Feestplannen van den Nieuwen
Haarlemschen Kunstkring
Brederode in Velsen.
3
Februari-tuin.
Wederom een massale vocale
en muzikale uitvoering
Optocht van duizend
bloem-meisjes
Oorlogen tegen Friezen en Vlamingen.
DINSDAG 23 FEBRUARI 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
VOOR DEN-
-POLITIE RECH TER
Als de vacantie lokt.
Een jongeman, die een betrekking had, wel
ke hem zoo van 15 tot 18 gulden per week op
leverde, was verzot op bioscoop en andere
vermakelijkheden, waartoe we sigaretten roo-
ken ook maar rekenen. Men begrijpt, dat, als
van genoemd salaris kostgeld en andere nood
zakelijke uitgaven zijn voldaan, er niet zóó
veel overblijft, dat aan de zucht naar ver
strooiing onbegrensd kan worden toegegeven
en daar op hem het gezegde: „In beperking
toont zich de meester" niet van toepassing
was, is het te begrijpen, dat de jonge man als
regel slecht bij kas was. En toen kwam de
vacantie en lokte naar buiten. Aan die lok
stem had hij weerstand moeten bieden; men
kan niet te veel vergen van hoogstens acht
tien guldentjes in de week.
De jongeman weerstond de lokstem niet en
omdat het salaris bij den bioscoopminnaar
geen reserve had kunnen vormen kwam hij op
de ongelukkige gedachte vacantiegeld te lee-
nen en het leenkantoor was dicht bij huis.
Zijn baas was iemand die, goedhartig van
aard, zijn ondergeschikten met een klein
voorschot wilde helpen, als ze door ziekte of
andere narigheid achterop waren geraakt. Dat
wist de jongeman, maar hij begreep ook, dat
vakantiereisjes niet onder de rubriek narig
heid vielen en dat hij, om het voorschot te
krijgen, met een ander motief moest komen.
Daarom kwam hij met narigheid. Hij had een
zuster verloren en bij haar dood was er een
kleine uitkeering van een verzekering los ge
komen, maar omdat hij nooit een cent aan
de premie had betaald, maar wel zijn broer,
was deze niet van plan hem in de uitkeering
te doen deelen.
Dit nam' hij voor motief, maar hij vertelde
niet, dat hij hoegenaamd geen recht op het
geld had, doch deed het bij zijn baas voorko
men, of hij het slachtoffer was van de heb
zucht van zijn broer. Hij ging verder en ver
telde, dat hij een advocaat kende, die hem de
erfenis zou bezorgen, maar die moest 50.—
voorschot hebben en nu vroeg hij zijn baas
hem dit geld te leenen. De baas leende het,
geroerd door het verhaal over het gedane
onrecht, maar de 50 gingen niet naar $en
advocaat, doch werden in vroolijkheid ver
teerd.
Wellicht had er geen haan naar gekraaid en
had de baas met een wekelijksche inhouding
van een rijksdaalder zijn voorschot binnen
gekregen, als er geen nieuw kastekort was ont
staan en de jongeman het verhaal van de er
fenis niet opnieuw had aangewend om bij een
paar andere employés van de zaak, waar hij
werkte, geld los te krijgen en dat kwam uit.
Toen werd de erfeniskwestie nader bekeken
met het gevolg, dat de politie er aan te pas
kwam en de jongeman zijn betrekking kwijt
raakte.
Nu stond hij terecht en de officier was heel
slecht over hem te spreken, noemde hem zelfs
een geslepen, gevaarlijk individu, dat zich
aanvankelijk goed had voorgedaan, maar
wiens ware aard naar boven was gekomen.
Van een voorwaardelijke straf wilde de offi
cier niets weten, want dan zou de man mis
schien met zijn listige streken doorgaan, al
leen wat voorzichtiger om buiten de gevange
nis te blijven. Het reclasseeringsrapport was
ook niet gunstig; daarin werd de man een
opschepper genoemd. Geëischt werd 6 weken
gevangenisstraf.
Mr. Drilsma, de verdediger, gaf toe dat de
verdachte laakbaar had gehandeld, maar zoo
zwart als de officier hem afschilderde was hij
toch niet en de verdediger zette zijn opvatting
over voorwaardelijke straf en reclasseering
naast die van den officier, ja, de verdediger
meende zelfs, dat de opvatting van den offi
cier niet de juiste was, waarop de politierech
ter den verdediger verzocht zich te matigen.
Pleiter was van oordeel, dat in dit geval een
voorwaardelijke straf juist de w. .e zou zijn
en noch de maatschappij noch de verdachte
bij een onvoorwaardelijke straf gebaat waren.
De politierechter wees er op, dat verdachte
niet uit armoede maar uit iggnotzucht had ge
handeld; dat hij misbruik van de goedhar
tigheid van zijn patroon en collega's had ge
maakt en dat een ernstige straf moest volgen.
Hij veroordeelde tot 2 maanden gevange
nisstraf onvoorwaardelijk en 4 maanden voor
waardelijk.
Jong-Holland op Oud-Holland.
Men herinnerdt zich, hoe de brave poorters
van de Kleine Houtstraat met Sinterklaas oud
Holland te voorschijn hadden getooverd met
behulp van studiomateriaal. Luifels met toe
passelijke opschriften waren aan de winkel
puien aangebracht, zwarte lijnen verdeelden
de spiegelruiten in kleine, in lood gevatte
ruitjes en groote, vierkante lantaarns staken
buiten de gevels, camoufleerden het electrisch
licht, zoodat men zich kon verbeelden, dat
kaars of oliepitten uithingen. Twee poorten
sloten OudHaarlem af, dat zelfs een vroed
schap had. We hebben dit allen bewonderd
en den burgerzin van de goede poorters der
stede Oud-Haarlem geprezen.
Wat bezielde eenige Haarlemmers om de 17e
eeuwsche rust in die goede stede te versto
ren? 't Was een drietal mannen geen
jongens neen mannen uit Haarlem, vol
wassen menschen, waarvan er een zelfs een
zaak drijft, die in het nachtelijk uur door
Oud Haarlem waren gekomen en de uitste
kende lantaarns in elkaar hadden geslagen.
Waarom? Nergens om. Uit brooddronkenheid,
onbeschaafdheid, vernielzucht.
Nu kwamen ze er geen van drieën eerlijk
voor uit, wisten niets en hadden nooit iets
geweten, maar 't was gezien, dat ze met hun
drieën waren en dat ze tegen de lantaarnkap-
pen sloegen, dat 't door heel Oud Haarlem
klank. Zooals het echter veelal in zulke ge
vallen gaat, was het voor de getuigen niet
mogelijk precies te zeggen, wie er had gesla
gen en dat maakte, dat twee wegens gebrek
aan bewijs werden vrijgesproken. Tegen den
derde werd 15 boete geëischt. doch de poli
tierechter keek in het strafblad, waaruit bleek
dat het algemeen gedrag van den man alles
behalve goed was en daarom kreeg de lan
taarntikker drie dagen gevangenisstraf.
GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN.
Inlichtingen over gevonden voorwerpen aan
het bureau van politie Smedestraat uitslui
tend tusschen 11 en 13 uur.
Terug te krijgen bij: Politiebureau. Smede
straat, handschoenen en ceinturen; deken;
geld; machinenaalden: Haaii. Montes. school.
Lomse de Colignylaan 3. bril: Roest, 2e Hoo-
gerwoerddwarsstraat no. 36, hcnd; Booms. In-
dlschestraat 129. hond; Blokker, Zomerkade 95.
honden penning: Jacobs. Tesselschadesferaat 77.
lamo; Radsma. Brouwerskade 53. lamp:
Car-lenveld. Witte Heerenatraat no. 9 zw„ mat
ten looper; Haarl Montes. school, Louis de Co-
lygnielaan 3. portemonnaie met inhoud; Wens-
veen, Spijkermanslaan 2e, rijwielplaatje; Olt-
iiof, Beresteijnistraat 4, rijwielplaatje.
Mij. „Tot Nut van 't
Algemeen".
De heer K. H. Broekhoff over „Valsche
Munterij".
Voor de leden van het Departement Haar
lem der Maatschappij „Tot Nut van 't Alge
meen" trad Maandagavond in de tuinzaal
van het Gem. Concertgebouw de heer K. H.
Broekhoff, uit Amsterdam, als spreker op.
met het onderwerp „Valsche Munterij'
De heer Broekhoff vertelde, naar aanlei
ding van vele lichtbeelden veel wetenswaar
digs uit zijn ervaringen als politieman, spe
ciaal belast met de bestrijding der valsche
munterij. Hij vertelde ook van de wijze, de
vaak zeer vernuftige en ook artistieke wijze,
waarop het vervaardigen van valsch bank
papier en valsche munten wordt ..gepleegd"
en voorts over de methoden, die tegenwoordig
worden toegepast bij de bestrijding van de
practijken der valsche munters.
Die methoden waren vroeger anders. Be
waart men in Deventer nog niet steeds een
grooten, koperen ketel, waarin in 1434 een
valsche munter werd „gezoden"?
De moderne bestrijdingsmethoden berusten
hoofdzakelijk hierop, dat het namaken van
de biljetten steeds moeilijker wordt gemaakt
dit wordt tegenwoordig bereikt door bij
het drukken van één biljet verschillende pro
cédés toe te passen en ook voor biljetten van
verschillende waarden onderling geheel ver
schillend van kleur enz., te maken en ook
door de organisatie van de politie zóó te ma
ken, dat een zeer scherpe en steeds afdoen-
der bestrijding mogelijk is.
Altijd is het namaken van echte munt en
het uitgeven van valsche munt voor echte als
een zeer ernstig misdrijf beschouwd. Er zijn
verschillende soorten van valsche munterij:
men kan „knoeien" aan echte biljetten door
de bedragen te veranderen; men kan geheel
„nieuwe" valsche biljetten maken en men kan
ook trachten, de goegemeente biljetten, die
min of meer lijken op goede biljetten, maar
als reclame" voor de een of andere onder
neming of firma zijn bedoeld, voor échte bil
jetten in handen te spelen.
Verschillende portretten van valsche mun
ters werden vertoond, ook de instrumenten,
dikwijls zeer primitieve, waarvan zij gebruik
maakten en de resultaten, vaak verbluffend
die zij er mee bereikten.
Vermakelijk was het verhaal van den val-
schen munter, die langs slinksche wegen een
echt bankbiljet van f 300 in handen hoopte
te krijgen en tot de ontdekking kwam, dat
hij in het bezit was gekomen vaneen
door hemzelf vervaardigd biljet!
Merkwaardig was ook het geval van een
bekwamen teekenaar, die bankbiljetten na-
teekende, ze soms ook uit het hoofd teekende
en er herhaaldelijk in slaagde ze voor echt te
doen doorgaan.
Toen in 1918 de vrede gesloten was, kwam
spoedig in verschillende landen de inflatie;
toen werden alleen Nederlandsche bankbil
jetten nagemaakt, want die alleen waren
waardevast! Uit dien tijd dateeren de eerste
werkzaamheden van den heer Broekhoff als
bestrijder der valsche munterij; later, in 1931
vertoefde hij voor hetzelfde doel in Indië.
Het was ook in den inflatietijd, dat men
inzag, dat het vervaardigen van valsche bank
biljetten en valsche „harde munt" nooit vol
doende zou kunnen worden bestreden, als de
•politie in elk land niet beschikte over een
Centraal Bureau, speciaal voor het opsporen
van valsche munters. Deze Bureaux werden
dan ook in ongeveer alle landen gesticht.
De inleider, die tenslotte nog het een en
ander mededeelde over de vervaardiging van
gegoten, valsche, harde munt, doorspekte zijn
relaas met eenige interessante verhalen, be
treffende de. wijze waarop valsche munters
werden gesnapt.
De voorzitter, mr. Julius Hoog, dankte den
heer Broekhoff voor zijn belangwekkende
lezing.
Februari. Maar de belangstelling voor den
tuin zoo ze al ooit ontbrak is nu weer
aanwezig. Want wat een bloemen buiten! Ja.
u leest goed: bloemen. En zelfs meerdere
soorten. De winteraconïetjes staan parman
tig te pronken met hun gele bolle knoppen,
die bij 't geringste Zonnetje opengaan. Iedere
knop rust op een presenteerblaadje van
spitse groene blaadjes. Tenminste, bij de ge
wone winteraconiet, dat is Eranthis hiemalis.
zijn die blaadjes groen; bij de donkergele E.
cilicica, een import uit den Taurus, zijn ze
bruin en bij de kruising tusschen deze beide,
de mooie E. Tubergenl een Haarlemsche
aanwinst met zijn groote gele bloemen,
bronsgroen. Leuke dingen, die aconietjes:
nog familie van de kerstrozen, al zou je dat
bij oppervlakkige beschouwing niet zeggen.
Van kerstrozen gesproken: de witte is allang
uitgebloeid, maar koppig bloeit de roodbruine
Helleborus caucasicus voort, en straks krij
gen we tot diep in Mei de Helleborus hybri-
dus, verre familieleden die we hier altijd nog
weinig zien, maar die in Engeland als Len
ten Roses" in de dagen van Victoria and Al-
bert een geweldige populariteit bezaten en
die langzamerhand weer aan 't terugwinnen
zijn. Als we eens goed kijken zulen we moe
ten toegeven dat weinig bloemen zoo mooi ge
vormd zijn als die van 't geslacht Helleborus
van de witte H. niger, de kerstroos, tot de
bruine, roode. paarse effen of gestipte vor
men van H. hybridus toe.
Over het eerste sneeuwklokje praten is
banaal, het is trouwens in uw en mijn tuin
allang uitgebloeid. Kijken we liever naar de
vroegste crocussen. smalle lichtpaarse streep
jes, die in een onbegrijpelijke hoeveelheid
boven den grond komen te staan; een wilde
crocus natuurlijk, de fijne etruscus, die niet
groot van bloem is, maar er daarentegen
vijf tot zeven per knol produceert. Dat blauw
paarse dingetje ernaast is ook een wilde, C.
Sieberi, en behalve de gele crocus, waar de
vogels zoo graag in pikken, is er van de ge
kweekte soorten nog weinig anders te zien
dan dik-ingepakte knoppen.
Tegen het huis kleuren nog altijd de bloe
men van Jasminum nudiflorum, de winter
jasmijn. Ongelooflijk hoe lang dit heestertje
bloeit. We plukken er zooveel mogelijk van
en de knoppen komen binnen veel mooier en
gaver uit dan buiten: 't scheelt in grootte
wel de helft. We kunnen met Forsythia, het
Chineekch Klokje, de proef ook eens nemen.
Wedden dat de knoppen binnen een week
uitkomen? Er zit al een geweldige groeikracht
in de struiken: pluk een tak Forsythia af, zet
hem op den schoorsteenmantel met een
mespuntje kunstmest in 't water, en de knop
pen gToeien zichtbaar van dag tot dag.
't Is voor een niet-tuinier natuurlijk moei
lijk, om al de dingen te zien die wij alweer
opmerken, maar die in werkelijkheid voor een
„gewoon" oog nog niet zichtbaar zijn. Maar
dat de Megasea op uitkomen staat Berge
nia wordt ze ook genoemd dat kan heusch
iedereen wel zien.
De meeste tuinliefhebbers hebben in hun
hart en hun tuin een extra plaatsje voor
planten-met-een-historie. Een stek, gekre
gen of misschien (het komt voor, helaas)
wederrechtelijk toegeëigend, een souvenir aan
vacantieverblijf of reis. een zeldzame plant
door vriendenhand geschonken, een struikje
met een herinnering die we zoo stilletjes voor
onszelf bewarenwaar komt zooiets niet
voor? Zoo is 't in mijn tuin met de Megasea,
die op 't oogenblik tusschen haar glanzende
winterbladeren een heel dikke bloemtros
vormt. Ze is afkomstig van een groote kolo
nie. die al tientallen jaren staat in een ouden
Limburgschen tuin. Zoo een met vruchtboo-
men, waar de merel zijn hoogste lied zingt,
en een oude baksteenen muur rondom. Die
muur, die deed het 'm, vrees ik want ginds
bloeien er de Megasea's tegen in groote groe
pen en het is net, of de planten hier nooit
zulke volle trossen krijgen. Wat intusschen
ook wel verbeelding zijn kan. L. S.
Muziekfeest op de Groote Markt
en in Haarlem-Noord
Wie herinnert zich niet de ongekende groo
te vocale en muzikale gebeurtenis, die in
den zomer van het vorige jaar op de Groote
Markt, toen daar op initiatief van het be
stuur van den Nieuwen Haarlemschen
Kunstkring en onder de eminente leiding van
den bekenden Haarlemschen dirigent Jos. de
Klerk door een zeldzaam groote schare zan
gers en musici de Rubens-Cantate werd bij
gewoond. Dat was een -uitvoering, waarover
nog weken en weken werd nagepraat. Bijna
de geheele Haarlemsche bevolking was toen
op de Groote Markt aanwezig en kon daar
ongestoord van zang en muziek genieten,
dank zij de voortreffelijke orde-maatregelen,
die toen door de politie onder leiding van
den hoofd-inspecteur G. A. Draijer waren
getroffen. Zooals men weet had deze een
grooten stilte-cirkel om het groote Haarlem
sche plein getrokken, zoodat men er geen
signaal van trambestuurder, geen claxonge
luid van automobilisten en geen belgerinkel
van wielrijders kon hooren Men zat en
stond er knus als in een groote concertzaal,
waar de Haarlemsche burgers zich één ge
voelden.
Het bestuur van den Nieuwen Haarlem
schen Kunstkring zal. door het prachtige
succes behaald, met de uitvoering van de
Rubent-Cantate, aangemoedigd, ook in den
aanstaanden zomer voor een schitterende
attractie zorgen .Voor stadgenoot en vreem
deling zal dus weer veel in onze stad te ge
nieten vallen, want behalve de plannen, die
de Vereeniging Haarlem's Bloei op haar
programma"heeft staan, krijgt men. zooals
onze lezers weten, ook een wielercriterium
in den Hout van de H.S.V. „De Kampioen"
en nu weer de nieuwe festiviteiten van den
Haarlemsche Kunstkring. Het bestuur van
deze organisatie heeft Maandagavond den
vertegenwoordiger der pers in de gelegenheid
gesteld, van de plannen kennis te nemen. De
voorzitter, de heer A. Rauwerda, deelde me
de, dat het in het voornemen ligt, wederom
een Hollandsehe cantate van een Nederland-
schen componist te doen uitvoeren, voor een
gedeelte gewijd aan den grooten Haarlem
schen schilder Frans Hals en zijn tijdgenoo-
ten. Het bestuur 'hoopt daartoe weer op ve
ler medewerking. Van die van het gemeen
tebestuur en. van de politie-autoriteiten heeft
het zich bereids verzekerd. De heer Jos. de
Klerk, die weer de leiding zal hebben en die
ook Maandagavond in deze bijeenkomst aan
wezig was, deelde eenige bijzonderheden
mede. De cantate zal niet zoo lang worden
als die van verleden jaar; den naam van
den Nederlandschen componist kon hij nog
niet noemen, omdat de onderhandelingen
nog niet afgeloopen zijn. Het zal weer een
prachtige massale uitvoering worden Er zul-
De bleekers in de Santpoort.
De Brederodes hebben een belangrijke rol
gespeeld in de geschiedenis der middel
eeuwen. Vooral in Holland en Utrecht. Van
1255 tot 1679 zijn de Brederodes heeren van
Velsen geweest. Vóór dien behoorde het am
bacht van Velsen aan Hugo van Naaldwijk,
maar blijkens een akte van 29 April 1255 ver
oorloofde Graaf Willem II aan Hugo van
Naaldwijk, het ambacht Velsen aan Willem,
heer van Brederode te verkoopen.
De heeren van Brederode zijn steeds trouw
geweest aan de graven van Holland. Dirk IV,
heer van Brederode. die den bijnaam kreeg
van de Goede, onderwierp de West-Friezen
aan het gezag van Floris V en wel in 1287.
Men weet, dat Floris V door zijn bondgenoot
schap. eerst met Engeland en daarna met
Frankrijk. Holland in allerlei moeilijkheden
bracht, maar Dirk IV steunde hem. ook in
zijn strijd tegen de Vlamingen, die in 1290
den strijd tegen Floris V aanbonden, vanwege
zijn bondgenootschap met Engeland en waar
bij de Zeeuwsche edelen de Vlamingen steun
den. Waarschijnlijk is er wel geen vriend
schap geweest tusschen Gerard van Velsen en
dezen Brederode, ofschoon beide burchten
niet ver van elkander stonden. Gerard van
Velsen had trouwens alleen den steun van
zijn verwanten. Gijsbrecht van Amstel en de
heeren van Kuik en Woerden. Hoe sterk Floris
V Gerard van Velsen moet hebben gehaat,
blijkt wel hieruit, dat hij het Huis te Velsen.
(blijkens een akte in de grafelij kheidsregis-
ters van Holland) reeds op 25 Juni 1290. dus
6 jaar voor zijn dood, schonk aan Nicolaas
van Persijn.
De heeren van Brederode hebben vooral
tegen de Friezen hardnekkig gestreden, want
zij" begonnen dien strijd al in 950. Maar ook
tegen Vlaanderen en Utrecht voerden zij
krijg.
Al mocht Dirk IV de West-Friezen in 1287
onderwerpen aan Graaf Floris V. daarmede
waren de oorlogen met de Friezen nog niet
uit. Heer Jan van Brederode vergezelde in
1396 en 1398 Willem van Oostervant op zijn
krijgstochten tegen de Friezen. Ook heer Wal
raven van Brederode nam deel aan krijgs
tochten tegen de Friezen. Hij werd in 1402. bij
het beleg van Gorinchem. door heer Jan van
Arkel gevangen genomen, maar wist zeven
l'aar later te ontvluchten.
Een kleinzoon van dezen Walraven, heer
Frans van Brederode. was na 1465 leider van
de Hoekschen in den bekenden burgeroorlog.
Hij wist in 1488 Rotterdam bij verrassing te
nemen, maar de stad werd door den stad
houder van. Maximiliaan van Oostenrijk, Jan
van Egmond, ontzet. Deze Frans was echter
geen Heer van Velsen; in dezen tijd was dit
Walraven, die van 1473 tot 1531, dus niet min
der dan 58 jaar de heerlijkheid bestuurde
Zijn kleinzoon was Hendrik van Brederode,
bekend uit den 80-jarigen oorlog. Hij was een
der voornaamsten in het Verbond van Edelen
en reikte in 1566 aan Margaretha van Parma,
de zuster van Filips n, het smeekschrift der
edelen over en bij hem thuis werd. besloten,
den naam Geuzen als eerenaam aan te ne
men. Ook zijn halfbroeder Lancelot behoor
de tot het Verbond der Edelen. Werd Hen
drik door AIVa van zijn goederen vervallen
verklaard en moest hij naar Duitschland
vluchten, Lancelot was een der aanvoerders
van de Watergeuzen bij de inneming van
Den Briel. Hij werd later echter door de
Spanjaarden gevangen genomen en door Don
Frederik de Toledo onthoofd.
In 1579 kwam de heerlijkheid Velsen we
der aan de Brederodes. daar de Staten van
Holland in dat jaar Reinout tot heer van
Velsen benoemden. Een andere Reinout was
in 1567 geboren a:s zoon van Lancelot. Deze
Reinout van Brederode, baron van Wezem-
berg, was de schoonzoon van den raadpen
sionaris Johan van Oldenbarneveldt. Hij
werd voorzitter van den Hoogen Raad, maar
deelde in de ongenade van zijn schoonvader.
Hij werd zelfs niet meer opgenomen onder
de edelen van Holland De Staten zonden
hem naar Rusland en Zweden, om deze lan
den met elkander te verzoenen.
Van 15851620 zijn er twee Walraven's van
Brederode heer van Velsen, de eerste was het
30 jaar en had blijkbaar geen zoons, daar
zijn neef Walraven hem opvolgde. Deze stierf
reeds vijf jaar later, waarna zijn broeder
Johan Wolfert heer werd. Deze stierf in 1656.
waarna diens zoon Hendrik het werd. doch
deze stierf een jaar later reeds. Zijn broe
der Wolfert werd de laatste Brederode, die
heer van Velsen was, daar hij in 1679 kinder
loos overleed.
Wij hebben gezien, dat de Staten van Hol
land in 1682 aan Velsen last gaven de ver
schuldigde ton boter aan Agnes Hedwich van
Brederode te voldoen, zuster van den laatsten
mannelijken telg. Na haar dood zal de trot-
sche burcht in verval zijn gekomen. Het
laatste stuk in de akten in het gemeente
archief over Brederode is een kennisgeving
van Velsen. gedateerd 26 November 1804 om
trent den publieken verkoop van grond, ge
legen om de bouwvallen van het huis Brede
rode groot 4 morgen. 514 roeden.
Echter is er in de archieven nog genoeg
over de Brederodes te vinden. Er is b.v. een
akte van 28 Maart 1484. een uitspraak in een
geSchil. Zekere Claes Jacopsz. ha'd 'n schulp-
oever met huis en erf gekocht, doch weigerde
aan de gemeene buren een voorrecht, nJ. dat
zij de schelpen, die ze te koop hadden, leg
den en stapelden op den schulpoever, Toch
was dit sinds menschenheugenis gewoonte
geweest, tegen het betalen van zekere pacht.
De nieuwe eigenaar eischte, dat de men
schen met hun schelpen van zijn grond zou
den blijven. Schout en schepenen van Vel
sen en meester Berthout van Bueren, secreta
ris van de Vrouwe van Brederode, beslisten
dat de buren hun schelpen tegen de gebrui
kelijke pacht op den schulpoever van Claes
Jacopsz. mochten leggen en wel ieder 2 hoed
schelpen. Wie zich niet aan de uitspraak
hield, zou 10 gouden Leeuwen verbeuren,
waarvan een derde zou toekomen aan de
Kerk van Velsen. een derde aan den Jonker
van Brederode, terwijl de arbiters de bestem
ming van het laatste derde deel moesten aan
wijzen.
Van 12 Augustus 1612 is er een akte, waar
in heer Walraven van Brederode aan Nico-
laes Woutersz.. schepen der stad Haarlem, die
de hofstede Cralingensaet onder Velsen in
eigendom had, in eeuwige erfpacht geeft 40
morgen duin, ten westen van genoemde hof
stede gelegen. Deze duinen waren gelegen in
het Adrichemner duin, dus onder Beverwijk.
De 40 morgen worden aangeduid „beginnende
van het Jonge maetgen heek tot het Scheyt
(de scheiding) van de graeffelijkheidsduinen
en waren toen in gebruik bij Jan Jansz. Roos.
Hiervoor moest Nicolaes Woutersz jaarlijks
100 gld. betalen op St. Lucasmarkt (18 Oc
tober) binnen Haarlem.
Dat er door alle eigenaars van landerijen
enz. lasten moesten worden opgebracht aan
de heeren van Brederode, blijkt uit een akte
van verkoop van een hofstede met land aan
Jan Claesz in 1592. Dat perceel was belast met
een erfhuur van 5 stuivers 's jaars aan de
heerlijkheid van Brederode.
Dat de wasscherijen in Santpoort al van
ouden datum zijn, bewijst een akte van 7 Mei
1642, waarin Claes Anthonisz, bleeker in de
Santpoort, bekent een huis met erf verkocht
te hebben aan Willem Thamisz in Santpoort.
Ook dit perceel was belast met een erfhuur
van 5 stuivers aan Brederode.
Een merkwaardig stuk bevindt zich nog
in de Grafeiijkheidsregisters van Holland en
wel een van 24 Juni 1325. een beschikking van
Graaf Willem op een bede van Henrijcaerde
van Brederode e.a.. om aan Clarrisien, de on
gelukkige dochter van Gerard van Velsen
een lijfrente te geven. De Graaf van Holland
beschikte goedgunstig op dit verzoek en gaf
aan de dochter van Velsen een lijfrente van
10 pond Hollandsch, zoolang zij geen huwe
lijk aanging.
Of Gerard van Velsen nog meer dochters
heeft-gehad of kleindochters, weten we
niet, maar er bestaat een akte van 19 Me:
1358, waarbij de toenmalige bisschop van
Utrecht. Johannes van Arkel, aan Willem van
Wezemale en Catharina van Vel.sen. heer en
vrouwe van Waterland, vergunde, dat zij de
renten en vruchten, welke door wijlen Johan
nes Persijn. heer van Waterland, tot stichting
en dotatie van een vicarie in de kerk te Vel
sen waren aangewezen, op andere ianderijen
mochten overbrengen.
len eerst eenige Nederlandsche volksliede
ren ten gehoore worden gebracht ui: den
tijd van Frans Hals. Dan komt de cantate,
wederom met klokkenspel en bazuingeschal.
En tot slot komt er een epiloog. Het aantal
zangeressen en zangers zal weer heel groot
worden. Het belooft dus een welluidende
Frans Hals-herdenking te worden. De uitvoe
ring zal in Juli plaats hebben.
Maar hierbij blijft het niet.
Er komt noz iets wat in Haarlem en mis
schien in ons"heele land nog nooit vertoond
is. namelijk een
optocht van duizend
bloem-meisjes.
Eerst wilde het bestuur een optocht orga-
niseeren. geïnspireerd door -werken van
Frans Hals. maar dit plan stuitte op te veel
bezwaren, zoodat men het moest opgeven.
Toen kwam men op het idéé, een optocht van
duizend bloem-meisjes te houden en dit vond
dadelijk aller instemming Die optocht wordt
in verschillende groepen verdeeld; de klee
ding van de meisjes wordt ontleend aan tal-
looze bloemsoorten, zoodat men als het ware
één grooten bloemruiker zich door de Haar
lemsche straten zal zien bewegen. Uit den aard
der zaak zullen de bolgewassen 't meest ver
tegenwoordigd worden. De artistieke leider
van dezen optocht, de heer J. N. M. van
Loenen, is met zijn werk al heel vergevor
derd. Hij liet ons gekleurde afbeeldingen van
bloem-meisjes zien. waardoor wij de overtui
ging kregen, dat het werkelijk iets buiten
gewoon moois zal worden. Getracht zal wor
den, dat de meisjes ook eenige dansen zullen
uitvoeren; men hoopt er ook een bloemen
corso bij te krijgen.
Een lieele week voorstelling
in den Stadsschouwburg.
Ook voor hen. die meer van een tooneel-
voorstelling houden, heeft het bestuur van
den Nieuwen Haarlemschen Kunstkring ge
zorgd. Gedurende een heele week zal in den
Stadsschouwburg een tooneelstuk worden op
gevoerd, eveneens betrekking hebbende op
het leven van Frans Hals. Het bestuur had
hiervoor de medewerking noodig van den
directeur van het Frans Hals Museum, den
heer G. D. Gratama. die deze gaarne ver
leende. De keus is gevallen op het stuik
„Frans Hals ou 1'Admiration" van Sacha
Guitry, dat in 1931 met veel succes te Pax-ijs
is opgevoerd. Het is nog nimmer in de Neder
landsche taal voor het voetlicht gebracht;
de tekst moet dan ook nog vertaald worden.
Het stuk zal door het tooneelgezelschap
Saalborn worden ingestudeerd.
Een festival op twee
plaatsen.
Verder is het de bedoeling, in die feest-
week een festival -te doen plaats hebben,
waarvoor ongeveer honderd muziekcorpsen
uit Haarlem en van elders zullen worden
ultgenoodlgd er aan deel te nemen. Die con
certen zulen plaats hebben op de Groote
Markt en ook in het Julianapark in Haarlem-
Noord, teneinde zooveel mogelijk stadgenoo-
ten ervan te laten genieten.
Tot zoover de plannen van den Nieuwen
Haarlemschen Kunstkring. Zij zullen zeer
zeker doorgaan, want het bestuur heeft reeds
vele steekproeven genomen, waarbij het Is
gebleken, dat de plannen in vele kringen met
groot enthousiasme zijn ontvangen. Van ver
schillende kanten is medewerking toegezegd.,
o.a. ooik door sportverenigingen en ama
zones.
Natuurlijk zal een en ander heel veel geld
kosten; daarom hoopt het bestuur, dat ook
de financieele medewerking groot zal zijn.
Het is niet de bedoeling, zei de heer Rau
werda, dat het bestuur van den Nieuwen
Haarlemschen Kunstkring aan Haarlem's
Bloei het werk uit de handen neemt. Inte
gendeel. deze vereeniging heeft die plannen
ook met geestdrift begroet Het zal aan
Haarlem's Bloei aangenaam zijn, als ook an
dere verenigingen met eventueele feest
plannen willen komen. Er moeten -attracties
in Haarlem komen, voor stadgenooten en
vreemdelingen. Dat zal de welvaart ver-
hoogen.
Herdenking Baden Powell-dag
Voor alle padvinders en padvindsters der ge
heele wereld was het gisteren een zeer bijzon
dere dag, hun Chief Scout Lord Baden Powell
vierde namelijk zijn tachtigsten verjaardag.
En alsof dit nog niet genoeg was voor een
luisterrijke herdenking ook Lady Baden
Powell vierde dien dag haar verjaardag.
Ter gelegenheid hiervan hadden de oudere
meisjes van de afd. Haarlem van het Neder
landsche Padvindstersgilde een fakkeltocht
naar Groenendaal georganiseerd waar een
kampvuur zou worden aangelegd.
Het had den geheelen dag al geregend en
het zag er aanvankelijk niet naar uit dat de
fakkeloptocht zou kunnen doorgaan. Gelukkig
was het tegen den avond wat opgeklaard en
vol goeden moed vertrokken de padvindsters
van hun clubhuis naar Groenendaal.
De flakkerende fakkels leverden een feeëriek
schouwspel op en alles verliep in de beste orde
totGod Pluvius de padvindsters haar her
denking schijnbaar niet gunde zonder een be
proeving, het regende en hagelde dat het een
lust was, doch onvervaard trokken de meisjes
verder. Werd er hier en daar al een fakkel
door den regen of den wind gedoofd, de stem
ming leed er geen moment onder.
Eindelijk dan toch werd Groenendaal be
reikt. waar het kampvuur reeds hoog oplaaide.
Kampvuur in het bosch op een winteravond,
kunt ge u iets romantischer voorstellen?
Ondanks het slechte weer ging er een sprook
jesachtige bekoring van de knetterende vlam
men uit van welke een in dit geval zeer wel
kome warmte afstraalde.
Bij het felle schijnsel van het vuur hield een
der leidsters een treffende toespraak.
Baden Powelldag is niet alleen de feestdag
omdat onze Chief Scout tachtig jaar is ge
worden. doch ook een herdenking met alle
padvinders der geheele wereld. Een dankbare
herdenking van het vele werk dat de Chief
Scout voor ons gedaan heeft. Laten wij hopen
dat wij Lord Baden Powell spoedig zelf op de
Jamboree mogen zien. Dit vuur dat ons ver
warmt. verwarmt op dit oogenblik alle pad
vinders der geheele wereld. Laat het ons ech
ter niet alleen van buiten maar ook van
binnen verwarmen. Laten wij dit vuur doen
uitstralen en uitdragen naar alle menschen
om ook hen te verwarmen en te verkwikken.
Eerst dan zullen we goede padvindsters zijn.
Vervolgens werden om het kampvuur eenige
liederen gezongen.