Finland kiest
een nieuwen President.
JONGENSBOEKEN
ZATERDAG 13 FEBRUARI 1937
H A A R L E M'S DAGBEAD
Een kwestie van Europeesch belang.
Sfahlberg, de liberale democraat.
De Finsche journalist Vainö
schrijft naar aanleiding van de
Presidentsverkiezingen, welke
Maandag zullen worden gehouden,
een interessant artikel over poli
tieke verhoudingen in Finland,
waarvan de grondwet veel over
eenkomst met de onze vertoont.
Het wanne pleidooi voor den
liberalen candidaat Stahlberg blijft
natuurlijk voor rekening-van den
schrijver. Red.
De Finsche staatspresident heeft
door zijn recht van veto aanzienlijk
meer macht, de wetgeving te beïn
vloeden, dan de meeste andere repu-
blikeinsche staatshoofden en zelfs vele
monarchen.
Hij is niet slechts een representa
tieve figuur, doch heeft integendeel
de bevoegdheid om volkomen zelf
standig de ibinnenlanclsche aangele
genheden te regelen en ook de bui-
tenlandsche politiek naar zijn inzich
ten te voeren.
Voordat een door den Finschen Rijksdag
aangenomen wet of besluit rechtsgeldigheid
krijgt, meet de president er zijn goedkeu
ring aan hechten, In dit opzicht is zijn po
sitie dus te vergelijken, met die van onze
Koningin. De presidenten, die Finland tot nu
toe gehad heeft, hebben reeds herhaaldelijk
van dit veto-recht gebruik gemaakt.
Bovendien kan de president, wanneer hij
dat noodig oordeelt, den Rijksdag ontbin
den en nieuwe verkiezingen laten houden en
zelfs in bepaald gevallen een bizonderen
Rijksdag bijeenroepen. Tenslotte is Finland's
opperbevel hebben van het leger, in welke
hoedanigheid hij de benoeming en bevor-
tioneele liberaal is een democraat in den
edelsten zin des woörds, een karaktervaste
persoonlijkheid en een hoogbeschaafd cul-
tuurmensch.
Hij is een man, die zich niet met ge
vaarlijke politieke experimenten inlaat, doch
rusteloos en onvermoeibaar een scherp om
lijnd democratisch program nastreeft, waar
bij hij zich steeds een feilen tegenstander
van doodstraf en fascisme toonde.
P. E. Svinhufvud.
Sering der officieren regelt, terwijl hoog
leeraren en hoogere ambtenaren door hem
persoonlijk worden benoemd.
Door deze ^zelfstandigheid en groote vrij
heid van handelen van den president, krijgt
de aanstaande verkiezing wel een zeer bi-
zondere beteeikenis.
De verkiezing.
Finland's president wor.dt dus gekozen door
een college, van driehonderd kiesmannen
'hier is dus een overeenkomst met het Ameri-
kaansche stelsel die in een bijzondere ver
kiezing door het geheele volk gekozen wor
den. Onder voorzitterschap van den mi
nister-president-, kiest dit college dan vier
weken later den staatspresident. Deze stem
ming is geheim en er mag hoogstens driemaal
gestemd worden. Deze stemmingen moeten on
middellijk na elkaar plaats vinden.
Bij de eerste of tweede stemming Wordt die
candidaat gekozen, die de absolute meerder
heid dus 151 stemmen weet te beha
len. Is dit niet geschiedt, dan wordt de
derde verkiezing gehouden tusschen die twee
candidaten, die bij de tweede stemming de
meeste stemmen op zich kregen, waarbij dan
een eenvoudige meerderheid voldoende is.
Mochten de stemmen staken, dan beslist het
lot.
Door deze verschillende stemmingen, rust
op de kiesmannen een groote verantwoorde
lijkheid, omdat zij bij de voorverkiezingen
soms op candidaten moeten stemmen, die een
deel van hun kiezers niet gekozen zou heb
ben. Bovendien wordt vaak tusschen de' ver
schillende stemmingen nog een geheel nieu
we candidaat naar voren gebracht.
Het kiescollege.
Bij de verkiezingen van 15 en 16 Januari
j.l. werd het kiescollege als volgt samenge
steld:
Rechtspartij (voor Svinhufvud) 66 mandaten
IKL, nationaal-socialisten (voor
Svinhufvud) 16
Agragiërs (voor Kallo) 56
Liberalen (voor Stahlberg) 36
Sociaal-democraten (voorTanner) 96
Zweedsche volkspartij (ged. voor
Svinhufvud) 26 M
Zweedsche linkervleugel voor
Stahlberg) 2
298 mandaten.
Bij deze samenstelling zal geen der can
didaten bij de eerste stemming een absolute
meerderheid kunnen behalen. Door de bij
zondere politieke verhoudingen in Finland,
heeft ook ditmaal de sociaal-democraat geen
kans.
Toch is het van veel belang hoe de so
ciaal-democraten zullen stemmen, nl. op den
agrariër Kallo. dan wel op den liberalen
candidaat Stahlberg. In het eerste geval
heeft Kallo reeds de absolute meerderheid.
Het is echter ook mogelijk, dat de agrariërs
met de liberalen en de sociaal-democraten
samen een blok tegen Svinhufvud zullen vor
men.
K. J. Stahlberg.
In de huidige situatie, nu Finland politiek
sterk op het nationaal-socialistische Duitsch-
land georiënteerd is. en op punt staat, zich
in een gevaarlijk politiek avontuur te stor
ten. is K. J. Stahlberg de aangewezen man.
om de belangen van Finland in vreedzame de
mocratische banen te leiden. Deze constitu-
K. J. Stahlberg.
Reeds tijdens Stahlberg's eerste president
schap bleek, dat zijn eerlijk en open
karakter borg is voor een duidelijke
binnen- en buitenlandsche politiek, wat
thans vooral van belang is in verband met
Finland's positie tegenover Rusland en Scan
dinavië.
Geen roekeloos avontuur, maar een po
litiek van wederzijdsche waardeering en
samenwerking met de natuurlijke Ooster
en Westerburen. Een onverbloemde en duide
lijke politiek, die een open oog heeft voor de
belangen en de sociale verbetering van dit,
in dat opzicht meer dan achterlijke land.
In dit verband gezien, is de beslissing, die
op den vijftienden Februari zal vallen, van
groote beteekenis. Niet alleen voor Finland,
doch voor geheel Europa. Want Finland's
houding tegenover Duitsehland en Rusland
kan grooten invloed hebben op het behoud
van den vrede in Europa.
Vainö.
FEDERATIE VAN BOUWVAKARBEIDERS
VRAAGT GELD VAN GEMEENTE TERUG.
Het bestuur der Landelijke Federatie van
Bouwvakarbeiders in Nederland, te Amster
dam. heeft zich tot den Gemeenteraad van
Haarlem gewend met een adres, waarin een
bedrag van f 338.20 terug wordt gevraagd. In
het adres wordt medegedeeld, dat geruimen
tijd geleden de voormalige penningméêster der
afdeeling Haarlem van bovengenoemde Fede
ratie, zonder daartoe ooit machtiging of op
dracht van gemeld bestuur te hebben gekre
gen of gevraagd, ook de administratie waar
nam voor een andere Federatie, ten behoeve
ven een lid dier Federatie te Haarlem wonen
de, doch te IJmuiden georganiseerd. Bedoelde
penningmeester heeft bij laatstgenoemde
werkzaamheden ten nadeele van de gemeente
Haarlem fraude gepleegd met de door haar
verstrekte steungelden.
B. en W. hebben daarna, de geleden schade
stellende op f 338.20, van de Landelijke Fede
ratie van Bouwvakarbeiders, genoemd bedrag
teruggeëischt. Bij niet-voldoen hieraan, zou
uitschakeling van de afdeeling volgen, als er
kend tusschenpersoon voor de werklooze ge
steunde leden dier afdeeling.
In het belang der werklöoze leden heeft de
Federatie toen, onder protest, aan den eisch
van B. en W. voldaan, doch zij vraagt thans
het gestorte bedrag terug.
Aan het adres is een uitvoerige toelichting
toegevoegd, waarin o.m. wordt gezegd, dat
nooit* aan adressant is medegedeeld, waarom
juist de Federatie van Bouwvakarbeiders aan
sprakelijk is gesteld in dezen en dat die aan
sprakelijkstelling volkomen willekeurig moet
worden geacht.
Een paar keer, aldus lezen wij verder in de
toelichting, heeft een onderhoud-met den be
trokken wethouder plaats gehad, doch daarbij
werden geen inlichtingen gegeven omtrent de
motiveering van het standpunt van B. en W.
in deze kwestie. Voorts wordt er de aandacht
op gevestigd, dat de Federatie niet den min
sten invloed heeft kunnen uitoefenen op het
ontstaan der schade, waarvoor B. en W. haar
aansprakelijk heeft gesteld. Van het feit. dat
de in het adres bedoelde ex-afdeelingspenning-
meester ook werkzaamheden verrichtte voor
een of meer andere organisaties, was aan de
Federatie niets bekend. Wèl was dit bekend
kón het althans zijn bij de betreffende ge
meentelijke instantie (s>, belast met de steun-
verleening aan werklooze arbeiders.
Het luchtgevaar dreigt
Nederland moet een achterstand inhalen.
Voor het departement Haarlem,
van de Nederlandsche Maatschappij
voor Nijverheid en Handel, hield de
heer J. H. van Riesen. adjunct-in
specteur voor de bescherming van de
bevolking tegen luchtaanvallen, uit
's Gravenhage, gisteravond een cau
serie over de „Algemeene Beginselen
van luchtbescherming", waarin hij
betoogde, dat Nederland op dit gebied
een grooten achterstand heeft in te
halen, en de organisatie van de lucht
bescherming dringend' gewenscht is.
Het luchtwapen, aldus de heer van Riesen,
is de lange arm. die ver over de grenzen en
fronten reikt. Dit blijkt wel hieruit, dat een
modern bombardementsvliegtuig, met een
maximum snelheid van 380 K.mT en een ac
tie-radius van 2000 KM. een gewicht van
1000 K.G. aan bommen kan meevoeren.
Houden we hierbij rekening met de geringe
breedte en diepte van ons land, dan blijkt
wel, dat geheel Nederland „aan het lucht-
front" staat, en een eventueele vijand zon
der de minste moeite op elk punt zijn verderf
brengende bommen kan uitstrooien.
Hiertegen zijn slechts twee maatregelen,
n.l. de militaire verdediging, welke dus op
het terrein van de militaire autoriteiten ligt
en de burgerlijke luchtbescherming, waaraan
de bevolking zelf actief moet deelnemen. Deze
twee maatregelen moeten samengaan, daar
zij ieder voor zich weinig kunnen uitrichten
en dus weinig waarde zouden hebben.
Spr. gaf vervolgens een overzicht van de
luchtbeschermingsmaatregelen sinds 1931.
Aanvankelijk was het verzet daartegen groot.
Dit veranderde pas in 1933. Toen spitsten de
internationale verhoudingen zich toe. en de
belangstelling werd grooter. In verschillende
plaatsen werden toen oefeningen gehouden.
Hieraan namen hoe langer hoe meer de groote
lagen van de bevolking deel.
De luchtbeschermingswet kwam in 1936 tot
stand. Deze laat nog' veel aan het particu
lier initiatief over. Toch -werden enkele richt
lijnen aangegeven.
Belangrijk was, dat een indeeling in ge-
varenklassen werd gemaakt. De groote cen
tra van bevolking en nijverheid loopen het
meeste gevaar. Het groote verschil tusschen
combattanten en non-combattanten is ver
dwenen, de geheele bevolking wordt bij een
luchtaanval bedreigd.
De luchtbeschermingswet vormt de basis
voor de luchtbescherming. Wil men echter
iets bereiken, dan moet ook de burgerbevol
king medewerken. Een goede stimulans, al
dus spr., kunnen de particuliere luchtbe-
schermingsvereenigïngen uitoefenen. In den
laatsten tijd neemt de belangstelling dan ook
toe. Ei- moet, om de beschermingsmaatregelen
doeltreffend te doen zijn, een centrale figuur
zijn. Daarvoor wijst de wet de burgemeesters
aan. Een moeilijkheid is echter, een afdoend
systeem tot waarschuwing van de bevolking,
te organiseeren. Hiervoor is een luchtwacht
dienst, met waarnemingsposten aan de gren
zen, ingesteld. Voor de grensgemeenten zijn
deze posten echter onvoldoende. Deze moeten
een eigen waarschuwingsdienst organiseeren.
want de melding van luchtgevaar is het tee-
ken voor de bevolking, om maatregelen te
treffen om de gevolgen van een aanval te
beperken.
Wanneer het bombardement eenmaal is in
gezet, is het noodig. de bevolking door ver
schillende ploeger, ter zijde te staan. Daar
door wordt het vertrouwen van de bevolking
gesterkt, volgens spr.
Wat in het groot door de gemeenten wordt
gedaan, moet in het klein in het gezin ge
schieden. Een middel om de bevolking hier
van te overtuigen, is het houden van lucht
beschermingsoefeningen.
Verder zullen er volgens de Luchtbescher
mingswet, onder bepaalde gebouwen vlucht-
kelders worden aangebracht, waar de bevol
king in oogenblikken van gevaar een veilig
onderdak kan vinden.
Het i.s van belang, het den aanvaller moei
lijk te maken, de kwetsbare punten te vinden,
door overdag die doelen te maskeeren,
wat echter meer op het terrein van de lucht
verdediging ligt en door bij duisternis de
lichtbronnen af te schermen.
De overheid heeft de taak, de bevolking
bij dit alles voor te lichten. De bevolking
heeft die leidmg bitter noodig-. want hoewel
de maatregelen over het algemeen heel een
voudig zijn, ontbreekt de ervaring.
In groote trekken schetste spr.. welke maat
regelen bij een aanval door de gemeente
genomen zullen moeten worden, waarbij alle
diensten moeten worden ingeschakeld.
Na de pauze behandelde spr. de verdere be
schermingsmaatregelen. in het bijzonder
voor verschillende bedrijven. Die bedrijven
welke door hun productie zelf een object voor
een vijandelijken aanval vormen, loopen na
tuurlijk het meeste gevaar. De verschillende
bedrijven moeten worden ingeschakeld in
het algemeene beschermingsplan van de ge
meente, waarin zij gelegen zijn. De maatrege
len moeten zich bovendien aanpassen aan
het bedrijf. Spr. gaf voor verschillende be-
drijftypen enkele algemeene richtlijnen aan,
welke echter uiteraard sterk uiteenloopen.
Tenslotte zeide spr. in zijn slotwoord, er van
overtuigd te zijn, dat de luchtbescherming
geen afdoende beveiliging geeft, doch wan
neer slechts een deel van het groote leed, dat
een luchtaanval veroorzaakt, verzacht zal
kunnen worden, is het werk reeds ruimschoots
beloond.
Er was voor deze causerie, waarin eigen
lijk weinig nieuwe gezichtspunten naar vo
ren kwamen, groote belangstelling van de
zijde der gemeentelijke autoriteiten. Zoo wa
ren er burgemeester of andere vertegenwoor
digers van de gemeenten Haarlemmermeer.
Bennebroek, Heemstede, Bloemendaal. Velsen
Beverwijk en Haarlem.
(IIN/T IN ItTTtKtN^j
HET TOONEEL
HET MASKER.
Gezicht op de haven van de Catalaansche hoofdstad Barcelona, die dezer dagen
door een kruiser der Spaansche Nationalisten zwaar beschoten werd.
HET NEST.
Ook hier had „Het Nest", het zoo char
mante van Weenschen geest doortrokken
blijspel van den Tsjech Edmond Konrad een
verheugend groot succes. Onze Stadsschouw
burg was gisteren voor een vrije voorstelling
ongewoon vol en het publiek heeft op over
tuigende wijze getoond, hoe zeer het deze
voortreffelijke opvoering van Het Masker op
prijs stelde. Aan het slot nam het applaus
den vorm van een ovatie aan en moest het
doek wel achtmaal omhoog.
Het is voor een actrice altijd een mijlpaal
in haar leven voor het eerst een grootmoeder
rol te moeten spelen, maar het lijkt mij wel
zeker, dat het Magda Janssens allerminst
strijd heeft gekost deze Anna B'erger te
creëeren, te meer niet, omdat zij gelukkig
nog lang niet tot dit soort rollen toe is.
Maar welk een openbaring is voor ons allen
haar spel in Het Nest. Met welk een lichten,
fijnen toets, en tegelijk met welk een warmte
speelt zij deze grootmoeder, die voor ieder
haar vleugels openspreidt. Ik woonde giste
ren de voorstelling na de pauze verreweg
het meest boeiende deel van het stuk bij
en was bijna nog meer enthousiast over dit
zoo zuiver-menschelijk. prachtige spel van
Magda Janssens dan bij de première. Ik durf
dit de mooiste en zeker de innigste rol van
Magda Janssens na Royaards' tijd te noe
men. Deze werkelijk groot gespeelde Anna
Berger opent mooie perspectieven voor de
toekomst van ons tooneel. waarbij het ge
brek aan goede moederrollen langzamerhand
beangstigend gaat worden.
Voor Magda Janssens was het groote succes
van den avond, waarin overigens allen van
het- gezelschap in het bijzonder Ank van
der Moer als de zoo frisch, jong en tempe
ramentvol gespeelde figuur van Wera
deelden.
Na mijn kritiek over Het Nest in ons blad
van 1 Februari, behoef ik thans niet meer
over stuk en spel te schrijven. Het was een
mooie tooneelavond gisteren en het verheugt
mij te kunnen meedeeelen, dat Het Masker
zeer waarschijnlijk nog eens in dit seizoen
met Het Nest naar Haarlem terug zal
komen
J^B. SCHUIL.
Tli. Joh. de Groot
De Zwarte Zeeroover
(uitg. Gebr. Kluitman
Alkmaar)
De held van mijn jongensjaren was Michiel
Adr. de Ruyter. Een kwajongen, die op een
toren klom en later onze eerste admiraal
werd, dat moest wel tot mijn kinderfantasie
spreken. Ik „verslond" gewoon boeken over
Vlissinger Michiel en zeeverhalen uit onze
gouden eeuw. Het was vooral de romantiek
van het zeemansleven uit dien tijd, welke
mij aantrok.
Ik weet, dat er in dezen pacifistischen tijd
een streven is, om de jeugd andere lectuur
te geven en bij haar belangstelling te wekken
voor ander soort helden dan de Ruyter en
Tromp. Toch geloof ik, dat men de zucht naai
de romantiek bij de jeugd nooit geheel kan
onderdrukken en dat vele jongens altijd weer
met graagte naar verhalen uit het zeeleven
van de mannen der 17e eeuw zullen grijpen.
Daarom vermoed ik ook, dat De zwarte Zee
roover" van Th. Joh. de Groot vele lezers zal
vinden en zoo kwaad lijkt mij dat in dit geval
niet. want zij zullen er ook de keerzijden van
de medaille door leeren kennen. Het was voor
de zeelui uit de gouden eeuw nu niet alles
rozengeur en maneschijn en het gevaar om
door zeeroovers ingepikt te worden en als
slaven aan de wreede en meedoogenlooze
Arabieren verkocht te worden, was niet ge
ring..
De heer de Groot nu vertelt van het leven
aan boord van zoo'n zeerooversschip „De
zwarte Arend", op welk schip een Holland-
sche zeejongen in het begin der 17de eeuw-
terecht komt. Romantiek zit er in zijn boek
genoeg maar de jeugdige lezers het ver
haal is bestemd voor oudere jongens zul
len er uit leeren, dat het leven aan boord
van z-oo'n schip met al zijn ontberingen nu
niet bepaald 'n pretje was. De schrijver ver
telt er levendig en voor jongens ook zeker
boeiend van.
De eerste helft van zijn boek is beter dan
het tweede deel, waarin hij beschrijft, hoe de
held van het verhaal bij Jan Pieterszoon
Coen terecht komt en medehelpt Jacatra te
veroveren. Door dat tweede deel toch vliegt
hij met zevenmijlslaarzen heen. Het is of de
belangstelling voor zijn verhaal verdwenen is,
zoodra De Zwarte Arend is weggevaren en de
schrijver maakt er zich dan ook wel wat al te
vlug af. Maar over het leven tusschen de
ruwe zeeroovers vertelt hij interessant, al is
het dan ook niet altijd opwekkende lectuur.
Het is eens iets anders dan het leven aan
boord tusschen onze Hollandsche zeehelden,
maar het zal zeker met even veel graagte
door jongens, die van het avontuur en het
zeemansleven houden, gelezen worden
Frank van Duin. Harry Wils.
Radio-Omroeper-Rcporter. (Uitg.
H. Meulenhoff, Amsterdam.)
De heer Frank van Duin moet iemand zijn
die met de omroepwereld van zeer nabij be
kend is. Het lijkt mij wel zeker, dat hij in
nauwe betrekking staat met een onzer Ne
derlandsche Omroepvereenigingen en zijn
boek maakt sterk den indruk al zegt de
schrijver dan ook aan het slot, dat de Rova,
waaraan Harry Wils als „omroeper-reporter"
verbonden is, geen bepaalde omroepvereeni-
ging is en dat alle personen in zijn boek
„purely fiction" of te wel louter fantasie zijn
dat veel erin door den auteur zelf beleefd
is. Hoe dan ook. fantasie of geen fantasie, dit
verhaal geeft qua litteratuur een brok wer
kelijkheid, wat wij van jongensboeken maar
zelden kunnen zeggen.
Tijdens het lezen van dit boek vooral van
de tweede helft rees bij ons zelfs nu en dan
de vraag: is dit eigenlijk wel een jongens
boek? In ieder geval zullen ook vele ouderen,
die gaarne eens wat meer willen weten van
de „cuisine" van een omroepvereeniging, dit I
boek met genoegen lezen. Frank van Duin
geeft een kijkje achter de schermen van diel
voor vele radio-luisteraars interessante we
reld van een omroepvereeniging en haar me
dewerkers. Hij vertelt op vlotte, dikwijls amu
sante wijze van de uitzendingen in de studio's
en van de radio-reportage en haar moeilijk
heden. Van Duin wat wel een pseudoniem
zal zijn zoekt het niet in romantische avon
turen. overtuigd als hij is, dat de stof van zijn
boek reeds belangwekkend genoeg is en vol
avontuur.
Dit verhaal is op zich zelf feitelijk niets dan
reportage en omdat het onderwerp velen zal
boeien, daarom reeds interessant. Het beste
dee! van dit boek is wel het hoofdstuk, waarin
Frank van Duin vertelt van de radio-repor
tage in het circus Loser, waarbij hij de gele
genheid om het romantische leven der circus-
artisten kleurrijk en met humor te belichten,
niet iaat voorbijgaan. Humoristisch zonder
zoeakoope grappigheid en levendig is ook
het hoofdstuk, waarin hij vertelt van een
dilettantenvoorstelling in een Noord-Hol-
landsch dorp. Hij geeft daarbij bovendien een
kijkje op de nuchtere zakelijkheid van een
omroepvereeniging, welke heel zuiver en raak
genoemd mag worden.
Een frisch, prettig leesbaar boek, dat ook om
het milieu, waarin het speelt, zijn weg wel
zal vinden. Want hoe veel jongens en ook
hoeveel ouderen willen niet graag iets meer
weten van die geheimzinnige wereld der stu
dio's, van waaruit de radio-programma's
worden uitgezonden.
J. B. SCHUIL
MUZIEK.
CONCERT DER H. O. V.
Brahms-programma: 3de Symphonie, Alt-
Rhapsodie en Haydn-Variaties.
Het is nu ruim een halve eeuw geleden, dat
Brahms' 3de Symphonie, die tijdens zijn ver
blijf aan den Rijn ontstaan was, te Weenen
voor 't eerst uitgevoerd werd. Dat was 2 Dec.
1883. Een stormachtige reactie volgde er op.
Rondom Bruckner had zich een partij ge
vormd, die tegen Brahms stelling nam en zich
daarbij tot taak had gesteld om in de con
certzaal lawaai te schoppen. Een van de meest
fanatieke Brahms-best-rijders was de later als
liederencomponist beroemd geworden Hugo
Wolf, toentertijd een jonge man van even in
de twintig, die als muziekcriticus aan een
societv-krantje. het „Salonblatt" verbonden
was. Tal van smalende artikelen over Brahms
en dien werken verschenen daarin en de gif
tigheid zijner pen bereikte wel een hoogte
punt in een artikel van 30 Nov. 1884. Niet
alleen ontzegde Wolf daarin „den Heer Dr.
Johannes Brahms" elk spoor van oorspron
kelijkheid. maar hij fantaseerde een beeld
van het ontstaan der 3de Symphonie, dat be
doelde den componist belachelijk te maken.
Ook nu nog kan Wolf's geschrijf de lachlust
opwekken, maar als ridicule figuur zal men
nu toch eerder den schrijver dan het object
gevoelen, niet zoozeer omdat de tijd het. on
juiste van Wolf's opinie heeft bewezen, als
wel omdat uit een paar volzinnen zijn. be
vooroordeeldheid en partijdigheid blijken.
Een tirade als deze: „Hij (Brahms) hield zich
blind, toen de oogen van het verbaasde
menschdom voor het stralende genie van
Wagner open gingen; toen Wagner evenals
Napoleon, door de golven in nieuwe banen
stuurde, orde schiep en daden verrichtte, die
eeuwig in het geheugen van het menschdom
zullen voortleven". Wagner was toen reeds
overleden, maar zijn fanatieke aanhangers
wilden een heerschappij van zijn geest, die
veel op een dictatuur moest lijken, -en zij
bedienden zich dan ook van de bij zulk een
streven gebruikelijke middelen: vergoding en
verguizing. Tot een Wagner-dictatuur is het
nooit gekomen. Het leger der Wagnerianen
is gaandeweg gedund en nu welhaast uitge
storven. Wagner wordt nog steeds erkend als
een der grootste genieën, die de kunstge
schiedenis heeft aan te wijzen, maar zijn
beteekenis is tot haar wgye afmetingen te
ruggebracht. En in de concertzaal worden
thans ongetwijfeld Brahms werken heel wat
meer gespeeld dan die van Wagner
Dit wil niet zeggen dat de waardeering
van Brahms nu algemeen is. Het met do
initialen H, A. onderteekende artikel, dat als
toelichting van de 3de Symphonie In het
programma der H. O. V. staat, laat te dien
opzichte meer twijfel over dan een toelich
ting van dezelfde hand over Brahms' Vierde.
Maar de zelfs voor een Vrijdagavondconcert
ongewone volheid der concertzaal bewees gis
teravond hoe Bramhs' geest tot de groote
massa der concertbezoekers is doorgedrongen
En dat Frits Schuurman niet uitsluitend ter
wille daarvan zijn programma samenstelde,
maar dat hij Brahms' genie oprecht bewon
dert. dat is boven twijfel verheven, cn daar
van leverde zijn interpretaties wederom een
duidelijk bewijs.
Nu mag ik niet beweren dat de vertol
kingen ditmaal het ideale benaderden. Er
kwamen vlekjes in de uitvoering voor. die
den Brahmskenner soms even stoorden.
Voorts leek het me. dat de verhouding tus-
tusschen het klankvolume van blazers en
strijkers met name in eenige der Haydn-va-
riaties ongunstig voor de strijkers uitviel. Een
veel sterker bezet ensemble zou noodig zijn
om tegenover de blazers evenwicht te maken
en de dikwijls belangrijke partijen voor ver
drukking te behoeden. In dit opzicht zal de
klankverhouding in de zaal niet. altijd over
eenstemmen met die, welke de leider op het
podium waarneemt. Maar het is mogelijk, bij
volgende uitvoeringen met. deze omstandig
heid rekening te houden. Maar we
moeten groote waardeering hebben voor
dat wat Schuurman na luttel repetities
de overstelpende werkzaamheden
van het orkest duldden geen langere voor
bereiding met zijn schare wist te bereiken,
vooral in de Variaties, die het orkest voor
het eerst uitvoerde.
Schuurman's tempo-opvattingen kan ik
niet alle deelen. Het Poco Allegretto der
Symphonie zou m.i. in een iets sneller tem
po dan Schuurman er aan gaf winnen, ook
als contrast met hot voorafgaande Andante.
.In de Finale zou me eveneens een iets gewij
zigde verdeellng der temponuanceeringen
aanbevelenswaardig lijken. Van de Haydn-
Variaties nemen de meeste dirigenten de 1ste
minder snel, de 3de (Öon moto) en de 7de
(Grazioso) sneller dan Schuurman deed. Zeer
mooi daarentegen werd het vluchtige, spook
achtige van de inversies der 8ste Variatie
weergegeven.
En wat de vertolking der Alt-Rhapsodle
betreft, kan er maar één woord van lof zijn.
Onze eerste altzangeres, Annie Woud, en ons
prachtig mannenkoor „Zang en Vriendschap"
die met Schuurman nog zeer onlangs do
Haarlemsche kleuren in Den Haag hoog hiel
den. werkten hier met het orkest samen; het
behoeft dus geen betoog, dat het een aan
grijpende vertolking werd. Momenten als bij
„die Oede verschlingt ihn"' zal men niet licht
vergeten! En welk een subliem werk is deze
Alt-Rhapsodie. met welk een schijnbaar een
voudige middelen worden hier de diepste in
drukken gewekt!
Deze Alt-Rhapsodle vormde het hoogtepunt
van het concert, dat bij allen, die het bij
woonden in dankbare herinnering zal
blijven.
K, DE J3N<g, j