Stilstaande auto's op den Zeeweg. Een droeve plechtigheid MAANDAG 15 FEBRUARI 1937 HAAELE M'S DAGBLAD 13 BLOEMENDAAL Komt er een verordening? De meeningen zijn verdeeld. B. en W. schrijven aan den Raad: Naar aanleiding van het voorstel van den heer Bouvy, tot het vestigen van een par- keerverbod of een verbod om zich in donker op den Zeeweg 'buiten noodzaak in een stil staande auto te bevinden, zijn pogingen ge daan om een redactie te vinden voor een be paling in de politieverordening!, aan de hand waarvan het mogelijk zou zijn, tegen de door den heer Bouvy bedoelde ongewenschte toe standen krachtig op te treden. Het op den weg stilstaan met auto's die niet verlicht zijn, is uit een oogpunt van ver keersveiligheid strafbaar gesteld in het Motor en Rijwielreglement. Aangezien de voorgestelde bepaling niet ten doel heeft de vrijheid en veiligheid van het verkeer te bevorderen, zal aan een parkeer verbod na het invallen der duisternis geen verbindende kracht worden toegekend. Van een bepaling, steunend op de Motor- en Rijwiel wet, zal dan ook moeten worden afgezien. Meer kans van slagen heeft een bepaling, analoog aan een voor 't strand geldende be paling in de gemeente Zandvoort. welke zou moeten luiden aldus: /Onverminderd het bepaalde bij art. 239 van het Wetboek van Strafrecht, is het ver boden in op of aan den openbaren weg zich bevindende motorrijtuigen of andere voer tuigen op voor de eerbaarheid aanstootelijke wijze met, op, of tegen een ander persoon te liggen of te zitten". Aan de hand van een bepaling als de voren- vermelde bestaat de mogelijkheid, paal en perk te stellen aan de handelingen, die men wil tegengaan. De Raad zal moeten beslissen, ten eerste, of bedoelde handelingen dermate aanstoot wekken, dat een ingrijpen der politie geboden is en ten tweede, of de ernst van de kwaal het voorgestelde geneesmiddel wettigt. Bij de behandeling van deze aanvulling der politieverordening in de Commissie voor de Strafverordeningen verklaarde de voorzitter, dat hij niet wil ontkennen dat er misstan den zijn. maar dat de toepassing van een dergelijke verbodsbepaling, als wordt voorge steld, voor de politie buitengewone moeilijk heden zal medebrengen, daarbij opmerkende, dat de gevolgen van een mistasten der politie in dezen veel ernstiger zijn dan bij eenige andere overtreding, omdat een bekeuring wegens een overtreding van een voorschrift betreffende de openbare zedelijkheid voor betrokkenen een wel zeer grievend karakter heeft en het onderzoek alleen reeds, aan een controle voorafgaande, veel aanstoot geven zal. De meeningen in de Commissie voor de Strafverordeningen waren overigens verdeeld Er was een lid dat zich vóór- en een lid dat zich tegen de voorgestelde aanvulling ver klaarde. terwijl de beide andere-leden slechts schoorvoetend mede zouden kunnen gaan met het opnemen van een artikel als voren- vermeld in de politieverordening. Nadien werd door een der laatstgenoemde leden voorgesteld in het nieuwe artikel de woorden, volgende o'p „voertuigen" te ver vangen door de woorden: „zich te bevinden in een toestand, voor de eerbaarheid aanstoote- lijk". Het is niet aan te raden dit amendement aan te nemen, omdat de Ambtenaar van het Ministerie in zijn dagvaarding geen toestan den, doch in ieder geval bepaalde feiten zal moeten stellen, die strafbaar zijn. Bovendien zijn de bewoordingen, in de door den burgemeester voorgestelde redactie, aan de practijk getoetst, wat voor een dergelijke moeilijke materie van groot gewicht is. B. en W. staan op .het standpunt, dat er evenveel voor als tegen*-de voorgestelde aan vulling is te zegen. CONVERSIE-VOORSTELLEN. B. en W. doen den Raad de volgende voor stellen: le. Met 1 Juni extra af te lossen de op dien datum nog resteerende bedragen van f71.500 van de 4 pet. geldleening, groot f84.000, aan gegaan met de Levensverzekering Maatschap pij „Oude Haagsche van 1836" te 's-Graven- hage en f134.500 van de 4 pet. geldleening, groot f 158.000, aangegaan met de Vereeniging „Pensioen-Risico" te Amsterdam. 2e. Met de Spaarbank van het Departement Groningen der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, te Groningen, een geldleening aan te gaan, groot f 206.000, tegen een rente van 31'. pet. 's jaars en pari-koers. 3e. Het raadsbesluit van 23 April 1936, waar bij werd besloten tot het aangaan eener 4 1/8 pet. geldleening groot f 762.600, met de Natio nale Levensverzekering-Bank N.V. te Rotter dam, zoodanig te wijzigen, dat inplaats van de rente van 4 1/8 peet. van 15 Mei 1937 af wordt gelezen 3 12 pet., onder voorwaarde, dat op laatstgemelde datum aan genoemde Levens verzekering-Bank wordt voldaan een vergoe ding van f7.526.— gelijkstaande met 1 pet. van het dan nog resteerende bedrag ad f752.600.— der leening, plus 1/4 pet. provisie, zijnde f 1.881.50 van bedoeld restant-leenings- bedrag, wegens renteverlaging. VERORDENING SCHEIDSGERECHT AMBTE NAREN VAN POLITIE. De verordening, welke in de Raadsvergade ring van 19 October 1933 ter voldoening aam het bepaalde in artikel 223, 3e lid der Ge meentewet werd vastgesteld, bevatte in arti kel 35 een algemeene bepaling ten aanzien van het Georganiseerd Overleg en in de artikelen 36—55 een regeling' betreffende de samenstel ling, bevoegdheid en werkwijze van het scheidsgerecht. Naar het oordeel van den Minister van Bin- nenlandsche Zaken, medegedeeld in den brief van den Commissaris der Koningin in de pro vincie Noord-Holland, van 28 Februari 1935, behooren deze bepalingen in deze verordening niet thuis, aangezien het daarin geregelde berust op de Ambtenarenwet 1929 en niet op artikel 223, 3e lid der Gemeentewet. In ver band daarmede zijn in de nader vastgestelde verordening de genoemde bepalingen wegge laten en is het thans noodig ze in een afzon derlijke verordening vast te leggen, althans wat de bepalingen omtrent het scheidsge recht betreft. B. en W. stellen den Raad voor, een ont werp-verordening te bekrachtigen. De inhoud daarvan is geheel gelijk aan de oorspronke lijk vastgestelde bepalingen, waaromtrent des- I tij ds het gevoelen van de Commissie voo>' Ge organiseerd Overleg is ingewonnen. j Het Tinholt-Huis te Bloemendaal. Meer bezoek gewenscht, vooral in herfst en winter. Het is al heel wat jaren geleden, dat de heer Bernink. hoofd der school te Dene kamp op bescheiden wijze een museum stichtte, dat in den loop der jaren is ge groeid tot het uitgebreide museum .JNatura docet" en dat wijd en zijd bekend is. In onze onmiddellijke nabijheid ontwikkelt zich, als wij het goed zien, een dergelijk pro ces met het Tinholt-Huis. En ook hier is het weer een schoolhoofd, wiens naam aan de stichting is verbonden. Velen hadden de mooie verzameling natu- ralia van den heer Tintholt liever in het dorp gezien en b.v. verbonden aan een school. De heer Tinholt toch wilde het kind in contact brengen met de natuur en dit door zelfwerkzaamheid en eigen waarnemen be vorderen en zoo ontstond een verzameling vooral op het onderwijs betrekking hebbend. Zooals nu de toestand is. vinden wij het beter. Hier toch, vlak bij de Ruïne van Brede- rode, kan het in de toekomst met dit tot de verbeelding sprekende gebouw, een aantrek kelijk punt worden voor een veel grooter publiek. Om het maar eens heel gewoon uit te drukken: bezoekers van ons mooi Kenne- merland slaan twee vliegen in een klap. Het museum moet evenwel kunnen leven en dit zal afhangen van de belangstelling van het publiek. Toi stand gekomen zonder eenig subsidie van een openbaar lichaam mag het museum ■geen zorgenkindje blijven. De Commissie van Beheer doet alles, om de stichting aantrekkelijk te maken. De entree-prijzen zijn buitengewoon laag. Een jaarabonnement kost ook een klein bedrag. Van deze bedragen eischt de gemeente Velsen 20 pet. vermakelijkheidsbelasting. Wij hebben den indruk, dat deze te zijner tijd wordt kwijt gescholden met het oog op het mooie opvoedende werk, dat hier wordt verricht. Wij hebben ons licht eens opgestoken bij de heeren Tinholt en Hoenderdos over den gang van zaken en met den laatsten een rondgang gemaakt door het museum. Het museum is alle dagen geopend en in den zomer hebben twee dames er gewerkt. Gedurende den zomer kwamen er in 8 we ken 7000 bezoekers, waaronder veel school klassen. Dat was zoo kwaad dus niet. Maar dezen winter is het stil geweest, te stil voor een bevredigenden gang van zaken. Het lijkt ons, dat juist in den herfst en win ter een bezoek van schoolklassen zeer aan te bevelen is. Een uurtje in dit niet overstelpend museum is een prachtige les in de natuurlijke historie en geeft een aangename verpoozing voor de jeugd in de lange wintermaanden. In den loop van den herfst is de centrale ver warming tot stand gekomen. „Of het museum gegroeid is?" vroegen we. Het is inderdaad gegroeid en het groeit nog steeds. Belangstellende bezoekers hebben thuis het een en ander en staan dit gaarne af. Zoo heeft de heer Roeleveld uit Utrecht de collectie vogels aangevuld en exemplaren in bruikleen gegeven. Als het museum ze zelf heeft, gaan ze weer terug. „Ja", zegt de heer Hoenderdos trots, „we. hebben zooveel geschenken ontvangen, dat vele afdeelingen meer dan verdubbeld zijn." Telkens komen er nieuwe dingen, die ordend moeten worden en beter opgesteld. Bij ons bezoek was men druk bezig met een groot aquarium voor onze geheimzinnige zee bewoners. Een betere plaatsing van de insec t-en staat op het programma en nog veel meer. „Maar", zegt de heer Hoenderdos, „de inrich ting moet zich zelf bedruipen en hoe meer be zoekers er komen, hoe meer we kunnen doen. Ook een eventueele uitbreiding moet de stich ting zelf betalen. Ruimte is er genoeg". Door het lidmaatschap van de Ver. van Ned. Musea, kan de stichting nu ook voorwerpen uitwisselen. Als wij met den heer Hoenderdos een rond gang maken langs het insectarium, de vogels, fossielen, schelpen enz. enz., dan zien wij in derdaad, dat hier iets groeit, dat de publieke belangstelling ten volle verdient. Tandheelkundige Inrichting voor den Middenstand Rijksstraatweg 25 Minimum - tarief HAARLEM -N. f 35Geheel gebit t.o. h. Oude Raadhuis Trekken inbegrepen (Adv. Ingez. Med.) AANVULLING-VERORDENING OP AARD VAN BEBOUWING VAN GRONDEN B. en W. stellen den Raad voor. vast te stel len een verordening tot aanvulling der Ver ordening tot vaststelling van voorschriften met betrekking tot zoowel den aard van de bebouwing ais het gebruik van gronden, in de bebouwde kommen der gemeente gele gen. In deze aanvullende verordening zullen dan worden ingevoegd de namen der nieuwe wegen: Joan Mauritsplein, Mauricialaan, Pernambucolaan, Recifelaan, Rio Grandelaan Vrijburglaan (Oost- en westzijde), de Waal Malefijtlaan, Willem de Zwijgerlaan. UITBREIDING VAN DE BEBOUWDE KOMMEN BLOEMENDAALOVER VEEN. B'. en W. stellen den Raad voor, te besluiten, de reeds vastgestelde en goedgekeurde be bouwde kommen Bloemendaal-Overveen uit te breiden met het gedeelte, omgeven door ten Zuiden: de spoorbaan OverveenZand voort en verder: van het viaduct over de Zanderij vaar t, de gemeentegrens Zandvoort- Bloemendaal; ten westen; het pad, dat, ach ter de buitenplaats Duinlust om, van den Zeeweg naar Kraantjelek voert en ten Noor den: den Zeeweg en de Spoorlaan. HET UITBREIDINGSPLAN RIJNEGOM— OOSTERDUIN Naar aanleiding van een brief van de Vaste Commissie voor Uitbreidingsplannen in Noord-Holland, waarbij in overweging wordt gegeven een wijziging van liet uitbreidings plan Rijnegom—Oosterduin te bevorderen, zoodanig dat de geprojecteerde wegen aan sluitende gedeelte van de gemeente Haarlem stellen B. en W. den Raad voor. voorloopig vast te stellen een partieele herziening van het uitbreidingsplan der gemeente voor gronden in de parken Rijnegom en Oos terduin. Overwogen is. dat door de voorgestelde wij zigingen een betere verbinding tot stand ge bracht kan worden tusschen Aerdenhout en Haarlem, terwijl als gevolg daarvan de ge projecteerde weg in het verlengde van de Spiegelenburchlaan (tusschenn Rijnegom- laan en Zandvoorterweg) zonder bezwaar kan vervallen. üe groote bela: ;slelling op de begraafplaats van Zandvoort bij de begrafenis van slachtoffers van het ongeval met de reddingboot. DE GRONDEN VAN MARIëNBOSCH. Ingekomen is een verzoek der N.V. Mij. tot beheer en exploitatie van onroerende goederen „Mariënbosch" om vaststelling van een afzonderlijk uitbreidingsplan voor haar terrein. Naar aanleiding van dit verzoek doen B. en W. opmerken, dat reeds eenige jaren ge leden door de Vaste Commissie voor uitbrei dingsplannen in Noord-Holland op het ma ken van een algemeen plan voor de geheele gemeente is aangedrongen en dat toen, om tot een algemeen plan te komen, een z.g. be stemmingsplan is gemaakt, dat in de verga dering van de Vaste Commissie voor Uit breidingsplannen van 23 October 1934 en vermoedelijk in een later gehouden verga dering in behandeling is genomen. Op dit bestemmingsplan werden de gron den van Mariënbosch en omgeving reeds aangegeven als gebied, dat in de naaste toe komst voor bebouwing in aanmerking dient te komen. De Vaste Commissie voor Uitbreidingsplan nen heeft echter aan B. en W. bij schrijven van 22 Februari 1935 o.m. doen weten, dat er „ernstig bezwaar bestaat tegen bestemmen „tot bebouwing van het gebied bezuiden „Aerdenhout (Mariënbosch), dat met zijn „bijzonder mooi gezicht over weiland en op ..duinen een der bekoorlijkste gebieden langs den duinrand vormt". Omtrent het beloop van den door het Rijk aan te leggen grooten verkeersweg langs den duinvoet en door de duinen bestaat nog steeds geen zekerheid. Onder de gegeven omstandigheden is een goedkeurend advies van de Gewestelijke Commissie op een in te dienen uitbreidings plan voor Mariënbosch, in aansluiting op het uitbreidingsplan voor het Naalden veld, niet waarschijnlijk. INDIENSTNEMING OP ARBEIDSOVEREEN KOMST. B. en W. bieden den-.Raad ter vaststelling aan een- ontwerp van de verordening tot regeling van de gevallen waarin en voor waarden waaronder indienstneming op ar beidsovereenkomsten naar burgerlijk recht kan plaats hebben. B. en W. teekenen hierbij aan: Ten einde een duidelijk onderscheid te ver krijgen tusschen de tewerkgestelde werkloo- zen en hen, die in dienst der gemeente werk zaam zijn geven wij den Raad in overweging, bij aanneming de met de werkloozen aange gane overeenkomst op te zeggen en dezen een eenzijdig opgemaakt bewijs te verstrek ken dat zij tewerkgesteld zijn en dus niet in loondienst van de gemeente werkzaam zijn. De voornaamste reden, die er indertijd toe geleid heeft, met de tewerkgestelden een arbeidsovereenkomst aan te gaan. nl. te doen uitkomen, dat hier de verhouding werkge ver en werknemer niet bestaat, is door de „Werkloozenregeling" van 17 September 1936 komen te vervallen. Deze regeling toont nl. in tal van artikelen aan. dat de steun pri mair en het werk secundair is. De geldelijke uitkeerine is nl. steeds afgemeten naar ge lang van de behoeften van den tewerkge stelde en houdt met zijn werkprestatie geen rekening, terwijl ten overvloede artikel 5 der regeling, waarbij belanghebbenden 4 weken per jaar van de werkverschaffing worden uit gesloten het laatste spoor van een verhou ding werkgever contra werknemer uit- wischt. De vrees, dat de gemeente te eeniger tijd voor de tewerkgestelden ook nog pensioens- lasten zou moeten dragen, zoo artikel 3 der Pensioenwet 1922, daar al ooit aanleiding toe gegeven heeft, is bij de tegenwoordige redactie van aangehaalde „werkloozenrege- I ling" geheel denkbeeldig. INTREKKING VERORDENING. Aangezien politiebrancards hier niet meer gebruikt worden stellen B. en W. voor, in te trekken het raadsbesluit van 21 December 1922 tot vaststelling van een „Reglement op het gebruik der Politiebrancards in de ge meente Bloemendaal". RAADSVERGADERING Er wordt een openbare vergadering van den Raad der gemeente Bloemendaal gehouden op Donderdag 18 Februari as. te 14 ure (des namiddags 2 uur) in het Raadhuis te Over veen. De agenda luidt als volgt: 1. Onderzoek geloofsbrieven nieuw inko mend raadslid. 2. Ingekomen stukken. 3. Verleening voorschot ex art. 103 L. O. wet 1920 aan de bijzondere scholen voor L. O. en U. L. O. 4. Vaststelling vergoedingen ex art. 101 L.O. wet 1920 over 1934. Vaststelling verordening op de arbeids overeenkomsten 6. Vaststelling van de verordening tot rege ling van het politiescheidsgerecht. 7. Voorloopige vaststelling herziening uit breidingsplan Rijnegom. 8. Voorstel tot uitbreiding der bebouwde kom van Overveen in verband met bebouwings voorschriften. 9. Definitieve vaststelling der verordening tot aanvulling der bebouwingsvoorschriften. 10. Voorstel tot aanvulling der Algemeene Politieverordening. 11. Intrekking van het Reglement op het gebruik der politiebrancards. 12. Converteering van geldleeningen. 13. Ontheffing van bepalingen der bebou wingsvoorschriften. 14. Voorstel tot huur van grond langs de Brederodelaan. ZANDVOORT Zandvoort draagt zijn redders ten grave. Woorden van troost en waardeering. Onder ongekend groote belangstelling werd Zaterdagmiddag op de Algemeene Begraaf plaats het stoffelijk overschot van de beide mannen die bij het omslaan van de redding boot het leven verloren, teraardebesteld. De schipper van de reddingboot, J. Mole naar. werd 't eerst grafwaarts gedragen. Op de schouders van de bemanning van de boot. maakte de schipper zijn laatsten tocht. De baar werd gevolgd door familie en vrienden en een groot aantal afgevaardigden van Zandvoortsche vereenigingen en van de be manningen der reddingbooten tusschen Den Helder en Hoek van Holland. Uit Zandvoort waren tegenwoordig: burge meester Van Alphen, wethouder v. d. Moolen en vele raadsleden, de plaatselijke commissie van de N.Z.H.R. Mij., de Werkliedenvereeni- ging ..Onderling Hulpbetoon", de Zandvoort sche Reddingsbrigade, de Zandv. Handelsver- eeniging en de Vereeniging voor Vreemde lingenverkeer. Van het hoofdbestuur van de N.Z.H.R.Mij. zagen we de heeren Van Tegelberg, voorz.. De Booy Sr., De Booy Jr., Hudig en Van Riel. De Züïd-Hollandche Reddingmaatschappij was vertegenwoordigd door den heer Drenth. Ook was aanwezig Jhr. den Tex, directeur der Mij. Nederland. Uit IJmuiden zagen we van de Plaatselijke Commissie de heeren C. Oud en J. Seyffardt en van het personeel der booten: schipper Westerwal, stuurman Stam, en Y. Cramer, lid van de bemanning. Uit Noordwïjk waren er: de heeren Van Beelen en Den Hollander van de pi. commis sie en de schipper en vele leden van de be manning der reddingboot. Uit Katwijk: de heer W. Taat van de pl. commissie, de schipper C. Jonker en eenige leden van de bemanning van de boot. Verder waren er afgevaardigden van de plaatselijke commissies en van de beman ningen der reddingbooten uit: Den Helder. Egmond. Scheveningen en Hoek van Hol land. Oude zeerobben, hun borst vol medailles, kwamen van heinde en ver om hun makkers de laatste eer te bewijzen. Stram stonden zij allen geschaard om het graf van hun makker, toen de kist neer daalde en de groeve met bloemen werd over dekt. Er waren kransen van het hoofdbestuur van de N.Z.H.R.Mij.. van de Z.-H,Mij. tot het redden van drenkelingen, van de Zandvoort sche Reddingsbrigade, van het Station IJmui den en vele andere. Burgemeester Van Alphen was de eerste die het woord voerde bij de groeve, als bur gemeester en als vooi-zitter van de plaatse lijke commissie. Zeer waardeerende woor den sprak hij over Molenaar als mensch en als schipper van de reddingboot Zich tot de familie richtend zeide hij: In dien het intense medeleven van geheel Zand voort voor u een hulp en troost is, dan zult ge u zeker st»rk genoeg voelen om uw leed te dragen. Spr. eindigde met de wooixïen: „Jan van Huig. wel zullen we jou eerlijke oogen niet meer zien. maar Zandvoort zal je nooit vergeten. Rust zacht". Namens het hoofdbestuur van de N.Z.H.R. Mij. sprak de voorzitter, de heer Van Tegel berg. Doch niet alleen namens de redding maatschappij. doch namens het geheele Ne- derlandsche volk sprak hij een woord van af scheid tot Molenaar, die tot een van de beste schippers der maatschappij had behoord. Spreker legde er den nadruk op, dat niet de schipper, maar het hoofdbestuur de verant woording droeg voor hetgeen er gebeurd was, omdat er was uitgevaren na overleg met den secretaris van het hoofdbestuur. De heer Meijerink sprak namens den Ned. Bond tot redden van drenkelingen. 'Vervolgens werden door Ds. Tromp, naar aanleiding van de twee laatste verzen van Psalm 27 woorden van troost en opbeuring gesproken. Deze tekst was hem in den mond gegeven door de vrouw en moeder, die thans haar schoonzoon en vroeger twee van haar eigen zoons had afgestaan. Nadat de heer Dijkstra met enkele woor den had gedankt voor de groote belangstel ling en de vele bewijzen van sympathie, was deze droeve plechtigheid ten einde. Een halve eeuw geleden Uil Haarlem's Dagblad van IÖÖ/ 15 Feb r uar i: Voor de werkloozen te Amsterdam werd sedert 11 Januari ontvangen f 1457 en uitgegeven f 1455. Gekocht werden 32449. ten geschenke ontvangen 9521 brooóen. Het bestuur genoot drie gulden 's weeks. namen, die stonden op de linten van de kranzen voor Jan van Huyg. stonden ook hier op de linten. Dezelfde afgevaardigden, die stonden om de groeve van Molenaar, stonden ook hier. De afstand tusschen schip per en rooeier. die nog voor enkele dagen be stond. was hier weggevallen. Ook Burge meester Van Alphen wees hierop in zijn toe spraak. Al was op verlangen van de familie Schuiten de schipper eerst weggedragen, de familie moest er van overtuigd zijn dat de afstand van schipper tot röeier voor de aan wezigen niet meer bestond Met ontroering in zijn stem sprak hij tot de familie, die een zoo groot verlies te dragen had. Hij bracht dank aan de vertegenwoordigers van de NZ.H.R.Mij.. die steeds gezorgd had den. dat het materiaal waarmee gewerkt moest worden uitstekend in orde was. Verder bracht hij dank aan den vertegenwoordiger van de Z.-H. Redding Maatschappij, aan de vertegenwoordigers van de stations van Scheveningen tot Den Helder en aan de le den van de Zandvoortsche Reddingsbrigade, die alles gedaan hadden, wat gedaan kon worden om de drenkelingen te helpen. Ver volgens richtte hij zich tot den heer De Booy Jr.. die als secretaris van het Hoofd bestuur den noodlottigen tocht meemaakte. Deze kreeg vervolgens het woord. Toen hij uit het water kwam, had hij tot den burgemeester gezegd, blij te zijn, dat hij dien tocht had meegemaakt. ..Het woord blij klinkt in dit verband erg vreemd", zoo zcide hij; „ik bedoelde dan ook dankbaar, omdat ik daardoor in staat was te constateeren dat er geen fouten wei-den gemaakt. Wel zijn we thans geslagen, maar niet verslagen en we zullen doorgaan op den in geslagen weg". Ds. Tromp sprak hierna, naar aanleiding van Job. 7 20 woorden van troost, woorden van opbeuring en vertrouwen niet alleen tot de familie, maar ook tot de roeiers, die. we tende dat hun lot in Gcds hand rust. ook een volgende maal weer vol vertrouwen zouden uitvaren. Namens de familie dankte de heer Meijer, zwager -van den overledene, allen voor hun. blijken van belangstelling en medeleven. UITGESTELD. In verband .met de begrafenis van de twee slachtoffers van het ongeluk met de redding boot werd de voorstelling van het Kindertoo- neel. die onder leiding van Herman Smits op Zaterdagmiddag in.Monopole zou plaats heb ben tot een nader te bepalen datum uitgesteld. HULDIGING. In verband met de zeer mooie prestaties, geleverd op de tournooien te Hastings en te Birmingham zal de heer L. Prins, lid van de Zandvoortsche Schaakclub Woensdagavond in het clubgebouw aan de Groote Krocht door het bestuur worden gehuldigd. CASTRICUM De nieuwe burgemeester. Is hartelijk door de bevolking ontvangen. Heden. Maandagmorgen, heeft de Castri- cumsche bevolking haar nieuwen burgemeester mr. C. A. F. H. W. B. van de Clooster baron Sloet tot Everlo een hartelijke ontvangst be reid. Langzaam bewoog de lange stoet zich naar den ingang van het kerkhof. Voor de tweede maal tilde de bemanning van de reddingboot een baar op de schouders en voor de tweede maal gingen zij met een van hun makkers den laatsten zwaren gang. Voor velen was deze tweede tocht bijna te zwaar, ondanks het groote verdriet hadden zij zich goed ge houden de kranige kerels, doch toen zij hun tweeden makker in de groeve zagen zinken pinkte menigeen in stilte een traan wee. Burgemeester Van Alphen voerde ook hier als eerste het woord bij de groeve, die met kransen en bloemen was overdekt. Dezelfde Mr. C. A. F. H. W. B. van de Clooster baron Sloet tot Everlo. Op het station Uitgeest werd de nieuwe burgemeester verwelkomd door het gemeen tebestuur, waarna per auto de tocht naar Castricum werd voortgezet. Op het kruispunt van den nieuwen primairen weg, den Heeren- weg en den Zeeweg, was ter ontvangst de commissie uit de burgerij aanwezig. Voorts stonden daar opgesteld de schoolkinderen, het fanfarecorps „Door Inspanning Uitspan ning" en de leden van de Kruisvaart. Nadat het muziekcorps het Wilhelmus ten gehoore had gebracht, sprak de heer H. Broksma namens de burgerij een woord van welkom. Hij sprak daarbij de verwachting uit, dat de benoeming van baron Sloet tot voor spoed van de gemeente zou zijn. De burgemeester dankte met eenige harte lijke woorden voor de ontvangst. Voorafgegaan door een eerewacht te paard, door de brandweer met de motorspuit en door het fanfarecorps ging het in optocht naar het Raadhuis. Voor het gemeentehuis hebben de schoolkinderen den nieuwen burgemeester een lied toegezongen. Aan de moeder van den burgemeester werden bloemen aangeboden. Te 12 uur begon de plechtige installatie zitting in de Raadszaal

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 7