r o iixe
een merkwaardig steenblok.
Wie dat blok steen zien wil, moet nogal ver
van huis. want het ligt in de republiek Ar
gentinië. in Zuid-Amerika dus. Maar de merk
waardigheid van dezen reuzensteen is zoo
groot, dat men er haast de reis voor zou ma
ken. Reeds op een afstand gezien maakt hij
een wonderlijken indruk, zooals hij daar ligt
SM. lang en 6 M. hoog. in den vorm van een
driehoek en rustend op de afhelling van een
rots. Men begrijpt niet dat hij niet verder
rolt. Doch dat is niet het merkwaardigste.
Wie zich de moeite geeft de rotsen te beklim
men, kan door een enkelen druk van de hand
den steen, die zeker wel een paar honderd
duizend kilo moet wegen, in duidelijk zicht
bare schommeling brengen. Meestal is zulk
een druk niet noodig: de steen slingert al
door den wind. En toch yalt hij niet; hij
blijft op zijn plaats. President Rosas, die in
het begin van de vorige eeuw een tyranniek
bewind voerde in Argentinië, en heel wat
menschen naar zijn pijpen liet dansen, heeft
geprobeerd ook de beweegbare steenrots van
Tandil neer te halen. Doch dat mislukte hem.
De steen werd met touwen omspannen en
duizend flinke paarden werden in het gareel
gezet en deden al hun best. De steen, hoe be
weeglijk ook, weigerde echter van zijn plaats
te gaan.
waarom heeft februari maar
28 dagen?
Julius Caesar, die ons den kalender gegeven
heeft, was een man, die van orde en regelmaat
hield. Hij verdeelde het jaar in 12 maanden
van 31 of 30 dagen. Men begon toen het jaar
in de lente, en Caesar noemde de eerste maand
naar den god. die hem het meest dierbaar
was. den oorlogsgod Mars. Deze maand. Maart,
kreeg 31 dagen, April 30, Mei 31, Juni (naar
Junius Brutus genoemd) 30, Juli (naar Cae
sar zelf) 31. De volgende maanden heetten
eenvoudig 6e, 7e. 8e. 9e en 10de, en ze kregen
achtereenvolgens 30 en 31 dagen. Dan volgde
nog Januari met 31 en Februari, de laatste
maand, met 30 dagen. In een schrikkeljaar
kwam het dan precies uit. beurtelings 31 en
30 dagen. In een gewoon jaar werd de laatste
maand een dag verkort; dan had Februari er
dus 29. Dat kon niet anders, die kleine on
regelmatigheid moest er wel bij.
Doch na Caesar kwam keizer Augustus en
deze vond, dat ook zijn naam moest worden
vereeuwigd door een maand. Hij nam dus de
zesde maand, die nog geen naam had. Maar
toen kon zijn hoogmoedig hart niet velen, dat
Julius een dag meer had dan hij; Augustus
moest dus ook 31 dagen hebben, en die eene
dag moest dan nog maar van Februari af. Zoo
kreeg men echter drie maanden achter el kaai',
elk van 31 dagen: Juli. Augustus en Septem
ber en daarom heeft de keizer het aantal da
gen van de volgende maanden September tot
December, maar verwisseld. Het is dus de
hoogmoed van Keizer Augustus geweest, waar
aan wij het ongeregelde aantal dagen der
maanden te danken hebben.
Zooals je weet. beteekent September zeven
de, October achtste, November negende en
December tiende. Deze namen deugen dus
thans, nu het jaar met Januari begint, hee-
lemaal niet meer.
wie ziet de wolf?
door w. b.z.
Roodkapje, ga vlug naar grootmoeders huis
Het is in dit bo- h toch heusch niet pluis
Ik zie de booze wolf al gluren.
Heusch kind, het zal niet lang meer duren,
Of die gulzige slokop
Set ons lieve Roodkapje op.
Wie ziet hem ook?
AAN ALLEN.
Als 't jullie gaat als mij, dan mag je in
dezen tijd van 't jaar graag zoo af en toe
eens naar buiten wandelen dat is hier
dus naar den Hout, het Bolwerk, het Zaanen-
plantsoen of naar Bloemendaal, of in de on
middellijke omgeving van Haarlem te blijven
om eens te zien, wat er al zoo vroeg in 't
voorjaar bloeit. Toen ik er dan een dezer
dagen zoo op uitging, stond ik af en toe in
stirie bewondering voor wat er al te zien was.
Verbeeld je, hier en daar zag ik al een made
liefje, ook het speenkruid stond op sommige
plaatsen al zoo, dat het me niet verwonderen
zal, dat het, als we nog wat zachte, zonnige
dagen krijgen, spoedig al zal bloeien. Het
sneeuwklokje, stond ook op verschillende
plaatsen, vooral waar 't een beetje beschut
stond, in bloei. Ook in de struiken en boomen
wereld was duidelijk te merken, dat er voor
hen ook weer nieuw leven aanbrak. Waar
je ook keek. overal zag je duidelijk, dat de
knoppen, die in den wintertijd geheel bedekt
waren door een grooter of kleiner aantal dak
pansgewijze liggende schubben, meer of min
der aan 't openbarsten waren; hier en daar
zag je heel duidelijk de zacht groene puntjes
der jonge blaadjes er buiten uit komen. Maar
het mooist was voor mij. wat 'k zag aan els
en hazelaar. Deze twee stonden volop in bloei.
Er was geen blad aan te bekennen, enkel
bloem, 't Is te hopen dat we geen winterkou
meer krijgen, want dan zou 't met deze vroeg-
bloeiers wel eens leelijk kunnen afloopen.
Waarom deze twee ook zoo vroeg bloeien?
Omdat bij deze bloemen geen insecten komen
om het stuifmeel van de meeldraden op den
stempel van den stamper te brengen. Ze be
vatten geen honing, wat zouden dus de in
secten er op doen. Nu moet de wind den
dienst doen, die bij andere bloemen de in
secten doen. Daarom bloeien deze twee al,
nu er nog geen bladeren aanzitten. Het zijn
beide katjesdragende planten; ze hebben af
zonderlijk staande bloemen met enkel meel
draden en met enkel stampers. En omdat deze
verschillende bloemen op dezelfde plant,-
boom of struik zitten, noemen we ze één-
huizige planten. Ook bij de berk is het zoo,
doch deze staat nog niet in bloei, vandaar
dat de meeldraadkatjes ook een anderen
stand hebben dan bij els en hazelaar. Bij
deze twee toch lijken de meeldraadkatjes net
bengelende, oorbellen, 't Minste zuchtje doet
•ze heen -en weer gaan en laten ze een wolk
van stuifmeel los dat op den tocht door het
luchtruim hier en daar wel blijft kleven op
de roodkleurige stempels van de stamper
bloempjes, die een eindje lager van den tak
zitten. Gebeurt dit, dan is er alle kans. dat
we in. 't najaar hazelnoten kunnen plukken.
Alle kans zeg ik, want nietzelden gebeurt
het als de noot nog zacht is, dat een klein
insect, de hazelnootsnuitkever er een gat in
vreet en er een eitje inlegt, dat ze met haar
snuit zoo ver mogelijk naar binnen schuift.
De pit dient nu tot voedsel voor de larve, die
uit dit eitje komt en als ze volwassen is, ver
laat ze haar schuilplaats, kruipt naar den
grond, verpopt zich daar en blijft daar liggen
tot den volgendemszomer. om dan als keve:
voor den dag te komen. Aan den els zien we
nu nog behalve de jonge meeldraad- en stam
perkatjes ook nog de zoogenaamde elzeprop-
pen van 't vorige jaar hangen. Dit zijn de
vruchten soms nog geheel of gedeeltelijk ge
vuld met rijp zaad. Is dit het geval, dan zien
we vast en zeker ook in den els eenige sijsjes
die zich beijveren deze zaadjes er uit te
peuteren.
Ook de berk heeft die bengelende katjes,
maar als je straks de wilg' in bloei ziet staan,
ook deze is een katjesdragerdan zul je
.hier de katjes niet zien hangen, maar recht
op staan. En wel om deze reden, dat de katjes
,van den wilg honing bevatten en dus bezocht
worden door insecten, die het stuifmeel wel
overbrengen. Bij den wilg vinden we stuifmeel
bloemen en stamperbloemen ook niet op één
plant, maar op verschillende, vandaar dat we
den wilg tweehuizig noemen.
Waar je dit alles te zien kunt krijgen?
Eigenlijk overal waar boomen en struiken
groeien; alleen wat de hazelaar betreft vond
ik een paar exemplaren in den Hout en ook
eenige voorbij Velserend. Behalve van al dit
moois uit de plantenwereld kun je op je wan
deling naar buiten ook genieten van 't ge
fladder van enkele vroege insecten. Ik zag
bijv. al een citroenvlindertje en al meer dan
één nummer vlinder. En behalve dit, zal je
versteld staan van het groot aantal vogels,
dat je al ziet. Spreeuwen en musschen is
is natuurlijk heel gewoon, maar kwikstaartjes,
merels grauwe lijsters, roodborstjes en veld
leeuweriken kun je soms in groot aantal reeds
aantreffen. Hier en daar kun je al een roek
nest te bouwen, vooral nu de boomen nog
bezig zien takjes aan te dragen om een
ontbladerd staan kun je dit goed waarnemen.
W. B.—Z.
„Veilig verkeer".
Een veely voorkomend maar zeer gevaar
lijk spelletje spelen de wielrijders die erg
groot willen doen door „los" te rijden, dus
zonder het stuur vast te houden.
Elike" oneffenheid in den weg kan noodlottig
zijn.
Gezelligheid kent geen tijd, denken velen
en er rijden weer drie wielrijders naast el
kaar.
Voetgangers vinden op sommige gevaar
lijke kruispunten een beletsel op den hoek.
dat zijn zoogenaamde overgangshekjes. De
bedoeling hiervan is om hen te dwingen juist
daar den weg over te steken waar in het
midden van den rijweg een vluchtheuvel is.
Zij moeten om de hekjes heen loopen, doen
zij dan niet dan zijn ze strafbaar. Er staat een
bordje bij waarop staat ..Voetgangers hier
oversteken".
Wordt vervolgd.
H. V. E.
VOOR ONZE KNUTSELAARS EN HAND-
WERKSTERTJES
Misschien denk je over een cadeautje op
moeders verjaardag, 't Is altijd het aardigst,
als je zelf iets maakt. Vind je een perkament
lampekapje niet aardig, dat je beschildert
met dit aardige motiefje. Met carbonpapier
is het gemakkelijk over te nemen. Als je flink
teekenen kunt, teeken je het natuurlijk na.
Je kunt er fleurige kleuren voor gebruiken.
't Vogeltje b.v. groen met rood genuanceerd
staartje, zwarte oogjes en geel snaveltje. De
bloemen hemelsblauw met goudgele hartjes.
De blaadjes zachtgroen. De stippellijn betee
kent, dat je het papier dubbel moet vouwen.
Dezelfde teekening komt later op de andere
helft.
De knappe handwerkstertjes kunnen dit
gebruiken voor een kraagje, of manchetjes
op een jurkje voor zichzelf of kleine zus. Mis
schien moet de halsronding eventjes meer
een gelukskind.
Felix Mendelssohn Bartholdy.
(3 Febr. 1809—1847).
Een van de weinige kunstenaars, die het
geluk hadden in een fijnbeschaafde en welge
stelde familie te worden opgevoed, was Felix
Mendelssohn Bartholdy. Hij was de klein
zoon van den beroemden Joodschen filosoof
Moses Mendelssohn. Felix werd drie Februari
1809 in Hamburg geboren, maar een paar
jaar later verhuisde zijn vader, een rijk ban-,
kier, naar Berlijn. Als jong kind ontmoette
hij te Weimar Goethe, en reeds toen bezat
hij zulke groote muzikale gaven, dat de be
roemde dichter hem een „wonderknaap"
noemde. In Berlijn kreeg de jonge Felix de
beste wetenschappelijke en muzikale oplei
ding. Up negenjarigen leeftijd trad hij al
openlijk als klavierspeler op. Felix was in
ieder opzicht, wat men noemt 'n gelukskind.
Hij groeide op in een harmonieuze omgeving;
geldgebrek was er niet en ook de verhouding
tussehen ouders en kinderen was buitenge
woon gelukkig. Als knaap van tien jaar begon
hij kleine composities te maken en deze wer
den dan in den huiselijken kring voorgedra
gen. Zijn zusje Fanny, aan wie hij bijzonder
gehecht was en die zelf ook componeerde,
bespeelde de piano, zijn zusje Rebecca zong
er bij en zijn broer Paul bespeelde de cello.
Hij zelf trad op als dirigent. Dat waren ge
zellige avondjes! Bijna iederen Zondagavond
werden er zulke kleine concerten in het
ouderlijk huis gegeven. Geen wonder dus, dat
Mendelssohn sterk gehecht was aan zijn
ouders en overige familieleden en dat deze lief
lijke atmosfeer grooten invloed uitoefende op
het werk van den kunstenaar. Lieflijkheid,
fijnheid en eenvoud kenmerken dan ook zijn
composities. Je kunt zijn werk niet bestu-
deeren zonder een gevoel van geluk en te
vredenheid; zijn muziek is even zonnig als
zijn levensomstandigheden dit waren.
Op zeventien-jarigen leeftijd componeerde
Felix de Sommernachtstraum-ouverture, een
onovertroffen meesterwerk. In de volgende
jaren maakte hij lange reizen naar Engeland,
Frankrijk en Italië, waarvan de indrukken
grooten invloed hadden op zijn werk. In 1835
werd hij te Leipzig aangesteld als directeur
der „Gewandhausconcerte", die door hem een
Europeesche vermaardheid kregen. Mendels
sohn heeft ons een groot aantal composities
nagelaten. Voor het klavier schreef hij zijn
„Lieder ohne Worte". Deze liederen verwier
ven door hun fijnheid, sierlijkheid en inner
lijke waarde zóó grooten bijval, dat daardoor
als 't ware een nieuwe kunstzin werd gescha
pen en velen na hem in dit genre werkten.
Dan schreef hij vele, vele fraaie liederen. Heel
bekend is zijn: „Es ist bestimmt in Gottes
Rat",, dat ook bij ons geliefd is.
Veel heeft Mendelssohn gedaan voor de
soms bijna vergeten muziek van de klassieke
meesters, vooral die van Bach, wiens „Mat-
thei's-Passion" hij voor het eerst na diens
dood te Berlijn in het openbaar opvoerde. In
zijn oratoria „Paulus" en „Elias" is de
invloed der klassieke meesters duidelijk merk
baar. Hij heeft de orgelliteratuur verrijkt met
kerkelijke gezangen en geestelijke liederen.
Op zeer jeugdigen leeftijd, nog slechts 38
jaar oud, stierf onze Mendelssohn. Zelden
is een kunstenaar tijdens zijn leven en van
het begin van zijn loopbaan af, zóó gevierd
als hij. Men heeft Mendelssohn in zijn tijd
en deele overschat en later in bepaalde krin
gen miskend. Eerst in onzen tijd geniet zi:
muziek de waardeering waarop zij recht
heeft
zeven wonderen der oudheid
We hebben hier reeds eerder iets verteld
van een treurende koningin, die als herinne
ring aan haar gestorven koning een monu
ment liet oprichten van onvergelijkelijke
schoonheid. Ook aan het vierde wonder der
oudheid: de vuurtoren óp het eiland Pharos
tevens de allereerste vuurtoren, die ooit
werd gebouwd lag een groote liefde en een
groot verdriet ten grondslag.
In heel oude tijden woonde op het eiland
Pharos, behoorende tot Griekenland, een rijk
jongeling, Sostratus geh'eeten. Deze was ver
loofd met een meisje uit Athene en toen de
dag van het huwelijk was aangebroken, zou
het bruidje met haar familie en vrienden op
een schip naar Pharos oversteken om met
Sostratus te trouwen.
Er stak een hevige storm op en de bruide
gom wachtte tevergeefs urenlang op de aan
komst van het schip. Zijn onrust en wanhoop
werden hoe langer hoe grooter: er moest een
ongeluk gebeurd zijn! De dag ging voorbij en
de nacht brak aan en hierna werd het weer
licht; nog altijd geen schip te zien. Doch in
den loop van den tweeden dag vernamen
Sostratus en zijn vrienden de vreeselijke tij
ding, dat de bruid met haar heele gezelschap
in de golven was omgekomen. Het schip was
tijdens den storm tegen de rotsen te pletter
geslagen!
Sostratus was zoo gebroken van verdriet, dat
hij zijn werk neerlegde en zijn tijd doorbracht
met zuchten en klagen.
Doch een paar maanden later wist Dino-
crates, zijn leermeester, die een zeer verstan
dig man was, Sostratus uit. zijn gebrokenheid
op te wekken. Hij stelde hem n.l. voor, een
hoogen witten toren te laten bouwen op het
eiland Pharos vlak bij de kust, een toren,
waarin altijd licht zou branden. Hij zou hier
mee een schitterend monument scheppen ter
nagedachtenis van zijn bruid en tegelijkertijd
zou de toren een waarschuwing vormen voor
alle schepen, die met storm op zee waren.
Koning Ptolomeus, die in dien tijd over Grie
kenland regeerde, hoorde van het plan en deed
Sostratus weten, dat hij den toren zoo schit
terend mogelijk moest laten uitvoeren; de ko
ning wilde zelf de kosten betalen. De toren,
dien je hier op de teekening ziet afgebeeld,
verrees aan de Oostkust van Pharos, vlak bij
de haven. Hij was opgetrokken van sneeuw-
witten steen en vierhonderd voet hoog.
Uit alle ramen brandden 's nachts groote
fakkels en in het bovénste topje van den toren
was in een ijzeren korf een groot vuur aange
legd.
Het heele bouwwerk, dat een waar kunst
stuk was, heeft bijna twee millioen gulden ge
kost; reeds voor onzen tijd een groote som
gelds, maar- voor dien tijd een haast ongeloof
lijk bedrag. De eerste vuurtoren bleek groot
nut te hebben voor de zeelui en daarom werd
dit idee al heel gauw door alle volken overge
nomen.
Maar de toren op Pharos was toch de al
lereerste; vandaar ook, dat ..pharos" het Griek
sche woord voor vuurtoren werd en men in
het Fransch én het Engelsch nog het woord
„phare" terugvindt.
uitgeknipt. Daar wil moeder je wel mee hel
pen.
't Kan ook dienen als cache-pot om een
bloempotje. De teekening op zichzelf kan ook
op een kleedje overgebracht worden. Wat zal
het leuk staan op een muurkleed in de slaap
kamer of in de serre. Teekenaars kunnen er
best een rand van maken. Ik wil later heel
graag eens zien, wat je er van gefabriceerd
hebt.
W. b.—Z.
wat is puimsteen?
Weet je dat de grijze steen, waarmee je de
vlekken van je vingers schuurt als water en
zeep die taak al lang als hopeloos hebben op
gegeven. uit de ingewanden van de aarde
afkomstig is? Zoo'n puimsteen lijkt nu een
dood ding. maar bij zijn ontstaan ging het
toch heet toe. Want puimsteen is niets an
ders dan het afgekoelde en hard geworden
schuim, dat zich vormt op gesmolten lava,
wanneer deze langs de zijden van een vul
kaan-in-werking rfoar beneden stroomt. De
steen is min of meer sponsachtig van struc
tuur en reinigt de huid, doordat hij een dun
laagje van de huidoppervlakte afschuurt.
Daarom moet je met puimsteen ook nooit te
hard op één plek schuren.
de kort aangebonden dokter
De bekende Engelsche dokter John Aber-
nethy, die vermaard was om zijn woordka
righeid. had er' een gloeienden hekel aan des
nachts gestoord te worden. Op zekeren keer
werd hij te middernacht uit zijn bed gehaald
om een zieke bijstand te verleenen. Nadat hij
was teruggkeerd en goed en wel was inge
slapen, ging andermaal de huisbel over. „Wat
is er?" riep hij nijdig uit het raam. „Dokter,"
klonk het angstig van beneden, „komt u
gauw! Mijn zoon heeft een muis ingeslikt!"
„Zeg tegen hem. dat hij dan ook nog een
kat inslikt!" riep de dokter woedend, „en laat
mij met rust." Daarop kroop hij weer in bed.
voor moeder's handwerk.
Een prettig kunstwerkje, dat bovendien
een leuk cadeautje vormt!
Broer en Zus helpen allebei mee!
We hebben nu al van alles met elkaar ge
knutseld. Maar deze week gaan we eens iets
echt nuttigs maken, n.l. een handwerkzak
voor moeder!
Wij hebben ervoor noodig: vier latjes,
twee, dunne plankjes ,van triplex en
een lapje stevig katoen. Een fleurig geruit
of gebloemd stukje lijkt me het leukste!
De plankjes worden precies op maat gezaagd
en met een figuurzaag van een ovale opening
voorzien. Dat is om de tasch goed vast te
kunnen houden bij het dragen. De
latjes krijgen ieder aan den bovenkant een
gleufje, waarin de plankjes precies passen.
Dan worden de latjes kruislings met een
schroefje aan elkaar verbonden, waarbij we
zorgen, dat het onderste gedeelte ongeveer
één derde van de geheele hoogte is.
Dit geraamte kan de groote broer, die een
figuurzaag heeft, heel gemakkelijk maken.
Doch daarna komt Zus aan de beurt. Zij
boort in de plankjes een rij kleine gaatjes,
naait de zak en bevestigt die met stevig
garen aan de plankjes. De tasch staat tijdens
het gebruik uitgeklapt en kan dichtgeklapt
en door Moeder meegenomen worden als zij
soms een heelen middag op bezoek gaat en
een handwerkje mee wil nemen. Ook voor
's zomers, als Moeder weer in den tuin zit
te handwerken is deze tasch bizonder ge
schikt!
En vind je 't ook niet leuk. dat broer en
zus er allebei aan kunnen meewerken?