Feestplannen van den Nieuwen Haarlemschen Kunstkring Brederode in Velsen. 3 Februari-tuin. Wederom een massale vocale en muzikale uitvoering Optocht van duizend bloem-meisjes Oorlogen tegen Friezen en Vlamingen. DINSDAG 23 FEBRUARI 1937 HAARLEM'S DAGBLAD VOOR DEN- -POLITIE RECH TER Als de vacantie lokt. Een jongeman, die een betrekking had, wel ke hem zoo van 15 tot 18 gulden per week op leverde, was verzot op bioscoop en andere vermakelijkheden, waartoe we sigaretten roo- ken ook maar rekenen. Men begrijpt, dat, als van genoemd salaris kostgeld en andere nood zakelijke uitgaven zijn voldaan, er niet zóó veel overblijft, dat aan de zucht naar ver strooiing onbegrensd kan worden toegegeven en daar op hem het gezegde: „In beperking toont zich de meester" niet van toepassing was, is het te begrijpen, dat de jonge man als regel slecht bij kas was. En toen kwam de vacantie en lokte naar buiten. Aan die lok stem had hij weerstand moeten bieden; men kan niet te veel vergen van hoogstens acht tien guldentjes in de week. De jongeman weerstond de lokstem niet en omdat het salaris bij den bioscoopminnaar geen reserve had kunnen vormen kwam hij op de ongelukkige gedachte vacantiegeld te lee- nen en het leenkantoor was dicht bij huis. Zijn baas was iemand die, goedhartig van aard, zijn ondergeschikten met een klein voorschot wilde helpen, als ze door ziekte of andere narigheid achterop waren geraakt. Dat wist de jongeman, maar hij begreep ook, dat vakantiereisjes niet onder de rubriek narig heid vielen en dat hij, om het voorschot te krijgen, met een ander motief moest komen. Daarom kwam hij met narigheid. Hij had een zuster verloren en bij haar dood was er een kleine uitkeering van een verzekering los ge komen, maar omdat hij nooit een cent aan de premie had betaald, maar wel zijn broer, was deze niet van plan hem in de uitkeering te doen deelen. Dit nam' hij voor motief, maar hij vertelde niet, dat hij hoegenaamd geen recht op het geld had, doch deed het bij zijn baas voorko men, of hij het slachtoffer was van de heb zucht van zijn broer. Hij ging verder en ver telde, dat hij een advocaat kende, die hem de erfenis zou bezorgen, maar die moest 50.— voorschot hebben en nu vroeg hij zijn baas hem dit geld te leenen. De baas leende het, geroerd door het verhaal over het gedane onrecht, maar de 50 gingen niet naar $en advocaat, doch werden in vroolijkheid ver teerd. Wellicht had er geen haan naar gekraaid en had de baas met een wekelijksche inhouding van een rijksdaalder zijn voorschot binnen gekregen, als er geen nieuw kastekort was ont staan en de jongeman het verhaal van de er fenis niet opnieuw had aangewend om bij een paar andere employés van de zaak, waar hij werkte, geld los te krijgen en dat kwam uit. Toen werd de erfeniskwestie nader bekeken met het gevolg, dat de politie er aan te pas kwam en de jongeman zijn betrekking kwijt raakte. Nu stond hij terecht en de officier was heel slecht over hem te spreken, noemde hem zelfs een geslepen, gevaarlijk individu, dat zich aanvankelijk goed had voorgedaan, maar wiens ware aard naar boven was gekomen. Van een voorwaardelijke straf wilde de offi cier niets weten, want dan zou de man mis schien met zijn listige streken doorgaan, al leen wat voorzichtiger om buiten de gevange nis te blijven. Het reclasseeringsrapport was ook niet gunstig; daarin werd de man een opschepper genoemd. Geëischt werd 6 weken gevangenisstraf. Mr. Drilsma, de verdediger, gaf toe dat de verdachte laakbaar had gehandeld, maar zoo zwart als de officier hem afschilderde was hij toch niet en de verdediger zette zijn opvatting over voorwaardelijke straf en reclasseering naast die van den officier, ja, de verdediger meende zelfs, dat de opvatting van den offi cier niet de juiste was, waarop de politierech ter den verdediger verzocht zich te matigen. Pleiter was van oordeel, dat in dit geval een voorwaardelijke straf juist de w. .e zou zijn en noch de maatschappij noch de verdachte bij een onvoorwaardelijke straf gebaat waren. De politierechter wees er op, dat verdachte niet uit armoede maar uit iggnotzucht had ge handeld; dat hij misbruik van de goedhar tigheid van zijn patroon en collega's had ge maakt en dat een ernstige straf moest volgen. Hij veroordeelde tot 2 maanden gevange nisstraf onvoorwaardelijk en 4 maanden voor waardelijk. Jong-Holland op Oud-Holland. Men herinnerdt zich, hoe de brave poorters van de Kleine Houtstraat met Sinterklaas oud Holland te voorschijn hadden getooverd met behulp van studiomateriaal. Luifels met toe passelijke opschriften waren aan de winkel puien aangebracht, zwarte lijnen verdeelden de spiegelruiten in kleine, in lood gevatte ruitjes en groote, vierkante lantaarns staken buiten de gevels, camoufleerden het electrisch licht, zoodat men zich kon verbeelden, dat kaars of oliepitten uithingen. Twee poorten sloten OudHaarlem af, dat zelfs een vroed schap had. We hebben dit allen bewonderd en den burgerzin van de goede poorters der stede Oud-Haarlem geprezen. Wat bezielde eenige Haarlemmers om de 17e eeuwsche rust in die goede stede te versto ren? 't Was een drietal mannen geen jongens neen mannen uit Haarlem, vol wassen menschen, waarvan er een zelfs een zaak drijft, die in het nachtelijk uur door Oud Haarlem waren gekomen en de uitste kende lantaarns in elkaar hadden geslagen. Waarom? Nergens om. Uit brooddronkenheid, onbeschaafdheid, vernielzucht. Nu kwamen ze er geen van drieën eerlijk voor uit, wisten niets en hadden nooit iets geweten, maar 't was gezien, dat ze met hun drieën waren en dat ze tegen de lantaarnkap- pen sloegen, dat 't door heel Oud Haarlem klank. Zooals het echter veelal in zulke ge vallen gaat, was het voor de getuigen niet mogelijk precies te zeggen, wie er had gesla gen en dat maakte, dat twee wegens gebrek aan bewijs werden vrijgesproken. Tegen den derde werd 15 boete geëischt. doch de poli tierechter keek in het strafblad, waaruit bleek dat het algemeen gedrag van den man alles behalve goed was en daarom kreeg de lan taarntikker drie dagen gevangenisstraf. GEVONDEN DIEREN EN VOORWERPEN. Inlichtingen over gevonden voorwerpen aan het bureau van politie Smedestraat uitslui tend tusschen 11 en 13 uur. Terug te krijgen bij: Politiebureau. Smede straat, handschoenen en ceinturen; deken; geld; machinenaalden: Haaii. Montes. school. Lomse de Colignylaan 3. bril: Roest, 2e Hoo- gerwoerddwarsstraat no. 36, hcnd; Booms. In- dlschestraat 129. hond; Blokker, Zomerkade 95. honden penning: Jacobs. Tesselschadesferaat 77. lamo; Radsma. Brouwerskade 53. lamp: Car-lenveld. Witte Heerenatraat no. 9 zw„ mat ten looper; Haarl Montes. school, Louis de Co- lygnielaan 3. portemonnaie met inhoud; Wens- veen, Spijkermanslaan 2e, rijwielplaatje; Olt- iiof, Beresteijnistraat 4, rijwielplaatje. Mij. „Tot Nut van 't Algemeen". De heer K. H. Broekhoff over „Valsche Munterij". Voor de leden van het Departement Haar lem der Maatschappij „Tot Nut van 't Alge meen" trad Maandagavond in de tuinzaal van het Gem. Concertgebouw de heer K. H. Broekhoff, uit Amsterdam, als spreker op. met het onderwerp „Valsche Munterij' De heer Broekhoff vertelde, naar aanlei ding van vele lichtbeelden veel wetenswaar digs uit zijn ervaringen als politieman, spe ciaal belast met de bestrijding der valsche munterij. Hij vertelde ook van de wijze, de vaak zeer vernuftige en ook artistieke wijze, waarop het vervaardigen van valsch bank papier en valsche munten wordt ..gepleegd" en voorts over de methoden, die tegenwoordig worden toegepast bij de bestrijding van de practijken der valsche munters. Die methoden waren vroeger anders. Be waart men in Deventer nog niet steeds een grooten, koperen ketel, waarin in 1434 een valsche munter werd „gezoden"? De moderne bestrijdingsmethoden berusten hoofdzakelijk hierop, dat het namaken van de biljetten steeds moeilijker wordt gemaakt dit wordt tegenwoordig bereikt door bij het drukken van één biljet verschillende pro cédés toe te passen en ook voor biljetten van verschillende waarden onderling geheel ver schillend van kleur enz., te maken en ook door de organisatie van de politie zóó te ma ken, dat een zeer scherpe en steeds afdoen- der bestrijding mogelijk is. Altijd is het namaken van echte munt en het uitgeven van valsche munt voor echte als een zeer ernstig misdrijf beschouwd. Er zijn verschillende soorten van valsche munterij: men kan „knoeien" aan echte biljetten door de bedragen te veranderen; men kan geheel „nieuwe" valsche biljetten maken en men kan ook trachten, de goegemeente biljetten, die min of meer lijken op goede biljetten, maar als reclame" voor de een of andere onder neming of firma zijn bedoeld, voor échte bil jetten in handen te spelen. Verschillende portretten van valsche mun ters werden vertoond, ook de instrumenten, dikwijls zeer primitieve, waarvan zij gebruik maakten en de resultaten, vaak verbluffend die zij er mee bereikten. Vermakelijk was het verhaal van den val- schen munter, die langs slinksche wegen een echt bankbiljet van f 300 in handen hoopte te krijgen en tot de ontdekking kwam, dat hij in het bezit was gekomen vaneen door hemzelf vervaardigd biljet! Merkwaardig was ook het geval van een bekwamen teekenaar, die bankbiljetten na- teekende, ze soms ook uit het hoofd teekende en er herhaaldelijk in slaagde ze voor echt te doen doorgaan. Toen in 1918 de vrede gesloten was, kwam spoedig in verschillende landen de inflatie; toen werden alleen Nederlandsche bankbil jetten nagemaakt, want die alleen waren waardevast! Uit dien tijd dateeren de eerste werkzaamheden van den heer Broekhoff als bestrijder der valsche munterij; later, in 1931 vertoefde hij voor hetzelfde doel in Indië. Het was ook in den inflatietijd, dat men inzag, dat het vervaardigen van valsche bank biljetten en valsche „harde munt" nooit vol doende zou kunnen worden bestreden, als de •politie in elk land niet beschikte over een Centraal Bureau, speciaal voor het opsporen van valsche munters. Deze Bureaux werden dan ook in ongeveer alle landen gesticht. De inleider, die tenslotte nog het een en ander mededeelde over de vervaardiging van gegoten, valsche, harde munt, doorspekte zijn relaas met eenige interessante verhalen, be treffende de. wijze waarop valsche munters werden gesnapt. De voorzitter, mr. Julius Hoog, dankte den heer Broekhoff voor zijn belangwekkende lezing. Februari. Maar de belangstelling voor den tuin zoo ze al ooit ontbrak is nu weer aanwezig. Want wat een bloemen buiten! Ja. u leest goed: bloemen. En zelfs meerdere soorten. De winteraconïetjes staan parman tig te pronken met hun gele bolle knoppen, die bij 't geringste Zonnetje opengaan. Iedere knop rust op een presenteerblaadje van spitse groene blaadjes. Tenminste, bij de ge wone winteraconiet, dat is Eranthis hiemalis. zijn die blaadjes groen; bij de donkergele E. cilicica, een import uit den Taurus, zijn ze bruin en bij de kruising tusschen deze beide, de mooie E. Tubergenl een Haarlemsche aanwinst met zijn groote gele bloemen, bronsgroen. Leuke dingen, die aconietjes: nog familie van de kerstrozen, al zou je dat bij oppervlakkige beschouwing niet zeggen. Van kerstrozen gesproken: de witte is allang uitgebloeid, maar koppig bloeit de roodbruine Helleborus caucasicus voort, en straks krij gen we tot diep in Mei de Helleborus hybri- dus, verre familieleden die we hier altijd nog weinig zien, maar die in Engeland als Len ten Roses" in de dagen van Victoria and Al- bert een geweldige populariteit bezaten en die langzamerhand weer aan 't terugwinnen zijn. Als we eens goed kijken zulen we moe ten toegeven dat weinig bloemen zoo mooi ge vormd zijn als die van 't geslacht Helleborus van de witte H. niger, de kerstroos, tot de bruine, roode. paarse effen of gestipte vor men van H. hybridus toe. Over het eerste sneeuwklokje praten is banaal, het is trouwens in uw en mijn tuin allang uitgebloeid. Kijken we liever naar de vroegste crocussen. smalle lichtpaarse streep jes, die in een onbegrijpelijke hoeveelheid boven den grond komen te staan; een wilde crocus natuurlijk, de fijne etruscus, die niet groot van bloem is, maar er daarentegen vijf tot zeven per knol produceert. Dat blauw paarse dingetje ernaast is ook een wilde, C. Sieberi, en behalve de gele crocus, waar de vogels zoo graag in pikken, is er van de ge kweekte soorten nog weinig anders te zien dan dik-ingepakte knoppen. Tegen het huis kleuren nog altijd de bloe men van Jasminum nudiflorum, de winter jasmijn. Ongelooflijk hoe lang dit heestertje bloeit. We plukken er zooveel mogelijk van en de knoppen komen binnen veel mooier en gaver uit dan buiten: 't scheelt in grootte wel de helft. We kunnen met Forsythia, het Chineekch Klokje, de proef ook eens nemen. Wedden dat de knoppen binnen een week uitkomen? Er zit al een geweldige groeikracht in de struiken: pluk een tak Forsythia af, zet hem op den schoorsteenmantel met een mespuntje kunstmest in 't water, en de knop pen gToeien zichtbaar van dag tot dag. 't Is voor een niet-tuinier natuurlijk moei lijk, om al de dingen te zien die wij alweer opmerken, maar die in werkelijkheid voor een „gewoon" oog nog niet zichtbaar zijn. Maar dat de Megasea op uitkomen staat Berge nia wordt ze ook genoemd dat kan heusch iedereen wel zien. De meeste tuinliefhebbers hebben in hun hart en hun tuin een extra plaatsje voor planten-met-een-historie. Een stek, gekre gen of misschien (het komt voor, helaas) wederrechtelijk toegeëigend, een souvenir aan vacantieverblijf of reis. een zeldzame plant door vriendenhand geschonken, een struikje met een herinnering die we zoo stilletjes voor onszelf bewarenwaar komt zooiets niet voor? Zoo is 't in mijn tuin met de Megasea, die op 't oogenblik tusschen haar glanzende winterbladeren een heel dikke bloemtros vormt. Ze is afkomstig van een groote kolo nie. die al tientallen jaren staat in een ouden Limburgschen tuin. Zoo een met vruchtboo- men, waar de merel zijn hoogste lied zingt, en een oude baksteenen muur rondom. Die muur, die deed het 'm, vrees ik want ginds bloeien er de Megasea's tegen in groote groe pen en het is net, of de planten hier nooit zulke volle trossen krijgen. Wat intusschen ook wel verbeelding zijn kan. L. S. Muziekfeest op de Groote Markt en in Haarlem-Noord Wie herinnert zich niet de ongekende groo te vocale en muzikale gebeurtenis, die in den zomer van het vorige jaar op de Groote Markt, toen daar op initiatief van het be stuur van den Nieuwen Haarlemschen Kunstkring en onder de eminente leiding van den bekenden Haarlemschen dirigent Jos. de Klerk door een zeldzaam groote schare zan gers en musici de Rubens-Cantate werd bij gewoond. Dat was een -uitvoering, waarover nog weken en weken werd nagepraat. Bijna de geheele Haarlemsche bevolking was toen op de Groote Markt aanwezig en kon daar ongestoord van zang en muziek genieten, dank zij de voortreffelijke orde-maatregelen, die toen door de politie onder leiding van den hoofd-inspecteur G. A. Draijer waren getroffen. Zooals men weet had deze een grooten stilte-cirkel om het groote Haarlem sche plein getrokken, zoodat men er geen signaal van trambestuurder, geen claxonge luid van automobilisten en geen belgerinkel van wielrijders kon hooren Men zat en stond er knus als in een groote concertzaal, waar de Haarlemsche burgers zich één ge voelden. Het bestuur van den Nieuwen Haarlem schen Kunstkring zal. door het prachtige succes behaald, met de uitvoering van de Rubent-Cantate, aangemoedigd, ook in den aanstaanden zomer voor een schitterende attractie zorgen .Voor stadgenoot en vreem deling zal dus weer veel in onze stad te ge nieten vallen, want behalve de plannen, die de Vereeniging Haarlem's Bloei op haar programma"heeft staan, krijgt men. zooals onze lezers weten, ook een wielercriterium in den Hout van de H.S.V. „De Kampioen" en nu weer de nieuwe festiviteiten van den Haarlemsche Kunstkring. Het bestuur van deze organisatie heeft Maandagavond den vertegenwoordiger der pers in de gelegenheid gesteld, van de plannen kennis te nemen. De voorzitter, de heer A. Rauwerda, deelde me de, dat het in het voornemen ligt, wederom een Hollandsehe cantate van een Nederland- schen componist te doen uitvoeren, voor een gedeelte gewijd aan den grooten Haarlem schen schilder Frans Hals en zijn tijdgenoo- ten. Het bestuur 'hoopt daartoe weer op ve ler medewerking. Van die van het gemeen tebestuur en. van de politie-autoriteiten heeft het zich bereids verzekerd. De heer Jos. de Klerk, die weer de leiding zal hebben en die ook Maandagavond in deze bijeenkomst aan wezig was, deelde eenige bijzonderheden mede. De cantate zal niet zoo lang worden als die van verleden jaar; den naam van den Nederlandschen componist kon hij nog niet noemen, omdat de onderhandelingen nog niet afgeloopen zijn. Het zal weer een prachtige massale uitvoering worden Er zul- De bleekers in de Santpoort. De Brederodes hebben een belangrijke rol gespeeld in de geschiedenis der middel eeuwen. Vooral in Holland en Utrecht. Van 1255 tot 1679 zijn de Brederodes heeren van Velsen geweest. Vóór dien behoorde het am bacht van Velsen aan Hugo van Naaldwijk, maar blijkens een akte van 29 April 1255 ver oorloofde Graaf Willem II aan Hugo van Naaldwijk, het ambacht Velsen aan Willem, heer van Brederode te verkoopen. De heeren van Brederode zijn steeds trouw geweest aan de graven van Holland. Dirk IV, heer van Brederode. die den bijnaam kreeg van de Goede, onderwierp de West-Friezen aan het gezag van Floris V en wel in 1287. Men weet, dat Floris V door zijn bondgenoot schap. eerst met Engeland en daarna met Frankrijk. Holland in allerlei moeilijkheden bracht, maar Dirk IV steunde hem. ook in zijn strijd tegen de Vlamingen, die in 1290 den strijd tegen Floris V aanbonden, vanwege zijn bondgenootschap met Engeland en waar bij de Zeeuwsche edelen de Vlamingen steun den. Waarschijnlijk is er wel geen vriend schap geweest tusschen Gerard van Velsen en dezen Brederode, ofschoon beide burchten niet ver van elkander stonden. Gerard van Velsen had trouwens alleen den steun van zijn verwanten. Gijsbrecht van Amstel en de heeren van Kuik en Woerden. Hoe sterk Floris V Gerard van Velsen moet hebben gehaat, blijkt wel hieruit, dat hij het Huis te Velsen. (blijkens een akte in de grafelij kheidsregis- ters van Holland) reeds op 25 Juni 1290. dus 6 jaar voor zijn dood, schonk aan Nicolaas van Persijn. De heeren van Brederode hebben vooral tegen de Friezen hardnekkig gestreden, want zij" begonnen dien strijd al in 950. Maar ook tegen Vlaanderen en Utrecht voerden zij krijg. Al mocht Dirk IV de West-Friezen in 1287 onderwerpen aan Graaf Floris V. daarmede waren de oorlogen met de Friezen nog niet uit. Heer Jan van Brederode vergezelde in 1396 en 1398 Willem van Oostervant op zijn krijgstochten tegen de Friezen. Ook heer Wal raven van Brederode nam deel aan krijgs tochten tegen de Friezen. Hij werd in 1402. bij het beleg van Gorinchem. door heer Jan van Arkel gevangen genomen, maar wist zeven l'aar later te ontvluchten. Een kleinzoon van dezen Walraven, heer Frans van Brederode. was na 1465 leider van de Hoekschen in den bekenden burgeroorlog. Hij wist in 1488 Rotterdam bij verrassing te nemen, maar de stad werd door den stad houder van. Maximiliaan van Oostenrijk, Jan van Egmond, ontzet. Deze Frans was echter geen Heer van Velsen; in dezen tijd was dit Walraven, die van 1473 tot 1531, dus niet min der dan 58 jaar de heerlijkheid bestuurde Zijn kleinzoon was Hendrik van Brederode, bekend uit den 80-jarigen oorlog. Hij was een der voornaamsten in het Verbond van Edelen en reikte in 1566 aan Margaretha van Parma, de zuster van Filips n, het smeekschrift der edelen over en bij hem thuis werd. besloten, den naam Geuzen als eerenaam aan te ne men. Ook zijn halfbroeder Lancelot behoor de tot het Verbond der Edelen. Werd Hen drik door AIVa van zijn goederen vervallen verklaard en moest hij naar Duitschland vluchten, Lancelot was een der aanvoerders van de Watergeuzen bij de inneming van Den Briel. Hij werd later echter door de Spanjaarden gevangen genomen en door Don Frederik de Toledo onthoofd. In 1579 kwam de heerlijkheid Velsen we der aan de Brederodes. daar de Staten van Holland in dat jaar Reinout tot heer van Velsen benoemden. Een andere Reinout was in 1567 geboren a:s zoon van Lancelot. Deze Reinout van Brederode, baron van Wezem- berg, was de schoonzoon van den raadpen sionaris Johan van Oldenbarneveldt. Hij werd voorzitter van den Hoogen Raad, maar deelde in de ongenade van zijn schoonvader. Hij werd zelfs niet meer opgenomen onder de edelen van Holland De Staten zonden hem naar Rusland en Zweden, om deze lan den met elkander te verzoenen. Van 15851620 zijn er twee Walraven's van Brederode heer van Velsen, de eerste was het 30 jaar en had blijkbaar geen zoons, daar zijn neef Walraven hem opvolgde. Deze stierf reeds vijf jaar later, waarna zijn broeder Johan Wolfert heer werd. Deze stierf in 1656. waarna diens zoon Hendrik het werd. doch deze stierf een jaar later reeds. Zijn broe der Wolfert werd de laatste Brederode, die heer van Velsen was, daar hij in 1679 kinder loos overleed. Wij hebben gezien, dat de Staten van Hol land in 1682 aan Velsen last gaven de ver schuldigde ton boter aan Agnes Hedwich van Brederode te voldoen, zuster van den laatsten mannelijken telg. Na haar dood zal de trot- sche burcht in verval zijn gekomen. Het laatste stuk in de akten in het gemeente archief over Brederode is een kennisgeving van Velsen. gedateerd 26 November 1804 om trent den publieken verkoop van grond, ge legen om de bouwvallen van het huis Brede rode groot 4 morgen. 514 roeden. Echter is er in de archieven nog genoeg over de Brederodes te vinden. Er is b.v. een akte van 28 Maart 1484. een uitspraak in een geSchil. Zekere Claes Jacopsz. ha'd 'n schulp- oever met huis en erf gekocht, doch weigerde aan de gemeene buren een voorrecht, nJ. dat zij de schelpen, die ze te koop hadden, leg den en stapelden op den schulpoever, Toch was dit sinds menschenheugenis gewoonte geweest, tegen het betalen van zekere pacht. De nieuwe eigenaar eischte, dat de men schen met hun schelpen van zijn grond zou den blijven. Schout en schepenen van Vel sen en meester Berthout van Bueren, secreta ris van de Vrouwe van Brederode, beslisten dat de buren hun schelpen tegen de gebrui kelijke pacht op den schulpoever van Claes Jacopsz. mochten leggen en wel ieder 2 hoed schelpen. Wie zich niet aan de uitspraak hield, zou 10 gouden Leeuwen verbeuren, waarvan een derde zou toekomen aan de Kerk van Velsen. een derde aan den Jonker van Brederode, terwijl de arbiters de bestem ming van het laatste derde deel moesten aan wijzen. Van 12 Augustus 1612 is er een akte, waar in heer Walraven van Brederode aan Nico- laes Woutersz.. schepen der stad Haarlem, die de hofstede Cralingensaet onder Velsen in eigendom had, in eeuwige erfpacht geeft 40 morgen duin, ten westen van genoemde hof stede gelegen. Deze duinen waren gelegen in het Adrichemner duin, dus onder Beverwijk. De 40 morgen worden aangeduid „beginnende van het Jonge maetgen heek tot het Scheyt (de scheiding) van de graeffelijkheidsduinen en waren toen in gebruik bij Jan Jansz. Roos. Hiervoor moest Nicolaes Woutersz jaarlijks 100 gld. betalen op St. Lucasmarkt (18 Oc tober) binnen Haarlem. Dat er door alle eigenaars van landerijen enz. lasten moesten worden opgebracht aan de heeren van Brederode, blijkt uit een akte van verkoop van een hofstede met land aan Jan Claesz in 1592. Dat perceel was belast met een erfhuur van 5 stuivers 's jaars aan de heerlijkheid van Brederode. Dat de wasscherijen in Santpoort al van ouden datum zijn, bewijst een akte van 7 Mei 1642, waarin Claes Anthonisz, bleeker in de Santpoort, bekent een huis met erf verkocht te hebben aan Willem Thamisz in Santpoort. Ook dit perceel was belast met een erfhuur van 5 stuivers aan Brederode. Een merkwaardig stuk bevindt zich nog in de Grafeiijkheidsregisters van Holland en wel een van 24 Juni 1325. een beschikking van Graaf Willem op een bede van Henrijcaerde van Brederode e.a.. om aan Clarrisien, de on gelukkige dochter van Gerard van Velsen een lijfrente te geven. De Graaf van Holland beschikte goedgunstig op dit verzoek en gaf aan de dochter van Velsen een lijfrente van 10 pond Hollandsch, zoolang zij geen huwe lijk aanging. Of Gerard van Velsen nog meer dochters heeft-gehad of kleindochters, weten we niet, maar er bestaat een akte van 19 Me: 1358, waarbij de toenmalige bisschop van Utrecht. Johannes van Arkel, aan Willem van Wezemale en Catharina van Vel.sen. heer en vrouwe van Waterland, vergunde, dat zij de renten en vruchten, welke door wijlen Johan nes Persijn. heer van Waterland, tot stichting en dotatie van een vicarie in de kerk te Vel sen waren aangewezen, op andere ianderijen mochten overbrengen. len eerst eenige Nederlandsche volksliede ren ten gehoore worden gebracht ui: den tijd van Frans Hals. Dan komt de cantate, wederom met klokkenspel en bazuingeschal. En tot slot komt er een epiloog. Het aantal zangeressen en zangers zal weer heel groot worden. Het belooft dus een welluidende Frans Hals-herdenking te worden. De uitvoe ring zal in Juli plaats hebben. Maar hierbij blijft het niet. Er komt noz iets wat in Haarlem en mis schien in ons"heele land nog nooit vertoond is. namelijk een optocht van duizend bloem-meisjes. Eerst wilde het bestuur een optocht orga- niseeren. geïnspireerd door -werken van Frans Hals. maar dit plan stuitte op te veel bezwaren, zoodat men het moest opgeven. Toen kwam men op het idéé, een optocht van duizend bloem-meisjes te houden en dit vond dadelijk aller instemming Die optocht wordt in verschillende groepen verdeeld; de klee ding van de meisjes wordt ontleend aan tal- looze bloemsoorten, zoodat men als het ware één grooten bloemruiker zich door de Haar lemsche straten zal zien bewegen. Uit den aard der zaak zullen de bolgewassen 't meest ver tegenwoordigd worden. De artistieke leider van dezen optocht, de heer J. N. M. van Loenen, is met zijn werk al heel vergevor derd. Hij liet ons gekleurde afbeeldingen van bloem-meisjes zien. waardoor wij de overtui ging kregen, dat het werkelijk iets buiten gewoon moois zal worden. Getracht zal wor den, dat de meisjes ook eenige dansen zullen uitvoeren; men hoopt er ook een bloemen corso bij te krijgen. Een lieele week voorstelling in den Stadsschouwburg. Ook voor hen. die meer van een tooneel- voorstelling houden, heeft het bestuur van den Nieuwen Haarlemschen Kunstkring ge zorgd. Gedurende een heele week zal in den Stadsschouwburg een tooneelstuk worden op gevoerd, eveneens betrekking hebbende op het leven van Frans Hals. Het bestuur had hiervoor de medewerking noodig van den directeur van het Frans Hals Museum, den heer G. D. Gratama. die deze gaarne ver leende. De keus is gevallen op het stuik „Frans Hals ou 1'Admiration" van Sacha Guitry, dat in 1931 met veel succes te Pax-ijs is opgevoerd. Het is nog nimmer in de Neder landsche taal voor het voetlicht gebracht; de tekst moet dan ook nog vertaald worden. Het stuk zal door het tooneelgezelschap Saalborn worden ingestudeerd. Een festival op twee plaatsen. Verder is het de bedoeling, in die feest- week een festival -te doen plaats hebben, waarvoor ongeveer honderd muziekcorpsen uit Haarlem en van elders zullen worden ultgenoodlgd er aan deel te nemen. Die con certen zulen plaats hebben op de Groote Markt en ook in het Julianapark in Haarlem- Noord, teneinde zooveel mogelijk stadgenoo- ten ervan te laten genieten. Tot zoover de plannen van den Nieuwen Haarlemschen Kunstkring. Zij zullen zeer zeker doorgaan, want het bestuur heeft reeds vele steekproeven genomen, waarbij het Is gebleken, dat de plannen in vele kringen met groot enthousiasme zijn ontvangen. Van ver schillende kanten is medewerking toegezegd., o.a. ooik door sportverenigingen en ama zones. Natuurlijk zal een en ander heel veel geld kosten; daarom hoopt het bestuur, dat ook de financieele medewerking groot zal zijn. Het is niet de bedoeling, zei de heer Rau werda, dat het bestuur van den Nieuwen Haarlemschen Kunstkring aan Haarlem's Bloei het werk uit de handen neemt. Inte gendeel. deze vereeniging heeft die plannen ook met geestdrift begroet Het zal aan Haarlem's Bloei aangenaam zijn, als ook an dere verenigingen met eventueele feest plannen willen komen. Er moeten -attracties in Haarlem komen, voor stadgenooten en vreemdelingen. Dat zal de welvaart ver- hoogen. Herdenking Baden Powell-dag Voor alle padvinders en padvindsters der ge heele wereld was het gisteren een zeer bijzon dere dag, hun Chief Scout Lord Baden Powell vierde namelijk zijn tachtigsten verjaardag. En alsof dit nog niet genoeg was voor een luisterrijke herdenking ook Lady Baden Powell vierde dien dag haar verjaardag. Ter gelegenheid hiervan hadden de oudere meisjes van de afd. Haarlem van het Neder landsche Padvindstersgilde een fakkeltocht naar Groenendaal georganiseerd waar een kampvuur zou worden aangelegd. Het had den geheelen dag al geregend en het zag er aanvankelijk niet naar uit dat de fakkeloptocht zou kunnen doorgaan. Gelukkig was het tegen den avond wat opgeklaard en vol goeden moed vertrokken de padvindsters van hun clubhuis naar Groenendaal. De flakkerende fakkels leverden een feeëriek schouwspel op en alles verliep in de beste orde totGod Pluvius de padvindsters haar her denking schijnbaar niet gunde zonder een be proeving, het regende en hagelde dat het een lust was, doch onvervaard trokken de meisjes verder. Werd er hier en daar al een fakkel door den regen of den wind gedoofd, de stem ming leed er geen moment onder. Eindelijk dan toch werd Groenendaal be reikt. waar het kampvuur reeds hoog oplaaide. Kampvuur in het bosch op een winteravond, kunt ge u iets romantischer voorstellen? Ondanks het slechte weer ging er een sprook jesachtige bekoring van de knetterende vlam men uit van welke een in dit geval zeer wel kome warmte afstraalde. Bij het felle schijnsel van het vuur hield een der leidsters een treffende toespraak. Baden Powelldag is niet alleen de feestdag omdat onze Chief Scout tachtig jaar is ge worden. doch ook een herdenking met alle padvinders der geheele wereld. Een dankbare herdenking van het vele werk dat de Chief Scout voor ons gedaan heeft. Laten wij hopen dat wij Lord Baden Powell spoedig zelf op de Jamboree mogen zien. Dit vuur dat ons ver warmt. verwarmt op dit oogenblik alle pad vinders der geheele wereld. Laat het ons ech ter niet alleen van buiten maar ook van binnen verwarmen. Laten wij dit vuur doen uitstralen en uitdragen naar alle menschen om ook hen te verwarmen en te verkwikken. Eerst dan zullen we goede padvindsters zijn. Vervolgens werden om het kampvuur eenige liederen gezongen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 11