Jtaiassaat
Herberekening der Indische pensioenen
CautatUeMedame
Prinselijk paar bezoekt
Schoenbrann.
Kans is groot, dat regeerings-ontwerp
wordt verworpen.
Redders die hun leven
offeren
ZATERDAG 13 FEBRUARY 1937
HAARLE M'S DAGBLAD
3
25-jarige jongeman vermist.
Na oneenigheid met zijn
patroon.
In handen van ronselaars gevallen?
De 25-jarige slagersknecht P. B.
uit Gennep, die in dienst was bij een
slager te Boxmeer, is. naar thans be
kend wordt, sinds 2 Februari spoor
loos verdwenen.
B. verliet op dien datum de slagerij te
Boxmeer, nadat hij een kleine oneenigheid
had gehad met zijn patroon. Toen de knecht,
die intern is, 's nachts en ook den volgenden
dag niet terugkeerde, waarschuwde de sla
ger de ouders van den jongeman te Gennep,
die onmiddellijk opsporing verzochten.
Dit had tot resultaat, dat men meende te
kunnen vaststellen, dat B. te Tilburg was
geweest en van daar uit waarschijnlijk naar
Breda was gegaan. Hieruit leidt men af, dat
B. het plan heeft gehad zich naar Roosen
daal te begeven.
Men vermoedt, dat de jongeman in
handen van ronselaars is gevallen en
dat hij op weg is naar Spanje, zulks
te meer, wijl hij reeds eerder over
voornemens ten deze heeft gespro
ken.
Verpleger door patiënt
neergeslagen.
Slachtoffer ernstig gewond.
Vrijdag is een verpleger van de inrichting
der gemeente Leiden voor de verpleging van
krankzinnigen „Endegeest", de heer Krui-
zinga, sociaal-democratisch raadslid van
Oegstgeest, door een der verpleegden met een
schop neergeslagen en zeer ernstig verwond.
Omtrent de toedracht van het gebeurde ver
nemen wij, dat enkele verpleegden onder toe
zicht bezig waren met in het park van de in
richting doode struiken te verwijderen en
deze door nieuwe te vervangen. Een verpleeg
de liet bij dit werk de klacht hooren dat de
schop, die hij gebruikte, te bot was, waarop
de heer Kruizinga hem eenige aanwijzingen
gaf om te toonen, dat het werk met eenige in
spanning wel verricht kon worden. Toen de
heer Kruizinga zich even omwendde, viel de
patient hem plotseling aan en bracht hem met
de schop enkele zwaren slagen op het hoofd
toe. De heer Kruizinga stortte neer, doch vóór
de verpleegde -hem opnieuw kon aanvallen,
werd hij door andere toegeschoten verplegers
overmeesterd.
Het slachtoffer werd in bewusteloozen toe
stand naar het academisch ziekenhuis te Lei
den vervoerd, waar bleek, dat in den schedel
een gat was ontstaan, doch dat de hersenen
niet waren geraakt. Zijn toestand wordt niet
levensgevaarlijk geacht.
Verkoop „Jungvolk Jahrbuch"
stopgezet.
Nieuwe uitgave zal geen uiteenzettingen over
„Grenzdeutschen"' bevatten.
De minister van Buitenlandsche Zaken heeft
geantwoord op vragen van den heer Van der
Waerden in zake eenige op de inwoners van
Nederland betrekking hebbende uitdrukkingen,
voorkomende in het „Jungvolk Jahrbuch" 1937,
in welk boek alle Nederlanders met- Grenz
deutschen" worden betiteld:
De Duitsche regeering heeft ter kennis van
de regeering doen brengen, dat de verkoop van
het, „Jungvolk Jahrbuch" is stopgezet en dat
de nieuwe uitgave uiteenzettingen als de in de
eerste vraag bedoelde niet meer zal bevatten.
Zijn moeder neergeslagen en
beroofd.
Woonschipbewoner tot drie jaar gevangenis
straf veroordeeld.
De Groningsche rechtbank heeft uitspraak
gedaan in de zaak tegen den 26-jarigen E. S..
woonschipbewoner te Stadskanaal, die in den
avond van 23 December j.l. zijn oude moe
der, die een woonschip bewoonde onder Ter
Apel, in een nabijgelegen boschje heeft gelokt
en haar daar met een hamer neergeslagen
•heeft. S. is veroordeeld tot een gevangenis
straf van drie jaar, met aftrek van de pre
ventieve hechtenis. De eisc-h van den officier
luidde zes jaar gevangenisstraf.
P. T. T.-begrooting.
Minister De Wilde verdedigt zijn beleid.
Minister de Wilde deelt in de Me
morie van Antwoord over de P. T. T.-
begrooting mede. dat naar zijn oor
deel de juiste verhouding der be
langen van gebruikers, schatkist, per
soneel en dienst is en wordt in acht
genomen. Naar zijn meening zijn de
posttarieven zeker niet te hoog en
worden de dienstprestaties in de wij
ze van aanstelling, den rang of de
bezoldiging juist gewaardeerd.
Wat betreft de door sommige leden geuite
klachten over de gestie van de Radio-Omroep
Controle-Commissie, wijl zij uitzendingen vaak
eerst zeer laat, soms zelfs wanneer de spre
kers reeds gereed zijn, verbiedt, terwijl daar
enboven herhaaldelijk niet is in te zien,
waarom het verbod wordt gedaan, merkt de
minister op:
De Radio-Omroep Controle-Commissie heeft
voor het opvragen van de door haar noodig
geoordeelde teksten als regel gesteld, dat deze
teksten uiterlijk vijf dagen voor de uitzending
in haar bezit moeten zijn. Ofschoon deze ter
mijn in de practijk herhaaldelijk door de
omroepvereenigingen overschreden wordt en
het zelfs voorkomt, dat een opgevraagde tekst
slechts een dag voor de uitzending of zelfs
op den dag van de uitzending ontvangen
wordt, tracht de Radio-Omroep Controle-
Commissie ten gerieve van de omroeporgani
saties zooveel mogelijk nog tijdig een beslis
sing te nemen; wanneer echter een overge
legde tekst van dien aard is, dat overleg in
de plenaire commissie moet plaats vinden,
kan het voorkomen, dat eerst op het laatste
oogenblik de beslissing ter zake genomen
wordt. Dit is dan echter niet te wijten aan de
Radio-Omroep Controle-Commissie, doch aan
de omroepvereenigingen, die de teksten niet
tijdig genoeg inzenden, terwijl in vele geval
len in laatste instantie de schuld ligt bij de
sprekers zelf.
Wat betreft de opmerking, dat herhaaldelijk
niet is in te zien, waarom het verbod wordt
gedaan, merkt de minister op, dat de Radio-
Omroep Controle-Commissie op een daartoe
strekkend verzoek van de omroeporganisaties
steeds een motiveering van een verbod geeft.
Vrijwel in geen enkel land ter wereld geniet
de omroep op het gebied der uitzendingen
in het bijzonder op dat der politieke uitzen
dingen zulk een vrijheid als in Nederland:
deze vrijheid is echter alleen bestaanbaar bij
feen behoorlijk toezicht van overheidswege.
succes met
Dit schreef de directeur van
een Berlijnsche winkelzaak in
een textiel-tijdschrift na zijn
advertentie-campagne in cou
ranten ter gelegenheid van het
50-jarig jubileum van zijn zaak.
Hij vertelde hoe hij na een paar
dagen adverteeren in couranten
door zijn voorraad heen was,
hoewel hij zeer rijkelijk had
ingekocht. Na voor aanvulling
te hebben gezorgd, adverteerde
hij drie dagen later weer. Met
hetzelfde resultaat. Het publiek
stroomde zijn winkel binnen.
Velen vroegen zelfs met de
advertentie uit de courant in
de hand naar een bepaalde
stof.
Fraaie slot bewonderd.
Prinses Juliana en prins Bernhard
hebben Vrijdag de lunch gebruikt in
de groote eetzaal van hotel „Bristol"
te Weenen. In den middag begaf het
vorstelijk paar zich naar Schoenbrunn
het vroegere keizerrijke lustslot, waar
het geruimen tijd vertoefde. Met
groote belangstelling bezichtigden de
hooge bezoekers de onderscheiden ver
trekken, met name de feestzalen, het
vertrek, waar keizer Napoleon I lo
geerde de kamer waar zijn zoon de
hertog van Reichstadt overleed, en
die waar keizer Frans Jozef I in zijn
soldatenbed stierf. Na twee en een
half uur keerde het vorstelijk echt
paar voor het gebruiken van de thee
naar zijn hotel terug.
Des avonds bleef Prinses Juliana op haar
kamer rusten. Prins Bernhard begaf zich naar
het vermaarde Theater an der Wien, voor het
bijwonen van de avondvoorstelling van het
blijspel „Krach im Hinterhaus".
Na afloop hiervan hebben de prinses en
de prins, in gezelschap van twee dames en een
heer gesoupeerd in het onder hun hotel ge
legen restaurant Dubarry.
Uitbreiding en verlenging
Crisispachtwet.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een wets
ontwerp tot wijziging der Crisispachtwet 1932.
In dit wetsontwerp wordt voorgesteld, de
werkingssfeer der Crisispachtwet uit té brei
den tot overeenkomsten, aangegaan tusschen
3 Januari 1932 en 1 Januari 1937 en haar duur
te verlengen tot 1 Januari 1943.
MET EEN DOLK GESTOKEN.
Dader tot vier jaar gevange
nisstraf veroordeeld.
De Middelburgsche rechtbank veroordeelde
den 22-jarigen werkman J. G. M. uit 's Heer
Arendskerke, die op 13 December den 27-jari-
gen M. uit 's Gravenpolder in een café te Goes
met een dolk heeft gestoken, tengevolge waar
van deze is overleden, tot vier jaar gevange
nisstraf. De eisch was zeven jaar.
Hoogeveen 's
Automobielbedrijf N.V,
Uitsluitend Ged. 0. Gracht 66
Expositie
van de 1937 modellen
De Soto Graham
Stalling, onderhoud, reparatie
Telefoon 16 8 8 1
(Adv. Ingez. Med.j
Maatregelen tegen ronselen.
Werkloozen, die naar Spanje willen, krijgen
geen paspoort.
De minister van Buitenlandsche
Zaken heeft volgens de Tel. aan de
Commissarissen der Koningin in de
diverse provincies een rondschrijven
gezonden waarin wordt verzocht, ten
einde zooveel mogelijk het ronselen
van Nederlanders voor een der strijd-
voerende partijen in Spanje tegen te
gaan, noch gratis, noch tegen betaling
een buitenlandsch paspoort af te ge
ven aan Nederlandsche werkloozen, die
in Spanje werk willen gaan zoeken of
van wie redelijkerwijs vermoed kaar
worde-n, dat zij in Spanje gaan dienst
nemen. Om dezelfde reden behoort ook
de verlenging van een vroeger uitge
reikt paspoort te worden geweigerd.
Beplanting van de Konings
laan te Soestdijk.
Vrijdagmiddag is een begin gemaakt met
de fraaie beplanting van de boordbedden
langs de Koningslaan de laan. welke recht
tegenover den hoofdingang van het paleis
Soestdijk naar de naald loopt. De Nederland-
sche Sierteeltcentrale heeft een groot aantal
bijzonder fraaie sierheersters en -struiken
kosteloos ter beschikking gesteld van het par
ticulier domein Deze worden thans langs de
Koningslaan geplant. Daar stonden vroeger
zware beukeboomen, welke wegens hun hoo-
gen ouderdom na den dood van de Koningin-
Moeder zijn gerooid. Daarna werden op deze
plaats lupinen geplant, welke op hun beurt
verleden jaar het veld moesten ruimen voor
den huidigen grasrand. Binnen korten tijd zal
ook deze rand verdwenen zijn en zal men de
fraaie sierheesters kunnen aanschouwen.
TWEEDE KAMER
DEN HAAG Vrijdag.
Nadat de Kamer op voorstel van den Presi
dent besloten had den heer Smeenk (a.r.)
toe te staan Minister Gelissen te inte-rpellee-
ren over diens weigering tot verbindend ver
klaring der ondernemersovereenkomsten in
het steenbakkersbedrijf en in het broodbak
kersbedrijf te Amsterdam en Rotterdam, kon
Minister Colijn zijn gisteren aangevangen re-de
voortzetten.
Allereerst behandelde hij de bestuurswisse
ling en wel de op den vorigen G. G. uitge
oefende kritiek. In dit verband herinnerd? hij
aan z'n een jaar geleden reeds, bij wijze van
voorloopigen balans, aan Excellentie De Jonge
~ebi-acbte lof: „hij heeft zich verdienstelijk
gemaakt tegenover het vadeidand". Aldus, Mi
nisters slotsom, die ten aanzien van den
nieuwen landvoogd opmerkte, dat wat hij tot
nu toe getoond heeft, wel schijnt te bevesti
gen, dat het een juiste keuze is geweest. Met-
opzet koos de Regeering iemand, die volko
men onbevangen staat tegenover allerlei
twistpunten met betrekking tot Indië.
Nu er veel meer gemeenschappelijke belan
gen aan de orde van den dag zijn (b.v. de
economische samenwerking) ligt het voor de
hand, dat het Plein zich meer met Indië be
moeit.
Over den economischen toestand merkte de
Minister op, dat in de laatste 100 jaar moeilijk
een tijdperk van 'n viertal jaren ware aan te
wijzen, waarin de economische zorgen in Indië
zoo groot waren, als in de afgeloopen periode.
Als men dit in acht neemt is het wonderbaar
lijk, zooveel als men van het bestaande heeft
weten te behouden. Met sprekende cijfers
toont de Minister aan, wat er zoo al gedaan is
voor behartiging van de belangen der inheem
sche bevolking.
Thans kan men inderdaad wel eenige licht
punten bespeuren, waarvan 't voornaamste is,
dat de teruggang tot staan is gekomen.
Zoowel de depreciatie van den gulden als de
op de wereldmarkt ingetreden verbetering
vormen de factoren, waaraan deze gunstigere
situatie valt toe te schrijven.
Of echter de stijging van de wereldmarkt
prijzen blijvend zal zijn, zal wel niemand met
eenige stelligheid durven voorspellen. Niet
vergeten moet men ook, dat een en ander te
vens in belangrijke mate afhankelijk is van
de handelspolitiek van het buitenland. Met dat
al is de Minister wel bereid aan te nemen, dat
ten deele de vooruitgang een blijvend karak
ter zal hebben, wat o.m. gezegd ka,n worden
dank zij de rubberrestrictie.
Stijging van koopkracht, daardoor grootere
invoer, waarvan de schatkist weer zal profi
teer en kan men zoodoende wel in 't ver-schiet
bespeuren. Intusschen moet erkend, dat er
met name op Java b.v. in de suikerdistric
ten toch nog van kommervolle omstandig
heden der inheemsche bevolking gesproken
moet worden. Daar is verder de tabak, waar
van liefst 50 pet. naar één enkel land
Dui-tschland gaat, wat zeker niet zonder
risico's te achten valt, aangezien men daar
over elk jaar opnieuw moet onderhandelen.
Met- een gematigd optimisme treedt- de Minis
ter de vooruitzichten tegemoet aldus de slot
som van zijn schets der economische situatie.
Wat de economische samenwerking tus
schen Indië en Nederland betreft is zoowel bij
Regeering als Kamer het willen aanwezig,
doch omtrent de grenzen van 't bereikbare op
dit oogenblik bestaat verschil van inzicht. Dit
is echter wel gewichtig: waar de wil bij allen
aanwezig is, zal de ervaring wel uitwijzen
waar bedoelde grenzen liggen.
De Minister gaf toe. dat de textielindustrie
in Twenthe ongetwijfeld gebaat is geworden
door de met 't oog hierop getroffen contin-
genteeringsmaatregelen in Indië. Maar als
Twenthe door verruiming van afzetgebied
buiten Indië, z'n productie van de hand zou
kunnen doen, zou dat toch weer van invloed
zijn op de industrialiseeringsmogelijkheden
in Indië zelf. Ziet daar met een enkel voor
beeld, hoe allerlei factoren bestaanbaar zijn,
die op dit oogenblik niet mogelijk maken van
één vast plan uit te gaan.
Het handelsverdrag van Londen van 1824
en het Sumatra-tractaat van 1871 zouden
moeten verdwijnen, wilde het mogelijk wezen
van Indië en Nederland een tolgebied te ma
ken. want door die verdragen heeft Enge
land op het stuk van tariefrechten eenzelfde
positie als Nederland. Opzegging dier trac-
taten is niet doenlijik, omdat ze ook zekere
grensbepalingen inhouden.
Het straks van Indië te ontvangen indus
trialisatie-schema zal natuurlijk in 't licht
van de samenwerking tusschen Indië en Ne
derland bezien moeten worden.
Indië's financieele
toestand.
Ook in den financieelen toestand in Indië
ziet de Minister wat meer licht. De eerste
mijlpaal, die van niet-toeneming der schuld,
is bereikt. Het tekort op den gewonen dienst
is geraamd op 26 millioen gulden, plus nog
ruim 3 millioen, die in de herberekening der
pensioenen zijn prijs gegeven. Doch er zul
len nu weer nieuwe uitgaven aan de orde
moeten komen b.v. in verband met de we
deropleving in de bedrijven. Zoo uitbreiding
van het kantoor van den Arbeid; voorts al
licht toeneming van defensie-uitgaven,
Als de Minister nu let op wat er allemaal
bijkomt, berekent hij, dat. om geen tekort te
krijgen, de inkomsten met 71 millioen boven
wat ze nu opleveren, zullen dienen te stijgen.
In dit verband stipte Dr. Colijn aan, dat er
aan het weduwen- en weezenfonds zooveel
ontnomen wordt, dat er jaarlijks 29 millioen
noodig is, om het gat te stoppen, dat zich
thans voordoet tengevolge van het stoppen
van het gat in de pensioenfondsen.
Ziet hier meteen de verklaring van 's Mi
nisters opvatting, dat de herberekening der
pensioenen bij den huidigen financieelen
toestand wel degelijk geboden is en dat dus
terugkomen op de pensioenkorting verkeerd
ware.
Dr. Colijn acht het tijdverlies tenig te ko
men op het eenige jaren geleden hier ge
voerde debat over de vraag, of aantasting
van pensioenen oirbaar is.
Intusschen aanvaardt de Minister, de gis
teren doorDr. Moller getrokken conclusie, dat
men bij de uitreiking van de pensioenacte
aan den gepensionneerde niet zeggen kan,
dat onder alle omstandigheden met dien ge
pensionneerde afgerekend is.
Uitgangspunt nu van den Minister,
t.o.v. de kwestie der herberekening
van de pensioenen is, dat de finan
cieele nood nog steeds zoo nijpend is.
dat. als we niet midden in 'n Grond
wetsherziening zaten en de alge
meene verkiezingen niet vlak voor
de deur stonden, hij uit verwerping
van hei herberekenings-ontwerp de
conclusie zou trekken, dat hij heen
zou moeten gaan. Nu de tijdsomstan
digheden hem beletten het wapen der
portefeuille-kwestie te hanteeren.
maakt dit z.i. de verantwoordelijk
heid der Kamer niet lichter doch
zwaarder!
Na dit zwaar geschut in stelling te hebben
gebracht, zette de Minister nader de billijk
heid van ae herberekening uiteen, gezien de
zeer verschillende salaris-besluiten en pen
sioen-schalen. Daardoor doen zich zeer ver
gaande tegenstellingen voor. Het ergerlijkste
is. dat degenen, die 't slechtst behandeld
worden de militairen juist den zwaar-
sten diensttijd hebben doorgemaakt-.
Midden in den loop van een begrootings-
jaar te zeggen: „4 millioen komt er niet op
aan", vindt de Minister onverantwoordelijk.
Overigens bleek -hij tot één, kleine, concessie
bereid en wel tot wijziging van 't herbereke-
ningsontwerp aldus, dat de daarin voorko
mende datum van 1 Januari 1940, tot welken
de veranderde pensioenkorting zou voortdu
ren, te stellen op 1 Januari 1939.
Na verklaard te hebben, dat hij er niets voor
voelde het tijdelijk uitvoerrecht van 270 (dat
15 maanden zal duren)een blijvend karakter te
geven, kwam Dr. Colijn nog op eenige politieke
punten. Hierbij besprak hij de positie der Indo-
Europeanen, die van de N.S.B. —welke men
daar. ook volgens den nieuwen G. G., niet mag
beoordeelen naar wat men er hier te lande van
ziet en tenslotte de inheemsche volksbewe-
gnig. Steeds grootere deelneming van de in-
heemschen aan het bestuur van Indië, acht
de Minister juist zeer goed ten einde op nuttige
wijze de intellectueele krachten aan te wenden
De Regeermg moet zorgen voor geschikt en
voldoende onderwijs, opdat de inlandsche
krachten voor hun functies in staat en maat
schappij een geschikte opleiding krijgen
Overigens zullen sommige inheemsche intellec-
tueelen goed doen. wat geduld aan den da°- te
leggen, hetgeen eveneens geldt t.o.v. de voor
standers van „ontvoogding van Indië". De 37
volksgroepen vormen nog bij lange na geen
eenheid: zij moeten nog naar elkaar toe
groeien. Plaatselijk burgerschap is van belang.
Men is omgekeerd begonnen, n.l. met een
bovenbouw zonder dat er voldoende onderbouw
was.
u D^4. autonomie, die men aan Indië gegeven
heeft, ls spraktisch niet veel meer dan auto
nomie aan een dikke ketting. De Minister acht
beter grootere autonomie op beperktere ge
bieden en daarnaast reserveering van een
aantal door Nederland te beslissen onderwer
pen. Zoodra de gelegenheid gunstig is voor her
ziening der Indische maatregelen zou Dr
Colijn dien weg bewandeld willen zien.
Na de rede van Minister Colijn, die o.m. den
Mangkoe Negoro met gemalin en dochter onder
zijn gehoor had werd er gerepliceerd. Hierbij
diende Ir. Cramer (s.d.) een motie in, welke
verhoogmg van het extra-uitvoerrecht van 2
op 4!',; beoogde; voorts hoorden we den heer
v. P o 11 (r.k.) verklaren, dat hy tegen het ont
werp i.z. herberekening der Indische pensioe
nen zal stemmen.
Voorts zij aangeteekend, dat Jhr. Mr. de
Geer (c.h.) voor volledige toekenning van
het mterpellatierecht aan den Volksraad een
vurig pleidooi voerde, dat door zijn fractie
genoot v. Boetzelaerv. Dubbeldam en
door den heer v. Dijk (a.r.) bestreden werd.
Laastgenoemde wil zelfs bij wijze van amen
dement uit de door de betreffende Kamercom
missie voorgestelde conclusie i.z. het interpel-
latierecht het verzoek aan de Regeering, om bij
'n eerstkomende herziening van de Indische
staatsregeling mede dit recht daarin te be
trekken, doen schrappen. Mr. Wendelaar
(lib.) handhaafde de bezwaren zijner fractie
tegen het herberekenings-ontwerp en sprak
de verwachting uit, dat de Minister nog wel 'n
middel zal vinden om het zonder dit ontwerp
te kunnen stellen. Ook Mr. Jo ekes (v.d.) zal
met z'n fractiegenooten tegenstemmen; onder
deze omstandigheden is verwerping vrijwel
zeker, tenzij slechts zeer enkele katholieken 't
standpunt v. Poll zouden deelen.
Minister Col ij n kon het grootere optimisme
door deze sprekers met betrekking tot de fi
nancieele vooruitzichten aan den dag gelegd,
niet deelen. De financieele toestand in het al
gemeen is niet van dien aard. dat men terug
kan komen op de aanvankelijk aangebrachte
bezuinigingen. i
v. R.
Het Nederlandsche Reddingswezen
is opnieuiv ernstig getroffen, toen
dezer dagen, tijdens een herha
lingsoefening twee koene redders
het leven liéten.
Opnieuw staan icij stil bij het
edele en verheffende werk der be-
scheidenen. die nooit aarzelen,
wanneer menschenlevens in ge
vaar verkeeren; wanneer de zee
offers eischt
(Van een bijzonderen medewerker).
Nederland is een land der zee en wij Ne
derlanders weten beter dan wie ook, dat de
zee altijd haar gevaren heeft gehad voor wie
haar bevaren, maar daarnaast weten wij dat
ons land vele stille werkers bezit, die tezamen
het Nederlandsche Reddingswezen uitmaken
en die steeds weer van zich doen spreken.
Het zijn bescheiden werkers, ondanks het
feit dat hun optreden telkenmale met direct
levensgevaar gepaard gaat. En hoe diep
ernstig zij hun werk opvatten, blijkt uit de
periodieke herhalings-oefeningen die eenmaal
per drie Qiaanden worden gehouden om het
materiaal te toetsen en die thans weer twee
menschenlevens eischten.
Twee menschen, die als het ware bij hun
pogingen om „paraat te blijven" voor oogen-
blikken dat anderen in gevaar verkeeren, hun
leven lieten bij het nobelste en verheffendste
werk dat als vak kan worden uitgeoefend.
Nog een paar dagen geleden werden wij op
andere wijze herinnerd aan de prestaties van
een stil werker, den grooten redder Jan Bijl die
op 79-jarigen leeftijd in Den Helder overleed
na in zijn woelig leven niet minder dan 262
menschenlevens te hebben gered; een men-
schelijk en edel record! Hij was in den waren
zin des woord een koene zeeheld, hij die met
mannen als Dorus Rijkers en Coen Bot het
puikje vormde van ons Nederlandsche Reddings
wezen. En het werk van Jan Bijl was niet on
opgemerkt gebleven: met eere droeg hij de
orde van Oranje-Nassau; hij bezat de zilveren
en de bronzen reddingsmedaille van H.M. de
Koningin, het Zilveren Kruis van Oostenrijk
en de Zilveren medaille van Engeland; zij ge
tuigden van zijn vele heldendaden, waarop
Jan Bijl nooit prat ging, maar die hij als de
gewoonste zaak der wereld beschouwde.
262 Menschenlevens werden door hem ge
red. Menschen van verschillenden rang. stand
en geloof. Van verschillende nationaliteit ook.
Voor Bijl waren het slechts menschen-in-nood
en daarvoor werden de verwoestende elemen
ten steeds weer getrotseerd. Da ai-voor trok de
vlet met een man of tien er op uit en worstel
den de riemen tegen de branding. Meer dan
zestig jaar lang heeft Bijl gevochten tegen de
golven die anderen en hemzelf belaagden en
hij sleet zijn laatste jaren, gesteund door het
Dorus Rijkersfonds met een klein pensioentje.
En nauwelijks was de begrafenis te Huis
duinen achter den rug en hadden vele trouwe
makkers ..Opa" ten grave gedragen of opnieuw
bracht een droevige gebeurtenis ons het red
dingswezen in herinnering: de zee eischte
twee slachtoffers, ditmaal uit Zandvoort, die
bij een oefening hun leven lieten in de mee-
doogenlooze golven.
De gevaren der zee zijn legio. En in vroeger
jaren, toen men zich daartegen nog minder
kon wapenen, in tijden, dat de kompasnaald
nog niet was uitgevonden, waagden onze voor
vaderen eveneens hun leven, wind en woeste
golven ten spijt.
En later, met het kompas en met de vele nau
tische instrumenten die evenvele hulpmidde
len werden, leek het wel of de zeevaarders ook
meer waagden, of zij zich veiliger gevoelden.
En noch de grootere schepen, waarvan men
zich kon bedienen, noch de meerdere kennis
en ervaring waarover men beschikte, vermocht
het de zeevaart tot een ongevaarlijk beroep
te maken. Het zeil werd vervan-gen door de
stoomkracht; houten schepen verdwenen en
stalen kwamen er voor in de plaats; de geva
ren bleven onverminderd bestaan.
In den regel zijn die gevaren voor een schip
grooter wanneer het zich dicht bij de kust be
vindt dan midden op zee.
Dan is de zandige kust, met haar vele on
diepe plekken een groot gevaar, dat doorgaans
menschenlevens kost. Geraakt het schip op een
zandbank, dan eerst krijgen de machtige gol
ven hun kans om met alle kracht het schip te
beuken en te vernielen.
Een andere vijand ter zee is de mist. Zij is
het. die de kans op aanvaringen grooter maakt
wanneer het zich belemmerd wordt. Dan wor
den de reddingspogingen eerst recht bemoei
lijkt.
Van het groote aantal gevaren en daardoor
ontstane reddingspogingen getuigt het ge
denkboek van de Noord- en Zuid-Hollandsche
Redding-Maatschappij, dat een paai- jaar gele
den werd uitgegeven. Niet minder dan 39
redders van deze maatschappij vinden in de
eeuw van haar bestaan den dood in de golven,
wanneer zij zich voor hun zware taak in zee
begaven en daarna is die lijst van dapperen
nog anstwekkend gegroeid. Ook deze week
werden er weer twee namen aan toegevoegd
Maar de resultaten van hun werk vormen
de troost welke aantoont dat hun levens en
hun reddingswerk niet vergeefs was. In die
zelfde eeuw werden 5110 schipbreukelingen
gered en ook dat aantal is nadien nog aanmer
kelijk grooter geworden.
Niet zoodra klinkt het S.O.S.-sein of er wordt
aangepakt. Zwemvesten worden aangegord, de
boot wordt in zee gerold en van eenige aarze
ling. ongeacht welke de omstandigheden zijn
waaronder de redding moet geschieden, is nog
nooit sprake geweest-. Men tracht het zinkende
schip te naderen en haalt de menschen die in
levensgevaar verkeeren van boord en brengt
ze aan den wal en wanneer bij den eersten
keer niet iedereen gered is, dan vertrekt de
boot opnieuw en het is meer dan eens voorge
komen dat men vijf- of zesmaal zee koos tot de
laatste man aan wal was gebracht.
Verheffend is het werk van onze redders, die
nooit versagen. Nieuwe uitvinden en de steeds
voortschrijdende techniek mogen onze in
dustrieën en onze werktuigen verbeteren, de
zee blijft onveranderd haar gevaren behouden
en het is de ouderwetsche moed en volharding
die onzen redders kenmerkt, die hen siert van
eeuw tot eeuw, onveranderd
Slechte achterverlichting
eischt een doode.
Op den rijksweg BredaTilburg is Vrijdag
avond onder Huiten, in de gemeente Gilze een
personenauto, bestuurd door den heer Sch.
uit Tilburg tegen de achterzijde van een rechts
van den weg stilstaanden tractor en aanhang
wagen van de firma Leijten uit Tilburg ge
reden.
De heer Sch. werd zoo ernstig gewond, dat
hij enkele uren later is overleden.
De overige inzittenden van den personen
auto en die van de tractor kregen geen letsel.
De personenauto werd zwaai- beschadigd.
De marechaussee stelt een onderzoek in
naar de oorzaak van het ongeluk. Naar alle
waarschijnlijkheid is deze gelegen in de slechte
achterverlichting van den tractor met aan
hangwagen.