Het Geluk ligt in de Sneeuw Het eerste Duitsche doelpunt wordt gescoord in den wedstrijd Duitschland— Nederland te Düsseldorf De zitting van den Duitschen Rijksdag te Berlijn. Een snapshot tijdens de rede yan Adolf Hitler Een seizoenambacht, dat, door het invallen der dooi, van korten duur bleek te zijn Zelfs op een stand beeld hadden kijk- lustigen zich een plaatsje gezocht, teneinde den landenwedstrijd Duitschland Nederland te Düs seldorf te kunnen gadeslaan De Hollandsche verdediging in actie tijdens een der aanvallen van het Duitsche team in den wedstrijd te Düsseldorf Het ongeluk van het Belgisch vliegtuig nabij Oran kostte de elf inzittenden het leven. De wrakstukken van het toestel op de plaats des onheils Het Belgische koppel Billiet De Kuischer, dat den wieler wedstrijd, de .Nacht van Rotterdam" in de Nenytohallen won, na zijn zege gereed voor het rijden van de eere ronde FEUILLETON Een Wintersportroman. van PETER KRAYENBÜHL. (Nadruk verboden.) 37) Hier zijn voetsporenEen paar stap pen maar, dan houden zij op. De dief is dicht langs den muur, waar geen sneeuw ligt. verder gegaan. Laat mij uw schoenen eens zien, Die ter.... pardon, meneer Prausnitz Alstublieft, meneer Lersnerzegt Die ter, die plotseling een bijzondere sympathie voelt voor den man, die hier het onderzoek te gen hem leidt. Neen, dat zijn uw skielaarzen niet.... Ziet u wel, baron, vergelijkt u maarDat moet een smalle voet zijn geweest, zonder schoe nen, waarschijnlijk in wollen sokken. U kunt den bal en de hiel duidelijk zien. Girsholm en Lersner keer en in de kamer terug. Dat is een vervelende geschiedenis me vrouw, zeer vervelend zelfs, ook voor u, me neer Prausnitz. U hebt een zeer ernstige ver denking op u geladen. Dat is helaas waar, meneer Lersner, neemt nu mr. Arlen het woord, maar des ondanks wensch ik er met nadruk op te wij zen, dat ik, evenmin als mijn dochter, aan de schuld van dezen jongeman geloof. Tot een dergelijke lafhartige diefstal acht ik hem niet in staat Ik deel uw meening volkomen mr. Arlen, haast Lersner zich den Engelschman bij te yallen, en ik wil wel onmiddellijk erkennen. dat ik er precies zoo over denk. Maar we mo gen desondanks de feiten niet verdoezelen: meneer Prausnitz bevond zich in de kamer van mevrouw achter de portières van de ver andadeur en voor zijn voeten lag de leege casetteDat is nu eenmaal zoo geweest Ongetwijfeld, meneer Lersner, mengt nu Grace zich onverwacht in het gesprek, maar ik zal nooit toestaan, dat u Dietor met de politie lastig valtWees u niet boos, Pap. verontschuldigt ze zich bij een onge duldige beweging van haar vader, ik zal dat nooit of te nimmer toestaan! Dat zou ook geheel tegen mijn plannen indruischen, antwoordt Lersner. Ik zou in tegendeel juist om uw hulp willen verzoe ken, ten einde de politie er buiten te kunnen laten. Het is dat wil ik eerlijk toegeven in het belang van het hotel de zaak zoo dis creet mogelijk te behandelen. Overigens mevrouw, kan ik u het verwijt niet besparen, dat u verzuimd hebt, uw sieraden ter bewa ring in de safe af te geven. Wij zijn natuur lijk ook tegen diefstallen als deze verzekerd, maar niet tot schadevergoeding verplicht. U hebt de daarvoor geldende bepalingen bij uw aankomst in het hotel onderteekend Maar meneer, dat is tochIk heb hier tenslotte mijn intrek genomen in vol ver trouwen op de reputatie van uw hotel Orn die reputatie niet onnoodig in ge vaar te brengen, hebben wij een safe laten bouwen, mevrouw. Ik ben niet bevoegd de eerlijkheid en de betrouwbaarheid van mijn gasten in twijfel te trekken, zoolang deze hun rekening betalen. Bedriegers vindt men nu eenmaal in alle lagen der maatschappij Laten we deze onverkwikkelijke dis cussie sluiten, aLs ik u verzoeken mag, meneer Lersner. zegt mr. Arlen met een kalmeerend handgebaar. Ik acht het hotel niet verant woordelijk voor deze diefstal en zal mijn vrouw zelf schadeloos weten te stellen. Je kunt me den Amicus toch niet vergoe den, zegt mevrouw Arlen, bijna schreiend. Dat jLs in ieder geval te probeeren, meent mr. Arlen. Maar wat kunnen we nu verder doen, meneer Lersner? Mijn huis is vol gasten; een groot deel daarvan is uit andere hotels naar hier geko men in verband met het balmasqué. Ik kan onmogelijk iedereen afzonderlijk laten fouil- leeren zonder den naam van mijn hotel in op spraak te brengen. Geeft u mij een oogenblik tijd om er over na te denkenu kunt er van opaan, dat ik, voor zoover de omstandigheden dat toelaten, al het mogelijke zal doen om de zaak tot een goed einde te brengen Dat is goed, maar wat gebeurt er met hem? vraagt mr. Arlen, op Dieter wijzend, die als uit steen gehouwen tegen den muur leunt. Meneer Prausnitz neemt zoolang hier een kamer, die ik hem zal aanwijzen en die hij zonder mijn toestemming niet mag ver laten Daar ga ik mee accoord, meneer Lersner, stemt Dieter zonder aarzelen toe. Voorloopig is dan de zaak daarmee afge daanIk hoop er spoedig wat meer licht in te kunnen brengen. U alleen mag ik in het belang van het verdere onderzoek, zeker wel om de strengste geheimhouding verzoeken, besluit Lersner het onderhoud. Men gaat uiteen, Dieter en Lersner voorop. Het loopt tegen twaalven, beneden bereikt het gemaskerd bal zijn hoogtepunt. Brigitte brengt opheldering. Na slechts enkele uren rust op de lederen sofa in zijn bureau, zit Lersner alweer achter zijn schrijftafel, bladerend in een stapel oude papieren. Een heimelijke onrust heeft hem uit de slaap gehouden; het is niet alleen die pijnlijke geschiedenis met den „Amicus" van de onvoorzichtige mrs. Arlen. neen voorna melijk is het Dieter Prausnitz. waarmee zijn gedachten zich bezig te houden al koestert hij persoonlijk ook niet de minste verdenking je gens den jongen skieleeraar uit Kaiserhof. Nu heeft Lersner hem^ alsv onvrtygrilhgen gast in zijn hotel; hij behoeft slechts drie trappen op te klimmen om met heb te kunnen spreken hem te kunnen vragen, wat hij op het hart heeft maar een zekere schroom houdt den ervaren, man daarvan terug Bij een vluchtigc-n blik op het klokje naast hem, dat zes uou- aanwijst, valt zijn oog op een couvert, dat met de achterzijde boven op een pak brieven ligt, hetwelk den vorigen avond ongeopend is gebleven. .,Den heer Lersner. Met vriendelijk ver zoek om doorzending naar Dieter Prausnitz!" leest hij de door een vrouwenhand geschreven regels. Lersner neemt den brief op; een twee de ligt er onder: „Den heer Lersner. Met vriendelijk verzoek om doorzending aan miss Arlen Lersner glimlachtWaarschijnlijk heeft een der bedienden beide brieven hier neerge legd. Hij opent de enveloppen. In beiden is een tweede brief geschoven, die niet ge sloten is. Grace en Dieter wenschen, zoolang de situatie niet is opgehelderd, voor Lersner niets geheim te houden; zij gevén blijk hem ten volle te vertrouwen en dat doet hem ple zier. Eerst wil hij de brieven ongelezen door geven, maar dan bedenkt hij zich: zeker is zeker en wat hem niet aangaat, zal hij graag weer spoedig vergeten. Van Grace aan Die ter: „Lieve Dieter, ik ben een domme koe geweest, dat zie ik nu in. Als ik je rustig in Kaiserhof had laten zitten, zooals je wenschte, dan zou je nu niet in deze el lendige zaak betrokken zijn geraakt. Dat valt niet te ontkennen en als je woedtad op me bent, heb je volkomen gelijk. Ik zou mezelf wel een flink pak slaag kun- nen geven. Maar je zult me wel willen gelooven. Dieter, als ik je zeg, dat ik door deze kwestie weer iets geleerd heb en wat wijzer ben geworden. Wees er van over tuigd, dat ik je niet in de steek zal laten, hot aütfi ook j&g aflpgaap, Ik aal d«t allen ook toonen door mijn kamer niet 1» verlaten, zoolang jij daar opgesloten zit. Lieve Dieter, wees niet al te boos pp me. Ik houd zoo verschrikkelijk veel van Je. Je Grace". P.S. Ik zit er maar over te piekeren c4 en wien ik iets van moedert >rAmicus" heb verteld In zijn linkerhand houdt Lersner den brtefi van Dieter aan Grase, dien hij nu even eens doorleest: „Lieve Grace. Je zult er natuurlijs over zitten tobben, dat jij het was, dtej me naar het bal-masqué haalde, wat ik; juist had willen vermijden. Verwijt Je zelf' echter niet al te veel, Grace. Ik ben tn het; geheel niet boos op je, integendeel, ten-' slotte heeft het ook zijn goede zijde, dat ik in deze affaire geraakt ben. Het heeft' me een duw gegeven, ik ben er wakker1 door geworden en ik weet nu, dat ifcj eigenlijk maar een dwaas ventje ben en! zeldzaam eigenwijs bovendien. Als dat vesj andert, heb jij er aan meegeholpen en tej er voor mij dus slechts reden om je dank-j baar te zijn. Lieve Grace, laat me rrai verder maar alleen en bezoek me niet.. Met hartelijke groeten Je Dieter." Een oogenblik staart Lersner petnaeoö; voor zich uit. Vooral Dieter's brief heeft hean' diep getroffen en opnieuw glijden zijn oog»n< op 't ietwat strenge, maar jeugdig-openhaar-1 tige schrift. (Wordt wwrolgitt;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 8