Finland kiest een nieuwen President. JONGENSBOEKEN ZATERDAG 13 FEBRUARI 1937 H A A R L E M'S DAGBEAD Een kwestie van Europeesch belang. Sfahlberg, de liberale democraat. De Finsche journalist Vainö schrijft naar aanleiding van de Presidentsverkiezingen, welke Maandag zullen worden gehouden, een interessant artikel over poli tieke verhoudingen in Finland, waarvan de grondwet veel over eenkomst met de onze vertoont. Het wanne pleidooi voor den liberalen candidaat Stahlberg blijft natuurlijk voor rekening-van den schrijver. Red. De Finsche staatspresident heeft door zijn recht van veto aanzienlijk meer macht, de wetgeving te beïn vloeden, dan de meeste andere repu- blikeinsche staatshoofden en zelfs vele monarchen. Hij is niet slechts een representa tieve figuur, doch heeft integendeel de bevoegdheid om volkomen zelf standig de ibinnenlanclsche aangele genheden te regelen en ook de bui- tenlandsche politiek naar zijn inzich ten te voeren. Voordat een door den Finschen Rijksdag aangenomen wet of besluit rechtsgeldigheid krijgt, meet de president er zijn goedkeu ring aan hechten, In dit opzicht is zijn po sitie dus te vergelijken, met die van onze Koningin. De presidenten, die Finland tot nu toe gehad heeft, hebben reeds herhaaldelijk van dit veto-recht gebruik gemaakt. Bovendien kan de president, wanneer hij dat noodig oordeelt, den Rijksdag ontbin den en nieuwe verkiezingen laten houden en zelfs in bepaald gevallen een bizonderen Rijksdag bijeenroepen. Tenslotte is Finland's opperbevel hebben van het leger, in welke hoedanigheid hij de benoeming en bevor- tioneele liberaal is een democraat in den edelsten zin des woörds, een karaktervaste persoonlijkheid en een hoogbeschaafd cul- tuurmensch. Hij is een man, die zich niet met ge vaarlijke politieke experimenten inlaat, doch rusteloos en onvermoeibaar een scherp om lijnd democratisch program nastreeft, waar bij hij zich steeds een feilen tegenstander van doodstraf en fascisme toonde. P. E. Svinhufvud. Sering der officieren regelt, terwijl hoog leeraren en hoogere ambtenaren door hem persoonlijk worden benoemd. Door deze ^zelfstandigheid en groote vrij heid van handelen van den president, krijgt de aanstaande verkiezing wel een zeer bi- zondere beteeikenis. De verkiezing. Finland's president wor.dt dus gekozen door een college, van driehonderd kiesmannen 'hier is dus een overeenkomst met het Ameri- kaansche stelsel die in een bijzondere ver kiezing door het geheele volk gekozen wor den. Onder voorzitterschap van den mi nister-president-, kiest dit college dan vier weken later den staatspresident. Deze stem ming is geheim en er mag hoogstens driemaal gestemd worden. Deze stemmingen moeten on middellijk na elkaar plaats vinden. Bij de eerste of tweede stemming Wordt die candidaat gekozen, die de absolute meerder heid dus 151 stemmen weet te beha len. Is dit niet geschiedt, dan wordt de derde verkiezing gehouden tusschen die twee candidaten, die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich kregen, waarbij dan een eenvoudige meerderheid voldoende is. Mochten de stemmen staken, dan beslist het lot. Door deze verschillende stemmingen, rust op de kiesmannen een groote verantwoorde lijkheid, omdat zij bij de voorverkiezingen soms op candidaten moeten stemmen, die een deel van hun kiezers niet gekozen zou heb ben. Bovendien wordt vaak tusschen de' ver schillende stemmingen nog een geheel nieu we candidaat naar voren gebracht. Het kiescollege. Bij de verkiezingen van 15 en 16 Januari j.l. werd het kiescollege als volgt samenge steld: Rechtspartij (voor Svinhufvud) 66 mandaten IKL, nationaal-socialisten (voor Svinhufvud) 16 Agragiërs (voor Kallo) 56 Liberalen (voor Stahlberg) 36 Sociaal-democraten (voorTanner) 96 Zweedsche volkspartij (ged. voor Svinhufvud) 26 M Zweedsche linkervleugel voor Stahlberg) 2 298 mandaten. Bij deze samenstelling zal geen der can didaten bij de eerste stemming een absolute meerderheid kunnen behalen. Door de bij zondere politieke verhoudingen in Finland, heeft ook ditmaal de sociaal-democraat geen kans. Toch is het van veel belang hoe de so ciaal-democraten zullen stemmen, nl. op den agrariër Kallo. dan wel op den liberalen candidaat Stahlberg. In het eerste geval heeft Kallo reeds de absolute meerderheid. Het is echter ook mogelijk, dat de agrariërs met de liberalen en de sociaal-democraten samen een blok tegen Svinhufvud zullen vor men. K. J. Stahlberg. In de huidige situatie, nu Finland politiek sterk op het nationaal-socialistische Duitsch- land georiënteerd is. en op punt staat, zich in een gevaarlijk politiek avontuur te stor ten. is K. J. Stahlberg de aangewezen man. om de belangen van Finland in vreedzame de mocratische banen te leiden. Deze constitu- K. J. Stahlberg. Reeds tijdens Stahlberg's eerste president schap bleek, dat zijn eerlijk en open karakter borg is voor een duidelijke binnen- en buitenlandsche politiek, wat thans vooral van belang is in verband met Finland's positie tegenover Rusland en Scan dinavië. Geen roekeloos avontuur, maar een po litiek van wederzijdsche waardeering en samenwerking met de natuurlijke Ooster en Westerburen. Een onverbloemde en duide lijke politiek, die een open oog heeft voor de belangen en de sociale verbetering van dit, in dat opzicht meer dan achterlijke land. In dit verband gezien, is de beslissing, die op den vijftienden Februari zal vallen, van groote beteekenis. Niet alleen voor Finland, doch voor geheel Europa. Want Finland's houding tegenover Duitsehland en Rusland kan grooten invloed hebben op het behoud van den vrede in Europa. Vainö. FEDERATIE VAN BOUWVAKARBEIDERS VRAAGT GELD VAN GEMEENTE TERUG. Het bestuur der Landelijke Federatie van Bouwvakarbeiders in Nederland, te Amster dam. heeft zich tot den Gemeenteraad van Haarlem gewend met een adres, waarin een bedrag van f 338.20 terug wordt gevraagd. In het adres wordt medegedeeld, dat geruimen tijd geleden de voormalige penningméêster der afdeeling Haarlem van bovengenoemde Fede ratie, zonder daartoe ooit machtiging of op dracht van gemeld bestuur te hebben gekre gen of gevraagd, ook de administratie waar nam voor een andere Federatie, ten behoeve ven een lid dier Federatie te Haarlem wonen de, doch te IJmuiden georganiseerd. Bedoelde penningmeester heeft bij laatstgenoemde werkzaamheden ten nadeele van de gemeente Haarlem fraude gepleegd met de door haar verstrekte steungelden. B. en W. hebben daarna, de geleden schade stellende op f 338.20, van de Landelijke Fede ratie van Bouwvakarbeiders, genoemd bedrag teruggeëischt. Bij niet-voldoen hieraan, zou uitschakeling van de afdeeling volgen, als er kend tusschenpersoon voor de werklooze ge steunde leden dier afdeeling. In het belang der werklöoze leden heeft de Federatie toen, onder protest, aan den eisch van B. en W. voldaan, doch zij vraagt thans het gestorte bedrag terug. Aan het adres is een uitvoerige toelichting toegevoegd, waarin o.m. wordt gezegd, dat nooit* aan adressant is medegedeeld, waarom juist de Federatie van Bouwvakarbeiders aan sprakelijk is gesteld in dezen en dat die aan sprakelijkstelling volkomen willekeurig moet worden geacht. Een paar keer, aldus lezen wij verder in de toelichting, heeft een onderhoud-met den be trokken wethouder plaats gehad, doch daarbij werden geen inlichtingen gegeven omtrent de motiveering van het standpunt van B. en W. in deze kwestie. Voorts wordt er de aandacht op gevestigd, dat de Federatie niet den min sten invloed heeft kunnen uitoefenen op het ontstaan der schade, waarvoor B. en W. haar aansprakelijk heeft gesteld. Van het feit. dat de in het adres bedoelde ex-afdeelingspenning- meester ook werkzaamheden verrichtte voor een of meer andere organisaties, was aan de Federatie niets bekend. Wèl was dit bekend kón het althans zijn bij de betreffende ge meentelijke instantie (s>, belast met de steun- verleening aan werklooze arbeiders. Het luchtgevaar dreigt Nederland moet een achterstand inhalen. Voor het departement Haarlem, van de Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel, hield de heer J. H. van Riesen. adjunct-in specteur voor de bescherming van de bevolking tegen luchtaanvallen, uit 's Gravenhage, gisteravond een cau serie over de „Algemeene Beginselen van luchtbescherming", waarin hij betoogde, dat Nederland op dit gebied een grooten achterstand heeft in te halen, en de organisatie van de lucht bescherming dringend' gewenscht is. Het luchtwapen, aldus de heer van Riesen, is de lange arm. die ver over de grenzen en fronten reikt. Dit blijkt wel hieruit, dat een modern bombardementsvliegtuig, met een maximum snelheid van 380 K.mT en een ac tie-radius van 2000 KM. een gewicht van 1000 K.G. aan bommen kan meevoeren. Houden we hierbij rekening met de geringe breedte en diepte van ons land, dan blijkt wel, dat geheel Nederland „aan het lucht- front" staat, en een eventueele vijand zon der de minste moeite op elk punt zijn verderf brengende bommen kan uitstrooien. Hiertegen zijn slechts twee maatregelen, n.l. de militaire verdediging, welke dus op het terrein van de militaire autoriteiten ligt en de burgerlijke luchtbescherming, waaraan de bevolking zelf actief moet deelnemen. Deze twee maatregelen moeten samengaan, daar zij ieder voor zich weinig kunnen uitrichten en dus weinig waarde zouden hebben. Spr. gaf vervolgens een overzicht van de luchtbeschermingsmaatregelen sinds 1931. Aanvankelijk was het verzet daartegen groot. Dit veranderde pas in 1933. Toen spitsten de internationale verhoudingen zich toe. en de belangstelling werd grooter. In verschillende plaatsen werden toen oefeningen gehouden. Hieraan namen hoe langer hoe meer de groote lagen van de bevolking deel. De luchtbeschermingswet kwam in 1936 tot stand. Deze laat nog' veel aan het particu lier initiatief over. Toch -werden enkele richt lijnen aangegeven. Belangrijk was, dat een indeeling in ge- varenklassen werd gemaakt. De groote cen tra van bevolking en nijverheid loopen het meeste gevaar. Het groote verschil tusschen combattanten en non-combattanten is ver dwenen, de geheele bevolking wordt bij een luchtaanval bedreigd. De luchtbeschermingswet vormt de basis voor de luchtbescherming. Wil men echter iets bereiken, dan moet ook de burgerbevol king medewerken. Een goede stimulans, al dus spr., kunnen de particuliere luchtbe- schermingsvereenigïngen uitoefenen. In den laatsten tijd neemt de belangstelling dan ook toe. Ei- moet, om de beschermingsmaatregelen doeltreffend te doen zijn, een centrale figuur zijn. Daarvoor wijst de wet de burgemeesters aan. Een moeilijkheid is echter, een afdoend systeem tot waarschuwing van de bevolking, te organiseeren. Hiervoor is een luchtwacht dienst, met waarnemingsposten aan de gren zen, ingesteld. Voor de grensgemeenten zijn deze posten echter onvoldoende. Deze moeten een eigen waarschuwingsdienst organiseeren. want de melding van luchtgevaar is het tee- ken voor de bevolking, om maatregelen te treffen om de gevolgen van een aanval te beperken. Wanneer het bombardement eenmaal is in gezet, is het noodig. de bevolking door ver schillende ploeger, ter zijde te staan. Daar door wordt het vertrouwen van de bevolking gesterkt, volgens spr. Wat in het groot door de gemeenten wordt gedaan, moet in het klein in het gezin ge schieden. Een middel om de bevolking hier van te overtuigen, is het houden van lucht beschermingsoefeningen. Verder zullen er volgens de Luchtbescher mingswet, onder bepaalde gebouwen vlucht- kelders worden aangebracht, waar de bevol king in oogenblikken van gevaar een veilig onderdak kan vinden. Het i.s van belang, het den aanvaller moei lijk te maken, de kwetsbare punten te vinden, door overdag die doelen te maskeeren, wat echter meer op het terrein van de lucht verdediging ligt en door bij duisternis de lichtbronnen af te schermen. De overheid heeft de taak, de bevolking bij dit alles voor te lichten. De bevolking heeft die leidmg bitter noodig-. want hoewel de maatregelen over het algemeen heel een voudig zijn, ontbreekt de ervaring. In groote trekken schetste spr.. welke maat regelen bij een aanval door de gemeente genomen zullen moeten worden, waarbij alle diensten moeten worden ingeschakeld. Na de pauze behandelde spr. de verdere be schermingsmaatregelen. in het bijzonder voor verschillende bedrijven. Die bedrijven welke door hun productie zelf een object voor een vijandelijken aanval vormen, loopen na tuurlijk het meeste gevaar. De verschillende bedrijven moeten worden ingeschakeld in het algemeene beschermingsplan van de ge meente, waarin zij gelegen zijn. De maatrege len moeten zich bovendien aanpassen aan het bedrijf. Spr. gaf voor verschillende be- drijftypen enkele algemeene richtlijnen aan, welke echter uiteraard sterk uiteenloopen. Tenslotte zeide spr. in zijn slotwoord, er van overtuigd te zijn, dat de luchtbescherming geen afdoende beveiliging geeft, doch wan neer slechts een deel van het groote leed, dat een luchtaanval veroorzaakt, verzacht zal kunnen worden, is het werk reeds ruimschoots beloond. Er was voor deze causerie, waarin eigen lijk weinig nieuwe gezichtspunten naar vo ren kwamen, groote belangstelling van de zijde der gemeentelijke autoriteiten. Zoo wa ren er burgemeester of andere vertegenwoor digers van de gemeenten Haarlemmermeer. Bennebroek, Heemstede, Bloemendaal. Velsen Beverwijk en Haarlem. (IIN/T IN ItTTtKtN^j HET TOONEEL HET MASKER. Gezicht op de haven van de Catalaansche hoofdstad Barcelona, die dezer dagen door een kruiser der Spaansche Nationalisten zwaar beschoten werd. HET NEST. Ook hier had „Het Nest", het zoo char mante van Weenschen geest doortrokken blijspel van den Tsjech Edmond Konrad een verheugend groot succes. Onze Stadsschouw burg was gisteren voor een vrije voorstelling ongewoon vol en het publiek heeft op over tuigende wijze getoond, hoe zeer het deze voortreffelijke opvoering van Het Masker op prijs stelde. Aan het slot nam het applaus den vorm van een ovatie aan en moest het doek wel achtmaal omhoog. Het is voor een actrice altijd een mijlpaal in haar leven voor het eerst een grootmoeder rol te moeten spelen, maar het lijkt mij wel zeker, dat het Magda Janssens allerminst strijd heeft gekost deze Anna B'erger te creëeren, te meer niet, omdat zij gelukkig nog lang niet tot dit soort rollen toe is. Maar welk een openbaring is voor ons allen haar spel in Het Nest. Met welk een lichten, fijnen toets, en tegelijk met welk een warmte speelt zij deze grootmoeder, die voor ieder haar vleugels openspreidt. Ik woonde giste ren de voorstelling na de pauze verreweg het meest boeiende deel van het stuk bij en was bijna nog meer enthousiast over dit zoo zuiver-menschelijk. prachtige spel van Magda Janssens dan bij de première. Ik durf dit de mooiste en zeker de innigste rol van Magda Janssens na Royaards' tijd te noe men. Deze werkelijk groot gespeelde Anna Berger opent mooie perspectieven voor de toekomst van ons tooneel. waarbij het ge brek aan goede moederrollen langzamerhand beangstigend gaat worden. Voor Magda Janssens was het groote succes van den avond, waarin overigens allen van het- gezelschap in het bijzonder Ank van der Moer als de zoo frisch, jong en tempe ramentvol gespeelde figuur van Wera deelden. Na mijn kritiek over Het Nest in ons blad van 1 Februari, behoef ik thans niet meer over stuk en spel te schrijven. Het was een mooie tooneelavond gisteren en het verheugt mij te kunnen meedeeelen, dat Het Masker zeer waarschijnlijk nog eens in dit seizoen met Het Nest naar Haarlem terug zal komen J^B. SCHUIL. Tli. Joh. de Groot De Zwarte Zeeroover (uitg. Gebr. Kluitman Alkmaar) De held van mijn jongensjaren was Michiel Adr. de Ruyter. Een kwajongen, die op een toren klom en later onze eerste admiraal werd, dat moest wel tot mijn kinderfantasie spreken. Ik „verslond" gewoon boeken over Vlissinger Michiel en zeeverhalen uit onze gouden eeuw. Het was vooral de romantiek van het zeemansleven uit dien tijd, welke mij aantrok. Ik weet, dat er in dezen pacifistischen tijd een streven is, om de jeugd andere lectuur te geven en bij haar belangstelling te wekken voor ander soort helden dan de Ruyter en Tromp. Toch geloof ik, dat men de zucht naai de romantiek bij de jeugd nooit geheel kan onderdrukken en dat vele jongens altijd weer met graagte naar verhalen uit het zeeleven van de mannen der 17e eeuw zullen grijpen. Daarom vermoed ik ook, dat De zwarte Zee roover" van Th. Joh. de Groot vele lezers zal vinden en zoo kwaad lijkt mij dat in dit geval niet. want zij zullen er ook de keerzijden van de medaille door leeren kennen. Het was voor de zeelui uit de gouden eeuw nu niet alles rozengeur en maneschijn en het gevaar om door zeeroovers ingepikt te worden en als slaven aan de wreede en meedoogenlooze Arabieren verkocht te worden, was niet ge ring.. De heer de Groot nu vertelt van het leven aan boord van zoo'n zeerooversschip „De zwarte Arend", op welk schip een Holland- sche zeejongen in het begin der 17de eeuw- terecht komt. Romantiek zit er in zijn boek genoeg maar de jeugdige lezers het ver haal is bestemd voor oudere jongens zul len er uit leeren, dat het leven aan boord van z-oo'n schip met al zijn ontberingen nu niet bepaald 'n pretje was. De schrijver ver telt er levendig en voor jongens ook zeker boeiend van. De eerste helft van zijn boek is beter dan het tweede deel, waarin hij beschrijft, hoe de held van het verhaal bij Jan Pieterszoon Coen terecht komt en medehelpt Jacatra te veroveren. Door dat tweede deel toch vliegt hij met zevenmijlslaarzen heen. Het is of de belangstelling voor zijn verhaal verdwenen is, zoodra De Zwarte Arend is weggevaren en de schrijver maakt er zich dan ook wel wat al te vlug af. Maar over het leven tusschen de ruwe zeeroovers vertelt hij interessant, al is het dan ook niet altijd opwekkende lectuur. Het is eens iets anders dan het leven aan boord tusschen onze Hollandsche zeehelden, maar het zal zeker met even veel graagte door jongens, die van het avontuur en het zeemansleven houden, gelezen worden Frank van Duin. Harry Wils. Radio-Omroeper-Rcporter. (Uitg. H. Meulenhoff, Amsterdam.) De heer Frank van Duin moet iemand zijn die met de omroepwereld van zeer nabij be kend is. Het lijkt mij wel zeker, dat hij in nauwe betrekking staat met een onzer Ne derlandsche Omroepvereenigingen en zijn boek maakt sterk den indruk al zegt de schrijver dan ook aan het slot, dat de Rova, waaraan Harry Wils als „omroeper-reporter" verbonden is, geen bepaalde omroepvereeni- ging is en dat alle personen in zijn boek „purely fiction" of te wel louter fantasie zijn dat veel erin door den auteur zelf beleefd is. Hoe dan ook. fantasie of geen fantasie, dit verhaal geeft qua litteratuur een brok wer kelijkheid, wat wij van jongensboeken maar zelden kunnen zeggen. Tijdens het lezen van dit boek vooral van de tweede helft rees bij ons zelfs nu en dan de vraag: is dit eigenlijk wel een jongens boek? In ieder geval zullen ook vele ouderen, die gaarne eens wat meer willen weten van de „cuisine" van een omroepvereeniging, dit I boek met genoegen lezen. Frank van Duin geeft een kijkje achter de schermen van diel voor vele radio-luisteraars interessante we reld van een omroepvereeniging en haar me dewerkers. Hij vertelt op vlotte, dikwijls amu sante wijze van de uitzendingen in de studio's en van de radio-reportage en haar moeilijk heden. Van Duin wat wel een pseudoniem zal zijn zoekt het niet in romantische avon turen. overtuigd als hij is, dat de stof van zijn boek reeds belangwekkend genoeg is en vol avontuur. Dit verhaal is op zich zelf feitelijk niets dan reportage en omdat het onderwerp velen zal boeien, daarom reeds interessant. Het beste dee! van dit boek is wel het hoofdstuk, waarin Frank van Duin vertelt van de radio-repor tage in het circus Loser, waarbij hij de gele genheid om het romantische leven der circus- artisten kleurrijk en met humor te belichten, niet iaat voorbijgaan. Humoristisch zonder zoeakoope grappigheid en levendig is ook het hoofdstuk, waarin hij vertelt van een dilettantenvoorstelling in een Noord-Hol- landsch dorp. Hij geeft daarbij bovendien een kijkje op de nuchtere zakelijkheid van een omroepvereeniging, welke heel zuiver en raak genoemd mag worden. Een frisch, prettig leesbaar boek, dat ook om het milieu, waarin het speelt, zijn weg wel zal vinden. Want hoe veel jongens en ook hoeveel ouderen willen niet graag iets meer weten van die geheimzinnige wereld der stu dio's, van waaruit de radio-programma's worden uitgezonden. J. B. SCHUIL MUZIEK. CONCERT DER H. O. V. Brahms-programma: 3de Symphonie, Alt- Rhapsodie en Haydn-Variaties. Het is nu ruim een halve eeuw geleden, dat Brahms' 3de Symphonie, die tijdens zijn ver blijf aan den Rijn ontstaan was, te Weenen voor 't eerst uitgevoerd werd. Dat was 2 Dec. 1883. Een stormachtige reactie volgde er op. Rondom Bruckner had zich een partij ge vormd, die tegen Brahms stelling nam en zich daarbij tot taak had gesteld om in de con certzaal lawaai te schoppen. Een van de meest fanatieke Brahms-best-rijders was de later als liederencomponist beroemd geworden Hugo Wolf, toentertijd een jonge man van even in de twintig, die als muziekcriticus aan een societv-krantje. het „Salonblatt" verbonden was. Tal van smalende artikelen over Brahms en dien werken verschenen daarin en de gif tigheid zijner pen bereikte wel een hoogte punt in een artikel van 30 Nov. 1884. Niet alleen ontzegde Wolf daarin „den Heer Dr. Johannes Brahms" elk spoor van oorspron kelijkheid. maar hij fantaseerde een beeld van het ontstaan der 3de Symphonie, dat be doelde den componist belachelijk te maken. Ook nu nog kan Wolf's geschrijf de lachlust opwekken, maar als ridicule figuur zal men nu toch eerder den schrijver dan het object gevoelen, niet zoozeer omdat de tijd het. on juiste van Wolf's opinie heeft bewezen, als wel omdat uit een paar volzinnen zijn. be vooroordeeldheid en partijdigheid blijken. Een tirade als deze: „Hij (Brahms) hield zich blind, toen de oogen van het verbaasde menschdom voor het stralende genie van Wagner open gingen; toen Wagner evenals Napoleon, door de golven in nieuwe banen stuurde, orde schiep en daden verrichtte, die eeuwig in het geheugen van het menschdom zullen voortleven". Wagner was toen reeds overleden, maar zijn fanatieke aanhangers wilden een heerschappij van zijn geest, die veel op een dictatuur moest lijken, -en zij bedienden zich dan ook van de bij zulk een streven gebruikelijke middelen: vergoding en verguizing. Tot een Wagner-dictatuur is het nooit gekomen. Het leger der Wagnerianen is gaandeweg gedund en nu welhaast uitge storven. Wagner wordt nog steeds erkend als een der grootste genieën, die de kunstge schiedenis heeft aan te wijzen, maar zijn beteekenis is tot haar wgye afmetingen te ruggebracht. En in de concertzaal worden thans ongetwijfeld Brahms werken heel wat meer gespeeld dan die van Wagner Dit wil niet zeggen dat de waardeering van Brahms nu algemeen is. Het met do initialen H, A. onderteekende artikel, dat als toelichting van de 3de Symphonie In het programma der H. O. V. staat, laat te dien opzichte meer twijfel over dan een toelich ting van dezelfde hand over Brahms' Vierde. Maar de zelfs voor een Vrijdagavondconcert ongewone volheid der concertzaal bewees gis teravond hoe Bramhs' geest tot de groote massa der concertbezoekers is doorgedrongen En dat Frits Schuurman niet uitsluitend ter wille daarvan zijn programma samenstelde, maar dat hij Brahms' genie oprecht bewon dert. dat is boven twijfel verheven, cn daar van leverde zijn interpretaties wederom een duidelijk bewijs. Nu mag ik niet beweren dat de vertol kingen ditmaal het ideale benaderden. Er kwamen vlekjes in de uitvoering voor. die den Brahmskenner soms even stoorden. Voorts leek het me. dat de verhouding tus- tusschen het klankvolume van blazers en strijkers met name in eenige der Haydn-va- riaties ongunstig voor de strijkers uitviel. Een veel sterker bezet ensemble zou noodig zijn om tegenover de blazers evenwicht te maken en de dikwijls belangrijke partijen voor ver drukking te behoeden. In dit opzicht zal de klankverhouding in de zaal niet. altijd over eenstemmen met die, welke de leider op het podium waarneemt. Maar het is mogelijk, bij volgende uitvoeringen met. deze omstandig heid rekening te houden. Maar we moeten groote waardeering hebben voor dat wat Schuurman na luttel repetities de overstelpende werkzaamheden van het orkest duldden geen langere voor bereiding met zijn schare wist te bereiken, vooral in de Variaties, die het orkest voor het eerst uitvoerde. Schuurman's tempo-opvattingen kan ik niet alle deelen. Het Poco Allegretto der Symphonie zou m.i. in een iets sneller tem po dan Schuurman er aan gaf winnen, ook als contrast met hot voorafgaande Andante. .In de Finale zou me eveneens een iets gewij zigde verdeellng der temponuanceeringen aanbevelenswaardig lijken. Van de Haydn- Variaties nemen de meeste dirigenten de 1ste minder snel, de 3de (Öon moto) en de 7de (Grazioso) sneller dan Schuurman deed. Zeer mooi daarentegen werd het vluchtige, spook achtige van de inversies der 8ste Variatie weergegeven. En wat de vertolking der Alt-Rhapsodle betreft, kan er maar één woord van lof zijn. Onze eerste altzangeres, Annie Woud, en ons prachtig mannenkoor „Zang en Vriendschap" die met Schuurman nog zeer onlangs do Haarlemsche kleuren in Den Haag hoog hiel den. werkten hier met het orkest samen; het behoeft dus geen betoog, dat het een aan grijpende vertolking werd. Momenten als bij „die Oede verschlingt ihn"' zal men niet licht vergeten! En welk een subliem werk is deze Alt-Rhapsodie. met welk een schijnbaar een voudige middelen worden hier de diepste in drukken gewekt! Deze Alt-Rhapsodle vormde het hoogtepunt van het concert, dat bij allen, die het bij woonden in dankbare herinnering zal blijven. K, DE J3N<g, j

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 11