Hel Geluk ligt in de Sneeuw
Te Assen zijn Vrijdag hardrijderijen op de schaats voor dames gehouden. Een tweetal deelneemsters
aan den start
Aan de controle bij de Wezelsche barrière voor de Monte
Carlo Rallye. De Nederlander van Strien met zijn wagen
even na aankomst
Het isolement van Ameland en Schiermonnikoog opgeheven. Het inladen der post in het
K.L.M.-vliegtuig, dat Vrijdag van Schiphol een vlucht naar beide eilanden ondernam
De leden der Tsjechische Opera, die in ons land vertoeven, maakten Vrijdag
een rondvaart door de Amsterdamsche havens. Een snapshot tijdens den
tocht
FEUILLETON
Een Wintersportroman.
PETER KRAYENBÜHL.
36)
(Nadruk verboden.)
Grace leunt in een hoek bij het raam, haar
handen op den rug. het hoofd achterover te
gen het verkoelende glas. Ze heeft haar
oogen gesloten, maar des ondanks ziet ze elke
beweging van den, voorzichtig naderbij tre
denden Dieter. Ze voelt hoe hij haar in zijn
armen neemt, willig beantwoordt ze zijn
kus en als hij haar toefluistert: „Jij hebt het
gewonnen, Grace", heeft ze niets van den ze
gevierenden triumfator
Hallo, Grace, ben je hier?
Mevrouw Arlen klopt en haar stem brengt
de beide jongemenschen met een ruk tot de
werkelijkheid terug. Fel duidelijk beseffen zij
plotseling het pijnlijke van de situatie, die zij
toch geen van beiden hebben gezocht.
Ga, Dieterga, fluistert ze hem ner
veus in het oor, toe ga nu.
Hallo, Grace?!
Dieter onder verdenking.
Het is Dieter of hij met een zwaar voorwerp
een klap tegen het hoofd heeft gekregen, als
hij, zonder zich behoorlijk rekenschap te ge
ven van hetgeen hij doet. in de aangrenzende
kamer belandt en zich in het donker ver
geefs tracht te oriënteeren. Een oogenblik
blijft hij hulpeloos staan. Een smalle licht
streep valt van buiten in het vertrek dan
knarst er plotseling een sleutel in het slot en
Dieter kan zich nog juist achter de portières
verbergen, die de deur naar de veranda be
dekken.
Een oogenblik later weet hij, dat hij in
mevrouw Ai'len's kamer terecht is gekomen
en tegelijkertijd dringt het tot hem door, dat
hij het domste gedaan heeft, dat hij in de ge
geven omstandigheden doen kon. Waartoe
die zinlooze vluchtHij kan zichzelf wel
een klap in het gezicht geven
Een onmogelijke situatie: hij wilde mevrouw
Arlen uit den weg gaan en nu staat hij in
haar kamer op een pas afstand van haar
toiletspiegel, waarvoor de waardige juist plaats
neemt om haar kapsel te ordenen.
Dieter meent, dat ze het kloppen van zijn
hart en zijn bedwongen ademhaling moet
hooren. maar tenslotte schijnt er toch een
einde te zullen komen aan deze impasse, want
mevrouw Arlen legt haar bont om de schou
ders en maakt aanstalten om het vertrek te
verlaten.
Reeds heeft zij de deurknop in de hand. als
gemaskerden die in bonte verscheidenheid den
met haar handen langs haai' japon, keert zich
om, gaat naar de toilettafel terug opent een
lade en vindt deze leeg
Tevergeefs voelt zij langs de houten wan
den van de lade; wat het oog niet ziet, vinden
ook haar handen nietSchrik en ontstel
tenis teekenen zich duidelijk op haar gelaat
af, nerveus en gejaagd trekt ze alle laden van
de toilettafel uit zoekt, in de muurkasten, in de
linnenkastmaar wat zij zoekt, vindt ze
nietTot haar blik meter voor meter de
kamer afzoekt en het étui op het tapijt ont
dekt, open, leeg en dicht voor Dieter's voe
ten
De verschrikte kreet, die mevrouw Arlen in
haar ontsteltenis uitstoot, doet hem zijn te
genwoordigheid van geest totaal verliezen. Hij
springt uit zijn schuilplaats te voorschijn en
mevrouw Arlen beantwoordt zijn onver
wachte verschijning met een tweeden gil, die
door de half geopende deur tot ver in de gang
te hooren is. Haar hand drukt onafgebroken
op den knop van de electrische schelNog
vóór het kamermeisje aan het alarmsignaal
gevolg heeft kunnen geven, zijn reeds eenige
gasten uit omliggende kamers komen toe-
loopeneen van hen haast zich weg om Lers
ner te halen
Dieter staat hulpeloos midden in het ver
trek en stamelt steeds weer opnieuw tusschen
mevrouw Axlen's heftige beschuldigingen
door:
Ik heb het niet gedaan, ik heb het heusch
niet gedaan....
William Lersner, de gérant van het hotel,
verschijnt, in de deuropening. Onder den arm
houd het nog het in de haast afgeworpen
mandarijnengewaad; het kamermeisje neemt
het hem af
Pardon, mevrouw, wat is er aan de hand?
En wat wenschen de dames en heeren? wendt
hij zich vragend tot de opdringende schare
zij plotseling aarzelend blijft staan. Zij tast
ingang blokkeeren. De ongenoode gasten tre
den terug, maar juist als Lersner de deur
achter zich wil sluiten, dringen mr. Arlen,
Grace en baron Girsholm het vertrek bin
nen.
Laatstgenoemde is onmiddellijk een en al
bereidwilligheid en galanterie:
Kan ik u ergens mee van dienst zijn,
mevrouw? Beschikt u alstublieft over mij....
Wat is er gebeurd
Girsholms blik blijft verbaasd en hoonend
op Dieter gericht, die op dit oogenblik inder
daad een allerdwaast figuur slaat.
O, baron, dat is verbazend vriendelijk
van uIk dank u zeer, U zult me hel
pen...!
Misschien mag ik u tóch verzoeken eerst
mij eens te willen inlichten, mevrouw
treedt Lersner beleefd maar gedecideerd tus-
schenbeiden.
Ach ja. meneer Lersner. stel je voor.
Reginald, zegt mevrouw Arlen. zich in haar
opwinding deels tot den gérant en deels tot
haar echtgenoot richtend en dan vertelt ze
stamelend hoe 't haar toenze de kamer binnen
kwam, reeds direct zoo vreemd te moede was,
natuurlijk tot ze het leege juweelenétui
ontdekte, daar ja, dicht bij de portières, waar
meneere Prausnitz zich achter verborgen
had. Wat ze vermist? Twee ringen, een paar-
len halssnoer, maar vóór alles haar „Amicus",
haar gelukssteen, een kostbare, zeldzame groo-
te smaragd.Alles is spoorloos verdwenen
en niemand anders dan die man daar, die
Prausnitz, kan de dief zijn
Dat is groote nonsens, wat u daar be
weert, moeder, valt Grace haar heftig in de
rede, tranen van woede en van schaamte in de
oogen.
Mr. Arlen echter pakt haar bij den arm.
Bemoei je er niet mee, kind. Ga naar je
kamer
Neem me niet kwalijk, Pap, laat me hier
blijven. Ik kan misschien eenige ophelde
ring geven
Goed, blijf dan maar, maar beheersch je...
Als meneer Prausnitz zich de sieraden inder
daad heeft toegeëigend moet hij ze toch bij
zich hebben?!
Fouilleert u me alstublieft! wendt Dieter
zich tot Lersner. Tezamen met Girsholm
treden zij achter een kamerscherm. De fami
lie Arlen neemt op eenige stoelen plaats en
wacht.
Na een kort maar grondig onderzoek deelt
Lersner het resultaat mee:: Niets, maar
dan ook totaal niets te vinden
In zijn toon ligt iets van voldoening.
Hij lean de sieraden immers best ergens
verstopt hebben; misschien heeft hij ze wel
over de veranda gegooid en liggen ze bene
den in de sneeuw? opponeert mevrouw Ar
len, die nog geenszins overtuigd is van Die
ter's onschuld. Jouw vrienden, m'n kind
laat ze er met een schamper lachje op volgen,
terwijl ze zich rechtstreeks tot Grace wendt.
Lersner schuift de portières opzij. De
deur is open; zij staat op een kier
Dat was al zoo, toen ik me achter het
gordijn verborg; ik voelde de koude lucht
stroom in mijn ruggeeft Dieter op za-
kelijken toon ten antwoord. Zijn lippen zijn
droog; het hart bonst hem in de keel.
Lersner belt het kamermeisje en draagt
haar op bij den stooker de electrische loop
lamp te halen. Twee betrouwbare bedienden
worden vervolgens aangewezen om de sneeuw
onder de waranda af te zoeken. Hierna wendt
hij zich wederom tot Dieter:
Hoe bent u in de kamer gekomen?
Door die deur daar. zegt Dieter, op het
aangrenzend vertrek wijzend. Hij kijkt Lers
ner vrijmoedig aan en deze aarzelt dan ook
verder te vragen. In zijn plaats echter zet
thans Girsholm het verhoor voort:
En hoe kwam u daarbinnen! Een blik op
Grace doet hem beseffen, dat hij deze vraag
beter voor zich had kunnen houden.
Daarop wensch ik niet te antwoorden,
zegt Dieter. koel.
Maar ik wel! mengt Grace zich in het
gesprek en daarop vertelt ze openhartig, hoe
Dieter aanvankelijk niets van het gemaskerd
bal wilde weten, hoe ze hem van Kaiserhof
naar hier heeft laten ontvoeren en wat daar
van tenslotte het gevolg was
Maar waarom is hij dan voor mij wegge-
loopen? wil mevrouw Arlen 'persé weten.
Dat begrijp ik niet!
Mr. Arlen, die zwijgend achterover in een
stoel leunt, werpt zijn vrouw vluchtig een wee
moedigen blik toe
Intusschen is de lamp gebracht, Lersner
schakelt haar In en belicht voorzichtig de
smalle veranda die zich langs het front en den
zijvleugel van het hotel uitstrekt. Zij wordt
door een ver uitstekend dak overkapt, zoodat
er slechts weinig sneeuw ligt.
(Wordt vervolgd.)