Jtaiassaat Herberekening der Indische pensioenen CautatUeMedame Prinselijk paar bezoekt Schoenbrann. Kans is groot, dat regeerings-ontwerp wordt verworpen. Redders die hun leven offeren ZATERDAG 13 FEBRUARY 1937 HAARLE M'S DAGBLAD 3 25-jarige jongeman vermist. Na oneenigheid met zijn patroon. In handen van ronselaars gevallen? De 25-jarige slagersknecht P. B. uit Gennep, die in dienst was bij een slager te Boxmeer, is. naar thans be kend wordt, sinds 2 Februari spoor loos verdwenen. B. verliet op dien datum de slagerij te Boxmeer, nadat hij een kleine oneenigheid had gehad met zijn patroon. Toen de knecht, die intern is, 's nachts en ook den volgenden dag niet terugkeerde, waarschuwde de sla ger de ouders van den jongeman te Gennep, die onmiddellijk opsporing verzochten. Dit had tot resultaat, dat men meende te kunnen vaststellen, dat B. te Tilburg was geweest en van daar uit waarschijnlijk naar Breda was gegaan. Hieruit leidt men af, dat B. het plan heeft gehad zich naar Roosen daal te begeven. Men vermoedt, dat de jongeman in handen van ronselaars is gevallen en dat hij op weg is naar Spanje, zulks te meer, wijl hij reeds eerder over voornemens ten deze heeft gespro ken. Verpleger door patiënt neergeslagen. Slachtoffer ernstig gewond. Vrijdag is een verpleger van de inrichting der gemeente Leiden voor de verpleging van krankzinnigen „Endegeest", de heer Krui- zinga, sociaal-democratisch raadslid van Oegstgeest, door een der verpleegden met een schop neergeslagen en zeer ernstig verwond. Omtrent de toedracht van het gebeurde ver nemen wij, dat enkele verpleegden onder toe zicht bezig waren met in het park van de in richting doode struiken te verwijderen en deze door nieuwe te vervangen. Een verpleeg de liet bij dit werk de klacht hooren dat de schop, die hij gebruikte, te bot was, waarop de heer Kruizinga hem eenige aanwijzingen gaf om te toonen, dat het werk met eenige in spanning wel verricht kon worden. Toen de heer Kruizinga zich even omwendde, viel de patient hem plotseling aan en bracht hem met de schop enkele zwaren slagen op het hoofd toe. De heer Kruizinga stortte neer, doch vóór de verpleegde -hem opnieuw kon aanvallen, werd hij door andere toegeschoten verplegers overmeesterd. Het slachtoffer werd in bewusteloozen toe stand naar het academisch ziekenhuis te Lei den vervoerd, waar bleek, dat in den schedel een gat was ontstaan, doch dat de hersenen niet waren geraakt. Zijn toestand wordt niet levensgevaarlijk geacht. Verkoop „Jungvolk Jahrbuch" stopgezet. Nieuwe uitgave zal geen uiteenzettingen over „Grenzdeutschen"' bevatten. De minister van Buitenlandsche Zaken heeft geantwoord op vragen van den heer Van der Waerden in zake eenige op de inwoners van Nederland betrekking hebbende uitdrukkingen, voorkomende in het „Jungvolk Jahrbuch" 1937, in welk boek alle Nederlanders met- Grenz deutschen" worden betiteld: De Duitsche regeering heeft ter kennis van de regeering doen brengen, dat de verkoop van het, „Jungvolk Jahrbuch" is stopgezet en dat de nieuwe uitgave uiteenzettingen als de in de eerste vraag bedoelde niet meer zal bevatten. Zijn moeder neergeslagen en beroofd. Woonschipbewoner tot drie jaar gevangenis straf veroordeeld. De Groningsche rechtbank heeft uitspraak gedaan in de zaak tegen den 26-jarigen E. S.. woonschipbewoner te Stadskanaal, die in den avond van 23 December j.l. zijn oude moe der, die een woonschip bewoonde onder Ter Apel, in een nabijgelegen boschje heeft gelokt en haar daar met een hamer neergeslagen •heeft. S. is veroordeeld tot een gevangenis straf van drie jaar, met aftrek van de pre ventieve hechtenis. De eisc-h van den officier luidde zes jaar gevangenisstraf. P. T. T.-begrooting. Minister De Wilde verdedigt zijn beleid. Minister de Wilde deelt in de Me morie van Antwoord over de P. T. T.- begrooting mede. dat naar zijn oor deel de juiste verhouding der be langen van gebruikers, schatkist, per soneel en dienst is en wordt in acht genomen. Naar zijn meening zijn de posttarieven zeker niet te hoog en worden de dienstprestaties in de wij ze van aanstelling, den rang of de bezoldiging juist gewaardeerd. Wat betreft de door sommige leden geuite klachten over de gestie van de Radio-Omroep Controle-Commissie, wijl zij uitzendingen vaak eerst zeer laat, soms zelfs wanneer de spre kers reeds gereed zijn, verbiedt, terwijl daar enboven herhaaldelijk niet is in te zien, waarom het verbod wordt gedaan, merkt de minister op: De Radio-Omroep Controle-Commissie heeft voor het opvragen van de door haar noodig geoordeelde teksten als regel gesteld, dat deze teksten uiterlijk vijf dagen voor de uitzending in haar bezit moeten zijn. Ofschoon deze ter mijn in de practijk herhaaldelijk door de omroepvereenigingen overschreden wordt en het zelfs voorkomt, dat een opgevraagde tekst slechts een dag voor de uitzending of zelfs op den dag van de uitzending ontvangen wordt, tracht de Radio-Omroep Controle- Commissie ten gerieve van de omroeporgani saties zooveel mogelijk nog tijdig een beslis sing te nemen; wanneer echter een overge legde tekst van dien aard is, dat overleg in de plenaire commissie moet plaats vinden, kan het voorkomen, dat eerst op het laatste oogenblik de beslissing ter zake genomen wordt. Dit is dan echter niet te wijten aan de Radio-Omroep Controle-Commissie, doch aan de omroepvereenigingen, die de teksten niet tijdig genoeg inzenden, terwijl in vele geval len in laatste instantie de schuld ligt bij de sprekers zelf. Wat betreft de opmerking, dat herhaaldelijk niet is in te zien, waarom het verbod wordt gedaan, merkt de minister op, dat de Radio- Omroep Controle-Commissie op een daartoe strekkend verzoek van de omroeporganisaties steeds een motiveering van een verbod geeft. Vrijwel in geen enkel land ter wereld geniet de omroep op het gebied der uitzendingen in het bijzonder op dat der politieke uitzen dingen zulk een vrijheid als in Nederland: deze vrijheid is echter alleen bestaanbaar bij feen behoorlijk toezicht van overheidswege. succes met Dit schreef de directeur van een Berlijnsche winkelzaak in een textiel-tijdschrift na zijn advertentie-campagne in cou ranten ter gelegenheid van het 50-jarig jubileum van zijn zaak. Hij vertelde hoe hij na een paar dagen adverteeren in couranten door zijn voorraad heen was, hoewel hij zeer rijkelijk had ingekocht. Na voor aanvulling te hebben gezorgd, adverteerde hij drie dagen later weer. Met hetzelfde resultaat. Het publiek stroomde zijn winkel binnen. Velen vroegen zelfs met de advertentie uit de courant in de hand naar een bepaalde stof. Fraaie slot bewonderd. Prinses Juliana en prins Bernhard hebben Vrijdag de lunch gebruikt in de groote eetzaal van hotel „Bristol" te Weenen. In den middag begaf het vorstelijk paar zich naar Schoenbrunn het vroegere keizerrijke lustslot, waar het geruimen tijd vertoefde. Met groote belangstelling bezichtigden de hooge bezoekers de onderscheiden ver trekken, met name de feestzalen, het vertrek, waar keizer Napoleon I lo geerde de kamer waar zijn zoon de hertog van Reichstadt overleed, en die waar keizer Frans Jozef I in zijn soldatenbed stierf. Na twee en een half uur keerde het vorstelijk echt paar voor het gebruiken van de thee naar zijn hotel terug. Des avonds bleef Prinses Juliana op haar kamer rusten. Prins Bernhard begaf zich naar het vermaarde Theater an der Wien, voor het bijwonen van de avondvoorstelling van het blijspel „Krach im Hinterhaus". Na afloop hiervan hebben de prinses en de prins, in gezelschap van twee dames en een heer gesoupeerd in het onder hun hotel ge legen restaurant Dubarry. Uitbreiding en verlenging Crisispachtwet. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets ontwerp tot wijziging der Crisispachtwet 1932. In dit wetsontwerp wordt voorgesteld, de werkingssfeer der Crisispachtwet uit té brei den tot overeenkomsten, aangegaan tusschen 3 Januari 1932 en 1 Januari 1937 en haar duur te verlengen tot 1 Januari 1943. MET EEN DOLK GESTOKEN. Dader tot vier jaar gevange nisstraf veroordeeld. De Middelburgsche rechtbank veroordeelde den 22-jarigen werkman J. G. M. uit 's Heer Arendskerke, die op 13 December den 27-jari- gen M. uit 's Gravenpolder in een café te Goes met een dolk heeft gestoken, tengevolge waar van deze is overleden, tot vier jaar gevange nisstraf. De eisch was zeven jaar. Hoogeveen 's Automobielbedrijf N.V, Uitsluitend Ged. 0. Gracht 66 Expositie van de 1937 modellen De Soto Graham Stalling, onderhoud, reparatie Telefoon 16 8 8 1 (Adv. Ingez. Med.j Maatregelen tegen ronselen. Werkloozen, die naar Spanje willen, krijgen geen paspoort. De minister van Buitenlandsche Zaken heeft volgens de Tel. aan de Commissarissen der Koningin in de diverse provincies een rondschrijven gezonden waarin wordt verzocht, ten einde zooveel mogelijk het ronselen van Nederlanders voor een der strijd- voerende partijen in Spanje tegen te gaan, noch gratis, noch tegen betaling een buitenlandsch paspoort af te ge ven aan Nederlandsche werkloozen, die in Spanje werk willen gaan zoeken of van wie redelijkerwijs vermoed kaar worde-n, dat zij in Spanje gaan dienst nemen. Om dezelfde reden behoort ook de verlenging van een vroeger uitge reikt paspoort te worden geweigerd. Beplanting van de Konings laan te Soestdijk. Vrijdagmiddag is een begin gemaakt met de fraaie beplanting van de boordbedden langs de Koningslaan de laan. welke recht tegenover den hoofdingang van het paleis Soestdijk naar de naald loopt. De Nederland- sche Sierteeltcentrale heeft een groot aantal bijzonder fraaie sierheersters en -struiken kosteloos ter beschikking gesteld van het par ticulier domein Deze worden thans langs de Koningslaan geplant. Daar stonden vroeger zware beukeboomen, welke wegens hun hoo- gen ouderdom na den dood van de Koningin- Moeder zijn gerooid. Daarna werden op deze plaats lupinen geplant, welke op hun beurt verleden jaar het veld moesten ruimen voor den huidigen grasrand. Binnen korten tijd zal ook deze rand verdwenen zijn en zal men de fraaie sierheesters kunnen aanschouwen. TWEEDE KAMER DEN HAAG Vrijdag. Nadat de Kamer op voorstel van den Presi dent besloten had den heer Smeenk (a.r.) toe te staan Minister Gelissen te inte-rpellee- ren over diens weigering tot verbindend ver klaring der ondernemersovereenkomsten in het steenbakkersbedrijf en in het broodbak kersbedrijf te Amsterdam en Rotterdam, kon Minister Colijn zijn gisteren aangevangen re-de voortzetten. Allereerst behandelde hij de bestuurswisse ling en wel de op den vorigen G. G. uitge oefende kritiek. In dit verband herinnerd? hij aan z'n een jaar geleden reeds, bij wijze van voorloopigen balans, aan Excellentie De Jonge ~ebi-acbte lof: „hij heeft zich verdienstelijk gemaakt tegenover het vadeidand". Aldus, Mi nisters slotsom, die ten aanzien van den nieuwen landvoogd opmerkte, dat wat hij tot nu toe getoond heeft, wel schijnt te bevesti gen, dat het een juiste keuze is geweest. Met- opzet koos de Regeering iemand, die volko men onbevangen staat tegenover allerlei twistpunten met betrekking tot Indië. Nu er veel meer gemeenschappelijke belan gen aan de orde van den dag zijn (b.v. de economische samenwerking) ligt het voor de hand, dat het Plein zich meer met Indië be moeit. Over den economischen toestand merkte de Minister op, dat in de laatste 100 jaar moeilijk een tijdperk van 'n viertal jaren ware aan te wijzen, waarin de economische zorgen in Indië zoo groot waren, als in de afgeloopen periode. Als men dit in acht neemt is het wonderbaar lijk, zooveel als men van het bestaande heeft weten te behouden. Met sprekende cijfers toont de Minister aan, wat er zoo al gedaan is voor behartiging van de belangen der inheem sche bevolking. Thans kan men inderdaad wel eenige licht punten bespeuren, waarvan 't voornaamste is, dat de teruggang tot staan is gekomen. Zoowel de depreciatie van den gulden als de op de wereldmarkt ingetreden verbetering vormen de factoren, waaraan deze gunstigere situatie valt toe te schrijven. Of echter de stijging van de wereldmarkt prijzen blijvend zal zijn, zal wel niemand met eenige stelligheid durven voorspellen. Niet vergeten moet men ook, dat een en ander te vens in belangrijke mate afhankelijk is van de handelspolitiek van het buitenland. Met dat al is de Minister wel bereid aan te nemen, dat ten deele de vooruitgang een blijvend karak ter zal hebben, wat o.m. gezegd ka,n worden dank zij de rubberrestrictie. Stijging van koopkracht, daardoor grootere invoer, waarvan de schatkist weer zal profi teer en kan men zoodoende wel in 't ver-schiet bespeuren. Intusschen moet erkend, dat er met name op Java b.v. in de suikerdistric ten toch nog van kommervolle omstandig heden der inheemsche bevolking gesproken moet worden. Daar is verder de tabak, waar van liefst 50 pet. naar één enkel land Dui-tschland gaat, wat zeker niet zonder risico's te achten valt, aangezien men daar over elk jaar opnieuw moet onderhandelen. Met- een gematigd optimisme treedt- de Minis ter de vooruitzichten tegemoet aldus de slot som van zijn schets der economische situatie. Wat de economische samenwerking tus schen Indië en Nederland betreft is zoowel bij Regeering als Kamer het willen aanwezig, doch omtrent de grenzen van 't bereikbare op dit oogenblik bestaat verschil van inzicht. Dit is echter wel gewichtig: waar de wil bij allen aanwezig is, zal de ervaring wel uitwijzen waar bedoelde grenzen liggen. De Minister gaf toe. dat de textielindustrie in Twenthe ongetwijfeld gebaat is geworden door de met 't oog hierop getroffen contin- genteeringsmaatregelen in Indië. Maar als Twenthe door verruiming van afzetgebied buiten Indië, z'n productie van de hand zou kunnen doen, zou dat toch weer van invloed zijn op de industrialiseeringsmogelijkheden in Indië zelf. Ziet daar met een enkel voor beeld, hoe allerlei factoren bestaanbaar zijn, die op dit oogenblik niet mogelijk maken van één vast plan uit te gaan. Het handelsverdrag van Londen van 1824 en het Sumatra-tractaat van 1871 zouden moeten verdwijnen, wilde het mogelijk wezen van Indië en Nederland een tolgebied te ma ken. want door die verdragen heeft Enge land op het stuk van tariefrechten eenzelfde positie als Nederland. Opzegging dier trac- taten is niet doenlijik, omdat ze ook zekere grensbepalingen inhouden. Het straks van Indië te ontvangen indus trialisatie-schema zal natuurlijk in 't licht van de samenwerking tusschen Indië en Ne derland bezien moeten worden. Indië's financieele toestand. Ook in den financieelen toestand in Indië ziet de Minister wat meer licht. De eerste mijlpaal, die van niet-toeneming der schuld, is bereikt. Het tekort op den gewonen dienst is geraamd op 26 millioen gulden, plus nog ruim 3 millioen, die in de herberekening der pensioenen zijn prijs gegeven. Doch er zul len nu weer nieuwe uitgaven aan de orde moeten komen b.v. in verband met de we deropleving in de bedrijven. Zoo uitbreiding van het kantoor van den Arbeid; voorts al licht toeneming van defensie-uitgaven, Als de Minister nu let op wat er allemaal bijkomt, berekent hij, dat. om geen tekort te krijgen, de inkomsten met 71 millioen boven wat ze nu opleveren, zullen dienen te stijgen. In dit verband stipte Dr. Colijn aan, dat er aan het weduwen- en weezenfonds zooveel ontnomen wordt, dat er jaarlijks 29 millioen noodig is, om het gat te stoppen, dat zich thans voordoet tengevolge van het stoppen van het gat in de pensioenfondsen. Ziet hier meteen de verklaring van 's Mi nisters opvatting, dat de herberekening der pensioenen bij den huidigen financieelen toestand wel degelijk geboden is en dat dus terugkomen op de pensioenkorting verkeerd ware. Dr. Colijn acht het tijdverlies tenig te ko men op het eenige jaren geleden hier ge voerde debat over de vraag, of aantasting van pensioenen oirbaar is. Intusschen aanvaardt de Minister, de gis teren doorDr. Moller getrokken conclusie, dat men bij de uitreiking van de pensioenacte aan den gepensionneerde niet zeggen kan, dat onder alle omstandigheden met dien ge pensionneerde afgerekend is. Uitgangspunt nu van den Minister, t.o.v. de kwestie der herberekening van de pensioenen is, dat de finan cieele nood nog steeds zoo nijpend is. dat. als we niet midden in 'n Grond wetsherziening zaten en de alge meene verkiezingen niet vlak voor de deur stonden, hij uit verwerping van hei herberekenings-ontwerp de conclusie zou trekken, dat hij heen zou moeten gaan. Nu de tijdsomstan digheden hem beletten het wapen der portefeuille-kwestie te hanteeren. maakt dit z.i. de verantwoordelijk heid der Kamer niet lichter doch zwaarder! Na dit zwaar geschut in stelling te hebben gebracht, zette de Minister nader de billijk heid van ae herberekening uiteen, gezien de zeer verschillende salaris-besluiten en pen sioen-schalen. Daardoor doen zich zeer ver gaande tegenstellingen voor. Het ergerlijkste is. dat degenen, die 't slechtst behandeld worden de militairen juist den zwaar- sten diensttijd hebben doorgemaakt-. Midden in den loop van een begrootings- jaar te zeggen: „4 millioen komt er niet op aan", vindt de Minister onverantwoordelijk. Overigens bleek -hij tot één, kleine, concessie bereid en wel tot wijziging van 't herbereke- ningsontwerp aldus, dat de daarin voorko mende datum van 1 Januari 1940, tot welken de veranderde pensioenkorting zou voortdu ren, te stellen op 1 Januari 1939. Na verklaard te hebben, dat hij er niets voor voelde het tijdelijk uitvoerrecht van 270 (dat 15 maanden zal duren)een blijvend karakter te geven, kwam Dr. Colijn nog op eenige politieke punten. Hierbij besprak hij de positie der Indo- Europeanen, die van de N.S.B. —welke men daar. ook volgens den nieuwen G. G., niet mag beoordeelen naar wat men er hier te lande van ziet en tenslotte de inheemsche volksbewe- gnig. Steeds grootere deelneming van de in- heemschen aan het bestuur van Indië, acht de Minister juist zeer goed ten einde op nuttige wijze de intellectueele krachten aan te wenden De Regeermg moet zorgen voor geschikt en voldoende onderwijs, opdat de inlandsche krachten voor hun functies in staat en maat schappij een geschikte opleiding krijgen Overigens zullen sommige inheemsche intellec- tueelen goed doen. wat geduld aan den da°- te leggen, hetgeen eveneens geldt t.o.v. de voor standers van „ontvoogding van Indië". De 37 volksgroepen vormen nog bij lange na geen eenheid: zij moeten nog naar elkaar toe groeien. Plaatselijk burgerschap is van belang. Men is omgekeerd begonnen, n.l. met een bovenbouw zonder dat er voldoende onderbouw was. u D^4. autonomie, die men aan Indië gegeven heeft, ls spraktisch niet veel meer dan auto nomie aan een dikke ketting. De Minister acht beter grootere autonomie op beperktere ge bieden en daarnaast reserveering van een aantal door Nederland te beslissen onderwer pen. Zoodra de gelegenheid gunstig is voor her ziening der Indische maatregelen zou Dr Colijn dien weg bewandeld willen zien. Na de rede van Minister Colijn, die o.m. den Mangkoe Negoro met gemalin en dochter onder zijn gehoor had werd er gerepliceerd. Hierbij diende Ir. Cramer (s.d.) een motie in, welke verhoogmg van het extra-uitvoerrecht van 2 op 4!',; beoogde; voorts hoorden we den heer v. P o 11 (r.k.) verklaren, dat hy tegen het ont werp i.z. herberekening der Indische pensioe nen zal stemmen. Voorts zij aangeteekend, dat Jhr. Mr. de Geer (c.h.) voor volledige toekenning van het mterpellatierecht aan den Volksraad een vurig pleidooi voerde, dat door zijn fractie genoot v. Boetzelaerv. Dubbeldam en door den heer v. Dijk (a.r.) bestreden werd. Laastgenoemde wil zelfs bij wijze van amen dement uit de door de betreffende Kamercom missie voorgestelde conclusie i.z. het interpel- latierecht het verzoek aan de Regeering, om bij 'n eerstkomende herziening van de Indische staatsregeling mede dit recht daarin te be trekken, doen schrappen. Mr. Wendelaar (lib.) handhaafde de bezwaren zijner fractie tegen het herberekenings-ontwerp en sprak de verwachting uit, dat de Minister nog wel 'n middel zal vinden om het zonder dit ontwerp te kunnen stellen. Ook Mr. Jo ekes (v.d.) zal met z'n fractiegenooten tegenstemmen; onder deze omstandigheden is verwerping vrijwel zeker, tenzij slechts zeer enkele katholieken 't standpunt v. Poll zouden deelen. Minister Col ij n kon het grootere optimisme door deze sprekers met betrekking tot de fi nancieele vooruitzichten aan den dag gelegd, niet deelen. De financieele toestand in het al gemeen is niet van dien aard. dat men terug kan komen op de aanvankelijk aangebrachte bezuinigingen. i v. R. Het Nederlandsche Reddingswezen is opnieuiv ernstig getroffen, toen dezer dagen, tijdens een herha lingsoefening twee koene redders het leven liéten. Opnieuw staan icij stil bij het edele en verheffende werk der be- scheidenen. die nooit aarzelen, wanneer menschenlevens in ge vaar verkeeren; wanneer de zee offers eischt (Van een bijzonderen medewerker). Nederland is een land der zee en wij Ne derlanders weten beter dan wie ook, dat de zee altijd haar gevaren heeft gehad voor wie haar bevaren, maar daarnaast weten wij dat ons land vele stille werkers bezit, die tezamen het Nederlandsche Reddingswezen uitmaken en die steeds weer van zich doen spreken. Het zijn bescheiden werkers, ondanks het feit dat hun optreden telkenmale met direct levensgevaar gepaard gaat. En hoe diep ernstig zij hun werk opvatten, blijkt uit de periodieke herhalings-oefeningen die eenmaal per drie Qiaanden worden gehouden om het materiaal te toetsen en die thans weer twee menschenlevens eischten. Twee menschen, die als het ware bij hun pogingen om „paraat te blijven" voor oogen- blikken dat anderen in gevaar verkeeren, hun leven lieten bij het nobelste en verheffendste werk dat als vak kan worden uitgeoefend. Nog een paar dagen geleden werden wij op andere wijze herinnerd aan de prestaties van een stil werker, den grooten redder Jan Bijl die op 79-jarigen leeftijd in Den Helder overleed na in zijn woelig leven niet minder dan 262 menschenlevens te hebben gered; een men- schelijk en edel record! Hij was in den waren zin des woord een koene zeeheld, hij die met mannen als Dorus Rijkers en Coen Bot het puikje vormde van ons Nederlandsche Reddings wezen. En het werk van Jan Bijl was niet on opgemerkt gebleven: met eere droeg hij de orde van Oranje-Nassau; hij bezat de zilveren en de bronzen reddingsmedaille van H.M. de Koningin, het Zilveren Kruis van Oostenrijk en de Zilveren medaille van Engeland; zij ge tuigden van zijn vele heldendaden, waarop Jan Bijl nooit prat ging, maar die hij als de gewoonste zaak der wereld beschouwde. 262 Menschenlevens werden door hem ge red. Menschen van verschillenden rang. stand en geloof. Van verschillende nationaliteit ook. Voor Bijl waren het slechts menschen-in-nood en daarvoor werden de verwoestende elemen ten steeds weer getrotseerd. Da ai-voor trok de vlet met een man of tien er op uit en worstel den de riemen tegen de branding. Meer dan zestig jaar lang heeft Bijl gevochten tegen de golven die anderen en hemzelf belaagden en hij sleet zijn laatste jaren, gesteund door het Dorus Rijkersfonds met een klein pensioentje. En nauwelijks was de begrafenis te Huis duinen achter den rug en hadden vele trouwe makkers ..Opa" ten grave gedragen of opnieuw bracht een droevige gebeurtenis ons het red dingswezen in herinnering: de zee eischte twee slachtoffers, ditmaal uit Zandvoort, die bij een oefening hun leven lieten in de mee- doogenlooze golven. De gevaren der zee zijn legio. En in vroeger jaren, toen men zich daartegen nog minder kon wapenen, in tijden, dat de kompasnaald nog niet was uitgevonden, waagden onze voor vaderen eveneens hun leven, wind en woeste golven ten spijt. En later, met het kompas en met de vele nau tische instrumenten die evenvele hulpmidde len werden, leek het wel of de zeevaarders ook meer waagden, of zij zich veiliger gevoelden. En noch de grootere schepen, waarvan men zich kon bedienen, noch de meerdere kennis en ervaring waarover men beschikte, vermocht het de zeevaart tot een ongevaarlijk beroep te maken. Het zeil werd vervan-gen door de stoomkracht; houten schepen verdwenen en stalen kwamen er voor in de plaats; de geva ren bleven onverminderd bestaan. In den regel zijn die gevaren voor een schip grooter wanneer het zich dicht bij de kust be vindt dan midden op zee. Dan is de zandige kust, met haar vele on diepe plekken een groot gevaar, dat doorgaans menschenlevens kost. Geraakt het schip op een zandbank, dan eerst krijgen de machtige gol ven hun kans om met alle kracht het schip te beuken en te vernielen. Een andere vijand ter zee is de mist. Zij is het. die de kans op aanvaringen grooter maakt wanneer het zich belemmerd wordt. Dan wor den de reddingspogingen eerst recht bemoei lijkt. Van het groote aantal gevaren en daardoor ontstane reddingspogingen getuigt het ge denkboek van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij, dat een paai- jaar gele den werd uitgegeven. Niet minder dan 39 redders van deze maatschappij vinden in de eeuw van haar bestaan den dood in de golven, wanneer zij zich voor hun zware taak in zee begaven en daarna is die lijst van dapperen nog anstwekkend gegroeid. Ook deze week werden er weer twee namen aan toegevoegd Maar de resultaten van hun werk vormen de troost welke aantoont dat hun levens en hun reddingswerk niet vergeefs was. In die zelfde eeuw werden 5110 schipbreukelingen gered en ook dat aantal is nadien nog aanmer kelijk grooter geworden. Niet zoodra klinkt het S.O.S.-sein of er wordt aangepakt. Zwemvesten worden aangegord, de boot wordt in zee gerold en van eenige aarze ling. ongeacht welke de omstandigheden zijn waaronder de redding moet geschieden, is nog nooit sprake geweest-. Men tracht het zinkende schip te naderen en haalt de menschen die in levensgevaar verkeeren van boord en brengt ze aan den wal en wanneer bij den eersten keer niet iedereen gered is, dan vertrekt de boot opnieuw en het is meer dan eens voorge komen dat men vijf- of zesmaal zee koos tot de laatste man aan wal was gebracht. Verheffend is het werk van onze redders, die nooit versagen. Nieuwe uitvinden en de steeds voortschrijdende techniek mogen onze in dustrieën en onze werktuigen verbeteren, de zee blijft onveranderd haar gevaren behouden en het is de ouderwetsche moed en volharding die onzen redders kenmerkt, die hen siert van eeuw tot eeuw, onveranderd Slechte achterverlichting eischt een doode. Op den rijksweg BredaTilburg is Vrijdag avond onder Huiten, in de gemeente Gilze een personenauto, bestuurd door den heer Sch. uit Tilburg tegen de achterzijde van een rechts van den weg stilstaanden tractor en aanhang wagen van de firma Leijten uit Tilburg ge reden. De heer Sch. werd zoo ernstig gewond, dat hij enkele uren later is overleden. De overige inzittenden van den personen auto en die van de tractor kregen geen letsel. De personenauto werd zwaai- beschadigd. De marechaussee stelt een onderzoek in naar de oorzaak van het ongeluk. Naar alle waarschijnlijkheid is deze gelegen in de slechte achterverlichting van den tractor met aan hangwagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5