I I H.D.* Financieel-economisch Weekoverzicht. HUURT UW PRIMO VERTELLING INCASSO-BANK N.V. EFFECTENORDERS feFFECTEN Iteuw sdttvfl.. ZATERDAG 30 J A N UAIÏT 1937 T-T AAST.K M'S DAGBLAD S Naar econorr'sche ontwapening? Prijsstijging der grondstoffen en haar gevolgen. De pogingen om tot inter nationale handelsverruiming te komen. Toenemende kans op stabilisatie. Gunstige symptomen in Nederland. orlozen onstaan bijna steeds uit wanhoop bij den strijd om het be staan! Gebrek bevordert de nei ging om met geweld grondgebied te -werven! Geen militaire ontwapening zonder economische ontwapening!" Aldus spraken dezer dagen de Amerikaansche Mi nister van Buitenlandsche Zaken Cordell Huil en zijn Pransche collega van Financiën Vincent Auriol. Wie zou deze uitspraken niet willen onderschrijven? Zii geven in korie be woordingen weer wat bijna elk weldenkend mensch thans als axioma's beschouwt. De domineerende vraag is evenwel, of de mensch- heid in staat is en den wil heeft, de conclu sies uit deze uitspraken te trekken en gene zing te zoeken voor haar ernstige kwalen. Wi,i zijn geneigd die vraag bevestigend te be antwoorden, ook al dreigen aan alle kanten nog zóóveel donkere wolken. De scherpe stij ging der goederenprijzen gedurende de laatste maanden heeft namelijk den grondslag ge legd voor een algemeene economische en mo netaire ontwapening. Wij zijn zeker niet zoo optimistisch, te willen beweren, dat deze ont wapening nu reeds voor de deur staat, doch de kansen om tot een geleidelijke economische deniilitarisatie te komen zijn den laatsten tijd in elk geval aanzienlijk vergroot en er zijn teekenen, die er op wijzen,, dat de menschheid die kansen begint aan te grijpen. Toen na de zwarte dagen van October 1929 de crisis in al haar heftigheid uitbrak, open baarde zij zich in de allereerste plaats op de grondstoffenmarkten. Aangezien de produc ten van grondstoffen na den oorlog hun pro ductie-apparaat sterk hadden vergroot, wa ren zij ook de eersten, die de zweepslagen der crisis te verduren hadden. De prijzen dezer producten vielen dan ook in een haast bo- demlooze put en de koopkracht der landen, die voornamelijk op de productie dezer goe deren waren aangewezen, .bijv. Zuid-Amerika, Ned. Indië enz., ging met reusachtige spron gen achteruit. Waren nu ook maar de prijzen der afgewerkte artikelen in evenredige mate gedaald, dan zou die daling der koopkracht nog niet zulk een onheil hebben kunnen uit richten. De prijzen der fabrikaten evenwel volgden slechts in zeer langzaam tempo, uit hoofde van het traagheidsbeginsel en uit hoof de van de gebleken onmogelijkheid, de prijzen van diensten (loonen, salarissen, vrachten etc.ï en de andere vaste lasten evenredig om laag te brengen. Zoo ontwikkelde zich dus een toestand, waarin een aanzienlijk grootere hoeveelheid grondstoffen dan voorheen noo- dig was om een bepaalde kwantiteit afgewerk te producten of diensten te koopen. Het even wicht tusschen deze prijsgroepen was dus in ernstige mate verstoord, producenten in land en mijnbouw konden hun kosten nauwelijks meer dekken, zij teerden op hun reserves of leden honger, de internationale handel stok te, elk land richtte barrières op, om zijn eco nomisch leven en zijn prijspeil te bescher men: er heersehte ontwrichting in den waren zin des woords. Maar ziet: Omstreeks de helft van 1933 ringen de grondstoffen aan, sommige op kunstmatige wijze ondersteund, zich uit den put naar boven te werken; deze ontwikkeling accentueerde zich gedurende 1936 en speciaal na de devaluatie der grondvaluta's nam zij waarlijk grootsche vormen-aan. Met het resul taat, dat op dit oogenblik het in de crisis ver loren prijsevenwicht grootendeels is hersteld. Wij beschouwen deze machtige prijsstijging dan ook als een gezonde natuurlijke beweging, die thans een even natuurlijk einde schijnt te hebben gevonden en een periode van ernsti ge ziekte afsluit. Zoo aanschouwen wij, hoe de koopkracht der grondstoffen-produceerende gebieden na genoeg in even sterke mate stijgt als de prijzen der grondstoffen zelve. Hun welvaart neemt toe, zij importeeren meer industrieproducten en ziedaar: de basis voor handelsverruiming is gelegd, de bescherming van de binnenland- sche markt kan worden verzacht, contingen- teeringen en valutarestricties verliezen hun dringende noodzaak en een depreciatiewed loop wordt overbodig'. Inderdaad schijnt de wereld zich geleidelijk van deze ontwikkeling,bewust te worden. Ten minste alom ontwaren wij teekenen, welke op zulk een bewustwording wijzen. Onze ministers Gelissen en Deckers zijn vol goeden moed uit Scandinavië teruggekeerd en er is thans geen twijfel meer mogelijk, of binnenkort zullen de voorbesprekingen voor een handelsverrui ming tusschen de „Oslostaten" een aanvang nemen, met groote kans op succes. Tus schen de Ver. Staten en Engeland, 's werelds machtigste en rijkste landen, zal een handels verdrag worden gesloten, waarbij wederkee- rige handelsverruiming' den grondtoon zal vormen: een waarlijk niet gering bijdrage tot het wereldherstel, gezien den thans reeds zeer grooten omvang van den Amerikaansch- Engelschen handel (ca. 120 millioen). In de suikerindustrie zullen pogingen wor den aangewend, om tot een nieuwe interna tionale regeling te geraken: ook weer een bewijs, dat vele landen het dwaze van al te scherpe economische isolatie beginnen in te zien en blijkbaar genegen zijn, mede te wer ken aan een gestadigen afbraak van handels belemmering. Het initiatief van dr. Colijn en Mac Donald op zichzelf reeds beteekent naar onze meening, dat de bijeen te roepen wereld- suikerconferentie groote kans van slagen heeft; althans van dr. Colijn kan men nauwe lijks verwachten, dat hij zijn naam aan een plan zou geven, indien niet de aan zeker heid grenzende waarschijnlijkheid aanwezig is, dat de besprekingen haar doel zullen berei ken. Wat precies onder dit doel is te verstaan, is nog niet geheel duidelijk. In hoofdzaak zal het waarschijnlijk neerkomen op een poging, de abnormale protectie in enkele bietsuiker- landen tot een redelijker peil terug te bren gen en een einde te maken aan het dumpen op de vrije suikermarkt, die overigens slechts een tiende van de wereldsuikermarkt uit maakt. In ieder geval ziet men ook hier weer, hoe de verbetering in het prijspeil van suiker den grondslag zal kunnen leggen voor han delsuitbreiding en de bestrijding van econo misch nationalisme. Ook elders vallen onmiddellijk de heilzame gevolgen der prijsstijging van de grondstoffen in het oog. Wij denken aan de diverse restric tieplannen, waarvan er een, dat van koper, als gevolg van die prijsstijging reeds is opge heven, waarvan een ander, de tinrestrictie, op 100 pCt. der standaardproductie werkt en waarvan een derde, de restrictie van rubber, verwoede pogingen aanwendt, om in de sterke wereldvraag naar het product te voldoen. Op nieuw een teeken, dat stijgende grondstofprij- zen de verzachting of opheffing van feitelijk onnatuurlijke ordeningsregelen in de hand werken. Wat nu de rubberrestrictie betreft, zoo schijnt de drastische productiebeperking in de voorafgaande jaren tezamen met het plant verbod en de sterk toenemende vraag inderdaad een zeker tekort aan direct be schikbare rubber in het leven te hebben ge roepen. een omstandigheid, welke nog wordt geaccentueerd door het feit, dat het meeren- dee": der groote Brit-sche voorraden ad 73.000 ton in één enkele hand zit. Het Int. Rubber Comité tracht thans gelijk gezegd, dit tekort op alle mogelijke wijze te dekken. Een ver hooging der uitvoercontingenten voor het eerste halfjaar was practisch onmogelijk, om dat zoowel in Malakka als in Ned. Indië de meeste ondernemingen reeds thans, bij een quotum van 75 pCt., op volle capaciteit wer ken, er een nijpend gebrek aan arbeidskrach ten heerscht en ook de beschikbare scheeps- ruimte in het Verre Oosten beneden normaal is. Vandaar dat men in elk geval de quota voor het derde kwartaal reeds op 85 pCt. heeft gesteld, terwijl met kunst- en vliegwerk wordt getracht, de ondernemers en de bevolkings- produeenten tot vervroegde verschepingen te verlokken. Wij twijfelen evenwel aan het suc ces dezer pogingen en aanhet verlangde altruïsme der producenten. Zooals wij eerder opmerkten, schept de stijging der goederenprijzen tevens een atmos feer, waarin grootere kansen op stabilisatie aanwezig zijn. Indien het althans in Frankrijk tot een oplossing der financieele moeilijkhe den komt, achten wij die kansen dan ook sterk toegenomen. Frankrijk blijft echter min of meer het zorgenkind: de stijging der grond- stofprijzen is aldaar gevolgd door een stijging der kleinhandelsprijzen met ca. 20 pet., zoo dat daar feitelijk het herwonnen evenwicht weer is verstoord, Bovendien sukkelt men er nog steeds aan een onevenwichtige begroo ting, aan ernstige kasmoeilijkheden, aan een gebrek aan kapitaal-repatriatie, alles gevol gen van een al te liberale politiek van koop kracht-verhooging. De huidige pariteit van den franc is wederom in gevaar en het is de vraag, of men haar kan handhaven. Men kan er evenwel van verzekerd zijn dat de Ver. Sta ten en Engeland alles in het werk zullen stel len, om Frankrijk in zijn financieelen en mo- netairen nood bij te staan en de verleening van een nieuw pondencrediet schijnt dan ook aanstaande. Of dit evenwel duurzame uitkomst zal brengen, moet worden afgewacht. De Amsterdamsche beurs heeft haar aarze ling nog niet overwonnen. Het in het alge meen niet verder doorzetten van de stijging der goederenprijzen, de onopgeloste stakings moeilijkheden in de Ver. Staten de hoogst ernstige en millioenen dollars verslindende overstroomingsramp, het zijn allemaal facto ren, die een domper op de bedrijvigheid zet ten. Dit neemt niet weg, dat er wat Nederland betreft, enkele gunstige gebeurtenissen zijn te vermelden. In de eerste plaats het uitnemend slagen der Ned.-Indische conversieleening, waarvan het na conversie-aanmelding over blijvend kleine vrije bedrag vijftien maal is overteekend. Wij gelooven, dat hierdoor de mogelijkheid is geschapen voor een veel groo tere operatie, namelijk de conversie van de 4 pet. Ned.-Indische leeningen, waarvan op het oogenblik nog over de 900 millioen gulden uitstaat. Een tweede gunstig symptoon vormen de jaarcijfers der Rotterdamsche Bankvereeni- ging, die wederom als eerste der Nederland- sche grootbanken met haar verslag is uitge komen. De cijfers weerspiegelen een zeer aan zienlijke uitbreiding van den omzet, met name van de toevertrouwde gelden. Het feit, dat ondanks de conservatieve reserveeringspoli- tiek het dividend van 4% op 5'/2 pCt. kon worden verhoogd, bewijst, dat onze banken na een zesjarige periode van diepe depressie eindelijk het hersteltijdvak zijn binnengetre den en bewijst daardoor tevens, dat ons ge- heele economisch leven zich thans in op- waartsche lijn beweegt. P. C. voor 60 cent per week. ALLE REPARATIES VRIJ, ALLE ONDERHOUD VRIJ. ALLE SLIJTAGE VRIJ. Geen waarborgsom. 1M De Stofzuiger Centr. HAGEMAN GED. OUDE GRACHT 52 - TEL. 12762. (Adv. Ingez. Medj Oom droomde Toen Dirk Drinkwater, tien jaar geleden, als krasse zestiger in het stille Nieuwdorp was neergestreken om na een werkzaam le ven te genieten van een welverdiende rust, waren de verwachtingen van de winkeliers hoog gespannen! Immers, de oude vrijgezel scheen er warmpjes bij te zitten, en bij voorbaat wreven bakker, slager en kruidenier zich stevig de stoere handen. Goede klantjes moest je met een lantaarntje zoeken en Dirk beloofde wat! Maar al spoedig bleek, dat er hoegenaamd geen reden tot juichen geweest was. Er viel weinig aan Dirk Drinkwater te verdienen. De brave vrijgezel was uiterst zuinig. „gierig" zeiden de dorpelingen en de éénige maal in die tien jaren, dat hij eens een glas bier gedronken had in het café „De dorstige keel" had een dusdanig opzien in Nieuwdorp gebaard, dat er weken lang over niets anders werd gesproken. Toch. het moet gezegd, ontbrak het den ouden man niet aan vrienden. Daar waren de talrijke neven en nichten, die hem bij hun geregelde bezoek met cadeautjes overstelpten en die wanhopige pogingen deden oom Dirk er van te overtuigen dat hij een hemel op aarde zou kunnen hebben, als hij maar ver koos bij hen zijn intrek te nemen. Oompje luisterde altijd geduldig als neef of nicht de genoegens die hem dan te wachten stonden, in geuren en kleuren afschilderden. Denk eens aan! Van den vroegen morgen tot diep in den nacht radiomuziek, op tijd een bitter tje. vrij rooken eneen gratis abonnement op .De vroolijke vrijgezel!" Oom Dirk liet ze maar praten en knabbelde onderwijl de koekjes van nicht. Agnes of snoof met wel behagen den geur op van de pittige sigaar- tjes van neef Piet. Voorloopig kon hij echter nog best zijn boontjes doppen en dus „Nee. kinderen, misschien later Eindelijk was het dan zoover. De krasse, oude Drinkwater was min of meer hulpbehoe vend geworden en sedert eenige weken zwaai de nicht Agnes, een mager, hebzuchtig per soontje, den scepter in zijn kleine woning. Dirk kon niet ontkennen dat zij erg haar best, deed om het hem naar den zin te maken Stilletjes in zijn makkelijken stoel gezeten, sloeg hij alles gade.... Nl 1:11 li-1l: :i I. I I. i iiI Kruisweg 59 HAARLEM belast zich met de uitvoering van en verstrekt voor schotten in reke ningcourant legen onderpand van (Financieel week overzicht op aan vraag gratis ver krijgbaar.) VOORDEN-| IPOLITIERECHTER—' Welsprekendheid. Een juffrouw uit Bennetoroek had een an dere juffrouw uit die gemeente aangeklaagd wegens haar welsprekendheid, wat dan be teekent, dat de laatste juffrouw haar tong niet in bedwang had kunnen houden toen die eenmaal in beweging was geraakt bij een poging om van de eerste juffrouw geld los te krijgen Nu kwam deze juffrouw voor den rechter getuigen omtrent tijd en plaats der handeling, zoomede omtrent hetgeen haar in de''ziel had getroffen en de juffrouw bleek ock goed van de tongriem gesneden, hetgeen den rechter deed opmerken: ,,U lijkt me ook niet op uw mondje gevallen". De juffrouw weerde dit eenigszins af door te zeggen, dat het de zenuwen waren, die haar zoo spraak zaam maakten en zij anders kon zwijgen als het graf. Gaat u maar even zitten, zei de politie rechter en de juffrouw trok af naar de ge tuigenbank. maar de zenuwen kwamen hier mee niet tot rusl. want zij wipte elk oogen blik op en sprak er haar woordje tusschen. wanneer de beklaagde juffrouw iets zei, wat zii meende, dat niet recht was en aangezien zoowat alles wat die juffrouw zei volgens de andere juffrouw niet recht was. leek de juf frouw in de getuigenbank iets op een speel poppetje, dat op en neex kan wippen, Toen kwam de man van klaagster en die spande in welsprekendheid de kroon, maar hij had geen last van de zenuwen doch hield een rustig betoog, dat hiermee begon, dat hij op zekeren dag bij een kennis was gaan informeeren naar riet. waarop die kennis zei, dat hij geen riet meer had en hem ver wees naar een anderen burger. De politierechter luisterde met geduld, doch merkte op, dat de man, als hij 't over het beleedigen van zijn vrouw wilde hebben niet met zijn grootmoeder moest beginnen. De man zei. dat hij dit ook niet zou doen, maar dat riet hoorde er .bij en de rechter zette zich weer tot luisteren, De burger dan, naar .wien hij verwezen was en die de man was van de beklaagde, zou riet leveren en leverde het niet en latei- wel en toch weer niet en tenslotte wel, al thans de spraakzame getuige moest een paar gulden aan den ander betalen en hij deed dat niet en toen weer wel. althans hij gaf wat, maar toen kwam de beklaagde tusschen den handel en zei. dat ze aan dien eenen gulden niets had. Op Sinterklaasavond was haar verlangen naar vereffening van de schuld heel groot, want ze had geen cent in huis en ze trok naar de woning van den schuldenaar Nu zou zij en hiertoe kwam tenslotte de getuige hem eerst op straat hebben aangesproken en toen gezegd hebben, dat zijn vrouw een oplichtster was en nog veel meer. om dat later tegenover de vrouw te hei-halen. De beklaagde juffrouw sprak dit alles tegen Zienderoogen wist Agnes de sympathie van Haar oom te winnen; de overige neven en nichten werden hoe langer hoe meer ver waarloosd en langzamerhand had Agnes de overtuiging gekregen, dat zij van niemand meer iets te vreezen had. De erfenis was voor haar, dat stond als een paal boven water. Jammer, dat zij niet wist. hoevéél er nu eigenlijk wel te erven viel. Wel had oom Dirk zich in een zwak moment eens laten ontval len. dat hij zijn geld aan niemand zou toe vertrouwen. waaruit Agnes de logische ge volgtrekking had gemaakt, dat hij het- dus in zijn woning bewaarde, doch hoe zij ook speurde, voorshands bleef het onvindbaar. Zelfs het lostornen van de voering van oom's Dirk's pakken had geen uitkomst gebracht! Zooals het echter meer gaat in het leven, zijn wij vaak het dichtst bij het doel als wij er zelf het minst op verdacht zijn De lente had haar intrede gedaan. Een schuchter zonnetje begroette een nieuwe we reld en de vogeltjes in den tuin van oom Dirk herinnerden zich dat zij verplicht waren tot verpoozing van het menschdom hun reper toire van lustige wijsjes eens grondig in te stu deeren, Agnes was bedrijviger dan ooit en ge wapend met bezem en emmer zwoegde zij van den morgen tot den avond. De groote schoonmaak was in vollen gang. Op haar in spectietocht door het huisje bemerkte Agnes. dat het behangsel in haar slaapkamer noodig vernieuwd moest worden en even later zat zij aan 't. bed van haar oom die den laatsten tijd niet zoo goed meer ter been was. „Wat zou u er van zeggen, oom. als wij mijn slaapkamer eens opnieuw lieten behangen? Het is erg noodig, hoor!'' Dirk Drinkwater gaf geen antwoord. Ze nuwachtig beefden zijn handen boven het witte laken. Het was duidelijk, dat het voor stel hem allesbehalve welkom was. doch toen Agnes bleef aandringen, zei hij zwakjes: Nou. kind. als het niet anders kan „Ik dacht wei dat je het goed zou vinden"', zei Agnes haastig. „Ik heb al maar vast een hier zijn." behanger besteld. Over een uurtje kan hij „Wwat zeg je? Oover een uurtje al?" stotterde Drinkwater. „Ja, oom. is dat dan niet goed?" „Och eh.ja, jawel", antwoordde de oude man aarzelend. Toen greep hij opeens naar zijn hoofd. „O. Agnes". zei hij, „ik voel me niks lekker. Ik zou graag even rusten. Blijf jij dan zoo lang hier wat zitten lezen, wil je?" „Best 00111. dan ga ik even een boek halen." Toen Agnes even later in de kamer terug kwam. bleek oom Dirk a! ingeslapen. Hij had zijn slaapje dus wel erg noodig! Onrustig, en de andere juffrouw wipte in haar bank. Toen kreeg de officier het woord, hij was van meening, dat het bewijs niet geleverd was, dat de ieelijke woorden, mochten ze al gezegd zijn, rechtstreeks van de eene juf frouw naar de andere juffrouw waren ge gaan en vroeg vrijspraak. De rechter sprak vrij en de beklaagde be dankte den rechter dat deze in haar on schuld geloofde, waarop de rechter zei, dat ze dat zoo niet moest uitleggen. Het wettig bewijs was met geleverd De andere juffrouw was heel niet tevre den en hield buiten dé zaal een beschouwing omtrent de gevallen beslissing. Haar welsprekende echtgenoot deed daar het zwijgen toe. De zakkenrolster. Iemand ging in Zaandam een café binnen, waar een buffetjuffrouw was. Zoo'n buffet juffrouw hoort eigenlijk in het buffet, maar deze juffrouw strekte haar bemoeiingen uit tot aan het tafeltje van den bezoeker. Nog niet tevreden meende zij een onrlei-zoek te moeten instellen in den binnenzak van den bezoeker, waar deze, naar zij wist of ver moedde, zijn portemonnaie geborgen had en zij wist dat te doen door de aandacht van den bezoeker af te leiden. Ze wist de porte monnaie te bemachtigen en ging er mee naar het achtergebouw, maar toen had de bezoeker een helder oogenblik en hij voelde in zijn binnenzak, waar hij geen portemon naie meer vond en terstond bracht hij het verdwijnen van dit voorwerp in verband met het verdwijnen der juffrouw. Dies snelde hij naar achter en betrapte de juffrouw, die be zig was de portemonnaie te vermoffelen, maar ze toen terug gaf. De man keek er in en zag. dat er een bankbiljet van f 25 ont brak. dat hij. als begrijpelijk is, van de juf frouw terugvorderde, maar deze zwoer bij het leven van haar zoon en bij wat al niet meer. dat zij geen bankbiljet had en hield dat ook tegen de politie vol. De politie echter ging zoeken en vond het biljet in een ander café waar de juffrouw het in de tusschenbedrij- ven had weten te wisselen en zoo moest ze eindelijk wel bekennen. Ook nu bekende zij, maar ze vergoot heete tranen, beloofde beterschap en beriep zich op haar zoreelijken toestand, welke haar tot den diefstal had gebracht, maar de rechter dacht aan de vroegere bezweringen van de juffrouw en wist niet of het alles wel echt was wat zij nu demonstreerde en of zij, mocht zij er met een kleine straf afkomen, niet in haar vuistje zou lachen en denken: „Ik heb ze lekker tuk gehad". Daarom wilde de rechter geen voorwaardelijke straf geven, aangezien het een ernstie feit- betreft en ver oordeelde tot 2 weken gevangenisstraf, de officier had 3 weken geëischt. Rolmops. De Aalsmeerder jongens houden van rol mops speciaal wanneer ze 's avonds wat ge- bierd hebben. Dat is geen ongewoon ver schijnsel en men kan er vrede mee hebben, wanneer ze hun verlangen op rechtmatige wiize bevredigen. Ze deden dit aanvankelijk ook door bij den man. die de gewenschte delicatesse verkoopt, aan te bellen, maar deze sliep reeds of wilde niet komen en toen dwaalden de Aalsmeerders van den rechten weg af Ze wisten, dat in een schuur achter het huis de rolmops in voorraad was en dat een ruit van de schuur kon wegge nomen worden en daarom deden ze dit: een kroop door het gat en kwam terug met een flesch rolmops cwn 2ich gezamenlijk aan den inhoud te vergasten. De eene jongen, die nu terecht stond zijn kameraad was niet verschenen zei. dat- hij tevoren nooit op die wijze rolmops had bemachtigd, maar de eigenaar zei. dat er al meer mops uit zijn schuur was gerold en de rechter vroeg of daar in Aalsmeer een soort zwarte bende in actie was. Van een zwarte bende wou de jongen niets hooren en hij beloofde nooit meer mops te zullen stelen. De officier vroeg een week gevangenisstraf, maar de rechter wilde het nog eens probee- ren toen hij hoorde, dat er geen zwarte bende in Aalsmeer rondwaarde en gaf f 20 boete aan den verschenen beklaagde, f 25 aan den ander, want die had feitelijk de flesch we; genomen iniiiiiiiiiiiiiiiüiiüiniiMiiiiiiiiüiiii'iiiiiiiiiiiiiiiii woelde hij in zijn bed heen en weer en zacht jes prevelde hij iets in zijn slaap. Agnes schonk er geen aandacht aan en begon rustig te lezen. Doch plotseling keek zij van haar boek op en spitste de ooren. Had zij dat goed verstaan? Het was net of oom Dirk het woord .geld" fluisterde in zijn droom. Voorzichtig boog Agnes zich over den ouden, slapenden man "heen en luisterde in gespannen. Een tevreden lachje kwam over haar magere gezicht en haar oogen schit terden! „Alszijgeldmaar niet vinden..,, misschienniet goed verstopt... onder die dahlia's.bang voor dieven!" verstond zij nu duidelijk. Een wilde vreugde maakte zich van Agnes meester. Ha! Eindelijk was dan het raadsel opgelost! Eindelijk wist zij dan waar zij den schat moest zoekenin den tuin, onder de dahlia's!! Nog even luisteren. Nee. er kwam nits meer. Oom Dirk sliep nu heel rustig. Het hart bonsde Agnes in de keel. toen zij een paar seconden later op haar teenen de ka mer uitsloop en gewapend met een flinkp schop den tuin insnelde. Al moest zij een kuil van tien meter diep graven, het geld zou zij vinden, dat stond vast! Drie weken later was oom Dirk begraven. Agnes zat in het kantoor van notaris Goud?' pen en wachtte vol spanning op de dingen die komen zouden. De notaris schraapte zijn keel. nam uit een lade van zijn schrijfbureau een enveloppe en overhandigde deze aan Agnes met de woorden: „De overledene heeft verzocht deze brief da deliik te lezen." Nieuwsgierig ritste Agnes den brief open en las: Beste nicht, Je bent goed voor mij geweest, al was je niet onbaatzuchtig. Jij krijgt mijn huisje. Geld heb je zelf: het mij he is voor de armen. Laat ik je voor het laatst nog één goeden raad geven. Agnes: Geloof niet te veel in droomen. Meestal kom je dan bedrogen uit. Weet je nog wel. hoe hard je in den tuin gespit had. toen ik van mijn geld „droomde" dat onder de dahlia's verborgen was? Wat had ik je er met dien „droom" prachtig tusschen genomen, Agnes! En wat had Ik een suc ces! Eerstens had ik een mooie gelegen heid het geld dat ik notabene lil jóuw slaapkamer achter het behang verstopt had in mijn eigen kamer in veiligheid te brengen, terwijl jij zwoegde als een paard, en ten twe°de spaarde jij me nog een tuinman uit!' De grond was al in geen jaren omgespit!!!" F. SERMOS. Aanpakken. Als er iemand voor ons staat met een sta pel borden, glazen, messen, vorken e.d en de heele zaak gaat aan het wankelen en ver toont een bedenkelijke neiging om op den grond terecht te komen dandan is er maar één ding te doen: aanpakken! om te redden wat er te redden valt. Als ge aan de schoonmaak zïjt o heer lijke jaarlijksche bezoeking! en ge wilt niet gansch en al oplossen in terpentijn en boenwas en eindelooze berekeningen over een-nieuw-matje-en-zooveel-el-goTdijnstof enz, dan moet ge aanpakken om het noodza kelijke kwantum tijd over te houden, noodig voor uw moreel evenweicht. Als iemand ons gul een overschuimend glas champagne reikt, dan moeten we niet aarzelend weifelen of we het wel kunnen aannemenaanpakken! Ach hoe dikwijls staat het leven voor ons met een wankele stapel bordenmeestal vuile! Wat doen wij dan? Grijpen wij toe met vaste hand. onmiddellijk bereid tot daadwer kelijke hulp? Of wachten wij tot we ons wonden aan de om ons heen gevallen scher ven? A a npa kken Hoe dikwijls dreigen wij ten onder te gaan in eindelooze materieele beslommeringen, die onzen geest dof en onze gedachtenwisse- lina laag bij den grond maken Hoe kunnen wij ons verdiepen in zwaar wichtige beschouwingen, tot wij geen uit weg meer zien uit onze tobberijen, en En eindigend met. zuchtend en klagend over nog-niet-geschiede-onheilen, ons dagelijksch •werk te verrichten. Wij kunnen ons schijnbaar niet ontworste len aan den druk, die er op ons rust.wij „laten" ons levenons Initiatief is mors dood Aanpakken....! heet hier de remedie. En als ons in het leven een gulle kans wordt gebodendan moeten we niet wan kelmoedig wikken en wekenwij moeten leeren blijmoedig durven met alle kracht, die in ons is. met ons beste weten en kunnen, met een mooi sterk zelfvertrouwen: het moet. het zal goed gaan! Aanpakken! Er zijn van die menschen. van die heer lijke zegenrijke naturen vroolijk, vol homor, nobele plichtsgetrouwe harde werkers, wier streven is zorgen en helpen. Het zijn menschen met een onverwoest bare energie, die middenin het volle leven staan, hecht en sterk tegen alle stroomen in. Het zijn menschen aan wie de slagen van het noodlot geenszins voorbijgaan, doch de spankracht van hun veerkrachtige ziel doet hen zich oprichten, telkens opnieuw na iedere versche beproeving. Zij koesteren hun leed en hun smart niet. Aanpakken. Aanpakken is synoniem met- bereid zijn, met leven voor anderen. Voor hen. die de toewijding als een kostbaar kleinood, in zich mee dragen.... voor hen bestaat geen on dergang zij behoeven voor geen enkele toekomst bevreesd te zijn. Zij vinden op hun levenspad overal iets te helpen, iets recht te zetten en te steunen; zij zijn overal welkom, overal bruikbaar, overal op hun plaats. Zij weten niet van aarzelen en van dralen. Doe wel en zie niet om: aanpakken! De wet der zelfwerkzaamheid leert ons, dat we groeien door doen: door het machtigste opvoedingsmiddel, de daad naderen wij de vervolmaking van ons wezen. De daad is: de bereikte werkelijkheid, het culminatiepunt, het vervulde woord. Uit ons denken groeit het woord, dat de verzlnlijking is van de gedachte. Even innerlijk verwant als de gedachte en het woord, zijn bet woord en de daad. De Daad is de kristalliseering van het woord, de uiting, het eindpunt, het resultaat van een logisch proces. Leven, denken, spreken, doen is een aan eengeschakelde keten van logisch uit elkaar voortvloeiende werkingen. Geen dezer vier werkingen alleen op zichzelf, en uit het ver band van saamhoorigheid gelicht, vermag ons leven tot een harmonisch geheel op te bouwen. Noch het vegeteerend bestaan zonder meer, noc'h het denken en spreken, dat geen hoog tepunt bereikt in de vervulling van de Daad, noch het rustelooze doen zonder de bezon kenheid der gedachte vermag den mensch op den duur bevrediging te schenken. Leven, denken, spreken, doen De Daad als werkelijkheidsfactor is het eindpunt van de reeks. Het Leven is ons gegeven als voorbereiding tot het Doel, het denken en spreken als voorbereiding tot de Daad. Met praten en filosofeeren alleen is nog nooit iets bereikt. Het geeft niet of we al praten over de maatschappelijke toestanden zooals die be hoorden te zijn, over den nood die gelenigd moet wordenover de onwetenden die in gelicht, over de dwalenden die geleid, de mislukten die gered en de kranken die gene zen moeten worden Zonder de Daad als sluitsteen van het fraai opgetrokken gebouw van onze goede voornemens en edele gedachten hebben onze welgemeende, bezield klinkende woorden niet meer waarde dan ijle rook. die vervliegt. En daarom is het wachtwoord van hen die in den grooten levensstrijd in de voorste li nie vechten ten allen tijde geweest: Aan pakken. AMY GROSKAMP-TEN HAVE. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Inlichtingen over gevonden voorwerpen aan het bureau van Politie Smedestraat uit sluitend tusschen 11 en 13 uur. Terug te krijgen bij: Handschoenen en ceinturen, muilband, rij wielplaatje. damesschoen. Politiebureau, Smedestraat: bril. Kobus, Spaarnhoven- straat 101; broche, Molenkamp, Kerkweg 37, Santpoort: bal, Leenaart. Fabriciusstraat 8: duimstok. Filipsen. Zomervaart 12a: doD van rijwielbei, Coefee. Lange Heerenstraat 42zw., hond. v. Leeuwen. Indisohestraat 68; idem, Baruch, Sterreboschstraat 68: zaklantaarn, v. Looy, Gen, Bothastraat 128; portemon naie met inhoud, Louwe. Adr. Loosjesstraat 21; idem, Heijselaar. Schermerstraat 13 zw.; idem. Oldenburg. Tetterodestraat 24: rozen krans in portemonnaie, v. d. Ham. God. Raamgracht 26; rijwielplaatje, Quivooy, Oudeweg 179: idem. v. Dotekum. Heerensin gel 71 A: heerenring. Bisschop, Parklaan 93; damesschoen. Rosbach, Donkere Spaarne 50 rd.; kinderschoentje. Timmer Santnoor- terstraat 29: sjaal. Baars. Hofdijkolein 1; actontasch, Schoonebeek. Overtonstraat, 5; dekzeil, Vergunst, Anjelierstraat 17.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9