zware oefe ning, vooral voor de buik spieren. Uit nemend voor de slanke lijn! Gaat u eens op den rug liggen; de beenen volkomen ge strekt, Nu langzaam één been optillen. Zoo dra dat been weer teruggaat, komt het an dere naar boven. De moeilijkheid is nu, deze oefening tienmaal uit te voeren, zonder dat de voeten den grond raken. Is het u te zwaar, dan neemt u na elke oefening even rust. Maar denkt u vooral aan een regelmatige ademhaling? Oefening 56. Uit zittende houding achterover rollen. Pro beert u nu eens zóó snel terug te rollen, dat u, zonder hulp van uw handen, overeind komt. Blijkt het, na veel vergeefsche moeite onmo gelijk, clan kunt u het eens probeeren met ge kruiste beenen; het is namelijk iets gemak kelijker. JULES KAMMELJER, Lich. Opv. M.O,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 13